Auteur: Cor Wijtvliet

  • Het monster van de commercie eet Thanksgiving op

    Thanksgiving is misschien wel de oudste Nationale feestdag in de Verenigde Staten. Voor zover bekend werd het feest voor het eerst gevierd in 1621 en was bedoeld als dankdag voor de oogst. Geleidelijk aan groeide het uit tot een feestdag voor gezin en familie, die elkaar aan tafel treffen om kalkoen te eten.

    Thanksgiving valt altijd op de vierde donderdag van november. De dag daarop, vrijdag, heet in de volksmond Black Friday. Traditiegetrouw trekt meer dan de helft van de Amerikanen er die dag in alle vroegte op uit om in winkels op zoek te gaan naar cadeautjes voor de kerstdagen. Black Friday werd zo de officiële opening voor theHoliday Season, de weken en maanden tot aan kerstmis waarin Amerikanen driftig op zoek gaan naar aanbiedingen en nog eens aanbiedingen. In deze weken leggen de winkelketens op hun beurt de basis voor het resultaat over het hele jaar.

    Tradities
    Het heeft er alle schijn van, dat beide tradities het loodje gaan leggen. De hoofdschuldige heet Amazon.com. Deze internetwinkel, die in 1995 van start ging, bood de consument de mogelijkheid om ook op Thanksgiving te kopen. De consument maakte daar dankbaar gebruik van en was ook op de feestdag zelf voortdurend online aanwezig. In een reactie op deze nieuwe en onvoorziene reactie gingen de zogeheten brick and mortar winkels vrijdag al om 05.00 in de ochtend open. De strijd om de dollar is de afgelopen jaren alleen maar heftiger geworden. Sinds 2008 ziet de doorsnee Amerikaan zijn koopkracht steeds verder ingeperkt. In die zin is de eerste klap een daalder waard. Uit een onderzoek van Accenture blijkt, dat dit jaar 38% van de Amerikanen van plan is al op Thanksgiving hun eerste aankopen online doen. Een dag later is 55% voornemens op pad te gaan naar de winkel.

    Spelregels
    En opnieuw is het Amazon.com die spelregels bepaalt. Het bedrijf biedt klanten, die eenAmazon Prime abonnement hebben, de zekerheid dat hun bestelling binnen twee dagen thuis bezorgt wordt. Wie op vrijdag bestelt, weet zijn pakjes op zondag bezorgd. Wie echter op woensdag bestelt heeft de zekerheid, dat hij al op vrijdag zijn pakjes thuis heeft. De klant hoeft niet meer voor dag en dauw de deur uit naar de befaamde shopping mall om zijn slag te slaan. Volgens Amazon is het Prime abonnement een absoluut succes. Niet alleen hebben 10 miljoen Amerikanen een abonnement, maar deze abonnementhouder besteedt een keer zoveel als een niet abonnementhouder. Dat is een belangrijk gegeven in een tijd, dat dollars niet rijkelijk rollen. Amazon heeft die dollars trouwens ook hard nodig. De acties van de digitale winkel heeft de nodige reacties opgeroepen. Niet alleen gaan winkels als Wal-Mart Stores en Target al op Thanksgiving open, ze gaan ook digitale allianties aan. Zo werken Target en Walgreen samen met Google onder het banier van de Google Shopping Express. eBay biedt een soortgelijke dienst. Het is echter de vraag of en hoe lang beide digitale bedrijven deze snelle en gratis dienstverlening in de lucht houden.

    Investeringen
    Voor Amazon.com is dat echter bittere noodzaak. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om distributiecentra steeds dichter bij de klant te brengen. Het uiteindelijke doel is om de klant op dag basis te bedienen. Maar dan moet die klant niet op vrijdag nog eens besluiten naar de shopping mall te gaan. Iedere vrijdag moet in de nabije toekomst een Black Friday worden, waarbij de klant de zekerheid heeft dat hij alles op tijd thuis heeft. De traditionele winkelketens hebben zich echter allesbehalve overgegeven en vechten terug. Niet alleen door al op Thanksgiving de deuren te openen maar ook door Amazon.com met eigen wapens te bevechten. In de strijd om de dollar moeten tradities helaas wijken voor de commercie

    black-friday-survival
    Hoe een echte Amerikaanse black friday kan overleven.
  • Deflatie is niet het probleem, te lage groei wel

    Voor veel goed ingevoerden in de financiële wereld was het toch nog een verrassing. De korte rente ging afgelopen week met 0,25% omlaag. Dat had eigenlijk niet het geval mogen zijn. De inflatiedoelstelling is 2% en volgens Mario Draghi kan het nog wel een behoorlijke poos duren voordat deze doelstelling in zicht komt. Dat is gemakkelijk vast te stellen. De kerninflatie, gecorrigeerd voor volatiele elementen, bedraagt slechts 0,8%.

    Effecten
    Zoals de zaken er nu voorstaan, mogen we er van uitgaan, dat de huidige maatregelen een positief effect zullen hebben. Maar ze zijn absoluut onvoldoende om de crisis te verhelpen. Cruciaal daarvoor is, dat er eindelijk afdoende beleidsbeslissingen genomen gaan worden.
    De rentebeslissing op zich is niet voldoende, maar het gaat om de combinatie van verschillende maatregelen. De belangrijkste is wel, dat de ECB de banken tot midden 2015 ongelimiteerd van liquiditeiten zal voorzien. Dat betekent, dat de korte rente nog zeker twee jaar op een laag niveau blijft. Maar het betekent ook, dat de lange rente dankzij de beloofde zee aan goedkope liquiditeiten niet of amper zal oplopen.

    Liquiditeiten
    De eerste effecten van de ECB-beslissing zijn al zichtbaar. De euro is goedkoper geworden en dat beïnvloedt positief de internationale wisselkoersverhoudingen. Een tweede positieve ontwikkeling moet wat later zichtbaar worden. De beslissing om ongelimiteerd aan banken liquiditeiten ter beschikking te stellen tot het midden van 2015, maakt het voor betrokken banken gemakkelijker en zeker goedkoper om de balansverhoudingen weer gezond te maken. Daar zal dan zeker de kredietverlening aan bedrijven en consumenten voordeel van ondervinden.

    Mogelijkheden
    Heeft de ECB de mogelijkheden in huis om deflatie resoluut te bestrijden? Het antwoord is ja en dat is maar goed ook. Europese politici en beleidsmakers zouden een handje kunnen helpen, maar doen dat naar alle waarschijnlijkheid niet. Crediteurenlanden, als Nederland en Duitsland, zullen nimmer accepteren dat perifere landen een streep door hun schulden zetten. Ze zullen ook nooit accepteren dat hun economie ook de nodige aanpassingen moet ondergaan om de crisis te verhelpen en ze zullen evenmin het principe van schulddeling accepteren.

    En dus staat de ECB er alleen voor. Zonder hulp van buitenaf zal zij wel drastischere maatregelen moeten nemen. Te denken valt aan een negatieve depositorente voor banken, een nieuwe ronde van long-term financing operation en/of een Europese variant van quantitative easing. Het zijn allemaal maatregelen om deflatie te bestrijden.

    Deflatie
    Maar er is nog geen deflatie in de eurozone. De kerninflatie is ‘slechts’ 0,8%, maar wel ver verwijderd van 2,0%. Een reële inflatie van 2% maakt het minder bezwaarlijk, dat de rente op 0% staat. Het stelt beleidsmakers in staat de doelstelling te missen, zonder dat je onmiddellijk in deflatoire sferen terecht komt. In Japan is het beleid van de centrale bank er juist op gericht om 2% inflatie te scheppen. Dat is de sleutel tot het verslaan van de deflatie.

    Deflatie is niet het probleem, wel de zeer lage economische groei waar de lage inflatie een bewijs voor is. Een zeer trage groei maakt het voor menig land binnen de eurozone niet gemakkelijk om in een behoorlijk tempo hun schuldenlast te verminderen. Integendeel ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om aan hun jaarlijkse aflossingsverplichtingen te voldoen. Dat betekent dat ze een surplus op de lopende rekening moeten kweken om dat aan te wenden voor de rente en aflossing. Dat kan alleen maar door lonen en prijzen voortdurend te verlagen. Dat is weer de sleutel tot aanhoudende lage groei. Die waarheid begint nu ook in Nederland door te dringen.
    Cor Wijtvliet

    deflatie tekening

    Bron:
    Wolfgang Münchau, the eurozone needs to get inflation up again.Financial Times, November 10, 2013

     

  • De euro is veel te duur

    Het is nog maar net een jaar geleden, dat bijna niemand nog een cent voor het voortbestaan van de euro gaf. De munt leek ten onder te gaan aan de aanhoudende crisis in de periferie van Europa. Maar het kan verkeren. Aan het einde van de maand oktober van dit jaar was de euro misschien wel de sterkste munt ter wereld. Uit onderzoek van Bloomberg bleek, dat de munt van de eurozone in de loop van 2013 6,7% duurder was geworden ten opzichte van een mandje van negen concurrerende valuta’s. Ten opzichte van de dollar was de munt 4,6% duurder geworden en ten opzichte van de Japanse yen zelfs 17%. Op 22 oktober van dit jaar bereikte de euro het hoogste niveau ten opzichte van de yen in meer dan 4 jaar. Op die dag gingen er 1,3551 yen in de euro.

    Waardestijging
    Die aanhoudende waardestijging heeft negatieve consequenties voor al die Europese bedrijven die hun factuur in euro’s schrijven. Op 16 oktober jl. moest het Duitse luchtvaartbedrijf Lufthansa vaststellen, dat de stijgende koers van de euro ten opzichte van de dollar en de yen het bedrijf maar liefst 6% omzet had gekost in het afgelopen kwartaal. Diezelfde sombere constatering viel te beluisteren bij het Nederlandse AkzoNobel. Ook bij dat bedrijf kostte de dure munt omzet en wel 5% in het derde kwartaal.

    Waar komt die waardestijging eigenlijk vandaan? Het is onmiskenbaar het gevolg van een samenloop van omstandigheden. De euro is de afgelopen weken en maanden uitgegroeid tot de belangrijkste vluchthaven voor valutabeleggers. Veel beleggers schuilen in de euro totdat er meer duidelijkheid komt over de richting die de Amerikaanse politiek gaat inslaan. Er is een groeiende vrees voor blijvende politieke instabiliteit in het land van Uncle Sam. Daarnaast is er vrees over het beleid van de Fed. Wanneer zullen de centrale bankiers besluiten om de monetaire stimulering te gaan afbouwen? Zal dat al in december gebeuren, zoals sommigen fluisteren? Of zal het pas medio 2014 gebeuren, wanneer er duidelijkheid is over het schuldenplafond en de nieuwe baas van de Fed, Janet Yellen, wat steviger in haar voorzittersstoel zit?
    Totdat er meer duidelijkheid uit de VS komt, hebben beleggers een voorkeur voor de euro.
    De yen is immers beslist geen deugdelijk alternatief. De Bank of Japan voert een zo mogelijk nog agressiever stimuleringsbeleid dan de Federal Reserve.

    Factoren
    Het is echter niet alleen de buitenwacht, die de euro stuwt. Er zijn ook interne Europese factoren aan te wijzen, die bijdragen aan de waardevermeerdering. De aanhoudende bezuinigingen in de periferie beginnen eindelijk effect te sorteren. Een land als Spanje heeft nu een overschot op de lopende rekening. Dat is enerzijds te danken aan een betere exportpositie door de loonsverlagingen. Anderzijds zorgt de gedaalde koopkracht ervoor, dat de importen dalen. Het Europese overschot is nu met 2,4% van het bruto nationaal product nagenoeg even groot als dat van China met een overschot van 2,5%. Dit Europese succes trekt steeds meer beleggers aan en dat stuwt opnieuw de euro verder omhoog.

    Bedreigd herstel
    Er zit uiteraard een schaduwzijde aan deze dure euro. Dat blijkt wel uit het geweeklaag van veel bedrijven. Europa krijgt het op de wereldmarkt moeilijker om te concurreren en dat brengt het fragiele herstel in gevaar. Europese bedrijven kunnen immers niet eeuwig de lonen verlagen om de effecten van de waardestijging teniet te doen. De enige partij die voor enige opluchting kan zorgen is de ECB. Zij kan de waardestijging van de euro een halt toeroepen door de rente, die nu 0,5%, bedraagt, naar nul te verlagen of zelfs de rente negatief maken. Het is maar de vraag of de ECB hiertoe zal besluiten. De macht en invloed van de Deutsche Bundesbank is nog steeds heel groot. Het is maar de vraag of de Duitsers geneigd zijn monetaire experimenten te steunen, zeker als die uitmonden in een stijging van de inflatie. Er is bovendien een sterke stroming binnen de ECB die een sterke euro helemaal geen probleem vindt, integendeel zelfs. Aanhangers van een sterke euro wijzen erop, dat dit het beste middel is om de hervormingen binnen de eurozone een sterk en structureel karakter te geven. Zij vinden, dat het voldoende is als Draghi lippendienst bewijst aan de noodzaak van het stutten van het herstel. Hij moet door management by speech de euro verzwakken.

    Als de ECB de komende tijd geen actie onderneemt tegen de waardestijging van de euro, dan kan de dollar weleens de lachende derde worden. De zakenkrant Financial Times wees er in een recent commentaar op, dat in reële termen gesproken, de waarde van de dollar het laagste niveau sinds het uiteenvallen van Bretton Woods stelsel in 1971 bereikt heeft. Ondanks een recent herstel van de dollar ligt de weg naar $ 1,40 in de euro en verder nog steeds open, als er aan beide zijden van de oceaan geen beleidswijziging komt.

    één euro munt

     

  • Heel Europa houdt van Duitsland

    Europa is in de ban van Duitsland. Die conclusie dringt zich steeds meer op. De grote aandacht voor de Duitse verkiezingen maakt duidelijk, dat onze Oosterburen de baas zijn op het oude continent. Duitsland is voor velen het toonbeeld van politieke en economische stabiliteit in een tijdsgewricht van grote instabiliteit.

    Mevrouw Merkel is een van de weinige politici, zo niet de enige politica, die niet afgerekend is op de crisis. Ze is met een ruime meerderheid herkozen. Duitsland is ook het enige land waar het anti-Europa populisme amper wortel heeft geschoten. Er is wel een anti-euro partij, de AFD. Die partij wil af van de euro, maar niet van Europa. Sterker nog, de partij draagt het Europees ideaal een warm hart toe.

    Europese politici worden daarom ook niet moe Mevrouw Merkel en haar land lof toe te zwaaien. Soms krijgen die zelfs het karakter van liefdesbetuigingen. Zo stelde Lech Walesa nog niet zo geleden voor, dat zijn land een politieke unie zou aangaan met zijn buurman. Het was in zijn ogen de beste garantie om de opleving van het Pools nationalisme succesvol de kop in te drukken. Zelfs Frankrijk, de natuurlijke tegenpool van Duitsland, doet geen moeite de bewondering voor de Duitsers te verbergen. Voor veel Fransen is Duitsland de meest vitale democratie op het continent. Die steekt zeer positief af bij de politieke verlamming in het eigen land. De Britse premier David Cameron, de euroscepticus bij uitstek, beroemt zich op zijn goede banden met mevrouw Merkel.

    Mogelijk gaat de huidige liefde voor Duitsland verder dan slechts het economisch succes. Misschien is dat economisch succes voor de buitenwacht het gevolg van de lange mars van dit land door de geschiedenis. Die mars wordt getekend door de aanhoudende strijd met de autoritaire stromingen die dit land zo geteisterd hebben. Duitsland stapte uit de Tweede Wereldoorlog met de bedoeling om een volwaardig lid van Europa te worden. De harde les van de oorlog was, dat een opgaan in Europa de beste manier was om een herhaling van het nazisme te voorkomen. Als er een nieuwe regering in Berlijn zit, dan zal mevrouw Merkel opnieuw gaan werken aan een verdere integratie van Europa.

    Het mag dan niemand verbazen als de Duitsers ter bevordering van dat proces bereid zijn een stuk nationale soevereiniteit daarvoor op te offeren. Dat past trouwens ook in de geschiedenis van het land. Ooit waren er vele honderden onafhankelijke Duitse staatjes. Nu zijn het er nog maar drie. Naast Duitsland zijn dat nu Oostenrijk en Zwitserland. Als de geschiedenis lessen leert, dan zullen die drie uiteindelijk op gaan in een geïntegreerd Europa. Die gedachte is bijna te mooi om ooit waar te kunnen zijn.

    europ-houdt-van-duitsland

    Bron:
    Harold James, Falling for Germany, Project-syndicate, November 4 2013

  • China Construction Bank gaat boodschappen doen in Europa

    Afgelopen weekeinde gaf Wang Hongzhang in een interview met the Financial Times te kennen dat zijn bank, de China Construction Bank (CCB), geïnteresseerd is in een overname van een Europese partij.

    De voorzitter liet echter weten niet over één nacht ijs te willen gaan. Hij wilde eerst op bezoek bij de diverse toezichthouders om na te gaan of zijn bank überhaupt welkom was in Europa en of een overname mogelijk was. Hij had al gesprekken gehad met toezichthouders uit Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, maar er stonden nog meer gesprekspartners uit andere landen op zijn lijstje.
    Op zich is die benaderingswijze niet vreemd. Veel overheden zien grote banken als een wezenlijk onderdeel van de nationale economie. Ze zien liever niet, dat die in handen van buitenlanders raken. Toch lijkt Wang min of meer op zijn wenken bediend te worden. Afgelopen maand was de minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk, George Osborne, op bezoek in China. Bij die gelegenheid verzekerde hij zijn Chinese gastheren, dat het voor Chinese banken gemakkelijker zou worden om zich in de City te vestigen en dat de kapitaalsvereisten lager zouden worden.

    Belangstelling

    De belangstelling van Wang Hongzhang voor Europese banken komt niet uit de lucht vallen. Hij was al eerder, namelijk in 2012, op bezoek in Europa en gaf toen ook een interview aan de FT. Bij die gelegenheid liet hij weten $15,8 miljard ter beschikking te hebben om een overname te doen in Europa. Zijn argument toendertijd voor zijn zoektocht naar geschikte Europese overnamekandidaten was de expansie van het Chinese bedrijfsleven. Hun internationalisering brengt een wereldwijde financieringsbehoefte met zich mee. Willen de Chinese banken meeprofiteren van de gang van de Chinese bedrijven door de wereld, dan moeten ook zij ter plekke zijn.
    Wang stelde al in 2012 nadrukkelijk de eis dat een mogelijke overnamekandidaat ook een internationale presentie moest hebben. Hij had geen oog voor een bank die slechts in één land gevestigd was. Anno 2013 is China de grootste handelspartner van de Europese Unie. Dat maakt de noodzaak van een Chinese aanwezigheid op het oude continent alleen maar groter, aldus de voorzitter. Toch was en is CCB niet van plan om zich in een ongewis avontuur te storten. Slechte ervaringen van verzekeraar Ping An die een belang in Fortis kocht en van de China Development Bank met een belang in Barclays nopen tot voorzichtigheid en terughoudendheid. Daarenboven zijn de Chinezen zich bewust van de grote cultuurverschillen en taalbarrières in de eurozone.

    Verlanglijstje China Construction Bank

    Evenals in 2012 beperkt het Chinese verlanglijstje de overnamemogelijkheden. De Chinezen gaan liever niet winkelen in de periferie, maar willen tegelijkertijd een bank met internationale allure en aanwezigheid. Dat beperkt de mogelijkheden feitelijk tot het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. China is zich overigens ook bewust van de politieke gevoeligheden omtrent de totale overname van een grote bank in een Europees verband. Al in 2012 deed de Financial Times de suggestie dat het slim zou zijn om slechts een deel van een bank over te nemen.

    Het beste zou het nog zijn om aan te bieden een deel over te nemen van een genationaliseerde bank. Door genoegen te nemen met een minderheidsaandeel zouden de Chinezen toch een meer dan stevige schoen tussen de deur hebben van de Europese financiële sector. De betreffende overheid kon met opgeheven hoofd afscheid nemen van een bank, die als een molensteen om haar nek hing. In 2012 suggereerde de FT twee kandidaten. Dat waren de Royal Bank of Scotland (RBS) en de Duitse Commerzbank. RBS, dat voor 82% in bezit is van de overheid, had in 2012 een marktkapitalisatie van GBP 17 miljarden tegen GBP 20,5 miljard nu. Commerzbank, dat voor 25% in handen is van de Duitse overheid, had als uitkomst in 2012 € 9 miljard en nu € 10,7 miljard.

    In hetzelfde weekeinde dat Wang Hongzhang een interview gaf aan the Financial Times, gaf de voorzitter van Commerzbank een interview aan het blad Welt Am Sonntag. De kern van het gesprek was, dat volgens Martin Blessing de onafhankelijkheid van de bank geen doel op zich was. Nog in augustus verzekerde diezelfde Blessing in een gesprek met het Handelsblatt plechtig, dat de bank haar 150 jarig bestaan in 2020 als onafhankelijke entiteit zou vieren. Ook is duidelijk, dat er geen Europese kandidaten te vinden zijn die deze brekebeen willen overnemen. Wang heeft waarschijnlijk een goed gesprek gehad in Frankfurt.
    china construction bank logo
  • Europa is van de lidstaten

    De discussie over de toekomst van Europa is vaak niet erg transparant. Meer Europa heet de oplossing te zijn van de huidige problemen en om in staat te zijn succesvol te concurreren met grootmachten als China en de VS. Maar is dat wel zo? En verwarren we in ons pleidooi voor meer centralisatie niet economische macht met militaire?

    Centralistisch Europa

    Deze centralistische aanpak heeft een duidelijk nadeel. Het gaat voorbij aan de grote onderlinge verschillen in economische prestaties van de verschillende lidstaten. Het gaat er eveneens aan voorbij, dat vooral de kleinere lidstaten de succesverhalen in Europa vertegenwoordigen. Tegenover een falend Griekenland met een economische krimp van 23,8% sinds 2008 staat Slowakije met een groei van 5,2%

    De grote onderlinge verschillen tussen de diverse lidstaten van de Europese Unie zijn terug te voeren op verschillen in nationaal beleid. Dat alleen al logenstraft de gedachte dat de oplossing van de Europese problemen alleen maar op Europees niveau uitgedokterd en doorgevoerd kan worden. Trouwens, in de VS is het niet anders. De federale overheid laat het oplossen van de economische problemen aan de federale staten en bemoeit zich daar amper of niet mee.

    Traditionele waarden

    Binnen een Europese context moet daarom Italië zijn eigen problemen oplossen en Griekenland de Griekse. Als er teveel arrangementen op Europees niveau komen, groeit het reële gevaar dat landen in nood zelf achterover gaan leunen.

    Misschien moeten we ‘meer Europa’ ook breder zien. Meer, niet in de zin van meer centralisme, maar meer in de zin van het inbouwen van traditionele Europese waarden vanaf het lokale niveau naar het Europese niveau. Het gaat dan uiteindelijk om universele waarden, zoals de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van vrees. Het aangename van het inbouwen van deze waarden is nu dat het eens geen offers kost in termen van economische groei en werkgelegenheid.

    Of Europa ooit een dergelijk beleid gaat voeren, is nog maar de vraag. Waar echter niet over valt te discussiëren, is de dringende noodzaak van diepgaande hervormingen. De schulden blijven zich opstapelen, terwijl de bevolking snel vergrijst. Het handhaven van de status quo is daarmee de kortste weg naar een grote ramp. Daar kan zelfs een ECB met haar reddingsoperaties niets aan veranderen. Sterker nog, op den duur gaat zoiets contraproductief werken, omdat ze niets oplossen. Steeds meer Europeanen zullen er dan verzet tegen aantekenen.

    Toekomst

    De toekomst van Europa zal uiteindelijk bepaald moeten worden door een balans te vinden tussen de verschillende politieke krachtenvelden op lokaal niveau. Zoals het er nu naar uitziet, is dat geen gelopen race. Er zijn zeker op centraal niveau veel krachten die die trend vroegtijdig willen smoren. Als die de overhand krijgen, dan blijft de toekomst van Europa gehuld in vage retoriek. Daar schiet letterlijk niemand mee op.

    Cor Wijtvliet

     

    De-kaart-van-europa
    Europa is van de lidstaten

    Bron:

    Leslek Balcerowicz, Europe’s non-rhetorical values. Project-syndicate, November 5 2013

  • Deflatie bedreigt de toekomst van de eurozone

    Vrijdag 1 november jl. bleek uit cijfers van Eurostat, dat de kerninflatie in de eurozone nog slechts 0,7% bedraagt. Dat is ver onder het door de ECB gewenste niveau van 2%. Daarmee is het gevaar van deflatie in de eurozone een stuk reëler geworden, dan een gevaarlijke stijging van de inflatie.

    Uiteenvallen van de EU
    De oorzaak van de nieuwe dreiging ligt in de manier waarop de schuldencrisis tot nu toe is aangepakt. De remedie luidde verregaande bezuinigingen in de periferie in combinatie met dalende lonen. Tegelijkertijd vonden er in het noorden geen aanpassingen aan, zoals het opvoeren van de bestedingen om zo de export vanuit het zuiden meer kans te geven.

    Dat het gevaar van deflatie beslist niet meer denkbeeldig is, blijkt uit de woorden van een bestuurslid van de ECB, Benoît Coeuré. Hij waarschuwde onlangs voor Japanse toestanden in Europa. Dat betekent, niet meer en niet minder, dat we hier serieus rekening moeten houden met een verloren decennium in combinatie met een complete verloren generatie. De crisis zou zodoende zo diep kunnen gaan ingrijpen, dat het uiteindelijk tot een uiteenvallen van de eurozone kan leiden en misschien zelfs van de Europese Unie. Daardoor zou Europa ver terug de geschiedenis in geslingerd worden en zou zijn rol op het wereldtoneel volledig uitgespeeld zijn.

    Redenering
    De enige manier om dit horrorscenario te voorkomen is volgens sommige analisten de afschaffing van de euro. Dat zou weliswaar ook het einde van de eurozone betekenen, maar het zou de EU redden. Op deze redenering is echter nogal wat op aan te merken. De manier waarop de eurozone tot nu toe de crisis heeft gepoogd op te lossen, dreigt nu te ontaarden in een deflatoire Europese omgeving. Om die het hoofd te bieden, is juist een sterk politieke unie nodig met grote beslissingsbevoegdheden. De instituties binnen de Europese Unie zijn hier ten ene malen niet voor opgericht. De EU kan dus nooit een ingewikkelde macro-economische situatie oplossen.

    Integratie
    Het zou daarmee maar beter zijn de eurozone als het hart van de Europese integratie te beschouwen. Vanuit dit standpunt geredeneerd, is het gemakkelijker om verdragen en instituties aan te pakken, die een sta-in-de-weg zijn om de (huidige)complexe monetaire situatie naar behoren te managen. Uiteindelijk lijkt alleen nog een sterke politieke unie kansrijk om de huidige schuldproblematiek het hoofd te bieden. Tegelijkertijd kunnen er dan instrumenten komen om (toekomstige) schulden gemeenschappelijk te verklaren. Een politieke unie maakt ook een sterke bankenunie waarschijnlijker. Een politieke unie tenslotte kan de broodnodige transfer van middelen van noord naar zuid regelen.

    Electoraat
    Problematisch voor deze houding is de opstelling van een groeiend deel van het electoraat van de lidstaten van de eurozone. Die houden in steeds grotere getalen Europa verantwoordelijk voor de huidige crisis. Dit electoraat zal er daarom weinig voor voelen macht vanuit het eigen land over te dragen aan Brussel. Het is derhalve de dure taak van Brussel om de ontevreden bevolking van de lidstaten te overtuigen van het fatale alternatief: een Europa gedompeld in deflatie en geteisterd door aanhoudend lage groei. Als dat niet lukt, dan zijn euro en EU verloren.

    Dat moet bijna wel gebeuren! Kijk maar naar de manier waarop Brussel nu het electoraat probeert te paaien: management by communication. Beleidsmakers worden niet moe ons te vertellen, dat de crisis voorbij is. Er zullen slechts weinigen echt geloof hechten aan deze uitspraken. Misschien beginnen de beleidsmakers zelf wel terug te verlangen naar de jaren van voor de euro en de eurozone. Toen was het leven nog heel gewoon!
    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Wolfgang Münchau, Worry about the euro, niet the European Union. Financial Times, November 3, 2013

  • Duitsland is een reus op lemen voeten

    De Deutscher Aktien Index (DAX), de hoofdgraadmeter van de Duitse effectenbeurs, is in oktober voor het eerst in de geschiedenis door de grens van 9000 punten gegaan. En dan te bedenken, dat nog slechts enkele jaren geleden, in september 2009, een dieptepunt werd genoteerd. De index daalde toen een niveau van slechts 3588,89 punten. Daarna werd een gestage weg omhoog ingezet, waarbij in maart dit jaar de grens van 8000 punten werd geslecht.

    Succes
    Het momentum op de DAX is uiteraard te danken aan de successen van de Duitse economie. Die is er in geslaagd om de grote crisis van de laatste jaren met succes van zich af te houden. Duitsland is de motor van de Europese economie geworden en het land domineert daarom ook het politieke toneel in dit deel van de wereld. Een belangrijk deel van het Duitse succes is te danken aan het gegeven dat het land veel grote bedrijven telt, die een leidende positie innemen op het wereldtoneel en die in Duitsland een gezonde uitvalsbasis bezitten.
    Op het eerste gezicht lijkt Duitsland klaar voor de toekomst en kan de DAX derhalve de komende tijd alleen nog verder omhoog.

    Donkere wolken

    Maar schijn bedriegt. Er zijn wel degelijke donkere wolkjes te zien aan de stralende Duitse hemel. In april van dit jaar voorspelden de diverse Duitse denktanks als Ifo en DIW, dat de economie dit jaar met 0,8% zou groeien en in 2014 met 1,9%. Maar in oktober voorzien diezelfde denktanks voor 2013 nog maar 0,4%. De verwachting voor 2014 blijft met 1,8% nagenoeg op hetzelfde niveau als in april. Die groei is dan te danken aan een betere binnenlandse vraag, een verder afzwakken van de eurocrisis en een verbetering van de wereldeconomie. Het laatste Ifo onderzoek zet echter vraagtekens bij het herstel op korte termijn. Duitse ondernemers, zo blijkt, zijn niet alleen pessimistisch over de huidige omstandigheden, maar ook over de nabije toekomst. De meest recente Inkoopmanagersindex onderstreept het pessimisme van de ondernemers. Deze PMI zakte van 52,2 naar 51,1. Weliswaar is er nog steeds sprake van expansie, maar het huidig niveau is het laagste in maanden. De bedrukte stemming onder ondernemers vertaalt zich al in een teruglopende investeringsbereidheid.

    Dure dollar
    Op zich is het niet zo vreemd, dat de Duitse ondernemers terughoudender worden. Het Duitse succes leunt eerst en vooral op de export. Daar is de afgelopen maanden behoorlijk de klad in gekomen. De vraag uit de belangrijke exportmarkten is bijvoorbeeld sterk afgenomen door de verslechterende economische omstandigheden in de zogeheten Opkomende Markten. Een steeds duurdere euro is dan beslist geen steun in de rug.
    Er is bovendien onder ondernemers grote twijfel of de binnenlandse vraag de terugval in de export kan opvangen. De huidige politieke onzekerheid maakt de kans groter dat de euro de komende maanden nog verder aan kracht wint.

    Zoals de zaken er nu voorstaan, is de kans groot dat 2014 geen groot jaar wordt voor de Duitse economie en de exportsector in het bijzonder. Dat zet natuurlijk ook de rem op de ontwikkeling van de Dax.

    Productiviteit
    Op termijn zijn echter de vooruitzichten voor Duitsland zo mogelijk nog minder. Ruwweg groeit een economie dankzij een verbetering van de productiviteit en dankzij de groei van de bevolking. De Duitse bevolking is echter al aan het krimpen. Tegen 2050 zullen waarschijnlijk het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk Duitsland demografisch overvleugeld hebben. Om de groei op termijn op peil te houden moet de productiviteit veel sterker toenemen dan nu het geval is. Die is nu allerminst overtuigend en het is daarmee de vraag of die een-twee-drie kan verbeteren. Dat alles maakt van het land op termijn een reus op lemen voeten.

    economische-groei-duitsland-vol-te-houden
    Duitsland is een reus op lemen voeten

     

  • Tesla is voer voor speculanten

    Nog maar een week geleden waarschuwde Elon Muskie. CEO van Tesla, de beleggersgemeenschap dat het aandeel Tesla zwaar overgewaardeerd is. Op het eerste gezicht heeft Muskie helemaal het gelijk aan zijn kant. Aan het begin van het jaar bedroeg de koers van het aandeel $ 27 om vervolgens door te stijgen naar $ 194,50 aan het einde van september.

    Voor de goede orde, Tesla is een uiterst modieuze elektrische auto met een actieradius van 265 mijl.

    Muskie is niet de enige CEO, die aandacht vraagt voor de in zijn ogen doorgeslagen koersstijgingen. Enkele dagen voordat hij met zijn uitspraken kwam, deed Reed Hastings hetzelfde. Hastings is de ceo van Netflix. Toch is het een zeldzame boodschap die beleggers niet zomaar in de wind mogen slaan.

     

    Kritiek op Tesla

    En terecht. Al in augustus verscheen er een kritisch verhaal over Tesla in het blad Forbes. Toen schommelde het aandeel rond een koersniveau van $ 150. Volgens de auteur, David Trainer, had het verhaal Tesla alle kenmerken van een bubbel. Hij wees daarbij op de enorme koersstijging in 2013, maar ook op de gevaren die het aandeel bedreigden. Volgens Trainer had Tesla aan het einde van 2012 voor een bedrag van $ 25 miljoen aan personeelsopties uitstaan. In augustus was de waarde daarvan gestegen naar $ 3,1 miljard of wel een vijfde van de marktkapitalisatie van die dagen. Trainer uitte zijn bezorgdheid, dat beleggers onvoldoende doordrongen waren van de mogelijke verwaterende effecten als die opties op de markt komen.

    Een tweede argument sneed zo mogelijk nog meer hout. Het ging om de winstgevendheid van het bedrijf. Die laat nog op zich wachten. Volgens de auteur zou Tesla 10 jaar lang met 35% moeten groeien om zijn waardering waar te maken. Dat is niet onmogelijk, maar het ligt evenmin voor de hand. Tesla heeft nu een unieke positie in de automarkt, maar hoelang zal het die kunnen handhaven? De markt is uiterst concurrerend en wordt gedomineerd door enkele grote spelers.

    Speculatief

    Trailer komt in augustus al tot de conclusie, dat Tesla voor veel beleggers een speculatief aandeel is. Beleggers laten zich meevoeren door het momentum in de hoop dat de koersstijging doorzet. Trailer staat niet alleen in zijn opinie. Volgens John Lovallo, analist bij Bank of America, is het aandeel Tesla fors overgewaardeerd. Dat spreekt wel uit zijn koersdoel van $45. De analist stelt vast, dat sinds mei van dit jaar institutionele beleggers afscheid zijn gaan nemen van het aandeel. Hun plaats is ingenomen door de particuliere belegger. Die surfen vooral mee op de golven van het momentum. Maar dat momentum lijkt op zijn einde te lopen. Dat is deels toe te schrijven aan enkele recente incidenten. Nog niet zolang geleden vloog een Model S spontaan in brand. Bovendien lijkt de expansie in Europa minder vanzelfsprekend dan gedacht. Lovallo gelooft daarom niet, dat de recente koersdaling van tijdelijke aard is. Meer zekerheid zal op 5 november komen. Dan publiceert Tesla haar cijfers over het derde kwartaal. Die zullen in ieder geval meer uitsluitsel geven over Europa. De analist van Barclays Bank, Brian Johnson waarschuwt ervoor, dat meevallende cijfers de waardering van het aandeel nog verder omhoog kunnen duwen, liever gezegd naar een te hoog niveau. Te hoge waarderingen verhogen alleen nog maar het speculatief karakter van het aandeel. Zijn koersdoel is dan ook $ 141.

    Het succesnummer van Tesla is de Model S

    Het succesnummer van Tesla is de Model S, een 5-deurs sedan met relatief veel bagageruimte en een ongekende acceleratie.

  • Azië kiest zijn toekomst, maar welke?

    De uitspraak, dat Azië de dominerende regio wordt, is nagenoeg een cliché geworden. Ongeveer 60% van de wereldbevolking woont er en is goed voor 25% van het wereldwijde bruto nationaal product (BNP). In de regio zijn ook zo ongeveer alle invloedrijke landen. China, Rusland, de VS, ze zijn er allemaal te vinden.

    Spanningen in Azië
    Een veel interessantere vraag is hoe Azië zich in deze eeuw gaat ontwikkelen. Wordt het een regio, die zich economisch steeds verder ontwikkelt en zijn dreigende conflicten diplomatiek oplost? Of wordt het een regio, waar de spanningen oplopen, militaire budgeten stijgen, wat uiteindelijk ten koste gaat van de economische voorspoed. Oplopende spanningen kunnen snel ontaarden in (militaire) confrontaties, omdat nu al zee- en luchtmachten van verschillende landen steeds dichter in de buurt van elkaar opereren. Cyberspace is natuurlijk een domein waar ook allerlei spanningen kunnen groeien.

    Kortom, gaat Azië lijken op het Europa van de eerste helft van de 20ste eeuw. Het oude continent kende toen twee alles verwoestende oorlogen. Of gaat het de weg van het Europa van de 2de helft van de 20ste eeuw. Dankzij vooruitstrevend politiek leiderschap zijn de oude tegenstanders geleidelijk opgegaan in een groter politiek geheel. Het idee van een intra-Europese oorlog is zodoende een zachte dood gestorven, terwijl welvaart en welzijn naar hoge niveaus zijn gestegen.

    Van oudsher
    Eerlijk gezegd, zijn de voortekenen niet erg bemoedigend. Juist in Azië zijn er weinig bovenstatelijke instituties of overeenkomsten. Dat is in het bijzonder het geval op militair en veiligheidsvlak. Daarenboven spelen er in de regio talloze conflicten en geschillen van zeer oude datum, die zomaar uit de hand kunnen lopen. Korea en China hebben stevige anti-Japan gevoelens die al van voor WOII dateren. Japan en Rusland hebben officieel nooit vrede gesloten en maken regelmatig ruzie over de Koerilen Eilanden. Ook tussen India en China botert het al decennia niet.

    Het heeft er bovendien de schijn van, dat die spanningen van oudsher recentelijk aan kracht winnen. China begint zich steeds meer als de allesbepalende regionale supermacht te ontplooien. Het land wil zeer nadrukkelijk zijn zeggenschap vestigen over de verschillende zeeën en zeestraten. Dat doen de Chinezen zo nadrukkelijk, dat van de weeromstuit Japan zijn pacifisme steeds meer laat varen en kiest voor een snelle herbewapening.

    Pax Americana
    Het aloude nationalisme viert hoogtij en het ontbeert de regio aan instituties om de langlopende geschillen op hoog diplomatiek niveau te bespreken en op te lossen. Laat staan, dat er een regionale organisatie is die vrijhandel bevordert. Maar misschien kan Europa hier opnieuw als voorbeeld fungeren. De Pax Americana heeft min of meer de interne vrede in Europa afgedwongen of in ieder geval zeer wel bevordert. De VS grenzen ook aan de Pacific en zijn als zodanig ook een regionale speler. Het land zou daarom in de Pacific dezelfde rol kunnen spelen als in het naoorlogse Europa. Het kan de onderlinge vrijhandel bevorderen. De Amerikanen kunnen tegelijkertijd door een combinatie van militaire macht en diplomatiek initiatief China meer en meer integreren in de regio. Dat zou de machtshonger van dat land kunnen intomen. De macht van de VS is echter te klein voor een Pax Americana in de Pacific. Daarmee is de loop van de geschiedenis erg ongewis.

    Cor Wijtvliet

    Content:
    Richard N. Haase, Which Asian Century? Project-syndicate, October 28, 2013

  • Mevrouw Merkel is des duivels

    Dat landen elkaar bespioneren is gebruikelijk. De VS staan echter de komende maanden voor een zware taak om de woede van Europese bondgenoten te sussen. Die zijn verontrust en kwaad over de omvang

    van het spionageschandaal en ook over het gedrag dat de Amerikanen daarbij aan de dag hebben gelegd. Het ziet er naar uit, dat president Obama nog heel veel herstelwerkzaamheden zal moeten verrichten.

    Natuurlijk, ook in het recente verleden hebben Europeanen en Amerikanen heftig gebotst over een scala aan onderwerpen, variërend van de inval in Irak tot de aanpak van de klimaatverandering. Deze keer is het echter anders. Er is sprake van een snelgroeiend wederzijds wantrouwen. Dat komt ook nog op een moment, dat nadere samenwerking politiek, economisch en om veiligheidsredenen meer dan ooit gewenst is.

    Bagatelliseren

    Het is ook een tactische blunder van jewelste, de ene bondgenoot na de andere werd in zijn thuisland een blauwoog bezorgd. Mevrouw Merkel reageerde zo furieus op het afluisternieuws, omdat juist zij het in eerste instantie voor de Amerikanen had opgenomen. Juist mevrouw Merkel trachtte het gedrag van de NSA te bagatelliseren. Het nieuws was daarmee politiek een dreun en persoonlijk een slag in het gezicht.

    De houding van president Obama heeft de verhoudingen onnodig verder op scherp gezet. Hij heeft niet persoonlijk de telefoon gepakt om met mevrouw Merkel het schandaal te bespreken. Hij liet het over aan zijn Pr-man Jay Carney om een weifelachtige verklaring de wereld in te sturen.

    En mevrouw Merkel was niet de enige Europese politicus, die zwaar op de ziel getrapt is. François Hollande werd volledig verrast door het Amerikaanse besluit niet op te treden in Syrië. Er kon blijkbaar niet eens een seintje af. Ook dit is een inschattingsfout of pure Amerikaanse arrogantie.

    Leiderschap

    De Amerikanen hebben daarmee voor zichzelf onnodig een extra groot probleem geschapen. Hoe denkt president Obama eigenlijk nog de EU te kunnen overtuigen van de noodzaak het zogeheten TTIP verdrag (Transatlantic Trade and Investment Partnerschip)af te sluiten? Veel, vooral Duitse en Franse, politici voelen hier nog bijzonder weinig voor. Het is een eerste bewijs, dat de Amerikaanse geloofwaardigheid in het geding is. Geen enkele politicus betwijfelt de grote wederzijdse economische voordelen, die aan TTIP verbonden zijn. Het gebrek aan daadwerkelijk leiderschap van president Obama kan ertoe leiden, dat de VS geïsoleerd komen te staan op het wereldtoneel. Niet alleen in Europa is het wantrouwen jegens de VS sterk gegroeid, maar ook in een land als Brazilië. Daar is in eerste instantie het land zelf, maar in tweede instantie ook Europa niet bij gebaat. Het oude continent is te zwak om zelfstandig een rol van betekenis op het wereldtoneel te spelen.

    Kwaad kersen eten tussen Merkel en Obama

    Het is daarom aan Obama zelf om zijn blunders te herstellen. Om te beginnen zou hij oprecht zijn excuses aan mevrouw Merkel moeten aanbieden. Maar voor velen in de VS is een excuus het ultieme bewijs van zwakheid. Tegelijkertijd vinden meer en meer Europeanen dat het eigenlijk al te laat is voor een Amerikaans gebaar van verzoening. Ooit zei Henry Kissinger, dat hij niet wist wie hij in Europa in tijden van nood en crisis moest bellen. Vandaag de dag is dat duidelijk. Mevrouw Merkel is de absolute nummer Een in Europa. Als zij niet als zodanig behandeld wordt, dan is het kwaad kersen eten met haar. Dat maakt een gemakkelijke oplossing nagenoeg onmogelijk. President Obama had allang gewaarschuwd moeten zijn.

    VS weigert excuses te geven aan Merkel
    Angela Merkel eist excuses van de Verenigde Staten

    Bron: Karl-Theodor zu Guttenberg, Merkel’s American minders. Project-syndicate. October 28 2013