Auteur: Cor Wijtvliet

  • Bedrog en wangedrag financiële sector is van alle tijden

    De financiële crisis die in 2008 begon is op papier voorbij, maar in de praktijk is de crisis overal terug te vinden. Door die crisis raakte de wereld ondergedompeld in een diepe en lange recessie die wereldwijd het ontslag van miljoenen werknemers en het faillissement van duizenden en nog eens duizenden bedrijven tot gevolg had.

    Evenals de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw zal ook de afgelopen crisis fungeren als een breukvlak in de geschiedenis. Door de financiële crisis zal de wereld van na de crisis nog maar weinig weghebben van de wereld van voor de crisis

    De crisis was niet het gevolg van natuurkrachten of van bovennatuurlijk ingrijpen, maar het gevolg van wangedrag van grote en kleine namen in de financiële sector. Het frustrerende is dat slechts een enkeling voor zijn wangedrag voor de rechter is gedaagd en veroordeeld. Wel zijn nagenoeg alle grote banken van naam en faam gedaagd en er zijn vele miljarden aan boetes uitgedeeld.

    Welke lessen kunnen we leren?

    Zijn er lessen geleerd en zijn er lessen te leren? Ja, denken ze bij het Britse Fixed Income, Currencies and Commodities Markets Standards Boards (FMSB). Dit instituut werd drie jaar geleden door de Bank van Engeland en het ministerie van Financiën opgericht om studie te doen naar wangedrag op de financiële markten. De directe aanleiding was het naar buiten komen van het Liborschandaal. Banken van naam en faam bleken er niet voor terug te deinzen de Libor rentevoeten te manipuleren. Rabobank is zowel in Nederland als in de Verenigde Staten beboet voor haar deelname aan deze praktijken.

    Volgens Mark Carney, gouverneur van de Bank van Engeland, was systematisch onderzoek naar de oorzaken van dat wangedrag noodzakelijk en dringend. De uitkomsten moesten het collectief geheugen van de markt versterken over wat behoorlijk gedrag in de praktijk inhoudt. Carney wees er ook op dat een nieuwe generatie op het punt staat de vitale posities op de markten in te nemen. Het gevaar is daarmee reëel dat ze bij gebrek aan een collectief geheugen dezelfde fouten gaan maken als hun voorgangers. De uitkomsten van het onderzoek moesten volgens Carney ook deel gaan uitmaken van het nieuwe ransel van de toezichthouders. Systematisch toezicht en strenge controle zijn natuurlijk onontbeerlijk, maar er moet ook veel meer aandacht komen voor gedrag, houding, governance en cultuur.

    Figuur 1: Categorieën en patronen (Bron: FMSB)

    Wangedrag in financiële sector

    De Britten hebben het onderzoek grondig aangepakt. Over een periode van 225 jaar hebben ze in totaal 390 gevallen van wangedrag in kaart gebracht. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat door de tijd heen er slechts een beperkt aantal vormen van wangedrag voorkomt. Die weten zich echter steeds weer met succes aan de nieuwe tijden en aan de nieuwe technologieën aan te passen. De belangrijkste vormen zijn: ‘price manipulation, inside information, circular trading, reference price influence, collusion and information sharing, improper order handling and misleading customers’.

    Dit gedrag is niet gebonden aan landsgrenzen of aan jurisdicties en het gaat ook over alle beleggingscategorieën heen. Dat wijst erop dat er een groter probleem is dan slechts de bekende rotte appel in de mand. Het is een structureel gegeven dat werken in de financiële sector tot wangedrag uitnodigt. De zeven brede categorieën kunnen overigens weer onderverdeeld worden in 25 patronen van gedrag. Ook is duidelijk geworden dat dezelfde vormen van wangedrag voorkomen in alle markten.

    Manipulatie

    Onderzoekers staven hun bevindingen met talloze voorbeelden die keer op keer laten zien dat wangedrag zich steeds weer heeft weten aan te passen aan de voorhanden zijnde technische mogelijkheden. Zo kochten in 1814 Charles de Berenger en Thomas Cocrane samen met nog zes namen grote aandelen staatsobligaties. Vervolgens reisde De Berenger af naar Dover om zich daar voor te doen als een Franse officier, die wist te melden dat Napoleon was gesneuveld. Hij stuurde zelfs een officieel schrijven aan de Admiraliteit in Londen en organiseerde een overwinningsparade op London Bridge. Toen dit valse nieuws begon door te sijpelen steeg de koers van de obligaties. De heren deden ze met een mooie winst van de hand.

    Bijna 200 jaar later stelde de US Securities and Exchange vast dat een vals Twitteraccount was gebruikt om een geruchtenstroom de wereld in te helpen over Audience, een technologiebedrijf en Sarepta Therapeutics, een biotechbedrijf.

    Figuur 2: Markten en Asset Classes (Bron: FMSB)

    De uitkomsten van het onderzoek stellen niet gerust. Wangedrag in de financiële sector komt in alle landen voor, in alle markten en in alle asset classes. Blijkbaar maakt de gelegenheid de dief. Of het werken aan een collectief geheugen hier een efficiënt wapen tegen is, moet nog maar blijken. Er is in ieder geval geen reden voor overdreven optimisme.

    Cor Wijtvliet

    Bron: FICC Markets Standards Board, Behavioural Cluster Analysis. Misconduct Patterns in Financial Markets. July 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Het is niet de handelsoorlog, het is China!

    Als er de afgelopen tien jaren iets misging op de financiële markten, dan kon je gevoeglijk aannemen dat de bron van het kwaad in China te vinden was. Iedereen zal zich nog wel het rumoer op de markten herinneren, wat een gevolg was van de slecht uitgevoerde devaluaties van 2015 en 2016.

    In januari van dit jaar ging het opnieuw mis op de internationale beurzen. Deels was dit simpelweg een correctie. Aandelen waren gewoon te duur geworden. Deels was het toch ook te wijten aan de alsmaar toenemende geruchtenstroom over een naderende tarieven- en handelsoorlog. Misschien hebben die geruchten ons het zicht ontnemen op wat er werkelijk aan de hand is in China. Het gewicht van dat land laat zich nog maar moeilijk overschatten. Neem de S&P 500. Die verschilt nog maar amper van de MSCI-index, waarin de honderd aandelen uit de ontwikkelde landen zijn opgenomen, waarvan de grootste ‘exposure’ naar China. Die aandelen gaan het flink te verduren krijgen als het handelsconflict tussen China en de VS uit de hand gaat lopen. Zowel de S&P500 als de MSCI Index zijn 30% gestegen. De Chinese A-aandelen zijn bijna 30% onderuit gegaan sinds het begin van 2018.

    Chinese groeivertraging

    Gebeurtenissen in China kunnen met andere woorden de internationale markten in beweging brengen. Daarom zou nu de aandacht vooral moeten uitgaan naar het Chinese monetaire beleid. Dat is er nu vooral op gericht om de excessieve kredietverlening in te tomen. Uiteraard vormt dit proces een bedreiging voor de economische groei. Een Chinese groeivertraging vormt weer een groot probleem voor een waaier aan economieën en sectoren die (deels) afhankelijk zijn van China. De prijs van verschillende metalen is traditioneel sterk afhankelijk van het wel en wee in China. De prijs van koper is dit jaar 17% gedaald.

    Niemand zal willen ontkennen, dat in China een aantal zaken verkeerd aan het gaan waren. Nu Xi Jinping onbetwist de sterke man is, pakt hij die zaken voortvarend aan. Dat geldt voor bijvoorbeeld voor het schaduwbankieren, voor de alsmaar groeiende schuldenberg van lokale overheden en voor kredietverlening aan de onroerendgoedsector. Het aantal faillissementen stijgt gestaag. Ook de groei van de geldhoeveelheid neemt af, evenals de investeringen in vaste activa. Die vormden nog niet zo lang geleden de ruggengraat van de Chinese economie. Nu is de groei ervan teruggedrongen tot onder 10%, tegenover 30% aan het begin van dit decennium. De verwachte Chinese groeivertraging zal zijn invloed hebben op de rest van de wereld!

    Amerikaanse aandelen hoger

    Ondertussen lijkt in de VS alles crescendo te gaan. Het verlies van het begin van dit jaar is al lang en breed goed gemaakt. Amerikaanse aandelen doen het bijna per definitie beter dan de rest van de wereld, maar de gang van zaken in de afgelopen drie maanden is bijna ongeëvenaard. De Amerikaanse outperformance lijkt een rechtstreeks gevolg van de dreigende handelsoorlog.

    Hebben we hier te maken met een vlucht naar veiligheid of naar kwaliteit? Of gaan beleggers er op voorhand van uit dat de cijfers over het tweede kwartaal gewoon daverend goed worden? En wie weet, denkt menigeen dat de VS de handelsoorlog op zijn sloffen gaat winnen, zoals de president voorspeld heeft. Dat is trouwens een zeer boude veronderstelling, zoals Commerzbank al genoteerd heeft.

    In China zijn overheid en centrale bank vastbesloten om de gevolgen voor de reële economie zoveel mogelijk te verzachten. In de VS ruziet de president met bedrijven die een deel van de productie naar het buitenland willen overbrengen. Het gebrek aan eenheid, de groeiende tweespalt, kan de VS nog duur komen te staan. In hoeverre de rest van de wereld gevolgen van de handelsoorlog gaat ondervinden, dat laat zich nog bezien. Wel lijkt het op voorhand aannemelijk, dat het beleid van Xi Jinping overal voelbaar zal zijn!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Belastingverlaging ondersteunt winstgroei S&P 500

    De winstcijfers over het eerste kwartaal van de bedrijven in de S&P 500 waren buitengewoon sterk. Volgens Reuters steeg de winst met gemiddeld 25% en dat was de snelste groei sinds 2010. De winstmarges gingen met 165 basispunten omhoog van 10,48% naar 12,13%. Hoewel de dreiging van een escalerende handelsoorlog reëel is, blijft de Amerikaanse economie boven verwachting presteren. Beleggers kijken dan ook hoopvol naar de cijferregen over het tweede kwartaal die nu goed op gang aan het komen is.

    Die hoop is misschien iets minder gerechtvaardigd dan het op het eerste gezicht lijkt. Althans dat is de mening van Zion Research Group. Die onderzoekers zijn met een fijn kammetje door de winstcijfers over het eerste kwartaal gegaan en hebben zo organische groei weten te scheiden van mee- en tegenvallers. Grosso modo luidt de uitkomst van die exercitie dat beleggers president Trump op hun blote knieën mogen danken.

    Belastingvoordeel Trump

    De president verlaagde de belastingdruk van 35% naar 21%. Hij staat hiermee in een lange Amerikaanse traditie van belastingverlagingen van meer dan 50 jaar. Op zich is het geen nieuws dat de belastingverlaging gunstig zou uitpakken voor de corporates. Het Congres had al becijferd dat het bedrijfsleven in 2018 een belastingdouceurtje mocht incasseren van $32,5 miljard. In sommige gevallen was de bijdrage aan de winstontwikkeling echter veel groter dan eerder verwacht werd, zo blijkt uit de bevindingen van Zion Research. Het onderzoeksbureau de cijfers van 351 van de 500 bedrijven.

    Gemiddeld daalde de belastingdruk voor die bedrijven met 588 basispunten ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017. Geaggregeerd droeg die verlaging 9% bij aan de winstgroei. Anders gezegd, de onderzochte 351 bedrijven in de S&P mochten dankzij de belastingverlaging $18,3 miljard bijschrijven op hun rekening. Dat was bijna de helft van het totale bedrag van $37 miljard aan winstgroei.

    Dat is echter niet het hele verhaal. Ongeveer 80% van de onderzochte bedrijven genoten een duidelijk voordeel van de verlaging, maar 63 bedrijven ervoeren dat de verlaging negatief uitpakt. Dat had echter een puur belastingtechnische oorzaak.

    Winstgroei

    Zion Research keek ook in het bijzonder naar bedrijven die zowel in het eerste kwartaal van 2017 en 2018 winstgroei zagen. Van de groep van 351 voldeden er 258 aan die criteria. Van die groep waren er 98 die voor hun winstgroei voor meer dan de helft afhankelijk waren van de belastingverlaging. Een groep van 35 bedrijven was voor groei volledig aangewezen op de belastingverlaging. Daar staat een groep van 41 bedrijven tegenover die om belastingtechnische redenen hun winstgroei zagen verdampen. De 35 bedrijven mogen president Trump wel heel dankbaar zijn voor zijn kerstcadeautje uit 2017!

    Starbucks is een typisch voorbeeld. Het noteerde een winst van $660 miljoen over het eerste kwartaal, een stijging van 1,1% ten opzichte van een jaar eerder. De belastingaanslag over dezelfde periode daalde echter van $328 miljoen naar $156 miljoen. De effectieve belastingdruk daalde van 33% naar 19%. Zonder die verlaging zou de winst met 18% gedaald zijn, ofwel een bedrag van $110 miljoen. Zion Research heeft ook gecalculeerd dat voor de hele sector waarin Starbucks acteert (consumer discretionary) de winst zonder de belastingverlaging gedaald zou zijn.

    Wil dit alles zeggen, dat het tweede kwartaal weleens op een deceptie kan uitlopen? Het belastingvoordeel komt nu te vervallen. Analisten blijven optimistisch en zien de winstmarge uitdijen van 10,1% naar 12,3%, zo leert Bloomberg. Dat is misschien wat erg optimistisch. De arbeidsmarkt was in het tweede kwartaal erg krap en de dollar was aan de dure kant. De eerste uitkomsten doen vermoeden dat de analisten over het tweede kwartaal van 2018 nog wel gelijk kunnen krijgen. De grote vraag is hoe bedrijven naar de toekomst kijken nu er ook nog eens een handelsoorlog opdoemt.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Olie: ‘Lower for longer’ blijkt illusie

    In 2014 leek een nieuw tijdperk aan te breken. Het zou het tijdperk van ongekend lage prijzen voor energie. Dankzij de schalie-olie leek een tijd van overvloed aangebroken. Het aanbod was vele malen groter dan de vraag. Het gevolg was dat prijzen naar ongekende niveaus tuimelden. Lower for longer heette het. De prijs van een vat olie zou voor langere tijd laag blijven. Anno 2018 begint het besef door te dringen dat het tijdperk lower for longer alweer voorbij kan zijn.

    Vanuit verschillende hoeken komen waarschuwende geluiden. Een van die waarschuwende stemmen is Amin Nasser, ceo van Saudi Aramco. Die vreest voor een tekort aan olie als de grote oliemaatschappijen zich blijven concentreren op korte termijn projecten als schalie en lange termijn megaprojecten verwaarlozen. Zonder het belang van schalieolie te willen kleineren denkt hij dat deze bron onvoldoende zal produceren om op termijn aan de vraag te kunnen voldoen.

    De ceo verwijt de grote olieproducenten dat het snijden in de kosten en het behagen van aandeelhouders met mooie dividenden en terugkoop van eigen aandelen alleen maar de korte termijn dient. Aandeelhouders stellen steeds hogere eisen en de Oil Majors zijn bang hieraan niet de kunnen voldoen als ze projecten entameren met een lange aanloop en dus hoge kosten. Ze gaan eraan voorbij dat dit type projecten veel langer rendement genereren.

    Maar het moet gezegd. Dankzij technologische vooruitgang is het gemakkelijker en goedkoper om schalieolie aan te boren en dus is wordt er snel geld verdiend. Grote spelers als Exxon Mobile en Shell prefereren daarom dit type investeringen. Dat doen ze in de wetenschap dat conventionele olie nog lang onmisbaar voor de wereld zal zijn.

    Amin Nasser komt met zijn kritiek op een moment dat ontwikkelingen in de oliewereld in een stroomversnelling dreigen te raken. Er doemen problemen op voor een mogelijke beursgang van Saudi Aramco. Er dreigen juridische problemen en er zijn problemen met de waardering. Mohammed Bin Salman zou graag zien dat de waardering uitkomt op tenminste $2 biljoen.

    Hogere productie

    Tegelijkertijd dreigt er politieke onrust. President Trump dringt er bij de Saudi’s op aan om hun productie met 2 miljoen vaten per dag te verhogen om zo prijsstijgingen te dempen. Door de crisis in Venezuela en de hernieuwde Iraanse boycot hapert het aanbod. Ondanks de hoge schalieproductie zijn de Verenigde Staten nog steeds voor een deel afhankelijk van importen. President Trump ziet liever geen hoge prijzen aan de pomp. Die treffen vooral zijn achterban.

    Amin Nasser wil deels aan de wensen van de Amerikanen. Ze willen de productie verhogen naar 11 miljoen vaten per dag, maar aarzelen die productie op te voeren naar 12 miljoen. Dat is hun plafond. Als er onverwacht iets misgaat, dan hebben ze geen reservecapaciteit meer. Hiermee bevestigt Amin Nasser het idee in de markt dat zijn land niet langer in staat is om over een langere periode de oliemarkt in de hand te houden en te controleren.

    Daarom is ook zijn oproep goed te begrijpen dat andere partijen ook hun verantwoordelijkheid nemen om te voorkomen dat bestaande putten te snel leeg raken. De Oil Majors op hun beurt voelen weinig voor lange termijn investeringen als de Saoedi’s niet in staat zijn om voor langere tijd de olieprijs te bepalen. Dat is een extra motivatie om vooral te investeren in projecten met een korte looptijd, maar met een snel rendement.

    Het Internationaal Energie Agentschap deelt de zorgen van Amin Nasser. Teruglopende investeringen in langlopende projecten kan al aan het begin van het komend decennium voor tekorten zorgen. Juist in die jaren bereikt de Amerikaanse schalieproductie zijn top. Daar zit dan geen rek meer in.

    De grote oliemaatschappijen wentelen zich in onschuld. Ze voorzien op de korte termijn geen tekorten. Bovendien proberen ze hun toekomst veilig te stellen door steeds meer te investeren in renewable energy. Nasser hekelt die opstelling. De stelling dat de Saudi’s een deel van hun voorraden in de grond kunnen laten zitten noemt hij totaal ongegrond en nergens op gebaseerd!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De beren weten het even niet meer

    Nog maar drie jaar geleden werd je nagenoeg voor gek verklaard als je van mening was dat de markt niet overgewaardeerd was en dat er derhalve geen crash op handen was. Zeer uiteenlopende persoonlijkheden als Donald Trump en Robert Shiller werden niet moe erop t hameren dat er zich bubbels vormden op de financiële markten. Het heette daarom verstandig voor beleggers om het posities eens grondig te herwaarderen.

    Zoveel jaren verder moeten we echter vaststellen, dat de sombermannen er gewoon naast zaten of in ieder geval te vroeg waren met hun waarschuwingen. Sinds het begin van 2015 zijn de koersen van de S&P 500 met 34% verder gestegen. Ook de tweets van president Trump hebben de aanhoudende stijging niet kunnen blokkeren.

    De aanhoudende koersstijgingen hebben op verschillende terreinen hun uitwerking niet gemist. Neem de financiële pratende hoofden. Nog niet zo lang geleden was een royale meerderheid de mening toegedaan dat het wel mis moest gaan, maar die stemmen zijn nu nagenoeg verstomd. Maar juist het verstommen van waarschuwende stemmen zou misschien tot nadenken moeten stemmen en beleggers tot voorzichtigheid moeten aanzetten.

    Positief sentiment

    De toon in de media wordt vaak gezet door gezaghebbende marktparticipanten, maar juist die toon wordt steeds minder ‘bearish’ naarmate de crisis verder achter ons komt te liggen. Het aantal artikelen in een krant als the Financial Times, waarin gesproken wordt over bubbels op de beurzen is sinds 2013 stelselmatig gedaald. Het aantal is ook lager dan in de periode 2002 – 2008.

    Het zijn overigens niet alleen de pratende hoofden die het vermoeide hoofd in de schoot hebben gelegd, ook de professionele belegger lijkt zijn kritisch vermogen afgelegd te hebben. Een zeer recent onderzoek van Bank of America Merrill Lynch leert dat professionele partijen in de VS voor het eerst in meer dan een jaar weer overwogen zijn in Amerikaanse aandelen. Zulk gedrag moet verbazing wekken bij wie beseft dat Amerikaanse aandelen de hoogste waardering kennen van het westelijk halfrond. De professionele beleggers bleken ook nog eens overwogen in technologieaandelen. Ze handelen zo, terwijl ze weten dat juist Aziatische en Amerikaanse techaandelen razend populair zijn en juist daarom een risico in zich dragen.

    Overwaardering?

    Of het nu commentatoren zijn of professionele handelaars, ze spreken al niet meer van overwaardering. Markten zijn duur en daarmee basta. Ze moedigen hun klanten en toehoorders aan om belegd te blijven om vervolgens uit te stappen voordat zaken misgaan. Een mooi voorbeeld van deze manier van denken geeft de traditionele en erkende beer Jeremy Grantham van het fondsenhuis GMO. Aan het begin van 2018 noemde hij de markt buitengewoon duur. Hij voorzag, dat de kans dat de markt in een periode van zes tot twee maanden zou instorten, groter was dan 50%. Je zou zeggend dat die insteek tot het logische advies moet leiden om zo snel mogelijk liquide te gaan. Maar nee, Grantham komt niet verder dan wat te mompelen over psychologische voortekenen waar de belegger op moet letten om vervolgens in sneltreinvaart te gaan afbouwen. Je schiet als belegger weinig op met dit vage gebrabbel.

    Wat is er eigenlijk mis met het aloude gezonde verstand? Als iets (te) duur is, dan blijf je ervan af. Als dure aandelen in je portefeuille zitten, dan is er niets op tegen er afscheid van te nemen. Het ‘timen’ van de markt is een zeer hachelijke aangelegenheid die wel tot ongelukken moet leiden. Maar de aanhoudende beursrally heeft de beren uitgeput en hun gezonden verstand doet er het zwijgen toe. Juist dat gezonde verstand heeft er immers voor gezorgd dat hun beleggingsresultaten de afgelopen jaren vaak ondermaats waren. Ze gooien de handdoek in de ring op een moment dat de gekte op de financiële marken de overhad lijkt te krijgen. Steeds meer signalen staan op rood. Het idee is te gek voor woorden, maar veel beren zijn naar eigen zeggen vol belegd op een moment dat ze zouden moeten afbouwen en afscheid nemen van hun overgewaardeerde assets. Het is de wereld op zijn kop en dat voorspelt weinig goeds!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Waarom moeten bankiers zoveel verdienen

    Bankiers zullen er wel van balen, maar hun financieel doen en laten blijft de aandacht van het grote publiek vasthouden. Zo wijdde the Financial Times onlangs nog meerdere artikelen aan de wel zeer goed betaalde rol van bankiers bij Mergers & Acquisitions. De krant wist te melden dat Goldman Sachs maar liefst $105 miljoen incasseert voor zijn adviezen aan 21st Century Fox dat assets ter waarde van $71 miljard aan Walt Disney gaat verkopen. Dat is een ongehoord fors bedrag, maar nog altijd minder dan de $120 miljoen die Morgan Stanley incasseerde voor zijn adviezen aan Monsanto hoe zich het best te verkopen aan Bayer.

    Het lopende jaar is een topjaar voor fusies en overnames en daarmee zijn het topdagen voor dealmakers als Goldman en Morgan Stanley. Maar wat leveren die topbankiers eigenlijk voor al dat geld? Het antwoord op die vraag luidt niet dat ze een treffende en juiste waardering voor de ceo ’s oplepelen. Veeleer volgen wat vage antwoorden over de kunst van het overtuigen. Het komt er feitelijk op neer dat ze het management laten geloven dat hun oplossing de beste mogelijke is. Of dat ook zo is, dat is een heel ander verhaal.

    Fusies en overnames

    Een goede adviseur moet over drie kwaliteiten beschikken waardoor hij min of meer zijn eigen fee kan bepalen. Hij moet duidelijk kunnen maken dat de belangen zeer hoog zijn en hij moet dat op het juiste moment doen. Het proces van M&A is een zenuwslopend proces, zeker voor ceo ’s en raden van bestuur die daar niet in getraind zijn en dat zijn de meesten. M&A’s trekken de aandacht van beleggers en de media en meestentijds volgen ze de onderhandelingen met geslepen messen. Een adviseur die claimt hen te kunnen behoeden voor de talloze valkuilen in de vaak lange onderhandelingen, is in hun ogen goud waard.

    Ceo ’s kunnen ook gemakkelijk hoge beloningen voorspiegelen als ze adequaat bijgestaan worden. Het is immers niet hun eigen geld. Dat is beslist het geval, wanneer het eigen bedrijf in de aanbieding is. In dat geval gaat de rekening naar de overnemende partij. Als de ceo zelf overneemt, dan staat zijn reputatie op het spel en dat mag wat kosten. Het is uiteindelijk opnieuw het bedrijf dat voor de rekening opdraait. De truc van de adviseur is om aan te tonen dat zijn fee helemaal niet zo bijzonder is. De gemiddelde fee bedraagt 0,3% bij M&A’s met een waarde tussen $10 – $25 miljard. Een beetje makelaar bedingt een hoger percentage bij de verkoop van een huis. De vlijtige adviseur heeft bovendien jaren moeten investeren in het opbouwen van een duurzame relatie met de ceo of het topmanagement. Het is maar hoe je het weet te brengen.

    De derde kwaliteit is misschien wel de belangrijkste. Welbeschouwd kan het proces van M&A in verschillende onderdelen opgeknipt worden. Het structureren van een transactie kan geheel los gezien worden van het zoeken van geschikte kandidaten in verschillende landen. De slimme adviseur presenteert alle onderdelen van het proces echter als één pakket, als een mengeling van financieel, menselijk beoordelingsvermogen en ook nog eens als gemak voor het bedrijf, ergo voor de ceo of de raad van bestuur. Die raden van bestuur deinzen er echter niet voor terug om verschillende adviseurs geruststellende pakketten te laten aanbieden voor zeg $20 miljoen per pakket. Adviseurs die ook nog eens daadwerkelijk aanwezig zijn bij de finale ondertekening van de deal blijken in de praktijk helemaal spekkoper.

    Aan de huidige manier van werken zitten talloze nadelen, zo leert onderzoek. Zo blijken veel oplossingen niet erg duurzaam te zijn en slechts briljant voor de korte termijn. Er wordt op de langere termijn te weinig waarde toegevoegd, waardoor veel fusies en overnames na verloop van tijd weer ontbonden worden. Vaak helpen dezelfde adviseurs bij het proces van ontbinding. Er is veel voor te zeggen om de hoogte van de fee te verbinden aan de duurzaamheid van de M&A. Of de bankiers van deze aanpak gecharmeerd zullen zijn, valt ten zeerste te betwijfelen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De oliemaatschappijen zijn de weg kwijt

    Het doet een beetje vreemd aan op een moment dat olieprijzen gestaag omhoog kruipen, maar oliemaatschappijen weten het even niet meer. Moeten ze nu wel of niet blijven investeren in langlopende projecten of is het beter meer op de korte termijn te werken? De wijsheid van het moment is immers dat de vraag naar olie in het komend decennium gaat pieken. En dan te bedenken dat de sector zijn investeringen in het afgelopen decennium al gehalveerd heeft.

    In de jaren 2010 – 2015 beliepen de investeringen in nieuwe projecten een bedrag van $875,1 miljard. In de tweede helft van dit decennium bedragen de investeringen $443,5 miljard. De daling was de uitkomst van druk door beleggers en de noodzaak stevig in de kosten te snijden.

    Productietekort in oliesector?

    Maar langzamerhand begint het gevoel te ontstaan dat de sector op het verkeerde pad is beland is. Het huidige beleid kan er immers ook in uitmonden dat er op den duur een tekort aan olie groeit. Natuurlijk groeit de productie van schalie-olie in de VS nog gestaag, maar het is maar de vraag of die stijgende productie wel voldoende is.

    Kenners wijzen erop dat de kwaliteit van de bewezen reserves er niet op vooruit is gegaan. Diezelfde kenners wijzen er ook op dat de verwachtingen over het pieken van de vraag naar olie op zijn best vaag zijn. De bandbreedte is immers extreem. Sommige partijen zijn van mening dat de vraag naar olie al in 2030 zal gaan dalen, andere denken echter eerder aan 2070.

    Twijfelaars vragen zich af welke wijsheid schuilgaat achter een beleid om langlopende investeringen te schrappen op een moment dat de vraag uit Afrika en Azië alleen maar groeit. Ze wijzen er daarbij op dat de vraag naar olie sinds 2014 ieder jaar met 1,7 miljoen vaten per dag is gegroeid.

    Critici wijzen daarbij op het gedrag van beleggers. Die tonen zich steeds meer en steeds vaker beducht voor de mogelijk financiële gevolgen van ‘global warming’, maar ook zijn ze bang voor de negatieve uitkomsten van de opmars van de elektrische auto en de groeiende aversie tegen bijvoorbeeld plastic. In dit wereldbeeld passen geen investeringen met een looptijd van meer dan tien jaar.

    Oliemaatschappijen moeten in hun ogen meer en meer het accent gaan leggen op het maximeren van de uitkering aan de belegger. In hun ogen is dat zinvoller dan het pogen van sommige oliemaatschappijen om zich om te vormen tot producenten van renewable energy. Daar missen ze immers de kennis voor.

    Welke strategie is succesvol?

    Het is niet alleen de vrees van beleggers die de huidige handelswijze van de oliemaatschappijen stuurt. Ook binnen de sector is daar brede steun voor. Menigeen wijst tevreden naar de hogere kosten-efficiëntie. Middelen worden niet zomaar meer ingezet, zoals in een niet al te ver verleden. De inzet van nieuwe technologieën maakt het bovendien mogelijk meer op te pompen uit bestaande velden.

    De prangende vraag is echter hoe lang dit beleid goed uitpakt. Het is niet ondenkbaar dat over pakweg zeven jaar de oliemaatschappijen niet langer in staat zijn om voldoende olie op te pompen met alle gevolgen van dien voor de prijs en in het verlengde daarvan voor de economie.

    Voor het moment pakt de huidige strategie goed uit. Volgens Wood MacKenzie zullen de grote oliemaatschappijen hun productie tot 2020 jaarlijks met 3,5% opvoeren. De huidige stijging van de olieprijs is dan ook niet het gevolg van een achterblijvende productie. Die is toe te schrijven aan factoren waar de sector geen greep op heeft. Zo is daar het beleid van OPEC en Rusland om de productie voorlopig te blijven beperken.

    Ook de crisis in Venezuela speelt een rol, evenals de beslissing van president Trump om uit de Iran-deal te stappen. Gecorrigeerd door al die factoren zou de prijs amper stijgen, ondanks de groeiende vraag. Dat neemt niet weg dat de twijfel over de wijsheid van de huidige korte termijnaanpak groeit.

    De bekende hedgefondsmanger Pierre Andurand voorziet een olieprijs van $150 in minder dan twee jaar. Hij wijst erop dat de doorbraak van de elektrische auto nog steeds op zich laat wachten. Het zal in zijn ogen ook nog wel een tijd kunnen duren voordat het zover is. Hij vraagt zich dan ook hardop af waar de olie vandaan moet komen als de oliemaatschappijen volharden in hun huidige aanpak, terwijl de vraag alleen maar blijft toenemen. Voorlopig is hij een roepende in de woestijn, wat niet automatisch wil zeggen dat hij ongelijk heeft.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Realiteitszin op de financiële markten lijkt zoek

    Beleggers moeten zich onderhand toch wel gaan afvragen of alles wel goed gaat op de financiële markten. De geopolitieke spanningen nemen alleen maar toe en zowel in Europa als in de VS wordt het monetair beleid op zijn kop gezet. Reacties blijven echter nagenoeg uit. De MSCI World Equity Index koestert nog steeds een plus van 10%, hoewel er een handelsoorlog is uitgebarsten. Dat is toch wel vreemd.

    Opvallend is ook dat niet alleen waarderingen bizar aan doen onder de huidige omstandigheden. Wie de moeite neemt om even goed polshoogte te nemen, ziet wel heel veel zaken die op zijn zachtst gezegd verbazing wekken. Neem bijvoorbeeld de kredietverlening. Steeds vaker hoor je dat schulden van bedrijven te hoog en te riskant zijn. Meer dan 40% van de asset managers is die mening toegedaan. De klacht is niet ongegrond. Bedrijven hebben afgelopen jaren steeds meer geleend voor bijvoorbeeld buy-outs of overnames. Die hebben vaak een rating variërend van Triple B-plus tot Triple B-min. Beleggers lijken echter onaangedaan. De vraag naar schuldpapier blijft hoog, heel hoog. Daardoor is de spread tussen veilige triple A-papier en ongemakkelijk Triple B-papier slechts een heel magere 50 basispunten. In 2012 bedroeg de spread 200 basispunten.

    ‘Dollar premium’

    Ook de zogeheten dollar term premium zou op zijn minst verbazing moeten wekken. Daarmee wordt de premie bedoeld die de Federal Reserve bereid is beleggers te betalen die hun geld in langlopend schuldpapier willen stoppen. Normaal zou dat positief moeten uitpakken voor de belegger, zeker onder de huidige omstandigheden. De rente stijgt en de inflatie lijkt weer wakker te worden. Daar komt nog bij dat de overheid in de VS de komende jaren veel schuldpapier gaat uitgeven als gevolg van de belastinghervormingen en de groeiende tekorten. Maar de belegger krijgt helemaal geen premie. Die bedraagt nul! Volgens JP Morgan is er wereldwijd zelfs sprake van een inverse yield curve.

    Ook moet het bevreemding wekken dat er amper een correlatie te ontdekken is tussen valuta en renteverschillen. De markt veronderstelt dat de kloof tussen de rente in de VS en die in Japan en Europa alleen maar breder zal worden. De spread tussen de overnight rate voor de dollar en de euro bedraagt nu 250 basispunten. Dat was 25 basispunten in 2016 en 100 basispunten in 2017. In eerdere cycli leidde een dergelijke kloof tot een sterkere dollar. Daar is nu geen sprake meer van.

    Waar komt het optimisme vandaan?

    En zo wemelt het van de tegenstrijdigheden en paradoxen. Beleggers blijven Amerikaanse aandelen kopen ondanks de torenhoge waarderingen. Je zou verwachten dat ze daarom voor niet Amerikaanse aandelen kiezen. Maar nee. De goudprijs blijft maar dalen ondanks de toenemende internationale spanningen. Hetzelfde geldt voor de VIX Index. Die staat weer onder 15, terwijl de spanningen maar blijven oplopen.

    Hoe is die onverschilligheid te verklaren. Zijn beleggers ervan overtuigd dat de groei wereldwijd gezond blijft, zodat bedrijven hun schulden kunnen betalen en hoge winsten blijven boeken? Of zijn beleggers te zelfgenoegzaam geworden na al die jaren van kwantitatieve verruiming en gratis geld? Wie het weet mag het zeggen. Een ding moet echter duidelijk zijn. Markten reageren onder de huidige omstandigheden niet normaal ook al blijven ze zo kalm. Geopolitiek ziet de wereld er immers allesbehalve normaal en kalm uit!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Italië legt opnieuw zwakheden in Europese financieel bestel bloot

    De afgelopen weken was het hommeles op de markt van Italiaanse obligaties. Beleggers wisten niet hoe snel ze afscheid moesten nemen van het schuldpapier, toen president Sergio Mattarella een euro sceptische kandidaat-minister weigerde. Hetzelfde gebeurde, toen de president uiteindelijk zijn zegen gaf aan een regeringscombinatie van linkse en rechtse populistische partijen.

    Beleggers namen echter niet alleen afscheid van het Italiaans schatkistpapier, maar keken ook nog eens heel kritisch naar Europese banken die veel Italiaans papier op de balans hebben staan. Die reactie is goed te begrijpen. In 2015 speculeerde Griekenland hardop over een mogelijk vertrek uit de eurozone. Die speculaties bracht het eigen bankwezen nagenoeg op de knieën, maar daar bleef het niet bij. Vele Europese banken in bezit van Grieks schatkistpapier leden zware verliezen.

    Italië legt zwakheden bloot

    Italië laat opnieuw zien, dat de zogeheten doom loop, de wederzijdse afhankelijkheid van financieel bestel en overheden, nog steeds intact is. Hoe langer de politieke onrust in Italië aanhoudt, hoe meer de onrust op de financiële markten daardoor toeneemt, hoe hoger de rekening wordt die banken daarvoor gaan betalen.

    De kans is nog steeds klein dat Italië uit de eurozone stapt en opnieuw de lire introduceert. De gedachte alleen al was voor kredietbeoordelaar Moody’s aanleiding om de kredietwaardigheid van twaalf Italiaanse banken te verlagen. Die reactie is wel te begrijpen. De Italiaanse staatsschuld is met 130% van het bruto binnenlands product hoog en Italiaanse banken hebben zich volgeladen met schuldpapier. Gemiddeld is dat 10% van de assets en dat is veel hoger dan elders in Europa. De grootste Italiaanse banken torsen verhoudingsgewijs ook het meeste schuldpapier met zich. De omvang ervan is meestentijds groter dan de kapitaalsbuffers.

    Het is derhalve niet vreemd dat de koers van de aandelen recentelijk een flinke knauw hebben gehad. Het probleem reikt echter tot ver over de Italiaanse landsgrenzen. Ook Spaanse, Belgische, Duitse en Franse banken hebben voor forse bedragen Italiaans schatkistpapier op de balans staan. Het Belgische Dexia heeft dat voor een waarde van € 22 miljard, de Duitse Commerzbank voor € 9 miljard en het Spaanse Banco Santander voor € 8,8 miljard.

    Overigens hebben niet alleen banken zich al dan niet vrijwillig vol geladen met Italiaans schatkistpapier, ook verzekeraars als het Italiaanse Generali, maar ook Axa en Allianz hebben dat gedaan. Die portefeuilles zijn zo groot dat Moody’s bijvoorbeeld kritisch kijkt naar Allianz. Bovenstaande voorbeelden maken duidelijk waarom afgelopen tijd in heel Europa bankaandelen van de hand werden gedaan. Het maakt ook begrijpelijk waarom de kosten voor een verzekering tegen het mogelijk omvallen van Europese banken met 50% gestegen zijn. De angst voor besmetting is reëel en begrijpelijk. Het omvallen van Lehman en de Griekse crisis legden onbarmhartig de diepe onderlinge verwevenheid binnen de financiële sector bloot.

    Winstmarges banken onder druk

    De Italiaanse onzekerheid heeft nog meer negatieve aspecten. Zo stijgen de fundingkosten voor banken en wordt het onwaarschijnlijker dat de ECB de rente gaat verhogen. Banken kunnen een verhoging goed gebruiken, want de winstmarges zijn nog steeds niet om over naar huis te schrijven. Ook Italiaanse banken zouden op korte termijn van een renteverhoging kunnen profiteren, evenals hun depositohouders.

    De gevolgen van de politieke crisis overschaduwen echter de positieve aspecten van renteverhoging. Onder de huidige onzekere politieke omstandigheden lijkt het onwaarschijnlijk dat banken verder gaan op de weg om hun non-performing loans te verkopen. Die non-performing loans zijn een zware last, want ze maken tot wel 10% uit van het totale leningenboek.

    Dat zorgt weer voor de nodige onzekerheid en dat is terug te zien aan kosten om senior schuldpapier met een looptijd van vijf jaar te verzekeren tegen een mogelijke default. Een bedrag van €100 van dit type schuldpapier vereist nu verzekeringskosten van €1,40. Dat is verdubbeling in een maand tijd. In 2011, op het hoogtepunt van de financiële crisis bedroegen die verzekerkosten wel €10. Wat dat betreft is er van echte paniek nog geen sprake. Bankiers hopen echter dat het dit keer niet weer zover zal komen en dat bankpresident Draghi zijn belofte uit die dagen niet hoeft te herhalen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De oliesector pompt heel grote vrije kasstromen op

    Na jaren van de tering naar de nering zetten lijken de goede oude tijden weergekeerd voor de oliesector. Misschien worden de tijd wel beter dan ze ooit geweest zijn! Dankzij een stijgende vraag, problemen in Venezuela en politieke spanningen in het Midden-Oosten is de olieprijs in 2018 fors omhooggelopen. De barrière van $80 is al doorbroken. Dat is de eerste keer sinds 2014. Die hogere olieprijzen resulteren in wel heel forse vrije kasstromen, de mooiste en grootste sinds 2008!

    Het mooie van dit jaar is dat oliemaatschappijen meer vrije kasstromen produceren bij een olieprijs van $80 per vat dan ten tijde van een olieprijs van $100. In de moeilijke jaren hebben de oliemaatschappijen niet met de handen over elkaar gezeten. Sinds 2014 zijn de kosten per vat met een derde gedaald en de ontwikkelkosten eveneens met een derde. Zoals de zaken er nu voor staan, kunnen de grote producenten hun investeringen en dividenden uit eigen zak betalen bij een prijs van $50 per vat. Bij een prijs van $80 produceren ze overschotten.

    Meer geld naar de beleggers

    De vraag is nu wat ze ermee gaan doen, met al dat overtollige geld. Ceo’s zeggen dat ze hun lesje geleerd hebben. De periode van met geld strooien, zoals dat gebeurde bij een prijs van $100, is voorgoed voorbij. De grote olieproducenten gaan het accent leggen op kostenreductie en aandeelhouderswaarde. De schuldenlast is in de moeilijke jaren snel gestegen, omdat bedrijven veel geld leenden om hun dividend te kunnen betalen.

    Shell heeft laten doorschemeren met een programma van terugkoop van eigen aandelen te starten wanneer de debt-to-capital ratio in de buurt komt van 20%. Die bedraagt nu nog 25%. Het programma zal een omvang hebben van $25 miljard. Opgewonden beleggers denken dat Shell deze doelstelling al in de tweede helft van dit jaar zal bereiken. Andere bedrijven, zoals BP Group en Equinox (Statoil) zeggen eenzelfde pad te zullen bewandelen.

    Nieuwe investeringen?

    De stortvloed aan nieuw geld zal overigens nog niet resulteren in hogere investeringen. Die gaan dit jaar nog met 1,1% omlaag. Die daling is een uitvloeisel van het beleid van de grote olieproducenten om alleen de meest profijtelijke projecten aan te vangen en dan alleen nog wanneer de kosten er totaal uitgeknepen zijn. Ook dat is een breuk met het verleden. In de goede oude tijden bedroeg het budget voor nieuwe exploratieprojecten al vlug $5,5 miljard. Nu is dat nog slechts $2,7 miljard. De uitzondering op de regel is Exxon Mobile, dat zijn investeringen in exploratie & productie sinds 2016 weer aan het verhogen is. Dat is onderdeel van een poging de magere vooruitzichten te verbeteren.

    Sommige analisten zijn bang dat de grote olieproducenten simpelweg te weinig gaan investeren. Het is nog maar de vraag of al die kleinere projecten op den duur voor voldoende continuïteit in de productie kunnen zorgen. Andere denken dat ze wel met krappe budgetten moeten werken om zo bijvoorbeeld de concurrentie van de schalieproducenten aan te kunnen. Die zitten op overvloedige voorraden. Ook kunnen ze er niet omheen dat de concurrentie van de producenten van renewable energy alleen maar gaat toenemen. Kortom, of ze willen of niet, de grote olieproducenten zullen hun businessmodel moeten aanpassen aan de nieuwe concurrentie. In die zin keren de goede oude tijden niet meer terug!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Dure dollar zorgt voor stress in de opkomende markten

    De geopolitieke verhoudingen zijn weleens beter geweest en dit is een understatement va jewelste. Er steekt internationaal een storm op en de gure wind komt uit verschillende hoeken maar blaast in feite een kant op. Dankzij druk vanuit meerdere kanten wordt de dollar steeds duurder en dat verergert het internationale tekort aan dollars.

    Door dat tekort groeien her en der de problemen in snel tempo. Zo heeft Argentinië eerst in een week tijd de rente met 10% verhoogd om vervolgens het Internationaal Monetair Fonds om hulp gevraagd. Ook in een land als Turkije winnen de problemen snel aan gewicht. Beide landen hebben zo hun eigen lokale problemen, maar een groeiend deel van hun schulden is in dollars genoteerd. In brede kringen leeft echter de vrees dat bij een aanhoudend duurder worden van de dollar de problemen zich tot ver buiten de opkomende markten kunnen verspreiden.

    Sterkere dollar

    De dollar stijgt om meerdere redenen in waarde. Belangrijke oorzaak zijn natuurlijk de stijgende olieprijzen als gevolg van het opzeggen van de Irandeal door de VS. Dan zijn er de problemen in Italië geweest om een regering te vormen. Die hebben een drukkend effect op de euro. Dan gaat de rente in de VS stapsgewijs omhoog en voert de Federal Reserve aldaar een verkrappend beleid. Daardoor neemt de liquiditeit in dollars af en juist dat maakt de munt aantrekkelijker voor buitenlandse beleggers.

    Dat alles vertaalt zich in een oplopen van het renteverschil tussen tweejaars en tienjaars schuldpapier van de VS en Duitsland. Het verschil is sinds de komst van de euro nooit zo groot geweest. De 10-jaars Treasury heet al een paar maal de barrière van 3% doorbroken en dat kan volgens handelaren weleens de aanzet zijn voor een verdere stijging. Het feit dat de handelsonderhandelingen tussen de VS en China allesbehalve soepel verlopen vergroot nog eens de onzekerheid en verhoogt daarmee de druk op de dollar.

    Als de dollar duurder wordt, de VS een verkrappend beleid voeren en internationaal de onzekerheden toenemen, dan heeft dat vaak dezelfde uitkomst: verzwakking in de opkomende markten. Dat is op de korte termijn steeds een groot probleem voor de betreffende markten. Die problemen kunnen uitmonden in een crisis, wanneer de getroffen landen hun schulden niet meer kunnen betalen. Op de langere termijn bieden de problemen weer kansen. Voor investeringsstromen zijn de opkomende markten een pot nat, maar dat is natuurlijk niet zo. De onderlinge verschillen zijn groot en die hebben de neiging steeds groter te worden.

    Valuta opkomende markten weer onder druk (Bron: Financial Times)

    Problemen voor opkomende markten

    De voortekenen zijn niet opwekkend. De JP Morgan Emerging Markets Bond Index is sinds januari 8,3% gedaald. De economische data zijn evenmin opwekkend. De opkomende landen lijken de economische upswing te missen. Maar de grootste bron van zorgen zijn en blijven toch de Verenigde Staten…

    De grote vraag is hoe de markten de fiscale stimulering gaan beoordelen. Komt er inflatie of niet? Voorlopig lijken Argentinië en Turkije geïsoleerde probleemgevallen vanwege hun blootstelling aan de Amerikaanse dollar. Dat kan zomaar veranderen als wereldwijd de liquiditeit verkrapt. Pas dan zal duidelijk worden welke landen nog meer problemen hebben, die dankzij een hoge liquiditeit verborgen bleven. Als echter de risicomijdende stemming verdwijnt nemen als vanzelf de kansen toe om voor een prikkie schuldpapier op te kopen dat ten onrechte in de verkoop was gedaan!

    Een groeiend tekort aan dollars kan volgens het IMF ook voor problemen zorgen buiten de opkomende markten. Ze doelt dan vooral op banken in Japan en Canada die voor hun funding zwaar leunen op de Amerikaanse dollar. Als deze banken in een stormachtig klimaat bezittingen moeten gaan verkopen, dan zal dat de storm alleen maar verder aanjagen. President Trump heeft in zijn verkiezingscampagne beloofd de status quo te veranderen. Hij houdt woord, maar een groeiend dollartekort kan ook heel verkeerd gaan uitpakken! Heel erg verkeerd zelfs.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.