Auteur: Cor Wijtvliet

  • Extreme volatiliteit keert terug op internationale oliemarkt

    De geschiedenis leert geen lessen, maar het is de moeite waard de geschiedenis goed te bestuderen. Dat geldt zeker voor de oliemarkt. Amerikanen en Europeanen hebben OPEC vaak beticht van manipulatie van de prijs, maar zeker de Amerikanen zijn geen haar beter. Tussen 1930 en 1970 blonken ze uit in het manipuleren van het olie-aanbod en legden aldus een bodem onder de prijs. In die jaren legde de Amerikaanse overheid oliemaatschappijen en individuele staten de verplichting productiequota’s op om zo te voorkomen dat prijzen te heftig op en neer zouden bewegen. Op die manier werden de belangen van de sector, burgers, beleggers en overheid het bet gediend, zo was de gedachte.

    oil-well-pixabay-teaserHet beleid van toen staat haaks op de structurele veranderingen die de internationale oliemarkten te wachten staan. Die veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor de oliesector, maar ook voor de economische groei, de internationale veiligheid en het milieu. Het afgelopen decennium schoten olieprijzen in snel tempo omhoog en omlaag. Het luidde het einde in van OPEC als manager van het aanbod en de terugkeer van de vrije markt.

    Het resultaat zal naar alle waarschijnlijkheid zijn dat prijzen over een lange termijn heftig gaan bewegen. Dat brengt grote financiële, economische en geopolitieke risico’s mee voor de burger, bedrijfsleven en overheden.

    Het beeld van prijsbewegingen is eigenlijk zo oud als de olie-industrie zelf. Vraag en aanbod reageerden traag op prijsbewegingen en opslag was duur en de capaciteit beperkt. Het was voor producenten en overheden het startsein om te proberen het aanbod in goede banen te leiden. Dat beleid was niet onsuccesvol.

    Stabilisering olieprijs

    Het ontmantelen van Standard Oil in 1911 maakte een einde aan een periode van relatieve rust op het prijsfront. De aanhoudende onrust op het prijzenfront bezorgden de industrie en de overheid hoofdbrekens, omdat olie onmisbaar was geworden. De onrust hield aan tot 1931. In dat jaar zakten prijzen zo diep weg, dat Texas en Oklahoma militairen naar de olievelden stuurden om het sluiten van de nodige bronnen af te dwingen. Het was het begin van een vier decennia durende samenwerking tussen het Witte Huis en de olie-industrie om het aanbod te quoteren. Het succes was enorm, want de prijsstabiliteit was indrukwekkend.

    In 1972 brak een nieuwe periode aan. De productie in de VS begon te dalen en in het Midden-Oosten bleek OPEC zeer wel in staat het aanbod en de olieprijs naar eigen inzicht te managen. Het succes van OPEC was niet vergelijkbaar met dat van Texas in de decennia daarvoor. Ongeveer 10 jaar geleden is een einde gekomen aan de dominantie van OPEC. Prijzen schoten om van een hoogtepunt van $145 per vat in 2008 naar een dieptepunt van $26 in februari 2016.

    koersdaling-olieprijs

    De olieprijs zakte in 2014 hard weg door toename wereldwijde productie

    De opzet van Texas en OPEC was niet alleen op korte termijn te stabiliseren, maar om ook zekerheid te bieden voor de langere termijn. Dat is absolute noodzaak, omdat olie toen en nu een centrale rol in de wereld. Heftige prijsschommelingen verkort de planningshorizon van bedrijven, schrikt investeringen af met alle economische gevolgen van dien. Heftige prijsbewegingen kunnen zelfs het monetair beleid van centrale banken in de wielen rijden, voor recessies zorgen en zelfs oorlog en terrorisme uitlokken.

    OPEC verliest controle

    Bezien vanuit dat perspectief is het niet vreemd dat sommige partijen in de VS niet blij waren met de prijsval die in 2014 inzette. Ze riepen OPEC op om de productie terug te schroeven. Sommige van deze partijen hebben goede hoop dat de overeenkomst tussen Rusland en OPEC het begin zal zijn van een betere afstemming tussen vraag en aanbod.

    Die hoop is waarschijnlijk vals. In februari begonnen gesprekken over beperking van de productie, maar sindsdien is de productie met 1,4 miljoen vaten per dag toegenomen. Het overaanbod is zodoende eerder toe- dan afgenomen. Dat feit ondergraaft min of meer de duurzaamheid van het akkoord en geeft een meer ad-hoc karakter, zoals in de geschiedenis wel vaker gebeurt is. Het geeft geen structurele rust op de markt.

    De (nabije) toekomst gaat zodoende meer en meer op het verleden lijken, met sterke schommelingen in vraag en aanbod uitmondend in politieke onrust. Evenals in het grijze verleden is er op dit moment geen alles bepalende swing producer om de prijsbewegingen naar eigen inzicht te beteugelen. Het ontbreken van een kompas op de oliemarkt zal veel gaan vragen van consumenten, bedrijven en overheden. Ze moeten slimmer en innovatiever worden om de schommelingen het hoofd te bieden. Dat is geen geringe opgave, zo laat de geschiedenis zien. Een vrije oliemarkt is een mixed blessing!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid Trump stuwt goudprijs omhoog

    Het is inmiddels een waarheid als een koe. Het beleid van de nieuwe president van de Verenigde Staten zorgt voor schokgolven. Geen enkele sector of segment van de economie lijkt ervoor gespaard te kunnen worden. Dat geldt ook voor goud. Het vooruitzicht van een mogelijk protectionistisch beleid op economisch gebied, maar ook politiek gevoelige thema’s als een stop op immigratie zorgen voor groeiende onzekerheid in de markt.

    Onzekerheid over het economisch beleid en een groeiende angst voor politieke en bestuurlijke instabiliteit heeft beleggers de afgelopen maand januari ertoe aangezet de veilige haven van het goud te zoeken. In de afgelopen maand steeg de prijs van het edelmetaal met 4%. Dat was de beste score sinds het Britse besluit om de Europese Unie de rug toe te keren.

    Verwachting goudprijs

    De vraag is natuurlijk of het huidig prijsherstel blijvend is en dat 2017 weer een mooi jaar voor goud wordt. De vraag is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. Nee, zegt de London Bullion Market Association. De prijs van goud zal dit jaar stabiel blijven op een niveau van $1.244 per troy ounce. Dat is een fractie minder dan het gemiddelde niveau van $1,251 over heel 2016.

    Deze visie is gestoeld op verwachte macro-economische ontwikkelingen in 2017. Aan renteverhogingen valt volgens menig analist niet meer te ontkomen nu de inflatie op 2% uitkomt en de arbeidsmarkt tekenen van overspanning begint te vertonen. Dat zijn allemaal factoren die de Fed zullen dwingen de rente te verhogen. De kans daarop wordt alleen nog maar groter als Donald Trump daadwerkelijk een fiscaal stimuleringsbeleid in de steigers gaat zetten. In een omgeving van economische groei en mogelijke rentestijgingen verkiezen beleggers doorgaans aandelen boven goud. Volgens een enkele analist zal de goudprijs in dit scenario fors gaan dalen naar $1.100 per troy ounce.

    goldprice-euro

    Goudprijs herstelt weer na verkiezing Trump (Bron: Goudstandaard)

    Wat betekent renteverhoging voor goudprijs?

    Meer optimistisch gestemde analisten verwerpen het idee dat renteverhogingen in 2017 onvermijdelijk zijn. Het is in hun visie nog maar de vraag of de plannen van Trump inderdaad tot een hogere economische groei leiden. Voor hen is het geen uitgemaakte zaak dat door het nieuwe beleid de wereld van een hardnekkig lage rente en een stagnerende groei als bij toverslag verdwijnt. Ze gaan er vooralsnog van uit dat de dollar de komende maanden eerder in waarde zal dalen dan stijgen en dat de rente in de VS niet noemenswaardig omhoog zal gaan.

    Op basis van dit scenario denken sommige analisten dat de goudprijs naar $ 1.350 per troy ounce zal stijgen. Dat laatste scenario hoeft zeker niet naar de prullenbak verwezen te worden, als de vraag naar baar goud uit Azië eindelijk weer eens aantrekt. Dat ligt nu op het laagste niveau sinds zeven jaar. Jammer genoeg voor de optimisten zijn er momenteel weinig of geen tekenen die op een verbetering wijzen.

    Het probleem met Trump lijkt vooralsnog, dat hij de eerste president is sinds onheuglijke tijden blijkbaar gaat doen wat hij beloofd heeft in zijn verkiezingscampagne. Als de markt hiervan doordrongen raakt, dan kan de dollar zwak worden en aandelenkoersen onder druk. Dat is goed nieuws voor goud. Cynici wijzen er echter op, dat politieke gebeurtenissen zelden een blijvende impact hebben op de goudprijs. Noch de aanslagen in september 2001, noch de tweede Irakoorlog had blijvende invloed op de goudprijs. Die ging na verloop van tijd weer gewoon omlaag!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Meer geld voor infrastructuur, maar waar zijn de projecten?

    Dankzij de Amerikaanse verkiezingen is de belangstelling voor de fysieke infrastructuur weer helemaal terug. Beleggers hopen dat bijvoorbeeld president Trump zijn beloftes gestand gaat doen en de komende jaren inderdaad onvoorstelbaar veel miljarden gaat vrijmaken om de volledig verwaarloosde infrastructuur van dat land te moderniseren en op het niveau van de 21ste eeuw te brengen.

    De belangstelling om te investeren in infrastructuur is in het afgelopen decennium omgeslagen van sluimerend naar reëel. De lage rente dwong veel institutionele beleggers uit te zien naar laag risicovolle investeringen met een redelijk rendement. Het upgraden van al bestaande infrastructuur had daarbij de voorkeur, zeker als het om tolwegen of vliegvelden ging of gaat. Die leveren van meet af aan een inkomstenstroom op. Nieuwe projecten, die van de grond af opgebouwd moeten worden, waren en zijn daarom vaak minder populair bij de institutionele belegger.

    Meer geld, minder projecten

    Tegenover die groeiende belangstelling van de belegger staat een overheid die de afgelopen jaren alleen maar bezuinigd heeft op grote infrastructurele projecten, zoals de aanleg van wegen of spoorwegen of energieprojecten. De uitkomst van deze haaks op elkaar staande ontwikkelingen was dat er teveel geld voorhanden is voor te weinig projecten en dat drijft de prijs onnodig op! Cijfers onderstrepen deze ongezonde trend. In het afgelopen jaar beliepen de investeringen in infrastructuur wereldwijd een bedrag van $413 miljard, een stijging van 14% vergeleken met 2015. Het aantal deals bleef steken op 1.772 en dat was nagenoeg evenveel als in 2015. Teveel geld is op zoek naar te weinig deals, mag je derhalve concluderen. Trouwens het aantal deals komt al sinds 2013 uit op een getal tussen 1.700 en 1.800.

    Light Streaks City Buildings Cityscape HighwayInvesteerders kunnen misschien hun hoop voor de nabije toekomst het best op Europa vestigen. Daar is de groeiende belangstelling voor infrastructuur het concreetst. In 2015 telde dit werelddeel 555 infrastructuurprojecten met een totale waarde van $97 miljard. Er zitten aantrekkelijke projecten in de pijplijn. In 2016 besloten de Britten om Heathrow te gaan uitbreiden en om een tweede hogesnelheidslijn aan te leggen.

    In de VS maakt, zoals gezegd, president Trump, veel lawaai als het om het verbeteren van de infrastructuur gaat. Daar zit echter een schaduwzijde aan. Trump heeft ook gezegd dat hij het accent weer helemaal gaat leggen op fossiele energie. Dat zal ten koste gaan van investeringen in renewable energy. In 2016 ging 42% van al het geld dat gereserveerd was voor het verbeteren van de infrastructuur juist naar projecten voor renewable energy. In 2015 was dat nog 39% en in 2013 37%. Als Trump doet wat hij zegt, ziet de toekomst er voor renewable energy een stuk minder rooskleurig uit dan in het recente verleden het geval was.

    Lokale investering in infrastructuur

    Overigens is het idee van Trump om in wegen, bruggen en spoorwegen te investeren nog niet zo dwaas en ouderwets als sommigen beweren. Investeringen in infrastructuur hebben vaak een lokaal karakter. Een voordeel daarvan is dat ze vaak lokaal nieuwe investeringen uitlokken. Dat betekent dat de voordelen van de infrastructurele investeringen ook lokaal terecht komen! Een minder goed idee is het om de investeringen op basis van public-private partnerships te plegen.

    Volgens de bekende Amerikaanse econoom Lawrence Summer blijken dit soort partnerships de kosten onnodig omhoog te jagen, omdat private partijen simpelweg een hoger rendement eisen. Daar komt nog bij dat private partijen meestentijds slechts belangstelling hebben voor projecten met het mooiste rendement. Voor het opvullen van gaten in de wegen hebben ze doorgaans geen belangstelling of er moeten buitensporige belastingvoordelen tegenover staan. Volgens Summer zijn private partijen ook helemaal niet nodig. Hij onderstreept dat er teveel geld is dat een goede bestemming zoekt. Dus zullen de leenkosten gewoon meevallen! Nu de projecten nog!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • De inflatie is terug

    In het Duitse blad Bild stond onlangs een artikelt waarin de auteur gewag maakte van het op een breed front stijgen van de prijzen. Prijzen van veel voedingsproducten gingen met vele procenten tegelijk omhoog en hetzelfde zag je gebeuren bij de prijzen voor kleding. De onderliggende oorzaak was een stijging van de inflatie in Duitsland naar 1,7%. Dat is nog steeds beneden de doelstelling van de ECB van pakweg 2%. Het is weer wel de sterkste stijging sinds 2013 en juist dat gegeven maakt veel indruk op zowel consumenten als beleggers. We zijn gewend geraakt aan stilstand, stagnatie en/of deflatie.

    Er hangt echter verandering in de lucht en dat zal komende maanden steeds duidelijker worden. Inflatie is niet dood, integendeel! Bijna overal in Europa, maar ook in de VS en China gaan prijzen weer stijgen. Dat verschijnsel ondergraaft de centrale stelling van de ECB dat de economie forst gestimuleerd moet worden.

    inflation-eurozone

    Inflatie in de Eurozone loopt weer op (Grafiek via Tradingeconomics)

    Inflatie loopt snel op

    Stijgende olieprijzen zijn gedeeltelijk een verklaring voor de comeback van de inflatie. Inkoopmanagers merken dat het duurder wordt om te winkelen. Sterker nog, prijzen aan de fabriekspoort laten de snelste stijging zien sinds 2011. Een andere verklaring voor de terugkeer zijn loonstijgingen. Vakbonden in Duitsland en Frankrijk zetten in op hogere lonen nu de werkloosheid begint te dalen. In Duitsland is die nog niet zo laag geweest sinds de val van de Muur. Verkiezingen in een land als Nederland kan een regering aan de macht brengen die zich inzet voor loonstijging in dit land. Bezuinigen lijkt definitief passé.

    En dan is er natuurlijk president Trump. Iedereen gaat ervan uit dat zijn regering het mes gaat zetten in de belastingen om zo de economie te stimuleren. Dat kan resulteren in een sterke dollar en een zwakke euro. Voor Europa is dat een mooie kans op meer export, maar ook op meer prijsinflatie bij de import. Juist daarom is een inflatie van 2% nagenoeg binnen handbereik.

    Versnelde tapering

    Wat kan dit voor de belegger betekenen? Het zou ertoe kunnen leiden, dat het kwantitatieve stimuleringsbeleid van de ECB op de helling gaat, ondanks het recente besluit om voorlopig alles bij het oude te laten. Van Mario Draghi valt niet te verwachten dat hij op ontwikkelingen vooruit gaat lopen, maar zelfs een bescheiden opleving van de inflatie kan het hem mogelijk maken met de afbouw van het opkoopprogramma te beginnen. Eind vorig jaar kondigde Draghi al aan het opkoopprogramma af te bouwen tot €60 miljard per maand.

    In juni zou de ECB weer een stapje verder kunnen of moeten gaan. Het is dan duidelijk hoe de verkiezingsuitslagen eruit zien. Het zal ook duidelijker zijn wat de effecten van het beleid van Donald Trump zullen zijn. Als die uitmonden in een sterkere stijging van de prijzen, is het niet ondenkbaar dat de ECB dan echt gaat besluiten af te bouwen met bijvoorbeeld € 10 miljard per maand. De centrale bankiers zullen daarbij de de adem van Frankfurt in hun nek voelen. Duitsers houden nu eenmaal niet van inflatie, ook al is het maar een beetje!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Trump helpt de prijs van uranium een handje

    Trump helpt de prijs van uranium een handje

    De ramp in het Japanse Fukushima in 2011 leek de nekslag voor de uraniumindustrie. In een reactie op deze ramp besloten belangrijke partijen als Duitsland en Japan hun nucleaire plannen op te schorten met als gevolg dat de prijs in elkaar klapte.

    Een voorlopig dieptepunt werd bereikt in november 2016. Uranium kostte toen nog slechts $ 18 per pond en dat is 75% minder dan aan de vooravond van Fukushima. Sinds november is de prijs echter weer behoorlijk omhoog geschoten. Beleggers bekijken de industrie met hernieuwde interesse en een enkeling is alweer in de markt gestapt. Ze kijken voorzichtig optimistisch vooruit.

    uranium-price

    Uraniumprijs (Grafiek via Financial Times)

    Kazachstan

    Hun optimisme is gestoeld op verschillende ontwikkelingen. Kazachstan, de grootste uraniumproducent met een marktaandeel van 40%, gaat de productie beperken. De beperking bedraagt ongeveer 3% van de wereldwijde voorraden. In navolging van OPEC kiest Kazachstan voor hogere marges in plaats van een nog groter marktaandeel.

    Toen het nieuws bekend gemaakt werd, schoten de prijzen met maar liefst 10% de lucht in, evenals de koers van andere uraniumproducenten zoals het Canadese Cameco. Wat is het geval? De beperking houdt in, dat Kazachstan niet langer al zijn uranium gedachteloos op de spotmarkt dumpt voor lage prijzen. Die handelswijze had ervoor gezorgd dat nutsbedrijven voor een habbekrats daar terecht konden. Ze hadden de laatste jaren niet meer de moeite genomen om langlopende contracten af te sluiten. De nieuwe strategie heeft op menig hoofdkantoor al voor veel zweetdruppels gezorgd.

    uranium-stockpile

    Geschatte voorraden uranium (Grafiek via Financial Times)

    Productiebeperking uranium

    De productiebeperking betekent overigens niet dat er op korte termijn tekorten zullen ontstaan. Wereldwijd zijn de voorraden 688 miljoen pond groot. Dat betekent simpelweg dat de vraag echt omhoog moet, wil de huidige prijsstijging houdbaar blijven. In dit opzicht kan de nieuwe president, Donald Trump, een cruciale rol spelen. In zijn verkiezingstoespraken heeft hij bij herhaling gezegd het energiebeleid van zijn land op een nieuwe leest te schoeien. Als hij de subsidie op renewable energy geheel of gedeeltelijk schrapt, dan kan dat een impuls zijn voor kernenergie.

    Belangrijker is zijn recente tweet, dat de Verenigde Staten hun nucleair arsenaal op een hoger niveau moeten brengen. Dat ontlokte president Poetin een gelijksoortige reactie. De opmerkingen van beide heren werden goed ontvangen in het uraniumkamp. Natuurlijk hebben beide landen nog genoeg uranium op voorraad, maar het is denkbaar dat ze die willen uitbreiden of vervangen.

    Als beide landen op de markt zouden verschijnen, dan zou dat nutsbedrijven in beweging kunnen brengen om zich te verzekeren van de eigen gewenste voorraden. De nutsbedrijven staan niet bekend om hun risicovolle gedrag, eerder is het tegendeel het geval. Ze zullen snel handelend optreden als er ook maar krapte dreigt. Anders gezegd, zonder dat Poetin en Trump echt in beweging komen, kan de vraag naar uranium omhoog en in tweede instantie ook de prijs!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Big Oil is weer helemaal terug van weggeweest

    Het valt moeilijk te ontkennen dat de jaren sinds 2014 niet de beste waren voor de energiesector. De prijs voor een vat olie daalde naar een ongekend laag niveau. De sector zag zich gedwongen het mes diep in hun kostenstructuur te zetten en investeringen werden op de lange baan geschoven. Als de voortekenen niet bedriegen zal de sector in 2017 en zeker in 2018 de zoete vruchten plukken van hun voortvarend beleid in de afgelopen jaren.

    Dat is althans de mening van de consultants van het Noorse Rystad Energy. Zij voorzien dat de zeven grootste oliemaatschappijen hun gezamenlijke productie in 2017 met maar liefst 398.000 vaten per dag zullen verhogen. In 2018 zal de productie nog verder stijgen tot naar schatting 670.000 vaten per dag. En daarmee lacht het geluk de oliemaatschappijen weer toe. De stijging van de productie is te danken aan het naar de markt komen van investeringen die voor 2014 plaatsvonden. Die nieuwe productie maakt de stijging mogelijk. Tegelijkertijd heeft de prijs zich hersteld van het dieptepunt van $27,10 in januari 2016. Sindsdien is de prijs opgekrabbeld naar een niveau tussen $55 – $60. Dat heet bingo, omdat bij het huidig prijsniveau de oil majors bijvoorbeeld geen geld meer hoeven te lenen om aan hun dividendverplichtingen te voldoen. Hier plukt de sector de vruchten van zijn inspanningen om de kosten fors te verlagen.

    oil-production-resilience-bloomberg

    Olieproductie zal beperkt toenemen (Bron: Bloomberg)

    Productiestijging beperkt

    Ondanks alle feestvreugde zijn er nog wel degelijk waarschuwende stemmen te horen. Ook Rystad Energy wijst erop dat het opschorten van de investeringen in de afgelopen twee à drie jaren als negatief gevolg kan hebben dat de productiestijging maar een beperkt leven beschoren is. Bij ongewijzigd beleid kan er al in 2020 een kink in de productiekabel komen. De investeringsbereidheid in de sector is nog niet bijzonder groot. In 2017 zullen de investeringen wereldwijd met 3% toenemen naar een bedrag van $450 miljoen. Dat is positief. Ook zal het aantal positieve investeringsbeslissingen om weer te gaan boren naar verwachting stijgen naar twintig, tegenover negen in 2016. Nog een twintig wachten op definitief groen licht.

    Dat klinkt allemaal heel positief, zeker vergeleken met de gang van zaken in de jaren 2015 – 2016. Het verwachte investeringsniveau ligt wel 40% onder dat van 2014. Het aantal positieve investeringsbeslissingen ligt met 20 ook fors onder het gemiddelde van 40 in de periode 2010 – 2014.

    capital-expenditure-ft

    Investeringen nemen mondjesmaat weer toe (Bron: Financial Times)

    Minder investeringen

    De terughoudendheid is begrijpelijk. De afgelopen twee jaren waren niet goed voor het zelfvertrouwen van de sector. De les van die periode is, dat de sector in goede tijde met geld gesmeten had en amper oog had voor het rendement op geïnvesteerd vermogen. Die houding is nu fundamenteel veranderd. Daarnaast groeien de twijfels over de toekomst van de fossiele brandstof en is er twijfel over de duurzaamheid van de productiebeperking van OPEC. Bij veel bedrijven is daarom schraalhans nog steeds keukenmeester en stellen ze zich ten doel eerst weer degelijke positieve kasstromen te genereren na uitkering van dividenden en investeringen.

    Het komt er in feite op neer, dat de komende jaren investeringen beperkt van omvang zullen blijven. Daar zal vooral de schaliesector in de VS van profiteren. Daar zijn de kosten per project veel beter in de hand te houden. Activiteiten kunnen in een tijdsbestek van enkele weken opgevoerd of verlaagd worden. Dat is onmogelijk bij projecten die vele miljarden opslorpen en jaren in beslag nemen. De Noorse consultants kunnen daarom nog wel eens gelijk krijgen als ze de vrees uitspreken dat de productiestijging niet vanzelfsprekend is! De huidige jubelstemming kan dan ook van korte duur zijn!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Europese banken kunnen zomaar van het internationaal podium vallen

    Er bestaat weinig twijfel dat de Amerikaanse banken de financiële crisis beter hebben doorstaan dan hun Europese neven en nichten. De Amerikanen waren veel sneller in het herstellen van hun vermogenspositie en ze weten wat de toezichthouder van hen verlangt. De Europese banken lopen in dat opzicht ver achter en dat begint zich te vertalen in een steeds sneller verlies van marktaandeel op de internationale financiële markten.

    Het beste voorbeeld vormen waarschijnlijk de internationale obligatiemarkten. Hier concurreren Amerikanen en Europeanen om kapitaal bijeen te brengen voor de grootste partijen ter wereld. Het is een markt die in 2016 ongeveer $4 biljoen groot is. En juist op deze enorme markt verliezen de Europeanen steeds meer terrein.

    Aan het begin van dit decennium was Deutsche Bank nog nummer twee als underwriter van internationale obligaties. In 2015 was de bank al naar de zesde positie afgezakt. In 2010 bedroeg het marktaandeel 7,3%. Dat jaar is daar nog 5,1% van over en er zijn weinig tekenen die erop wijzen dat Deutsche binnen afzienbare termijn weer actiever gaat worden op deze markten.

    deutsche-bank-quote

    Beleggers hebben Deutsche Bank de rug toegekeerd

    Ambities Europese banken getemperd

    Het is trouwens niet zo dat er een duidelijke Europese kandidaat is die de positie van Deutsche kan of wil overnemen. Het Britse Barclays was in 2010 de nummer één bij international bond management met een marktaandeel van 8%. Maar ook deze bank is druk met het afbouwen van haar investment bankactiviteiten. Dat gebeurt mede op instigatie van de toezichthouder, die strengere kapitaalseisen heeft geformuleerd. Barclays is nu naar de derde positie afgezakt na JP Morgan en Citigroup. Barclays is nu druk met het schrappen van de 7.000 minst winstgevende zakelijke rekeningen. In 2014 had de bank al 17.000 klanten de deur gewezen. Het wegsturen van klanten is de veiligste manier om je balans te laten krimpen.

    Ook andere banken lijken de obligatiemarkten voor gezien te houden. De Royal Bank of Scotland had in 2010 nog een zeer acceptabel marktaandeel van 4%, waarmee de bank de elfde plaats bezette. Daar is nu minder dan 1,4% van over. De bank is druk met het opruimen van schandalen en het oplossen van managementproblemen. Nog in november faalde de bank voor de stresstest. Dat is alweer negen jaar nadat de bank gered moest worden met een injectie van £45 miljard en zo genationaliseerd werd.

    De Zwitserse banken hebben sinds 2008 evenmin goed werk afgeleverd. In 2010 namen Credit Suisse en UBS respectievelijk de zesde en de zevende positie in met een marktaandeel van 4,3%. Daar is nu nog respectievelijk 2,5% en 1,8% van over. De enige uitzondering op de regel is HSBC. Van begin af aan begreep die bank de omvang en de diepte van de subprime mortgage crisis en handelde navenant. Het maakte reserveringen en haalde $18 miljard uit de markt om het eigen vermogen te versterken. Daarom hoefde de bank als enige Europese instelling niet zijn balans te verkorten. Het heeft nog steeds een balans van $2,6 biljoen zoals voor de crisis. Daarom is HSBC als enige Europese bank erin geslaagd om op de markt voor bond underwriting het marktaandeel te verhogen van 5,2% naar 6,6%. Beleggers hebben HSBC daarvoor royaal beloond.

    hsbc-quote

    HSBC krijgt het voordeel van de twijfel

    Crisis bij Europese banken

    Misschien is de huidige crisis het begin van het einde van het Europese universal banking model, waarbij banken zowel zakelijke klanten als particulieren tracht te bedienen. Dat was altijd al een model, waar vooral toezichthouders moeite mee hadden. Deze banken waren en zijn too-big-to-fail en daar houden toezichthouders en beleidsmakers sinds 2008 niet van. Het resultaat is een groeiende hoeveelheid regelgeving, zoals de verplichting het eigen vermogen te verhogen. Voor de betreffende banken is dat problematisch, omdat zelfs in goede tijden een one-stop-shop benadering slecht met veel moeite winstgevend is. Laat staan dat zoiets lukt in tijden van crisis.

    De huidige opstelling van banken is echter ook problematisch. Banken die geen kapitaal beschikbaar willen stellen bij de underwriting van obligaties hebben een probleem. Hun klanten zullen in dat geval minder bereid zijn hen te laten delen in lucratieve opdrachten en deals zoals fusies en overnames. Als de trend reëel wordt, dat Europese banken meer en meer markten overlaten aan hun Amerikaanse neven en nichten, dan worden ze internationaal gesproken snel irrelevant en verdwijnen ze in figuurlijke zin van het toneel. Dat is niet goed voor de banken zelf, maar ook niet voor de economieën waarbinnen ze functioneren!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Europese aandelen kunnen in 2017 positief verrassen

    Sinds de verkiezing van Trump als de nieuwe president van de VS heeft Wall Street de rest van de wereldwijde beurzen duidelijk op achterstand gezet. Alle grote beurzen in de VS hebben het ene na het andere record laten noteren. In Europa dateert het laatste record van de Euro Stoxx 600 alweer van april 2015 en dat geldt ook voor de Duitse Xetra Dax 30.

    Misschien moeten (Europese) beleggers zich inprenten, dat het Trump-effect niet noodzakelijk tot dat ene land beperkt hoeft te blijven. Misschien moeten ze beseffen dat de komst van Trump ook Europa kansen biedt. Dat zal zeker het geval zijn als, dankzij het op groei gerichte beleid van de nieuwe president, de Verenigde Staten weer hun traditionele rol van economische locomotief gaan spelen.

    us-stock-markets

    Amerikaanse aandelenmarkt sinds verkiezing Trump

    Europese aandelen

    Europese aandelen zijn verhoudingsgewijs goedkoop vergeleken met Amerikaanse aandelen. Europese exporteurs kunnen ongetwijfeld profiteren van het aantrekken van de groei en inflatie in de VS. Beleggers lijken zich daar al van bewust, want in de nasleep van de verkiezingen ging de Euro Stoxx 50 de lucht in en de Stoxx Banks Index ging nog harder omhoog.

    european-stock-markets

    Europese aandelenmarkt maakt inhaalslag (Bron: Financial Times)

    Dat neemt niet weg dat 2017 allesbehalve een positief gelopen race is. Daarvoor is er in 2016 teveel mis gegaan. Aan het beging van 2016 golden Europese aandelen als uiterst aantrekkelijk, juist omdat ze zeer lage waarderingen hadden en er weinig economische tegenwind werd verwacht. Het heeft niet zo mogen zijn. Politiek onplezierige verrassingen als de Brexit en de nederlaag van Matteo Renzi in Italië hadden als gevolg dat Europese aandelen de verwachtingen niet waar konden maken en laag waren en laag gewaardeerd bleven.

    Winstgroei

    Wil Europa slagen in 2017 waar het in 2016 faalde, dan moet in het komende jaar winstherstel zichtbaar zijn. Waarderingen mogen aantrekkelijk zijn, maar zonder winstgroei is dat onvoldoende om beleggers te charmeren. Het herstel van de winstgroei in combinatie met een zwakke euro kan en moet ervoor zorgen, dat beleggers hun geld weer richting Europa sturen. Er is niet eens zoveel verbetering nodig om winsten in Europa verhoudingsgewijs sneller te laten stijgen en zo aantrekkelijker te maken. Het winstherstel komt immers van een verhoudingsgewijs lage basis.

    cumulative-etf-flows

    Kapitaal stroomt richting Amerikaanse aandelen (Bron: Financial Times)

    Het is daarmee een redelijke gok, dat 2017 niet alleen het jaar van Trump wordt, maar ook van het winstherstel in Europa. Het voorgenomen beleid van Trump zal naar alle waarschijnlijkheid de inflatie omhoog jagen. Veel beleggers zijn daar nu al op aan het voorsorteren. In dat opzicht biedt Europa mooie kansen. Ongeveer 40% van het Europese dividendrendement komt uit de sectoren financials en energie. Laat dat nu twee sectoren zijn die erg inflatie gevoelig zijn.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Tips van Goldman Sachs voor 2017

    In de aanloop naar het nieuwe jaar laat elke zichzelf respecterende bank haar licht schijnen op het komende nieuwe jaar. De meest geruchtmakende bank ter wereld, Goldman Sachs, kan natuurlijk niet achterblijven. Sterker nog, de bankiers waren er dit jaar als de kippen bij om nog voor Thanksgiving hun visie op de wereld kond te doen bij monde van Charles Himmelberg, chief credit strategist.

    In de kern denkt de strateeg dat het komende jaar gekenmerkt zal worden door een hogere groei, meer risico en hogere rendementen. Die gedachte is een afgeleide van de nieuwe bewoner van het Witte Huis. Die bewoner draagt corporate America ondanks alle retoriek waarschijnlijk toch een warm hart toe. Alleen daarom mogen beleggers hogere rendementen verwachten, zij het dat ze historisch gesproken nog steeds niet om over naar huis te schrijven zijn.

    De beste kansen biedt Azië, zo denkt de bank. Himmelberg verwacht rendementen tot 12,5% voor volgend jaar, tegenover 3,5% voor 2016. Japan valt echter uit de toon met een daling van de Topix Index met 3,7% tegen een plus van 5,2% voor 2016.

    emerging-markets-equities

    Opkomende markten lager na verkiezing Trump (Grafiek via Bloomberg)

    Groei door fiscale stimulering

    Ook voor de VS zijn de vooruitzichten veelbelovend. De president-elect heeft in zijn verkiezingscampagne voortdurend gehamerd op grote uitgaven voor infrastructurele werken. Het zijn deze vooruitzichten die de stemming op de financiële markten flink opgefleurd heeft. Die markten smachten al jaren naar groei en laven zich dus aan de toezeggingen van de nieuwe president. Hernieuwde groei is het nieuwe mantra gebaseerd op fiscale stimulering en dan te bedenken dat het Congres Republikeins is. Dat was tot voor kort een onmogelijke combinatie.

    Bij Goldman geloven ze niet dat Donald Trump werkelijk een handelsoorlog met de rest van de wereld gaat starten. Wel zal hij aandringen op wijzigingen in bestaande handelsverdragen zoals Nafta, in een poging meer industriële banen in de VS te scheppen. Voor het overige gaan ze ervan uit, dat er veel verbaal vuurwerk zal zijn, maar dat een pragmatische opstelling zal overheersen.

    Opkomende markten

    Het pragmatisme van Trump zal een steuntje in de rug zijn van de opkomende markten, die na de verkiezingen nog werden afgestraft door beleggers. De oplopende rente op Treasuries maakte het voor beleggers minder noodzakelijk en aantrekkelijk om in papier van opkomende markten te beleggen. Ook de mogelijkheid van meer protectionisme deed de opkomende landen geen goed.

    Bij Goldman denken ze echter dat de dip slechts tijdelijk zal zijn. Eigen onderzoek wijst uit dat indien een sterkere groei in de VS samenvalt met een stijgende rente, zulks goed uitpakt voor assets in de opkomende markten. Vooral aandelen doen het dan goed.

    Als het om de relatie dollar en renminbi gaat, pleit Goldman voor een hedge voor blootstelling aan het ‘China risico’. De bankiers verwachten een voortgaande depreciatie van de Chinese valuta en willen zo ook het risico van een potentieel Trump handelsrisico afdekken.

    chinese-yuan-weakness

    Chinese yuan zal zwak blijven, aldus Goldman Sachs (Bron: Bloomberg)

    Centrale banken

    Het beleid van centrale bankiers gaat om Goldman. Het beleid van de Japanse centrale bank doet dienst als kanarie in de mijn. Het ogenblik is aangebroken voor een golf aan financiële innovaties. Het accent gaat verschuiven naar het beschikbaar stellen van kortlopend bankkrediet. Het huidig beleid van kwantitatieve verruiming en negatie rente hebben de kredietverlening immers meer in de wielen gereden dan kredietschepping bevorderd!

    Goldman Sachs verwacht ook dat 2017 het jaar is, waarin de corporates er eindelijk weer in slagen hun omzet te laten groeien. Dan komt er ook een einde aan de periode dat de groei van de winst per aandeel alleen maar het resultaat is van steeds maar weer snijden in de kosten en het verminderen van het uitstaand aantal aandelen.

    Goldman denkt dat er nu al voldoende aanwijzingen zijn dat de wereldeconomie aansterkt, terwijl ook de olieprijzen sinds februari fors hersteld zijn. De S&P staat aan het einde van 2017 op een niveau van 2200 punten, terwijl de WpA met 10% stijgt naar $116.

    Niet alleen gaat de omzet van bedrijven weer groeien mede als gevolg van de bedrijfsvriendelijke opstelling van de nieuwe president. Donald Trump heeft ook grote kans om als inflatiepresident de geschiedenis in te gaan. Belastingverlaging in combinatie met hogere uitgaven voor infrastructuur en defensie zijn een duidelijke aanzet. Als Japan, China en Europa het voorbeeld van Trump volgen, dan zal de inflatoire druk snel oplopen. Centrale bankiers zullen zelfs gedogen dat de inflatie tot boven 2% doorschiet, omdat de prijsdruk de inflatie zolang in de tang heeft gehouden.

    inflation-expectations

    Inflatieverwachtingen schieten omhoog (Bron: Bloomberg)

    Hogere rente

    Tenslotte denkt strateeg Himmelberg, dat het beleid van de Fed in 2017 definitief gaat omslaan. In 2016 stond het beleid in het teken van het in stand houden van gunstige financiële omstandigheden om zo turbulentie in de markt te bestrijden. Als er in 2017 een groot fiscaal stimuleringsbeleid van de grond komt, dan kan de Fed zich gedwongen zien agressief te reageren als financiële omstandigheden te ruim worden. De korte rente kan daarom in 2017 een niveau van 0,75% bereiken. Of die financiële omstandigheden echt zo veelbelovend gaan worden, is echter nog maar de vraag. Nu al heeft de rente op Treasuries de neiging om op te lopen en wordt de dollar steeds duurder.

    De voorspellingen van Goldman Sachs zijn voor een belangrijk deel gestoeld op een verondersteld beleid van de nieuwe president. Er moeten dus wat slagen om de arm gehouden worden. Daar staat echter tegenover, dat op een aantal vitale posten binnen de nieuwe regering topmensen van Goldman Sachs neerstrijken. Het is verleidelijk te denken, dat zij de belangen van hun oude werkgever zeer zeker niet uit het oog zullen verliezen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • De Eurozone roept het onheil over zichzelf af

    Pff, dat was even zweten. Een ruime meerderheid van de Italianen stemde premier Renzi weg. Dat had, zo vreesde menigeen, voor geweldige onrust op de financiële markten kunnen zorgen. Die onrust bleef uit en politici en beleidsmakers in Brussel haastten zich om het belang van de uitslag in Italië te minimaliseren. Zoals zo vaak leek zelfgenoegzaamheid Brussel weer in zijn greep te krijgen.

    eurozone-nominal-gdp

    Nominale economische groei en bbp Eurozone (Bron: Financial Times)

    Daar is echter allerminst reden voor. Natuurlijk, de cijfers verbeteren. Tussen 2013 en het derde kwartaal van 2016 steeg het reële bruto binnenlands product (bbp) van de Eurozone met 5,5%. In diezelfde periode daalde de werkloosheid van 12,1% naar 9,8%. Dat wil echter allerminst zeggen, dat alle pijn die in de crisisjaren is geleden, nu voorgoed overwonnen is en achter ons ligt. Dat is verre van het geval. In het derde kwartaal was het geaggregeerde reële bbp van de Eurozone slechts 1,8% hoger dan aan het begin van 2008. De reële vraag ligt nog steeds 1,11% lager. Die extreem zwakke ontwikkeling van de vraag wijst op een geweldig falen in het beleid over de afgelopen jaren.

    Weinig groei

    Anders gezegd, de groei van de nominale vraag bedroeg over de genoemde periode 6,9%. Bij een trendmatige groei van 1% en een inflatie van om en nabij 2% had de totale groei van de nominale vraag 27% à 28% moeten bedragen. Dat klinkt misschien veel te optimistisch, maar in de VS groeide de nominale vraag in dezelfde periode met 23%. De zwakke vraagontwikkeling is deels toe te schrijven aan de sterk uitlopende economische prestaties van de lidstaten.

    Op basis van koopkracht pariteiten groeide het bbp per hoofd in Duitsland tussen 2007 – 2016 met 11%, bleef nagenoeg ongewijzigd in Frankrijk, daalde 8% in Spanje en zelfs 11% in Italië. Beide laatstgenoemde landen zullen nog vele jaren nodig hebben om terug te geraken op het niveau van voor de crisis. Een van de doelstellingen van de eurozone was om de economie van de lidstaten naar elkaar toe te laten groeien, maar het omgekeerde is gebeurd.

    nominal-average-wages

    Loonontwikkeling ten opzichte van Duitsland (Bron: Financial Times)

    Divergentie in de Eurozone

    Er zijn gelukkig voldoende aanwijzingen dat het concurrerend vermogen in de Eurozone aan het verschuiven is. Dat is het gevolg van een verschuiving van de relatieve lonen. Voor de crisis stegen de lonen in veel zuidelijke landen verhoudingsgewijs veel sneller dan in Duitsland. Aan die noodlottige trend is een einde gekomen. Het verdwijnen van de tekorten in veel zuidelijke landen is echter weer niet het positief gevolg van een toegenomen concurrentie, maar veeleer van het inklappen van de vraag. De geaggregeerde binnenlandse vraag lag in het derde kwartaal van 2016 tien procent lager dan aan het begin van 2008. In Spanje was de daling 11%, terwijl de reële vraag in Duitsland in dezelfde periode met 8% gestegen is.

    Tegelijkertijd is het overschot op de lopende rekening gestegen naar 9% van het bbp. Met andere woorden: Duitsland, maar zeker ook Nederland, weigert zijn verantwoordelijkheid te nemen in het aanpassingsproces van de lidstaten van de Eurozone.

    De combinatie van een zeer zwakke vraagontwikkeling en een steeds verder uiteenlopen van de economische lidstaten van de eurozone lijkt een recept voor ongelukken in de nabije toekomst. Natuurlijk, het hoeft niet, maar de combinatie van economische en financiële gebeurtenissen en toenemende politieke stress binnen de Eurozone levert een wel zeer giftig brouwsel op met onbekende, maar negatieve, effecten.

    domestic-spending-eurozone

    Binnenlandse bestedingen Eurozone (Bron: Financial Times)

    ‘Minder bezuinigen’

    De oplossing is alweer een tijdje bekend. De Eurozone moet afscheid nemen van zijn noodlottig bezuinigingsbeleid. De OESO pleit alweer een paar jaren voor fiscale expansie in combinatie met structurele hervormingen. De Europese obsessie met het terugbrengen van tekorten heeft als gevolg dat de publieke investeringen in de grote Europese economieën niet meer groeien. Dat is waanzin in een tijd dat ook investeringen in de private sector te weinig groeien en de binnenlandse vraag eerder de neiging heeft te dalen dan te stijgen. Het ziet er helaas niet naar uit, dat de onzalige obsessie op korte termijn gaat verdwijnen. Landen als Duitsland en Nederland beschouwen zaken als lenen en schulden maken als iets zeer zondigs.

    Door deze ongenuanceerde opstelling is de eurozone synoniem geworden voor economische stagnatie. Daar zullen steeds grotere groepen financieel en economisch zwaar onder gaan lijden. Brussel en de verschillende Europese hoofdsteden kunnen zich maar beter voorbereiden op veel nare verrassingen. Het zijn straks niet alleen blanke mannen van middelbare leeftijd die boos zijn!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, More perils lie in wait for the Eurozone. Financial Times, December 6th 2016

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Het einde van ’the new normal’

    Het einde van ’the new normal’

    Het is niet overdreven om te stellen dat november een veelbewogen maand was. Dat was te danken aan de onverwachte verkiezing van Donald Trump tot president van de VS en de reactie van de financiële markt op de uitverkiezing. Algemeen overheerste de opinie dat een verkiezing van Trump tot een bloedbad op de financiële markten zou leiden. Het omgekeerde bleek het geval.

    Blijkbaar zijn de markten de mening toe gedaan dat de verkiezing van Trump de vooruitzichten voor de Amerikaanse economie verbetert, zeker ten opzichte van de rest van de wereld. Als die voorgevoelens van de markten uitkomen, dan kan dat het einde betekenen van wat sinds het uitbreken van de financiële crisis ‘the new normal’ is gaan heten. Veel zal uiteraard afhangen wat politici gaan doen.




    Aandelenmarkten omhoog

    De uitslag van de verkiezing ging gepaard met een rally op de aandelenmarkten, een verdere versterking van de dollar en een stijging van de yield op de treasuries. Dat alles impliceert dat markten serieus rekening houden met een hogere economische groei en een hogere inflatie in de Verenigde Staten. Daarmee zou de VS zich onderscheiden van de andere geavanceerde economieën. Die worstelen nog met grote problemen van diverse aard. Aandelen hebben het uitstekend gedaan in november, maar door de sterke stijging van de rente vond er een bloedbad plaats op de obligatiemarkten in de VS. Nogmaals, dat is eerst en vooral te danken aan de uitslag van de verkiezingen. In eerste instantie was dat voor de markten aanleiding voor verhoogde dijkbewaking. Daar kwam echter bij dat de Republikeinen de meerderheid behielden in de beide kamers van het Congres. Het goede nieuws voor de markten was dat nu de uitslag de ijzige relatie tussen het Republikeinse establishment en Trump snel begon te ontdooien.

    us-bonanza

    Aandelenkoersen stegen na Amerikaanse verkiezingen (Grafiek via Bloomberg)

    Anti-establishment wint

    De uitslag laat zien dat de politics of anger in staat is om anti-establishment partijen voort te jagen en de gevestigde politiek en alle experts schaakmat te zetten. De tweede ontwikkeling appelleert aan de gevoelens op de financiële markten die hunkeren naar meer groei en dus uitzien naar een beleid dat niet langer de oren volledig naar de centrale banken laat hangen. De combinatie van ontwikkelingen laat zien wat er kan gebeuren als volwassen democratieën te lang blijven steken in lage en te weinig inclusieve groei. Dan kan een combinatie van sociale, economische en institutionele factoren het einde inluiden van wat El-Erian als 'the new normal' bestempelde. Dat is een langdurige periode van lage maar stabiele groei, waarin centrale banken ervoor zorgdragen dat de volatiliteit op de markten beperkt blijft. Die ontwikkeling hebben we gezien in alle westerse landen. Van dat beleid heeft een kleine groep geprofiteerd, maar de massa gefrustreerd achter gelaten. Die massa leent zijn oor aan mensen zoals Trump, die herstel van de groei beloven. Zelfs de financiële markten lijken geneigd om de nieuwe president van de VS en wellicht zijn Europese navolgers het voordeel van de twijfel te gunnen. Een gezond en verstandig groeibeleid kan resulteren in hogere bedrijfswinsten en meer investeringen in fabrieken, machines en uiteindelijk mensen. Het gaat uiteindelijk om meer kwalitatief goede banen. De risico’s zijn echter groot! Als Trump en de zijnen opzichtig falen, dan kan dat voor veel teleurstelling en onrust in de private sector zorgen met alle negatieve gevolgen van dien. Een recessie is dan niet uit te sluiten. Het is een boodschap die politici aan beide zijden van de oceaan goed in hun oren moeten knopen! Cor Wijtvliet Bron: Mohammed El Erian: The message markets sent politicians in November. (Bloomberg View, 30 November 2016) Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.