Categorie: Columns

  • Nee tegen de overname van AstraZeneca

    In het Verenigd Koninkrijk en daar buiten laait de discussie over het wel of niet doorgaan van de overname van AstraZeneca door het Amerikaanse Pfizer steeds hoger op. Ook de zakenkrant Financial Times heeft bij monde van stercolumnist Martin Wolf stelling genomen. De opinie van Martin Wolf mag op zijn zachtst gezegd verrassend genoemd worden.

    pfizerAl in de eerste regels van zijn column wordt duidelijk, dat Wolf tegenstander is van de overname. Cynisch merkt hij op, dat de overname eerst en vooral is ingegeven door de fiscale problemen bij Pfizer. Hij vindt het verder onverteerbaar, dat Pfizer die problemen wil oplossen door een van de kroonjuwelen van de Britse industrie op te kopen. Nog erger is het in zijn ogen, dat de Britse regering hier amper of niet door in beweging komt. Wolf vraagt zich ook af wie het eigenlijk voor het zeggen heeft bij de grote NV’s van deze wereld. Zijn dat het management en in het verlengde daarvan de aandeelhouders of moeten er nog andere partijen invloed hebben? Zijn bedrijven alleen maar bedoeld om de aandeelhouders rijk te maken of hebben ze ook nog de taak goederen en diensten aan de maatschappij te leveren?

    Wat dat betreft is duidelijk, dat de sector waarin AstraZeneca acteert grote maatschappelijke waarde heeft. Dus moeten er bij een mogelijke overname belangrijke vragen gesteld worden. Verhoogt de overname de concurrentie? Zal de overname de investeringen in R&D nog verhogen en zijn de verzekeringen van Pfizer hieromtrent te vertrouwen? Voor Wolf is het duidelijk. Bij alle drie de vragen past het antwoord nee.

    Aandeelhouders

    Dat neemt niet weg, dat de kans dat de overname doorgaat aanzienlijk is. Het zijn immers de aandeelhouders die het hier voor het zeggen hebben en dan doet het er niet toe of ze de aandelen een minuut of 10 jaar in bezit hebben. Voor veel beleggers is het kopen of verkopen van aandelen niet veel anders dan het kopen van een zak aardappelen. Ook heeft Wolf weinig waardering voor de rol van het management in veel bedrijven. Die is er te vaak op gericht de aandeelhouders te behagen en zichzelf indirect te bevoordelen. Het manipuleren van de beurskoers heeft immers niet te maken met waken over de gezondheid van het bedrijf.

    Stakeholders

    Dan moet opnieuw de vraag beantwoord worden van wie het bedrijf, van wie de naamloze vennootschap is? Het is te gemakkelijk om dan als enige de aandeelhouder op te voeren. Was het recht om bezit uiteindelijk niet gekoppeld aan het risico. Je kunt moeilijk volhouden, dat de aandeelhouder de meeste risico’s draagt. Dat zijn voor Wolf toch eerst en vooral de werknemers. Zij zijn, in tegenstelling tot de aandeelhouders, veel minder in staat zich tegen risico’s in te dekken. Dat geldt zeker voor die werknemers, die kennis en vaardigheden bezitten, die bedrijfsspecifiek zijn. Een belegger kan zijn risico afdekken door een gespreide beleggingsportefeuille op te bouwen. Toch heeft deze partij het voor het zeggen en wordt de stem van de werknemer, die persoonlijk het meest te duchten heeft, niet gehoord. Voor Wolf is de rol van de aandeelhouder ook niet zo doorslaggevend voor een bedrijf. Ze zijn in zijn ogen geen echte kapitaalverschaffers. Bedrijven investeren meestal uit eigen zak. De aandeelhouder verschaft en versterkt het eigen vermogen van een bedrijf, dat bedoeld is om schokken en eventualiteiten op te vangen. In die zin zijn aandeelhouders het best te vergelijken met verzekeraars. Als dat zo is, dan verdienen ze niet de onverdeelde aandacht van het management, dat op zijn beurt weer verplicht is meer aandacht aan de belangen van het bedrijf te besteden. Ben je daarvan doordrongen, dan is de vraag of het verantwoord is AstaZeneca in de verkoop te doen gemakkelijk te beantwoorden volgens Wolf: absoluut niet!

    Aandeelhouders

    Wolf zelf is min of meer verrast door de uitkomst van zijn denken. Naar eigen zeggen was hij nog maar tien jaar geleden overtuigd van het grote belang van de aandeelhouder. Diens belangen moesten prevaleren. Blijft de vraag over of de opvattingen van Wolf op zichzelf staan of dat ze breder gedragen worden binnen de club waartoe de columnist behoort. Als het laatste het geval is, dan kunnen we de komende tijden nog interessante discussies tegemoet zien. Wolf zet immers de bijl aan de wortel van het ongebreidelde aandeelhouderskapitalisme, waarbij alles en iedereen moet wijken voor de geldzucht van aandeelhouder en management. Cor Wijtvliet Bron: Martin Wolf, AstraZeneca is more than investors’ call. Financial Times, May 8 2014 BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Griekse mythe

    Uit recente krantenkoppen valt af te leiden dat Griekenland haar begrotingstekort kennelijk heeft weten weg te werken. Afgelopen jaar was sprake van een overschot van 0,8% op de Griekse begroting. Een opmerkelijk gegeven aangezien toen Griekenland een paar jaar eerder haar werkelijke tekorten opbiechtte ze daarmee de euro nog aan de rand van de afgrond had gebracht.

    Het nieuws dat Griekenland haar tekorten in enkele jaren volledig heeft weten weg te werken lijkt haast te goed om waar te zijn. En dat is het ook. Want bij het genoemde ‘overschot’ is geen rekening gehouden met de rente die Griekenland op haar enorme staatsschuld betalen moet. Eigenlijk is dat hetzelfde als iemand die amper rondkomt stelt geen probleem te hebben wanneer hij de rente op zijn hypotheek niet zou hoeven betalen…

    Primair tekort

    Bij een zogeheten 'primair' tekort (of overschot) wordt geen rekening gehouden met rente. In het geval van Griekenland gaat het om rentebetalingen aan allerhande bezitters van Griekse schuld: individuele Grieken en Griekse bedrijven, maar ook het IMF, de Europese Centrale Bank (ECB) en andere buitenlandse eigenaren van Griekse staatsschuld. Het gewone begrotingstekort (een herkapitalisatie van Griekse banken buiten beschouwing gelaten) kwam in Griekenland vorig jaar uit op 2,1%. Het verschil tussen het gewone begrotingstekort van minus 2,1% en het primaire overschot van 0,8% impliceert dat Griekenland vorig jaar circa 2,9% van haar bruto binnenlands product (bbp) kwijt was aan rentebetalingen op haar staatsschuld.

    Extreem lage rente

    De Griekse staatsschuld bedraagt ruim 170% van haar bbp. Kortom, kennelijk betaalt Griekenland een rente van slechts zo'n 1,7% (2,9% / 170%) over haar schuld. Dat is fors minder dan de rente van ruim 6% die momenteel voor Griekse obligaties met een looptijd van 10 jaar geldt. En eveneens, opmerkelijk genoeg, zelfs minder dan de rente van Nederlandse obligaties met eenzelfde looptijd (!). De extreem lage rente die Griekenland betaalt wordt verklaard door een combinatie van leningen met kortere looptijden (waarvoor de rente doorgaans lager ligt) en bijzonder gunstige voorwaarden van de noodleningen van het IMF en de ECB. Had Griekenland gewoon de actuele marktrente van ruim 6% moeten betalen dan zou haar tekort met meer dan 10% van het BBP onhoudbaar hoog zijn.

    Hoe werkt het?

    Zelfs wanneer een land een tekort heeft zal de schuldquote (schuld/bbp) dalen wanneer de nominale economische groei (economische groei plus inflatie) sterker groeit dan de schuld. Anders gesteld, in het geval er geen primair tekort is daalt de schuldquote wanneer de nominale economische groei hoger is dan de rente op de staatsschuld. Volgens het IMF zal het primaire overschot in Griekenland de komende jaren verder stijgen, en het begrotingstekort langzaam dalen. Maar tenzij Griekenland haar (nominale) economische groei flink weet op te schroeven zal van een begrotingstekort sprake blijven en zal haar schuldquote de komende jaren amper minder worden. Positieve krantenkoppen ten spijt, de veronderstelling dat de Griekse schuldenproblemen achter de rug zijn is niet meer dan een Griekse mythe. De kans lijkt ons zelfs groot dat Griekenland straks wederom een beroep op de Europese belastingbetaler zal moeten doen, simpelweg omdat de Griekse schuld goed beschouwd nog altijd onhoudbaar hoog lijkt. Door: Hendrik Oude Nijhuis Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/

    Is het herstel van Griekenland een mythe?

    Is het herstel van Griekenland een mythe?

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Nu wordt nikkel ook al duurder

    De afgelopen twee jaren waren moeilijk voor beleggers in grondstoffen. Prijzen stonden voortdurend onder druk. Maar in 2013 lijkt alles anders te worden. Vooral de prijzen van soft commodities als koffie, tarwe, mais en soja zitten al enkele maanden in de lift. Het ziet er echter naar uit, dat nu ook de prijzen voor enkele metalen, zoals zink, koper en nikkel weer omhoog gaan. In alle gevallen is de oorzaak een dreigend tekort!

    En dan te bedenken, dat nog in 2013 prijzen voor een ton nikkel tot onder $ 14 000 tuimelden en dat zeker een derde van de producenten in de rode cijfers belandden. De oorzaak was een fors toegenomen Chinese productie. Nu, amper een jaar later is het beeld totaal veranderd. Begin mei kostte een ton nikkel op de London Metal Exchange $ 18.250. Dat bedrag vertegenwoordigt een stijging. Het einde is volgens de Australische bank Macquarie, gespecialiseerd in grondstoffen, nog lang niet in zicht. De prijs kan in 2016 wel een niveau van meer dan $ 30 000 per ton bereiken. Maar dan moet Indonesië, de grootste producent van nikkelerts wel zijn verbod op export handhaven. Daarmee zijn we ook bij de oorzaak van de sterke prijsstijging. Op 12 januari van dit jaar verbood de overheid van dat land de export van het onbewerkte nikkelerts. De Filipijnen produceren ook veel nikkel, maar de kwaliteit van dat erts laat zeer te wensen over.

    Welke landen produceren nikkel?

    Welke landen produceren nikkel?

    Daar had diezelfde overheid al sinds 2009 mee gedreigd, maar het dreigement was nooit werkelijkheid geworden. De initiële reactie op het verbod was dan ook rustig. De prijs ging aanvankelijk maak met 2,5% omhoog. De markt ging ervan uit, dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen. Bovendien hadden Chinese bedrijven, die het erts omwerkten tot pure nikkel, uit voorzorg grote voorraden aangelegd. Prijs van nikkel naar hoogste niveau in vijftien maanden Het was juist die bewerking door buitenlandse bedrijven van het erts, die de Indonesiërs een doorn in het oog was. Juist die bewerking voegde waarde toe, niet het erts zelf. De bedoeling van het exportverbod was dan ook afnemers te dwingen in Indonesië zelf deze waardeketen in bewerking op te zetten. Op die manier zou Indonesië zelf het meest profiteren van het bezit van deze grondstof. De Chinezen hebben echter buiten de waard gerekend en hebben zich verkeken op de vasthoudendheid van Indonesië. Bovendien zijn sommige handelaren hun eigen nikkel vast gaan houden in de hoop, dat prijzen verder gaan stijgen. En daar is een gerede kans op. Dit jaar zullen naar verwachting vraag en aanbod redelijk in evenwicht zijn, maar in 2015 zal er een tekort optreden als alles blijft zoals het is. Daar ziet het wel naar uit, want de kans dat de ban op korte termijn herroepen wordt, is klein. In deze zomer zijn er verkiezingen in Indonesië en een nieuwe regering zal op zijn vroegst ergens in het najaar aantreden. En dan nog is het de vraag of er iets gaat gebeuren. De meeste grote politieke partijen scharen zich tot dusverre achter het exportverbod. Daar komt nog bij, dat multinationale mijnbouwers als Glencore Xstrata zich vierkant achter het verbod hebben geplaatst. De reden is duidelijk. Ze trekken misschien wel het meeste profijt van de relatieve schaarste en de hogere prijzen. Elke 10% prijsstijging brengt voor Glencore $ 170 miljoen extra in het laatje. Enkele Chinese bedrijven hebben zich bij het onvermijdelijke neergelegd en zijn productiefaciliteiten in Indonesië aan het opzetten. Maar het duurt zeker tot het midden van 2015 voordat die op stoom komen en op grote schaal het erts kunnen gaan bewerken. Voor de optimisten onder de nikkelhandelaren is het duidelijk: prijzen van meer dan $ 20.000 per ton zijn zeker niet meer uit te sluiten. De goede oude tijden van voor 2012 zijn weer helemaal terug!

    Welke bedrijven produceren nikkel?

    Welke bedrijven produceren nikkel?

    Cor Wijtvliet BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Pfizer koopt commercieel succes

    Afgelopen week moest Ian Read, ceo van Pfizer spitsroeden lopen, toen hij naar Londen kwam om de overname van AstraZeneca door zijn bedrijf te bepleiten voor een bedrag van £ 63 miljard. De ontvangst in de media en onder politici was op zijn zachtst gezegd sceptisch en soms gewoon vijandig. Dat is niet vreemd. Toen Ian Read in 2010 aantrad als de nieuwe sterke man van Pfizer was een van zijn eerste daden de sluiting van het onderzoekscentrum in Sandwich, in Kent. Meer dan 2.000 medewerkers verloren hun baan en de Britse ambitie om een internationaal powerhouse op het gebied van life sciences te worden, kreeg een stevige knauw te verduren.

    Pfizer weer op overnamepad

    Pfizer weer op overnamepad

    Overname

    De scepsis en de vijandigheid zijn daarom goed te begrijpen. De afgelopen 15 jaar heeft Pfizer een dubieuze reputatie opgebouwd als het gaat om overnames. Het bedrijf gaat zeer agressief in de weer met de medicijnenportfolio die het verwerft. Ook zet ze het mes stevig in de kosten. Daarbij wordt het budget allerminst ontzien. Die reputatie van nietsontziende acquisiteur dateert al weer van 1999. In dat jaar deden de Amerikanen een vijandig bod van maar liefst $112 miljard op Warner Lambert. Concurrent American Home Products had ook zijn oog ook laten vallen op Warner Lambert. Pfizer wilde ten koste van alles die overname voorkomen. Het bedrijf exploiteerde immers samen met Warner Lambert het zeer succesvolle medicijn Lipitor. Dat belang moest ten koste van alles verdedigd worden. Vanaf dat moment hadden de Amerikanen de smaak te pakken. Steeds als het wat minder goed ging met de verkoop en omzet deden opeenvolgende ceo’s een greep in de altijd zeer goed gevulde buidel om zich uit de problemen te kopen.

    Grootste overnames door Pfizer sinds 1999

    Grootste overnames door Pfizer sinds 1999

    Met de komst van Ian Read zou het allemaal anders worden. Pfizer was ondertussen een schoolvoorbeeld geworden van hoe het niet moest. Tussen 2000 en 2010 gaf Pfizer $200 miljard uit aan acquisities, maar de koers van het aandeel daalde in dezelfde periode van $ 49 naar $ 13. Ondanks de omvang van het bedrijf en de enorme bedragen die naar Research & Development gingen, bleven de onderzoeksuccessen achter bij de van de vaak veel kleinere concurrentie. Het bedrijf slaagde er maar niet in om op eigen kracht een blockbuster in de markt te zetten. Read beloofde zijn beleggers dan ook dat het afgelopen was met de geldsmijterij. Pfizer moest nodig afslanken en het management zou zich bezinnen op het afstoten van bedrijfsonderdelen. Uitgerekend deze man toont zich nu bereid om ruim $100 miljard op tafel te leggen voor AstraZeneca, een bedrijf dat het door gebrek aan commerciële successen ook al niet voor de wind gaat. Er is echter een groot verschil met Pfizer. De pijplijn van AstraZeneca is goed gevuld met veelbelovende producten. Die van Pfizer is nagenoeg leeg. In die zin verschilt het huidig overnamebod van alle eerdere overnames. Toen nam Pfizer kant en klare successen over en nu een veelbelovende pijplijn.

    Astrazeneca integreren in Pfizer

    De overname zou echter nog wel eens een ander doel kunnen dienen dan puur succes kopen. Hardnekkige geruchten willen, dat Read AstraZeneca wil overnemen en integreren in Pfizer om het in tweede instantie in twee of drie delen op te splitsen. Er zijn argumenten voor handen voor deze argumentatie. Read heeft het bedrijf opgesplitst in drie grote divisies: de eerste bevat medicijnen die nog door patent beschermd zijn. In de tweede zijn de oudere, generieke medicijnen ondergebracht. De derde is min of meer een samenraapsel van wat er dan nog resteert. Het bijzondere is verder, dat Pfizer bij de presentatie van de kwartaalcijfers voor elk van de drie divisies een afzonderlijke winst- en verliesrekening presenteerde. Door AstraZeneca over te nemen, zou iedere afzonderlijke divisie de massa krijgen, die het nodig heeft voor een afzonderlijke beursgang.

    pfizer3

    Voor beleggers is een dergelijke constructie zeer aantrekkelijk. Ze zijn van mening, dat vooral de portefeuille generieke medicijnen de koers drukt. Er is nog maar weinig aan te verdienen. Door die nu apart te plaatsen van de twee andere divisies is dat probleem opgelost. Bij AstraZeneca moet men vooralsnog niets weten van de vrijage van Pfizer. Het management wantrouwt de motieven en dat is begrijpelijk, gelet op het verleden. Bovendien is het bang, dat de acquisitie door Pfizer, de daaropvolgende integratie en ten slotte opsplitsing tot jaren van navelstaren zal leiden. Dat zal ten koste gaan van de commercialisering van de pijplijn van de Britten en die zijn hard toe aan een nieuw succes. Het resultaat is, dat ondanks zijn inspanningen, Ian Read een blauwtje gelopen heeft. Of hij nu definitief afdruipt, is nog maar zeer de vraag! BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Het einde voor the new normal

    In mei 2009 lanceerde Mohammed El-Erian van beleggingshuis Pimco het concept van the new normal. Dit concept hield in, dat Westerse economieën niet in staat zouden zijn de financiële crisis van 2008 een-twee-drie achter zich te laten. Integendeel, het westen zou een langdurige periode van vijf jaar of misschien nog wel langer tegemoet gaan, waarin de economie op zijn best 2% kon groeien. Europa zou al blij moeten zijn met 1% à 1,5%.

    Mohammed Er-Erian bedenker van the new normal

    Figuur 1 Mohammed Er-Erian bedenker van the new normal

    De achterliggende rationale was, dat het nu eenmaal heel, heel lang duurt voordat een economie zich herstelt van een periode van opbouw van extreem hoge schuldenlasten gecombineerd met het nemen van onverantwoorde risico nemen en een uiterst soepele kredietverlening. Daar kwam nog bij, dat veel beleidsmakers aan beide kanten van de oceaan de diepte en de intensiteit van de crisis totaal onderschatten. Ze waren immers opgevoed met het idee dat naoorlogse crises cyclisch van aard zijn en niet structureel. Toen het besef eenmaal was doorgedrongen, dat het dit keer toch echt anders was, liepen dezelfde beleidsmakers totaal achter de feiten aan. Het initiatief om de crisis te lijf te gaan kwam in handen van de centrale bankiers en dat is sindsdien zo gebleven.

    Toch geen new normal?

    Aan alle goeds komt een einde, maar ook aan alle minder goede dingen. Ruim vijf jaar na dato komt Pimco met de boodschap, dat the new normal zijn tijd heeft gehad. De wereld in het algemeen en de Verenigde Staten in het bijzonder staan op het punt terug te keren naar 'the old normal' van 3% groei en meer. De opvattingen van Pimco worden gedeeld door veel Wall Street economen. Uit een enquête van Bloomberg blijkt dat een meerderheid ervan uit gaat, dat de Amerikaanse economie in 2014 een groei van 3% kan bereiken. Dat is mooi en optimistisch, maar wordt tegelijkertijd een hele tour de force. In de eerste drie maanden van 2014 was de groei een schamele 0,1% op jaarbasis. Om toch op die beoogde 3% uit te komen, zal de groei in de rest van het jaar moeten versnellen tot ver boven 3%. Onmogelijk is dat niet, zo wijst de geschiedenis uit. In de vier jaar die volgden op de vorige drie recessies groeide de economie met gemiddeld 3,8%. De vraag is waar de extra groei vandaan moet komen. Daar bestaat tamelijk veel eenstemmigheid over. Er wordt veel hoop gevestigd op een acceleratie op de huizenmarkt. In 2013 wisselden ruim 5,5 miljoen huizen van eigenaar. Het was daarmee het beste jaar op deze markt sedert 2006. Hoewel het begin van 2014 zwak te noemen is, gaat ook oud-Fed baas Ben Bernanke ervan uit dat er hoop mag leven op een verbetering die zeker aanhoudt tot ver in 2015. De optimisten wijzen daarbij op de verbeterde financiële positie van veel gezinnen. Veel Amerikanen hebben hun schuldenlast tot zeer acceptabele niveaus terug gebracht en hebben weer ruimte om meer te besteden. Bovendien is de werkloosheid gedaald tot onder 7%. Ook dat schept financiële ruimte. De grootste positieve verrassing komt uit de hoek van de overheid. Mede dankzij het brute bezuinigingsprogramma Sequester lopen de tekorten op het niveau van de federale overheid snel terug tot ver onder 3%. Op het niveau van de staten is zelfs weer sprake van overschotten. Vooral van die laatsten mag veel verwacht worden als het gaat om het aanjagen van de economie. Alleen al de deplorabele toestand van de Amerikaanse wegen en bruggen vereist een miljardeninvestering. Daar is nu de ruimte voor!

    Ben Bernanke heeft er weer alle vertrouwen in

    Figuur 2 Ben Bernanke heeft er weer alle vertrouwen in

    Als dan de rest van de wereld zo aardig is om sneller te gaan groeien, dan kan ook de exportsector nog een steentje bijdragen aan de versnelling van de groei! Er is dus alle reden om met veel verwachtingen naar de nabije toekomst te kijken. The old normal wordt nu the new normal. Lang niet iedereen is overtuigd. Een bekende criticaster is en blijft de hoogleraar Robert J. Gordon. Die schreef al in 2012 een artikel waarin hij betoogde dat het voor het westen bijna praktisch onmogelijk zou blijken om naar oude groeicijfers terug te keren. Hij voerde daar een reeks argumenten voor op. De belangrijkste en bekendste zijn: a.) een kwalitatief tekort schietende innovatie schept geen nieuwe banen. b.) Europa en de VS vergrijzen. Vergrijzende samenlevingen verliezen aan dynamiek en daarmee aan vermogen om te innoveren en sneller te groeien. c.) De snel toenemende inkomensongelijkheid en de afbraak van de middenklasse heeft eveneens een negatief effect op de groei! Welke visie de juiste is, zal de komende tijd bewijzen. Voorlopig sluit Janet Yellen zich aan bij het kamp van de optimisten en Pimco. Zij heeft al laten weten in de trage groei over het eerste kwartaal van dit jaar geen aanleiding te zien te stoppen met de afbouw van de monetaire verruiming. Die gaat verder terug naar een bedrag van $ 45 miljard per maand. Dat is overigens nog steeds geen geringe stimulering! Cor Wijtvliet

    Janet Yellen laat de geldpersen wat langzamer draaien

    Figuur 3 Janet Yellen laat de geldpersen wat langzamer draaien

    BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Spanje: de uitblinker van 2014

    De afgelopen twintig tot dertig jaar is steeds opnieuw gebleken, dat economieën die bereid zijn tot structurele aanpassingen en hervormingen, succesvol zijn en blijven. Voorbeelden uit het verleden zijn het Verenigd Koninkrijk onder Thatcher, de Verenigde Staten onder Ronald Reagan, Duitsland onder Gerhard Schröder en China onder Deng Xiaoping.
    Het zou zo maar kunnen, dat Spanje tot dit illustere gezelschap gaat behoren. Hoewel dit land nog een lange weg heeft af te leggen, overheerst het idee dat het ergste definitief achter de rug is. Spanje biedt het typische voorbeeld van een land dat een verkeerde groeistrategie heeft gevolgd, diep in de versukkeling is geraakt en nu dient het herstel zich aan in de exportsector.

    Ook Spanje heeft de broekriem moeten aanhalen

    Ook Spanje heeft de broekriem moeten aanhalen

    Het verhaal van het land is genoegzaam bekend. Groei en welvaart waren gebouwd op het opblazen van de onroerend goed sector. Door de snel stijgende lonen kwam juist de exportsector internationaal steeds meer in de verdrukking, zeker ten opzichte van een land als Duitsland.

    Toen de crisis de binnenlandse vraag deed instorten, was ook de exportsector nog maar van weinig waarde. De sector was niet langer competitief door te hoge lonen en een overgewaardeerde euro. De snel verslechterende overheidsfinanciën en een overdaad aan regelgeving maakte een snel en doeltreffend antwoord op de crisis bij voorbaat onmogelijk.

    Spanje hervormt

    Het pad naar herstel is lang en pijnlijk geweest. In de eerste plaats moesten de lonen omlaag. Ze bivakkeerden ver boven de productiviteit van het land. Zonder de mogelijkheden, die wisselkoersen bieden, is het een uiterst pijnlijk aanpassingsproces geweest. Maar het is ook succesvol geweest. Spaanse lonen zijn weer van dien aard, dat Spanje weer de concurrentie met het buitenland aan kan. Loonmatiging was niet de enige noodzakelijke aanpassing aan de nieuwe realiteit. Ook moesten er op de arbeidsmarkten de nodige rigiditeiten en rechten geslecht worden. Bovendien kreeg het belang van de exportsector voorrang boven de binnenlandse markt. Het gevolg daarvan was een torenhoge jeugdwerkloosheid. De overheid heeft echter manmoedig aan dit harde beleid vastgehouden en waarschijnlijk met succes. De eerste tekenen, dat de arbeidsmarkt herstelt, zijn zichtbaar.

    Spanjaarden gaan de straat op

    Spanjaarden gaan de straat op

    Tot de problemen, waar Spanje mee kampt, behoort een kwakkelende kredietverlening aan bedrijven, die voor de binnenlandse markt werken. Die laat zeer te wensen over. Maar hulp komt uit onverwachte hoek. Het internationaal werkend bedrijfsleven beoordeelt het herstructureringsproces in Spanje positief. Er is bereidheid om in dat land opnieuw te investeren, omdat er geloof is in het uiteindelijk herstel van de koopkracht. Met het succes van zijn beleid onderscheidt Spanje zich positief van een land als Italië, dat voor een deel kampt met dezelfde kwalen. In het laatste land is van loonaanpassing nog maar amper of geen sprake. Hier kan de exportsector de rol van aanjager van de economie niet vervullen. Ook is er van aanpassing van de arbeidsmarkt en vermindering van de regelgeving nog lang geen sprake. Misschien schrikken de Italianen wel terug voor een lijdensweg à la Spanje. Dat moge zo zijn, maar het gaan van deze weg van moeizame aanpassingen lijkt onontkoombaar.

    Winkels sluiten door dalende consumentenbestedingen

    Winkels sluiten door dalende consumentenbestedingen

    Er moet meer evenwicht komen tussen de diverse sectoren van de economie. Dat zal vooral ten koste gaan van veel binnenlandse sectoren die amper concurrentie te duchten hebben en die daarom slecht functioneren. Los daarvan, technologische ontwikkelingen en het voortgaande proces van globalisering eist voortdurende aanpassingen. Zelfs landen, waar alles min of meer in evenwicht is, ontkomen daar niet aan. Landen, die zich niet aanpassen, zullen definitief afhaken en achterblijven! Cor Wijtvliet Michael Spence, the gain in Spain. Project Syndicate, April 23, 2014 BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • De weddenschap van Warren Buffet

    Zes jaar geleden ging Warren Buffett een interessante weddenschap aan. Buffett wedde dat over een periode van tien jaar een simpel indexfonds beter zou presteren dan het gemiddelde rendement van een aantal (door de tegenpartij te kiezen) gerenommeerde hedgefunds. Protégé Partners (Protégé), een vermogensbeheerder uit New York, nam de weddenschap aan. Zij selecteerden vijf zeer gerenommeerde zogeheten ‘fund of funds’ – dergelijke fondsen beleggen zelf weer gespreid in verschillende hedgefunds.

    Zowel Buffett als Protégé stelden een bedrag van US $ 320.000 beschikbaar voor de weddenschap. Dat bedrag werd belegd in obligaties die na de tien jaar exact US $ 1 miljoen waard zouden zijn. De ‘winnaar’ zou na afloop van de weddenschap mogen beslissen welk goede doel de US $ 1 miljoen zou krijgen.

    Passief en actief

    Bij het aangaan van de weddenschap stelde Buffett dat er twee categorieën beleggers te onderscheiden zijn: passieve en actieve. Passieve beleggers wijken maar weinig af van de beursindices. En omdat zij hierdoor ook maar lage kosten hebben geldt dat het rendement dat passieve beleggers behalen veelal min of meer in lijn ligt met dat van de beurs zelf. Buffett vervolgt: omdat het rendement van passieve beleggers dus maar weinig afwijkt van het beursgemiddelde is het per definitie zo dat de rest van de groep - de actieve beleggers dus - gemiddeld ook een rendement behalen gelijk aan het beursgemiddelde. Echter, bij actief beleggen zijn er juist wel hoge kosten waardoor het rendement uiteindelijk een stuk minder is. Voor hedgefunds is een vaste jaarlijkse vergoeding van 2% gangbaar. En daarbovenop nog eens 20% van het rendement. 'Fund of funds' vormen nog weer een extra kostenschil: zij rekenen vaak een vaste jaarlijkse vergoeding van 1% en daarnaast nog eens 5% van het rendement. Met dergelijke vergoedingen is het vrijwel zeker dat een belegger in een simpel indexfonds op termijn beter af is.

    US $ 1 miljoen

    Het bedrag van US $ 640.000 dat Buffett en Protégé samen op tafel legden zou zoals gesteld eind 2018 moeten zijn uitgegroeid tot US $ 1 miljoen. Op 1 januari 2008 werd dit bedrag in obligaties geïnvesteerd. Doordat de rente sterk daalde - een gevolg van de crisis - stegen deze obligaties fors in waarde. Eind 2012 waren ze al bijna US $ 1 miljoen waard. Omdat de obligaties de volgende vijf jaar nog amper iets zouden opleveren besloten Buffett en Protégé tot verkoop en kochten daarvoor in de plaats aandelen Berkshire Hathaway. Dat pakte gunstig uit: de koers van Buffett's investeringsvehikel steeg het afgelopen jaar met ruim 30% en met nog vier jaar te gaan geldt nu reeds dat de aanvankelijke US $ 640.000 is uitgegroeid tot US $ 1,27 miljoen.

    De (voorlopige) winnaar is...

    De voorlopige winnaar van de weddenschap (er is dus nog vier jaar te gaan!) is Warren Buffett. Een belegging in een goedkoop S&P 500-indexfonds werd de afgelopen zes jaar 43,8% meer waard. Het 'exclusieve' beleggen in de vijf met zorg geselecteerde 'fund of funds' leverde beleggers na aftrek van alle kosten de afgelopen zes jaar slechts 12,5% rendement op. De kans lijkt ons klein dat de 'fund of funds' het verschil de komende vier jaar nog zullen inlopen. Vanwege hun vergoedingsstructuur zouden ze immers - relatief gezien - uitzonderlijk goed moeten presteren om zelfs maar in de buurt van het rendement van een goedkoop indexfonds te komen. De les voor beleggers? De hoge kosten maken actief beheerde, 'exclusieve' beleggingsfondsen in veel gevallen tot een twijfelachtige keuze. Vooral over wat langere periodes bezien wordt duidelijk dat de hoge kosten vaak niet worden goedgemaakt. Vergeleken met het beleggen in actief beheerde (en dure!) beleggingsfondsen is de keuze voor een simpel (en goedkoop!) indexfonds zo'n gek idee nog niet... Door: Hendrik Oude Nijhuis Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van http://www.warrenbuffett.nl/.

    Vooralsnog krijgt Warren Buffett gelijk

    Vooralsnog krijgt Warren Buffett gelijk

    >> Klik hier om de bestseller “Leer beleggen als Warren Buffett” gratis te downloaden <<

  • Oekraïne dreigt af te glijden naar een burgeroorlog

    Op donderdag 17 april sloten de VS, de EU, Rusland en Oekraïne een overeenkomst in Geneve. De intentie was om de spanningen in het oosten van Oekraïne niet verder te laten escaleren. Rusland verklaarde plechtig zijn best te doen om de zogeheten separatisten in te tomen. Van meet af aan heerste er bij alle betrokken partijen scepsis over de waarde van het resultaat van de onderhandelingen. Uit Oost Oekraïne kwamen er onmiddellijk geluiden, dat men zich niet gebonden achtte aan de uitkomsten van Geneve.

    De sceptici hebben gelijk gekregen. Zondag 20 april kwamen er berichten over een treffen tussen pro-Russische separatisten en een groepje onbekende individuen. Het vuurgevecht vond plaats bij het dorpje Bilbasivka, een dorpje onder de rook van de stad Slavyansk. Er vielen drie doden.

    Verwijten

    Zodra het nieuws bekend werd, kwam van beide zijden een verwijtenregen op gang. Volgens de Russen was het schietincident het beste bewijs, dat ‘Geneve’ naar de prullenbak verwezen kon worden. Het waren immers leden van de extreem rechtse groepering Rechtse Sector. Volgens het Russische ministerie waren er op de plaats delict wapens, luchtfoto’s en symbolen van Rechtse Sector gevonden. Het was volgens Moskou het bewijs van de onwil van Kiev om extreme krachten in te tomen. Uiteraard lieten regeringskringen in Kiev zich niet onbetuigd en beschuldigden op hun beurt Moskou ervan zelf het hele vuurgevecht in scene te hebben gezet om zo een aanleiding te creëren om alsnog Oekraïne binnen te marcheren.

    ukraine-column-cor2

    Onrust in het Oosten van Oekraïne 

    Spanningen Oekraïne nemen toe

    Het ziet er voor de korte termijn naar uit, dat de spanningen eerder zullen toe- dan afnemen. Aan de vooravond van de aankomst van vicepresident Joe Biden in Kiev gaf Sergei Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, een schot voor de boeg. Hij wees erop, dat leidinggevende functionarissen uit Oostelijke steden een dringend beroep op Moskou hadden gedaan om de groeiende onrust en wetteloosheid in dat deel van het land de kop in te drukken. Volgens Lavrov waren er krachten in die regio actief, die het land in een burgeroorlog wensen te storten. Uiteraard ziet Moskou het als zijn plicht om deze misdadige pogingen niet alleen te veroordelen, maar ook om die krachten te bestrijden.

    ukraine-column-cor4

    Lavrov (links) en Biden (rechts)

    Spanningen

    Het is nu al duidelijk, dat het aanbod dat Biden Kiev gaat doen de spanningen niet zullen doen verminderen. Hij zal in de eerste plaats de interim regering technische bijstand aanbieden. De VS beschikken over een technologie om gas vanuit het westen naar Kiev te laten stromen. Dat vermindert de afhankelijkheid van het land van het Russisch gas. Daarnaast zal Biden zijn steun uitspreken voor de onafhankelijkheid van het land en de integriteit van de landsgrenzen. Het is vooralsnog onduidelijk, maar niet onmogelijk dat Biden met plannen op de proppen komt voor verregaande sancties. Dat zal de verhoudingen niet verbeteren, zoveel is zeker. Maar misschien is het ergste wel, dat er in Washington voorstellen leven om Kiev te garanderen, dat de VS zich verplichten om voor een langere periode al dan niet militair aanwezig te zijn. Een serieus voorstel zou de verhoudingen echt op scherp zetten. Het zou voor Moskou en voor Poetin het ultieme bewijs zijn, dat het Westen weigert in te zien, dat Moskou legitieme rechten in die regio heeft. Bovendien willen zich aan de Russische grenzen regimes vestigen die vijandig staan ten opzichte van Moskou. Daar komt nog bij, dat voor Rusland Oekraïne een wezenlijk onderdeel vormt van het eigen veiligheidsbeleid. In Kiev hoort in hun ogen een regime dat luistert naar Moskou. Die opvatting leeft al eeuwen en misschien heeft het Westen te weinig oog voor de Russische gevoeligheden op dat gebied. Het op de een of andere manier garanderen van de Oekraïense veiligheid door het Westen, zal als een regelrechte belediging opgevat worden. Voor de markt is het inmiddels duidelijk, dat de spanningen eerder zullen oplopen dan wegebben. De prijs voor een vat Brentolie begint geleidelijk meer en meer op te lopen. Het kan nog steeds, dat Poetin een verscherping van de sancties zal beantwoorden met eigen sancties.

    Olieprijs

    Figuur 1 Olieprijs gaat weer omhoog

    Overigens stagneert de prijs voor West Texas Intermediate. De voorraden in de VS hebben waarschijnlijk een recordniveau van 397,1 miljoen vaten bereikt. Dat is het hoogste niveau sinds mei 2013. Cor Wijtvliet BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze
    • nog niet automatisch ontvangt.

  • Griekenland terug op de kapitaalmarkt

    Donderdag 10 april zal waarschijnlijk als een memorabele dag de geschiedenis van de nog voortdurende financiële crisis ingaan. Op deze dag zal Griekenland met succes voor het eerst in vijf jaar een staatslening met een looptijd van 5 jaar plaatsen tegen een rentevergoeding van om en nabij 5,25%. Het is misschien wel het meest overtuigende bewijs, dat de crisis op zijn laatste benen loopt en dat Griekenland ook definitief de weg terug heeft ingeslagen.

    Griekenland terug op de obligatiemarkt

    Griekenland terug op de obligatiemarkt

    Rendement

    Aan deze min of meer gewichtige gebeurtenissen zitten meerdere aspecten. Het eerste is dat van de timing. Zelfs het rendement op perifere obligaties is fors aan het dalen. Obligatiebeleggers zijn naarstig op zoek naar papier dat nog wat rendement biedt. Het Griekse aanbod van 5,25% steekt wat dat betreft zeer gunstig en aantrekkelijk af bij dat van bijvoorbeeld Portugal en Italië. Die bieden voor hetzelfde papier een rendement van respectievelijk 2,65% en 1,77%.

    Als deze eerste test bevredigend slaagt, dan is dat een eerste bewijs dat de belegger Griekenland weer beschouwt als een min of meer betrouwbare staat. Dat is natuurlijk een absolute noodzaak om weer een volledige comeback op de internationale kapitaalmarkten te maken. Dat is de Grieken veel waard. Ze beseffen dondersgoed, dat de grote institutionele beleggers nog met veel wantrouwen en achterdocht naar Griekse leningen kijken. In 2012 stond het land op de rand van de afgrond. Ze herinneren zich waarschijnlijk ook nog de rampzalige staat van de Griekse economie van die dagen en het totale onvermogen van Griekse politici. Bovendien is voor hen waarschijnlijk de Griekse staatsschuld, die nog steeds 180% van het Bruto Binnenland Product bedraagt, veel te hoog. Het lijkt derhalve voor de hand te liggen, dat in eerste instantie vooral meer speculatieve beleggers hun slag zullen slaan naast uiteraard menig Griekse belegger.

    Een troef voor de Grieken om de uitgifte tot een succes te maken zijn de relatief lage aflossingsverplichtingen van het land. Die belopen dankzij de gulheid van het Internationaal Monetair Fonds tot 2020 slechts € 6,5 miljard. Bovendien weten belangstellende beleggers, dat meer dan 65% van de Griekse schuld in handen is van lidstaten van de eurozone. Die landen is er blijkbaar veel aangelegen, dat Griekenland niet failliet gaat.

    Griekenland terug op kapitaalmarkt

    Die landen zullen overigens wel hun bedenkingen hebben over de Griekse poging een comeback op de kapitaalmarkten. Een succes zou de Grieken weer kunnen doen vervallen in hun slechte gewoontes. Daardoor kunnen de noodzakelijke hervormingen weer op de lange baan geschoven worden. Bovendien zou een groot succes de Grieken ertoe kunnen verleiden nog meer weerstand te bieden aan de eisen van het beroemde beruchte trio: IMF, EU en ECB. De man, die het meest te winnen heeft bij de nieuwe uitgifte, is Eerste minister Antonis Samaras. Een succes zou min of meer een kroon op zijn hervormingsinspanningen betekenen. Het zou zodoende een stevige steun in de rug zijn voor zijn zeer wankele coalitie. Een succes maakt bovendien de kans op succes bij de komende Europese verkiezingen groter. Hij is dan ook zeer voorzichtig te werk gegaan. Pas toen de grootse bank van Griekenland, Pireaus, met succes een obligatielening wist te plaatsen, gaf hij groen licht. Cor Wijtvliet BELANGRIJK:
    • Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected]
    • Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen.
    • U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen!
    • U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt.

  • Handel heeft weer geloof in commodities

    Nog onlangs organiseerde the Financial Times zijn jaarlijkse Commodities Global Summit in Lausanne, Zwitserland. De sfeer onder de aanwezigen was er een van gematigd optimisme. Dat is verrassend, omdat 2013 voor de meeste commodities een bijzonder moeilijk jaar was. Eventuele zorgen over bijvoorbeeld een afzwakkende Chinese economie of oplopende spanningen rondom Oekraïne werden in Lausanne geminimaliseerd.

    Prijsontwikkeling grondstoffen in eerste kwartaal 2014

    Prijsontwikkeling grondstoffen in eerste kwartaal 2014

    Voor Archer Daniel Midland, groot in het verhandelen van agrarische producten, staat het wel vast, dat de wereldwijde economische groei in 2014 en toch zeker in 2015 gaat versnellen. Het is belangrijk om te weten hoe de handel denkt. In tegenstelling tot producenten van commodities, moeten handelshuizen het vooral hebben van de juiste interpretaties van de richting van de markt. Daar verdienen ze hun geld mee.

    Olie

    Het minste perspectief ziet de markt voor energieprijzen. De prijs voor een vat Brent olie zal voorlopig blijven bewegen tussen $ 100 en $ 110. Dat is al drie jaar zo. De schalieboom in de VS is niet terug te zien aan de internationale prijsvorming. Dat is eerst en vooral te danken aan de verstoringen van de productie in Het Midden Oosten, in landen als Irak en Libië. De olieprijs zal pas omlaag kunnen als de Amerikanen een deel van hun schalieolie gaan exporteren. Dan kan er een daling optreden van wel 20%.

    Gas

    Uitgesproken negatief is de markt over de mogelijkheden van aardgas. In februari was de prijs van aardgas in de VS door het dak gegaan door de extreme winter. Maar nu is de prijs weer terggevallen naar hetzelfde niveau als voor de winter en wel naar $ 4,35 BTU. Er is weinig geloof, dat er dit jaar nog veel verandering in dat niveau komt. Hetzelfde beeld is min of meer zichtbaar in Europa. Ondanks de spanningen rondom Oekraïne en de grote afhankelijkheid van Europa van Russisch aardgas, heeft de prijs de neiging om omlaag te gaan. De markt gaat er vooralsnog van uit, dat ernstige verstoringen in de aanvoer achterwege zullen zijn.

    Extreem winters weer eindelijk voorbij

    Figuur 1 extreem winterweer in de VS is voorbij

    Soft commodities

    Heel andere geluiden waren er te horen over de prijsontwikkeling van landbouwproducten. In het eerste kwartaal van dit jaar zijn prijzen fors gestegen vanwege extreme weersomstandigheden in diverse belangrijke producerende regio’s. Volgens Cargill moet de wereld er serieus rekening gaan houden, dat instabiele weersomstandigheden een fact of life zijn geworden. Volatiliteit vreet aan de mogelijkheden om grote voorraden aan te leggen en dat jaagt de prijzen omhoog. Er mag dan immers nog maar weinig misgaan. Daar komt nog bij, dat de vraag naar bijvoorbeeld vlees alleen maar blijft stijgen. De nieuwe middenklasse in de Opkomende Markten wil nog steeds proeven van het Westerse dieet.

    Dit wordt een normaal beeld

    Figuur 2: Dit wordt een normaal beeld

    Hard commodities

    Op de korte termijn gaat het minder met de prijzen voor grondstoffen als koper, aluminium en ijzererts. De oorzaak daarvan heet China. Het land groeit minder hard en investeert ook minder in zijn infrastructuur en de capaciteit van de industrie. Kortom, China is een veel minder dominante partij op de markt voor hard commodities. Daar komt nog bij, dat veel producenten hun productiecapaciteit steeds hebben vergroot en dus komt de wereld (tijdelijk)met een overaanbod. Pas als de overschotten uit het systeem zijn verwijderd, kunnen prijzen weer omhoog. Maar dan is er ook ruimte voor forse prijsstijgingen denken ze bij Goldman Sachs. Over twee of drie jaar kan de prijs voor aluminium zomaar 40% hoger liggen dan vandaag het geval is. De koperprijzen kunnen tegen 2016 tussen 10% - 15% hoger liggen. De goede oude tijd van 2003 en 2004 kan zomaar weer terugkomen. Soms zijn dromen geen bedrog. Cor Wijtvliet Bron: Financial Times, Big traders look beyond commodities price gloom, April 4 2014 Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar [email protected]

  • Red het kapitalisme, belast de kapitalisten

    kapitalisme-dagobert-duck
    De uiterst scheve verdeling van inkomen en vermogen wordt steeds meer een steen des aanstoots. Zeker in de Verenigde Staten wordt het meer en meer een politiek discussiepunt. De verhoudingen in dit land zijn zoek. Daar is iedereen het wel over eens. De vraag is wat de politiek en/of maatschappij er aan kan veranderen?
    Volgens Alexis de Tocqueville was de VS in de 19de eeuw het land, waar gelijkheid tussen burgers mogelijk was, omdat het een land van overvloed was. Iedereen had kansen en iedereen kon kiezen. En het zij gezegd, tot aan WOI waren de bezitsverhoudingen in de VS veel minder extreem dan in het Oude Europa. In de jaren tussen 1914 en 1945 verdwenen de oude verhoudingen echter door oorlog, inflatie, nationalisatie en niet te vergeten belastingen. Het naoorlogse Europa ontwikkelde instituties om de gelijkheid tussen mensen te bevorderen. democratie-kapitalisme  Veel van de instituties en de daarbij behorende ideeën waren gebaseerd op Amerikaanse opvattingen. Het Britse belastingstelsel, dat in de jaren 1930 – 1980 bedoeld was om inkomens te herverdelen, was een Amerikaanse vinding. Het was in de VS in het interbellum ontwikkeld om te voorkomen, dat er een ongelijkheid à la Europa zou groeien. Aan een klassenstrijd had men in de VS op voorhand een broertje dood. Het aardige, nee het opvallende van dit experiment was, dat de economische groei niet leed onder de belastingdruk. Sterker nog, de groei lag ten tijde van het experiment hoger, dan in de jaren daarna. Een maatschappij die streeft naar gelijkheid zal er voor zorgen, dat onderwijs breed toegankelijk is. Ook in dit opzicht was de VS voorloper, maar is geleidelijk in de achterhoede beland. Amerikaanse universiteiten zijn de afgelopen decennia minder en minder toegankelijk. Zeker de topuniversiteiten bestendigen zo meer en meer een sterk groeiende ongelijkheid. Hun verweer is echter, dat ze plaats bieden aan de best and the brightest. Ze bieden in ieder geval onderdak aan de rijksten. Dat is overigens niet langer een Amerikaans, maar meer en meer een Westers probleem. Het meritocratisch denken op de universiteiten en daarbuiten valt samen met een sterk groeiende maatschappelijke ongelijkheid sinds 1980. De top verdient steeds meer, met als belangrijkste rechtvaardiging dat ze het waard zijn. Ze bezitten immers bijzondere talenten. Daar gelooft anno nu bijna niemand meer in. Veeleer is aannemelijk, dat het topmanagement van zijn positie misbruik maakt om zichzelf een groot salaris toe te kennen. Dat wil weer niet zeggen, dat een beknotting van de extreme salarisgroei tegelijkertijd een einde maakt aan de enorme scheefgroei in inkomen en vermogensontwikkeling. Was dat maar waar! Het blijkt, dat de financiële positie van de kapitalisten ook dan sterker zal worden, omdat ze in staat zijn hun kapitaal, hun vermogen sneller te laten groeien dan de economie. Aan het begin van de 21ste eeuw staat de maatschappij voor dezelfde uitwas als aan het einde van de 19de eeuw. Het rendement op belegd vermogen groeit en is veel en veel hoger dan de economische groei. Juist dit feit verscherpt in sneltreinvaart de ongelijkheid in de westerse samenlevingen. Dat gebeurde in de 19de eeuw en nu weer. rockefeller-carnegie-jpmorgan-vanderbilt  Van de politiek is op korte termijn weinig te verwachten. De politieke klasse in het Westen is meer en meer het domein geworden van de zeer welgestelden. Het merendeel van de politici, die het Amerikaans Congres bevolken, is miljonair. Van hen is niet te verwachten, dat ze het probleem van de inkomensongelijkheid daadwerkelijk zullen aanpakken. Toch is er voldoende reden om dat te doen. Het einde van het tijdperk van de zogeheten roverbaronnen in de VS viel samen met het uitbreken van WO I. Die zette de bijl aan de wortel van de aloude Europese klassenmaatschappij en het zette de Amerikanen aan het denken, zoals hierboven beschreven staat. Welk weldenkend mens zit te wachten op een herhaling van de ellende van de eerste helft van de 20ste eeuw! Een nieuw en effectief belastingsysteem, gericht op herverdeling van uitwassen, kan en moet de kapitalisten behoeden voor de ondergang van het kapitalisme. Ook dat leert de eerste helft van de 20ste eeuw. kapitalisme-graaiers Cor Wijtvliet Bron: The Financial Times, Save capitalism from the capitalists by taxing wealth. March 29 2014