Categorie: Columns

  • Duitsland investeert veel te weinig

    Onze Oosterburen liggen in de vuurlinie van het IMF en de Europese Commissie. De kritiek luidt dat de overschotten op de lopende rekening te groot zijn en dat gaat ten koste van de rest van Europa. Dit verhindert namelijk het felbegeerde economische herstel.

    Het overschot is inderdaad te groot, maar dat heeft weinig van doen met de rest van Europa. De werkelijke oorzaak van het enorme overschot is het lage investeringsniveau van de private sector in Duitsland.

    Kritiek
    Het gevaar is nu, dat een geërgerd Duitsland zich meer en meer gaat afwenden van Europa onder het motto: wat goed is voor Europa moet wel slecht zijn voor Duitsland. Deze houding gaat al schuil achter de kritiek op de renteverlaging van de Europese Centrale Bank. Die verlaging is strijdig met de Duitse belangen.

    Voor een deel hebben de Duitsers overigens het gelijk wel aan hun kant met hun verweer op de externe kritiek. Export is geen zero-sum game. De export van Duitsland richt extern niet louter schade aan. Het heeft ook zo zijn goede kanten. De sterk stijgende exporten van het land na de diepe crisis van 2008-2009 droegen wel degelijk bij aan het wereldwijde herstel.

    Structureel
    Eenzijdige kritiek op het overschot lijdt de aandacht af van een structureel probleem, dat steeds meer de toekomst van het land gaat bedreigen. Ondanks alle mooie economische successen en de lage werkloosheid is het toch voor een deel de schijn die bedriegt. De groei is en blijft zwak, de loonontwikkeling stagneert, de arbeidsproductiviteit is laag, veel banen hebben een laagwaardig en tijdelijk karakter en de overheid is financieel uitgehold.

    De onderliggende oorzaak is in alle gevallen een gigantische investeringsachterstand. De investeringsquote is nu een van de laagste in Europa. Bedroeg het aan het einde van de vorige eeuw nog 23%, nu is het teruggevallen naar 17%. Volgens een studie van de Berlijnse denktank DIW schieten de investeringen jaarlijkse 3% oftewel € 80 miljard. Dat scheelt het land al snel 0,5% aan groei tekort. Het is vooral de private sector die het erbij laat zitten.

    Pech
    De oorzaak voor deze ongunstige ontwikkeling is een combinatie van pech en slecht beleid. De zegetocht van Duitse bedrijven heeft als gevolg, dat deze sector meer en meer in het buitenland gaat investeren. Op die manier willen bedrijven een stevigere voet tussen de deur te krijgen. Dat is de schaduwzijde van succes.

    Maar binnenlands liggen de kaarten iets anders. De regelgeving is in Duitsland zo onduidelijk, dat bedrijven vaak niet weten wat er wel en wat er niet mogelijk is. Daarom blijven veel bedrijven maar op hun handen zitten. Een tweede hinderpaal is het rigide belastingstelsel. Ook dat bevordert de bereidheid om te investeren niet. In de derde plaats hebben ook de Duitsers te kampen met een tekort schietende arbeidsmarkt. Die levert niet wat bedrijven nodig hebben. Niet in de laatste plaats dalen de investeringen, omdat de ondernemerszin bij onze Oosterburen terugloopt. Nieuw ondernemerschap is vaak een sine qua non voor innovatie, wat weer de basis is voor hernieuwde groei en werkgelegenheid.

    Zieke man
    Het bevreemdende en onrustbarende is, dat het lage investeringsniveau met al zijn kwalijke consequenties geen onderwerp van gesprek is bij de regeringsonderhandelingen. Het is ook aantrekkelijk om het niet te doen. Het oplossen van dit probleem levert pas na jaren resultaten en zover reikt de blik van een doorsnee politicus niet. Niets doen heeft echter een prijskaartje. Duitsland kan zomaar weer de zieke man ven de eurozone worden.

    Tijd om te investeren klok

    Bron:
    Marcel Fratscher, Investment, not the surplus is Germany ’s big problem. Financial Times, November 19 2013

  • Europa ontkomt niet aan monetair stimuleren

    Na enkele zomerse maanden vol optimisme over het economisch herstel in de eurozone, is de somberheid met de herfst teruggekeerd. De cijfers liegen er niet om. De groei is nagenoeg weer verdwenen en de inflatie is naar een alarmerend laag niveau gedaald. Frankrijk en Italië zitten weer in een recessie en zelfs de Duitse locomotief begint steeds meer stoom te verliezen.

    Het is weer alle hens aan dek, maar de mogelijkheden om in te grijpen zijn beperkt. De ECB kan natuurlijk de rente naar 0% verlagen, maar dat zal nog maar weinig effect sorteren. Welbeschouwd resteert Mario Draghi nog maar een echt wapen en dat luistert naar de naam kwantitatieve verruiming.

    Argumenten voor stimuleren

    Er zijn drie argumenten die hiervoor pleiten. In de eerste plaats is dat natuurlijk het vooruitzicht van een zeer trage groei gecombineerd met een extreem lage inflatie. Die weinig aanlokkelijke toestand kan nog gemakkelijk twee jaar aanhouden. Het tweede argument is natuurlijk, dat de ECB eigenlijk geen ander wapen meer ter beschikking staat.

    Het derde argument heeft betrekking op de rol van de ECB als lender-of-last-resort. In 2012 lanceerde Draghi het zogeheten Outright Monetary Transactions programma (OMT). Dat stelde de ECB in staat landen met ongelimiteerde hoeveelheden liquiditeiten bij te staan mochten ze in de problemen komen. Het OMT heeft een nuttig kalmerende uitwerking op de financiële markten gehad. Het is echter geen monetair instrument maar veeleer een verzekering. Daarin verschilt het van kwantitatieve verruiming. Dat is niet bedoeld om landen en beleggers gerust te stellen, maar om de rente te verlagen.

    Grondwettelijk

    Er is nog een verschil. Het is nog steeds goed mogelijk, dat het Hof te Karlsruhe het OMT programma buiten grondwettelijk verklaart. Het OMT is immers bedoeld om de schuld van een soevereine staat te verlagen. Dat valt buiten het regime van de Bank. Zoiets kan met een programma kwantitatieve verruiming nooit gebeuren. Het behoort wel tot de mogelijkheden van de ECB en het is grondwettelijk. De Bank kan derhalve besluiten bepaalde vermogenstitels te gaan opkopen en uit de markt te halen. Ze hoeft daarbij geen aandacht te besteden aan nationaliteit.

    Gefragmenteerd

    Het zal trouwens niet gemakkelijk zijn om een dergelijk programma in de eurozone op te zetten. De financiële markten zijn er immers zeer gefragmenteerd. Dat maakt een ingreep in de huizenmarkt nagenoeg onmogelijk. De ECB zou ervoor moeten kiezen om staats- en bedrijfsobligaties te gaan opkopen. Dat impliceert wel, dat de ECB het krediethongerige midden- en kleinbedrijf op zijn best indirect bereikt. Die sector leunt voornamelijk op de banken. Daarvoor zou er misschien een Europese variant van het Britse Funding For Lending programma ontwikkeld kunnen worden.

    Succes

    Het is overigens niet gezegd, dat kwantitatieve verruiming echt zoden aan de dijk zal zetten. Dat bewijzen de economieën van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Maar er is eenvoudig weg geen alternatief. Dat hebben we hierboven uitgelegd.

    Wie van mening is, dat verruiming de financiële stabiliteit bedreigt, moet zich afvragen of het vooruitzicht van een langdurige recessie of zelfs depressie aantrekkelijker is. Er is geen alternatief!

    stimuleren

    Bron:
    Wolfgang Münchau, Why Europe needs to try unconventional policy. Financial Times, November 18, 2013

     

  • De Duitsers hebben het helemaal gehad met Europa

    En zomaar ineens staat Duitsland zelf in de Europese beklaagdenbank. De Europese Commissie gaat onderzoeken of het gigantische overschot op de lopende rekening de economie van de eurozone benadeelt. Voor menig Duitser is dit niets minder dan een klap in het gezicht. Het idee, dat ze weleens het nieuwe zwarte schaap van de crisis kunnen worden, is echt teveel van het goede. De Duitse woede kan de blik op de werkelijkheid vertroebelen.

    Crisisbestendig Duitsland?

    Van de weeromstuit beginnen de anti-Europese gevoelens meer en meer de kop op te steken. En dan te bedenken, dat Duitsers van begin af aan ware eurofielen zijn geweest. Maar tegelijkertijd zijn ze er van overtuigd, dat hun land de crisis het best doorstaan heeft. De economie groeit nog steeds en de werkloosheid is historisch laag. Ondanks de crisis mag de overheid geen tekort, maar een overschot van 1,5% noteren.

    Die cijfers, hoe mooi ook misschien, zijn wel misleidend. Een studie van de Berlijnse denktank DIW laat zien dat de Duitse groei sinds de komst van de euro de laagste van de hele zone is. Die onprettige waarheid geldt trouwens ook voor de ontwikkeling van de productiviteit. Dat is nog niet alles. Zo loopt de loonontwikkeling in Duitsland ver achter bij het gemiddelde van de eurozone en is het niveau van de investeringen zonder meer laag. Bij ongewijzigd beleid wachten onze Oosterburen grote problemen.

    De Duitsers hebben ongetwijfeld een sterk punt als ze beweren, dat de aanhoudende crisis in de periferie ook negatief uitvalt voor Duitsland. Ze vergeten gemakshalve dat nog maar tien jaren geleden Duitsland zelf de zieke man van Europa was. Sterke groei in de rest van Europa stelde het land in staat zich uit de problemen te exporteren.

    Een tweede pijnpunt voor veel Duitsers is de overtuiging, dat hun land uiteindelijk altijd de rekening mag/moet betalen. Daarom voelen ze weinig voor de bankenunie. Duitse belastingbetalers zouden weleens moeten opdraaien voor de schuldenproblematiek van banken in andere landen. Die angst ligt ook ten grondslag aan de wijdverbreide aversie jegens het monetair beleid van de ECB. Door die aversie missen ze het feit, dat dankzij het ECB beleid de rente in heel Europa omlaag is gegaan, zonder dat daar bijzondere prestaties voor verricht hoefden te worden. De belofte was voldoende. Blijkbaar zijn veel Duitsers ervan overtuigd, dat alleen zij een juist beleid kunnen voeren. Andere overheden of beleidsmakers zullen er alleen maar een potje van maken.

    Een derde misvatting is, dat de crisis uiteindelijk op het conto te schrijven is van de euro. Dat is op zijn best deels waar. Er is echter absoluut geen sprake van een valutacrisis. De euro is een safe haven voor de rest van de wereld en dat heeft de munt te danken aan haar stabiliteit en geloofwaardigheid. De euro wordt gewoon goed gemanaged. Nee, de eurozone is absoluut nog geen ideale muntunie, maar die bestaat ook niet. Ook in de VS zijn er grote verschillen tussen staten.

    De Duitsers zouden moeten inzien, dat juist het gebrek aan politieke wil de grootste bedreiging voor de geloofwaardigheid van de euro is. Politieke onwil verhindert de vorming van een bankenunie. Een fiscale unie is momenteel nog lichtjaren ver weg. Duitsland kan derhalve slachtoffer worden van het eigen wantrouwen. Nog steeds is een diepe crisis in menig lidstaat niet uitgesloten. Als die zich onverhoopt voordoet, dan zal ook Duitsland geraakt worden.

    In plaats van mokkend aan de zijlijn te staan, moeten juist de Duitsers het voortouw nemen. Het is het enige land met voldoende gewicht om alle onwillige schapen de juiste weg op te dwingen.

    Cor Wijtvliet

    Bron:
    Marcel Fratscher, Delusional Germany. Project-syndicate, November 14 2013

  • Amazon.com vernietigt de traditie van Thanksgiving

    Thanksgiving is misschien wel de oudste Nationale feestdag in de Verenigde Staten. Voor zover bekend werd het feest voor het eerst gevierd in 1621 en was bedoeld als dankdag voor de oogst. Geleidelijk aan groeide het uit tot een feestdag voor gezin en familie, die elkaar aan tafel treffen om kalkoen te eten.

    Thanksgiving valt altijd op de vierde dag van november. De dag daarop, vrijdag, heet in de volksmond Black Friday. Traditiegetrouw trekt meer dan de helft van de Amerikanen er die dag in alle vroegte op uit om in winkels op zoek te gaan naar cadeautjes voor de kerstdagen. Black Friday werd zo de officiële opening voor the Holiday Season, de weken en maanden tot aan kerstmis waarin Amerikanen driftig op zoek gaan naar aanbiedingen en nog eens aanbiedingen. In deze weken leggen de winkelketens op hun beurt de basis voor het resultaat over het hele jaar.

    Tradities
    Het heeft er alle schijn van, dat beide tradities het loodje gaan leggen. De hoofdschuldige heet Amazon.com. Deze internetwinkel, die in 1995 van start ging, bood de consument de mogelijkheid om ook op Thanksgiving te shoppen. Die maakte daar dankbaar gebruik van en was ook op de feestdag zelf voortdurend online aanwezig. In een reactie op deze nieuwe en onvoorziene reactie gingen de zogeheten brick and mortar winkels vrijdag al om 05.00 in de ochtend open. De strijd om de dollar is de afgelopen jaren alleen maar heftiger geworden. Sinds 2008 ziet de doorsnee Amerikaan zijn koopkracht steeds verder ingeperkt. In die zin is de eerste klap een daalder waard. Uit een onderzoek van Accenture blijkt, dat dit jaar 38% van de Amerikanen van plan is al op Thanksgiving hun eerste aankopen online doen. Een dag later is 55% voornemens op pad te gaan naar de winkel.

    Amazon Prime
    En opnieuw is het Amazon.com die spelregels bepaalt. Het bedrijf biedt klanten, die een Amazon Prime abonnement hebben, de zekerheid dat hun bestelling binnen twee dagen thuis bezorgt wordt. Wie op vrijdag bestelt, weet zijn pakjes op zondag bezorgd. Wie echter op woensdag bestelt heeft de zekerheid, dat hij al op vrijdag zijn pakjes thuis heeft. De klant hoeft niet meer voor dag en dauw de deur uit naar de befaamde shopping mall om zijn slag te slaan. Volgens Amazon is het Prime abonnement een absoluut succes. Niet alleen hebben 10 miljoen Amerikanen een dit abonnement, maar deze abonnementhouder besteedt een keer zoveel als een niet abonnementhouder. Dat is een belangrijk gegeven in een tijd, dat dollars niet rijkelijk rollen. Amazon heeft die dollars trouwens ook hard nodig. De acties van de digitale winkel heeft de nodige reacties opgeroepen. Niet alleen gaan winkels als Wal-Mart Stores en Target al Thanksgiving open, ze gaan ook digitale allianties aan. Zo werken Target en Walgreen samen met Google onder het banier van de Google Shopping Express. eBay biedt een soortgelijke dienst. Het is echter de vraag of en hoe lang beide digitale bedrijven deze snelle en gratis dienstverlening in de lucht houden.

    Noodzaak
    Voor Amazon.com is dat echter bittere noodzaak. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om distributiecentra steeds dichter bij de klant te brengen. Het uiteindelijke is doel is om de klant op dag basis te bedienen. Maar dan moet die klant niet op vrijdag nog eens besluiten naar de shopping mall te gaan. Iedere vrijdag moet in de nabije toekomst een Black Friday worden, waarbij de klant de zekerheid heeft dat hij alles op tijd thuis heeft. De traditionele winkelketens hebben zich echter allesbehalve overgegeven en vechten terug. Niet alleen door al op Thanksgiving de deuren te openen maar ook door Amazon.com met eigen wapens te bevechten.

    Cor Wijtvliet

  • Column: Exit bepalen, eigenlijk heel gemakkelijk

    U kent de uitdrukking vast wel: ‘laat je winsten oplopen en kap je verliezen tijdig af’. Het is net zoiets als een voetbalteam het veld in sturen met de boodschap dat ze meer goals moeten maken dan de tegenstander. Mooie dooddoeners waar theoretisch niets op af valt te dingen, maar die in de praktijk vaak tot grote frustraties lijden.

    Natuurlijk willen we de winsten laten oplopen, maar tot hoever of hoe lang? En vanzelfsprekend willen we ook een verlies niet te groot laten worden, maar wat is te groot of wat valt nog binnen de marges van de redelijkheid?

    Veel traders zullen de situatie herkennen dat een positie is ingenomen en dat er dan ineens een probleem voor de deur staat waar je mee blijft worstelen: wanneer pak ik winst en wanneer kap ik mijn verlies af? Dat probleem ontstaat echter alleen maar als er geen duidelijke spelregels zijn voor de exit-momenten. En de afwezigheid van die duidelijkheid lijdt niet zelden tot bizarre gebeurtenissen, in dat kader beschrijf ik hieronder een praktijkvoorbeeld wat ik met grote regelmaat heb zien gebeuren.

    Na uitgebreide analyse wordt een goed instapmoment gezien en een positie ingenomen die snel naar winst loopt. De trader blijft zitten want het ging zo soepel, dat zal wel meer worden. De koers draait vervolgens toch en de positie gaat snel terug naar break-even. Grote frustratie is het gevolg: alle winst is verdampt terwijl de trader juist nog meer winst in het vizier dacht te hebben.

    Maar het wordt nog erger. De positie is namelijk niet enkel naar break-even gelopen, hij komt zelfs onder water te staan. Er was eerst forse winst en nu ineens verlies, niet te accepteren. De trader weigert verlies te nemen want de koers zal wel weer terugkeren. De koers zakt echter nog verder, de frustratie neemt toe en de trader koopt bij om de gemiddelde aankoopprijs te verlagen.

    Vervolgens gebeurt er dan vaak één van de volgende situaties:

    1. De koers daalt verder en met een dubbele positie in de min loopt de trader een flinke deuk op. Uiteindelijk wordt er met groot ongenoegen een stevig verlies genomen. Die rotbeurs ook!
    2. De koers loopt weer op en de trader besluit de emotionele achtbaan op break-even te verlaten. Na een lange periode van stress is er geen winst en geen verlies. Er zijn traders die op dit punt toch een beetje overwinningsgevoel hebben, al hebben ze niks verdiend!
    3. De koers loopt op en de positie komt weer in de buurt van het niveau waar die ooit geweest is. De trader neemt winst, dan heeft hij namelijk toch nog gepakt wat hij ooit in handen had. Hij is hier dus geëindigd op een punt wat hij tijden eerder al in alle rust bereikt had, hij koos er echter voor om eerst een langdurige periode onmachtig en in stress door te brengen. Lekker geregeld!

    Ik weet dat velen onder ons soortgelijke situaties hebben meegemaakt, anderen moeten ze misschien nog meemaken (fietsen leer je namelijk pas als je er een paar keer vanaf bent gevallen). In ieder geval wil ik beschrijven hoe ik met de moeilijkheid van exit’s om ga.

    Zodra een positie wordt ingenomen weet ik exact waar mijn doel en mijn stop-loss niveau liggen, daar hoef ik niet meer over te denken als ik in positie zit. Als ik long ga doe ik dat op een moment waarop vanuit mijn technische analyse een lage koers is bereikt, ik koop dus op zwakte. Stapsgewijs gebeurd er dan het volgende:

    1. Als ik op zwakte koop ben ik overtuigd van mijn TA en dan wil ik op dat moment de hele positie ook in één keer innemen. Dan wil ik geen gefaseerde aankopen doen, die zullen immers altijd op een hoger koersniveau plaatsvinden en een negatieve uitwerking op mijn positie hebben.
    2. Het stop-loss niveau ligt dan kort onder de laatste bodem. Ik koop immers op zwakte en de laatste bodem is het zwakste moment voorafgaand aan de inname van de positie. Als dat punt doorbroken wordt, is er geen reden meer om te volharden in de trade.
    3. Het winst nemen doe ik vervolgens gefaseerd, daar ligt namelijk de sleutel om de boven beschreven dilemma’s te voorkomen.

    Een voorbeeld: ik koop 1.000 aandelen. Ik verdeel de targets voor de positie over 4 niveaus.

    1e koersdoel ligt op 2% (verkopen 250 aandelen/750 over),

    2e koersdoel op 4% (verkopen 250 aandelen/500 over),

    3e koerdoel op 6% (verkopen 250 aandelen/250 over),

    de laatste 250 aandelen laat ik trailen.

    Als het eerste koersdoel is bereikt heb ik al winst verzilverd en ga ik de stop-loss een beetje optrekken (risico nog meer beperken). Zodra het 2e koersdoel is bereikt , is de helft van de positie al op gerealiseerde winst gekomen. De stop-loss mag nu zeker niet meer onder het break-even point staan en de trade kan dus ook nooit meer op verlies uitkomen, sterker nog er zal altijd een winst overblijven.  De 3e en 4e positie zijn dan slagroom op de taart.

    Het ergste scenario wat in deze had kunnen gebeuren is dat alle 1000 aandelen nog voor het bereiken van het 1e koersdoel door de stop-loss waren gezakt. Met een goede technische analyse is de kans daarop echter niet groot en zou het al gebeuren dan is het risico beperkt tot de laatste bodem.

    Een dergelijke werkwijze voorkomt dat een handelaar onder spanning komt te staan en niet meer weet wat te doen. Achteraf bezien had je altijd alles beter kunnen doen, maar als de vooraf gestelde doelen gehaald worden ben je gewoon goed geslaagd als trader.

    bepalen van een exit

     

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/

  • Het monster van de commercie eet Thanksgiving op

    Thanksgiving is misschien wel de oudste Nationale feestdag in de Verenigde Staten. Voor zover bekend werd het feest voor het eerst gevierd in 1621 en was bedoeld als dankdag voor de oogst. Geleidelijk aan groeide het uit tot een feestdag voor gezin en familie, die elkaar aan tafel treffen om kalkoen te eten.

    Thanksgiving valt altijd op de vierde donderdag van november. De dag daarop, vrijdag, heet in de volksmond Black Friday. Traditiegetrouw trekt meer dan de helft van de Amerikanen er die dag in alle vroegte op uit om in winkels op zoek te gaan naar cadeautjes voor de kerstdagen. Black Friday werd zo de officiële opening voor theHoliday Season, de weken en maanden tot aan kerstmis waarin Amerikanen driftig op zoek gaan naar aanbiedingen en nog eens aanbiedingen. In deze weken leggen de winkelketens op hun beurt de basis voor het resultaat over het hele jaar.

    Tradities
    Het heeft er alle schijn van, dat beide tradities het loodje gaan leggen. De hoofdschuldige heet Amazon.com. Deze internetwinkel, die in 1995 van start ging, bood de consument de mogelijkheid om ook op Thanksgiving te kopen. De consument maakte daar dankbaar gebruik van en was ook op de feestdag zelf voortdurend online aanwezig. In een reactie op deze nieuwe en onvoorziene reactie gingen de zogeheten brick and mortar winkels vrijdag al om 05.00 in de ochtend open. De strijd om de dollar is de afgelopen jaren alleen maar heftiger geworden. Sinds 2008 ziet de doorsnee Amerikaan zijn koopkracht steeds verder ingeperkt. In die zin is de eerste klap een daalder waard. Uit een onderzoek van Accenture blijkt, dat dit jaar 38% van de Amerikanen van plan is al op Thanksgiving hun eerste aankopen online doen. Een dag later is 55% voornemens op pad te gaan naar de winkel.

    Spelregels
    En opnieuw is het Amazon.com die spelregels bepaalt. Het bedrijf biedt klanten, die eenAmazon Prime abonnement hebben, de zekerheid dat hun bestelling binnen twee dagen thuis bezorgt wordt. Wie op vrijdag bestelt, weet zijn pakjes op zondag bezorgd. Wie echter op woensdag bestelt heeft de zekerheid, dat hij al op vrijdag zijn pakjes thuis heeft. De klant hoeft niet meer voor dag en dauw de deur uit naar de befaamde shopping mall om zijn slag te slaan. Volgens Amazon is het Prime abonnement een absoluut succes. Niet alleen hebben 10 miljoen Amerikanen een abonnement, maar deze abonnementhouder besteedt een keer zoveel als een niet abonnementhouder. Dat is een belangrijk gegeven in een tijd, dat dollars niet rijkelijk rollen. Amazon heeft die dollars trouwens ook hard nodig. De acties van de digitale winkel heeft de nodige reacties opgeroepen. Niet alleen gaan winkels als Wal-Mart Stores en Target al op Thanksgiving open, ze gaan ook digitale allianties aan. Zo werken Target en Walgreen samen met Google onder het banier van de Google Shopping Express. eBay biedt een soortgelijke dienst. Het is echter de vraag of en hoe lang beide digitale bedrijven deze snelle en gratis dienstverlening in de lucht houden.

    Investeringen
    Voor Amazon.com is dat echter bittere noodzaak. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd om distributiecentra steeds dichter bij de klant te brengen. Het uiteindelijke doel is om de klant op dag basis te bedienen. Maar dan moet die klant niet op vrijdag nog eens besluiten naar de shopping mall te gaan. Iedere vrijdag moet in de nabije toekomst een Black Friday worden, waarbij de klant de zekerheid heeft dat hij alles op tijd thuis heeft. De traditionele winkelketens hebben zich echter allesbehalve overgegeven en vechten terug. Niet alleen door al op Thanksgiving de deuren te openen maar ook door Amazon.com met eigen wapens te bevechten. In de strijd om de dollar moeten tradities helaas wijken voor de commercie

    black-friday-survival
    Hoe een echte Amerikaanse black friday kan overleven.
  • Deflatie is niet het probleem, te lage groei wel

    Voor veel goed ingevoerden in de financiële wereld was het toch nog een verrassing. De korte rente ging afgelopen week met 0,25% omlaag. Dat had eigenlijk niet het geval mogen zijn. De inflatiedoelstelling is 2% en volgens Mario Draghi kan het nog wel een behoorlijke poos duren voordat deze doelstelling in zicht komt. Dat is gemakkelijk vast te stellen. De kerninflatie, gecorrigeerd voor volatiele elementen, bedraagt slechts 0,8%.

    Effecten
    Zoals de zaken er nu voorstaan, mogen we er van uitgaan, dat de huidige maatregelen een positief effect zullen hebben. Maar ze zijn absoluut onvoldoende om de crisis te verhelpen. Cruciaal daarvoor is, dat er eindelijk afdoende beleidsbeslissingen genomen gaan worden.
    De rentebeslissing op zich is niet voldoende, maar het gaat om de combinatie van verschillende maatregelen. De belangrijkste is wel, dat de ECB de banken tot midden 2015 ongelimiteerd van liquiditeiten zal voorzien. Dat betekent, dat de korte rente nog zeker twee jaar op een laag niveau blijft. Maar het betekent ook, dat de lange rente dankzij de beloofde zee aan goedkope liquiditeiten niet of amper zal oplopen.

    Liquiditeiten
    De eerste effecten van de ECB-beslissing zijn al zichtbaar. De euro is goedkoper geworden en dat beïnvloedt positief de internationale wisselkoersverhoudingen. Een tweede positieve ontwikkeling moet wat later zichtbaar worden. De beslissing om ongelimiteerd aan banken liquiditeiten ter beschikking te stellen tot het midden van 2015, maakt het voor betrokken banken gemakkelijker en zeker goedkoper om de balansverhoudingen weer gezond te maken. Daar zal dan zeker de kredietverlening aan bedrijven en consumenten voordeel van ondervinden.

    Mogelijkheden
    Heeft de ECB de mogelijkheden in huis om deflatie resoluut te bestrijden? Het antwoord is ja en dat is maar goed ook. Europese politici en beleidsmakers zouden een handje kunnen helpen, maar doen dat naar alle waarschijnlijkheid niet. Crediteurenlanden, als Nederland en Duitsland, zullen nimmer accepteren dat perifere landen een streep door hun schulden zetten. Ze zullen ook nooit accepteren dat hun economie ook de nodige aanpassingen moet ondergaan om de crisis te verhelpen en ze zullen evenmin het principe van schulddeling accepteren.

    En dus staat de ECB er alleen voor. Zonder hulp van buitenaf zal zij wel drastischere maatregelen moeten nemen. Te denken valt aan een negatieve depositorente voor banken, een nieuwe ronde van long-term financing operation en/of een Europese variant van quantitative easing. Het zijn allemaal maatregelen om deflatie te bestrijden.

    Deflatie
    Maar er is nog geen deflatie in de eurozone. De kerninflatie is ‘slechts’ 0,8%, maar wel ver verwijderd van 2,0%. Een reële inflatie van 2% maakt het minder bezwaarlijk, dat de rente op 0% staat. Het stelt beleidsmakers in staat de doelstelling te missen, zonder dat je onmiddellijk in deflatoire sferen terecht komt. In Japan is het beleid van de centrale bank er juist op gericht om 2% inflatie te scheppen. Dat is de sleutel tot het verslaan van de deflatie.

    Deflatie is niet het probleem, wel de zeer lage economische groei waar de lage inflatie een bewijs voor is. Een zeer trage groei maakt het voor menig land binnen de eurozone niet gemakkelijk om in een behoorlijk tempo hun schuldenlast te verminderen. Integendeel ze zullen alle zeilen moeten bijzetten om aan hun jaarlijkse aflossingsverplichtingen te voldoen. Dat betekent dat ze een surplus op de lopende rekening moeten kweken om dat aan te wenden voor de rente en aflossing. Dat kan alleen maar door lonen en prijzen voortdurend te verlagen. Dat is weer de sleutel tot aanhoudende lage groei. Die waarheid begint nu ook in Nederland door te dringen.
    Cor Wijtvliet

    deflatie tekening

    Bron:
    Wolfgang Münchau, the eurozone needs to get inflation up again.Financial Times, November 10, 2013

     

  • De euro is veel te duur

    Het is nog maar net een jaar geleden, dat bijna niemand nog een cent voor het voortbestaan van de euro gaf. De munt leek ten onder te gaan aan de aanhoudende crisis in de periferie van Europa. Maar het kan verkeren. Aan het einde van de maand oktober van dit jaar was de euro misschien wel de sterkste munt ter wereld. Uit onderzoek van Bloomberg bleek, dat de munt van de eurozone in de loop van 2013 6,7% duurder was geworden ten opzichte van een mandje van negen concurrerende valuta’s. Ten opzichte van de dollar was de munt 4,6% duurder geworden en ten opzichte van de Japanse yen zelfs 17%. Op 22 oktober van dit jaar bereikte de euro het hoogste niveau ten opzichte van de yen in meer dan 4 jaar. Op die dag gingen er 1,3551 yen in de euro.

    Waardestijging
    Die aanhoudende waardestijging heeft negatieve consequenties voor al die Europese bedrijven die hun factuur in euro’s schrijven. Op 16 oktober jl. moest het Duitse luchtvaartbedrijf Lufthansa vaststellen, dat de stijgende koers van de euro ten opzichte van de dollar en de yen het bedrijf maar liefst 6% omzet had gekost in het afgelopen kwartaal. Diezelfde sombere constatering viel te beluisteren bij het Nederlandse AkzoNobel. Ook bij dat bedrijf kostte de dure munt omzet en wel 5% in het derde kwartaal.

    Waar komt die waardestijging eigenlijk vandaan? Het is onmiskenbaar het gevolg van een samenloop van omstandigheden. De euro is de afgelopen weken en maanden uitgegroeid tot de belangrijkste vluchthaven voor valutabeleggers. Veel beleggers schuilen in de euro totdat er meer duidelijkheid komt over de richting die de Amerikaanse politiek gaat inslaan. Er is een groeiende vrees voor blijvende politieke instabiliteit in het land van Uncle Sam. Daarnaast is er vrees over het beleid van de Fed. Wanneer zullen de centrale bankiers besluiten om de monetaire stimulering te gaan afbouwen? Zal dat al in december gebeuren, zoals sommigen fluisteren? Of zal het pas medio 2014 gebeuren, wanneer er duidelijkheid is over het schuldenplafond en de nieuwe baas van de Fed, Janet Yellen, wat steviger in haar voorzittersstoel zit?
    Totdat er meer duidelijkheid uit de VS komt, hebben beleggers een voorkeur voor de euro.
    De yen is immers beslist geen deugdelijk alternatief. De Bank of Japan voert een zo mogelijk nog agressiever stimuleringsbeleid dan de Federal Reserve.

    Factoren
    Het is echter niet alleen de buitenwacht, die de euro stuwt. Er zijn ook interne Europese factoren aan te wijzen, die bijdragen aan de waardevermeerdering. De aanhoudende bezuinigingen in de periferie beginnen eindelijk effect te sorteren. Een land als Spanje heeft nu een overschot op de lopende rekening. Dat is enerzijds te danken aan een betere exportpositie door de loonsverlagingen. Anderzijds zorgt de gedaalde koopkracht ervoor, dat de importen dalen. Het Europese overschot is nu met 2,4% van het bruto nationaal product nagenoeg even groot als dat van China met een overschot van 2,5%. Dit Europese succes trekt steeds meer beleggers aan en dat stuwt opnieuw de euro verder omhoog.

    Bedreigd herstel
    Er zit uiteraard een schaduwzijde aan deze dure euro. Dat blijkt wel uit het geweeklaag van veel bedrijven. Europa krijgt het op de wereldmarkt moeilijker om te concurreren en dat brengt het fragiele herstel in gevaar. Europese bedrijven kunnen immers niet eeuwig de lonen verlagen om de effecten van de waardestijging teniet te doen. De enige partij die voor enige opluchting kan zorgen is de ECB. Zij kan de waardestijging van de euro een halt toeroepen door de rente, die nu 0,5%, bedraagt, naar nul te verlagen of zelfs de rente negatief maken. Het is maar de vraag of de ECB hiertoe zal besluiten. De macht en invloed van de Deutsche Bundesbank is nog steeds heel groot. Het is maar de vraag of de Duitsers geneigd zijn monetaire experimenten te steunen, zeker als die uitmonden in een stijging van de inflatie. Er is bovendien een sterke stroming binnen de ECB die een sterke euro helemaal geen probleem vindt, integendeel zelfs. Aanhangers van een sterke euro wijzen erop, dat dit het beste middel is om de hervormingen binnen de eurozone een sterk en structureel karakter te geven. Zij vinden, dat het voldoende is als Draghi lippendienst bewijst aan de noodzaak van het stutten van het herstel. Hij moet door management by speech de euro verzwakken.

    Als de ECB de komende tijd geen actie onderneemt tegen de waardestijging van de euro, dan kan de dollar weleens de lachende derde worden. De zakenkrant Financial Times wees er in een recent commentaar op, dat in reële termen gesproken, de waarde van de dollar het laagste niveau sinds het uiteenvallen van Bretton Woods stelsel in 1971 bereikt heeft. Ondanks een recent herstel van de dollar ligt de weg naar $ 1,40 in de euro en verder nog steeds open, als er aan beide zijden van de oceaan geen beleidswijziging komt.

    één euro munt

     

  • Heel Europa houdt van Duitsland

    Europa is in de ban van Duitsland. Die conclusie dringt zich steeds meer op. De grote aandacht voor de Duitse verkiezingen maakt duidelijk, dat onze Oosterburen de baas zijn op het oude continent. Duitsland is voor velen het toonbeeld van politieke en economische stabiliteit in een tijdsgewricht van grote instabiliteit.

    Mevrouw Merkel is een van de weinige politici, zo niet de enige politica, die niet afgerekend is op de crisis. Ze is met een ruime meerderheid herkozen. Duitsland is ook het enige land waar het anti-Europa populisme amper wortel heeft geschoten. Er is wel een anti-euro partij, de AFD. Die partij wil af van de euro, maar niet van Europa. Sterker nog, de partij draagt het Europees ideaal een warm hart toe.

    Europese politici worden daarom ook niet moe Mevrouw Merkel en haar land lof toe te zwaaien. Soms krijgen die zelfs het karakter van liefdesbetuigingen. Zo stelde Lech Walesa nog niet zo geleden voor, dat zijn land een politieke unie zou aangaan met zijn buurman. Het was in zijn ogen de beste garantie om de opleving van het Pools nationalisme succesvol de kop in te drukken. Zelfs Frankrijk, de natuurlijke tegenpool van Duitsland, doet geen moeite de bewondering voor de Duitsers te verbergen. Voor veel Fransen is Duitsland de meest vitale democratie op het continent. Die steekt zeer positief af bij de politieke verlamming in het eigen land. De Britse premier David Cameron, de euroscepticus bij uitstek, beroemt zich op zijn goede banden met mevrouw Merkel.

    Mogelijk gaat de huidige liefde voor Duitsland verder dan slechts het economisch succes. Misschien is dat economisch succes voor de buitenwacht het gevolg van de lange mars van dit land door de geschiedenis. Die mars wordt getekend door de aanhoudende strijd met de autoritaire stromingen die dit land zo geteisterd hebben. Duitsland stapte uit de Tweede Wereldoorlog met de bedoeling om een volwaardig lid van Europa te worden. De harde les van de oorlog was, dat een opgaan in Europa de beste manier was om een herhaling van het nazisme te voorkomen. Als er een nieuwe regering in Berlijn zit, dan zal mevrouw Merkel opnieuw gaan werken aan een verdere integratie van Europa.

    Het mag dan niemand verbazen als de Duitsers ter bevordering van dat proces bereid zijn een stuk nationale soevereiniteit daarvoor op te offeren. Dat past trouwens ook in de geschiedenis van het land. Ooit waren er vele honderden onafhankelijke Duitse staatjes. Nu zijn het er nog maar drie. Naast Duitsland zijn dat nu Oostenrijk en Zwitserland. Als de geschiedenis lessen leert, dan zullen die drie uiteindelijk op gaan in een geïntegreerd Europa. Die gedachte is bijna te mooi om ooit waar te kunnen zijn.

    europ-houdt-van-duitsland

    Bron:
    Harold James, Falling for Germany, Project-syndicate, November 4 2013

  • Videocolumn: Trendbreuk in de AEX?

    Deze week in de schijnwerpers. De AEX index op de dag dat Twitter de beurs op ging en de ECB de rente verlaagde.  Het is mijn bedoeling u hiermee een inzicht te geven in mijn manier van analyseren van een grafiek. De analyse geeft mijn visie weer op mogelijke toekomstige scenario’s is in relatie tot koerspatronen uit de afgelopen dagen en weken.

    De video geeft u geen handelssignalen of adviezen om posities in te nemen of af te sluiten. Mijn handelssignalen komen voort uit intraday grafieken.

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/

  • Europa is van de lidstaten

    De discussie over de toekomst van Europa is vaak niet erg transparant. Meer Europa heet de oplossing te zijn van de huidige problemen en om in staat te zijn succesvol te concurreren met grootmachten als China en de VS. Maar is dat wel zo? En verwarren we in ons pleidooi voor meer centralisatie niet economische macht met militaire?

    Centralistisch Europa

    Deze centralistische aanpak heeft een duidelijk nadeel. Het gaat voorbij aan de grote onderlinge verschillen in economische prestaties van de verschillende lidstaten. Het gaat er eveneens aan voorbij, dat vooral de kleinere lidstaten de succesverhalen in Europa vertegenwoordigen. Tegenover een falend Griekenland met een economische krimp van 23,8% sinds 2008 staat Slowakije met een groei van 5,2%

    De grote onderlinge verschillen tussen de diverse lidstaten van de Europese Unie zijn terug te voeren op verschillen in nationaal beleid. Dat alleen al logenstraft de gedachte dat de oplossing van de Europese problemen alleen maar op Europees niveau uitgedokterd en doorgevoerd kan worden. Trouwens, in de VS is het niet anders. De federale overheid laat het oplossen van de economische problemen aan de federale staten en bemoeit zich daar amper of niet mee.

    Traditionele waarden

    Binnen een Europese context moet daarom Italië zijn eigen problemen oplossen en Griekenland de Griekse. Als er teveel arrangementen op Europees niveau komen, groeit het reële gevaar dat landen in nood zelf achterover gaan leunen.

    Misschien moeten we ‘meer Europa’ ook breder zien. Meer, niet in de zin van meer centralisme, maar meer in de zin van het inbouwen van traditionele Europese waarden vanaf het lokale niveau naar het Europese niveau. Het gaat dan uiteindelijk om universele waarden, zoals de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van vrees. Het aangename van het inbouwen van deze waarden is nu dat het eens geen offers kost in termen van economische groei en werkgelegenheid.

    Of Europa ooit een dergelijk beleid gaat voeren, is nog maar de vraag. Waar echter niet over valt te discussiëren, is de dringende noodzaak van diepgaande hervormingen. De schulden blijven zich opstapelen, terwijl de bevolking snel vergrijst. Het handhaven van de status quo is daarmee de kortste weg naar een grote ramp. Daar kan zelfs een ECB met haar reddingsoperaties niets aan veranderen. Sterker nog, op den duur gaat zoiets contraproductief werken, omdat ze niets oplossen. Steeds meer Europeanen zullen er dan verzet tegen aantekenen.

    Toekomst

    De toekomst van Europa zal uiteindelijk bepaald moeten worden door een balans te vinden tussen de verschillende politieke krachtenvelden op lokaal niveau. Zoals het er nu naar uitziet, is dat geen gelopen race. Er zijn zeker op centraal niveau veel krachten die die trend vroegtijdig willen smoren. Als die de overhand krijgen, dan blijft de toekomst van Europa gehuld in vage retoriek. Daar schiet letterlijk niemand mee op.

    Cor Wijtvliet

     

    De-kaart-van-europa
    Europa is van de lidstaten

    Bron:

    Leslek Balcerowicz, Europe’s non-rhetorical values. Project-syndicate, November 5 2013