Categorie: Aandelen

  • De kleine belegger is altijd de laatste

    Zodra de kleine belegger enthousiast begint te worden over aandelen en de reclamespotjes van brokers weer op TV verschijnen is het oppassen geblazen. Grote kans dat het einde van de beursrally in zicht is. De dynamiek op de aandelenmarkt wordt uitermate treffend weergegeven door de volgende grafiek van Bank of America Merrill Lynch.

    De oranje lijn die rechts naar beneden loopt betekent dat institutionele beleggers (pensioenfondsen) meer aandelen verkopen. De groene lijn die op het einde naar boven loopt laat zien dat particuliere beleggers juist meer aandelen kopen dan voorheen. Het slimme geld trekt zich terug uit aandelen, waar gaat uw geld heen?

    Pensioenfondsen verkopen aandelen, particuliere belegger stapt in

    Pensioenfondsen verkopen aandelen, particuliere belegger stapt in (Bron: Bank of America, via @StrucRes)

  • Steeds meer geleend geld in aandelen

    Er wordt steeds meer met geleend geld gespeculeerd op aandelen, zo blijkt uit cijfers van de New York Stock Exchange. In de maand december groeide de totale ‘margin debt’ in de S&P 500 met $21 miljard naar een all-time high van $445 miljard. Vergeleken met een jaar geleden is dat een stijging van 29%, wat heel toevallig ook het rendement was dat de S&P 500 het afgelopen jaar behaald heeft.

    Tegelijkertijd daalde het vrij beschikbare vermogen van beleggers (de zogeheten total net free credit) met $148 miljard naar een nieuw dieptepunt, twee keer zo laag als het niveau van februari vorig jaar en van 2007. Je hoeft geen econoom te zijn om te begrijpen dat het gebruik van meer krediet (leverage) in de aandelenmarkt zorgt voor stijgende aandelenkoersen. Het gevaar van al dat geleende geld is dat het de winstgevendheid versterkt in een opgaande aandelenmarkt, maar dat het ook de verliezen uitvergroot in een beurscrash. Zero Hedge brengt deze ontwikkeling goed in beeld.

    'Margin debt' op de Amerikaanse aandelenmarkt naar all-time high

    'Margin debt' op de Amerikaanse aandelenmarkt naar all-time high (Bron: Zero Hedge)

    Steeds meer leverage op aandelen

    De tweede grafiek die Zero Hedge plaatst laat zien dat beleggingsfondsen al enige jaren hun leverage opvoeren. Het is inmiddels heel gebruikelijk voor een fonds om voor iedere $1 aan beheerd vermogen (assets under management) voor $5 aan aandelen in te kopen. De lichtblauwe balkjes geven weer hoeveel vermogen hedgefondsen onder beheer hebben en de lichtblauwe balkjes geven weer hoe groot hun blootstelling is aan de financiële markten. Zoals je ziet is de aandelenmarkt van 2008 niets vergeleken met wat beleggers op de S&P 500 vandaag de dag klaargespeeld krijgen...

    Steeds meer leverage bij hedgefondsen

    Steeds meer leverage bij hedgefondsen (Bron: Zero Hedge)

  • Wanneer is de koers laag?

    Aan bijna al mijn cursisten stel ik de vraag wat volgens hen de basisprincipes van handel zijn (maakt niet uit in wat voor product). Op een paar filosofische zweverigheden na zijn de meeste cursisten er wel over eens dat het belangrijkste uitgangspunt is dat je koopt als de prijs/koers laag is en verkoopt als de prijs/koers hoog is, dan maak je namelijk winst. Tot dusver niks bijzonders zult u zeggen.

    Verbazingwekkend wordt het echter als ik daarna vraag of men in een grafiek met live koersen wil aanwijzen waar de koers zo’n laag punt bereikt om vervolgens een kooporder in te geven. Dan volgt doorgaans dit scenario:

    Er wordt gedurende enige tijd naar een grafiek gekeken waarin de koers een dalende tendens heeft. De koers daalt, corrigeert wat, daalt, corrigeert weer wat enzovoort. Iedere keer dat een dalende impuls eindigt en een correctie volgt zit de trader nerveus met de hand op de muisknop omdat zij als de dood is de slag te missen. En dan ineens als de daling van de koers wat vertraagt, druk hij of zij op de koopknop. Die laatste actie geeft mij redenen om een paar vragen te stellen: ’Waarom koop je nu?’ Antwoord: ‘Omdat de koers laag is’ ‘Waarom is de koers laag?’ Antwoord: ‘Omdat ie lager is dan een uur geleden en zo laag als nu heeft ie al die tijd dat we naar de grafiek kijken nog niet gestaan.’ ‘En was de koers een uur geleden hoog of laag?' Antwoord: ‘Toen was de koers ook al laag en nu nog lager, veel verder kan denk ik niet. Het moet toch een keer gaan stijgen.’ ‘Heb je een indicatie gekregen dat de koers niet nog verder zou kunnen dalen? Of nog sterker: een indicatie waaruit blijkt dat een stijging te verwachten is?’ Antwoord: ‘Nee, want als ik daar op moet wachten mis ik de slag’. Hier gaat natuurlijk iets niet goed. Het is net zoiets als tijdens een hevige storm te besluiten dat je maar vast met je boot de zee op gaat. Het kan namelijk nooit lang meer duren voordat de storm gaat liggen toch?! Maar tijdens de laatste minuten van een storm kun je ook nog schipbreuk lijden. Vanzelfsprekend wacht je op een opklaring van het weer voordat je erop vertrouwt dat je veilig de zee op kunt. Traders moeten dat ook doen: wachten op een opklaring, minimaal wachten op een eerste duidelijk signaal dat de koersrichting veranderd is. In een dalende markt betekent het dat je eerst een hogere bodem moet hebben gezien voordat je long gaat. Dan is de koers al wel een stukje op weg, maar je hebt wel de (bijna) zekerheid dat er een trenddraai heeft plaatsgevonden, daarom handel ik graag op de trend. Het feit dat de trader in het voorbeeld al zo snel op de knop drukte had te maken met een verkeerd marktbeeld. Haar opinie op een lage koers was gevoed door een koersniveau dat zij recent had gezien. Ten opzichte van dat vorige niveau was de koers nu inderdaad lager, maar dat wil niet zeggen dat het niet nog lager kan. In het kader van dit onderwerp moet ik altijd aan mijn zwager denken die in de zomer van 2008 besloot aandelen Fortis te kopen. De exacte koersen weet ik niet meer , maar laat ik zeggen dat het aandeel op een bepaald moment op €45 stond. Een dag later op €35 en weer een dag later op €20. Dit was het moment om toe te slaan, zo’n lage koers moet wel terugkomen, vond hij. Het einde van het verhaal zal ik u niet vertellen om geen oude wonden bij mijn zwager open te rijten! Maar u begrijpt wel wat er gebeurde. De moraal van het verhaal is dat je pas kunt stellen dat iets laag is nadat er minimaal een nieuwe hogere bodem is gezet. Niet eerder! Op ieder moment dat je eerder besluit iets te kopen omdat de koers volgens jou laag staat, handel je tegen de trend in. Nu ga ik hier niet beweren dat tegen de trend in handelen niet kan of niet goed is, maar als je dat doet moet je daar dan wel de juiste tools voor inzetten.

    http://www.momentumtrades.nl/

    Wanneer is de koers laag?

    Wanneer is de koers laag?

  • Optimisme beleggers naar hoogste niveau in vijf jaar

    Het optimisme onder beleggers wereldwijd is in vijf jaar tijd niet meer zo hoog geweest als nu, zo schrijft Bloomberg. Reden is het economische herstel in de Westerse wereld, aangevoerd door de Verenigde Staten. Beleggers laten zich niet leiden door cijfers over de arbeidsmarkt en het gemiddelde inkomen van huishoudens (vallen tegen), maar naar de hogere bedrijfswinsten en de optimistische verwachtingen over de groei van de Amerikaanse economie. Aan de vooravond van het topoverleg in Davos deed Bloomberg onderzoek naar het sentiment onder haar betaalde abonnees.

    Optimisme

    Daaruit kwam naar voren dat een meerderheid van 59% verwacht dat de economie verder zal aantrekken. Dat is een sterke verbetering ten opzichte van november vorig jaar, toen 33% optimistisch was. Sinds juli 2009, toen Bloomberg deze enquête voor het eerst hield, is het optimisme onder de beleggers niet meer zo groot geweest als nu. De kracht van de ontwikkelde landen was de voornaamste reden voor het optimisme. Hoewel de S&P 500 index vorig jaar al met 24% gestegen is denkt meer dan de helft van de respondenten van het Bloomberg onderzoek dat aandelen de beste belegging voor 2014 zullen zijn. Slechts 14% denkt dat de aandelenmarkt in bubbel territorium is gekomen en 42% denkt dat we het niveau van een bubbel naderen. Een jaar geleden lagen deze percentages op respectievelijk 20 en 45 procent. Beleggers spreken ook steeds meer hun voorkeur uit voor aandelen boven vast renderende waardes (zoals obligaties). Van alle respondenten denkt 53% dat aandelen in 2014 het beste rendement zullen opleveren.  Dat is het hoogste percentage sinds mei vorig jaar. Slechts 3% van de respondenten denkt dat 2014 wel een goed jaar wordt voor obligaties. Een veel grotere groep van 39% denkt dat obligaties van alle beleggingen het laagste rendement zullen halen. Ook vastgoed blijft in trek, een beleggingscategorie die zich in de afgelopen dertien jaar uitstekend staande heeft gehouden (zie hier de rendementen van verschillende beleggingen sinds 2001).

    Herstel

    De abonnees van Bloomberg zijn positief over de Amerikaanse economie, want 72% verwacht dit jaar verder herstel. Vorig jaar was dat 53%. Over de Eurozone is men ook veel positiever geworden. Inmiddels rekent 49% op economische groei, een verdrievoudiging ten opzichte van begin vorig jaar. Voor de Japanse economie voorziet 48% van de respondenten dit jaar een herstel. Het herstel van de economie wordt onderschreven door het IMF, dat eerder deze week nieuwe groeiprognoses bekendmaakte. Volgens Christine LaGarde zal de wereldeconomie met vier procent blijven groeien, mits het deflatiegevaar wordt bestreden.

    BRICS landen uit de mode

    Opvallend is dat beleggers vrij negatief zijn over de opkomende economieën. Slechts 13% denkt dat China dit jaar zal groeien, terwijl 36% rekent op een verslechtering van de Chinese economie. De Braziliaanse economie wordt door 33% van de ondervraagden aangewezen als één van de slechtste beleggingen voor 2014. Ongeveer 29% zegt dat over China en 27% zegt dat over Rusland.

    Beleggers steeds positiever over aandelen

    Beleggers steeds positiever over aandelen

    Nederland

    Ook in Nederland durven beleggers weer meer risico's te nemen, aldus ING. Uit onderzoek van ING Investment Management blijkt dat de risicobereidheid bij meer dan de helft van de institutionele beleggers (56%) het afgelopen kwartaal is toegenomen. Slechts 11% was in het vierde kwartaal minder bereid om risico's te nemen dan in het derde kwartaal, een daling van 18% vergeleken met drie maanden geleden. Institutionele beleggers en fondsbeheerders zien aandelen bij uitstek als favoriete belegging voor 2014 (73% in vierde kwartaal versus 64% in het derde kwartaal). Vastgoed kwam op de tweede plaats in het lijstje van favoriete beleggingscategorieën. Volgens Valentijn van Nieuwehuizen, hoofd multi-asset strategie bij ING Investment Management, is de toename in de risicobereidheid onder beleggers zonder meer een veel belovend teken voor 2014: "Als meer dan de helft van de ondervraagden verklaart dat hun bereidheid het afgelopen half jaar is toegenomen, duidt dit erop dat beleggers positiever zijn over de wereldeconomie". Van Nieuwenhuizen merkt op dat het herstel van de wereldeconomie heel gelijkmatig verdeeld is en dat er minder risico is op schokken:

    “Wat we nu zien, is het meest gesynchroniseerde wereldwijde herstel sinds 2009. Nog opmerkelijker dan het optimisme is de mate van eensgezindheid die tegelijkertijd onder marktpartijen lijkt te ontstaan. Met een sterkere groei en minder schok risico in het vooruitzicht, zijn de meeste beleggers het erover eens dat aandelen de aantrekkelijkste beleggingscategorie vormen. Daarbij komen Europa en Japan naar voren als de favoriete regio’ s.”

    Contra-indicator

    Vaak kan sentiment onder beleggers gebruikt worden als een contra-indicator. Sentiment en aandelenkoersen gaan doorgaans hand in hand, waarbij het sentiment iets achter loopt op de index. De crash komt doorgaans als het vertrouwen op het hoogtepunt is en optimisten de overhand hebben. We willen graag weten hoe de lezers van Marketupdate naar deze ontwikkeling kijken. [polldaddy poll=7739458]

  • Dow Jones op recordhoogte is pure illusie

    Uitgedrukt in punten staan de Dow Jones en de S&P 500 op recordhoogte, maar je koopt er vandaag de dag minder grondstoffen voor dan dertig jaar geleden. Dat is de conclusie die Charles Hugh Smith trekt in het artikel “What’s Real? What’s Fake?”. De Dow Jones begon in 2009 aan een lange opwaartse trend en heeft inmiddels de oude records achter zich gelaten. Ook de S&P 500 index van 500 grote bedrijven stoomt door naar nieuwe recordhoogtes. Maar wat zegt dat over de waarde?

    De volgende grafieken zetten de waarde van de index af tegen goud en tegen tal van andere grondstoffen. Hoewel iedere grondstof een ander koersverloop kende loopt er een rode draad door alle grafieken heen: Grondstoffen als koffie, katoen, mais, vee, tarwe, sojabonen en koffie werden de afgelopen decennia allemaal duurder ten opzichte van aandelen. Met de Dow Jones op ruim 16.500 punten koopt u vandaag de dag minder grondstoffen dan met dezelfde index op ruim 9.000 punten in het jaar 1999…

    De volgende grafieken illustreren het verlies van waarde in de Dow Jones index…

    De Dow Jones in goud

    De beurs in goud

    De beurs uitgedrukt in olie

    De beurs uitgedrukt in olie

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in vee

    De Dow Jones in vee

    De index in tarwe

    De index in tarwe

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De Dow Jones in koffie

    De beursgraadmeter in koffie

  • 1929: Beurscrash of correctie?

    Dit artikel van Wim Grommen verklaart waarom de introductie van het splitsen van aandelen op 31 december 1927 uiteindelijk de beurscrash van 1929 heeft veroorzaakt. Het veelvuldig splitsen van aandelen, met zeer grote verhoudingen, heeft de beurshausse enorm aangewakkerd, waardoor de beurscrash van 1929 zeer heftig was. In zijn vorige bijdrage beschreef Grommen hoe transities en de vier transitiefasen die bijdragen aan een beurshausse, dat artikel kunt u hier teruglezen. In dit artikel staan we uitgebreid stil bij het effect van aandelensplitsingen.

    Het splitsen van aandelen wakkert koers-winstverhouding aan

    Een aandelensplitsing is het verlagen van de nominale waarde van een aandeel met een bepaalde factor, waartegenover dan meer aandelen worden uitgegeven, verhoogd met diezelfde factor. Kortweg gezegd als de nominale waarde met een factor 2 wordt verlaagd dan wordt het aantal aandelen met diezelfde factor 2 verhoogd. De totale waarde van het aandelenbezit dus blijft gelijk. Een aandelensplitsing is gewenst, als de beurswaarde van een aandeel te groot is geworden en daardoor de verhandelbaarheid onvoldoende is. Omdat er bij de lagere koers meer potentiële beleggers zijn, heeft een splitsing dus een positief effect op de waarde van het aandeel.

    De stijging van de koers-winstverhouding van aandelen wordt dus ook versterkt, doordat veel bedrijven tijdens de versnellingsfase van hun bestaan, besluiten hun aandelen te splitsen. Twee jaar voor de beurscrash (oktober 1929), op 31 december 1927, werd voor het eerst het splitsen van aandelen toegepast. Tussen 1927 - 1929 zijn van veel bedrijven de aandelen, met zeer grote verhoudingen, gesplitst (zie de lijst verderop in dit artikel). Deze splitsingen hebben de koers-winstverhouding van aandelen nog verder opgedreven.

    Koers-winstverhouding stijgt enorm tussen 1920 - 1930

    Figuur 2: Koers-winstverhouding stijgt enorm tussen 1920 - 1930

    Het splitsen van aandelen liet ook Dow Jones Index exploderen

    De Dow Jones Index wordt voor het eerst gepubliceerd op 26 mei 1896. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door 12:
    • Dow_12_26_mei_1896 = (a1 + a2+ ..........+a12) / 12
    Op 4 oktober 1916 wordt de Dow uitgebreid naar 20 bedrijven; er verdwijnen vier bedrijven en er komen twaalf nieuwe bedrijven bij.
    • Dow_20_4_okt_1916 = (a1 + a2+ ..........+a20) / 20
    Op 31 december 1927 worden van een aantal bedrijven voor het eerst de aandelen gesplitst. Bij elke wijziging in de samenstelling van de Dow Jones of bij een aandelensplitsing, wordt de formule, waarmee de Dow Jones wordt berekend, aangepast. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee formules van beide mandjes, op het moment van verandering dezelfde uitkomst moet opleveren. Voor die aandelen, die op 31 december 1927 worden gesplitst, wordt in eerste instantie een wegingsfactor in de berekening meegenomen... Datum - Bedrijf - Splitsing
    • 31 december 1927 - American Can - 6 voor 1
    • 31 december 1927 - General Electric -4 voor 1
    • 31 december 1927 - Sears, Roebuck & Company - 4 voor 1
    • 31 december 1927 - American Car & Foundry- 2 voor 1
    • 31 december 1927 - American Tobacco- 2 voor 1
    • 5 november 1928 - Atlantic Refining- 4 voor 1
    • 13 december 1928 - General Motors - 2 1/2 voor 1
    • 13 december 1928 - International Harvester- 4 voor 1
    • 8 januari 1929 - American Smelting - 3 voor 1
    • 8 januari 1929 - Radio Corporation of America - 5 voor 1
    • 1 mei 1929 - Wright-Aeronautical - 2 voor 1
    • 20 mei 1929 - Union Carbide split - 3 voor 1
    • 25 juni 1929 - Woolworth split - 2 1/2 voor 1

    Nieuwe formule

    De formule ziet er dan als volgt uit (American Can, splitsing 6 voor 1, wordt met 6 vermenigvuldigd, General Electric, splitsing 4 voor 1, wordt met 4 vermenigvuldigd enz).
    • Dow_20_31_dec_1927 = (6.AC + 4.GE+ ..........+a20) / 20
    Op 1 oktober 1928 wordt de Dow Jones verder uitgebreid naar 30 aandelen. Omdat men nog alles met de hand moet uitrekenen wordt de berekening van de index eenvoudiger. De wegingsfactor van de gesplitste aandelen verdwijnt en men introduceert de Dow Divisor. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door de Dow Divisor. Omdat de index op 1 oktober 1928 niet mag veranderen, krijgt de Dow Divisor de waarde 16.67. De index-grafiek van de twee tijdsperioden moet per slot van rekening wel op elkaar aansluiten.
    • Dow_30_1_okt_1928 = (a1 + a2+ ..........+a30) / 16.67
    In het najaar van 1928 en het voorjaar van 1929 (Zie tabel 1) vinden er nog 8 aandelensplitsingen waardoor de Dow Divisor daalt naar 10.77.
    • Dow_30_25_juni_1929 = (a1 + a2+ ..........+a30) / 10.77
    Vanaf 1 oktober 1928 levert een waardestijging van de 30 aandelen dus bijna tweemaal zoveel indexpunten op en vanaf 25 juni 1929 bijna driemaal zoveel indexpunten, vergeleken met een waardestijging van de 30 aandelen voor 31 december 1927. Bij de oude formule zou de som van de 30 aandelen worden gedeeld door 30.

    Dow Jones index voor en na Black Tuesday

    Figuur 3: Dow Jones Index voor en na Black Tuesday

    Van beurscrash 1929 naar beurscorrectie 1929

    De beurshausse in de periode 1920 – 1929 is uiteraard in eerste instantie veroorzaakt, doordat de verwachte waarde van de aandelen van bedrijven, die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, enorm stijgt. Deze beurshausse werd echter door het introduceren van het splitsen van aandelen op 31 december 1927 enorm aangewakkerd. Als klap op de vuurpijl werd vanaf 1 oktober 1928, door wijzigingen in de formule van de Dow Jones, de waardestijging van aandelen nog verder uitvergroot. De beurscrash van oktober 1929 was waarschijnlijk veel minder heftig geweest, wanneer het splitsen van aandelen achterwege was gebleven (en dus ook de wijzigingen in de formule van de Dow Jones). Waarschijnlijk zou men dan tegenwoordig niet spreken over de beurscrash van 1929, maar over de beurscorrectie van 1929. Door: Wim Grommen

  • Grafiek: Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Zero Hedge zette in 2013 een koersdoel van 1900 punten op de S&P 500, enkel en alleen door het balanstotaal van de Federal Reserve te extrapoleren naar het einde van het jaar en daar een soortgelijke stijging van de beurs overheen te projecteren. Rond de jaarwisseling stond de S&P 500 op 1850 punten, slechts enkele procenten verwijderd van dat koersdoel. Was dat toeval?

    Het lijkt er niet op, want JP Morgan heeft de afgelopen jaren meer bewijs gevonden van de sterke correlatie tussen het beleid van centrale banken en de richting van de aandelenmarkt. De aankondiging van ‘Abenomics’ in Japan, ‘Operation Twist’ in de Verenigde Staten en Draghi’s verklaring om de euro koste wat kost te redden bleken achteraf een uitstekend instapmoment voor de aandelenmarkt. Financiële markten zijn dol op makkelijk geld en op de goede intentieverklaringen van de machtige centrale bankiers.

    JP Morgan spreekt van een tijdperk van 'centrale bank gedreven rally's in aandelen'. Daarbij hoort de volgende grafiek.

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog (Bron: JP Morgan, via Zero Hedge)

  • Ben je geschikt als trader?

    Als je succesvol wil traden is het van groot belang een tradingplan te hebben waarbij je jezelf prettig voelt. Erg vaak kom ik mensen tegen die het liefst, zonder er bij na te denken, een bestaand tradingplan exact willen overnemen en uitvoeren. Ik begrijp dat wel, want het is natuurlijk wel zo efficiënt om het wiel niet opnieuw uit te hoeven vinden. En als de werkwijze je bevalt is dat natuurlijk ook prima.

    Maar misschien past de handelswijze van een ander je (deels) niet of zijn er punten waarover je anders denkt. Dan wordt het erg lastig om zo’n systeem vloeiend ten uitvoer te brengen en ga je mindere resultaten boeken dan de uitvinder van het systeem. Die mindere resultaten hebben dan vaak ook niets met de kwaliteit van het tradingplan te maken, maar alles met de uitvoering door de gebruiker. Ik vergelijk het wel eens met een snelle sportwagen: iemand anders rijdt moeiteloos rond in dat ding terwijl ik ‘m tegen de eerste boom parkeer die ik tegen kom. Dat zegt niets over de kwaliteit van de auto, maar alles over mijn rijkunsten…

    De meeste traders zijn geneigd om een tradingplan te selecteren waarmee andere traders veel geld op halen. Veel belangrijker is echter een plan te gebruiken (of te maken) dat past bij je persoonlijkheid, als iets je past is het logischer dat het succes zal volgen.

    Negen criteria voor de trader

    Hieronder zet ik negen belangrijke criteria op rij waarvan ik vind dat je ze als trader in ogenschouw moet nemen als je een tradingplan gaat volgen of ontwikkelen. Of voor traders die al een duidelijk tradingplan hebben: leg die criteria eens naast je huidige werkwijze, misschien kom je er wel achter dat er ruimte is voor verbetering!

    1. Vraag je eens heel goed af hoe je zelf in elkaar steekt, bijvoorbeeld: Heb je geduld? Kost het je moeite om veel zaken te combineren? Als je niet goed weet hoe je in elkaar steekt, kun je ook nooit een plan maken dat bij je past.
    2. Stel jezelf redelijke doelen die je wilt behalen. Een redelijk doel is niet ‘zo veel mogelijk geld verdienen’. Wel redelijk is om te kijken hoe koersbewegingen zich doorgaans gedragen en daaraan waarschijnlijke targets te koppelen.
    3. Heb je een mening over de markt? Zo ja, in hoeverre zit je dat in de weg bij je trading? Ik ken traders die al 4 jaar roepen dat een bepaalde koers moet gaan dalen en daarom geen long trades doen. Maar tussentijds is de betreffende koers ruim 35% gestegen. Of heb je geen mening en ben je in staat om iedere keer geheel neutraal de markt te analyseren?
    4. Vraag je af wat je precies te weten wilt komen ten behoeve van je tradingplan. Zorg dat de antwoorden nuttige informatie vormen die je helpt besluiten te nemen.
    5. Een tradingplan bestaat uit meerdere onderdelen, zorg dat je van ieder onderdeel precies kunt zeggen wat de waarde ervan is in je handelswijze. Als dat niet duidelijk is moet je jezelf afvragen of alle onderdelen wel zinvol zijn.
    6. Is het je bedoeling met een plan te werken wat onder iedere marktomstandigheid functioneert? Of heb je een bepaalde markt voor ogen waarop je wil traden? Je kunt moeilijk met alle winden meewaaien.
    7. Zorg dat je voor jezelf weet onder welke winst- en risicofactoren je jezelf comfortabel voelt. Meet en test vervolgens of die waarden haalbaar zijn met je voorgenomen werkwijze.
    8. Wanneer is een plan in praktische zin werkbaar voor je? Hoe vaak kan of wil je in actie komen om er iets aan te doen? Dit is van groot belang ten aanzien van je handelshorizon.
    9. Zorg ervoor dat alles waarbij je geen goed gevoel hebt geen deel uitmaakt van je tradingplan. Ook niet als anderen zeggen dat het belangrijke factoren zijn. Probeer zo veel mogelijk bij je eigen karakter in de buurt te blijven.

    Als blijkt dat bovengenoemde punten je voor problemen stellen waardoor consistent traden een moeilijkheid wordt, moet je jezelf afvragen of je wel geschikt bent voor trading. In dat geval kan het verstandig zijn om het traden over te laten aan ervaren traders.

    Momentumtrades beschikt over die ervaren traders die iedere dag in- en uitstappen terwijl u kunt blijven zitten. Door vast te houden aan een strategie is er in 2013 een netto rendement gemaakt van 39,3%.

    http://www.momentumtrades.nl/

    Tien criteria voor de trader

  • Grafiek: Aandelen versus GDP

    De Amerikaanse aandelenmarkt breekt records, maar weerspiegelen de stijgende waarderingen van aandelen ook een herstel van de economie? Zero Hedge plaatste onlangs een grafiek die het tegendeel lijkt te bewijzen. De groeiverwachting voor de Amerikaanse economie (GDP) wordt door de rode lijn weergeven, terwijl de groene lijn de ontwikkeling van de S&P 500 index laat zien.

    S&P 500 versus GDP

    S&P 500 versus GDP

    Hoe ziet de relatie tussen aandelen en economie eruit?

    Vaak wordt geroepen dat de aandelenmarkt al lang geen weerspiegeling meer geeft van de reële economie. Dat hebben we waarschijnlijk ook op Marketupdate al meerdere keren gezegd. Maar als we de reële economie definiëren als het Gross Domestic Product (GDP) blijkt er over de lange termijn wel degelijk een correlatie te bestaan met de aandelenmarkt! Marketupdate dook in de databank van de St. Louis Fed en verzamelde de gegevens van het Amerikaanse GDP en de waarde van de S&P 500 index vanaf 1958.

    Deze 55 jaar aan data leert ons dat de S&P 500 index op de lange termijn vrij nauwkeurig het Amerikaanse GDP volgt. Tussen 1971 en 1996 liep de aandelenmarkt nog wat achter op de economische groei, maar daarna werd een serieuze inhaalslag gemaakt. Wel is het verloop van de aandelenmarkt uitermate grillig in vergelijking met de stijging van het GDP…

    Schulden

    Achter deze twee grafieken blijft één heel belangrijke factor van betekenis buiten beschouwing. De omvang van de economie (en de aandelenmarkt) ging weliswaar 35 tot 40 keer over de kop ten opzichte van 1958, maar dat is niet allemaal welvaart. Tussen 1958 en 2013 zijn ook onze publieke én private schulden sterk toegenomen. Het GDP meet de economische activiteit, zonder te kijken naar de verandering van het schuldniveau. En juist die schulden zijn in toenemende mate drijvende factor achter de economische groei en ons gevoel van welvaart geworden, zoals 24 karaat aanstipt in het artikel Vrijgoud?!.

    Daarmee roept de vraag zich op: Is het Gross Domestic Product wel een geschikte manier om de economische groei weer te geven?

    Amerikaanse GDP versus S&P 500 index

    Amerikaanse GDP versus S&P 500 index

  • Grafiek: Aandelenkoersen stijgen ondanks lagere winst per aandeel

    Grafiek: Aandelenkoersen stijgen ondanks lagere winst per aandeel

    Wie gelooft dat de aandelenkoersen een weerspiegeling zijn van de toekomstige bedrijfswinsten moet niet naar de volgende grafiek kijken. En dat geldt ook voor iedereen die gelooft dat aandelenkoersen iets zeggen over de toestand van de economie. De volgende grafiek laat zien dat de S&P 500 index in bijna drie maanden tijd naar recordhoogte klimt, terwijl de winstverwachting voor de onderliggende bedrijven juist verder zijn weggezakt.

    Is dit het effect van monetaire stimulering? Of anticiperen aandelenbeleggers op een economisch herstel dat ons allemaal zal verbazen? Wie het weet mag het zeggen…

    S&P 500 index versus winstverwachting per aandeel

    S&P 500 index versus winstverwachting per aandeel (Bron: @Not_Jim_Cramer via Zero Hedge)

  • Beleggers weer even enthousiast over aandelen als in 2000

    Men zegt wel eens dat de laatste fase van een rally in aandelen gedragen wordt door particuliere beleggers. Ze kopen vaak op het hoogtepunt, terwijl het slimme geld uitstapt. Dat lijkt ook nu weer te gebeuren, want sinds 2000 hebben beleggers niet meer zoveel geld omgezet in aandelen als dit jaar. In 2013 hebben beleggers hun positie in aandelen netto met $277 miljard uitgebreid, een groot verschil met de netto uitstroom van $90 miljard in 2012.

    Phoenix Capital Research schrijft in haar nieuwsbrief dat beleggers in de maand oktober in totaal netto $45,5 miljard in de aandelenmarkt hebben belegd (bron). Zelfs als er in de maanden november en december maar de helft van dat bedrag richting de aandelenmarkt stroomt zal 2013 het jaar 2000 overtreffen. In dat jaar werd er in totaal $324 miljard in aandelen geïnvesteerd door beleggers en bereikte de NASDAQ index van technologieaandelen een niveau van 5.000 punten. Aan het einde van 2000 was deze index gehalveerd tot 2.500 punten!

    Aandelen overgewaardeerd?

    Beleggers die nu nog instappen nemen bewust een risico. In veel gevallen kopen ze op een all-time high, terwijl de aandelenmarkt het afgelopen jaar al zo hard gestegen is. Hoeveel beleggers moeten er nog instappen om deze rally in aandelen te ondersteunen? Dat blijft de grote vraag. We weten alleen dat het in 2000 niet goed afliep voor de beleggers die op een hoog niveau instapten in de beurs.

    Veel momentum

    Afgelopen vrijdag stond de S&P 500 index 5,61% boven het 125-daags gemiddelde, zo schrijft CNN Money in de toelichting van haar Fear and Greed index. Deze index, die het sentiment op de beurs probeert te peilen, bereikte afgelopen week een niveau van 74. Dat niveau suggereert dat hebzucht momenteel de overhand heeft in de aandelenmarkt.

    Nasdaq steeg in 1999

    Nasdaq steeg in 1999

    Een jaar later ging de index onderuit, nadat beleggers een recordbedrag in aandelen stopten

    Een jaar later ging de index onderuit, nadat beleggers een recordbedrag in aandelen stopten