Tag: bubbels

  • Centrale bankiers moeten op zoek naar nieuwe beleidsindicatoren

    Het lijkt binnen de opkomende markten in een hoog tempo de verkeerde kant uit te gaan. Is dit het begin van iets veel ergers? Gaan de bubbels op de kunstmatig opgepompte markten eindelijk barsten? Het is alweer 10 jaar geleden dat de laatste bubbel ontplofte en dus is die vraag op zijn plaats.

    Die crisis werd bezworen, omdat centrale bankiers de rente ultra laag hielden en hun balansen met het lieve sommetje van $15 biljoen verruimden. Die daadkracht verhinderde dat de Grote Recessie omsloeg in een Grote Depressie. Dankzij dit beleid boeken beurzen record na record, maar een modale loonsverhoging zit er niet in. Centrale banken kunnen bubbels creëren, maar ze kunnen de drukkende effecten van globalisering, deflatie als gevolg van technologie en de groeiende macht van een handvol corporaties op de loonontwikkeling, niet ongedaan maken.

    Dat wil niet zeggen dat centrale bankiers met hun onconventionele aanpak geen goed werk verricht hebben in de afgelopen crisisjaren. Die is misschien wel iets minder onconventioneel dan menigeen verkondigt. Al sinds de jaren van Alan Greenspan houden banken de rente graag laag en nemen het risico op een asset bubbel op de koop toe. Ze zien zich hiertoe gedwongen. Politici in de ontwikkelde landen slagen er al tien jaar niet in om het lot van de doorsnee burger enigszins te verbeteren. Er zijn geen grote infrastructurele werken gestart, er wordt weinig tot niets gedaan aan de verbetering van het onderwijs.

    Grenzen monetaire stimulering bereikt?

    Deze vorm van monetair stimuleren is echter op zijn grenzen gestuit. Ongeveer 10% van de bevolking in de VS bezit 84% van de aandelen. Een stijging van de prijzen van assets stimuleert niet langer de inflatie, maar de ongelijkheid. De nieuwe voorzitter van de Fed, Jerome Powell, lijkt niet van zins om het huidige beleid snel aan de kant te schuiven. Voor hem is het nog steeds business as usual. Alhoewel, het lijkt erop dat het besef aanwezig is dat de huidige strategie niet meer werkt.

    Volgens Powell is inflatie niet langer de beste indicator om te bepalen of de arbeidsmarkt overspannen is of niet. Onderzoek wijst uit dat in de aanloop naar de laatste twee recessies excessen ontstonden op de financiële markten. Die pakten noodlottig uit voor de economie, niet de inflatie. De boodschap moet dus luiden dat beleidsmakers en risicomanagers verder moeten kijken dan alleen maar naar inflatie als ze excessen willen ontwaren. Die boodschap betekent ook dat centrale banken eindelijk erkennen dat er zoiets als financialisation bestaat en dat de financiële markten de bron van veel onheil zijn. Tot voor kort gold het dogma dat een economische neergang uitmondt in een val van de financiële markten. Natuurlijk waren al eerder beleidsmakers die mening toegedaan.

    Goedkoop geld zorgt voor bubbels

    Al in 1959 schreef Alan Greenspan dat goedkoop geld en hoge koersen voor bubbels konden zorgen die veel onheil konden aanrichten in de wereld van alledag. Dat werpt weer de vraag, waarom Greenspan als voorzitter van de Fed en met hem ook de voorzitters na hem bubbels lieten ontstaan om ze vervolgens te laten ontploffen? Het antwoord moet luiden dat Greenspan de financiële sector een zeer warm hart toedroeg. Hij gunde de sector zijn feestjes. Ter verontschuldiging kan aangevoerd worden, dat de politiek het hem moeilijk had gemaakt om het feestje stop te zetten.

    Maar terug naar het heden. Is het zeer wel mogelijk dat de gang van zaken in de opkomende markten een voorbode is van een forse economische afkoeling. Bijna niemand ontkent dat die voor de deur staat en vroeger of later aanklopt. Die wetenschap zou centrale bankiers moeten aansporen op zoek te gaan naar een nieuwe strategie. Het is immers tien jaar geleden dat de crisis startte en bijna veertig jaar geleden dat de rentedaling inzette.

    Om te beginnen zou het niet onverstandig zijn de financiële markten te incorporeren in de economische modellen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het belang en het gewicht ervan alleen maar gegroeid. Wat zouden alternatieve criteria voor inflatie kunnen zijn? De almaar groeiende schuldenberg? De groei van de vermogenstitels in relatie tot de groei van het bruto binnenlands product of misschien gewoon de krankzinnige stijging van de huizenprijzen in alle grote steden van de wereld. Misschien is dat wel de beste indicator, zoals dat in 2008 ook het geval was!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Federal Reserve ziet meer bedreigingen financiële stabiliteit

    De Federal Reserve ziet meer bedreigingen voor de financiële stabiliteit. Uit de notulen die deze week werden vrijgegeven blijkt dat de centrale bank zich meer zorgen maakt over de stijgende prijzen van bijvoorbeeld vastgoed en financiële activa als aandelen en obligaties.

    De Federal Reserve is terughoudend in haar bewoording, maar het feit dat er over deze risico’s gesproken is al voor de goed geïnformeerde belegger voldoende om voorzichtig te zijn. De ervaring leert ons dat de centrale bank pas heel laat de risico’s durft te benoemen en dat het dan meestal al te laat is om het tij te keren. Zo beweerde Ben Bernanke vlak voor het uitbreken van de huizenmarktcrisis in de Verenigde Staten nog dat er geen sprake was van bubbels in de economie.

    market-shrugging-off

    Beleggers zijn nergens meer van onder de indruk (Bron: Bank of America)

    Vastgoed

    In de notulen lezen we dat de Federal Reserve zich zorgen maakt over hoge waarderingen voor commercieel vastgoed en mogelijke hervormingen in de hypotheekverlening. Een grote daling van de vastgoedprijzen kan de financiële stabiliteit in gevaar brengen, net zoals dat tien jaar geleden gebeurde op de Amerikaanse huizenmarkt. Veel banken en verzekeraars kwamen toen in de problemen, omdat ze slechte leningen op hun balans hadden staan die niemand meer op waarde durfde te schatten.

    Het is dan misschien ook geen toeval dat de Federal Reserve opnieuw de geplande renteverhoging voor zich uit schuift. Stijgt de rente te snel, dan kan dat opnieuw een recessie veroorzaken met alle gevolgen van dien voor de huizenmarkt.

    Aandelen

    Niet alleen de huizenprijzen stijgen als gevolg van de extreem lage rente, maar ook de aandelenkoersen. Uit onderzoek van Bank of America blijkt dat de breed gedragen S&P 500 index momenteel sterk overgewaardeerd is. Van de 20 meest gebruikte methodes om de aandelenmarkt te waarderen geven er maar liefst 18 aan dat er momenteel sprake is van overwaardering in de markt.

    Door de lage rente en de stijging van activaprijzen is het consumentenvertrouwen en het sentiment onder beleggers weer zeer positief geworden. Juist onder deze omstandigheden kun je als belegger wat voorzichtiger worden en een meer defensieve beleggingsstrategie hanteren.

    S&P expensive metrics

    Amerikaanse aandelenmarkt volgens meeste criteria overgewaardeerd (Bron: Bank of America)

  • Leeglopen van bubbels

    De Bank for International Settlements, ook wel de bank van de centrale banken genoemd, concludeert in een nieuw opzienbarend rapport dat er wereldwijd géén sprake is van seculaire stagnatie (een tijdperk van structureel lagere groei), maar dat het werkelijke probleem schuilt in kredietbubbels die de reële economie verstoren.

    bisDe BIS onderzocht alle recessies in de Westerse wereld sinds de jaren ’60. Daaruit blijkt dat de lange nasleep van de Lehman-crisis (die in 2008 begon) bijna volledig verklaard kan worden door de vernietigende effecten van de neergang die volgt op het uiteenspatten van een kredietbubbel.

    Nader toegelicht: Tijdens de hausse slokt de kredietbubbel steeds meer middelen op. Denk aan werknemers die tijdens de huizenbubbel overstapten naar de bouw- of makelaarssector (hypotheekadviseurs schoten bijvoorbeeld als paddenstoelen uit de grond). Dit potentieel wordt volgens de BIS onttrokken uit de meer productieve sectoren van de economie. Als vervolgens die bubbel uiteenspat verergeren de misallocatie van kapitaalgoederen. Het kan dat maar liefst acht jaar duren om deze giftige erfenis uit de weg te ruimen. Dit komt door krappe kredietmogelijkheden en een verstoord financieel systeem. Ook gaat de nasleep van een economische crisis vaak gepaard gaat met desastreuze overheidsbezuinigingen.

    Sneller herstel

    Zo beargumenteert de BIS dat de Verenigde Staten na de financiële crisis sneller herstelde dan Europa. De Noord-Amerikanen pakten sneller hun slechte schulden aan en dwongen banken nieuw kapitaal op te halen, daardoor bleef een kredietkrapte uit. Europa treuzelde echter, omdat de machtige banklobby maatregelen tegenhield. Politici kozen ervoor de hefboom van banken te verkleinen door de kredietgroei te beperken, in plaats van banken nieuw kapitaal op te laten halen. Voor deze beleidsfout(en) heeft Europa een hoge prijs betaald, want de werkloosheid is in veel landen nog steeds erg hoog.. Claudio Borio, hoofdeconoom bij de BIS en tevens hoofdauteur van het rapport, stelt:
    "Het terugkoppelingseffect van deze verloren productiviteit is 0,7% van het bbp per jaar. De totale schade over het afgelopen decennium ligt op 6% van het bbp."
    Dit zijn extreme bedragen en helaas zit achter deze bedragen erg veel menselijk leed. Het is erg moeilijk de verantwoordelijken hiervoor te vinden, laat staan te straffen... Sander Noordhof

    gs-logo-breed

    Deze column van Sander Noordhof verscheen afgelopen vrijdag in de nieuwsbrief van Goudstandaard.

  • ECB: “Geen verstoring van financiële activa in de Eurozone”

    Er zijn volgens ECB-bestuurslid Benoit Coeuré geen grote verstoringen in de waardering van financiële activa in de Eurozone. Dat zei hij maandag tijdens een conferentie in Parijs. Wel ziet hij in een aantal sectoren kleine bubbels ontstaan, maar dat is volgens hem niet voldoende om te twijfelen aan het monetaire beleid van de centrale bank. De ECB zegt de effecten van haar monetaire beleid op de financiële stabiliteit goed in de gaten te houden, omdat de centrale bank in zijn woorden “niet blind of doof is voor de neveneffecten van haar beleid”.

    coeureGeen bubbels?

    De uitspraken van Coeuré zijn op zijn minst opmerkelijk te noemen. Mede door toedoen van de centrale bank zijn de koersen van staatsobligaties naar een recordniveau opgedreven. De extreem lage rente en het opkoopprogramma van de ECB drukken de rente op de obligatiemarkt alsmaar verder omlaag, waardoor landen als Italië en Spanje vandaag de dag gratis kunnen lenen bij een looptijd van twee jaar. Dat terwijl de Verenigde Staten een veel hogere rente van 0,87% moeten betalen om voor twee jaar geld uit de markt te halen. Dat suggereert dat Europese staatsobligaties op dit moment overgewaardeerd zijn ten opzichte van het Amerikaanse schuldpapier. Een land als Duitsland leent zelfs twee jaar voor -0,35%.

  • Economische bubbels en seksueleselectie

    Financiële bubbels, de ICT-bubbel, de huizenbubbel en straks misschien de schaliegas bubbel. Economische zeepbellen ontstaan en spatten uiteen, met een zelfde snelheid als gewone zeepbellen op een kinderfeestje. Wat is een bubbel precies? Kunnen we ze voorkomen? En: moeten we ze wel willen voorkomen? Inzichten uit de evolutietheorie en biologie werpen een verrassend nieuw licht op deze eeuwenoude problemen… Een bijdrage van Henk Verhoeven.

    Kuddegedrag

    Of er sprake is van een economische bubbel, is alleen achteraf vast te stellen. Opkomende en groeiende markten, nieuwe producten en diensten hebben kapitaal nodig, dat wordt verstrekt door personen of instanties die vertrouwen hebben dat deze nieuwe ontwikkelingen op termijn gaan renderen. Wanneer er massaal geïnvesteerd wordt in een nieuwe industrie, is dat niet meteen een reden om van een bubbel te spreken; achteraf kunnen we bijvoorbeeld vaststellen dat dit precies de hoeveelheid kapitaal heeft opgeleverd die nodig was om een innovatie te laten doorbreken. Pas wanneer kapitaal en de waarde van onderliggende producten en diensten uit de pas gaan lopen en de verwachtingen van waarde zich gedurende langere tijd volledig loszingt van de werkelijke waarde, mogen we van een bubbel spreken. De Hollandse tulpenmanie van 1634 tot 1637 is hier een treffend voorbeeld van. De prijzen van tulpenbollen explodeerden tot tien maal het jaarsalaris van een doorsnee vakman uit die tijd. In Haarlem werd de Semper Augustus verkocht voor 6000 gulden, de prijs van een fors grachtenpand. Net zo snel als de opkomst, was dan ook de neergang van deze bubbel. De essentie van een bubbel is kuddegedrag. De Nobelprijswinnaar Shiller spreekt van een “sociale epidemie”. Individuen hebben altijd onvolledige kennis van de producten, markten en industrieën waarin ze investeren. Beslissingen hierover laten ze daarom over aan deskundigen of ze varen blind op wat de massa doet: “Als iedereen in X investeert, zal dit wel de juiste beslissing zijn en kan ik dat ook maar het best doen”. We rennen met z’n alleen één kant uit; de goede kant, maar misschien ook de verkeerde kant. De wereld is te complex om over elke beleggingsbeslissing volledig geïnformeerd te zijn. Kuddegedrag is daarom helaas vaak de enige optie. Naar aanleiding van de Hollandse Tulpenmanie schreef Charles Mackay in 1841 over de “Madness of Crowds”. Anderhalve eeuw later publiceerde James Surowicki over de “Wisdom of Crowds”. Mackay duidde op kuddegedrag waarbij individuen blindelings elkaars gedrag kopiëren omdat ze individuele kennis en ervaring met het onderwerp missen, waar Surowiekci wijst op beslissingen die gebaseerd zijn op geaccumuleerde of gemiddelde kennis van grote groepen onafhankelijk opererende individuen met thema’s waar ze wel goed in thuis zijn, wier gemiddelde inschattingen daarom vaak opmerkelijk overeenkomen met de werkelijke stand van zaken.

    Seksuele selectie

    Het idee dat processen in ecologische en economische systemen niet wezenlijk van elkaar verschillen, is niet nieuw. In beide zien we vormen van selectie, evolutie, samenwerking en concurrentie. Hun essentiële bouwstenen – genen en memen – zijn allebei vormen van informatie, die zich verrassend eenduidig gedragen. Natuurlijke selectie en seksuele selectie, komen in beide media voor en verschaffen ons een verdiept inzicht in de aard van bubbels. Natuurlijke selectie maakt dat ijsberen wit zijn. IJsberen stammen af van bruine beren, maar een beer met een wittere kleur kan op de poolvlaktes prooien beter ongemerkt benaderen dan zijn bruine familieleden, dit zal zijn overlevings- en voortplantingskansen vergroten met als gevolg dat na verloop van tijd de hele populatie uit witte beren bestaat. Dit proces kan nog versneld worden door seksuele selectie. Dit is de vraag welke individuen door andere ijsberen uitgekozen worden om zich mee voort te planten. Een berin die een aangeboren voorkeur heeft voor witte mannetjes, krijgt wittere nakomelingen met dus grotere overlevingskansen. Net als witheid zelf, zal na verloop van tijd de voorkeur voor witte voortplantingspartners een kenmerk zijn van de hele populatie. Een soort of familielijn die én gebruik maakt van natuurlijke selectie én van seksuele selectie zal zich sneller aan nieuwe omstandigheden aanpassen dan een soort die alleen afhankelijk is van natuurlijke selectie. Seksuele selectie draagt echter ook risico’s in zich. De pauw is daarvan het bekendste voorbeeld. De voorouders van de pauw – toen nog gewone vogels – hadden een grotere overlevingskans wanneer die grotere en gezondere veren hadden. Vrouwtjes leerden dus die mannetjes uitkiezen met mooie, gezonde en grote veren. Dit versnelde het aanpassingsproces. Bij toeval gingen op een gegeven moment bepaalde mannetjes “frauderen”, ze hadden grotere veren dan eigenlijk noodzakelijke was voor goed vliegvermogen. Dit verhoogde niet hun kansen in de natuurlijke selectie, maar wel hun kansen in de seksuele selectie; omdat vrouwtjes inmiddels een nadrukkelijke preferentie hadden ontwikkeld voor grote veren, plantten deze mannetjes zich vaker voort, ondanks hun gelijke of zelfs mindere overlevingskansen. Op deze manier werden de veren van mannetjespauwen steeds extravaganter. Een weg terug was er niet. Vrouwtjes namelijk die voor mannetjes met gewone veren zouden kiezen, verhogen daarmee wel de kansen van hun kroost in de strijd om door de natuurlijke selectie heen te komen, maar snijden voortplantingskansen van hun zonen de pas af. Hoewel beter aan de omstandigheden aangepast, worden ze genegeerd door andere vrouwtjes omdat die nu eenmaal vallen op extravagante mannetjes. Pas wanneer er een kritische hoeveelheid normale mannetjes en vrouwtjes met een voorkeur voor normale mannetjes zou ontstaan, heeft deze gezond-verstand-strategie kans van overleven. Statistische analyses en computersimulaties van pauwenpopulaties laten zien dat deze strategie echter nooit de vereiste kritische massa bereikt. Gevolg hiervan is dat een soort een doodlopende weg of een eenrichtingsstraat naar extinctie is ingeslagen. De geschiedenis van de biologie wemelt van de soorten die om deze reden zijn uitgestorven. Gigantisme is hier een voorbeeld van, dit zijn soorten met zeer grote individuen (bijvoorbeeld een reuzenkrokodil van twaalf meter). Zij leven lang, hebben weinig natuurlijke vijanden en grote mannetjes winnen het in de seksuele selectie van kleinere mannetjes; allemaal factoren die in hun voordeel spreken. Maar omdat hun voortplantingssnelheid laag is, kunnen ze zich onvoldoende snel aanpassen aan veranderingen in hun omgeving; en juist op die momenten gaan ze ten onder. De kern van seksuele selectie is dat de toetssteen van buiten naar binnen gehaald is. Bij natuurlijke selectie bepalen objectieve, externe omstandigheden overleven en voortplanting, bij seksuele selectie is het keuzecriterium een intern kenmerk van de groep of soort geworden. Seksuele selectie is een versnelling richting succes of een versnelling richting ondergang. In het positieve geval zijn natuurlijke en seksuele selectie twee elkaar versterkende krachten, in het ongunstige geval werken ze elkaar tegen of is de kracht van seksuele selectie zo sterk dat ze rechtstreeks naar de ondergang leidt. Verder zagen we dat de criteria die seksuele selectie hanteert, afgeleid zijn van de criteria van natuurlijke selectie, maar het wel vaak vereenvoudigingen daarvan betreft. Grote, gezonde en gekleurde veren zijn één van de factoren die het overleven van de pauw bepalen maar vormen zeker niet het enige criterium. Toch verwerft dit ene criterium een monopoliepositie.

    Simplistische besliscriteria

    Hoe herkenbaar verlopen deze processen in de mensenwereld! Is het aantal publicaties het enige en juiste kwaliteitstritium voor het niveau van een wetenschapper? Het aantal uitgedeelde bekeuringen van een politieagent? De kwartaalwinst van het afgelopen kwartaal van een CEO? Het aantal uitgereikte diploma’s van Hogeschool InHolland? Het antwoord zal duidelijk zijn. De beoordeling van zeer omvangrijke en complexe processen wordt teruggebracht naar een aantal simpele en overzichtelijke criteria, die ooit misschien een direct verbinding hadden met de essentiële kwaliteitenkenmerken van genoemde systemen, maar die na verloop van tijd hun eigen leven zijn gaan leiden. Ook toetsstenen dienen regelmatig getoetst te worden of ze nog wel voldoen aan de eisen waarvoor ze opgesteld zijn. En dat schiet er vaak bij in… We zagen dat dit ook bij bubbels het geval is. Het criterium om aandelen, opties, kunst of huizen te kopen is niet meer gebaseerd op inhoudelijke kennis van de waarde het onderliggende product of de betreffende branche, maar enkel nog op het feit dat anderen dit aandeel ook kopen. Kuddegedrag. Of verwachtingen dat aandelen in prijs zullen stijgen en later met winst verkocht kunnen worden, is de drijvende kracht. Maar ook dan ontbreekt vaak de kennis van de fysieke en marktprocessen die het mogelijk maken het structurele fundament van de tussenliggende lucht te onderscheiden. De Poolse filosoof en taalkundige Alfred Korzybski spreekt van : “De landkaart is niet het Gebied”. We moeten ons altijd realiseren dat de beslismodellen in ons hoofd, vereenvoudigingen van de werkelijkheid zijn. Kaart en gebied komen nooit volledig overeen; we kunnen slechts streven naar een redelijke mate van afspiegeling. De belangrijkste denkfout is te menen dat kaart en landschap wel identiek zijn, dat onze beslismodellen de werkelijkheid kopiëren.

    Kwaliteit van de kaart

    Kunnen we iets zeggen over de kwaliteit van de kaart (de besliscriteria) die in het economische leven gebruikt worden? Het adagium “You can’t beat the market” waar Greenspan zich achter verschool, gaat op voor de beslisprocessen die Surowiecki beschrijft. Van dagelijkse producten die we kopen en gebruiken – zoals brood, auto’s, kleding, vakanties – kunnen we individueel zeer goed de relatieve waardes inschatten. Kaart en gebied komen redelijk overeen. De prijs van deze producten kan met een gerust hart aan de vrije markt worden overgelaten. Biologen zouden zeggen dat natuurlijke selectieprocessen hier prima hun werk doen, en de markt net als het ecosysteem een stabiel evenwichtspunt vindt in het aantal en de verhoudingen tussen de aanwezige elementen (diersoorten, ruimte en voedselaanbod of producten, diensten en prijzen, producenten en consumenten). Bij markten en producten die aan bubbels ten onder gingen, ligt dit heel anders. Prijzen worden dan niet bepaald door de fysieke kenmerken van onderliggende assets, maar door groepsgedrag en (vaak irrationele) verwachtingen over prijsstijgingen. Natuurlijke selectie is hier verdrongen door seksuele selectie; en de vermeende accuraatheid van de besliscriteria is slechts gebaseerd op illusies en wensdenken. Hier de vrije markt haar werk laat doen, biedt geen soelaas omdat de informatie waarop individuen hun beslissingen baseren onjuist is. Nobelprijswinnaar Robert Shiller pleit hierom nadrukkelijk voor ingrijpen door toezichthouders die op basis van inhoudelijke deskundigheid inschatten wanneer er (dreigende) sprake is van bubbels. Verder moeten we bedacht zijn op een aantal manieren waarop overheden (ongewild) condities creëren die bubbels kunnen veroorzaken. Lage rentes bijvoorbeeld drijven de winsten van bedrijven kunstmatig op, wat beleggers kan verleiden te speculeren op nog verdere groei die uiteindelijk uitblijft. Verhoging van de vraag naar woningen, zou het aantal woningen moeten doen groeien. Door allerlei restricties – bouwvergunningen, bestemmingsplannen, huursubsidies, renteaftrek – nam niet het aantal woningen maar wel de prijs enorm toe, wat mensen stimuleerde te speculeren met de koop en verkoop van huizen en het aangaan van (onverantwoorde) hypotheekleningen. “Too big to fail” banken kregen een vrijbrief onbeperkt te gokken; winsten mochten ze in eigen zak steken, verliezen afwentelen op de belastingbetaler. De verkoop van giftige producten door banken, kan niet anders dan als crimineel worden getypeerd en zorgt eveneens voor plotseling instortende markten. Al deze factoren hebben bijgedragen aan belangrijkste bubbels van de afgelopen decennia. Biologen zouden deze disfuncties steeds diagnosticeren als ondoordachte ingrepen in ecosystemen die goed in staat zijn zelf een natuurlijke balans te vinden, of dat seksuele selectie te nadrukkelijk de rol van natuurlijke selectie heeft overgenomen. Zo zien we: Soms kan het heel leerzaam zijn iemand uit een ander vak eens naar je problemen te laten kijken!

    Economische bubbels zijn van alle tijden, wat kunnen we ervan leren?

    Economische bubbels zijn van alle tijden, wat kunnen we ervan leren?

    Over de auteur: Henk Verhoeven is werkzaam als docent Toegepaste Psychologie aan de Fontys Hogescholen. Afgelopen zomer publiceerde hij “Oerganisatie. De evolutie van samenwerking, van mierenhoop tot multinational” (Maven Publishing), waarin hij verschijnselen als samenwerking, moraal, economie en technologie vanuit een evolutionair perspectief benadert.

  • De zes belangrijkste bubbels van de moderne tijd

    Jeremy Grantham van het wereldwijde beleggingsfonds GMO heeft een overzichtje gemaakt van de zes grootste bubbels in de recente geschiedenis. De volgende zes grafieken laten zes bubbels zien in Amerikaanse aandelen en vastgoed en in Japanse aandelen en commercieel vastgoed. Langs de verticale as zie je de standaardafwijking van het lange termijn gemiddelde. Hoe hoger de standaardafwijking, hoe extremer de opwaartse beweging was in een historisch perspectief.

    De omvang van deze economische bubbels (wie zoekt vindt er nog veel meer) zijn moeilijk met statistiek te verklaren. De bubbels in aanloop naar de beurscrashes van 1929 en 2008 bereikten een hoogtepunt van 3,5 standaarddeviaties, een situatie die statistisch gezien slechts eens in de 5.000 jaar zou mogen voorkomen! Was het puur toeval dat er in dit geval maar tachtig jaar tussen die twee mega bubbels zaten? Of is er meer aan de hand? De bubbel van de Amerikaanse huizenmarkt was er namelijk ook één van de buitencategorie met een standaarddeviatie van om en nabij de 3,5…

    Al in april 2007 waarschuwde het beleggingsfonds GMO in haar kwartaalbericht voor de eerste wereldwijde bubbel aller tijden. "Van Indiaas antiek tot Chinese moderne kunst, van grond in Panama tot in Mayfair, van bosgebied tot infrastructuur en van junk bonds tot grote technologiebedrijven. Het is bubbel tijd."

    De zes grootste bubbels uit de recente geschiedenis

    De zes grootste bubbels uit de recente geschiedenis (Bron: GMO, via Zero Hedge)

  • Het Groote Tafereel Der Dwaasheid

    Bubbelonia plaatste op zijn twitter account een aantal oude Hollandse spotprenten, afkomstig uit het verzamelwerk “Het Groote Tafereel Der Dwaasheid”. Dit boekwerk verscheen in 1720, enkele maanden na de eerste grote crash op de aandelenmarkt. In het boekwerk staan spotprenten, gedichten en andere documentatie die de manie van 1720 in beeld brengen. Het was de tijd van de windhandel en de handel in schuldbekentenissen. Er werd volop gespeculeerd op de eerste aandelenmarkt uit de geschiedenis, speculatie die eindigde met een grote crash die veel ondernemers en vermogende mensen berooid achterliet.

    Hoewel de middelen vandaag de dag slimmer en geraffineerder zijn dan pakweg driehonderd jaar geleden is er aan de menselijke psyche niets veranderd. Nog steeds jagen beleggers wereldwijd naar rendement en wordt er volop gespeculeerd op aandelen en schuldpapieren. We hebben deze spotprenten gevonden op Flickr en hebben bij iedere prent de begeleidende (Engelstalige) tekst toegevoegd.

    "DES WAERELDS DOEN EN DOOLEN Is MAAR EEN MALLEMOOLEN."

    038 - The world's deeds and designs are just a whirligig

    "DES WAERELDS DOEN EN DOOLEN Is MAAR EEN MALLEMOOLEN."

    [The Actions and Designs of the World go round as if in a Mill.] A Satire on John Law of Lauriston, &c.2 [1720]

    Who will ride? Details and Dutch verses below: The design represents a merry-go-round, such as is used at fairs, and in which persons ride in cars, on the backs of wooden horses, &c.; these, being attached to a frame revolving on a spindle, are set in rapid motion by a horse which gallops below the seats. The frame sustaining this machine is enclosed by railings and situated on the sea-shore; near it are a considerable number of persons who are hurrying forward, and all losers by the share mania; in front, one of these is in the act of cutting his throat; his neighbour rushes to prevent this act; at the feet of the suicide is a paper marked, "op de Zu(yt)" (On the South Sea Company); another man has fallen raving on the ground, with a paper in his hands marked, "10000 op de West” (10,000 on the West India Company); a third is close to this one; he is restrained by two children; behind, is one who holds a paper marked "0"; near him is a joyful man, waving a paper marked, "Zuyt 100000 gewon" (100,000 won by the South Sea Company); on one side of the last a man, who seems to be a loser by speculation, clasps him round the body; on the other side of the winner stands one, intended for a Jew, holding a paper marked "90 Percent"; behind the winner a man waves a paper bearing “Zuyd 0" (South Sea Company 0); near the last is a man with "Wie f 1000 per Cent" (Who for 1OOO per cent.); another shouts, "0" (zero). Near the show is a small vessel bearing the Dutch flag, and on the ensign of the ship is "Peperlandia" (Pepperland, i.e. the East Indies); the steersman blows a trumpet; many persons are hastening towards this vessel; a larger ship rides at anchor beyond this one; on the flags of the latter appear what looks like a devil riding on a goat(?). A road leads from the mid-distance to the distance, where, among hills, is the city "Viaanen". Several covered carriages are being driven rapidly along the road towards Vianen; these contain lunatics. [Actually, bankrupted speculators] In the foreground, on our left, "Bombario" (Humbug), the hump-backed pedlar who often appears in these satires, squats under a tent, together with a lady who wears a crown. On the ground near Bombario is an object which looks like a cribbage-board, and may be a board perforated to hold tobacco-pipes, likewise a coffee-pot, and several coffee-cups; here are also pieces of paper, inscribed, "Actie op de Coffi" (Stock on coffee), "2 Stuyve een kop koffi" (Two pence a cup of coffee), "Op de Tabac" (On tobacco), "2 Stuyvvan een Kamer" (Two pence of a room); "Al weer een" (Already there is another) is written on another piece of paper. On the flag which flies above the tent of Bombario is represented coffee-cup (?). The entrance, opposite Bombario's tent, to the enclosure of the merry-go-round, is approached by a road, "De Weg des verderfs" (The Way to Destruction); this road is strewn with fish-hooks. The entrance is closed by a grating or framed net, which, turning on pivots, is opened and closed by means of cords worked by Bombario. A gentleman has just entered the enclosure by means the Way, and is shut in by Bombario, who raises the grating or net; the gentleman, ignorant of his true position, and infatuated by the share mania, waves his hat to those who ride in one of the cars of the merry-go-round, and shouts "Op de Zuid" (On the South); an ape, crouched among the decorative ironwork above the entrance, drops a fool's cap on his head; the ironwork comprises a royal crown (see below) placed over an escutcheon bearing a cipher two L's (John Law of Lauriston) the gate-posts are terms of young females, one with a bare, the other with a covered bosom. At the side of the entrance sits a splendidly dressed gentleman, as if he were the warder or proprietor of the merry-go-round; his seat is a treasure-chest filled with bags of coins; near his feet are two bags; one, being open, shows that it contains coins, the other is tied up and marked with fleurs-de-lis; the gentleman holds a sceptre surmounted by a fleur-de-lis (Law or else the Regent, Duc d’Orleans). This person is in conversation with another, who, in an obsequious manner, and holding a bag money in his hand, approaches him, and has his attention directed to the interior of the enclosure. Behind the seated person is Folly, a woman, whose face and bosom bear numerous black patches, and on whose head is a fool's cap. Two more gentlemen approach the entrance by means of the Way, and carry bags of money under their arms; near these persons are others, who seem attracted by the exposed charms of Folly. A porter is trundling towards the seated person a wheelbarrow laden with bags of money; it is probable that this treasure belong to a gentleman who walks beside the barrow; a man approaches the latter, saluting him (or displaying a throat wound from a suicide attempt!) and holding out a paper, on which is, "Op de zuyt" (On South.). The merry-go-round is set in motion by a horse, on the back of which Devil rides. The cars revolving about the central spindle have heads of animals; those of a cock and dog are visible. The spindle works at top in a centre piece, which is steadied by six upright piers; on the summit of these piers are six human figures variously clad; on our left the figure is that of a Dutchman, with a spade in one hand, and holding in the other a paper marked "Hoorn O" (Hoorn zero), and dropping other papers bearing ciphers and the names of towns (allowing stock trading) "O", "O", "Edam O", "0", "0", "Enkhui[z]e"(n), "Alkmaar 0", "Purmeren(d) 0", "Hoorn 0", "Edam 0", and "0". The next figure is that of a young female girt with a fishing-net, and having, over the net, a ceinture of fish, suspended by their heads ; she wears a wreath (of tobacco ?) on her head, and holds in one hand an oar marked "Zuyt" (South Sea Company); like her neighbour, she scatters papers marked, variously, "Zuid" or “Zuyd” (South Sea Company), “Bank” and numbers and many zeroes. The next figure is that of a young white male Indian, girt with a beast's skin, holding in one hand an object which is not recognizable, and from the other scattering papers ; on the band about his head is Missi"[ssippi]; on the papers are "missi" or some variant thereof, and various numbers, as with his neighbour. The next figure is that of a young black male Indian, with "West" (West India Company) on his head-band. At his back is a quiver; in his hands are a bow and a paper, the latter bears "0"; other papers scattered by him are marked "West 1000", "0", "10000", etc. The next figure, with its back towards us, is that of a man who wears a peculiar broad-brimmed felt hat, such as occasionally appears in Dutch prints; he scatters papers marked "0" or "100". This figure seems especially associated with the Mississippi Company. The next and last figure is partly concealed by the frame of the machine; papers fall from its hands marked with numbers, mostly zeroes. The revolving cars contain persons who clutch at the papers which fall from the hands of the figures on the piers; each car is associated with a distinct bubble-scheme, and placed below the figure on the pier which illustrates it; thus, the car near the figure of "Zuyt" with the oar, contains two gentlemen, and bears a flag inscribed "Zuyd" (South Sea Company); this car is nearest to the man standing near the gate, and just trapped by Bombario (see above); his speech "Op de Zuid", refers to his intention to embark with the South Sea Company. The next car contains two gentlemen and a young lady; it has a flag on which is written "Missisippi", and a cock for its figure-head, thus referring to the French origin of the Mississippi Company; the white Indian is associated with this car. The next car has a fleur-de-lis on its hinder part, referring likewise to the French origin of the West India Company (l); it is associated with the black Indian, and carries two men; a third tumbles headlong out of it. In the fourth car are two men and a woman, who, their part of the course being void of falling papers, are eagerly preparing to approach the part where the papers fall from the hands of the last-named figure on the piers and that of the Dutchman with the spade; on the flag of this car is inscribed, "Bubbels" (Bubbles.) Below the design are engraved four columns of Dutch verse, which have been translated as follows: "Bombario, the black Deuce, and his mother, are always plotting to ensnare the citizens, merchants and rich people, till they cannot get out again, so that they give themselves up to the earth. Look how Bombario, the thief, tries to profit by the desire for money of the others, and to bring them on the way towards destruction, so that they should even betray their own parents, if they could get money. Come on, let us banish, in spite of Scotch deceit, all those persons, so that the strength of our nation, Virtue and Peace, may come back and give us rest, while leading the way to Heaven ". This engraved Dutch satire on the share-jobbing mania of 1720 and the few preceding years is No. 65 in vol. i. of a collection of similar works, entitled " Het Groote Tafereel der Dwaasheid", and was published at the period in question. Source: Prints and Drawings in the British Museum, Division I. Political and Personal Satires, Volume II June 1689-1733, Chiswick Press (1873). Catalog No. 1675. pp 531-534. 16 X 10-1/4 in. Dutch verses: De Waereld loopt als in een foes; Bombario, de zwarte droes, Dat pikkig heintje, en ook zijn moer, Zyn altyd beezig, om den boer, Den burger, koopman grosser Her, Hofreekel, graaf, en pris, zo ver Te voeren, in hun dievenet, Tot zy te deerlyk zyn bezet, En ‘t hart, aan ‘t aardsch gebruy te vast, Wat hemelsch is, maar word een last, Ziet hier dien dief, Bombario, Hy is zo guitig, en zo snó, De drommel kent zyn kneepen niet, Nu maakt hy pypjes in het riet, En zit als op het vinketouw, Om geldliefhebbers, in zyn kouw, Of knip, te kippen, en zo voort Te voeren, door een ruime poort, Ten weg, die naar ‘t verderf heen leid, Vol maalery van ydelheid, En losse droomen, waan, en wind, Daar niemant, reekening by vind, Dan, die verbasterd van gemoed, Zyn va’er, verra’aden zouw om ‘t goed En ‘t geld, en schatten van deez tyd. Welaan, men banne dan, ten spyt Van Schots, en trots bedrog, al ‘t kwaad Ten lande uit, wyl de toeverlaat Des Bataviers steune op de deugd, Die haar beminnaars vreede en vreugd, En ruste geeft en al het ge’en, Ons voerd van hier ten Hemel heen. [Signed] Philadelphus.

    DE BEGEERLYKHEYT ZOEKT DE FORTUIN ’T ACHTERHALEN OF VOOR BY TE LOOPEN

    056 Covetousness seeks to overtake or to outrun fortune

    DE BEGEERLYKHEYT ZOEKT DE FORTUIN ’T ACHTERHALEN OF VOOR BY TE LOOPEN

    [Covetousness tries either to overtake or to outrun Fortune.] [1720]

    The design represents a landscape near the coast, where, in the mid-distance, is a lofty rock, approached from the land side by a steep path, and terminating in a cliff, over the end of which "H," a coach, with its passengers and horses, is falling headlong, followed by a crowd "G," all chasing a serenely floating Fortune. In the foreground "A," a nursing mother, feeds her naked child with a spoon; an aged nurse attends her. "B" indicates two children, one of whom demands fruit from a basket which is carried by the other. "C" is a man who looks in a treasure chest and places bags of money in it. "D" is a gentleman who carries a hat trimmed with feathers. "E" is a gentleman mounted on a prancing horse, followed by a man bowing obsequiously. "F," a medallion portrait of John Law, is placed in the air on a barren wreath, about which serpents are twining. On a scroll below the medallion are the following lines: "Met recht verdiendt gy o Lauw een grooten lof Die alles wat men kan bedenken overtrof Indien men niet al lang had klaer gezien met ogen Dat Gierigheyt zoo dik de Wysheyt heeft bedrogen Maer elks gemoet bleef van zoo snoode listen schuw Behalve 't schaemteloos en vuyl gemoet van u" [O Law, much praise you deserve to receive, you surpassed all that men could conceive, if we had not clearly long seen with our own eyes covetousness has often wisdom deceived but every mind shunned such cruel devices except the shameless and foul artifices of you "I", a gentleman, wearing spectacles, who, holding two scrolls, on which are cyphers, "0000" and "000," says "'t komt al op niet uyt” (It all comes to nought.) Beside him stands a female figure holding a mirror and a snake admonishes him "Wort wyzer" (Wise up). On the left, "K" is a gentleman who tilts a beehive in order to take the honey, but is stung by the bees; On the right, gentleman "L" sits with a fishing pole on the edge of a pool in the foreground; an old man standing behind him says "Dats al voor u gevangen" (It’s all been caught for you), referring to the success of two men who, using a net, have caught all the fish in the pool. The fellow putting the fish in a tub says, "Uw vangst heeft veel andere gaende gemaekt" (Your catch has caused many others to try the same.) Mr. "M" stoops over an empty money chest and passionately digs with his nails in the earth at the foot of a tree; his wife, half naked, stands by and laments, "Och waer jer uytgescheyde toen top zyn best was." (Oh, why didn’t you leave off while you were ahead?) In the middle of the composition is a Fury, not really doing anything; an old man walks on crutches on, middleground right; on his back sits Covetousnes blindfolded, holding a purse and a triple-fork in her hands and crowned by a hawk devouring a dove. Near this group is, "Begeerlykheyt blyft ons by tot aen ‘t graft (Covetousness stays by us to the grave.) The verses engraved below the design are to the following effect: "A. Every man who was born with covetousness keeps it all his life because he will have wants all his life through. So you see the small children open their mouths as soon as they are born, trying to get something to eat. B. As soon as we learn to discern things, we get worse and worse, and apt to take more than we can swallow. This many a time causes rancor and envy. C. We gather before our time. D. We scrape to play a part in life, and work for idle glory. E. Then the legs can no longer support us, and we must have a carriage, as well as dainties and wine. Desire can never be satisfied, and grows the more we live, and we make a law founded on our own desires. F. Such is the earthly life of a deceiver who can rouse passion for gain by the wind of an idle hope. G. Pray, see how all of them jostle and fight. H. One had already arrived at the top of the earth, when desirous of more, came miserably down. Whoever tries to go beyond the limits fortune, must always be overthrown. I. Another, like a fool, looks round, gets nothing instead of expected thousands. K. A third sees all his bees fly out and instead of gathering honey, is attacked with their sharp stings. What difference is here! L. This man ought to fish in good time, and not to go the net. M. The fourth, instead of gaining money, loses it and his senses likewise, seeking hopelessly in the earth for it. O Law, your name shall long be known like he who set fire to Diana's temple! A rogue never fears falling for his own tricks. This engraved Dutch satire on the share mania of 1720 and the few preceding years, and on John Law of Lauriston, it is No. 84 in vol. i. of " Het Groote Tafereel der Dwaasheid ", a collection of similar satires. It consists of a design and six columns of Dutch verse engraved below it. Source: Prints and Drawings in the British Museum, Division I. Political and Personal Satires, Volume II June 1689-1733, Chiswick Press (1873) Catalogue No. 1680, pp 539-540. 15 x 18 in. Dutch verses: De mensch begeerelyk gebooren Kan deze neyging niet versmooren; Om dat hy al zyn levenlang (A) Behoeftig blyft. Dat gaet zyn gang Van wieg tot graft: d’onnoosle wichten Zoo ras als zy den dag zien lichten Die gapen met een open mond, Na voetzel happende in het rond. (B) Maar groeit de kennise der dingen, Dan is begeerte niet te dwingen, In dat begeerelyke dier: Dan raest, dan woelt het, door dat vier Na meerder als het kan verzwellegen Dan ziet man zelfs in tedre tellegen Terstond krakeel en twist en nyd (C) Men gaert men spaert ook voor den tyd Die niet beleeft word. Veele steelen (D) En schrapen om mooi wêer te speelen: Want zoo hen yd’le glorie bruyt Dan wil de gek ten mmouwen uyt. (E) De beenen die het lichaem schragen Die kunnen ‘t dan niet langer dragen Daer moeten paard en rytuyg zyn Ook pracht en lekkerny van wyn Das wettigt men door valsche reden De hebzugt en brood dronkentheden Begeert is nimmer te versaên En groeit met ‘s menschen leven aen Zyn baetzucht past alleen op plukken En laat zich door geen wetten drukken Wie geest heeft maekt zich zelfs een wet Na zyn begeerlykheyt door wind (F) Dit ‘t ’t werelsch leven dat begreepen Van yd’le hoop kan gaende maeken En helpt elk een schier aen het blaeken (G) Ik bid u; zie hoe ieder woelt En niet als op Miljoenen doelt (H) D’een was reeds met zyn koets en paarden Gesteygert op den top ter aerden Maer niet vernoegt wou noch al mêer Doch stort elendig weder nêer Van ‘t steyl gebergt! Een die de paelen Voor by streeft van Fortuin moet daelen (I) een ander staet als zot en kykt Dewyl hy niet dan nullen strykt Daer hy veel duysende verwachten (K) Een derde meende na gedachten Veel winst te hebben, maer och arm Hy ziet ontsnapt den Byenzwarm, En wort in plaets van honig likken Door felle angels, die hem prikken Gepynigt, o wat scheelt dat veel Dat men verliest in plaets van deel Te vinden in veel winst en voordel Maar neen: ‘t ontbrak die man aen oordeel (L) Men most daer visschen op zyn tyd Niet achter ‘t net tot leet en spyt (M) De vierde in plaets van gelt te winnen, Verliest zyn eyge gelt en zinnen, En zoekt verbystert in den grond Of hy het daer ook weder vond. O Lauw uw naem blyft lang in wezen Gelyk de naem van die voor dezen Den schoonen Tempel van Diaen Door vuer en vlammen deed vergaen. Een schelm die ‘t eerlyk zal ontbreeken Ontziet zich geene slingsche treeken.

    "The Winding-Horn of Dirty Profit, or the Root and Berry Steeplechase"

    047 - De Kornet van Vuil Gewin of Wortel en Besse Postiljon

    "The Winding-Horn of Dirty Profit, or the Root and Berry Steeplechase"

    on his lean yet newly wallowing pig [has] published

    "The Company is Full!"

    Verses snipped away. Background left: Desperate investors mob the window of stock-jobbers who are dressed in French style, with exaggerated sleeve cuffs (like John Law) and are throwing them stock certificates all marked "0." Middle ground left: A man forages for roots to put in his sack. "Ik vul de Kap voor 't windrig volk Die waande dat ze ons koetje wilde molkt." Upper right "The Sun in Sagittarius" (22 November-21 December), meaning approaching winter and the time by which the speculation bubble has long popped..

    035 - DE MALLE ACTIONISTEN NAAR VIANEN, OF ‘T PEPERLAND [The Crazed Stocktraders on the way to Vianen or Pepperland]

    035 - The foolish stockholders on the way to Vianen or the Pepperland

    035 - DE MALLE ACTIONISTEN NAAR VIANEN, OF ‘T PEPERLAND [The Crazed Stocktraders on the way to Vianen or Pepperland]

    All aboard the wagon for Vianen and Culemborg (“Kuilenburg”), twin cities of refuge for the bankrupt. 18th-century “Types,” thieves, knaves, and fools try to climb aboard the wagon driven by Bombario, while Harlequin blows bubbles in the back seat. A monkey atop the wagon waves a flag that says “Zie zo, / Zie zo, / Bombario / is Apery / in folio” (See, see, Bombario is monkeyshines in the [stock] portfolio]). Not everyone can climb aboard. The country bumpkin who would be a squire (“Lubbert Lubbertse” in the verses) can’t afford the ticket - “Zwol 10000 voor ‘t passagiegeld” (Zwolle, 10,000 voor passage – Zwolle shares 10,000 each). In the left foreground, under an awning labeled “Actioniste hantsterking te koop” (Stock-trader hand-steadier—i.e., booze—for sale), a drunk teetering on a liquor cask can’t believe his eyes, while his wife Columbine makes a face and curses the traders. Towards the right, a hunchback (“Hamburger Judas?”) runs with a bellows, for pumping up stock. To the right, stock-traders divide up clothes they stole from another, while in the crowd are a devil or two to coax them all along. Verses: Indien ‘t dan langer niet wil lúkken, En krygen de Acties vreemde nukken, En dolle kneepen in er gat Wel ry dan voort , langs ‘t breede padt, Sy snaakse Voerman met je Waagen Jan platte gatjes die by daagen, En nachten was op de Actiebaan, Zit op de Schoone koets vooraan Met de Actiekoopman Jonker pover Dan volgt die geestige acteerover Hamburger Judas, met zyn múts, En de ouwe duitendief Hans Juts. Cousin germain geraakt aan ‘t waggelen, Wil met son compagnon mee faggelen; En heele zootjes van dat goed. Maar Lúbbert Lúbbertse, dien bloed, Die van beroerdheid springt op krekken, Mach met de Waagen niet vertrekken. Dien armen duivel, vroomen held, Manqueert het aan Passagie geld, Om naar het apenland te koomen, Is ‘t waarheid vrienden, of zyn ‘t droomen? Roept gentelman, op ‘t leege vat, En lapt de brendy in zyn gat, Terwyl zyn Wyfje Colombine, Maakt alderliefste, en zoete mine, En vloekt op de acties dat het rookt, Daar Janmaat vast zyn bonkes smookt. Ja bruy maar heen naar Winjewanje, ‘t Loopt met úw Acties doch niet banje

    "SPIEGEL DER REDEN VOOR DE WANHOPENDE ACTIONISTEN".

    034 - Mirror of reason for desperate stockholders

    "SPIEGEL DER REDEN VOOR DE WANHOPENDE ACTIONISTEN".

    [Mirror for the Reason of the despairing Stock- Brokers.] [1720]

    The design represents the despairing and ruined share-jobber, seated in a landscape and about to stab himself; Reason sits beside him, holding a lyre and a mirror, and pointing to the irradiated shield of a genius who appears behind; on the shield is "Y", for the name of the water (‘t IJ) on which Amsterdam is built; corpses of others who have slain themselves on account of their ruin by share-jobbing lie on the ground in front. In the distance evil spirits are hastening away; in the air Truth is seated, holding a wreath. At the sides and below the design are three columns of Dutch verse in letterpress, which have been translated as follows: "Mirror for the reason of the despairing Stock-Brokers". "The Wind trade is decaying; the smoke has disappeared; many a one had Fortune against him, and this cheated broker is about to kill himself; but in the midst of his fury Reason beckons him; she has a contented face, and will restrain him, if possible. Methinks she speaks in the following manner: 'Stop; you'll gain nothing by killing yourself ;if, instead of speculating, you had sought me, and consulted my mirror, you would not have been poor now. Stop, for the vices which instigated you for this crime are already trampled on by me; they are Violence and Despair. Curse the Wind trade, but be prudent henceforth. Superstition and Wantonness were going to attack powerful States, under the guidance of Moneylust, when Prudence darted her beams upon them, which they cannot endure. “Look at the Y (IJ, a branch of the Zuydcr Zee, on which Amsterdam lies); that famous water was never overcome by the Bubble fury, for the governors banished that trade.” Thus speaks Reason, whilst Truth comes down like a star, surrounded by heavenly light, so that the Wind must be conquered and give way. Men cry no more “South! Zwolle! Alkmaar! Utrecht! Hoorn!”. Truth has choked all these voices, and the Stock-Shop is broken up". This engraved satire on the share-jobbing mania of 1720 and the few preceding years is No. 60 in vol. i. of " Het Groote Tafereel der Dwaasheid ", a collection of similar satires on the Mississippi, South Sea, West India and other bubble companies of this period. Source: Prints and Drawings in the British Museum, Division I. Political and Personal Satires, Volume II June 1689-1733, Chiswick Press (1873) pp 530-531. Catalogue No. 1674. 3-1/2 X 5-3/4 in (image) Dutch verses: De Windnegotie raakt aan ‘t dálen, De Bubbels kwynen oom ‘t verlies, En geen van al die Compagnies, Die ‘t hoofd ooit weêr zal boven hálen; Die wind heeft eind’lyk uit gewaaid. De Rook-negotie is verdwénen, Dewyl ‘t geval hem tegen draaid, ‘t Geen deez’ verbeelding komt ontblóten, Wyl een bedroge Actioniest, Na dat hem alles is gemist, Zig zelf dreigt in het hart te stóten; De wanhoop om ‘t verlore Geld Is klaar uit zyn gezicht te lézen, Hy drukt zyn eigen hart door ‘t vrézen, Daar ‘t op de Wéreld legt gekneld, Maar in het midden van zyn woeden, Wenkt hem de Reden, wiens gelaat Vernoegd, en heel bezadigt staat, Om is ‘t moog’lyk hem te hoeden. My dunkt, ik hoor hem met deez’ reên Tot dien verbolgen Windbuil spréken. Laat af! Zoud gy u zelf doorstéeken En ‘t leven schenden! Neen, ô neen! Hou op van dus uw ramp te zoeken! Gy klaagt nu vrugt’loos om ‘t verlies Van Wind en Bubbel-Compagnies, Gy wint in ‘t minst’ niet met uw vloeken; Had gy van eerst af my gezogt, Myn Spiegel voor uw oog gehouwen, Om ‘t uiteind zonneklaar te aanschouwen, Door een regtvaardige agterdogt, Van al die Bubbel-handelingen, Gy zaagt uw schatkist niet beroofd, Waarom gy nu van brein verdoof U zelf wilt naar het léven dingen, Dog lat nog van uw opzet af! ‘t Geweld en Wanhoop, twee Gedrogten Die u dit heilloos opzet brogten, Ziet gy reeds tot hun eigen straf Op ‘t aardryk door myn voet vertreden, Vloek aan de Windnegotie, maar Stort u niet verder in ‘t gevaar, En leen uw ooor tog aan de reden! Myn Spiegel zal u ‘t eind doen zien Van al die Rookverkopers gilden, Die ‘t meeste van uw geld verspilden Door opgeworpe Compagnien; Zie hoe de Hoogmoed ‘t veld moet láten, Mmet Bygeloof en Dartelheid, Die bei geblinddoekt en verleid, Vast doelden op verhéven státen, Daar hen de Geldzugt op het spoor Vast voorstreeft om ontelb’re schatten In háre schrokbeurs te bevatten; Die snóde ging hen moedig voor En dagt alreeds te zegeprálen, Tot dat zy in haar snood besluit, Door vrouw Voorzigtigheid gestuit, Moet zwigten voor de held’re stralen, Die uit haar Diamanten-schild vol glans, Die valsse schitt’ren in hare oogen, Zy kan dat ligt geenzints gedógen, Daar de Y pronkt in een ronden krans Van held’re strálen, die gedreven In ‘t glinst’rend Diamanten-schild, Den Y-God eeuwighlyk doen léven, Wyl die vermaarde Koopstroom nooit Zig liet aan Bubbel-ketens binden, Gebouwd op Waan, en Droom, en Winden Die door den tyd reeds zyn verstrooid; Zyn vryheid weird te waard gehouwen Door zyn Regeerders, die die pest Verbanden voor ‘t Gemene best, ‘t Geen de Oppermagt hen kwam betrouwen. Zo spreekt de Reden, daar van ver De Windgenóten, onder ‘t zugten Voor ‘t blix’men van den hemel vlugten; Terwyl de Waarheid als een Ster Daald in een kring van hemelligten, Op ‘t wolktapyt, met een krans en speer, Heel vrolyk op het aardryk neêr, Waar voor de Bubbelwiinden zwigten. Mmen schhreeuwd nu geenzints meêr de Zuid! Of Zwol! Of Alkmaar! Utrecht! Horen! De Waarheid komt dat roepen smóren, En de Actiekraam raakt eind’lyk uit.

    "SPIEGEL DER REDEN VOOR DE WANHOPENDE ACTIONISTEN".

    034 - Mirror of reason for desperate stockholders

    "SPIEGEL DER REDEN VOOR DE WANHOPENDE ACTIONISTEN".

    [Mirror for the Reason of the despairing Stock- Brokers.] [1720]

    The design represents the despairing and ruined share-jobber, seated in a landscape and about to stab himself; Reason sits beside him, holding a lyre and a mirror, and pointing to the irradiated shield of a genius who appears behind; on the shield is "Y", for the name of the water (‘t IJ) on which Amsterdam is built; corpses of others who have slain themselves on account of their ruin by share-jobbing lie on the ground in front. In the distance evil spirits are hastening away; in the air Truth is seated, holding a wreath. At the sides and below the design are three columns of Dutch verse in letterpress, which have been translated as follows: "Mirror for the reason of the despairing Stock-Brokers". "The Wind trade is decaying; the smoke has disappeared; many a one had Fortune against him, and this cheated broker is about to kill himself; but in the midst of his fury Reason beckons him; she has a contented face, and will restrain him, if possible. Methinks she speaks in the following manner: 'Stop; you'll gain nothing by killing yourself ;if, instead of speculating, you had sought me, and consulted my mirror, you would not have been poor now. Stop, for the vices which instigated you for this crime are already trampled on by me; they are Violence and Despair. Curse the Wind trade, but be prudent henceforth. Superstition and Wantonness were going to attack powerful States, under the guidance of Moneylust, when Prudence darted her beams upon them, which they cannot endure. “Look at the Y (IJ, a branch of the Zuydcr Zee, on which Amsterdam lies); that famous water was never overcome by the Bubble fury, for the governors banished that trade.” Thus speaks Reason, whilst Truth comes down like a star, surrounded by heavenly light, so that the Wind must be conquered and give way. Men cry no more “South! Zwolle! Alkmaar! Utrecht! Hoorn!”. Truth has choked all these voices, and the Stock-Shop is broken up". This engraved satire on the share-jobbing mania of 1720 and the few preceding years is No. 60 in vol. i. of " Het Groote Tafereel der Dwaasheid ", a collection of similar satires on the Mississippi, South Sea, West India and other bubble companies of this period. Source: Prints and Drawings in the British Museum, Division I. Political and Personal Satires, Volume II June 1689-1733, Chiswick Press (1873) pp 530-531. Catalogue No. 1674. 3-1/2 X 5-3/4 in (image) Dutch verses: De Windnegotie raakt aan ‘t dálen, De Bubbels kwynen oom ‘t verlies, En geen van al die Compagnies, Die ‘t hoofd ooit weêr zal boven hálen; Die wind heeft eind’lyk uit gewaaid. De Rook-negotie is verdwénen, Dewyl ‘t geval hem tegen draaid, ‘t Geen deez’ verbeelding komt ontblóten, Wyl een bedroge Actioniest, Na dat hem alles is gemist, Zig zelf dreigt in het hart te stóten; De wanhoop om ‘t verlore Geld Is klaar uit zyn gezicht te lézen, Hy drukt zyn eigen hart door ‘t vrézen, Daar ‘t op de Wéreld legt gekneld, Maar in het midden van zyn woeden, Wenkt hem de Reden, wiens gelaat Vernoegd, en heel bezadigt staat, Om is ‘t moog’lyk hem te hoeden. My dunkt, ik hoor hem met deez’ reên Tot dien verbolgen Windbuil spréken. Laat af! Zoud gy u zelf doorstéeken En ‘t leven schenden! Neen, ô neen! Hou op van dus uw ramp te zoeken! Gy klaagt nu vrugt’loos om ‘t verlies Van Wind en Bubbel-Compagnies, Gy wint in ‘t minst’ niet met uw vloeken; Had gy van eerst af my gezogt, Myn Spiegel voor uw oog gehouwen, Om ‘t uiteind zonneklaar te aanschouwen, Door een regtvaardige agterdogt, Van al die Bubbel-handelingen, Gy zaagt uw schatkist niet beroofd, Waarom gy nu van brein verdoof U zelf wilt naar het léven dingen, Dog lat nog van uw opzet af! ‘t Geweld en Wanhoop, twee Gedrogten Die u dit heilloos opzet brogten, Ziet gy reeds tot hun eigen straf Op ‘t aardryk door myn voet vertreden, Vloek aan de Windnegotie, maar Stort u niet verder in ‘t gevaar, En leen uw ooor tog aan de reden! Myn Spiegel zal u ‘t eind doen zien Van al die Rookverkopers gilden, Die ‘t meeste van uw geld verspilden Door opgeworpe Compagnien; Zie hoe de Hoogmoed ‘t veld moet láten, Mmet Bygeloof en Dartelheid, Die bei geblinddoekt en verleid, Vast doelden op verhéven státen, Daar hen de Geldzugt op het spoor Vast voorstreeft om ontelb’re schatten In háre schrokbeurs te bevatten; Die snóde ging hen moedig voor En dagt alreeds te zegeprálen, Tot dat zy in haar snood besluit, Door vrouw Voorzigtigheid gestuit, Moet zwigten voor de held’re stralen, Die uit haar Diamanten-schild vol glans, Die valsse schitt’ren in hare oogen, Zy kan dat ligt geenzints gedógen, Daar de Y pronkt in een ronden krans Van held’re strálen, die gedreven In ‘t glinst’rend Diamanten-schild, Den Y-God eeuwighlyk doen léven, Wyl die vermaarde Koopstroom nooit Zig liet aan Bubbel-ketens binden, Gebouwd op Waan, en Droom, en Winden Die door den tyd reeds zyn verstrooid; Zyn vryheid weird te waard gehouwen Door zyn Regeerders, die die pest Verbanden voor ‘t Gemene best, ‘t Geen de Oppermagt hen kwam betrouwen. Zo spreekt de Reden, daar van ver De Windgenóten, onder ‘t zugten Voor ‘t blix’men van den hemel vlugten; Terwyl de Waarheid als een Ster Daald in een kring van hemelligten, Op ‘t wolktapyt, met een krans en speer, Heel vrolyk op het aardryk neêr, Waar voor de Bubbelwiinden zwigten. Mmen schhreeuwd nu geenzints meêr de Zuid! Of Zwol! Of Alkmaar! Utrecht! Horen! De Waarheid komt dat roepen smóren, En de Actiekraam raakt eind’lyk uit.

    Stryd Tuszen De Smullende Bubbel-Heeren, En De Aanstaande Armoede Struggle between the feasting Bubble--Lords and Looming Poverty

    025 - Struggle between the banqueting Bubble-lords and looming poverty

    Stryd Tuszen De Smullende Bubbel-Heeren, En De Aanstaande Armoede

    Struggle between the feasting Bubble--Lords and Looming Poverty

    The Bubble-Lords and their movable feast pull up short before the ranks of their opposite and their future.

    Details below: Two opposing companies are about to do battle. Emblematic of the "Bubble Lords" is a well-fed gentleman riding a wheeled tun of wine ("Bacchus's throne of honor"). A triumphal wagon is a standard in 17th-century emblem prints, denoting false worldly triumphs. The barrel is labelled "Actie Soopjes te Koop" (Sips of stock for sale). His crown is a vetpot (pot for cooking rich meats - A Dutch expression, "'t is geen vetpot" means "it's not worth much") and his earflaps and collar consist of waffles. On the collar is "Al tyd Ventam" (Always Wind), so the waffles are stock shares (see below). On his belt are a wild fowl and a hare, the latter saying "Dit is onze vangst" (This is our catch). For a lance he has a rotisserie holding a pig's hindquarters, a chicken and a tankard. He toasts with another goblet, on which is written "Dit hebben wy daar van" (This is what we think of it!), referring to the opposing crowd of the poor. The Bubble-Lord's wagon is pulled by children, symbolizing (with the caught hare) the suckers who made the Bubble-Lords rich. With the children is a fool (with fools-cap), who hopes to profit, but will be swindled as well. Also pulling the barrel is a butcher, festooned with sausages and brandishing the jawbone of an ass. To the Bubble-Lord's right is a young woman (described as a "Venusdiertje," Venus- animal or prostitute). She is brandishing a waffel-iron on which is written "Waffel-yzer voor de nieuwe gebake Acties" (Waffle iron for new-baked Shares). She wears waffles labeled "Assuranties" (Insurance) and "Verpanding" (Hocking, as in a pawnshop). Behind Waffle-Girl is Kniertje, a fishwife. Kniertje is a "type," a pious and patient fishwife whose whole family were taken by the sea, so this image is a parody. "Kniertje" is vomiting and holding a basket of what look like clams. On her apron is "Al die Actie drank maakt my kwalyk" (Drinking all the Shares makes me sick). One figure in the back is holding aloft a pot of "Weesper Venezoen" (Weesp Venison, a gourmet food). Another figure waves a broom for sweeping the rest of Holland's money into the Bubble-Bank. Within the bristles is a candle that says "Onze kaarsje brand noch" (Our candle still burns). This is a dangerous place for a lit candle. Tied to the broom is a candle is a banner, on which is written "Viva de Compagnie; die / ons doet vrolyk leven / Schoon Armoede ons op 't end / den doodsteek dreigt te geven." (Long Live the Company/ it gives us a happy life/ Sweet Poverty in the end/ threatens to slip us the knife). In the other corner... The spirit of Poverty, nemesis of the Bubble-Lords, is festooned with fish, potatoes and pretzels, all cheap sustenance, and rides in a fish basket that seems to move under its own power pretzels. She wears a stir-frying pan for a crown and is about to hurl a bundle of bokking (dried smoked herring - really cheap food), labelled "Harde bokkens / drie om een oortje" (Hard dried herring / ten a penny). Next to her is a fisherman swinging a net. Behind him, an old woman waves a fork and a pretzel grill, in opposition to the prostitute with the waffle iron. The standard of the army of the poor is a fishing net, titled "Grote Fuik der Bubbel Compagnies" (Great snare of Bubble Companies). Another figure holds a long taper that says "Dese kaars zal ze wel dóven" (This candle will well snuff them). Another fisherman holds a club, for braining large fish. The club says "Noch nooit zo beleeft" (Yet never so civil). Another man brandishes a string of fish on a stick and someone further back is an upraised hand holding a whip. Dutch verses: Een bolle Smulle brôer gezéten Op Bachus eertroon, rijk versierd, Met allerhande zoort van eeten, Van vlees, van Spek van Wildgediert, Is ‘t zinnebeeld der Bubbelhéren, Die van een anders geld en goed Braaf vréten, zuipen, roszen, sméren, In volle weelde en overvloed; Zyn rollende Eert[ro]on word getrokken Door kleine Kind’ren, wier verstand Net is als dat der Noordse bokken; ‘t Bedrog gaat aan zyn regterhand, Bekranst met worsten en zauszyzen, Zyn kromstok, door by mee wil slaan, Betoond hoe hy het kwaad dufst pryzen En ‘t goede om eigen winst verráan (verraden). De Dwaasheid, kenbaar aan haar bellen, Verwonderd zig om 't vreemd gelaat; Des Bubbel-heers, en zyn gezellen, Terwyl zy vrolyk met hen gaat; Ook zou zyn opzet niet gelukken, Ten zy de Dwaasheid het verstand, Van dien hy denkt zyn geld te plukken, Door haar vergif eerst overmand; Terwyl een dartel Venusdiertje, Dat geaszureerd is, om dien dienst, Hem volgt op 't spoor, daar dronke Kniertje Gelyk een Zwyn, op 't onverzienst, Een stroom van ingezwolge dranken, Te gulzig ingeslingerd, weer Moet overgéven, onder ’t Janken ô Je! Wat doet myn kop my zeer! Het geen ligt vorgaat als een téken, Hoe de ingeslingerde Actiewinst, Al de Actie narren op zal bréken, Wanneer dat zy het alderminst, Daar aan gedenken, maar die Héren, Zyn nog niet heel te vrêen gesteld, Wyl zy een Bezem prezentéren, Om 't overig van Hollands geld Meé naar hun Bubbelbank te végen. Maar in het midde van hun vlugt, Komt de magere Armoê tegen, Die opgewekt is door ’t gerugt Van fluit een veel om 't haalt'lyk strópen Der Bubbel-narren, die den Wind Voor geld, en schat, en goed verkópen, Waar door zig elk bedrogen vind, In 't midde van hun drift te tómen Is de Actietroep met vlees gesierd, Zy pronkt met Vis, die uit te strómen Niet zonder moeit'e gevangen wierd, Zy werpt dien bollen Bachus-pater, Gezéten op haar Viskaros, Een stro met bokkings voor zyn snater, Terwyl dat haar gezelschap los, Met Rooster, vork en Net en Spéten, Valt op zyn medestanders aan, Schoon dat een Ligtekooi verméten Met 't Wafelyzer dreigt te slaan; De Kerkstoel strekt hier ook tot wapen, Om d'opgeworpen Bubbel Heer, Die wast grimlaggend zit te gápen, Eens vlot te slaan van boven neêr; Maar 't Zegenet, 't geen meen ziet hangen, Zal al deez' Compagnies eerlang, In ééne streek als Vissen vangen, Terwyl dien geen, die in den drang, Te toorts zwaaid, op het minste teken, Al 't kladpapier dier Actiepest Vol vrolykheid in brand zal stéken, Tot wel zyn van 't Gemene-best Dan zal de Koopmanschap weér bloeijen Der Amstelstad, en door ’t beleid Der trouwe Burger Héren groeijen In vrede, en rust, en vrolykheid, Zo zal het Nageslagt nog wéten Te spréken van hun Naam en Eer; Schoon de Actiepest al wierd vergéten, Nog sterft hun Glorie nimmermeer. A rotund feasting brother On Bacchus's throne of honor, richly ornamented With all manner of meat, bacon and game Is the very emblem of the Bubble-Lords

    030 – DE VERVALLEN ACTIONISTEN, HERSTELD DOOR DEN TRIOMPHEERDEN ARLEQUIN

    030 - The ruined Stockholders restored by a celebrated Harlequin

    DE VERVALLEN ACTIONISTEN, HERSTELD DOOR DEN TRIOMPHEERDEN ARLEQUIN

    [The ruined Stocktraders restored by a celebrated Harlequin]

    On the bank of the Lek river, with Vianen, the haven of bankrupts in the background, Harlequin rides a triumphal wagon driven by Athena (“Pallas,” goddess of wisdom). He is followed by a crowd of wretched investors who jump after bills he tosses to them. But where they chased companies and commodities, now they chase low trades and goods. The bills in Harlequin’s hands say, “uyen en kool” (onions and cabbage), “schoen-lappen” (cobbler), “Liet-sang” (ballad-singer, or busker), “Op kar” (?), “Basschander” (?). Other bills falling to the crowd are “Oud yser” (scrap iron), Engelse sprot (English smelt – a small fish), “Hitte gebra[ad?]” (hot roast), “Turf-drager” (turf-carrier), “Kar-man” (coachman), “Kuyllen” (?), “na Via.” (to Vianen). A lucky few have the concessions on gardening (“Tuyn-man”), gutter-cleaning (“Geuten Schoon”), portage (“Kruyer”), chimney-sweeping (“Schoorsteen-veeg”), Mussel-selling (“Mosselen”), magic-lantern projectionist (“Tover-lantere”). Unlucky investors hold bills with lots of zeroes on them or, in one case, “Sold op Inde” (Bill of the Indies Company). In the foreground trade of some kind goes on. Lower left, an “Akkordeer” (ascertainer?) counts out money on a bale. In the lower middle a couple of traders wheel goods (“altyd winst” – profit always). Lower right, near more bales of goods, a merchant offers money to Mercury, god of commerce. Al den bruy is ‘t in ‘t rumoer, Burger, Koopman, hoer, en boer. Arlequin laat, op een Waagen, Zich hier langs de Lekkant draagen. Pallas, och die goeje Sloof, Speeld voor Veerman, ze is haast doof, Van ‘t geschreeuw der windgezellen, Die haar om een baantje kwellen. Arlequin bid voor de troep, Wyl, door ‘t vreeselyk geroep, Zyne twee paer Slepers knollen, Raaken voor den droes, aan ‘t hollen. Pallas laat den leepen dief, Arlequin, vast brief op brief Deelen, aan die Actieventen, Maar ach! Ach, ‘t zyn werk patenten, Arme bruyers daar je bent, Zyt gy ‘t werken niet gewent? Kaal en arm zyn zal ‘t ú leeren, Werk dan krygt ge kost en kleeren.