Tag: column

  • De handelsoorlog pakt helemaal verkeerd uit voor opkomende markten

    Jarenlang gold het als een wetmatigheid onder beleggers. China was de steunpilaar onder de economische groei van de opkomende markten. Die zekerheid lijkt voorgoed voorbij. De oorzaken laten zich gemakkelijk aanwijzen. China zelf heeft steeds meer moeite om zijn groei op niveau te houden en de handelsoorlog helpt evenmin. En dan is de Chinese economie van kleur aan het verschieten.

    De rol van China was en is nog steeds van fundamenteel belang voor de opkomende markten. Het land is goed voor ongeveer 70% van alle industriële activiteiten in Azië. De afnemende groei naar waarschijnlijk 6,5% dit jaar beperkt een verdere krachtige expansie en dat heeft consequenties. Elke procent daling in de groei van het bbp vertaalt zich in een gemiddelde vertraging van 0,7% voor de opkomende markten, zo heeft Merrill Lynch becijferd. Voor Latijns-Amerika is de vertraging met 1,2% nog groter. Dat deel van de wereld stuurt alles van olie tot koper naar China.

    Opkomende economieën onder druk

    Het zwaarst getroffen is echter Zuid-Korea en dat is vooral te wijten aan de handelsoorlog. Zuid-Korea is nagenoeg volledig deel van de Chinese supply chain voor elektronica. Het is daarom niet vreemd dat handelaren de nationale munt van Korea, de won, als het kleinere broertje van de renminbi beschouwen. De Kospi, de Koreaanse Index, heeft dit jaar al 15% moeten inleveren en de waarde van de won is 6% afgebrokkeld.

    Maar ook landen als Taiwan, Singapore en Maleisië, die allemaal profijt hebben gehad van de opmars van China als industriële grootmacht, ondervinden nu nadeel. China is gewoon integraal onderdeel van de Aziatische supply chain. Lijdt dat land, dan lijdt de rest mee! Wat die anderen ook gaan merken, is dat China economisch van kleur gaat verschieten. De dienstensector gaat de centrale rol in de economie overnemen van de industrie. Een dienstensector is minder hongerig naar grondstoffen. Diensten droegen in het eerste halfjaar 4 procentpunt bij aan de groei, terwijl de industrie de helft daarvan bijdroeg.

    Uitdaging voor opkomende economieën

    Bovengenoemde omstandigheden eisen dat zeker de nauwst verbonden landen zich opnieuw gaan uitvinden. Dat moet op het moment dat de dollar en de oplopende rente in de Verenigde Staten de opkomende landen voor beleggers een stuk minder interessant maken. Het is trouwens niet ondenkbaar dat opkomende markten in dat opzicht een trendzetter zullen blijken voor 2019. Het zou zomaar kunnen dat in het komende jaar risico-aversie de toon gaat zetten.

    Opkomende markten gaan waarschijnlijk ook last krijgen van een zwakkere Chinese munt. Het veelbesproken overschot op de lopende rekening kan zomaar omslaan in een tekort, niet incidenteel maar permanent. Als dat zo is, dan kan China weleens een concurrent worden in plaats van een motor. Het hoeft allemaal overigens geen kommer en kwel te worden voor de opkomende markten.

    China ontpopte zich in razend tempo tot een consument-georiënteerde economie. Steeds meer Chinezen beschikken over de middelen om royaal te besteden. Dat gegeven vormt een prettige uitdaging voor bedrijven in de opkomende markten. Het is aan de belegger om uit te dokteren welke bedrijven dan potentieel winnaar zijn. Daarbij moeten ze verder kijken dan de huidige oplopende spanningen tussen Beijing en Washington. Dat is weer wel een opgave!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Stijgende obligatierendementen niet automatisch slecht voor aandelen

    Gaat het Fed model het raam uit, omdat de veronderstellingen waarop het gebaseerd is niet (meer) correct zijn? Het zou zomaar kunnen. Dit model veronderstelt dat het rendement op obligaties in lijn beweegt met dat op aandelen. Op zich klinkt dat logisch. Als het rendement op obligaties stijgt, moet dat op aandelen ook omhoog om de gunst van beleggers te kunnen behouden. Dat impliceert weer dat de prijs voor aandelen omlaag moet. Ergo, een hoger rendement op obligaties is slecht voor aandelen.

    In de VS gebeuren er dingen die de validiteit van het genoemde model ondermijnen. Recentelijk steeg de rente op de Treasury fors en wat deden de aandelenbeurzen? Die zetten een nieuw record. Dat was niet het enige opzienbarende. Een hogere yield veronderstelt dat de VS meer vreemd geld gaat aantrekken, waardoor de waarde van de dollar stijgt. Het omgekeerde gebeurde echter. De dollar daalde in waarde.

    Relatie aandelen en obligaties

    Het Fed Model wordt zo genoemd, omdat voormalig president Alan Greenspan het in de jaren ’90 ter sprake bracht tijdens een van zijn vele getuigenissen voor het Congres. Veel beleggers hebben er sindsdien min of meer blind op gevaren, hoewel al in de dotcom crisis duidelijk werd dat het model beslist niet onfeilbaar was. Aandelen werden in die jaren krankzinnig duur en sindsdien lijkt de relatie in de praktijk niet meer te bestaan. Het blijft echter een gegeven dat hoge rendementen op obligaties nadelig zijn voor aandelen. Beleggers hebben dan immers een aantrekkelijk alternatief.

    Los daarvan, het Fed model werkt af en toe wel. Aan het begin van het jaar stegen aandelen scherp dankzij de belastingverlagingen in de VS. Daarop stegen de rendementen op obligaties. Werkloosheidscijfers duidden op een mogelijke stijging van de (loon)inflatie. Daardoor zou de rente kunnen stijgen en dus ook het rendement op obligaties. Het resultaat was dat aandelenkoersen daalden. Pas recentelijk is deze daling in ieder geval in de VS goed gemaakt. Het moge duidelijk zijn dat veel beleggers nog steeds met enige schrik kijken naar stijgende yields op staatsobligaties.

    Stijging Amerikaanse rente

    De afgelopen weken wezen data op een mogelijke oververhitting van de arbeidsmarkt. Dat resulteerde in een sterke stijging van de yield op de Amerikaanse treasury. Aandelenkoersen bleven echter stijgen en de dollar verzwakte in tegenstelling tot enkele valuta uit de opkomende markten. Hoe laat zich dat verklaren? Sommige analisten veronderstellen dat dit de uitkomst is van een combinatie van factoren. Het zou kunnen wijzen op een groeiende bezorgdheid over de aanzwellende tekorten en de stijgende inflatie. Die bezorgdheid zou de dollar verzwakken en de yield op obligaties omhoog stuwen. Beleggers zouden daarop geneigd zijn aandelen te kopen als een hedge tegen een mogelijke inflatiestijging. Dan blijft de vraag hoe al deze moeizame relaties zo lang zo harmonieus kunnen samengaan?

    Misschien moeten we de vraag anders stellen. Waarom stijgt de yield op de Treasury eigenlijk? Als beleggers positief gestemd zijn over de economie dan neemt de neiging meer risico’s te nemen toe. Beleggers verkopen hun obligaties en kopen daarvoor aandelen. Daardoor stijgt de yield. Met andere woorden, een stijgende yield op staatsobligaties kan een bewijs zijn voor een terugkeer van het optimisme. Het groeiend optimisme kan beleggers er toe brengen om weer valuta uit opkomende markten te kopen. Dat gaat dan ten koste van de dollar. Daar komt nog bij dat de zorgen voor deflatie voorlopig te ruste gelegd zijn. Er is wereldwijd sprake van reflatie en dat is in de praktijk altijd weer slecht voor de dollar.

    Dan blijft de vraag over waar het optimisme op berust? De Amerikaanse arbeidsmarkt bloeit en dat verhoogt de kans op inflatie, maar het wijst ook op een onderliggend sterke economische groei. Daar komt nog bij, dat de gevolgen van de handelsoorlog voorlopig beperkt blijven. Zolang dat zo blijft, zal het beeld onveranderd blijven. Als de Fed de rente blijft verhogen en de handelsoorlog gaat pijn doen, dan kan het Fed model weer zijn waarde bewijzen. Het rendement op obligaties gaat verder omhoog en aandelen worden goedkoper!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De val van Lehman luidde de pensioencrisis in

    Afgelopen maand was het tien jaar geleden dat met de val van Lehman Brothers de grootste crisis sinds die van de Jaren Dertig van de vorige eeuw een aanvang nam. Is er sindsdien iets ten goede gekeerd in de financiële sector. Is die sector gezonder en op een solidere basis gegrondvest? Het antwoord mag een aarzelend ja zijn. De risico’s zijn minder geworden. Ze zijn echter niet verdwenen, slechts verplaatst.

    Het zijn nu de pensioenfondsen die grote risico’s in zich bergen. De lage rente maakt het uiterst onzeker of ze hun inkomensbeloftes kunnen nakomen. Daarom gaan ze extra risico’s nemen, zoals samenwerken met hedge funds en private equity. Grote bedrijven hebben de risico’s van verkeerde investeringen weggehaald bij hun beleggers en geponeerd op de schouders van de spaarders. Een bankencrisis zoals in 2008 lijkt uit den boze, maar een pensioencrisis en derhalve een sociale crisis lijkt in de maak.

    Hoe heeft het zover kunnen komen. Daarvoor maken we een tour de memoir. Het waren de centrale banken die effectief in actie kwamen om de crisis het hoofd te bieden. Dat gebeurde onder leiding van de Fed. Die startte als eerste een programma van kwantitatieve verruiming. Dat programma hield in dat de centrale bank op grote schaal (overheids)obligaties ging opkopen met de bedoeling de rente omlaag te duwen, deflatie te voorkomen en om beleggers aan te moedigen weer wat meer risico’s te nemen.

    Het voorbeeld van de Fed is na enkele jaren talmen gevolgd door de ECB en door de Bank van Japan. De bedoeling van de verruimingsprogramma’s was ook om derde partijen in staat te stellen hun schulden met behulp van gratis geld af te lossen. Banken grepen die gelegenheid met beide handen aan en hebben hun schuldenlast omlaag gebracht. Tegelijkertijd maakten andere partijen van de gelegenheid gebruik om hun schuldpositie te laten groeien. De hypotheekschuld is nagenoeg even groot als aan de vooravond van de crisis. Ook die van grote bedrijven is scherp gestegen, omdat ze veel geld hebben geleend om op grote schaal eigen aandelen terug te kopen. Leningen voor auto’s en studieleningen zijn eveneens scherp opgelopen. Nieuw en zeker zorgwekkend is dat het scheppen van krediet verplaatst is van de ontwikkelde wereld naar China.

    Meer schulden

    Bij de aanvang van de crisis liepen de schulden heel kort terug, maar China deed daar nooit aan mee. Sterker nog, China werd meer en meer de ‘borrower of last resort’. China was in de afgelopen jaren de bron van 70% of meer van de kredietcreatie voor de private sector. Dankzij China was die creatie even groot en omvangrijk als voor de crisisjaren. Dat wil weer niet zeggen dat dat in China niet voor opgetrokken wenkbrauwen heeft gezorgd. Sterker nog, de overheid doet verwoede pogingen om de kredietgroei in te perken. Dat geeft weer bezorgde gezichten elders. Kan de economische groei wereldwijd wel gehandhaafd blijven als China op de rem trapt?

    Meeste kredietgroei vindt inmiddels plaats in China (Bron: Financial Times)

    Terug naar de centrale banken. Hun monetair beleid was zeker in de VS een groot succes. Aandelenmarkten kennen nu al een stierenmarkt van bijna tien jaar, de langste ooit. Onroerend goed markten bloeien ook als nooit tevoren. Buiten de VS was het succes aanzienlijk minder. In Europa was daar de financiële crisis (Griekenland) debet aan. Sinds de val van Lehman is de S&P 500 met 175% gestegen, terwijl aandelen in de rest van de wereld gemiddeld slechts 55% stegen. Als gevolg van de zwakke economische groei daalden de prijzen voor commodities. Het beste voorbeeld daarvan is misschien wel goud. De prijs daarvan steeg aanvankelijk scherp, omdat de wereld bang was voor een scherpe stijging van de inflatie. Sedert 2011 daalt de prijs alleen maar, omdat vanaf dat moment de angst voor deflatie overheerste.

    Aandelen duur, obligaties duur

    Wat betekent het recente verleden voor de dag van morgen? Dat laat zich maar moeilijk precies voorspellen. Maar er kunnen wel enkele waarschijnlijkheden geformuleerd worden op basis van ervaringen uit het verleden. Alles draait daarbij op het besef dat het toekomstige rendement op je assets bepaald worden door de prijs die je er nu voor betaalt. Een dure asset levert in de toekomst minder dan een goedkope. Sinds de centrale banken hun programma startten zijn obligaties heel duur geworden en is het rendement heel laag, terwijl aandelen in de VS ook al heel duur zijn. Buiten de VS zijn aandelen aantrekkelijker gewaardeerd, maar is het rendement minder.

    Dat alles kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld pensioenfondsen het in de nabije jaren steeds moeilijker gaan krijgen om pensioenen te garanderen. Sowieso staat het pensioenstelsel zoals we dat kennen onder druk. Bedrijven en dan zeker die in de VS proberen al jaren en met succes onder hun pensioenverplichtingen uit te komen. Ze bieden nu zogeheten defined benefits pensioenen, waarbij de werkgever een bepaald niveau van pensioen garandeert. Schieten beleggingsopbrengsten te kort, dan moeten de werkgevers het gat opvullen. Bedrijven proberen met toenemend succes defined benefits te vervangen door defined contributions. De werknemer moet in dat geval zien om uit eigen middelen het gat op te vullen. Die verschuiving opent de weg naar veel misère! Veel werknemers zullen niet in staat zijn om voldoende te sparen voor hun pensioen. Lonen stagneren al decennia en menig werknemer heeft al veel moeite om elke maand financieel de eindjes aan elkaar te knopen.

    Pensioenverplichtingen worden vaker bij werknemers neergelegd (Bron: Financial Times)

    Nu al is duidelijk, dat zeker een derde van de Amerikaanse werknemers niet in staat is om überhaupt te sparen. Slechts een kleine minderheid zal in staat blijken voldoende te sparen. Voor de komende generaties ziet het beeld er nog minder florissant uit. De ongelijkheid in de VS zal de komende jaren alleen maar toenemen en daardoor zullen tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen alle maar verscherpen. Landen die nu een systeem van defined contributions willen invoeren zouden zich wel tweemaal moeten bedenken als ze de ontwikkelingen in de VS zien!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Centrale bankiers moeten op zoek naar nieuwe beleidsindicatoren

    Het lijkt binnen de opkomende markten in een hoog tempo de verkeerde kant uit te gaan. Is dit het begin van iets veel ergers? Gaan de bubbels op de kunstmatig opgepompte markten eindelijk barsten? Het is alweer 10 jaar geleden dat de laatste bubbel ontplofte en dus is die vraag op zijn plaats.

    Die crisis werd bezworen, omdat centrale bankiers de rente ultra laag hielden en hun balansen met het lieve sommetje van $15 biljoen verruimden. Die daadkracht verhinderde dat de Grote Recessie omsloeg in een Grote Depressie. Dankzij dit beleid boeken beurzen record na record, maar een modale loonsverhoging zit er niet in. Centrale banken kunnen bubbels creëren, maar ze kunnen de drukkende effecten van globalisering, deflatie als gevolg van technologie en de groeiende macht van een handvol corporaties op de loonontwikkeling, niet ongedaan maken.

    Dat wil niet zeggen dat centrale bankiers met hun onconventionele aanpak geen goed werk verricht hebben in de afgelopen crisisjaren. Die is misschien wel iets minder onconventioneel dan menigeen verkondigt. Al sinds de jaren van Alan Greenspan houden banken de rente graag laag en nemen het risico op een asset bubbel op de koop toe. Ze zien zich hiertoe gedwongen. Politici in de ontwikkelde landen slagen er al tien jaar niet in om het lot van de doorsnee burger enigszins te verbeteren. Er zijn geen grote infrastructurele werken gestart, er wordt weinig tot niets gedaan aan de verbetering van het onderwijs.

    Grenzen monetaire stimulering bereikt?

    Deze vorm van monetair stimuleren is echter op zijn grenzen gestuit. Ongeveer 10% van de bevolking in de VS bezit 84% van de aandelen. Een stijging van de prijzen van assets stimuleert niet langer de inflatie, maar de ongelijkheid. De nieuwe voorzitter van de Fed, Jerome Powell, lijkt niet van zins om het huidige beleid snel aan de kant te schuiven. Voor hem is het nog steeds business as usual. Alhoewel, het lijkt erop dat het besef aanwezig is dat de huidige strategie niet meer werkt.

    Volgens Powell is inflatie niet langer de beste indicator om te bepalen of de arbeidsmarkt overspannen is of niet. Onderzoek wijst uit dat in de aanloop naar de laatste twee recessies excessen ontstonden op de financiële markten. Die pakten noodlottig uit voor de economie, niet de inflatie. De boodschap moet dus luiden dat beleidsmakers en risicomanagers verder moeten kijken dan alleen maar naar inflatie als ze excessen willen ontwaren. Die boodschap betekent ook dat centrale banken eindelijk erkennen dat er zoiets als financialisation bestaat en dat de financiële markten de bron van veel onheil zijn. Tot voor kort gold het dogma dat een economische neergang uitmondt in een val van de financiële markten. Natuurlijk waren al eerder beleidsmakers die mening toegedaan.

    Goedkoop geld zorgt voor bubbels

    Al in 1959 schreef Alan Greenspan dat goedkoop geld en hoge koersen voor bubbels konden zorgen die veel onheil konden aanrichten in de wereld van alledag. Dat werpt weer de vraag, waarom Greenspan als voorzitter van de Fed en met hem ook de voorzitters na hem bubbels lieten ontstaan om ze vervolgens te laten ontploffen? Het antwoord moet luiden dat Greenspan de financiële sector een zeer warm hart toedroeg. Hij gunde de sector zijn feestjes. Ter verontschuldiging kan aangevoerd worden, dat de politiek het hem moeilijk had gemaakt om het feestje stop te zetten.

    Maar terug naar het heden. Is het zeer wel mogelijk dat de gang van zaken in de opkomende markten een voorbode is van een forse economische afkoeling. Bijna niemand ontkent dat die voor de deur staat en vroeger of later aanklopt. Die wetenschap zou centrale bankiers moeten aansporen op zoek te gaan naar een nieuwe strategie. Het is immers tien jaar geleden dat de crisis startte en bijna veertig jaar geleden dat de rentedaling inzette.

    Om te beginnen zou het niet onverstandig zijn de financiële markten te incorporeren in de economische modellen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het belang en het gewicht ervan alleen maar gegroeid. Wat zouden alternatieve criteria voor inflatie kunnen zijn? De almaar groeiende schuldenberg? De groei van de vermogenstitels in relatie tot de groei van het bruto binnenlands product of misschien gewoon de krankzinnige stijging van de huizenprijzen in alle grote steden van de wereld. Misschien is dat wel de beste indicator, zoals dat in 2008 ook het geval was!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De kolenindustrie zit tussen hamer en aanbeeld

    De kolenindustrie lijkt te gaan polariseren. Aan de ene kant heb je bedrijven die buigen voor de druk van investeerders en stoppen met het delven van kolen. Aan de andere kant heb je de diehards die van geen ophouden weten. De druk van investeerders om te stoppen met de winning van kolen neemt met de dag toe. Recentelijk hebben Deutsche bank en Royal Bank of Scotland besloten niet langer geld te lenen aan deze sector. Investeringen in nieuwe projecten dalen dan ook snel. In 2012 was daar nog een bedrag van $10 miljard in geïnvesteerd, maar in 2018 is daar nog slechts $2,2 miljard van over, zo constateren analisten van Citi.

    Deze trend gecombineerd met een campagne in China om de kolenaanvoer te ontmoedigen ter bestrijding van de vervuiling heeft er wel voor gezorgd dat de prijs voor kolen de afgelopen drie jaren verdubbeld is. Kolen voorzien nog steeds in een derde van de benodigde energie in de wereld. Daar staat echter tegenover dat kolen een belangrijke bijdrage leveren aan de klimaatverandering. Het is dan ook niet vreemd dat de druk van investeerders steeds groter wordt ook al valt er nog aardig te verdienen aan kolen.

    Steenkool blijft voorlopig onmisbaar

    Het kolendebat wint nog aan intensiteit, omdat president Trump verwoede pogingen doet om de Amerikaanse kolenindustrie nieuw leven in te blazen. Die pogingen hebben in ieder geval als resultaat dat aandelen van mijnbouwers als Peabody dit jaar al met 7% zijn gestegen. Een bedrijf als Glencore heeft besloten zijn koolactiviteiten te gaan opvoeren. Dat gebeurt trouwens vooral in Australië, maar de financiële resultaten mogen er zijn. Glencore maakte in het eerste halfjaar een winst van $2 miljard op zijn kolenactiviteiten. De Britten verwachten dat bij het huidig prijsniveau kolen dit jaar de grootste bijdrage aan de winst gaan leveren. Glencore probeert echter zo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan zijn optreden te geven. BHP Biliton, ‘s-werelds grootste mijnbouwer is evenmin van plan zijn kolenactiviteiten te staken. Kolen zijn volgens dit bedrijf voorlopig nog onmisbaar.

    Prijs van steenkool is sinds 2016 al meer dan verdubbeld (Grafiek via Trading Economics)

    Investeerders worden kritischer

    Mijnbouwers als Rio Tinto en het Australische South 32 gaan echter alles wat met kolen te maken heeft afstoten. Ze doen dit onder druk van beleggers als the Church of England en BMO Global Asset Management. Die hebben duidelijk gemaakt niet meer in bedrijven te willen investeren die kolen delven. Het Noorse Sovereign Wealth Fund, wil nog niet zo ver gaan. Ze sluiten alleen bedrijven uit die 30% of meer van hun omzet uit kolen halen. Hoe dan ook, beleggers en investeerders worden steeds kritischer en willen duidelijkheid over de vraag of bedrijven voldoen aan de eisen van duurzaamheid.

    Hoe belangrijk de rol van de belegger ook is, over de nabije toekomst van kolen wordt in Azië beslist. Volgens olieproducent BP zullen kolen in dat deel zeker tot 2040 de belangrijkste bron van energie blijven. Doorslaggevend daarbij is hoe snel China, de grootste verbruiker van kolen, afstand zal nemen van deze brandstof. Dat is allesbepalend voor de prijs. Het ziet er naar uit dat het verbruik van kolen langzamerhand zijn top heeft bereikt. In 2017 groeide die nog slechts met 0,4%. Dat neemt niet weg, dat kolen nog zeker tien jaar heel belangrijk zullen blijven om vervolgens snel terrein te verliezen aan de renewables. In landen als India zullen kolen nog veel langer dominant blijven.

    Toch is er reden voor voorzichtig optimisme. Het kan zijn dat de overgang naar renewables veel sneller zal gaan dan nu algemeen wordt aangenomen. Dat heeft te maken met de prijsval van deze alternatieven. In grote delen van de wereld zijn renewables eenvoudigweg al goedkoper dan kolen. Uiteindelijk zullen China en India beslissend zijn. Als wind- en zonne-energie eenmaal goedkoper zijn dan kolen, dan zullen deze landen daarvoor kiezen. Het gaat hen eerst en vooral om de kosten!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Apple doet het alweer!

    Beleggers moeten opgelucht hebben ademgehaald toen Apple haar resultaten over het afgelopen tweede kwartaal van 2018 had gepresenteerd. Uitglijders van Twitter, Netflix en vooral Facebook hadden niet alleen tot forse koersdalingen geleid, maar ook twijfel gezaaid over de houdbaarheid van de huidige bull market in aandelen. Die markt wordt immers gedragen door slechts een handjevol technologiebedrijven.

    Gelukkig zagen de cijfers van Apple er overtuigend uit met sterke omzet- (+17%) en winstcijfers (+31%). De groei werd (uiteraard) gedragen door de iPhone. Het aantal verkochte toestelletjes steeg slechts met 1%, maar Apple verhoogde de gemiddelde prijs met maar liefst 20%. Desondanks bleef de iPhone X mateloos populair. Afgaande op de bestellingen van de verschillende verkoopkanalen veronderstelt Apple optimistisch dat het ook over het lopend kwartaal mooie cijfers zal kunnen presenteren.

    Apple versterkt positie

    Ondanks al dat vertoon van vreugde en optimisme maakt het management zich toch zorgen over de nabije toekomst. Zo is Apple niet langer de nummer twee op de markt voor smartphones na het Koreaanse Samsung. Nummer twee is nu het Chinese Huawei. Dat onderstreept nogmaals dat Apple allesbehalve een onomstreden positie inneemt op de belangrijke Chinese markt. Een jaar geleden leek Apple zelfs op zijn retour in dat land. Het moest genoegen nemen met dalende omzetcijfers.

    Volgens de ceo is het tij nu definitief gekeerd, omdat een groeiende welvarende middenklasse bereid is om goed geld te betalen voor een waarlijk innovatief product. De gang van zaken geeft Cook voorlopig gelijk. Daar staat echter tegenover, dat de Chinese markt niet langer groeit. Apple zal het meer en meer van de vervangingsvraag moeten hebben. Hier heeft het nog steeds een innovatief voordeel boven de concurrentie en kan het gemiddeld hogere prijzen vragen. De groei in aantallen is er wel uit!

    Handelsoorlog

    De concurrentie zit echter niet stil. Huawei en Xaimoni claimen de technologische kloof met Apple te kunnen dichten tegen gemiddeld lagere prijzen. De Chinese consument, maar ook bijvoorbeeld de Indiase consument, wordt steeds kostenbewuster. Door de dreigende handelsoorlogen worden ze ook nog eens nationalistischer. De aantrekkingskracht van Apple kan snel minder worden.

    Die handelsoorlogen zijn Tim Cook een doorn in het oog. Apple laat zijn spulletjes op grote schaal maken in China. Tot dusverre ondervindt de iPhone nog geen last van de tarievenoorlog, maar voor hoe lang nog. Het Witte Huis heeft opnieuw tariefsverhogingen afgekondigd voor goederen met een totale waarde van $200 miljard en het is onduidelijk in hoeverre Apple daar wel onder gaat lijden.

    Cook probeert het Witte Huis te vermurwen door met prijsverhogingen te dreigen. Of president Trump daarvan onder de indruk zal raken, is maar zeer de vraag. Zijn achterban kan zich geen dure iPhone X veroorloven. Cook moet echter wel toegeven dat de balans in de handel tussen de VS en China volledig zoek is en dat daar daadwerkelijk verandering in moet komen. Door zijn productie naar China te verplaatsen heeft Apple hard meegewerkt aan die verstoring van de balans.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Bedrog en wangedrag financiële sector is van alle tijden

    De financiële crisis die in 2008 begon is op papier voorbij, maar in de praktijk is de crisis overal terug te vinden. Door die crisis raakte de wereld ondergedompeld in een diepe en lange recessie die wereldwijd het ontslag van miljoenen werknemers en het faillissement van duizenden en nog eens duizenden bedrijven tot gevolg had.

    Evenals de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw zal ook de afgelopen crisis fungeren als een breukvlak in de geschiedenis. Door de financiële crisis zal de wereld van na de crisis nog maar weinig weghebben van de wereld van voor de crisis

    De crisis was niet het gevolg van natuurkrachten of van bovennatuurlijk ingrijpen, maar het gevolg van wangedrag van grote en kleine namen in de financiële sector. Het frustrerende is dat slechts een enkeling voor zijn wangedrag voor de rechter is gedaagd en veroordeeld. Wel zijn nagenoeg alle grote banken van naam en faam gedaagd en er zijn vele miljarden aan boetes uitgedeeld.

    Welke lessen kunnen we leren?

    Zijn er lessen geleerd en zijn er lessen te leren? Ja, denken ze bij het Britse Fixed Income, Currencies and Commodities Markets Standards Boards (FMSB). Dit instituut werd drie jaar geleden door de Bank van Engeland en het ministerie van Financiën opgericht om studie te doen naar wangedrag op de financiële markten. De directe aanleiding was het naar buiten komen van het Liborschandaal. Banken van naam en faam bleken er niet voor terug te deinzen de Libor rentevoeten te manipuleren. Rabobank is zowel in Nederland als in de Verenigde Staten beboet voor haar deelname aan deze praktijken.

    Volgens Mark Carney, gouverneur van de Bank van Engeland, was systematisch onderzoek naar de oorzaken van dat wangedrag noodzakelijk en dringend. De uitkomsten moesten het collectief geheugen van de markt versterken over wat behoorlijk gedrag in de praktijk inhoudt. Carney wees er ook op dat een nieuwe generatie op het punt staat de vitale posities op de markten in te nemen. Het gevaar is daarmee reëel dat ze bij gebrek aan een collectief geheugen dezelfde fouten gaan maken als hun voorgangers. De uitkomsten van het onderzoek moesten volgens Carney ook deel gaan uitmaken van het nieuwe ransel van de toezichthouders. Systematisch toezicht en strenge controle zijn natuurlijk onontbeerlijk, maar er moet ook veel meer aandacht komen voor gedrag, houding, governance en cultuur.

    Figuur 1: Categorieën en patronen (Bron: FMSB)

    Wangedrag in financiële sector

    De Britten hebben het onderzoek grondig aangepakt. Over een periode van 225 jaar hebben ze in totaal 390 gevallen van wangedrag in kaart gebracht. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat door de tijd heen er slechts een beperkt aantal vormen van wangedrag voorkomt. Die weten zich echter steeds weer met succes aan de nieuwe tijden en aan de nieuwe technologieën aan te passen. De belangrijkste vormen zijn: ‘price manipulation, inside information, circular trading, reference price influence, collusion and information sharing, improper order handling and misleading customers’.

    Dit gedrag is niet gebonden aan landsgrenzen of aan jurisdicties en het gaat ook over alle beleggingscategorieën heen. Dat wijst erop dat er een groter probleem is dan slechts de bekende rotte appel in de mand. Het is een structureel gegeven dat werken in de financiële sector tot wangedrag uitnodigt. De zeven brede categorieën kunnen overigens weer onderverdeeld worden in 25 patronen van gedrag. Ook is duidelijk geworden dat dezelfde vormen van wangedrag voorkomen in alle markten.

    Manipulatie

    Onderzoekers staven hun bevindingen met talloze voorbeelden die keer op keer laten zien dat wangedrag zich steeds weer heeft weten aan te passen aan de voorhanden zijnde technische mogelijkheden. Zo kochten in 1814 Charles de Berenger en Thomas Cocrane samen met nog zes namen grote aandelen staatsobligaties. Vervolgens reisde De Berenger af naar Dover om zich daar voor te doen als een Franse officier, die wist te melden dat Napoleon was gesneuveld. Hij stuurde zelfs een officieel schrijven aan de Admiraliteit in Londen en organiseerde een overwinningsparade op London Bridge. Toen dit valse nieuws begon door te sijpelen steeg de koers van de obligaties. De heren deden ze met een mooie winst van de hand.

    Bijna 200 jaar later stelde de US Securities and Exchange vast dat een vals Twitteraccount was gebruikt om een geruchtenstroom de wereld in te helpen over Audience, een technologiebedrijf en Sarepta Therapeutics, een biotechbedrijf.

    Figuur 2: Markten en Asset Classes (Bron: FMSB)

    De uitkomsten van het onderzoek stellen niet gerust. Wangedrag in de financiële sector komt in alle landen voor, in alle markten en in alle asset classes. Blijkbaar maakt de gelegenheid de dief. Of het werken aan een collectief geheugen hier een efficiënt wapen tegen is, moet nog maar blijken. Er is in ieder geval geen reden voor overdreven optimisme.

    Cor Wijtvliet

    Bron: FICC Markets Standards Board, Behavioural Cluster Analysis. Misconduct Patterns in Financial Markets. July 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Olie: ‘Lower for longer’ blijkt illusie

    In 2014 leek een nieuw tijdperk aan te breken. Het zou het tijdperk van ongekend lage prijzen voor energie. Dankzij de schalie-olie leek een tijd van overvloed aangebroken. Het aanbod was vele malen groter dan de vraag. Het gevolg was dat prijzen naar ongekende niveaus tuimelden. Lower for longer heette het. De prijs van een vat olie zou voor langere tijd laag blijven. Anno 2018 begint het besef door te dringen dat het tijdperk lower for longer alweer voorbij kan zijn.

    Vanuit verschillende hoeken komen waarschuwende geluiden. Een van die waarschuwende stemmen is Amin Nasser, ceo van Saudi Aramco. Die vreest voor een tekort aan olie als de grote oliemaatschappijen zich blijven concentreren op korte termijn projecten als schalie en lange termijn megaprojecten verwaarlozen. Zonder het belang van schalieolie te willen kleineren denkt hij dat deze bron onvoldoende zal produceren om op termijn aan de vraag te kunnen voldoen.

    De ceo verwijt de grote olieproducenten dat het snijden in de kosten en het behagen van aandeelhouders met mooie dividenden en terugkoop van eigen aandelen alleen maar de korte termijn dient. Aandeelhouders stellen steeds hogere eisen en de Oil Majors zijn bang hieraan niet de kunnen voldoen als ze projecten entameren met een lange aanloop en dus hoge kosten. Ze gaan eraan voorbij dat dit type projecten veel langer rendement genereren.

    Maar het moet gezegd. Dankzij technologische vooruitgang is het gemakkelijker en goedkoper om schalieolie aan te boren en dus is wordt er snel geld verdiend. Grote spelers als Exxon Mobile en Shell prefereren daarom dit type investeringen. Dat doen ze in de wetenschap dat conventionele olie nog lang onmisbaar voor de wereld zal zijn.

    Amin Nasser komt met zijn kritiek op een moment dat ontwikkelingen in de oliewereld in een stroomversnelling dreigen te raken. Er doemen problemen op voor een mogelijke beursgang van Saudi Aramco. Er dreigen juridische problemen en er zijn problemen met de waardering. Mohammed Bin Salman zou graag zien dat de waardering uitkomt op tenminste $2 biljoen.

    Hogere productie

    Tegelijkertijd dreigt er politieke onrust. President Trump dringt er bij de Saudi’s op aan om hun productie met 2 miljoen vaten per dag te verhogen om zo prijsstijgingen te dempen. Door de crisis in Venezuela en de hernieuwde Iraanse boycot hapert het aanbod. Ondanks de hoge schalieproductie zijn de Verenigde Staten nog steeds voor een deel afhankelijk van importen. President Trump ziet liever geen hoge prijzen aan de pomp. Die treffen vooral zijn achterban.

    Amin Nasser wil deels aan de wensen van de Amerikanen. Ze willen de productie verhogen naar 11 miljoen vaten per dag, maar aarzelen die productie op te voeren naar 12 miljoen. Dat is hun plafond. Als er onverwacht iets misgaat, dan hebben ze geen reservecapaciteit meer. Hiermee bevestigt Amin Nasser het idee in de markt dat zijn land niet langer in staat is om over een langere periode de oliemarkt in de hand te houden en te controleren.

    Daarom is ook zijn oproep goed te begrijpen dat andere partijen ook hun verantwoordelijkheid nemen om te voorkomen dat bestaande putten te snel leeg raken. De Oil Majors op hun beurt voelen weinig voor lange termijn investeringen als de Saoedi’s niet in staat zijn om voor langere tijd de olieprijs te bepalen. Dat is een extra motivatie om vooral te investeren in projecten met een korte looptijd, maar met een snel rendement.

    Het Internationaal Energie Agentschap deelt de zorgen van Amin Nasser. Teruglopende investeringen in langlopende projecten kan al aan het begin van het komend decennium voor tekorten zorgen. Juist in die jaren bereikt de Amerikaanse schalieproductie zijn top. Daar zit dan geen rek meer in.

    De grote oliemaatschappijen wentelen zich in onschuld. Ze voorzien op de korte termijn geen tekorten. Bovendien proberen ze hun toekomst veilig te stellen door steeds meer te investeren in renewable energy. Nasser hekelt die opstelling. De stelling dat de Saudi’s een deel van hun voorraden in de grond kunnen laten zitten noemt hij totaal ongegrond en nergens op gebaseerd!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Zijn de goede tijden alweer bijna voorbij?

    Het gaat eindelijk wat beter met de wereld. Na jaren van amechtige groei en lage lonen lijkt een nieuwe dynamiek zich eindelijk genesteld te hebben in de wereldwijde economie. Getuigt het dan niet van een al te grote somberheid om nu al het waarschuwende vingertje te heffen. Sommige ontwikkelingen verdienen zonder meer extra aandacht. In veel landen in de wereld daalt de werkloosheid in snel tempo en dat vertaalt zich steeds vaker in een stijging van de lonen. Daar staat tegenover dat de rente nog steeds extreem laag is, dat Trump een fiscaal stimuleringsplan gelanceerd heeft, dat de Eurozone voor het eerst sinds vele jaren weer dynamiek uitstraalt en dat China alle waarschuwende geluiden over een snelle economische neergang logenstraft.

    En toch, en toch. Misschien is een waarschuwing juist op zijn plaats omdat veel landen tegelijkertijd zo goed presteren! De recente geschiedenis geeft talloze voorbeelden dat periodes, waarin veel landen tegelijkertijd bovengemiddeld groeien, meestal gepaard gaan met grote financiële en economische onrust. Denk aan 2008 die uitmondde in de financiële crisis of aan de dotcomcrisis.

    Synchrone groei schept het probleem van ‘adding up’. Het is voor een land gemakkelijk goed te presteren, wanneer de omgeving het stukken minder doet. Het wordt echter een stuk moeilijker die prestaties te blijven leveren als de omgeving beter gaat draaien. In die bewering lijkt een contradictie te schuilen. De vooruitzichten voor de export verbeteren wanneer andere landen in betere doen komen. Er lijkt echter grond om aan te nemen dat economen en beleidsmakers steeds opnieuw onvoldoende oog hebben voor drie kostenposten van het wereldwijde economische succes.

    Meer risico’s

    De eerste kostenpost is die van het buitensporig risico nemen. Daar weten we alles van sinds de financiële crisis. In goed tijden gaan we collectief stomme dingen doen waardoor de goede tijden vanzelf ophouden. Tot aan de beroeringen van afgelopen februari deden zelfvoldane beleggers schouderophalend over mogelijke risico’s. Dat deden ze ook in 2008.

    De tweede kostenpost is tastbaarder. Als de wereldeconomie aan snelheid wint, dan lokt dat een hogere vraag uit naar zaken als grondstoffen en kapitaal. Het uiteindelijk resultaat is bijvoorbeeld een hogere prijs voor een vat olie of een stijgende rente voor obligaties. De derde kostenpost is het logisch gevolg van de eerste twee. Sinds het ineen klappen van de obligatiemarkt in 1994 heeft de Fed in slechts zeven jaren de rente sneller verhoogd dan verwacht. Het waren jaren van een bijna perfecte synchrone groei.

    Kosten kunnen een lokaal of wereldwijd karakter hebben. De Azië-crisis van 1997 hield huis in dat deel van de wereld, maar de VS had er veel voordeel van. Veel vermogen stroomde terug naar dat land waardoor de rente omlaag kon. Ook de prijzen voor commodities daalden. De kosten kunnen ook een wereldomspannend karakter hebben. De financiële crisis van 2008 vormde zowel een bedreiging voor Nederlandse pensioenfondsen als voor de eigenaren van subprime onroerend goed in Florida.

    Nieuwe uitdagingen

    Anno 2018 lijkt de inflatie een ding van gisteren, maar er zijn andere zaken waar we met de nodige omzichtigheid naar moeten kijken. In veel landen gaat de huizenmarkt weer door het dak en dat gaat ook op voor de waardering van aandelenmarkten. Het zijn aanwijzingen dat de neiging om (te) veel risico te nemen weer terug is. Schulden zijn nu zelfs hoger dan voor de crisis. Renteniveaus zijn zo laag dat centrale banken ze in geval van nood niet verder meer kunnen verlagen.

    Wat mogen en kunnen we van beleidsmakers verwachten? The Bank for International Settlements (BIS) wijst er bij voortduring op dat het voor centrale bankiers nagenoeg onmogelijk is om zowel prijsstabiliteit als financiële stabiliteit te bewerkstelligen. Als het erop aan komt, moeten de bankiers het thema prijsstabiliteit opofferen op het altaar van de financiële stabiliteit. Het is toch aan te raden de financiële bubbel gecontroleerd te laten leeglopen. Dat moet het liefst in overleg en gecoördineerd gebeuren. Het is altijd weer dubieus of dat gebeurt.

    En de politici? Die moeten zich zien in te tomen en hun grootspraak temperen. Te vaak wordt aan het einde van een cyclus prudent fiscaal beleid losgelaten. Dat gebeurt op het moment dat de economie al op volle toeren draait. De uitkomst is steevast dezelfde. In het streven naar een nieuw economisch dromenland eindigt die economie op de rotsen. Zover is het nog niet, maar dat wil uiteindelijk niets zeggen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Volatiliteit houdt de markten gezond en scherp

    Soms kan het verhelderend werken om analogieën te gebruiken om gebeurtenissen te duiden. Het kan daarom geen kwaad om de medische wetenschap te gebruiken om te verklaren wat er de afgelopen weken gebeurd is op de financiële markten.

    De plotselinge terugkeer van de volatiliteit doet denken aan een patiënt die ontwaakt nadat hij lange tijd in coma is gehouden. Het afgelopen jaar was ongekend rustig, de volatiliteit was ongekend laag en de koersen gingen in een lijn omhoog. Eenmaal ontwaakt uit die coma bleek de patiënt gelukkig nog zijn normale reflexen te bezitten. De VIX-index maakte een ongekende sprong omhoog, terwijl de aandelenbeurzen in de VS en in Europa meer dan 10% tuimelden. Een week later was de val alweer voor de helft gecompenseerd, maar de stemming was en is nerveus en dat is een goede zaak.

    Volatiliteit is gezond

    Markten moeten hun werk kunnen doen en dat betekent dat het proces van creative destruction, het wegsnijden van zwakke bedrijven en het alloceren van kapitaal waar het echt goed werk doet, altijd doorgang moet vinden. Natuurlijk, in 2008 hebben we een harde les geleerd. Markten zijn lang niet zo efficiënt als we altijd verondersteld hebben. Niet alle informatie werd naadloos verwerkt en daarom konden de financiële producten van die dagen zoveel onheil aanrichten. Markten overdrijven naar alle kanten, maar desondanks is het nog steeds het meest efficiënte instrument om vermogen en kapitaal juist te alloceren.

    Tijdens de lange comateuze periode van monetaire verruiming hebben markten verleerd om de juiste prijs te bepalen. Aandelenmarkten worden gedomineerd door passieve instrumenten die de index volgen. Er is geen enkele noodzaak om te bepalen of aandelen duur of goedkoop zijn. De onnatuurlijke rust en de zucht naar rendement heeft de belegger naar elders gedreven. Hij is bijvoorbeeld op zoek gegaan naar unicorns. Daarom alleen al was de terugkeer van de volatiliteit een geschenk uit de hemel. Die drukte menig belegger met de neus op de feiten. De business cycle is niet dood en dat geldt evenmin voor de inflatie.

    Het moet voor menigeen ook een geruststelling geweest zijn. De terugkeer van de inflatie wijst erop dat de economie weer in een normaal vaarwater terecht is gekomen. Het is al meer dan een generatie geleden dat inflatie echt een probleem was. Het is goed te begrijpen dat zelfs het idee al van een hernieuwde inflatie paniek tot gevolg heeft. Dat is niet abnormaal of ongezond.

    Kunstmatige ondersteuning

    De medische analogie leert echter nog meer. Wanneer een patiënt niet langer kunstmatig ondersteund wordt, dan kan zomaar blijken dat hij/zij niet verder kan leven zonder die ondersteuning met alle gevolgen van dien. Het medicijn dat de centrale banken hebben toegediend is zeer verslavend. Er zijn harde en langdurige maatregelen nodig om in zulke omstandigheden een patiënt te laten afkicken.

    Het is verre van zeker dat de beleggingsstructuren en praktijken die in de tijden van monetaire verruiming gegroeid zijn, in de nieuwe omgeving ingeluid door het opschieten van de volatiliteit kunnen overleven. Door het plotselinge opspelen van de volatiliteit dumpten beleggers hun aandelen. Ze voelden zich daartoe gedreven, omdat producten ontwikkeld om te profiteren van het uitblijven van volatiliteit totaal niet aan de verwachtingen voldeden. Een bijkomend effect van de dumping was wel, dat het managers van grote beleggingsportefeuilles in staat stelde om voor weinig geld zich te verzekeren tegen de terugkeer van de volatiliteit.

    Herhaling van zetten?

    De laatste langdurige periode van ingehouden volatiliteit, genaamd the ‘Great Moderation’, eindigde met het uitbreken van de kredietcrisis in 2007. Toen bleek onbarmhartig dat veel van de zogeheten gestructureerde producten op zand gebouwd waren en kopje onder gingen in tijden van grote volatiliteit en stijgende prijzen voor krediet.

    Nu is waarschijnlijk het moment aangebroken, dat de producten van financial engineering uit de post-crisis periode de deugdelijkheidstoets moet ondergaan. Waarschijnlijk zullen de gevolgen van deze toets minder negatief uitpakken dan in 2007, maar het maakt niettemin velen nerveus. Het is bovendien verre van zeker dat de beleggingswereld nog steeds de kennis bezit om markten producten juist te laten prijzen. Stock-picking was vroeger gebaseerd op het analyseren en ontleden van de financiële data van bedrijven. Die kunst lijkt in het ongerede geraakt, omdat er lang weinig behoefte aan bestond.

    Zeker de huidige fondsenindustrie beloont zijn medewerkers voor het zoveel mogelijk mijden van risico’s. De uiteindelijke resultaten mogen niet te sterk afwijken van die van de concurrentie op straffe van een uitstroom van cliënten. In dit klimaat is er geen ruimte voor stock-picking op basis van fundamentele analyse van de risico en vervolgens rustig wachten op de lange-termijnwinst. Het is daarom zonder meer een gezond teken dat de onnatuurlijke kalmte en rust voorbij is. Of de markten kunnen overleven in de nieuwe omgeving valt nog te bezien. Onder normale omstandigheden zijn markten meedogenloos. Het opnieuw betreden van dit strijdtoneel kan risicovol blijken voor de deelnemers.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Een beetje meer angst op de financiële markten kan geen kwaad

    Het is, geloof ik, een van de favoriete uitspraken van Warren Buffett: “The only thing to fear is the lack of fear itself”. Overoptimisme mondt bijna noodzakelijkerwijs uit in het nemen van overdreven risico’s op de financiële markten. Met een beetje pech wordt zo de basis gelegd voor de vorming van prijsbubbels en in het kielzog daarvan een financiële en economische crisis. De afgelopen turbulente kwam zodoende op tijd. Een correctie was meer dan noodzakelijk.

    Een positief effect is ook, dat de angst weer terug is op de markten en dat kan beslist geen kwaad. De gevolgen van de correctie blijken beperkt. Veel beurzen staan nog steeds in de buurt van een all-time high en de Robert Shiller price/earnings ratio is nog steeds bijzonder hoog. Alleen in 2001 en 1929 was het niveau nog hoger. Er is met andere woorden nog steeds voldoende reden om op zijn minst bezorgd te zijn.

    Aandelen en obligaties duur

    Vanuit historisch perspectief bezien zijn aandelen duur en obligaties zelfs heel duur. De hoge prijs van de obligatie is het spiegelbeeld van de zeer lage reële rente en de lage inflatieverwachting. De 30-jaars Treasury heeft een yield van slechts 3,1% en de Duitse tegenhanger heeft een yield van amper 1,4%. Er is niet veel fantasie voor nodig om te beseffen dat die yields fors omhoog kunnen.

    Een ander punt van zorg is de fragiliteit van het financiële systeem. Vooral de enorme schuldenlast moet zorgen baren. Wereldwijd is die sinds 2007 gestegen van 280% naar 318% naar het wereldwijde bbp. De schuld van overheden is in die periode gestegen van 58% naar 87% en van de grote bedrijven van 77% naar 92%. Het enige lichtpuntje is dat die van de financiële sector is gedaald, van 87% naar 80%.

    Rente staatsobligaties loopt weer op (Bron: Financial Times)

    Wereldwijde schulden zijn sinds 2007 sterk toegenomen (Bron: Financial Times)

    Oplopende inflatie

    Een derde punt van (mogelijke) zorg is het wereldwijde herstel, dat gepaard gaat met een sterk herstel van de werkgelegenheid en een forse daling van de werkloosheid. Dat zou kunnen uitmonden in een forse stijging van de reële lonen en van de looninflatie. Dat houdt het gevaar in van een snelle monetaire verkrapping. En dan is er natuurlijk nog de belastinghervorming van president Trump. Die komt op een wel heel ongelukkig moment, want de economie draait al goed.

    Bovendien stijgt de staatsschuld komende jaren naar stratosferische hoogte. Dit beleid in combinatie met het herstel van de private investeringen kan wereldwijd snelle renteverhogingen uitlokken. Er is concluderend voldoende grond om aan te nemen dat in de nabije toekomst er nieuwe schokken komen op de financiële markten, met alle serieuze gevolgen van dien.

    Er zijn natuurlijk ook factoren die voorzichtig optimistisch stemmen. Zoals gezegd is de schuldenlast binnen het financieel systeem zelf omlaaggegaan. Er mag bovendien goede hoop zijn, dat het topmanagement binnen die sector nog steeds met grote huiver terugdenkt aan de afgelopen crisis. Dat maant tot terughoudendheid. Ook is de regulering van de sector verbeterd en zijn regels strenger geworden. Last but not least, dankzij het beleid van centrale banken hebben banken wereldwijd een sterke liquiditeitspositie en kunnen ze een stootje hebben. Dat neemt allemaal weer niet weg, dat schuld en het opbouwen van schulden een wezenlijk onderdeel van de sector is en dus ook het creëren van risico’s.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, A bit of fear is good for Market. Financial Times, February 13 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!