Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte
China is bezig aan een imponerende omslag. Het economisch model dat gebaseerd is op export en eindeloze investeringen heeft zijn beste tijd gehad. De positieve effecten zijn nagenoeg uitgewerkt. Het model heeft China in enkele decennia wel hoog geplaatst op de lijst van landen met een gemiddeld inkomen. De Communistische Partij wil echter meer. Het gemiddeld inkomen moet aansluiting vinden bij het gemiddelde inkomen in de ontwikkelde landen. De geschiedenis leert, dat die laatste stap de moeilijkste is en heel veel tijd en inspanning kost.
De Chinese oplossing is om die stap te maken door de economie meer op diensten te baseren en op consumptie. Na vijf jaar van inspanningen mag de conclusie luiden dat het land veel stappen vooruit heeft gezet, maar dat het uiteindelijke doel nog lang niet is bereikt. De ombouw naar een diensteneconomie loopt voorspoedig. Droegen diensten in 2010 voor 44% bij aan het bruto binnenlands product (bbp), in 2015 werd de grens van 50% geslecht. Daarmee verloopt de transitie sneller dan beleidsmakers beoogd hebben. Natuurlijk blijft er een en ander te wensen. Sectoren als IT Services, gezondheidszorg en recreatie mogen, nee moeten sneller groeien om de doelstelling van 60% – 65% in het komende decennium werkelijkheid te maken.
“Chinezen moeten leren consumeren”
Van sparen naar consumeren
Dat lijkt geen onoverkomelijk probleem! Dat is de Chinese consument misschien wel. De private consumptie groeit tergend langzaam. In 2010 bedroeg de bijdrage aan het bbp 36%, maar in 2014 is dat nog steeds een schamele 38%. Het lijkt vooralsnog moeilijk voor de overheidsdienaren het DNA van de doorsnee Chinese burger ineens te veranderen en aan te passen. Hoewel zeker de Chinese verstedelijkte burgers steeds meer zijn gaan verdienen zijn ze ook steeds meer gaan sparen in plaats van spenderen. De gemiddelde stedelijke burger spaart 30% van zijn besteedbaar inkomen. Tien jaar geleden was dat nog 24%.
Sparen zit de Chinees in de genen. Omdat er geen sociaal vangnet is, voelt hij/zij zich gedwongen een grote appel voor de dorst achter de hand te hebben. Hij moet geld hebben voor zijn gezondheidszorg, maar zeker ook voor de jaren na zijn pensionering. China is het sterkst vergrijzende land ter wereld. De ouder wordende Chinees kijkt ongerust naar de nabije toekomst en legt nog eens iets extra’s opzij.
Sociaal vangnet

Cor Wijtvliet
Hoofdredacteur Beurshalte.nl