Deze bijdrage is afkomstig van Beurshalte
Een van de slachtoffers van de beurscrash in China was de olieprijs. De markt legde terecht een link tussen de crash en de sterk dalende economische groei. China is de grootste importeur ter wereld van olie en dan ligt een prijsdaling voor de hand. In de dagen van de grootste volatiliteit op de beurzen dreigde de prijs voor een vat West Texas Intermediate (WTI) door het niveau van $38 te zakken. Een vat Brent kostte minder dan $44.
Als de nood het hoogst is, dan is de redding nabij. Dat was nu ook het geval en de ridder op het witte paard was dit keer de Amerikaanse economie. Die groeide in het tweede kwartaal met 3,7% en dat was veel meer dan de eerder geraamde 2,3%. Na het bekend worden van het nieuws schoten de prijzen van WTI en Brent naar respectievelijk $42,56 en $47,56, terwijl ook de koersen van de Oil Majors omhoog gingen. Meer economische groei gaat hand in hand met meer vraag naar olie! Een cynische marktvorser merkte op, dat het aantal verkopers van aandelen van oliemaatschappijen zo onderhand wel op is en dat was voor hem de belangrijkste oorzaak voor het sterke koersherstel van energieaandelen.
De koers van Royal Dutch Shell veerde al snel weer op
Of we nu getuige zijn van het definitieve herstel van de olieprijzen, is uiteraard nog maar zeer de vraag. Toch gloort er op de niet al te lange termijn weer enige hoop. Natuurlijk wordt er op dit moment meer olie opgepompt dan er vraag naar is. OPEC onder leiding van Saoedi Arabië verdedigt hardnekkig zijn marktaandeel, terwijl vooral Amerikaanse schalieproducenten steeds beter in staat zijn om tegen veel lagere kosten olie op te pompen.
Kan de olieprijs nog verder omlaag?
Wat is echter de rek nog? Volgens the Bloomberg Intelligence North America Independent Explorers & Producers Index bedraagt de schuld van de Schalie-industrie $235 miljard. Als de prijs voor olie nog lang op het huidig niveau blijft, zullen er ongetwijfeld flink wat slachtoffers gaan vallen. Daarmee zullen de Saoedi’s alsnog hun doel bereikt hebben. Door ongelimiteerd te produceren moest de prijs zo laag worden, dat de Amerikaanse concurrentie vanzelf stil zou vallen. Deze strategie heeft echter veel meer zweetdruppels en vooral veel meer dollars gekost dan de Saoedi’s ooit hebben durven bevroeden. Prijzen zijn nu zo laag dat ook leden van OPEC, de zogeheten fragile five, in steeds grotere financiële nood komen. Algerije, Irak, Libië, Nigeria en Venezuela hebben zo in hun begrotingen moeten schrappen dat grote politieke en sociale onrust nagenoeg onvermijdbaar is. Trouwens, ook het steenrijke Saoedi-Arabië plukt de zure vruchten van zijn eigen strategie. Het land moet fors lenen op de internationale kapitaalmarkten om zijn financiële huishouding weer op orde te krijgen. Daarnaast moet ook dit land het mes in zijn begroting zetten.Olieprijs daalt verder
Het Internationaal Energie Agentschap denkt echter, dat ondanks alle tegenslagen OPEC toch de winnende kaart heeft gespeeld. Mede onder druk van de extreem lage prijzen voorziet het IEA dat in 2016 de productie van de non-OPEC landen in 2016 met 200 000 vaten gaat teruglopen. Door de verbeterde economische omstandigheden stijgt de vraag met 1,4 miljoen vaten per dag. OPEC zou dan in het gat kunnen springen dat non-OPEC landen laten vallen. Als bovenliggende partij en dankzij een verzwakte concurrentie zou OPEC weer voorzichtig de prijzen kunnen verhogen. Er kleeft echter een ‘maar’ aan dit reële scenario. Er is sprake van een dark horse, een onzekere factor en dat is Iran. Dat land is voornemens om weer op grote schaal olie te gaan exporteren zodra de sancties definitief opgeheven zijn. Als ze hun werk goed doen, zal er ook in 2016 teveel olie geproduceerd worden en blijft de kans op een behoorlijke stijging van de olieprijs gering. Cor Wijtvliet Hoofdredacteur Beurshalte.nl
Over Beurshalte:
Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!
























in hun macht lag om de euro te redden. Hij wordt tot op de dag van vandaag geloofd. Na een Grexit zal dat niet meer het geval zijn. De euro is in de praktijk gebleken geen onbreekbaar bindmiddel te zijn. Een volgende keer zal de rente op obligaties heel hoog blijven, omdat de markt beseft dat Europa niet alles zal doen wat mogelijk is. Politici geven er blijk van alleen maar oog te hebben voor korte termijn electorale belangen.
Een Grexit zal ook beklemtonen, dat het slecht is gesteld met de onderlinge solidariteit. Dat komt op een moment, dat solidariteit meer dan ooit een vereiste is. Het Midden-Oosten staat bijna letterlijk in brand, Rusland jaagt zijn oude grandeur na en China heeft zich al ontpopt tot een uitdager van het Westen op velerlei terrein. Het laatste wat we kunnen gebruiken is verdergaande Europese onenigheid.
Europese politici hebben slecht werk verricht met de introductie van de euro. De politieke ambitie reikte verder dan de kennis van economische wetmatigheden. Het resultaat is een euro en een eurozone die op zijn best matig functioneren. Ze hebben ook in de jaren van voor de crisis niet de gehoopte verbetering van de welvaart gebracht. In de jaren sinds de crisis heeft menigeen de nadelen aan den lijve mogen ondervinden. Beleggers en niet-beleggers kunnen alleen al daarom nog wel eens heel onaangenaam verrast worden bij een Grexit.






