Tag: cor wijtvliet

  • Mario Draghi staat met de rug tegen de muur

    Het ziet er steeds meer naar uit dat de Verenigde Staten erin slagen om zich eindelijk ontworstelen aan de financiële crisis die begon met de val van Lehmann Brothers in september 2008. Na een dramatische start van 2014 lieten het tweede en derde kwartaal groeicijfers zien die elke verwachting te boven ging. Het tweede kwartaal liet een groeicijfer zien van 4,6% en het derde was met 3,9% opnieuw verrassend sterk.

    De sterke groei is te danken aan een herstel van het consumentenvertrouwen, wat weer een gevolg is van een forse verbetering van de werkgelegenheid in de loop van 2014. Sinds 1999 is de werkgelegenheid niet zo snel verbeterd. De sterker dan verwachte groei was voor een groot deel te danken aan een versnelling in de consumentenbestedingen, die met 2,2% groeide. Die bestedingen worden een handje geholpen door de dalende benzineprijzen.

    Sterkere dollar

    De kracht van de Amerikaanse economie is terug te zien aan de geleidelijke versterking van de dollar ten opzichte van concurrerende valuta’s, zoals de Japanse yen en de euro. Dat is op zich niet zo vreemd. Waar de Verenigde Staten zijn gestopt met hun proces van monetaire stimulering, zetten beide andere landen dit beleid met volle kracht voort. De ECB gaat bijvoorbeeld haar balans met €2 biljoen opblazen. Dat is niet voor niets. In zijn meest recente rapport constateert de OECD dat de eurozone niet alleen een bedreiging vormt voor de rest van de wereld, maar dat de zone ook heel gemakkelijk slachtoffer wordt van turbulentie elders in de wereld.

    euro-dollar-wisselkoers

    Euro is sinds mei al met ruim 10% gezakt ten opzichte van de dollar

    Druk op ECB tot monetaire verruiming neemt toe

    globale-crisisDe cijfers liegen er niet om. In 2015 zal de eurozone op zijn best met 1,11% groeien, tegen 3,1% voor de VS. De inflatie zal blijven steken bij 0,6%. Het IMF waarschuwt dan ook nadrukkelijk voor een cyclus van dalende prijzen en dalende inflatieverwachtingen, waardoor deze periode van desinflatie kan omslaan in deflatie. Het IMF waarschuwt dan ook voor Japanse toestanden. Dat land gaat al 20 jaar gebukt onder economische stagnatie. Evenals het Internationaal Monetair fond zou de OECD graag zien dat Europa een beleid van fiscale en monetaire stimulering zou ontwikkelen. Aan die wens komt de Europese Commissie deels tegemoet met de presentatie van een investeringsplan ter waarde van € 300 miljard. Monetair gezien lijkt er echter nog weinig mogelijk, hoe graag de ECB ook een programma van kwantitatieve verruiming zou voeren. Duitsland is daarop tegen en daarmee is de kous af. Het enige wat de Eurozone rest is om een begin te maken met het grootschalig opkopen van zogeheten covered bonds (pandbrieven) en asset backed securities op te kopen. Daarnaast doet Mario Draghi er alles aan om de waarde van de euro omlaag te praten om zo de export sector in Europa de helpende hand toe te steken. Die combinatie lijkt voor het ogenblik goed te werken, zeker nu de Amerikaanse economie een steeds aantrekkelijker alternatief voor Europa wordt. De bankiers van Goldman Sachs gaan er dan ook van uit, dat de economische wegen van de VS en van Europa steeds meer uiteen gaan lopen. Een achterblijvende economische groei en een halsstarrig lage inflatie zullen Europa echter dwingen iets van een monetair stimuleringsbeleid te gaan voeren. Daar staat tegenover een geleidelijk oplopen van de rente in de VS. Dat moet volgens de bankiers uitmonden in een gestage waardedaling van de euro ten opzichte van dollar. Goldman Sachs voorziet dan ook voor het einde van 2015 een wisselkoers van $1,15 tegenover de euro. Dat betekent dat de euro de komende periode nog ruim 7% omlaag kan. Dat biedt perspectieven voor de belegger. Cor Wijtvliet

    draghi

    Draghi (ECB) staat onder steeds grotere druk om monetaire verruiming toe te passen

    Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Prijzenoorlog op de oliemarkt

    Donderdag 27 november besloot OPEC zijn dagelijkse productie van meer dan 30 miljoen vaten niet te verminderen, ondanks een prijsdaling van bijna 30% in de weken en maanden daarvoor. Volgens Ali Al-Naimi, de olieminister van Saoedi Arabië, was de belangrijkste reden om de productie niet te verlagen de alsmaar groeiende productie van schalieolie in de Verenigde Staten. Door de productie niet te verlagen heeft OPEC het startschot gegeven voor een heuse prijzenoorlog waarvan de uitkomst zich moeilijk laat voorspellen. Een eerste conclusie valt echter al te trekken. De prijs voor een vat olie zal voorlopig blijven dalen en het mag niemand verbazen als op korte termijn de barrière van $60 neerwaarts doorbroken wordt. Dat zal zeker gebeuren als de Amerikaanse producenten hun claim kunnen waarmaken, dat het leeuwendeel van de gewonnen nog steeds winstgevend is bij een prijs van $42 per vat.

    opec-announcement

    Schalie-olie

    Als die claim waar blijkt te zijn, dan kan de prijs voorlopig omlaag blijven gaan en zullen vooral de leden van OPEC heel wat pijn moeten verdragen voordat ze de Amerikanen op de knieën krijgen. Het doel van de prijzenoorlog is immers een deel van de schalieproductie prijstechnisch onmogelijk te maken. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben landen als Venezuela, Iran, Nigeria, maar ook Rusland enorm veel financieel nadeel van de huidige prijsval. Een land als Iran heeft een prijs van $136 per vat nodig om zijn financiële en economische doelstellingen te verwezenlijken. Een sterke bevolkingsgroei en een eenzijdige economie dwingen het regime bovendien om hoge bedragen aan de bevolking te betalen om grootschalige onrust te voorkomen. Hetzelfde geldt voor een land als Venezuela, dat $120 per vat nodig heeft om de eigen bevolking rustig te houden. Ondanks de hoge opbrengsten van de olie, zijn in dat land de tekorten aan alledaagse goederen gegroeid. Een torenhoge inflatie eet bovendien de koopkracht op.

    oilprice-wti

    Olieprijs daalde tot onder de $70 per vat

    Rusland

    oil-break-even-budgetEen bijzonder slachtoffer van de prijzenoorlog kan wel eens Rusland worden. Dat land leunt wel heel zwaar op de inkomsten uit de olie-industrie. Ongeveer 68% van alle exportinkomsten is afkomstig uit die sector en ongeveer 50% van het federale budget is te danken aan olie-inkomsten. Het opdrogen van de oliedollars komt op een uiterst ongelegen moment. De westerse sancties beginnen immers meer en meer pijn te doen. Rusland heeft de afgelopen maanden $90 miljard gespendeerd om de val van de roebel te stuiten, maar tevergeefs! De roebel is sinds het begin van die sancties met maar liefst 35% in waarde gedaald. De Russen hebben slechte herinneringen aan een te lage olieprijs. Nog in de jaren negentig van de vorige eeuw moest de bevolking de treurige gevolgen van een default ondergaan.

    russian-export-oilgas

    Rusland haalt een belangrijk deel van inkomsten uit olie en gas

    De winnaar van de prijzenoorlog is in de eerste plaats de Amerikaanse consument, die zij koopkracht ziet stijgen, omdat ze minder voor en volle tank hoeven af te rekenen. Maar zij profiteren niet alleen. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) levert een prijsdaling van $20 per vat na twee jaar een extra groei op van 0,4%. Het heeft eveneens een drukkende werking op de inflatie. Zodoende is er absoluut geen reden meer om de rente te verhogen. Goedkope olie zou bovendien een licht stimulerende werking kunnen hebben op de consumentenbestedingen. Hogere bestedingen zouden weer de economie kunnen stimuleren. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Ook de Chinezen kopen even geen goud meer

    In 2013 gingen de Chinezen massaal de markt op om goud te kopen, toen prijzen in de maanden april en september omlaag doken. Ze beschouwden de prijsdaling als een buitenkansje, waar je snel op moest reageren. Dankzij hun kooplust werden ze de grootste kopers van fysiek goud ter wereld. Maar dit jaar laten ook de Chinezen het massaal afweten, ook al zijn prijzen alweer op het laagste niveau sinds minimaal 4 jaar. De Chinese consument kocht over de eerste 9 maanden ruim 20% minder dan in 2013 ofwel slechts 754,8 ton. Slechts een enkeling denkt, dat in deze voorzichtige opstelling snel een einde komt.

    world-vs-chinese-gold-pricesChinezen doen een stapje terug

    Natuurlijk is de voorzichtige opstelling begrijpelijk. Niemand, ook de Chinezen niet, wil graag het zogeheten falling knive opvangen. Ook de Chinezen geloven niet dat er nu slechts sprake is van een tijdelijke correctie. Vorig jaar deden ze dat nog wel en vulden ze het gat op dat Amerikaanse beleggers lieten vallen. Dit jaar zien de trend er ook zeer ongunstig uit. De dollar blijft maar in waarde stijgen en het is weer aantrekkelijk in Chinese aandelen te beleggers. Met andere woorden, er zijn nu meer lucratieve beleggingsmogelijkheden dan in 2013. Bovendien ging de goudprijs in 2013  in korte tijd 15% omlaag. In 2014 is dat veel minder en gaat de daling over een langere periode. Natuurlijk ging ook dit jaar de vraag in september en oktober omhoog, maar lang niet genoeg om de prijsdaling te stoppen. In tegenstelling tot 2013 was er, zoals gezegd, heel weinig geloof dat er ook dit keer prijsherstel zou volgen. De Shanghai Gold exchange deed zelfs een discount ten opzichte van Londen. Uit de snelle groei van het aantal future contracten spreekt, dat de Chinezen speculeren op een verdere van in prijs. Volgens sommige analisten omzeilen Chinezen op deze manier de wet, als ze in dollars willen handelen.shanghai-gold-futures

    Goud leasing

    Een laatste reden voor Chinese terughoudendheid is waarschijnlijk het overheidsonderzoek naar al dan niet illegale export van goud om zo speculatief vermogen het land in te smokkelen. The World Gold Council heeft in recente rapporten gesuggereerd, dat Chinese bedrijven dit jaar al misschien wel 1000 tot goud hebben verzameld. Dat gebruiken ze als onderpand om hun investeringen goedkoop te kunnen financieren, maar ook voor speculatieve doeleinden. Waarschijnlijk maken deze praktijken onderdeel uit van een groeiende schaduwbanksysteem in China. De consument heeft hier echter niets mee van doen en blijft gewoon aan de zijlijn. Dat wil echter niet zeggen, dat deze afwachtende houding voor de langere termijn is. De Chinese consument wordt nog steeds welvarender en zijn voorliefde voor goud blijft in tact. Daarom zou er volgend jaar zomaar sprake kunnen zijn van een rally. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. De Chinese vraag moet groter worden dan het Chinese aanbod en de rente in de VS moet laag blijven. Maar in de tussentijd zal de prijs eerder dalen dan stijgen! Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Aan slecht nieuws geen gebrek

    De huidige wereldeconomie heeft veel weg van een straalvliegtuig, dat in een storm is beland. Het heeft alle vier de straalmotoren nodig om veilig door het noodweer te geraken. Het probleem is, dat eigenlijk maar één motor naar behoren functioneert en dat is de Verenigde Staten. De tweede, die van de eurozone, sputtert al sinds 2008 en opnieuw ligt een recessie op de loer. Voor Japan geldt, dat het land buiten adem begint te raken na jaren van monetaire stimulering. De opkomende landen tenslotte krijgen steeds meer te maken met tegenwind. De Chinese groei valt terug, de commodities kelderen in prijs en de VS zijn gestopt met monetaire stimulering.

    vliegtuigDe bange vraag is nu hoe lang de Verenigde Staten het in hun eentje kunnen volhouden. Een sterke VS en een zwakke Umwelt impliceren een sterke dollar. Hoe zwakker de rest van de wereld is, hoe sterker die dollar gaat worden met als resultaat dat ook de motor van de VS kuren gaat vertonen. Dat kans, dat het opnieuw de verkeerde kant op gaat, is groter dan omgekeerd. Dat althans lijkt de onontkoombare conclusie als we al het slechte nieuws van de laatste weken op een rijtje zetten. De ECB blijft aarzelen of en in hoeverre de centrale bank wil gaan stimuleren. Hoewel de Bank van Japan haar programma voor monetaire stimulering drastisch heeft opgehoogd, is de bank daar rijkelijk laat mee. De btw-verhoging van begin van dit jaar heeft zeer negatief op de groei uitgepakt. Ondanks dat overweegt de regering Abe in 2015 een nieuwe ronde van belastingverhoging. In Europa blijft Duitsland op de rem trappen en maakt het land elke vorm van kwantitatieve verruiming of fiscale stimulering onmogelijk. De Fed is gestopt met kwantitatieve verruiming, maar de echte dreiging schuilt in een vroegtijdig verhogen van de rente. De jaren '30 van de vorige eeuw hebben geleerd wat dat kan betekenen voor het economisch herstel. In De VS bestaat ook weer de reële mogelijkheid, dat het land opnieuw in een politieke patstelling komt door de Republikeinse overwinning in de tussentijdse verkiezingen. Het oeverloze debat over het schuldenplafond van afgelopen jaar leert waar een hernieuwde patstelling in kan uitmonden. Erger nog is, dat de alsmaar sterker wordende politieke polarisatie verhindert dat er maatregelen genomen worden, die ook de VS hard nodig hebben om de groei een stevig fundament te geven.

    Groei opkomende landen valt tegen

    Ook uit de opkomende landen komen eigenlijk alleen maar jobstijdingen. De fameuze BRICS dreigen in een recessie te belanden (Brazilië en Rusland) of hebben te kampen met een ernstige groeivertraging. In China dreigt de groei terug te vallen van 7% naar 5%. Tegelijkertijd dreigt de ombouw van de economie naar een meer consumenten georiënteerde economie op de lange baan terecht te komen. President Xi Jinping ondervindt heftige oppositie tegen de uitvoering van zijn plannen.brandend-geld Alsof de problemen van dit moment al niet groot genoeg zijn, dienen zich alweer nieuwe aan. De private en publieke schuldenlast is zeker in de Eurozone en Japan nog veel te hoog. Het huidig beleid brengt hier weinig tot geen verandering in, zodat de kans alleen maar toeneemt dat de lasten onhoudbaar worden. Ook worden de eerste negatieve effecten van de groeiende maatschappelijke en economische ongelijkheid zichtbaar. Teveel vermogen en inkomen komt terecht bij groeperingen die geneigd zijn alleen nog maar meer te sparen. Een en ander kan uitmonden in een langdurige economische stagnatie (secular stagnation), die broodnodige aanpassingen feitelijk onmogelijk maakt. Populistische bewegingen kunnen vrij gemakkelijk munt slaan uit deze uiterst ongewenste situatie met alle politieke gevolgen van dien. Het valt moeilijk te ontkennen, dat het huidig monetair verruimend beleid alleen de rijken geholpen heeft. Er wordt kortom nogal wat gevraagd van de huidige generatie beleidsmakers en politici om het hoofd te bieden aan zoveel zwaar weer op de korte en langere termijn. En dan maar hopen, dat zaken in Oekraïne, het Midden-Oosten en in West Afrika niet echt uit de hand gaan lopen. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • De val van Nokia

    Bedrijven, groot of klein hebben een beperkte levensduur. Ooit komt ook voor marktleiders de tijd, dat ze het hoofd berustend in de schoot moeten leggen. Een sprekend voorbeeld daarvan is het Finse Nokia. Ooit in 2007 had deze producent meer dan 40% van de markt, maar er waren maar een paar jaren voor nodig om deze Goliath over de rand van de afgrond te werken.

    De makke van de Finnen was, dat ze de liefde van de consument voor de smartphone totaal hebben onderschat. De introductie van de iPhone van Apple was het begin van het einde en in 2013 leverde de Finnen zich met huid en haar over aan Microsoft. Dat bedrijf heeft trouwens een cruciale rol gespeeld bij de neergang. Toen Nokia alsnog aan het grote smartphone avontuur begon, maakte het management de tragische fout die te laten draaien onder het Windows Phone platform. Daarmee verkleinde Nokia ongewild zijn kans op een grote afzetmarkt. Het bereik van het Windows operationele systeem had immers bijna geen marktaandeel.

    nokia

    Aanvankelijk had Nokia willen kiezen voor het Android platform van Google, maar uiteindelijk zwichtte het management voor de miljarden dollars van Microsoft in ruil voor het exclusieve gebruik van Windows Phone. Google kon of wilde niet financieel wedijveren met Microsoft. nokia-phoneCEO Stephen Elop koos waarschijnlijk ook voor Microsoft, omdat hij daar zelf groot geworden was. Het is begrijpelijk, dat men in moeilijke tijden teruggrijpt op wat men al kent en koestert. Dat was trouwens ook een belangrijke sta-in-de-weg voor het vernieuwen van het succes. Het management van Nokia leunde teveel op de successen van vroeger en op de wijze waarop die behaald waren. Dat is niet de manier om bij te blijven in een snel veranderende wereld. De keuze voor Microsoft was de keuze van de lamme voor de blinde. Microsoft had ook al een mooie toekomst achter zich. Apple en Google hebben nooit veel te duchten gehad van de smartphone van Nokia. Dat neemt niet weg dat ook deze bedrijven niet op hun lauweren kunnen rusten. Doen ze dat wel, dat wacht hen het hierboven beschreven lot van de gang naar beneden. Het was de fout van Nokia, dat het niet tijdig afrekende met een management, dat erg tevreden was met de behaalde successen in het verleden. Het had daardoor te weinig oog gekregen voor de wensen en verlangens van de consument. Dat was fnuikend en daar konden de miljarden van Microsoft niets aan wheel-of-disruptionveranderen. Als Nokia had willen overleven, dan had er binnen het bedrijf het accent moeten liggen op innovatie en het laten opbloeien van ideeën. Doorgeslagen kostenbesparingen vormen daar geen basis voor. De Finnen hadden ook veel meer oog moeten hebben voor bedrijven met nieuwe en ontwrichtende technologieën en niet voor bedrijven die meer van hetzelfde bijdroegen. Ten slotte had Nokia zich niet te groot moeten wanen om te imiteren. Ze hadden op de rijdende trein van Apple’s iPhone moeten springen met gebruikmaking van bestaande patenten. Dat had toegang gegeven tot een heel grote markt. Het is allemaal niet gebeurd en de rest is inmiddels geschiedenis. Cor Wijtvliet Bron: Pekka Nykkänen en Merina Salminen, who killed the Nokia phone? Project-syndicate October 14 2014 Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Investeren moet!

    junckerNa jaren van eenzijdige nadruk op bezuinigen en krimpen lijkt de knop in Europa langzaam om te gaan. Niemand minder dan de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, heeft het thema overheidsinvesteringen weer op de agenda geplaatst. Hij heeft een voorstel gelanceerd om in drie jaar tijd €300 miljard in de economie van de eurozone te injecteren. Het positieve is, dat het voorstel niet op voorhand door regeringsleiders is afgeschoten, maar dat is ook weer geen reden voor overdreven optimisme.

    Door de jaren heen heeft Europa steeds opnieuw met het idee van grootschalige overheidsinvesteringen gespeeld om de werkgelegenheid en het concurrerend vermogen te stimuleren. De eerste voorstellen stammen alweer uit 1993. Jacques Delors publiceerde toen een zogeheten white paper over groei, concurrentiekracht en werkgelegenheid. Het voorstel viel in goede aarde, maar wacht nog steeds op de benodigde financiën om het ten uitvoer te brengen. Daar wil het nog weleens aan schorten in Europa; om de daad bij het woord te voegen.

    Volgens Juncker zou het een goed idee zijn om de Europese Investeringsbank (EIB) het voortouw te laten nemen. Maar het gevaar is dan reëel, dat de bank teveel hooi op haar vork moet nemen en zodoende haar creditrating op het spel zet. Een ander nadeel is, dat de bank private investeerders gaat verdringen. Het is immers aantrekkelijker/goedkoper met de EIB te werken dan met privaat geld.

    Beter zou het zijn om de investeringen budgettair in te plannen. Overheden met bestedingsruimte moeten die benutten voor het doen van investeringen in economisch gezonde projecten. Dan kan dat met een beetje geluk en vakmanschap extra investeringen losweken. Investeringen in infrastructuur zoals wegen en snel breedband kunnen een economisch verantwoorde follow-up genereren.

    european-flags

    Een tweede voorwaarde waar publieke investeringen aan moeten voldoen is voorspelbaarheid in regelgeving en toezicht. Als de markt het toezicht en regelgeving als voorspelbaar en betrouwbaar beoordeelt, dan kan dat ook extra investeringen ontlokken. Veel projecten in de publieke sector hebben een heel lange doorlooptijd voordat er iets terugverdiend wordt. Denk inderdaad opnieuw aan transport en infrastructuur in al zijn verscheidenheid. business-planEn dan is er natuurlijk de aanpassing van het huidige financiële systeem. Investeringen zijn niet aangetrokken, ondanks een extreem lage rente. Het is de risico-aversie bij banken die de voornaamste oorzaak is. Banken moeten wel, omdat de toezichthouder hogere buffers van hen eist. De belastingbetaler mag niet opnieuw slachtoffer worden van het onverantwoorde gedrag van bankiers. Het resultaat is wel, dat het huidige financiële systeem meer markt georiënteerd moet zijn. Dat vraagt echter om meer ondernemerschap en bereidheid risico’s te nemen. Ook in dat opzicht zou de overheid een rol kunnen spelen door een deel van de risico’s op zich te nemen. In dat opzicht zou de EIB of welke andere ontwikkelingsbank een rol van betekenis kunnen spelen. Of het voldoende is om Brussel en de Europese hoofdsteden in beweging te krijgen, valt nog te bezien. Niets doen lijkt echter steeds minder een optie. Een derde recessie lonkt alweer om de hoek! Cor Wijtvliet BELANGRIJK:

  • Daling olieprijs kent winnaars en verliezers

    Sinds juni is de prijs voor een vat olie stelselmatig gaan dalen. De prijs voor een vat West Texas Intermediate is op 16 oktober heel even door de barrière van $ 80 gedoken en de prijs voor Brent heeft al een prijs onder $ 84 aangetikt. Dat werpt automatisch een reeks van vragen op. De belangrijkste is misschien wel hoever OPEC en in het bijzonder Saoedi Arabië bereid is de prijs te laten zaken voor de oligopolist besluit de eigen productie te verlagen om zo een bodem in de markt te leggen. Een even interessante vraag is bij welke prijs de schalie industrie in de VS in de problemen gaat komen.

    olievatenHet kan immers niet anders, dan de huidige prijsval winnaars en verliezers gaat opleveren. Een verliezer is duidelijk. Dat zijn de olieproducerende landen binnen en buiten OPEC. Als de prijs voor een vat Brent $ 80 benadert, dan gaat dat de OPEC-landen $ 200 miljard kosten. Dat is ongeveer 20% van hun geschatte $ 1 biljoen inkomsten. Dat is een flinke slok op een borrel. Het is dn nog maar de vraag of ze bijvoorbeeld in staat zullen blijven hun ambitieuze plannen, die ze op hebben gesteld in reactie op de Arabische Lente, wel ten uitvoer kunnen brengen. Voor de VS zou het met prijzen voor een vat WTI onder $ 80 wel eens onduidelijk kunnen worden in hoeverre de schalierevolutie dan nog levensvatbaar zal zijn. Als alles gaat zoals het hoort is de wereldeconomie winnaar. De dalende olieprijs is een vorm van kwantitatieve verruiming. Als het huidig prijsniveau gehandhaafd blijft, zou dat een impuls voor de wereldeconomie kunnen betekenen ter waarde van $ 660 miljard.

    Waarom daalt de olieprijs?

    Maar waarom zijn prijzen gaan dalen. Hier spelen meerdere factoren een rol, maar de belangrijkste is wel de eerder genoemde schalie-revolutie in de Verenigde Staten. Dat land produceerde in september bijna 9 miljoen vaten per dag en het ziet er naar uit, dat de VS in 2015 de grootste producent van olie en gas ter wereld gaan worden. Dankzij verbeterde productietechnieken neemt niet alleen de productie toe, maar dalen ook de productiekosten. Volgens sommige ingewijden ligt de break-even prijs voor een vat schalieolie al onder $ 75. De VS produceren vooral zogeheten light and sweet crude oil. De meeste lidstaten van OPEC produceren zwaardere soorten olie. Dat betekent, dat OPEC zijn productie wel omlaag kan gooien, maar dat dat niet zal helpen om het hoge aanbod van light crude te verminderen.

    olieprijs-6maand

    En dan is er natuurlijk de wereldeconomie, die eerder sputtert dan snort. Het Internationaal Energie Agentschap stelt bijna maandelijks de verwachte groei in de vraag neerwaarts bij. Zoals zaken er u voorstaan, zal er in 2015 wel eens een structureel overaanbod zijn van 1 miljoen vaten per dag. Dat overaanbod kan nog hoger uitvallen als de boycot van Iraanse olie komt te vervallen en als bijvoorbeeld de politiek in Libië in rustiger vaarwater komst.

    OPEC Heads Of State Gather In Saudi ArabiaOPEC

    Er is weinig fantasie voor nodig, dat al deze factoren een drukkend effect op de prijzen zullen hebben. Alleen een productieverlaging door OPEC kan een voortgaande prijsval tegengaan. Maar of dat gaat gebeuren is uiterst twijfelachtig. Op dit moment bieden OPEC-landen olie aan in Azië met de nodige korting. Behoud van marktaandeel staat blijkbaar hoog op de agenda. Maar het schijnt ook een pogen van OPEC te zijn om door aanhoudende prijsverlagingen de schalieproductie in de VS een slag toe te brengen. Binnen OPEC schijnt de overtuiging te leven, dat een prijs onder $ 90 voor een vat Brent de prijs voor een vat WTI versneld omlaag kan duwen. In 2015 zou de prijs voor WTI dan wel eens kunnend dalen tot onder $ 75. Deze strategie zou ook nog een ander effect kunnen hebben. Vooral olieproducenten als Rusland en Iran zouden zwaar te lijden krijgen van deze lage prijzen. Dat zou ook een oogmerk van de Saoedis zijn. Die zijn al lang van mening dat beide genoemde landen een te actieve rol in het Midden Oosten spelen. Dat moet maar eens afgelopen zijn. De tijd moet uitwijzen in hoeverre theorieën over de OPEC-strategie juist blijken te zijn. Het zou zomaar kunnen, dat ze zich ernstig gaan verkijken op de veerkracht van de Amerikaanse olie-industrie. Het zou een kostbare rekenfout kunnen blijken... Cor Wijtvliet BELANGRIJK:

  • Ongelijkheid is slecht voor de economie

    De storm, die door het boek van Thomas Piketty is opgestoken, weigert te gaan liggen. Steeds opnieuw verschijnen er studies, die hetzij de gevaren van ongelijkheid onderstrepen of bagatelliseren. In de VS heeft het US Census Bureau een duit in het zakje gedaan met het jaarlijkse Income and Poverty Report. De Verenigde Naties heeft zojuist het Human Development Report 2014 gepubliceerd.

    Beide rapporten stellen koeltjes vast, dat de ongelijkheid in de VS alleen maar toeneemt. Zo wijst het Census Bureau erop, dat de inkomens voor de middenklasse al weer een kwart eeuw stagneren. Ook de VN geven met hun onderzoek de VS een stevige draai om de oren. Het land bungelt ergens op plaats 30 op de Human Development Index (HDI) als het om ongelijkheid gaat, nog achter landen als Griekenland en Slowakije.

    real-median-household-income

    Reel inkomen voor verschillende bevolkingsgroepen in de VS

    Negatieve effecten van ongelijkheid

    Volgens de opstellers van het rapport, the United Nations Development Program (UNDP) heeft ongelijkheid veel negatieve sociale gevolgen. Een ervan is kwetsbaarheid. In veel landen in de wereld klimmen mensen uit de armoede, maar er is weinig voor nodig om ze erin terug te werpen. Neerwaartse mobiliteit blijft voor grote groepen een grote dreiging, terwijl de kans op opwaartse mobiliteit gering blijft. In de VS lijkt opwaartse mobiliteit steeds meer een mythe, terwijl afdalen op de maatschappelijke ladder steeds normaler wordt. De belangrijkste oorzaak is een gebrekkige gezondheidszorg. Die kan de arme Amerikaan zomaar financieel ruineren met alle gevolgen van dien. Obamacare probeert wel de scherpste kantjes van de financiële gevolgen weg te slijpen, maar het zijn toch vooral de Republikeinen die dat met alle middelen proberen te verhinderen. Kwetsbaarheid als factor van belang komt niet tot uitdrukking in het bruto nationaal product of in bovengenoemde index. Toch zien steeds meer landen zich ermee geconfronteerd. Mensen met een baan maken zich steeds grotere zorgen of ze die wel kunnen houden. Mensen zonder baan vragen zich wanhopig af of ze er ooit wel een kunnen vinden. Heel veel Amerikanen hebben tijdens de crisis een groot deel ( gemiddeld 40%) van hun vermogen verloren. Zeker de mensen die bijna met pensioen gaan of nog maar net met pensioen zijn gegaan, vragen zich af wat er met hun levensstandaard staat te gebeuren nu veel van hun beleggingen in rook zijn opgegaan.

    poverty-rate-us

    Aantal Amerikanen dat in armoede leeft

    Traditiegetrouw had Europa wel oog voor kwetsbaarheid en de daaruit voortvloeiende onzekerheid. Europeanen zagen al snel in, dat sociale wetgeving een positieve impuls aan de economie gaf. Dankzij het sociale vangnet was de neiging om risico te nemen groter en daardoor viel de economische groei hoger uit. De crisis, extreem hoge werkloosheid en eindeloze bezuinigingen hebben de zekerheid van het sociale vangnet vervangen door onzekerheid en daardoor is de kwetsbaarheid van veel bevolkingsgroepen op grote schaal toegenomen. In Nederland noemen we dat de participatiemaatschappij en is de flexibele werknemer het hoogst bereikbare in het leven geworden. Niet alleen is het besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking nu lager dan voor 2008, maar ook het maatschappelijk welzijn is ingestort. De Europese burger voelt zich evenals zijn Amerikaanse tegenvoeter onzeker en kwetsbaar. Alle zekerheden lijken hem ontnomen. Een economisch systeem, waarin steeds grotere groepen geen deel meer hebben aan de toename van het bruto binnenlands product is zonder twijfel een mislukt systeem. Een beleid, dat erop gericht is onzekerheid onder de burgers te laten groeien en dat verlaging van inkomen en van het niveau van leven als gevolg heeft, is op den duur een gedoemd beleid. Cor Wijtvliet

    cartoon-poor-rich

    BELANGRIJK:

  • De olieprijs kan nog verder omlaag!

    De prijs voor een vat olie lijkt in een vrije val terecht gekomen. Een vat Brentolie kost royaal minder dan $ 90. Sinds het midden van juni is de prijs ongeveer 25% lager komen te liggen. In vroeger tijden was het de politiek van OPEC en in het bijzonder van Saoedi-Arabië om bij te sterke dalingen de productie te verlagen.

    Ook nu zijn er geruchten in de markt als zou OPEC plannen hebben de productie naar 30 miljoen vaten per dag te verlagen om zo vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) betwijfelt of dat nu ook gaat gebeuren. De dynamiek in de energiemarkt is de laatste jaren sterk veranderd. Er is een nieuwe markt gegroeid als het gaat om vraag en aanbod. Maar er zijn ook nieuwe toetreders tot de markt, die een directe uitdaging vormen voor het olie-establishment van OPEC.

    oil-price

    Onder kostprijs?

    Het ligt meer voor de hand, dat de alsmaar dalende olieprijs ervoor zal zorgen dat te dure olie niet meer opgepompt gaat worden. De productie ervan komt (tijdelijk) stil te liggen. Het IEA acht de kans groot, dat dit gaat gebeuren in de VS. Vooral de winning van schalie olie zou kunnen lijden onder de dalende prijs. Nog in augustus pompten de Verenigde Staten 8,8 miljoen vaten per dag op. Het IEA gaat er echter wel van uit, dat de prijzen nog behoorlijk verder omlaag moeten, wil de productiestop echt de balans in vraag en aanbod herstellen. De Saoedi's gaan er vooralsnog vanuit, dat de producenten in de VS gevoeliger zullen blijken voor dalende prijzen en dus voelen ze er vooralsnog niets voor om hun eigen productie te verlagen. Daar zouden ze bovendien ook nog eens de belangen mee dienen van concurrenten en rivalen als Iran en Rusland.

    oil-output-producers

    Wanneer gaat die olieproductie dalen?

    De vraag is nu bij welk prijsniveau de productie echt gaat dalen. Tot voor kort was de gedachte, dat bij een prijsniveau van $ 80 per vat dat proces op gang zou komen. Het zou dan vooral gaan om productie op zee, van teerzandolie en van schalieolie. Volgens het IEA klopt die analyse niet of niet meer. Bij een prijs van $ 80 per vat zal de productie van 2,6 miljoen vaten op break-even niveau gekomen zijn. Met andere woorden, er zit neerwaarts nog de nodige ruimte! Dat zulks gaat gebeuren lijkt niet onwaarschijnlijk. De productie in landen die lijden onder een burgeroorlog, zoals Irak en Libië, loopt niet terug maar lijkt eerder te stijgen. Tegelijkertijd neemt de vraag uit Azië en Europa af, omdat de economische groei afneemt. Het gevolg van de verzwakking is, dat er volgens het IEA per dag gemiddeld 200 000 vaten minder nodig zijn. De organisatie gaat er vooralsnog vanuit, dat de vraag in 2015 weer aantrekt met 1,1 miljoen vaten per dag. Dat zijn er overigens toch weer 100 000 minder dan eerder begroot. De ervaring heeft het IEA wijs gemaakt! Cor Wijtvliet

    oilprices-slip

    BELANGRIJK: Informatie en boekingen: [email protected] - t. 0416-854416 m. 06-11918878

  • In het land der blinden…

    De befaamde Groucho Marx zei ooit: “these are my principles. If you don’t like them, I have others.” Waarschijnlijk valt de humor van Groucho slecht in Europa, want het oude continent heeft zijn boodschap niet ter harte genomen. Daar waar de Fed in de crisisjaren er weinig moeite mee heeft om de gevestigde waarheden overboord te zetten, daar blijven we in Europa ons vastklampen aan de waarheden van voor 2008. Het resultaat is, dat in de VS het herstel steeds meer handen en voeten krijgt, terwijl Europa op zijn best al bijna zeven jaar op rij voort moddert zonder merkbare verbetering.

    column-cor-9okt-1

    Verschil ECB en Fed

    Het grote voordeel van de Fed boven de ECB is dat de eerste in feite alle goedbedoelde of kwaadwillende politieke verzoeken en adviezen aan de laars kan lappen. En dat hebben de centrale bankiers met de nodige flair en toenemend succes gedaan. Er is bijna niemand meer die nog gelooft in het spook van de hyperinflatie als gevolg van de politiek van kwantitatieve verruiming. Mario Draghi en zijn gevolg zijn echter al jaren de gevangenen van de wensen van de periferie en de verlangens van het Noorden. Dat beperkt zijn slagkracht en daarmee de mogelijkheid om problemen agressief te lijf te gaan. Het is in Europa voor Draghi altijd weer een laveren tussen Scylla en Charibdis.

    column-cor-9okt-2En natuurlijk moet je in tijden van crisis ook nog een goede portie geluk hebben. In januari 2009 slaagde de regering er in om een fiscaal stimuleringsplan ter waarde van $847 miljard door Capitol Hill geaccepteerd te krijgen. Het steunpakket kwam tot stand onder druk van een economische krimp van 8% op jaarbasis in het vierde kwartaal van 2008. Zeker achteraf is er veel reden voor kritiek op het overhaast in elkaar getimmerd plan, maar het bleek voldoende om de recessie te laten omslaan in een mager herstel. Beleidsmakers in Europa bleven met de armen over elkaar zitten.

    De meevaller voor de Amerikaanse overheid was dat de Tea Party toen nog geen doorslaggevende stem binnen de Republikeinse Partij had. Toen dat eenmaal in 2010 zover was, kwam de besluitvorming op Capitol Hill tot stilstand en die politieke impasse duurt voort tot vandaag de dag.

    Met enig gevoel voor overdrijving kun je beweren, dat Duitsland en gevolg in Europa de rel van de Tea Party vervullen. De Duitse economische beschouwingen over de financiële crisis hebben vaak een moraliserende ondertoon. Die crisis hebben we zogezegd over ons zelf afgeroepen en daarom moeten we boete doen voor onze zonden. Pas dan zal er weer herstel volgen. Los van een eventuele moralistische kijk op zaken is Europa ook simpelweg politiek te verdeeld om het voorbeeld van de Fed te volgen. Trouwens, als die eenheid er wel was, zou Europa waarschijnlijk een route tegengesteld aan die van de VS opgaan. Duitsland zou immers ook dan doorslaggevend zijn.

    column-cor-9okt-3

    Zwak herstel

    De Verenigde Staten mogen dan aan de beterende hand zijn, maar ook daar is het herstel nog steeds niet overtuigend. De werkgelegenheid stijgt weliswaar, maar de lonen niet. Die liggen nog steeds ver beneden het niveau van voor 2008. Ook laat de arbeidsparticipatie nog zeer te wensen over. Vooral veel mannen hebben de arbeidsmarkt de rug toe gekeerd. Er is met andere woorden nog absoluut geen gevaar voor inflatie. Toch roepen de haviken binnen de Fed en de politiek steeds harder, dat de rente zo snel mogelijk omhoog moet. In hun ogen is dat de beste manier op een opleving voor te zijn. Een te snelle renteverhoging is ook de beste manier om een pril herstel de kop in te drukken. Dat hebben de jaren ’30 van de vorige eeuw meer dan afdoende bewezen.

    column-cor-9okt-4

    Het is maar in gelatenheid afwachten wat de uitkomst van deze discussie zal zijn. De VS zijn echter wel in een fase van herstel terecht gekomen, waarin het zich de luxe kan veroorloven om over structurele hervormingen na te denken, hoe onrealistisch de voorstellen daartoe soms ook zijn. Voor Europa blijft het daarentegen vooral watertrappelen geblazen om zo het hoofd boven water te houden. Misschien zouden onze beleidsmakers de vingerwijzing van een tweede vermaarde persoonlijkheid ter harte moeten nemen. Ooit zei Albert Einstein: “the definition of insanity is to keep trying the same thing over and over and expect a different outcome”.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Edward Luce, Blinded EU can learn from one-eyed US. Financial Times, October 6 2014

    column-cor-9okt-5

    BELANGRIJK:

  • Bezuinigen: Verkeerde keuzes, geen resultaten

    In de wetenschap wordt een theorie verworpen, wanneer feiten de theorie falsificeren. Dat is normaal en logisch. In de internationale politiek is dat minder vanzelfsprekend. Hoewel het economisch beleid van Brussel al jaren geen tastbare resultaten oplevert, blijven politieke leiders die alledaagse werkelijkheid hardnekkig negeren.

    Het Europese beleid van bezuinigen en krimpen heeft alleen maar ellende opgeleverd. Toch wijzen de verdedigers van dit beleid vol trots op het flinterdunne herstel, dat hier en daar voorzichtig het kopje roert. Het is het ultieme bewijs, dat de economische theorie en de feiten bij elkaar passen. Het bewijs is op zijn best vederlicht. Op den duur komt aan elke recessie een einde. Het gaat er uiteindelijk om hoe snel het herstel komt, hoe krachtig het is en hoe groot de schade is, die de neergang heeft teweeg gebracht.

    European Commission President Jose Manuel Barroso gives a press briefing to present the 2013 Country-Specific Recommendations on Financial situation

    Het fiasco van bezuinigen

    Als we dat alles als uitgangspunt nemen, dan is het Europese beleid van steeds maar weer bezuinigen een compleet fiasco geworden. De economie in de eurozone stagneert nog steeds en een derde recessie sinds 2008 is niet langer uit te sluiten. Het bruto binnenlands product is in de meeste landen van de eurozone nog steeds kleiner dan in de jaren voor 2008. En zelfs de prestaties van de nummer 1 in de zone, Duitsland laten zeker recentelijk, zeer te wensen over. De economisch zwaarst getroffen landen verkeren ook niet in een recessie, want depressie is een betere omschrijving. In landen als Griekenland en Spanje is meer dan 25% van de beroepsbevolking en meer dan 50% van de jeugd werkeloos. Als dan de werkloosheid met enkele tienden van een procent daalt, dan kun je moeilijk van succes spreken. De lange duur van de recessie en de bij tijd en wijle zeer hoge jeugdwerkloosheid tast het groeipotentieel van de eurozone aan. De jeugd kan niet de benodigde vaardigheden op doen, waar de economie als geheel van kan profiteren. En wat gebeurt er? Bovenmeester Duitsland eist dat alle landen een beleid blijven doorzetten, dat de economie steeds meer aanvreet en daarmee het vertrouwen in de democratie. In veel landen vraagt de kiezer om een ander beleid omdat hij vreest voor zijn levensstandaard. Het antwoord van politici luidt steevast, dat het beleid in Brussel gemaakt wordt en dat zij daar geen zeggenschap over hebben. Dat beleid impliceert voor verschillende landen, dat belastingen voor bedrijven omlaag gaan, maar dat er gesneden wordt in de koopkracht van de burger. De gedachte erachter is, dat lagere belastingen bedrijven zullen verleiden meer te investeren. Maar dat gebeurt niet of veel te weinig en de oorzaak is dat er te weinig koopkracht is en dus te weinig vraag.

    crisis

    Hoewel het onweerlegbaar is, dat vooral de burger slachtoffer is van het jarenlange verkeerde beleid van Brussel en haar navolgers, blijven landen als Duitsland, maar ook Nederland hierin volharden. Je vraagt je af wanneer de bewijsvoering voor deze landen en beleidsmakers niet meer te negeren is. Zal dat pas bij een enorme verkiezingsnederlaag het geval zijn? Cor Wijtvliet Bron: Joseph E. Stiglitz, Europe’s austerity zombies. Project-syndicate, September 26 2014

    armoede-cartoon

    BELANGRIJK: