Tag: economie

  • Column: Euforie over Nederlandse economie

    Eerder deze week kopten de kranten met het nieuws dat de economie in ons land weer op volle toeren draait. In het tweede kwartaal van dit jaar werd een groei van 1,5% gemeten, een groei die de afgelopen zeventien jaar nog maar twee keer eerder werd waargenomen. Ten opzichte van een jaar geleden groeide de economie met 3,3%, wat na correctie voor het aantal werkdagen zelfs 3,8% bleek te zijn.

    Volgens het CBS wordt de economische groei breed gedragen, aangezien zowel de consumptie, de investeringen als de export toenamen. Dat klinkt als goed nieuws, maar is natuurlijk niet het volledige verhaal…

    Wat is economische groei?

    Stel je voor dat mensen in uw omgeving opeens weer huizen gaan kopen of een nieuwe auto voor de deur zetten… dan krijg je de indruk dat hun persoonlijke economische situatie verbeterd is. Maar als vervolgens blijkt dat het huis gekocht is met een maximale hypotheek bij de bank en dat die auto pas over een paar jaar afgelost hoeft te worden, dan kijk je opeens heel anders naar hun economische situatie.

    Dit voorbeeld klinkt misschien heel logisch, maar als het gaat over de groei van de Nederlandse economie als geheel verliezen we dit totaalplaatje al snel uit het oog. Dan gebruiken we economische modellen waarin de factor schuld niet in de vergelijking wordt meegenomen.

    Dat is opmerkelijk, aangezien het vermogen dat wij als Nederlanders hebben voor een aanzienlijk deel bepaald wordt door de waarde van de eigen woning. Het zijn de schommelingen van de huizenprijzen die ervoor zorgen dat we in crisistijd massaal de hand op de knip houden en dat we ons in tijden van stijgende huizenprijzen te snel rijk rekenen. Met tienduizenden euro’s overwaarde op je huis geef je nou eenmaal makkelijker geld uit aan een vakantie of een nieuwe badkamer dan wanneer je huis onder water staat of de waarde gelijk is aan de hoogte van de hypotheek.

    Schuld gedreven economische groei

    Ik durf de bewering aan dat een groot deel van de groei van de Nederlandse economie, waar de media deze week euforisch over bericht hebben, te herleiden valt naar de stijgende huizenprijzen en het positieve sentiment dat daaruit voortkomt.

    Natuurlijk is het prettig dat het economisch weer beter gaat, de werkloosheid daalt en minder mensen naar de voedselbank gaan. Maar laten we deze gunstige omstandigheden ook gebruiken om lastige hervormingen door te voeren, zoals het versneld afbouwen van onze extreem hoge hypotheekschuld. En laten we deze kans ook aangrijpen om vaart te maken met het hervormen van ons pensioenstelsel, dat door de jongere generatie werknemers vaak als een ‘zwart gat’ wordt gezien waar alleen maar geld in verdwijnt.

    Het gezegde gaat dat je het dak moet repareren als de zon schijnt. Het is dan ook diep bedroevend om te zien dat de vier formerende partijen in politiek Den Haag zich in deze lastige tijden meer bezighouden met de vraag of het Wilhelmus wel of niet gezongen moet worden in de klas…

    Frank Knopers

    gs-logo-breed

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Kredietgroei Amerikaanse economie gehalveerd

    Kredietgroei Amerikaanse economie gehalveerd

    De groei van de Amerikaanse economie verloopt steeds moeizamer, want in het tweede kwartaal zakte de groei van het bruto binnenlands product verder weg tot slechts 1,4% op jaarbasis. Daarmee doet de Amerikaanse economie het op dit moment zelfs slechter dan de Europese, waar de economie op jaarbasis nu met 1,8% groeit.

    Duiken we dieper in de cijfers van de Amerikaanse centrale bank, dan zien we ook wel waarom het in de Verenigde Staten opeens zoveel slechter gaat. Zo blijkt dat de kredietgroei in zeer korte tijd gehalveerd is. Zo groeien de creditcardschulden dit jaar met slechts 4,5% op jaarbasis, terwijl die begin vorig jaar nog met 9% op jaarbasis toenamen.

    De kredietverlening aan het bedrijfsleven is overigens niet veel beter, want die nam sinds het begin van dit jaar met minder dan 2,5% toe. Ter vergelijking, de afgelopen jaren groeide de kredietverlening aan het bedrijfsleven nog meer dan 10% op jaarbasis. En dan hebben we ook nog de reguliere kredietverlening aan consumenten, die in zeer korte tijd meer dan gehalveerd is.

    Eerder dit jaar signaleerde de Zwitserse bank UBS wereldwijd al een terugval in kredietgroei. Een zorgelijke ontwikkeling, want in het verleden gaf dat vaak de aanzet tot een nieuwe recessie. Het is opvallend dat verschillende centrale banken juist op dit moment de rente weer willen verhogen, want dat zal de kredietgroei zeker niet ten goede komen. Signaleren deze grafieken het begin van een nieuwe economische crisis?

    credit-growth-vs-3

    Kredietverlening aan bedrijven en industrie stagneert

    credit-growth-vs-2

    Groei van creditcardschulden is in korte tijd gehalveerd

    credit-growth-vs-1

    Banken verstrekken ook minder leningen aan consumenten

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Gemiddeld inkomen Britten 10% lager dan voor de crisis

    Het gemiddelde inkomen van Britten tot 40 jaar is zeker tien procent lager dan voor het uitbreken van de financiële crisis, zo blijkt uit een onderzoek van de Resolution Foundation. Daarmee leveren de jongere werknemers meer in dan de oudere, want de lonen voor 50-plussers en 60-plussers daalden met gemiddelde respectievelijk 5% en 2%. Alleen parttime werknemers in het Verenigd Koninkrijk zijn qua uurloon weer terug op het niveau van de crisis, aldus het rapport.

    De Resolution Foundation werd in 2005 opgericht met als doel de levensstandaard voor de 15 miljoen Britten met middeninkomens en de lagere inkomens te verbeteren. Als de resultaten van dit onderzoek kloppen, dan belooft dat niet veel goeds voor de Britse economie. Vergeleken met 2008 zijn de kosten van levensonderhoud immers sterk toegenomen, wat betekent dat er een steeds grote groep Britten is die met moeite rond kan komen.

    Brexit

    Door de Brexit is dat probleem alleen nog maar groter geworden, omdat de waarde van het Britse pond daardoor aanzienlijk is gedaald. Dat zal in eerste instantie ongunstig uitpakken voor het Verenigd Koninkrijk, omdat er al jaren sprake is van een tekort op de handelsbalans. De stijgende kosten van de import wegen dus zwaarder dan het concurrentievoordeel van de goedkopere munt.

    De daling van het Britse pond brengt ook de Bank of England in een lastige positie, omdat het de centrale bank minder ruimte geeft om de rente te verlagen. Een renteverlaging is normaal gesproken een beproefd instrument om de economie te stimuleren, maar onder de huidige omstandigheden zou dat ook zeer nadelig kunnen uitwerken op de waarde van het Britse pond.

    Nederland

    Ook in Nederland zijn de jongere werknemers veel slechter uit de crisis gekomen. Uit cijfers die een maand geleden werden vrijgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat twintigers sinds 2007 gemiddeld 10% aan inkomen hebben ingeleverd, terwijl dertigers er sindsdien slechts 4% op achteruit zijn gegaan. Het gemiddelde huishouden zag het inkomen over dezelfde periode met ongeveer 3,5% dalen.

  • Europese Unie is verrassing van 2017

    Economen wisten het zeker. Het lopende jaar zou economisch gesproken het jaar van de Verenigde Staten worden. De sterkere groei zou te danken zijn aan uiteraard de stimuleringsplannen van de nieuwe president in nauwe samenwerking met een door de Republikeinen gedomineerd Congres. Van die hooggespannen verwachting is tot dusverre weinig terecht gekomen.

    Als het om positieve verrassingen gaat, dan heeft de Eurozone meer recht van spreken. De economische groei in dit deel van de wereld bedroeg over het afgelopen eerste kwartaal het dubbele van die in de VS. Die vaststelling werpt onmiddellijk de vraag op of we hier te maken hebben met een korte eenmalige opleving of met een structureel en houdbaar herstel. Het antwoord op deze vraag reikt verder dan een puur academische exercitie. Als het herstel structureel van aard is, dan kan bijvoorbeeld de ECB serieus gaan overwegen om de stimuleringsmaatregelen af te bouwen.

    Voorzichtigheid geboden

    Echter voorzichtigheid is geboden. Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Deze les heeft Europa meerdere keren moeten leren. Zo leek de financiële crisis al in 2011 voorbij, toen de economische groei behoorlijk verbeterde. Daarop besloot de ECB de rente te verhogen, met als resultaat dat Europa diep in een nieuwe recessie wegzakte. Deze keer lijkt het herstel er steviger uit te zien. Althans dat zijn ze van mening bij de ECB. Daar spreekt de Chief Economist van een opleving die gebaseerd is op een economie die bewezen heeft extreme schokken te kunnen weerstaan.

    Peter Praet, de chief economist, wijst erop dat de snellere groei in Europa niet van vandaag of gisteren is, maar al van veel eerder dateert. Sinds 2015 groeide de economie van de Eurozone met 5,1%, tegenover 4,6% voor de Verenigde Staten. De groei is ook breed gedragen. De ECB krijgt steun van economen uit de private sector. Die wijzen erop dat het herstel niet louter meer steunt op de export, maar ook op een aantrekkende consumptie en in sommige gevallen op hogere investeringen. Een andere factor van belang is, dat de Eurozone talloze politieke hordes met veel succes genomen heeft. Emmanuel Macron is nu president van Frankrijk en de herverkiezing van mevrouw Merkel lijkt nagenoeg zeker.

    Groeiverwachtingen verhoogd

    Onder deze omstandigheden lijkt het plausibel dat de groeiverwachting voor dit jaar is verhoogd van 1,4% naar 1,7%. Dat is een hogere verwachting dan de gemiddelde groeivoet voor de Eurozone en verklaart daarmee de daling van de werkloosheid van 12,1% in 2013 naar 9,3% in april 2017. Zullen al deze mooie uitkomsten echter inflatie op korte termijn weer een kans geven?

    Volgens economen van JP Morgan loopt het niet zo’n vaart. Ervaringen elders hebben geleerd dat de beleidsmakers in de EU nog wel even op hun handen kunnen blijven zitten. Er is hun inziens ruimte voor een beperkte loonstijging, zonder dat de inflatie echt gaat oplopen. In hun ogen hoeft de ECB pas in actie te komen als de werkloosheid naar 5% in plaats van 8% daalt. De ECB hanteert het laatste percentage als maatstaf voor volledige werkgelegenheid, terwijl de Amerikanen denken dat 5% een beter streven is.

    Ook de hardnekkig lage inflatie van 1,4% zou een aansporing moeten zijn voor de ECB om niets te ondernemen en om het opkoopprogramma in ieder geval dit jaar door te laten lopen. Mocht het herstel sterk blijven, dan is tijd genoeg om ergens in 2018 met het afbouwen van het opkoopprogramma te beginnen.

    Voorzichtigheid is met andere woorden nog steeds troef. Ondanks alle euforie worstelt Europa nog steeds met heel veel problemen, zoals een te zwakke financiële sector. En wat te denken van Italië? Het land kent al twee decennia nagenoeg geen economische groei en de overheidsfinanciën zijn een erkende puinhoop. Betere economische vooruitzichten kunnen hier voor de broodnodige ademruimte zorgen. Het beste nieuws is echter dat treurverhalen zoals Italië, Griekenland of de banken niet langer dominant zijn, maar jubelverhalen over een sterk economisch herstel. Dat is een hele verandering!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Grondstoffen weer goedkoop tegenover aandelen

    De prijzen van grondstoffen zijn sinds 1971 niet meer zo laag geweest ten opzichte van aandelen als nu. Dankzij het monetaire beleid van centrale banken begonnen aandelen en obligaties aan een lange opwaartse trend, maar datzelfde kan niet gezegd worden van grondstoffen. Door de zwakke economische groei staan de prijzen van belangrijke grondstoffen onder druk, terwijl ook goud en zilver moeite hebben om de neerwaartse trend van de laatste jaren te doorbreken.

    De volgende grafiek laat de waardering zien van de S&P 500 aandelenindex zien ten opzichte van de GSCI grondstoffenindex. Staat de grafiek laag, dan betekent het dat grondstoffen goedkoop zijn in verhouding tot aandelen. Staat de lijn op een hoog niveau, zoals vlak voor het uitbreken van de crisis in 2008, dan zijn de grondstoffen relatief gezien juist duur.

    commodities-stocks

    Aandelen versus grondstoffen (Bron: Incrementum)

    Aandelen versus grondstoffen

    Op basis van deze vergelijking kunnen we concluderen dat grondstoffen op dit moment relatief goedkoop zijn, of dat aandelen op dit moment overgewaardeerd zijn. Hoe dan ook, de geschiedenis leert ons dat dit soort extreme waarderingen niet eeuwig in stand kunnen blijven. De laatste keer dat aandelen relatief gezien zo duur waren ten opzichte van grondstoffen was tijdens de dotcom bubbel van eind jaren negentig. Toen volgde er een crash op de aandelenmarkt, waarbij veel beleggers geld verloren.

    Aandelen overgewaardeerd?

    Vandaag de dag staan de Amerikaanse aandelenmarkten weer op recordhoogte, terwijl de economie nog allesbehalve hersteld is van de vorige crisis. Aandelen zijn gewaardeerd alsof bedrijven in de toekomst nog meer winst gaan maken, terwijl meer dan 90 miljoen Amerikanen geen goede baan kunnen vinden en de participatiegraad op het laagste niveau in dertig jaar staat.

    De grote vraag is dus wat de hoge aandelenkoersen vandaag de dag rechtvaardigt. Vandaag de dag zien we verschillende gelijkenissen met de aandelenrally van eind jaren negentig. Ook toen werden technologiebedrijven zeer hoog gewaardeerd, inclusief de bedrijven die verlies leden of geen verdienmodel hadden. Een voorzichtige belegger zal deze overeenkomsten ook zien en misschien een meer defensieve beleggingsportefeuille samenstellen.

    gs-logo-breed

    Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.

  • Federal Reserve ziet meer bedreigingen financiële stabiliteit

    De Federal Reserve ziet meer bedreigingen voor de financiële stabiliteit. Uit de notulen die deze week werden vrijgegeven blijkt dat de centrale bank zich meer zorgen maakt over de stijgende prijzen van bijvoorbeeld vastgoed en financiële activa als aandelen en obligaties.

    De Federal Reserve is terughoudend in haar bewoording, maar het feit dat er over deze risico’s gesproken is al voor de goed geïnformeerde belegger voldoende om voorzichtig te zijn. De ervaring leert ons dat de centrale bank pas heel laat de risico’s durft te benoemen en dat het dan meestal al te laat is om het tij te keren. Zo beweerde Ben Bernanke vlak voor het uitbreken van de huizenmarktcrisis in de Verenigde Staten nog dat er geen sprake was van bubbels in de economie.

    market-shrugging-off

    Beleggers zijn nergens meer van onder de indruk (Bron: Bank of America)

    Vastgoed

    In de notulen lezen we dat de Federal Reserve zich zorgen maakt over hoge waarderingen voor commercieel vastgoed en mogelijke hervormingen in de hypotheekverlening. Een grote daling van de vastgoedprijzen kan de financiële stabiliteit in gevaar brengen, net zoals dat tien jaar geleden gebeurde op de Amerikaanse huizenmarkt. Veel banken en verzekeraars kwamen toen in de problemen, omdat ze slechte leningen op hun balans hadden staan die niemand meer op waarde durfde te schatten.

    Het is dan misschien ook geen toeval dat de Federal Reserve opnieuw de geplande renteverhoging voor zich uit schuift. Stijgt de rente te snel, dan kan dat opnieuw een recessie veroorzaken met alle gevolgen van dien voor de huizenmarkt.

    Aandelen

    Niet alleen de huizenprijzen stijgen als gevolg van de extreem lage rente, maar ook de aandelenkoersen. Uit onderzoek van Bank of America blijkt dat de breed gedragen S&P 500 index momenteel sterk overgewaardeerd is. Van de 20 meest gebruikte methodes om de aandelenmarkt te waarderen geven er maar liefst 18 aan dat er momenteel sprake is van overwaardering in de markt.

    Door de lage rente en de stijging van activaprijzen is het consumentenvertrouwen en het sentiment onder beleggers weer zeer positief geworden. Juist onder deze omstandigheden kun je als belegger wat voorzichtiger worden en een meer defensieve beleggingsstrategie hanteren.

    S&P expensive metrics

    Amerikaanse aandelenmarkt volgens meeste criteria overgewaardeerd (Bron: Bank of America)

  • Alleen de rijksten profiteren van economisch herstel

    In New York hebben alleen de allerrijkste mensen geprofiteerd van het economische herstel van de afgelopen jaren, terwijl de laagste inkomens er juist op achteruit zijn gegaan. Dat concludeert het Independent Budget Office na onderzoek van de belastingaangiftes van meer dan 770.000 inwoners in de periode van 2006 tot en met 2014.

    new-york-pixabayGedurende deze periode van negen jaar bleef het inkomen van de top 50% gelijk op ongeveer $65.000 per jaar, terwijl het inkomen van de laagste 50% met 13% daalde naar $12.360. Van al het geld dat New Yorkers in 2014 verdienden ging 41% naar de rijkste 1%, een lichte toename ten opzichte van de situatie in 2006. De helft van alle inwoners met de laagste inkomens namen in 2014 slechts 5,6% van alle inkomens voor hun rekening, terwijl deze groep in 2006 nog een marktaandeel van 7,4% had.

    “We zien het bewijs van een groeiende inkomensongelijkheid in de stad. Het percentage van het totale inkomen dat naar de top 1% – meer specifiek de top 0,1% gaat – is toegenomen”, zo concludeert Doug Turetsky van het Independent Budget Office.

  • Video: Willem Middelkoop met Arnoud Boot

    Video: Willem Middelkoop met Arnoud Boot

    Willem Middelkoop sprak voor Café Weltschmerz met Arnoud Boot over de stand van zaken met betrekking tot de wereldeconomie, het financiële systeem en de politieke machtsverhoudingen in de wereld. Beide heren praten over de toekomst van de euro, het wereldwijde schuldenprobleem en de verwachting van opkomende grootmachten als Rusland, China en India. Een interessant gesprek!


  • Transitie: Onze welvaart van morgen

    Het zal er toch eens van moeten komen. De economie zal door andere principes en belangen geleid moeten worden dan door winstmaximalisatie en geopolitieke kapitaalbelangen. De crises van natuur en milieu bedreigen de mensheid al op korte termijn, om te beginnen in veel gebieden die tot de zogenoemde ontwikkelingslanden worden gerekend. En dat bovenop de bedreigingen die de mensen zich zelf en elkaar aandoen, en die bijvoorbeeld in grootschalige armoede en ongelijkheid, en in migratie en oorlogen tot uitdrukking komen.

    Er ligt een agenda te wachten, een agenda van vele kleinschalige en grootschalige veranderingen in de inrichting van ieders leven en de samenleving als geheel. Blijft het bij die agenda, dan wordt het leven ondraaglijk. Er zal een overgang moeten plaatsvinden naar een sociaal-ecologische orde. Het gaat om niet minder dan systemische veranderingen, veranderingen van de heersende maatschappelijke en ecologische systemen. En dat wordt transitie genoemd.

    barrez-transitieVerscheidenheid en samenhang

    Zie daar het hoofdthema van het nieuwste boek van Dirk Barrez. Barrez is in Vlaanderen maar ook in Nederland een hoog gewaardeerde onderzoeker en activist met een lange staat van dienst. Voor het grote publiek is hij nog betrekkelijk onbekend. Zeker in de kringen van mensen die gepreoccupeerd zijn met de grote sociale en ecologische vraagstukken is hij een belangrijke inspirator. Zijn nieuwe en toegankelijke boek is getiteld: Transitie – Onze welvaart van morgen (Leuven-Heverlee, Pala VZW en Pelckmans Pro, 2016) Daarin worden die vraagstukken nog eens goed uiteen gezet. Voor veel ‘kenners’ zal het boek voor zover het gaat om de beschrijving en analyse van die vraagstukken niet veel nieuws bevatten. Dat maakt dit boek niet minder waardevol.

    Typisch Barrez is dat hij met zijn haast encyclopedische kennis en ervaring zowel de verscheidenheid als de samenhang van de vraagstukken laat zien. Hij stelt zich op het standpunt dat het niet gaat om vooral dít of dát probleem. Niet alleen om het klimaat, of de ongelijkheid, of de biodiversiteit, of welk vraagstuk dan ook. Het gaat om al deze vraagstukken tegelijkertijd. En dat dan in onderlinge samenhang.

    Het klimaat probleem bijvoorbeeld bevat voorbeelden van die samenhang. Het is vooral en acuut bedreigend voor de armere sociale lagen, de rijken zullen zich wel weten te redden. En dat terwijl de rijken de eerst verantwoordelijken zijn voor datzelfde klimaatprobleem, door hun decennialange hoge en dus levensgevaarlijke productie en consumptie. Zo is dit ecologische probleem, het klimaat, verbonden met de sociale ongelijkheid. Dit is maar een van de vele voorbeelden van samenhang tussen ecologische en sociale vraagstukken. Deze manier van beschrijven en analyseren is zeer te waarderen. Hooguit zou je erop kunnen wijzen dat hij sommige vraagstukken te weinig aandacht geeft. Bijvoorbeeld het vraagstuk van de dominante en door winststreven geleide private geldcreatie en de diepgaande monetaire instabiliteit die daarvan het gevolg is. Maar dat houd je altijd.

    Exemplarische benadering

    Die veelkoppige en integratieve benadering stelt volgens hem, en terecht, eisen aan de wijze waarop de transitie naar die andere economische orde moet worden aangepakt. Zo bepleit hij dat bij de aanpak van het klimaat steeds gezocht wordt naar de positieve effecten die die aanpak kan hebben voor andere vraagstukken. Hij bepleit een benadering die ik in navolging van Paolo Freire[1] en Harrie Coenen[2] een exemplarische benadering zou noemen. Kijk steeds naar de mogelijke samenhang, en probeer bij een meer specifieke aanpak, in dit geval beperking van de CO2 uitstoot, die doorkoppeling naar de andere vraagstukken te leggen. Een belangrijke reden daarvoor is, ook volgens Barrez, dat je niet alles tegelijk kunt doen, bijvoorbeeld om reden van financiële beperkingen.

    Voorzorgprincipe

    Wat mij ook bevalt in dit boek, is dat hij erkent dat niet steeds duidelijk is wat je aan een specifiek probleem kunt en moet doen, bijvoorbeeld omdat de kennis en het bewustzijn hiervan nog tekort schieten. Maar, is zijn devies, dat is geen reden om te gaan stilzitten. Doe in ieder geval dat waar je wel de kennis en middelen voor hebt, en laat dat dan zo positief mogelijk doorwerken naar de rest. Hij ontpopt zich als criticaster van de veel voorkomende escapistische conclusie: ‘Meer onderzoek is vereist’.

    Iets vergelijkbaars vindt hij ook ten aanzien van vraagstukken waarvan wij niet zeker zijn of zij werkelijk zo schadelijk kunnen of zullen zijn als sommigen denken. Hij stelt zich op het standpunt van het voorzorgprincipe. Toegepast op het klimaatprobleem, bijvoorbeeld over de maximaal toegestane gemiddelde temperatuurstijging: 1,5 of 2 graden, betekent dit dat je erkent dat er niet een definitief oordeel vaststaat maar dat je niet het risico mag lopen dat de nog ernstiger variant werkelijkheid wordt. Ook bepleit Barrez niet te wachten op internationale akkoorden.

    Yes, we can

    Zijn boek leest als een doorwrocht pleidooi om de ernst van de sociale en ecologische bedreigingen te erkennen, en dus eens serieus aan de slag te gaan. Ga werken aan die transitie. Hij onderzoekt daarbij verschillende vragen. Hij laat ons op vele plaatsen zien wat er gedaan zal moeten worden en hoe dat te doen. Hij is een echte operationaliseerder. Want, stelt hij, er is al heel veel bekend, en ook zijn er al veel positieve ervaringen, hoewel meestal kleinschalig, die als experimenten voor een grootschaliger aanpak gezien kunnen worden. Hij is duidelijk advocaat van het devies Yes, we can.

    Succesvolle ‘oude’ sociale bewegingen

    In het verlengde van deze vaststelling ligt natuurlijk de vraag hoe het komt dat er nog zo weinig gebeurt. Waarom wordt die urgentie en ook de mogelijkheden om er iets aan te doen zo weinig erkend? Bij de beantwoording van die vraag verwijst Barrez naar de diepgaande veranderingen die hebben plaatsgevonden sinds de Tweede Wereldoorlog bij de vestiging en uitbouw van de welvaartsstaat. Daar is hij terecht zeer van onder de indruk, ondanks dat hij daarbij ook kritische kanttekeningen plaatst, bijvoorbeeld de ecologische schaden die Aarde en de wereldsamenleving hebben opgelopen. Waar het hem vooral om gaat is dat die periode laat zien welke prestaties geleverd zijn. Waarom zou iets vergelijkbaars niet nu weer praktijk worden? Bij de beantwoording van die vraag legt hij een verbinding met de ontwikkeling en uitgroei van diverse ‘oude’ en brede sociale bewegingen als de vakbonden, boerenorganisaties, de coöperatieve beweging, woningcorporaties en veel meer, gedragen door grote aantallen actieve deelnemers. Die brede bewegingen vonden ook hun vertalingen op politiek niveau, dus in de overheden.

    De overheid

    En daarmee komt hij op een tweede beslissende punt. Het doorvoeren van systemische veranderingen kan niet zonder dat er regelend wordt opgetreden in de vorm van wetten en andere vormen van regulering. Er zal ook aan planning gedaan moeten worden, emergentie denken (zo noemt hij dat) is onvoldoende. Zonder de overheden lukt het niet. Barrez wil de rol van het bedrijfsleven niet minimaliseren. Ook de bedrijven hebben een enorme verantwoordelijkheid. Maar hun beleidsvrijheid moet wat hem betreft duidelijk worden ingeperkt door staatsoptreden, de overheden zullen de kaders moeten vaststellen waarbinnen de bedrijven functioneren. En zelfs zal de overheid op verschillende gebieden ook de uitvoerende macht en kracht tot zich moeten houden of verwerven. Voorkomen moet worden dat het bedrijfsleven opnieuw gaat domineren en de samenleving en aarde ondergeschikt maakt aan specifieke bedrijfsbelangen. In dat verband wijst hij ook op de innovatieve kracht van overheden. Hij noemt daarvoor verschillende voorbeelden. Zo is de ‘digitale revolutie’ allereerst te danken aan initiatieven en financiering van overheden. Als gezegd kan volgens Barrez een strategie van transitie pas echt slagen, en dus systemisch worden als de staat afdwingbare regels vastlegt. En ook zijn slechts overheden in staat om de noodzakelijke omvangrijke en ingrijpende interventies te financieren. Zonder de staat geen New New Deal.

    Nieuwe bewegingen te weinig effectief

    En daarmee komt hij op een misschien voor velen actief in de nieuwe sociale en ecologische bewegingen gevoelig punt. Dat is dat de maatschappelijke weerklank van de inzet van die bewegingen nog zeer beperkt is. En dat heeft er dan mee te maken dat nogal wat ecologische en sociale initiatieven zich beperken tot allerlei concrete casussen, bijvoorbeeld het plaatsen van zonnecollectoren, of het inzamelen van gelden voor projecten van armoedebestrijding, of het propageren van lokale en regionale producten. Op zich, stelt hij, is dat allemaal waardevol, maar in maatschappelijke betekenis veel te beperkt. En dat mede omdat te weinig gewerkt wordt aan het op een meso- en macroniveau vertalen van de noodzakelijke veranderingen. Er moet volgens Barrez worden opgeschaald. Bijvoorbeeld vindt hij van de wereldwinkels dat zij eerlijke handel niet systemisch hebben weten te maken. ‘De markt’ weet ook te vaak initiatieven uit het progressieve circuit te vercommercialiseren, waarbij hij wijst op de ideeën over deeleconomie en hoe Uber en Airbnb daarmee vandoor gaan. Ik zou zeggen dat veel van die initiatieven nog te weinig politiek gemaakt wordt en daardoor te weinig doorwerkt in het politieke beleid. Daarbij vraag ik mij wel af in hoeverre Barrez op dat punt niet te somber is. Ook hij heeft na de succesvolle klimaatconferentie van Parijs er op gewezen dat dat succes mede te danken is aan de tomeloze inzet van vele activisten en bewegingen. En wat te denken van de effectieve strijd tegen CETA?

    Belangenstrijd

    Dat neemt niet weg dat zijn oproep aan de nieuwe bewegingen om zich te verbreden, samen te werken en te politiseren zeer terecht is. De opgaven waar wij voor staan zijn niet mis. Dit eens te meer omdat enorme belangen in het geding zijn. Niet alleen de positieve belangen van een toekomstige nieuwe welvaart voor Aarde en de mensheid, maar ook de negatieve belangen (althans dikwijls negatief ervaren) van velen. Neem bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk. Die is veel te hoog, wereldwijd maar vooral in ‘rijke’ landen als België en Nederland. Voor Nederland geldt dat die voetafdruk met zo’n twee derde naar beneden moet, dus dat het materiële verbruik met zo’n twee derde wordt ingekrompen. Dat is een enorme opgave, en strijdig met andere (gevoelde) belangen, zeker nu steeds weer de overheden en het bedrijfsleven oproepen om het ‘consumentenvertrouwen’ te doen stijgen en de consumptie te maximaliseren. ‘Groei moet!’ is het dominante devies. Op zich kunnen alle noodzakelijke programma’s van ecologische en sociale verduurzaming uitgevoerd worden. Maar kunnen wij dit daadwerkelijk gerealiseerd krijgen? Daar kun je over somberen of idealistisch doen. Maar eens temeer kan het zeer nuttig zijn, zoals Barrez in dit boek doet, nog eens goed te kijken naar hoe de ouden van de welvaartsstaat dit deden opdat de jongen hun mooiste lied laten klinken. Lou Keune
    1. Zie Pedagogie van de onderdrukten (1972)
    2. Zie Exemplarisch Handelingsonderzoek (2012)
    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org

  • Greenspan: “Obligatiebubbel loopt leeg”

    Greenspan: “Obligatiebubbel loopt leeg”

    Volgens voormalig centraal bankier Alan Greenspan zijn we vandaag de dag getuige van het leeglopen van een wereldwijde obligatiebubbel. Ook maakt de oud-voorzitter van de Federal Reserve zich grote zorgen over het gebrek aan productiviteitsgroei en de vergrijzing. Daardoor zien we een oplopende inflatie bij een stagnerende economische groei, een situatie die we kennen als stagflatie.

    Volgens Greenspan zijn de economische problemen van dit moment heel moeilijk aan te pakken, omdat het niet meer mogelijk is de rente drastisch te verhogen. De vorige keer dat de Amerikaanse economie in een stagflatie terechtkwam was in de jaren ’70, toen de centrale bank de rente naar 20% verhoogde om de economie weer op de rails te krijgen. Deze oplossing is vandaag de dag niet mogelijk, omdat de schulden nu veel groter zijn dan toen.

    Greenspan maakt zich zorgen over de begroting van de Verenigde Staten. Door toenemende sociale verplichtingen zullen de begrotingstekorten verder oplopen, wat betekent dat er nog meer geleend moet worden. Dat wordt steeds lastiger, omdat er volgens Greenspan wereldwijd steeds minder animo is om geld uit te lenen aan de Amerikaanse overheid. We hebben het hele interview bij Bloomberg voor u uitgeschreven.

    De laatste weken geven de markten ons een sterk signaal dat de inflatie oploopt en dat de groei terug is. Dat zie je ook aan de aandelenmarkten in de VS, Europa en Azië. Ook zien we een stijgende rente op de obligatiemarkt en een stijging van de dollar. Zijn we in een nieuw wereldwijde groeifase terechtgekomen?

    Ik heb grote twijfels. Wat we zien is een overgang van stagnatie richting stagflatie, een combinatie van een stagnerende economie en een oplopende inflatie. Dat hebben we sinds de jaren zeventig niet meer gezien. Het eerste effect van stagflatie is dat de prijzen beginnen te stijgen en dat verandert veel dingen, zoals de winstmarges, de prijsstructuur en de aandelenmarkt. Dat geeft een tijdje de indruk dat men meer spendeert.

    Toch kan dit niet doorgaan, omdat de economische stagnatie het tegenhoudt. Het is een uitzonderlijke situatie waar we de komende jaren mee te maken zullen krijgen. Ik denk dat je moet terugkijken naar verschillende momenten in de geschiedenis dat zoiets gebeurde. De laatste keer was in de jaren zeventig. Het is nu een wereldwijd fenomeen, eigenlijk in de hele ontwikkelde wereld.

    Waar ligt het verschil tussen stagflatie en echte economische groei?

    Economische groei is als de hele structuur van de samenleving omdraait van periode van contractie in economische activiteit naar een soort reset, waarna alles weer opwaarts beweegt. Dit is een zeer snelle verandering. Het probleem wat we nu hebben is niet de koers/winst verhouding van aandelen, maar de verhouding van de obligatiekoersen en de rente. We hebben een obligatiebubbel die op het punt staat leeg te lopen. Dit heeft nog een lange weg te gaan en zal effect hebben op het economische vooruitzicht. Dit is echt iets anders. We hebben zo weinig stagflaties gehad dat we geen modellen hebben om te zien wat we nu moeten doen.

    Sommigen zeggen dat er misschien spoedig echt economische groei gaat komen. Enerzijds door fiscale stimulering en anderzijds door belastinghervormingen, waardoor er meer geld in de portemonnees van de mensen komt. Kan dat echte economische groei teweeg brengen?

    Dat zou kunnen als het constructief was. Er is niets verkeerd met verschillende stimuleringsprogramma’s die de economische structuur op de lange termijn productiever maken. Maar op de lange termijn moet dat wel gefinancierd worden. Op dit moment hebben we hele grote begrotingsproblemen. Zodra de nieuwe begroting komt zullen we dat snel ontdekken. Waar moet je het geld vandaan halen? Als je alsmaar grotere tekorten opstapelt, dan voedt je daarmee alleen maar de inflatie.

    Is het mogelijk om met de hervorming van belastingen geld te besparen, om daarmee de economie weer te laten groeien?

    Dat is mogelijk, maar niet waarschijnlijk. De reden is dat we een fundamenteel probleem hebben dat ik al eerder besproken heb. Als de VS vergrijsd, dan krijg je een verschuiving in de proportie mensen boven de 65 jaar. Dit staat los van de economische bewegingen. En dit gebeurt nu in alle ontwikkelde landen. We vergrijzen allemaal, Japan is daarvan het meest extreme voorbeeld.

    We hebben dit soort uitdagingen nooit eerder gehad en we weten dus niet hoe we die aan moeten pakken. We kijken nu naar de baby boom generatie als een fiscaal probleem. Je zou dan kunnen zeggen dat we de belastingen voor de rijken moeten verhogen, maar die belastingen zijn al hoog. Meer dan 90% van de individuele belastingverplichtingen in de VS zitten al bij de hogere inkomens. Daar kun je nog wel iets meer halen, maar we hebben niet veel speelruimte meer om de belastingdruk te verhogen. Belastingen voor bedrijven zijn bijna het hoogste in de wereld en dan hebben we ook nog allerlei andere belastingen.

    We hebben allerlei dingen al geprobeerd. Veel belastinguitgaven kunnen aangepast worden, maar die zijn nooit door het congres heen gekomen. Dit had het probleem kunnen oplossen.

    Economisch adviseurs zeggen dat als het bbp weer met drie of vier procent groeit, dat we er dan wel weer uit komen. Kan dat met de Amerikaanse economie?

    Nu niet. Een noodzakelijke voorwaarde daarvoor is dat de productiviteit per uur boven de 2% per jaar ligt. Dat is nu minder dan een half procent per jaar. De afgelopen vijf jaar groeide de productiviteit amper. Als je weet wat de productiviteit per uur is en wat het aantal gewerkte uren is, dan kun je het toekomstige bbp inschatten. Maar zolang de productiviteit niet groeit krijg je ook geen bbp groei.

    Met een jaarlijkse stijging van de sociale verplichtingen van 9% vreet je de besparingen op. Dat zijn besparingen die je nodig hebt voor kapitaalinvesteringen en dat is de sleutel naar productiviteitsgroei. Het zijn deze sociale verplichtingen die niemand wil bespreken. Als je president wilt worden en je begint hierover, dan ga je verliezen. Zowel de Democraten als de Republikeinen willen hier niet over praten.

    Zolang dat niet opgelost wordt zie ik niet hoe we de economie weer kunnen laten groeien. We lenen geld van het buitenland, inmiddels ongeveer $8 biljoen dollar. Dat kun je niet blijven doen en ik vraag me af of we nog veel meer kunnen lenen uit het buitenland. We hebben ook niet genoeg besparingen in eigen land.

    Sinds 2008 hebben we meer schulden gestapeld. Hoe ver kunnen we hiermee doorgaan?

    De vraag is hoe snel de geldhoeveelheid groet. De stagflatie is relevant, want er zijn twee krachten aan het werk. De geldhoeveelheid groeide eerder dit jaar stabiel met 6% op jaarbasis, maar nu stijgt ie naar 9% op jaarbasis. We zien tegelijkertijd dat de werkloosheid op het laagste niveau is, we kunnen niet veel lager. We krijgen een steeds krappere arbeidsmarkt en dan gaan de lonen stijgen. Dat zien we nu al. Als de rente stijgt en de geldhoeveelheid toeneemt, dan krijg je meer inflatie. Zowel de Democraten als de Republikeinen willen dit probleem niet aanpakken, het is politiek gezien een hete aardappel.

    Kunnen centrale banken nog wat doen?

    Veel mensen denken dat centrale banken de rente kunnen controleren, was dat maar zo. Volcker moest de rente naar 20% brengen om het systeem weer in balans te brengen. De Federal Reserve of andere centrale banken zouden op dat niveau nu de controle verliezen. Het is heel moeilijk, er is weinig realisme. Iedereen wil de inflatie naar 2% brengen en ik hoop dat het daar kan blijven. Maar dit is geen omgeving voor een inflatie van twee procent.

    Als we kijken naar Europa, dan zien we een Brexit, het Italiaanse referendum… Wat is de staat van de Eurozone en van de euro als munt?

    Je moet terug naar de oorsprong van de euro. Adenauer en De Gaulle kwamen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog bij elkaar. “We hebben twee keer tegen elkaar gevochten en kijk wat het opgeleverd heeft.” Er was toen een grote wil om instituties op te zetten die een Derde Wereldoorlog op het Europese continent onmogelijk maakten. En dat betekende politieke consolidatie, hoe gek dat vandaag ook mag klinken.

    We hadden de EGKS en andere instituties. Het hele Europese systeem werd opgezet in die context. Het valt me op dat juist in deze context men zover gekomen is dat iedereen zich nu zorgen maakt over het voortbestaan van de euro. De aanname was dat als je alle munten samenvoegt, dat het wel zou werken. Dat een land als Italië zich zou gaan gedragen als Duitsland. De verwachting was dat landen naar elkaar toe zouden groeien, maar dat is vanaf het begin in 1999 tot aan nu niet gebeurd. Ik maak me grote zorgen over een eurocrisis, omdat er geen grote institutie is die de euro kan steunen als ze in de problemen komt.

    Het verschil in rente tussen Duitse en Amerikaanse obligaties neemt toe. Wat zegt dat?

    Elke ochtend kijk ik naar deze ‘spread’ en naar de Target 2 balans. Target 2 is een mechanisme van de Europese Centrale Bank, waarmee de individuele centrale banken geld aan elkaar uitlenen. Dit is een zero sum game. De Bundesbank heeft meer dan €600 miljard uitgeleend aan de rest, vooral aan Spanje en Italië. Als je ziet dat de bezittingen van de Bundesbank stijgen en de verplichtingen van Spanje en Italië gelijk zijn, dat weet je dat dat niet eeuwig door kan gaan. Dat moet op een gegeven moment breken.

    Het gevaar is dat Italië is een groter probleem dan we denken. Pemier Renzi had daar de juiste oplossingen voor, maar die werden weggestemd. Dit is een wereldwijd fenomeen. We zien internationaal een verschuiving, denk aan de Brexit, Scotland, Ierland. En dan heb je nog Spanje, waar het altijd onrustig is. En tenslotte het probleemkind Griekenland, dat illegaal in de Eurozone is gekomen. Dat hebben ze inmiddels toegegeven, maar ze zitten er nog steeds in. Het systeem is niet stabiel.

    Globalisering lijkt op haar retour te zijn. Denk je dat het gepiekt heeft?

    Zeker. China was een sleutelfiguur in het model, maar trekt zich nu terug. De yuan verzwakt significant. De reden is dat de structuur verandert. Er is een inconsistentie in China. Ze willen een kapitalistische economie worden, maar dat kan niet in een land met maar één partij. We zeggen dan dat ze de munt manipuleren, maar niet in de richting die we denken. Ze proberen de munt momenteel te ondersteunen met kapitaalcontroles, maar dat lukt niet.

    De munt probeert een internationale valuta te worden. Een jaar geleden dacht iedereen dat we in de yuan in plaats van de dollar gaan handelen. Niet dus. Er is geen bewijs van dat dat gaat gebeuren.

    Probeert China de munt te manipuleren?

    Iedereen manipuleert vandaag de dag hun munt en dat is het probleem. We zijn allemaal schuldig, maar het is een ‘zero sum game’. Dit was 15 jaar geleden misschien een betekenisvolle vraag, maar nu is het geen onderwerp van betekenis meer.

    En wat denk je over handelsbeperkingen?

    Individuele landen kunnen dit doen. Globalisering is een kwetsbare structuur, het kan zo weer omkeren. Het vereist een vrije markt met een vrije samenleving. Wij als Verenigde Staten droegen dit uit in de wereld, dat zijn we kwijt. Globalisering kan zich terugtrekken en volgens mij gebeurt dat ook. In de jaren dertig probeerden we alles via de overheid op te lossen, maar dat lukte niet. Dat gebeurt nu wereldwijd.

    Globalisering was heel positief, de twee groeilanden van nu zijn China en India. Maar wat je nodig hebt is een soort leiderschap in de wereld wat wij in elk denkbaar opzicht waren. Maar zo werkt het niet meer.

    Als je in de toekomst kijkt, wat is de zwarte of witte zwaan. Waar kijk je nu naar?

    Wereldwijd zien we een vergrijzende populatie en moeten we erkennen we dat we niet meer kunnen blijven spenderen zoals we dat tot nu toe gedaan hebben. Het draait om fiscaal beleid, niet om monetair beleid. Wereldwijd hebben centrale banken problemen, maar het grootste probleem is de vergrijzing en dat is vooral een fiscaal probleem.

    hollandgold-logo

    Deze bijdrage wordt u aangeboden door Hollandgold, uw adres voor de aankoop van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over goud kopen? Neem dan contact op via [email protected] of bel +31(0)88-4688400. 

  • De Eurozone roept het onheil over zichzelf af

    Pff, dat was even zweten. Een ruime meerderheid van de Italianen stemde premier Renzi weg. Dat had, zo vreesde menigeen, voor geweldige onrust op de financiële markten kunnen zorgen. Die onrust bleef uit en politici en beleidsmakers in Brussel haastten zich om het belang van de uitslag in Italië te minimaliseren. Zoals zo vaak leek zelfgenoegzaamheid Brussel weer in zijn greep te krijgen.

    eurozone-nominal-gdp

    Nominale economische groei en bbp Eurozone (Bron: Financial Times)

    Daar is echter allerminst reden voor. Natuurlijk, de cijfers verbeteren. Tussen 2013 en het derde kwartaal van 2016 steeg het reële bruto binnenlands product (bbp) van de Eurozone met 5,5%. In diezelfde periode daalde de werkloosheid van 12,1% naar 9,8%. Dat wil echter allerminst zeggen, dat alle pijn die in de crisisjaren is geleden, nu voorgoed overwonnen is en achter ons ligt. Dat is verre van het geval. In het derde kwartaal was het geaggregeerde reële bbp van de Eurozone slechts 1,8% hoger dan aan het begin van 2008. De reële vraag ligt nog steeds 1,11% lager. Die extreem zwakke ontwikkeling van de vraag wijst op een geweldig falen in het beleid over de afgelopen jaren.

    Weinig groei

    Anders gezegd, de groei van de nominale vraag bedroeg over de genoemde periode 6,9%. Bij een trendmatige groei van 1% en een inflatie van om en nabij 2% had de totale groei van de nominale vraag 27% à 28% moeten bedragen. Dat klinkt misschien veel te optimistisch, maar in de VS groeide de nominale vraag in dezelfde periode met 23%. De zwakke vraagontwikkeling is deels toe te schrijven aan de sterk uitlopende economische prestaties van de lidstaten.

    Op basis van koopkracht pariteiten groeide het bbp per hoofd in Duitsland tussen 2007 – 2016 met 11%, bleef nagenoeg ongewijzigd in Frankrijk, daalde 8% in Spanje en zelfs 11% in Italië. Beide laatstgenoemde landen zullen nog vele jaren nodig hebben om terug te geraken op het niveau van voor de crisis. Een van de doelstellingen van de eurozone was om de economie van de lidstaten naar elkaar toe te laten groeien, maar het omgekeerde is gebeurd.

    nominal-average-wages

    Loonontwikkeling ten opzichte van Duitsland (Bron: Financial Times)

    Divergentie in de Eurozone

    Er zijn gelukkig voldoende aanwijzingen dat het concurrerend vermogen in de Eurozone aan het verschuiven is. Dat is het gevolg van een verschuiving van de relatieve lonen. Voor de crisis stegen de lonen in veel zuidelijke landen verhoudingsgewijs veel sneller dan in Duitsland. Aan die noodlottige trend is een einde gekomen. Het verdwijnen van de tekorten in veel zuidelijke landen is echter weer niet het positief gevolg van een toegenomen concurrentie, maar veeleer van het inklappen van de vraag. De geaggregeerde binnenlandse vraag lag in het derde kwartaal van 2016 tien procent lager dan aan het begin van 2008. In Spanje was de daling 11%, terwijl de reële vraag in Duitsland in dezelfde periode met 8% gestegen is.

    Tegelijkertijd is het overschot op de lopende rekening gestegen naar 9% van het bbp. Met andere woorden: Duitsland, maar zeker ook Nederland, weigert zijn verantwoordelijkheid te nemen in het aanpassingsproces van de lidstaten van de Eurozone.

    De combinatie van een zeer zwakke vraagontwikkeling en een steeds verder uiteenlopen van de economische lidstaten van de eurozone lijkt een recept voor ongelukken in de nabije toekomst. Natuurlijk, het hoeft niet, maar de combinatie van economische en financiële gebeurtenissen en toenemende politieke stress binnen de Eurozone levert een wel zeer giftig brouwsel op met onbekende, maar negatieve, effecten.

    domestic-spending-eurozone

    Binnenlandse bestedingen Eurozone (Bron: Financial Times)

    ‘Minder bezuinigen’

    De oplossing is alweer een tijdje bekend. De Eurozone moet afscheid nemen van zijn noodlottig bezuinigingsbeleid. De OESO pleit alweer een paar jaren voor fiscale expansie in combinatie met structurele hervormingen. De Europese obsessie met het terugbrengen van tekorten heeft als gevolg dat de publieke investeringen in de grote Europese economieën niet meer groeien. Dat is waanzin in een tijd dat ook investeringen in de private sector te weinig groeien en de binnenlandse vraag eerder de neiging heeft te dalen dan te stijgen. Het ziet er helaas niet naar uit, dat de onzalige obsessie op korte termijn gaat verdwijnen. Landen als Duitsland en Nederland beschouwen zaken als lenen en schulden maken als iets zeer zondigs.

    Door deze ongenuanceerde opstelling is de eurozone synoniem geworden voor economische stagnatie. Daar zullen steeds grotere groepen financieel en economisch zwaar onder gaan lijden. Brussel en de verschillende Europese hoofdsteden kunnen zich maar beter voorbereiden op veel nare verrassingen. Het zijn straks niet alleen blanke mannen van middelbare leeftijd die boos zijn!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, More perils lie in wait for the Eurozone. Financial Times, December 6th 2016

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.