Tag: economie

  • Onevenwichtige wereldbalans voorspelt einde van een tijdperk

    De economie is onderdeel van iets dat groter is, namelijk de biosfeer. En die biosfeer is eindig. Vele problemen van vandaag zijn terug te voeren op dit harde feit. Eindeloze groei op een eindige planeet is biofysisch gewoonweg onmogelijk.

    De financiële crisis van 2008 werd – en wordt – niet goed begrepen. Want die had in de eerste plaats een fundamenteel energetische achtergrond. In juli van 2008 bereikte de olieprijs een historisch maximum van $147 en dat was de ultieme trigger die het kaartenhuis van de Amerikaanse huizenmarkt en van de gezwollen bankbalansen ongenadig blootlegde. Het financieel-economische stelsel kon een dergelijk hoge olieprijs niet meer verwerken.

    Megarampen zoals het oliedebacle in de Golf van Mexico (2010) en het nucleaire drama van Fukushima (2011) zijn signalen dat ons systeem tegen zijn biofysische grenzen aanbotst. Drie voor de wereldeconomie levensbelangrijke processen worden – ook in hun onderlinge samenhang – onvoldoende ernstig genomen :

    • Uitputting van de biosfeer door broeikasgassen, drinkwatertekorten, overbevissing, oceaanvervuiling, bodemerosie, verlies aan biodiversiteit enz.
    • Uitputting van goedkope olie (lees hier en hier)
    • Uitputting van kapitaal; vooral dit gegeven willen we verder uitdiepen en in het juiste perspectief plaatsen

    Opgeblazen virtuele rijkdom

    Om de wereldeconomie overeind te houden na de crash van 2008, werden er grote schulden aangegaan. Onderstaande grafiek toont aan dat de wereldschuld sneller gegroeid is dan de onderliggende waarde (GDP = bruto binnenlands product). Sinds het begin van de jaren ’80 is die stijging ronduit spectaculair geweest.

    global-debt-gdp

    ‘Post GFC’ wil zeggen ‘na de grote financiële crisis’ (van 2008) (Bron: Business Insider)

    Schuldverplichtingen kan men beschouwen als financiële bezittingen, die aanspraken zijn op toekomstige reële activa. Die toekomstige rijkdom is in essentie gebaseerd op verwachtingen van toekomstige economische groei. Maar die financiële bezittingen zijn feitelijk abstracties want die toekomstige groei is niet concreet. Ons gehele systeem is gegrondvest op de verwachting van permanente groei die voor het inkomen zal zorgen om de aangegane schulden terug te betalen.

    De kern van de zaak is dat we te veel financiële vorderingen op onderliggende goederen en diensten – zoals energie, voedsel, arbeid, industriële producten, infrastructuur en natuurlijke hulpbronnen – op elkaar hebben gestapeld. Deze vorderingen bestaan in de vorm van schulden en derivaten (lees over derivaten hier en hier).

    wereldbalansgrafiek

    Bovenstaande grafische voorstelling is een ruwe – geen exacte – weergave van de huidige wanverhouding tussen virtuele – en reële activa. Op zeker moment zal duidelijk worden dat de enorme oceaan van uitstaande vorderingen nooit meer kan gehonoreerd worden, met als resultaat een vloedgolf van wanbetalingen en faillissementen die een belangrijk deel van de economie zal wegspoelen.

    Meer economische groei onrealistisch

    Steeds weer kiezen de beleidsmakers voor de schijnbaar enig mogelijke oplossing voor al onze problemen (armoede, werkloosheid, milieuschade, begrotingstekorten, handelstekorten, bail-outs, bedrijfssluitingen enz) : meer economische groei ! Onze besluitvormers lijken tegenwoordig geen ander mantra meer te kunnen opdreunen.

    We hebben de hoeveelheid financiële activa vermeerderd, praktisch zonder limiet, om in de illusie te blijven leven dat iedere vorm van economische groei goed is en ons rijker maakt. Terwijl we al te gemakkelijk ‘vergeten’ dat deze zogenaamde activa niets anders zijn dan aanspraken op de toekomstige groei van reële rijkdom, waarvan het onrealistisch is dat dergelijke groei ooit zal plaatsvinden. Want de toename van reële rijkdom wordt beperkt door drie onontkoombare limieten : de uitputting van grondstoffenreserves die nodig zijn om de globale economie draaiende te houden, de oplopende schade aan de biosfeer en de groter wordende schuldverplichtingen.

    Het volgende beeld toont de evolutie van het bbp in de OESO-landen (een groep van 35 overwegend welvarende naties) en in de wereld tussen 1961 en 2011. Het valt op dat de economische langetermijnontwikkeling van de OESO een fluctuerende maar consistent dalende groeiratio laat zien.

    weltbipworldgroupoecdengl

    Wereldwijde bbp (Bron: Wikipedia)

    Geavanceerde kapitalistische beschavingen zitten in een fase van gelijkblijvende of dalende opbrengsten. Neem het volgende eens in overweging: vergeleken met die dalende rendementen, steeg in dezelfde periode de energieconsumptie, de globale schuld (zie eerste grafiek), de bevolkingsgroei, de broeikasgasuitstoot en het uitsterven van diersoorten exponentieel.

    Nadenken over de toekomst

    Het hierboven geschetste grote onevenwicht tussen virtuele – en reële rijkdom – kan onmogelijk standhouden. De fundamentele problemen van het monetaire systeem werden niet aangepakt, enkel verdoezeld of zelfs verergerd.

    Binnen afzienbare tijd krijgen we een enorme crash op de financiële markten die heel wat ernstiger zal zijn dan hetgeen in het najaar van 2008 is gebeurd. Daarna zal er, allicht op het niveau van de G20 (een groep van 19 landen en de Europese Unie), een grote schuldenconferentie plaatsvinden waarbij beslist zal worden om een groot deel van de globale schuldverplichtingen af te schrijven.

    Meer en meer economen hebben begrepen dat ons huidig economisch paradigma van eindeloze groei onhoudbaar is. Verschillende specialisten hebben zich – vroeger en nu – over deze problematiek gebogen, maar hun ideeën en voorstellen zijn nog lang geen ‘mainstream’ geworden.

    Hun gedachtegoed kan als volgt worden samengevat:

    • De economie dient terug binnen haar biofysieke grenzen te worden gebracht.
      Er is nood aan een economisch model dat rekening houdt met de assimilatie- en regeneratieve mogelijkheden van het ecosysteem.
    • We moeten anders leren groeien. We dienen de overstap te maken van groei naar ontwikkeling, namelijk van een groeimodel dat inteert op ons kapitaal en
      het milieu naar een gezonde evolutie waarbij de biosfeer kan worden gerepareerd en ons consumptiegedrag teruggeschroefd. Een systeem dat meer aandacht besteedt aan welzijn en aan een evenwichtiger levensritme.
    • Zonder groei is er maar een enkele mogelijkheid om armoede te bestrijden en dat is door te delen. De klemtoon verschuift dan van een systeem waar het
      verwerven van bezit voorop staat naar een goed georganiseerde deeleconomie.
    • Een monetaire hervorming waarbij fiatgeld (geld dat uit het niets wordt gecreëerd) en rente worden afgeschaft en vervangen door een systeem van complementaire munten
    • Een nieuw politiek model dat de burger meer inspraak geeft, waarbij een langetermijnstrategie wordt gehanteerd en dat de inmenging van allerlei belangengroepen inperkt

    Conclusies

    Weldra vliegt de wereld tegen een zelf opgetrokken monetaire muur aan wat het einde van een tijdperk zal inluiden. Om het grote onevenwicht tussen virtuele welvaart en reële activa te herstellen, is het noodzakelijk dat er een nieuw energetisch – en financieel stelsel in het leven wordt geroepen.
    Echter, afgezien van het gebrek aan inzicht in de samenhang van de wereldproblemen, vormt de enorme invloed van onwrikbare machtsgroepen een levensgroot struikelblok.

    Diegenen die het grootste voordeel hebben bij het bestaande paradigma, namelijk grote lobbies zoals Wall Street (de grootbanken in de Verenigde Staten én in Europa), Big Oil (de grote oliebedrijven) en het militair-industrieel complex (ondernemingen actief in de militaire industrie), zullen de meeste weerstand bieden tegen verandering.

    Dirk Bauwens

    (Dit artikel verscheen eerder op mijn blog systeemcrisis.blogspot.nl)

    Lees ook eerdere columns van Dirk Bauwens:

  • Milton Friedman over de kracht van de vrije markt

    Milton Friedman over de kracht van de vrije markt

    Econoom Milton Friedman (1912-2006) gebruikte eens een potlood om uit te leggen hoe vrije handel over de hele wereld bijdraagt aan meer welvaart, harmonie en vrede in de wereld. Een les economie in minder dan drie minuten.

  • Rusland wil meer onafhankelijkheid van dollarsysteem

    Na meer dan twee jaar economische crisis in Rusland probeert president Poetin de impasse te doorbreken. Vanaf nu zal het land een meer onafhankelijk monetair beleid voeren, dat bestaat uit een ruimere kredietverlening aan bedrijven, het uitbreiden van de economische samenwerking in de Euraziatische regio en het versterken van de ‘gouddekking’ van de roebel. Dat lezen we in een uitgebreide analyse op New Eastern Outlook, die we speciaal voor onze lezers vertaald hebben.

    “Poetin zegt nee tegen neoliberalen en ja tegen economische ontwikkeling”

    Op 25 juli gaf Poetin een economische denktank genaamd Stolypin Club de opdracht om uit te zoeken hoe Rusland haar economie het beste kan stimuleren. Daarmee nam hij afstand van twee invloedrijke neoliberale economische groeperingen die Rusland in een gevaarlijke politieke en economische recessie brachten.

    Met relatief weinig bombarie publiceerde de Russische pers in augustus een publicatie die zeer ingrijpende invloed zal hebben op de toekomstige ontwikkeling van de economie. De Russische president Poetin gaf de Stolypin Club de opdracht om een rapport te schrijven en een nieuw programma voor economische ontwikkeling te presenteren, een alternatief voor het economische plan dat de toenmalige minister van Financiën Alexei Kudrin had voorbereid. Dit alternatieve plan wordt in het vierde kwartaal van dit jaar aan de regering gepresenteerd.

    Een aantal van de plannen uit dit rapport zijn inmiddels al bekend. Zo adviseert de economische denktank om meer te investeren in de economie, door fiscale stimulering van de overheid enerzijds en monetaire stimulering van de centrale bank anderzijds. Daarmee slaat de groep een andere weg in dan Alexei Kudrin, die van mening is dat investeren in de economie geen publieke taak is.




    Monetaire en fiscale stimulering

    Als gevolg van de Westerse sancties wordt er veel minder kapitaal geïnvesteerd in de Russische economie. Doordat buitenlandse beleggers hun geld weghalen is er een schaarste aan geld ontstaan in de Russische economie, waardoor een snel herstel na de crisis bemoeilijkt wordt. Om dit probleem aan te pakken moet Rusland minder afhankelijk worden van buitenlandse investeerders en meer kunnen vertrouwen op kredietverlening in eigen land. President Poetin heeft zich gerealiseerd dat meer investeringen nodig zijn en dat daarvoor een economisch stimuleringsprogramma nodig is dat meer ruimte biedt voor binnenlandse kredietverlening. Daarover zei de president tijdens een economische conferentie op 25 mei het volgende:
    "Ik stel voor dat we vandaag beginnen met nieuwe groeibronnen die de Russische economie de komende tien jaar kan benutten... De huidige dynamiek heeft laten zien dat de reserves en bronnen die we aan het begin van deze eeuw hadden niet meer hetzelfde resultaat opleveren als in het verleden. Ik heb in het verleden al eens gezegd - en dat wil ik nu weer benadrukken - dat de economische groei niet geheel uit zichzelf weer op gang kan komen. Als we geen nieuwe bronnen van groei vinden, dan zal de groei van ons bruto binnenlands product (bbp) rond de nul blijven. In dat geval zijn de verwachtingen op het gebied van sociale zekerheid, defensie en andere sectoren van de economie aanzienlijk lager dan wat nodig is om het land te ontwikkelen en vooruitgang te boeken."
    Twee maanden na deze bijeenkomst nam Poetin zijn besluit, mede door het vooruitzicht van de presidentsverkiezingen in maart 2018. Hij koos voor een herstelprogramma dat voor een belangrijk deel gebaseerd is op het Duitse herstelprogramma van 1871, dat Duitsland in drie decennia tijd deed transformeren van een achtergestelde economie naar een economie die zich kon meten met het Verenigd Koninkrijk.

    russian-net-capital-flows-net-capital-flows_chartbuilder

    Russische economie wordt al jaren belemmerd door uitstroom van buitenlands kapitaal (Grafiek via Quartz)

    Hervormingen

    Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie begonnen de jaren van de 'schoktherapie'. Harvard economen, waaronder Jeffrey Sachs, kregen de controle over het economische beleid van Rusland. Wat volgde was een voor Rusland rampzalig economisch beleid. Staatsbedrijven werden geprivatiseerd en voor een bodemprijs verkocht aan Westerse investeerders als George Soros. Daarnaast werden er drastische bezuinigingen doorgevoerd, waardoor de gemiddelde levensstandaard omlaag ging en pensioenen ernstig versoberd werden. Dit alles werd gedaan onder de noemer van "vrije markt hervormingen". Na dit trauma kwam er eind 1999 een nieuwe president die het land er weer bovenop moest helpen. Vladimir Poetin pakte de oligarchen en belastingontduikers hard aan en bracht de economie weer op het pad van herstel. De schade die was aangericht door de 'schoktherapie' van de jaren negentig kon langzaam weer hersteld worden. Ondanks de slechte ervaringen met de schoktherapie heeft de vrije markt ideologie in Rusland tot op de dag vandaag een monopoliepositie in het economische en financiële beleid van de Russische regering. Dat geldt ook voor de gouverneur van de centrale bank Elvira Nabiullina, die vooral gefocust lijkt te zijn op het beteugelen van de inflatie en het stabiliseren van de roebel. Door de aanhoudende economische crisis in Rusland kwam Poetin tot het inzicht dat het economische beleid van de regering misschien toch niet het beste is voor de Russische economie. Hij riep de Russische economische raad bijeen en gaf ze de opdracht een plan te schrijven om de Russische economie weer te stimuleren. Deze economische raad bestaat uit 35 leden, afkomstig uit drie verschillende economische stromingen.

    Drie stromingen

    De voormalig minister van Financiën Alexei Kudrin stond aan het hoofd van één van deze stromingen, samen met de ministers Anton Siluanov en Alexey Ilyukayev. Hun visie is dat Rusland een laisse faire beleid moet voeren, met onder andere de privatisering van de spoorlijnen en van energiebedrijven als Gazprom. Veel Russische economen zijn tegen dit beleid, omdat zij vrezen voor een nieuwe 'schoktherapie' zoals die van de jaren negentig. De tweede stroming wordt vertegenwoordigt door de gouverneur van de centrale bank, Elvira Nabiullina. Zij pleit voor een zeer conservatief economisch beleid, zonder ingrijpende hervormingen en zonder fiscale stimuleringsprogramma's. Zij wil slechts de waarde van de roebel stabiliseren en de inflatie in toom houden. Dit beleid zal gepaard gaan met een zeer lage economische groei. De derde stroming schrijft een economisch beleid voor dat in het Westen sterk bekritiseerd werd. De aan het Pentagon gelieerde website Stratfor omschreef deze stroming in haar rapport als een 'merkwaardig gezelschap'. Dit is de groep die na twee maanden van Poetin het mandaat kregen om hun plannen uit te werken. In dit team zaten onder andere adviseur Sergey Glazyev en Boris Titov. Glazyev adviseerde Poetin ten aanzien van Oekraïne en coördineerde de oprichting van de douane-unie tussen Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan, de drie landen die later de basis vormden van de Euraziatische Economische Unie (EEU). Boris Titov is een succesvol ondernemer die bovendien sterke relaties onderhoudt met het Chinese bedrijfsleven. Deze groep volgt in essentie het herstelprogramma dat in de negentiende eeuw werd uitgevoerd in Duitsland en dat bedacht was door econoom Friedrich List. Zijn aanpak stond lijnrecht tegenover de destijds dominante economische stroming van Adam Smith. Onder dit herstelprogramma werd de Duitse binnenlandse markt herenigd en begon de economie weer op te bloeien. Adviseur Glazyev ontwikkelde een vijfjarenplan dat Rusland dichter bij economische soevereiniteit zou brengen. Rusland zou minder kwetsbaar moeten worden voor externe economische schokken en zou er alles aan moeten doen om de binnenlandse economie te versterken. Een van de doelen van dit vijfjarenplan is om de Russische industriële productie met 30 tot 35 procent te verhogen, een ander doel is het ontwikkelen van een kenniseconomie door nieuwe investeringen te doen in het onderwijs, de gezondheidszorg en diverse sociale projecten.

    Monetaire onafhankelijkheid

    Het eerste wat de regering in Washington en het IMF na de val van de Sovjet-Unie wilden bewerkstelligen was de privatisering van de Russische centrale bank. Daartoe werd de Russische regering en de toenmalig president Jeltsin onder druk gezet. De nieuwe centrale bank van Rusland moest een private instelling worden, losgekoppeld van de staat en gebonden aan het dollarsysteem. In het economische plan van Glazyev krijgt de centrale bank een grotere rol om de economie te stimuleren, door in vijf jaar tijd in totaal 20 biljoen roebel (ruim €270 miljard) aan goedkope leningen te verstrekken aan het bedrijfsleven. Deze leningen moeten tegen een rente van 1 tot 4 procent verstrekt worden, veel lager dan de officiele rente van 10,5% die de centrale bank op dit moment hanteert. Juist door de rente zeer hoog te houden remt de centrale bank de economische ontwikkeling in Rusland af, zeker nu de beschikbaarheid van kapitaal uit het buitenland als gevolg van de Westerse sancties is opgedroogd. De centrale bank moet volgens Glazyev daarom de kredietverlening aan bedrijven versoepelen.

    Geen dollars, maar goud

    De monetaire visie van Glazyev is interessant, want naast monetaire verruiming blijkt hij ook voorstander te zijn van een uitbreiding van de publieke goudvoorraad. In het vijfjarenplan stelt de adviseur van Poetin voor dat de centrale bank het failliete dollarsysteem verlaat en de roebel sterker maakt door de goudreserve uit te breiden. De rol van dollarreserves zou verkleind moeten worden, ten gunste van de goudreserve. Zonder de roebel rechtstreeks te koppelen aan goud krijgt iedere roebel op deze manier wel een hogere 'gouddekking'. De Russische centrale bank zou volgens Glazyev het mandaat moeten krijgen om de totale goudproductie van Russische goudmijnen op te kopen. De centrale bank van Rusland beschikt op dit moment over een goudreserve van ongeveer 1.500 ton. Dit is een vertaling van een artikel dat eerder verscheen op New Eastern Outlook

  • Is deflatie wel zo noodlottig voor onze economie?

    Het is al vaker gezegd en geschreven. Europa is deel van een van de grootste monetaire experimenten uit de geschiedenis, want sinds 2015 koopt ook de ECB staatsobligaties op. Er kleeft duidelijk een nadeel aan dit grootschalig experiment van monetaire verruiming. De reële wereld reageert niet zoals de theorie en de handboeken van centrale bankiers voorschrijven. Het blijkt ook keer op keer in de praktijk dat de paniek over bijvoorbeeld de negatieve rente een tikkeltje overdreven aandoet, althans tot op de dag van vandaag.

    De verlegenheid van economen laat zich steeds beter voelen! Volgen centrale bankiers moet de inflatie naar een niveau in de buurt van 2%. Daar is het beleid van verruiming op gericht. In de praktijk blijkt dat zomaar een moeizame exercitie en het lijkt alsof de doelstelling steeds verder buiten bereik raakt. In nagenoeg alle belangrijke economieën lijkt de inflatie eerder te vertragen dan te versnellen naar een niveau van 2%.




    Deflatie

    Zoals uit onderstaande figuur spreekt, is er in Spanje geen sprake meer van inflatie, maar van deflatie. In juli daalden de prijzen met 0,6% en dat was alweer de twaalfde maand op rij dat er van inflatie geen of amper sprake was. De leerboeken economie schrijven voor, dat in geval van een lange periode van dalende prijzen – de definitie van deflatie – de economie dreigt te ontsporen. Bedrijven en consumenten houden de hand op de knip in afwachting van nog lagere prijzen voor goederen en diensten.

    inflation-bbg

    Inflatie in de maand juli (Grafiek van Bloomberg)

    Wat leert de Spaanse praktijk? Sinds het einde van 2013 bedraagt de inflatie gemiddeld -0,4%. In 23 van de afgelopen 30 maanden daalden de prijzen. Volgens de leerboeken moeten consumenten hun uitgaven beperken. Maar de praktijk laat juist het tegenovergestelde zien...

    spain-inflation-bbg

    Inflatie versus winkelverkopen (Grafiek via Bloomberg)

    Consumentenbestedingen stijgen

    In de afgelopen drie jaren zijn de detailhandelsverkopen in Spanje jaarlijks met 1,7% gestegen. Consumentenbestedingen groeiden in juni met 5,8% ondanks een gemiddelde prijsdaling van 0,8%. Het idee dat morgen de prijzen voor producten weer lager zijn weerhoudt de gemiddelde Spanjaard er niet van om eens lekker te gaan shoppen. spain-flag-pixabayWaarom doen de Spanjaarden wat ze doen en niet wat de leerboeken voorschrijven? Je kunt je overigens afvragen waarom het vreemd is om vandaag gewoon profijt te trekken van lage prijzen. Dat lijkt voor niet-economen een normaal gedrag, maar dat terzijde. Een belangrijke verklaring schuilt in de daling van de werkloosheid. Aan het begin van 2013 steeg de werkloosheid tot maar liefst 26,6% van de beroepsbevolking. In juni van dit jaar was die gedaald naar 19,9%. Dat is nog steeds heel erg hoog, maar de daling is aanzienlijk. Zet je de daling van de werkloosheid af tegen de trend in de binnenlandse consumptie, zoals Bloomberg gedaan heeft, dan ontstaat een interessant patroon...

    spain-employment-bbg

    Werkloosheid versus consumptie (Bron: Bloomberg)

    Spanje

    De Spaanse werkloze die weer aan de slag kan, heeft een inhaalslag te maken als het om zijn bestedingen gaat. Die heeft hij/zij in zijn periode van werkloosheid flink moeten inperken. Dankzij zijn nieuwe baan is dat euvel (deels) verholpen. De lage prijzen functioneren als uitnodiging de daad bij het woord te voegen en te gaan spenderen. Natuurlijk mag je aan dit Spaanse voorbeeld geen algemeen geldende waarheden ontlenen. Wat in Spanje gebeurt, is het gevolg van bijzondere omstandigheden die elders niet hoeven te spelen. Daar staat tegenover dat het Spaanse voorbeeld leert, dat ook economen en beleidsmakers iets minder krampachtig met het fenomeen deflatie moeten omgaan. Soms is het gewoon een zegen! Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Beleid centrale banken leidt tot stagnatie en achteruitgang

    Ooit was het een historische wetmatigheid. Een lager rendement op obligaties zou uiteindelijk uitmonden in hogere prijzen voor obligaties en aandelen. Vermogenswinsten en een lage rentevoet zouden meer investeringen en consumptie uitlokken met als resultaat meer banen, oplopende inflatie en hogere bedrijfswinsten.

    In 2010 startte de Fed met haar programma van kwantitatieve verruiming. Dat is het begin geweest van een wereldwijde daling van de rente. In veel landen van de westerse wereld, ook in Europa, is de groei terug, zij het bescheiden en zij het dat de werkloosheid hoog blijft.

    Het lijkt er dus op dat het medicijn van centrale bankiers werkt. Toch is het nog maar de vraag of een rente van bijna 0% daadwerkelijk goed is voor de reële economie. Er zijn aanwijzingen dat dit niet het geval is. Zo stagneert de productiviteitsgroei, een serieuze indicator van de vitaliteit van een economie, in talloze westerse landen. Zou het toeval zijn dat die stagnatie samenvalt met de invoering van de verruimingsprogramma’s en de ultra lage rente.

    Stagnatie

    Volgens de meeste centrale bankiers is de stagnatie een probleem voor de korte termijn. Het Japanse voorbeeld laat echter duidelijk zien wat een extreem lage rent betekent voor grote, ontwikkelde economie. Het laat zien dat die lage rente weinig teweeg brengt. Er is in Japan weinig reële groei en geen inflatie, eerder deflatie. Mocht het rendement op de overheidsschuld naar een meer normaal niveau terugkeren, dan is de huidige nominale groei van het bruto binnenlands product volstrekt onvoldoende om de enorme schuldenlast af te betalen. central-bankers-maze-currencies-teaserEr zijn nog meer nadelen. De investeringen, een belangrijke bron voor productiviteitsverbetering, hebben nog steeds niet het niveau van voor 2008 bereikt. Bedrijven zetten hun liquiditeiten steeds vaker in om eigen aandelen in te kopen en niet voor op de toekomst gerichte investeringen. Het gaat jaarlijks om vele honderden miljarden dollars en euro's. Al dat geld gaat in de zakken van beleggers en is niet bedoeld om toekomstige winstgevendheid veilig te stellen. In plaats van naar de reële economie stroomt al dat geld naar houders van vermogenstitels, die er weinig mee doen. Beleggen in overheidspapier rendeert immers amper of niet.

    Investeren

    Waarom maken overheden en bedrijven geen gebruik van de huidige extreem lage rente om te investeren in de reële economie? Deze manier van werken heeft zijn nut door de tijd heen bewezen. Het antwoord moet luiden, dat internationale instituties als het IMF en overheden als die in Nederland en Duitsland zweren bij evenwichtig budget. Schulden aangaan voor het goed van morgen, zoals Keynes dat voorschreef is voor die partijen vloeken in de kerk. De particulier sector heeft ook zo zijn bedenkingen. Er zijn trends die risico’s alleen meer groter maken. De wereldwijde vergrijzing is beslist geen voorbode van een groei van de consumptie. Het tegendeel is het geval. Bovendien steekt er een sterke anti-globaliseringswind op. De Brexit is daar tot nu toe het meest sprekende bewijs voor. Dat maakt bedrijven nerveus en ze verkiezen een pas op de plaats.

    Lage rente

    Er zijn nog meer evidente nadelen. Pensioenfondsen en verzekeraars werken met langlopende verplichtingen. Hun voortbestaan komt steeds meer onder druk nu hun toekomstige rendementen lager lijken uit te pakken dan voorzien. Als de rente niet normaliseert dan kunnen we wel eens aan het kortste einde trekken. Hun winstgevendheid komt steeds meer onder druk en daar zal ook de reële economie last van krijgen. Er zullen banen geschrapt worden en premies gaan omhoog, pensioenen komen in gevaar. Kortom, de wetmatigheid lijkt niet meer te werken en eerder stagnatie en verval uit te lokken. Centrale bankiers zijn echter nog steeds niet overtuigd en intensiveren hun verruimingsbeleid om de rente nog verder omlaag te duwen. Het waarschijnlijke resultaat staat haaks op wat ze voor ogen hebben: geen of weinig groei en geen inflatie maar eerder deflatie. Cor Wijtvliet Bron: Bill Gross, Central bankers are threatening the engine of the economy. The Financial Times, 18 augustus 2016 Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Buffett: “Eigenlijk gaat het best goed”

    In een recent interview met Warren Buffett dat onlangs op de politieke nieuwssite Politico.com geplaatst werd stelde Buffett dat het economisch gezien eigenlijk best goed gaat. De beperkte groei van de laatste jaren moet volgens Buffett in de context van de kredietcrisis worden bezien.

    “Wat we hebben meegemaakt in 2008 en 2009 is een klap geweest voor de Amerikaanse psyche. Mensen waren echt bang…  iets vergelijkbaars hebben we sinds de grote depressie van de vorige eeuw dan ook niet meer meegemaakt.”

    Het komt er simpel gesteld op neer dat de kredietcrisis voor een collectief trauma heeft gezorgd. De economische groei sindsdien bedraagt zo’n 2% per jaar maar volgens Buffett is dat zo slecht nog niet.

    Van een soortgelijk collectief trauma was ook sprake in de jaren die volgden op de grote depressie. En verwerken kost nu eenmaal tijd, aldus de miljardair. “Wanneer mensen zich echt zorgen maken over hun spaargeld, over hun baan en of de economie mogelijk de afgrond in stort dan is zoiets niet gelijk vergeten.”

    Zo slecht gaat het niet

    Volgens Buffett zijn er ook genoeg positieve ontwikkelingen die vaak onderbelicht blijven: “Het is ruim 240 jaar geleden sinds 1776 [red: het jaar van de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring]. En het is simpelweg indrukwekkend om te zien wat er sinds de situatie van toen – de VS als armoedig land met niet meer dan 2 miljoen bewoners – allemaal verbeterd is.

    De groeiverwachtingen [zo’n 3% per jaar] waren misschien wat onrealistisch geworden, maar zelfs 2% groei zorgt in een generatie voor US $19.000 extra koopkracht per hoofd van de bevolking. Een gezin met vier personen gaat er in een generatie dus US $76.000 op vooruit. De groei mag met 2% wat minder zijn dan eerder soms het geval was maar is eigenlijk nog steeds heel goed.”

    buffett

    Volgens Buffett gaat het economisch eigenlijk best goed

    Innovatie en productiviteit

    Twee zaken die deels met elkaar samenhangen verklaren de gestage onderliggende groei: innovatie en productiviteit. Als voorbeeld noemt Buffett de landbouw. Het aantal personen werkzaam in deze sector is de afgelopen eeuw ten gevolge van innovaties en stijgende productiviteit sterk gedaald terwijl de opbrengst per hectare juist fors gestegen is.

    “We hebben [met het kapitalisme] een systeem waarbij mensen voortdurend nadenken over nieuwe producten en productiviteitsverbetering en dat is de basis voor gestage groei op termijn.” “De gelukkigste personen ooit in ons land geboren zijn de baby’s die vandaag geboren zijn”, aldus ’s werelds rijkste belegger.

    Hendrik Oude Nijhuis

    hendrik-oude-nijhuisOver de auteur: Hendrik Oude Nijhuis is een expert op het gebied van value investing en medeoprichter van Kingfisher Capital, een op value investing principes gebaseerde business model & investment research boutique. Hij heeft uitgebreid onderzoek verricht naar de investeringsstrategieën van value investors als Warren Buffett.

    Lees meer over value-investing op www.beterinbeleggen.nl.

  • Economische groei van invloed op lijfrenterekeningen

    De Nederlandse economie groeit, dat is goed te zien aan de aantrekkende huizenmarkt. Maar ook de toegenomen consumptie, investeringen en export leveren een belangrijke bijdrage aan deze groei. Goed nieuws natuurlijk, maar toch is er nog een punt van aandacht. Doordat de rente nu zo laag staat, heeft dit gevolgen voor pensioenen en spaarregelingen zoals lijfrenterekeningen.


    Economische groei Nederland per kwartaal

    Fiscaal aftrekbaar sparen biedt voordelen

    Een lijfrente is een pensioenproduct waarmee geld vastgezet wordt voor een aanvullend pensioen. Tijdens de opbouwfase, de periode waarin het geld wordt ingelegd, geldt er een belastingvoordeel. Over de bedragen die op een lijfrenterekening worden gestort hoeft namelijk geen inkomstenbelasting te worden betaald. Deze wordt pas berekend op het moment dat de bedragen als aanvullend pensioen weer worden uitgekeerd. Een ander voordeel van een lijfrenterekening is dat de Belastingdienst het geld op deze rekening niet tot het eigen vermogen rekent. Hierdoor hoeft er over het vermogen in box 3 geen vermogensrendementsheffing betaald te worden.

    Lijfrente uitkeren of uitstellen?

    Wanneer de lijfrente vrijkomt, meestal rond de pensioengerechtigde leeftijd, kan er over het algemeen gekozen worden of het bedrag meteen wordt omgezet in een uitkering (lijfrente uitkeren) of dat het geld nog langer vastgehouden wordt (lijfrente uitstellen). Het uitstellen van de lijfrente kan bijvoorbeeld slim zijn wanneer je na je AOW-leeftijd nog door wilt werken en het geld niet direct nodig hebt. Je geld wordt dan nog wat langer vastgezet en kan meer rendement opleveren. Wanneer je vervolgens met pensioen gaat, komt een bedrag vrij en kun je de lijfrente uit laten keren. Welk bedrag je per maand krijgt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het ingelegde bedrag, de looptijd van lijfrente uitkering, de uitkeerperiode en de actuele stand van de rente.

    groei-economieDe hoogte van de uitkeringen is dus mede afhankelijk van de stand van de economie. Hoe hoger de rente is, hoe hoger het uitgekeerde bedrag wordt. Nu de Nederlandse economie weer aantrekt kan het dan ook verstandig zijn om de vrijgekomen lijfrente pas uit te laten keren wanneer de rente gestegen is. Houd echter wel rekening met het feit dat je verplicht bent om uiterlijk binnen vijf jaar, na het kalenderjaar waarin voor het eerst een AOW-uitkering ontvangen is, een uitkering aan te kopen.

  • Komt na het zuur eindelijk het zoet?

    Ooit zong Bob Dylan ’the times they are a changing’. Het zou zo maar kunnen dat we aan de vooravond staan van een belangrijke verandering in het economisch beleid in de Westerse landen. Tot dusverre waren overheden ervan overtuigd dat de financiële crisis, die de wereld al bijna acht jaar in haar greep houdt, alleen op te lossen was door fors te bezuinigen om zo hervormingen te kunnen doorvoeren. Als er al gestimuleerd moest worden dan was dat een taak van centrale bankiers. Economen als Larry Summers, die een meer Keynesiaanse aanpak van overheidsstimuleringen bepleitten, kregen geen voet aan de grond!

    Na jaren van bezuinigen, lastenverhogingen voor de burger en monetaire verruiming moeten we vaststellen dat dit beleid grotendeels gefaald heeft. Er is weer wel economische groei, maar daar is alles mee gezegd. Daar staan ontegenzeggelijk grote nadelen tegenover. De inkomensongelijkheid is in veel westerse landen tijdens de crisisjaren versneld toegenomen. De positie van de middenklasse staat zwaar onder druk met als gevolg dat de politieke instabiliteit in het Westen snel toeneemt.

    Overheidstekorten weer omhoog

    Onder druk wordt alles vloeibaar en dat gebeurt nu. In veel Westerse landen groeit de neiging en de bereidheid om de huidige overheersende economische doctrine van eindeloos bezuinigen los te laten. Het eerste land dat niet langer twijfelt om de overheid weer een dominante rol te laten in het economisch leven is Canada. De huidige premier Justin Trudeau gaat de komende zes jaren bewust de overheidstekorten laten oplopen om de economie nieuw elan te geven.

    shinzo-abe-wikipediaBij het buurland, de Verenigde Staten, is het sinds de pijlsnelle opkomst van Donald Trump niet langer uit den boze om over het opvoeren van de overheidsbestedingen te filosoferen en ook daadwerkelijk reële plannen op te stellen. De dreiging van een presidentschap van Donald Trump dwingt ook Hillary Clinton daadwerkelijk aandacht te besteden aan de klachten van de doorsnee Amerikaanse burger. Het kan bijna niet anders of dat betekent dat ook de Amerikaanse overheid meer zal doen om de ontevreden en verarmde burger tegemoet te komen.

    De grootste stappen voorwaarts worden echter in het Verre Oosten gezet. Aan kop gaat Japan, dat een ongekend groot bedrag van ongerekend $270 miljard gaat vrijmaken voor leningen en projecten voor de langere termijn en voor stimuleringsmaatregelen op de korte termijn. Er zijn plannen om de salarissen in de publieke sector te verhogen en er zijn voorstellen gedaan die het mogelijk en aantrekkelijk moeten maken dat meer vrouwen in Japan de arbeidsmarkt op gaan. Ook China doet van zich spreken met goedkope leningen aan banken, bedrijven en lokale overheden in een poging de groei te stimuleren.




    Europa

    De regio die het minst warm loopt voor veranderingen is Europa. Hoewel zelfs het Internationaal Monetair Fonds zich meer en meer opwerpt als pleitbezorger van een grotere rol voor de overheid om de economie te stimuleren, is zeker in noordwest Europa de bereidheid daartoe gering. Landen als Duitsland en Nederland zijn er nog steeds van overtuigd dat de huidige economische gang van zaken juist te wijten is aan een teveel aan schulden en overheidsuitgaven. Het helpt dus niet om die weg opnieuw in te slaan als de groei nog steeds heel zwak is. Het helpt zeker niet als er schulden genaakt gaan worden om bodemloze putten mee te financieren! schauble-wikipediaMisschien dat de Brexit aanleiding kan zijn om die mening toch te herzien. Sinds de memorabele dag van 24 juni is de bereidheid om het fiscale beleid te herzien over de volle breedte van het politieke spectrum sterk gegroeid. Symbolisch daarvoor is het ontslag van de Britse minister van Financiën, George Osborne. Hij was als minister pleitbezorger voor een streng bezuinigingsbeleid door de overheid. Zijn opvolger, Philip Hammond, heeft al gezegd dat het tijd is voor een 'fiscale reset', mocht dat nodig zijn om een recessie te voorkomen of te bestrijden. Misschien de grootste stimulans om het huidig strenge bezuinigingsbeleid te herzien komt waarschijnlijk uit het stemhokje. Ook in Duitsland en Nederland zijn er binnen een jaar belangrijke verkiezingen. Een grote winst lijkt weggelegd voor meer extreme partijen, terwijl het midden weggevaagd dreigt te worden. Dat kan het midden ertoe brengen de burger meer zoet in plaats van alsmaar meer zuur te bieden! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Grafiek: Meer bedrijven failliet in 2016

    Het herstel van de wereldeconomie loopt niet helemaal volgens plan, want uit onderzoek van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s blijkt dat het aantal faillissementen onder grote bedrijven de laatste jaren juist verder is toegenomen. Opmerkelijk is dat vooral het aantal faillissementen in de Verenigde Staten een sterke toename laat zien, terwijl de economische groei daar op papier veel beter is dan in Europa. Ook valt op dat er sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 ook veel bedrijven in opkomende landen over de kop zijn gegaan.

    De grote vraag is nu waarom er de laatste twee jaar zoveel meer bedrijven failliet zijn gegaan. Is het een teken dat het slecht gaat met de wereldeconomie? Of gaan er gewoon veel bedrijven over de kop omdat hun verdienmodel niet meer aansluit bij de hedendaagse tijd?

    corporate-defaults

    Faillissementen nemen weer toe, ondanks economisch herstel (Bron: Jeroen Blokland)

  • Alle beleggingen stijgen na slecht banencijfer VS

    Alles wat je dacht te weten over de economie en over beleggen kan overboord, want door het monetaire beleid van centrale banken is niets meer normaal. Er klots zoveel goedkoop geld rond in het systeem dat het beleggers niet meer uit maakt waar in te beleggen, zeker niet nu ze weten dat centrale banken onder het mom van prijsstabiliteit en inflatie bereid zijn alles te kopen wat los en vast zit. De ECB is zelfs begonnen met het opkopen van bedrijfsobligaties.

    Deze week zagen we waar dit roekeloze monetaire beleid toe kan leiden. Een teleurstellend banencijfer uit de VS zorgde niet voor een verkoopgolf op de financiële markten, maar juist voor veel hogere koersen! Alles ging omhoog: Goud, staatsobligaties, aandelen (ook die van opkomende markten), grondstoffen en de meer risicovolle ‘high yield’ obligaties. Beleggers lijken geen onderscheid meer te maken in waar ze in beleggen, om de simpele reden dat geld goedkoop is en dat centrale banken zullen doorgaan met het opkopen van financiële activa als aandelen en obligaties.

    Een belegger zou zich normaal gesproken meer zorgen maken over aandelen en hoog renderende bedrijfsobligaties bij een slecht banencijfer, maar vandaag de dag is alles anders. Alle koersen worden opgedreven door centrale banken die de markten overspoelen met liquiditeit. Vandaar dat beleggers zich vandaag de dag niet meer laten afschrikken door tegenvallende macro-economische cijfers, een zorgelijke ontwikkeling!

    beleggers-kopen-alles

    Beleggers kopen alles na slecht banencijfer VS (Bron: Bloomberg)

  • Waarom stijgt de productiviteit niet?

    De groei van onze productiviteit is een absolute voorwaarde voor het scheppen van meer welvaart. Het laten toenemen van de productiviteit kan op verschillende manieren. Mensen kunnen meer uren gaan werken of er kunnen meer mensen in het arbeidsproces ingeschakeld worden. We kunnen ook de pensioengerechtigde leeftijd verhogen. Het zijn allemaal maatregelen die zeker op de korte termijn effect sorteren. Om op de langere termijn de bestaande welvaart vast te houden en te verhogen moeten we echter vooral slimmer werken en slimmer omgaan met voorhanden middelen.

    Dat laatste lijkt echter steeds minder te lukken. De ontwikkeling van de productiviteit staat al jaren stevig onder druk, niet alleen in de westerse wereld, maar eigenlijk wereldwijd. Het kan zomaar zijn dat de komende jaren de groei omslaat in een krimp. Die constatering staat haaks op wat we om ons heen zien. Alles gaat steeds sneller en de vooruitgang in de technologie oogt spectaculair. De iPhone van vandaag heeft oneindig meer capaciteit dan de mainframes van enkele decennia terug. Volgens sommige economen is er dan ook niets mis met de productiviteit, maar zijn de huidige statistieken niet in staat de huidige gig economy effectief te meten. Kunnen de statistieken van vandaag de dag de waarde meten van het gratis downloaden van informatie uit Wikipedia?

    productivity

    Productiviteit economie stijgt amper, maar kunnen we deze wel goed meten?

    Kunnen we de productiviteit wel goed meten?

    Die vraag is terecht en het zou zomaar kunnen dat de werkelijke productiviteit hoger ligt dan we nu meten. Of misschien nog lager! Het is een kwestie van definitie. Productiviteit is kortweg gezegd de waarde van een product of dienst gedeeld door het aantal gewerkte uren. Welnu, het is een veelgehoorde klacht dat we dankzij de iPhone nooit meer helemaal loskomen van ons werk. We werken dus eigenlijk veel meer uren dan we in kaart brengen! Is dit reden voor grote ongerustheid. Ja, natuurlijk. Een dalende of in ieder geval het stagneren van de productiviteitsontwikkeling kan als gevolg hebben dat onze kinderen en kleinkinderen het met minder moeten doen dan waar we de afgelopen jaren aan gewend geraakt waren.

    Zijn we reddeloos? Dat gaat ook te ver. In de jaren tachtig van de vorige eeuw stelde de econoom Robert Solow vast, dat de computer allesbehalve zijn belofte had ingelost. Hij bleek echter te voorbarig. Enkele jaren later maakte de computer zijn productiviteitsverhogende faam daadwerkelijk waar. Misschien zal dit nu ook het geval blijken. Misschien gaan zaken als artificial intelligence of social media hun belofte over enkele jaren inlossen.

    Dat kan en is eigenlijk wel erg hard nodig. De huidige stagnatie begint nare effecten te sorteren. Er groeit in het westen steeds meer verzet tegen de huidige economische gang van zaken. Dat verzet krijgt vorm op een manier waarvan je denkt dat het middel erger is dan de kwaal. Presidentskandidaat Donald Trump maakt zich sterk om door protectionisme de belangen van de Amerikaanse middenklasse veilig te stellen en te verbeteren. De wat onbeholpen voorstellen van Trump nemen echter niet weg dat er wel werk aan de winkel is voor de beleidsmakers. Het valt niet te ontkennen dat het vigerende economische systeem de enkeling begunstigt ten koste van het algemeen belang.

    productivity2

    Productiviteitsgroei komt vooral ten goede aan een kleine groep

    US_productivity_and_real_wages

    De lonen blijven al decennia achter bij de productiviteitsgroei

    De schijnbaar onstuitbare opkomst van politici als juist Donald Trump in de VS en Wilders of Le Pen in Europa zijn het Mene Tekel van de 21ste eeuw. Ze zijn een waarschuwing voor beleidsmakers en ondernemers om serieus inspanningen te verrichten om de stagnatie in de productiviteitsontwikkeling te doorbreken om zo de welvaart voor de hele maatschappij veilig te stellen. Gebeurt dat niet, dan lijkt dat een recept voor toekomstige sociale onrust en wellicht voor een ernstige bedreiging van ons democratisch bestel.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!