Tag: eurocrisis

  • Alleen maar bezuinigen moet nu stoppen

    In Brussel zijn ze er vol van. Steeds meer tekenen wijzen erop, dat het herstel in de zogeheten kernlanden van de eurozone handen en voeten gaat krijgen. Veel beleidsmakers eisen nu al opgelucht het gelijk van het door hen volgehouden bezuinigingsbeleid. En ook in de VS beginnen financiële partijen geloof te hechten aan het herstel in Europa. Zogeheten geldmarktfondsen krijgen weer interesse in schuldpapier van Europese banken en Goldman Sachs koopt weer Europese aandelen.

    Tegendeel

    Overtuigend bewijs voor het herstel, zou je zo zeggen. Maar daar valt wel een en ander op af te dingen. Al sinds 2010 wordt jaar op jaar voorspeld, dat het herstel in het najaar vorm gaat krijgen. De werkelijkheid is anders. Ook dit jaar zal het Bruto Nationaal Product van een aantal landen weer fors krimpen. In Spanje, Italië en Portugal zal de krimp om en nabij 2% bedragen en in Griekenland zelfs meer dan 4%. De werkloosheid blijft maar door stijgen en bedraagt voor de hele zone 12%. In sommige landen komt de jeugdwerkloosheid alweer boven 50%. Dat betekent op langere termijn een grootschalige vernietiging van menselijk kapitaal en een uitholling van de belastingbasis voor die landen. Ondanks die alsmaar stijgende werkloosheid wil de productiviteit maar niet stijgen! Het ergste is nog wel, dat ondanks alle bezuinigingen de verhouding schuld ten opzichte van het Bruto Nationaal Product (BNP) verder is verslechterd. Afgelopen jaar verslechterde die verhouding in Italië bijvoorbeeld met 7% en met maar liefst 15% in Spanje en Portugal.

    Belegger

    In dat licht bezien, mag je de terugkeer van de Amerikaanse belegger als een staaltje opportunisme beschouwen. Het wordt gedreven door de zucht naar rendement. Daarbij rekenen die beleggers op de toezegging van de president van de ECB Draghi om alles te doen wat nodig is om de euro in stand te houden. Die beleggers komen waarschijnlijk voor een kort ritje om vervolgens winst te nemen en zich weer uit de voeten te maken.

    Dat opportunisme laat zich wel vergoelijken. Van echt herstel is pas sprake als de verliezen als gevolg van het bezuinigingsbeleid gecompenseerd zijn. Zover is het nog lang niet. Overheden die het bezuinigingsbeleid hebben doorgezet zonder private crediteuren mee te laten betalen torsen nu meer schuld dat aan de vooravond van het bezuinigingsprogramma. In Spanje bedroeg de staatschuld in 2008 nog slechts 36% van het BNP, nu meer dan 100%. Als blijk van waardering voor hun inspanningen hebben deze landen ook nog te kampen met de hoogste rentelasten op hun schuldpapier.

    Oorzaken

    De onderliggende oorzaak van al deze ellende is nu wel algemeen bekend. Lidstaten van de eurozone hebben hun monetaire soevereiniteit opgegeven. Banken van sommige landen hebben op grote schaal geld geleend in vreemde valuta’s en dat heeft hen kwetsbaar gemaakt voor schokken op de financiële markten. Die banken zijn zwaar in de problemen geraakt, maar de overheid was niet in staat hen te helpen door geld bij te drukken. Devaluatie van de eigen munt om zo de export te stimuleren was al evenmin mogelijk. Er resteerden slechts twee oplossingen: een streep zetten door de bestaande schulden of een deflatoir beleid te voeren om zo het kostenniveau binnenlands omlaag te brengen.

    De eurozone heeft voor de laatste oplossing gekozen. De achterliggende gedachte was, dat snijden in uitgaven en het verlagen van de schuldenlast uiteindelijk zou resulteren in het herstel van het vertrouwen en zodoende in de terugkeer van stabiliteit en groei. Op zich klopt deze insteek wel, maar niet meer als al je belangrijke handelspartners eenzelfde soort beleid voeren. Dan zakt de vraag in elkaar en verslechtert de verhouding schuld ten opzichte van het BNP.

    Crisis

    Daarbij komt nog, dat Brussel de verkeerde crisis bestrijdt. Er had van meet af aan veel meer aandacht moeten zijn voor de aanhoudende crisis in de bankensector. Die leidde er bijvoorbeeld toe, dat de stroom van liquiditeiten naar de perifere landen van de een op de andere dag stopte, juist op het moment dat die landen juist nagenoeg onbeperkt liquiditeiten nodig hadden. Banken konden niet anders, omdat de ECB niet het recht heeft om op te treden als lender of last resort. Banken konden derhalve met hun financiële noden niet terecht bij de Europese centrale bank. Het gigantische bancaire systeem in de zone begon te wankelen.

    Beleggers begrepen dat maar al te goed en vroegen de ECB om in te grijpen. Onder de vorige president, Jean Claude Trichet, kon dit niet. Daarop begonnen beleggers te speculeren op het uiteenvallen van de eurozone, waardoor de rentetarieven voor de verschillende landen omhoog schoten.

    Beleidsmakers in Europa hebben de financiële paniek verkeerd beoordeeld en zijn aan de verkeerde kant van de crisis begonnen. Ze hadden beter kunnen beginnen met het gezond maken van het bancaire systeem. Draghi heeft daar met zijn diverse initiatieven tijd en ruimte voor geschapen. Er is echter niets gebeurd op dat vlak. En zo kan het gebeuren, dat banken uit de kernlanden nog steeds voor miljarden en nog eens miljarden aan schuldpapier van de perifere landen in hun boeken hebben staan. Dat probleem moet opgelost worden, maar dat kan zeker niet door steeds meer te bezuinigen. Een gezond bankwezen is de sleutel voor herstel en groei, niet bezuinigen door de overheid.

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    Mark Blyth, End austerity now. Project-syndicate, August 20 2013

  • Nederland is het zwakke jongetje van de klas

    Woensdag 14 augustus zal in de annalen van de geschiedenis van de eurozone waarschijnlijk opgenomen worden als een dag van historisch belang. Wellicht zal het de dag blijken te zijn, waarop de eurozone zich opmaakte om definitief afscheid te nemen van de langste economische crisis sinds de Grote Recessie van de jaren Dertig van de vorige eeuw.

    Belangrijke landen als vooral Duitsland en in mindere mate Frankrijk presenteerden met 0,7% en 0,5% beter dan verwachte groeicijfers over het tweede kwartaal van 2013. De beste prestatie kwam echter op naam van Portugal. Dat mag absoluut een verassing heten. Dat de slechtste prestatie op naam van Cyprus staat, zal eigenlijk niemand verbazen. Maar dat Nederland op de voorlaatste plaats eindigt, mag zonder meer als een klap omschreven worden.

    Krimp

    De cijferregen van het Centraal Bureau voor de Statistiek van woensdag loog er niet om. De centrale boodschap was, dat Nederland nog steeds in een recessie zit. De economie is in het tweede kwartaal van 2013 met 0,2 procent gekrompen ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat is het vierde opeenvolgende kwartaal met krimp. Enigszins troostend, wilde de woordvoerder van het CBS nadrukkelijk stellen, dat de krimp kleiner geworden is. Hij vergat er echter bij te zeggen, dat dit de derde periode van krimp is in minder dan vijf jaar tijd. Het erge is, dat de recessie nu slachtoffers maaktt in de volle breedte van de economie. Niets en niemand lijkt gespaard te worden.

    Consumptie

    De diepere oorzaak van de krimp zit voornamelijk in het binnenland. Met de consumptie gaat het nog niet goed. Die blijft maar dalen. Over juni noteerde de detailhandel een daling van 4% van de omzet. Sinds het tweede kwartaal van 2012 is de omzet permanent gedaald en het lijkt erop alsof aan die daling niet spoedig een einde komt.

    Politici en beleidsmakers breken zich het hoofd hoe de consument tot meer uitgaven te verleiden. Dat is echter geen gemakkelijke opgave. Sedert het uitbreken van de crisis in 2008 is het gemiddelde loon in Nederland met 6,2% gedaald. Dat is na Griekenland de grootste loondaling in heel de eurozone. Dat is geen gezonde basis voor het opvoeren van bestedingen. Dat is een oorzaak, waar politici gemakshalve over heen kijken, maar waarvan de burger en consument dagelijks de nadelige gevolgen van ondervindt. En dus houden hij en zij de hand strak op de knip. Dat betekent, dat ze niet alleen minder naar de winkel gaan, maar overal op beknibbelen waar mogelijk.

    Ook dat is terug te zien in de cijfers van het CBS. Huishoudens gaven in het tweede kwartaal 2,4 procent minder uit aan goederen en diensten. Daarmee krimpt de consumptie nu al ruim twee jaar.

    Grootste banenverlies

    Maar er was meer slecht nieuws, nog veel meer. Het CBS moest ook vaststellen, dat de arbeidsmarkt maar blijft verslechteren. De werkgelegenheid in Nederland is in het tweede kwartaal met maar liefst 147.000 banen gekrompen. Dat is de sterkste daling sinds het begin van de metingen in 1995. De daling deed zich voor in alle bedrijfstakken. De meeste banen gingen verloren in de bouw en de zakelijke dienstverlening.

    Het grote verlies aan banen gaat gepaard met een snelle groei van de werkloosheid. Die is in juli opgelopen tot 8,7 procent van de beroepsbevolking. Het CBS telde vorige maand in totaal 694.000 werklozen. Dat waren er weer 19.000 meer dan een maand eerder. In juni van dit jaar stond de werkloosheid in Nederland nog op 8,5 procent. In juli vorig jaar had 6,5 procent van de beroepsbevolking geen betaalde baan. De werkloosheid loopt al sinds juli 2011 vrijwel onafgebroken op en de groei lijkt vooralsnog te versnellen. De groei maakt ook voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB) waardeloos. Die ging uit van 670 000 werklozen in 2014. Natuurlijk is het niet vreemd, dat onder genoemde omstandigheden het aantal vacatures gestaag blijft dalen. Onheilspellend is echter, dat de daling volledig voor rekening van het particuliere bedrijfsleven komt. Daar moeten uiteindelijk de nieuwe banen geschapen worden.

    Hiermee was wat het CBS betreft de gifbeker nog niet leeg. Want het bureau wist ook nog te melden, dat de ontwikkeling van de export zeer te wensen overlaat. Over het tweede kwartaal liet die een krimp zien van 0,3%. En ten slotte, daalde ook nog het niveau van de investeringen. Dat kon er nog wel bij!

    Voorspelbaar

    Leden van het kabinet ventileerden na al dit slechte nieuws hun voorspelbare opinies. Het viel niet te ontkennen dat de cijfers slecht waren, maar Nederland moet maar voor het vijfde jaar op rij door de zure appel heen bijten. Als het tekort eenmaal tot onder 3% is terug gebracht wordt alles vanzelf beter. Nederland komt sterker uit de crisis heet het dan parmantig. Diezelfde regering gaat echter onverdroten verder met het verzwaren van de lasten. De befaamde € 6 miljard aan extra bezuinigingen moeten in 2014 kost wat kost behaald worden. Dat de bezuinigingsdrift niet helpt, lijkt niet ter zake te doen. Volgens het CPB zal het tekort in 2014 uitkomen op 3,9%.

    Nederland wordt zodoende steeds meer het zwakke jongetje van de klas! Hoe dat komt? Misschien heeft de winnaar van de Nobelprijs voor economie, de Amerikaan Paul Krugman, het juiste antwoord. In een van zijn laatste columns kwam hij tot de conclusie, dat in Nederland in grote harmonie alleen maar de verkeerde dingen gedaan worden. Het is om het schaamrood op de kaken te krijgen.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

     

    Crisis in Nederland

  • Nederland gaat een boete betalen voor wanbeleid

    Jarenlang gold Nederland als een veilige haven voor beleggers die weinig tot geen vertrouwen hadden in landen als Italië, Griekenland of Spanje. Dankzij de aanhoudende toestroom van vluchtgeld kon hier ten lande de rente naar historisch lage niveaus dalen. Aan het begin van 2013 bedroeg de rente op 10 jaars staatsleningen slechts 1,5%.

    Spread

    Er zijn echter talloze aanwijzingen, dat Nederland ondanks zijn Triple A status door een groeiend aantal beleggers niet langer als een veilige haven wordt gezien. Afgelopen week verkocht de Nederlandse staat voor een bedrag van € 2,2 miljard obligaties met een looptijd van drie maanden tegen een vergoeding van 0%. Dat klinkt zeer aantrekkelijk, maar nog in juli accepteerden beleggers een negatieve rente van 0,01%.

    Er waren echter al eerder tekenen, dat Nederland het vertrouwen van de internationale obligatiebeleggers aan het verliezen is. Zo is sinds eind 2012 het verschil in rente tussen Nederlands en Duits staatspapier, de zogeheten spread, opgelopen van 18 naar 39 basispunten. Op zich is dat niet zo vreemd, want ook andere Triple A landen zoals Oostenrijk en Finland zagen hun spread met Duitsland oplopen. Dat land is immers onbetwist de economische nummer een in Europa.

    Zorgwekkender is echter dat de spread met Frankrijk in de loop van de maanden steeds kleiner is geworden. Aan het begin van dit jaar bedroeg die spread nog 0,5%. Daar is nu nog slechts 0,15% van over. Frankrijk gold aan het begin van 2013 als het Europese zorgenkindje bij uitstek.

    Kredietbeoordelaars

    Het is duidelijk, dat de beleggende buitenwacht zich zorgen maakt over Nederlandse ontwikkelingen. Die zorgen kregen een officieel tintje, toen kredietbeoordelaar Fitch Ratings de Nederlandse economische vooruitzichten verlaagde van stabiel naar negatief. Ter rechtvaardiging verwees de beoordelaar naar de oplopende schulden in de publieke sector, naar de aanhoudende daling van de prijzen voor onroerend goed en naar de wankele staat van de bankensector. In juli van dit jaar kwam kredietbeoordelaar Moody’s tot dezelfde conclusie en ook deze instelling verlaagde nog in juli de beoordeling naar negatief. Als klap op de vuurpijl is nu het nieuws naar buiten gekomen, dat de grootste obligatiebelegger, het Amerikaanse PIMCO zijn Nederlandse obligaties in de verkoop gaat doen. Bij monde van Ben Emons, een Nederlandse portfoliomanager bij PIMCO, wijst het bedrijf  op de toegenomen risico’s, waardoor de rente op Nederlands schuldpapier weer gaat oplopen.

    Beleggers prijzen, volgens Emons, extra risico in voor Nederland, vanwege de problemen op de arbeidsmarkt en de huizenmarkt. De werkloosheid staat op het hoogste niveau in twee decennia en de huizenprijzen blijven maar dalen. Vooral dat laatste zorgt voor onzekerheid, omdat Nederland in verhouding tot de economie een zeer grote bankensector heeft.

    Het is volgens Emons duidelijk,  ‘dat er een hogere risicopremie wordt toegekend aan Nederland. De rente kan zelfs stijgen tot het niveau van Frankrijk, indien Nederland een afwaardering krijgt van kredietbeoordelaars en de economie krimpt.’

    Politieke impasse

    Het Duitse Handelsblatt schrijft dat er nog meer factoren een rol spelen bij de oplopende rente. De politieke impasse in Nederland baart zorgen. ‘De coalitie wil bezuinigen om aan de Europese normen te voldoen, maar er is een risico dat ze het niet eens zullen worden en dat er halfbakken maatregelen uit komen”, zo verklaarde strateeg Jan van Gerich van Nordea Bank uit Helsinki. Een halfslachtig zigzagbeleid zal de toch al zwakke conjunctuur verder verslechteren. Dat zal het weer moeilijker maken om aan de 3% norm te voldoen en dus moet er weer meer bezuinigd worden. Maar Nederland lijkt bezuinigingsmoe te worden bij gebrek aan concrete vooruitgang na jarenlange bezuinigingen en lastenverzwaringen.

    Het is duidelijk dat er maatregelen genomen moeten worden om Nederland economisch weer op de rails te krijgen, maar dat blijkt niet zo eenvoudig. Niet alleen nemen de politieke spanningen toe, maar het kabinet Rutte verliest snel zijn geloofwaardigheid bij de kiezer. Allemaal zaken die wijzen op een groeiende impasse. Nederland dreigt daarom in buitenlandse ogen van de regen in de drup te komen en gaat daar een hoge prijs voor betalen!

     

    Cor Wijtvliet

  • Herstel in Europa? Welk herstel?

    Opeens is de lucht in Europa bezwangerd van optimisme. Het herstel komt er aan. Zelfs uit de perifere landen komen cijfers die wijzen op een lichte verbetering van de economische omstandigheden. De industriële activiteiten nemen weer toe en in Spanje en Portugal zou zelfs de werkloosheid licht aan het dalen zijn. Beurskoersen stijgen weer na jaren van stagnatie.


    Slagkracht

    Nu is de afgelopen vijf jaar bij herhaling het blijde nieuws verkondigd, dat het herstel aanstaande was, maar het is jammer genoeg nooit werkelijkheid geworden. Het is ook nu een kwestie van eerst zien en dan geloven. Zeker de perifere landen staan nog steeds voor grote uitdagingen. Een belangrijke sta-in-de-weg voor een snel herstel van de perifere landen is hun grote handelstekorten met de rest van de wereld. Het gezamenlijk tekort met China bedroeg in 2008 € 34,8 miljard en in 2011 bedroeg het nog steeds € 29 miljard. Voor een deel zijn deze grote tekorten te wijten aan de waardestijging van de euro ten opzichte van de Renminbi in het afgelopen decennium. Daardoor verminderde de Europese slagkracht en in het bijzonder die van de periferie. Die landen leefden toen op veel te grote voet.

    Daarnaast werden ze in hun industriële hart getroffen, toen de Chinezen op grote schaal goedkope textiel naar Europa begonnen te verschepen. Daar konden de perifere landen met hun grote textielsector niet tegen op. Aldus groeide de perifere tekorten in razend tempo. De perifere landen waren trouwens ook amper of niet opgewassen tegen de nieuwe concurrentie uit het oosten van Europa. Die ondergroef de toch al geringe slagkracht nog verder. De tekorten zijn uiteindelijk zo groot en onhoudbaar geworden, dat de overschotlanden uit het noorden zich gedwongen zagen een financiële reddingsboei te werpen.

    Oplossing

    Maar dat kan niet eindeloos doorgaan. Er moet een definitieve oplossing komen, maar welke? Een lage rente, gecombineerd met hoge schulden en enorme tekorten laten weinig ruimte voor verdere fiscale en monetaire stimulering. Loonsverlaging is een hulpmiddel. Maar dat kan niet eindeloos doorgaan. Te lage lonen zijn slecht voor de binnenlandse bestedingen. Te zwakke bestedingen kunnen een nieuwe recessie veroorzaken. Misschien is het beter ook op zoek te gaan naar externe aanpassingen. Dat betekent dat de vraag uit het buitenland moet groeien. Dat kan alleen als de euro zwakker wordt ten opzichte van de renminbi evenals de valuta’s van alle belangrijke handelspartners buiten de eurozone. Het probleem is, dat binnen Europa zeker traditiegetrouw Duitsland geen voorstander is van een zwakke euro. Zwakke valuta’s vormen de basis voor inflatie. Daar hebben de Duitsers een broertje dood aan.

    Ook buiten eurozone zal men niet de handen op elkaar krijgen voor een beleid dat de euro moet verzwakken. Er zijn meer landen die worstelen met een zwakke economie. Die zitten niet te wachten op een zwakke Europese munt, die de eigen concurrentiekracht ondergraaft. Een valutaoorlog zou het uiteindelijke resultaat zijn. Daar zit niemand in de wereld op te wachten. De problemen voor de periferie blijven daarmee voorlopig erg groot en dat blijft een herstel in de weg staan.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Europa sust zichzelf weer in slaap

    Het is weer augustus en de meeste beleidsmakers van enig gewicht vertoeven weer aan zonnige stranden om bij te komen van weer een rumoerig jaar. Maar dit jaar is het anders. Er lijkt een nieuwe wind opgestoken, de wind van herstel. De Europese economie laat weer sporen van groei zien na bijna 2 jaar van krimp. Volgens president van Rompuy is de rust nu definitief terug gekeerd in Europa. De dreiging van versnippering en uiteenvallen lijkt bezworen! Dat is geen grootspraak gelet op rust op de financiële markten. De rente is laag, de euro is sterk en de aandelenkoersen stijgen.

    Hindernissen
    Maar schijn bedriegt. Beleidsmakers wachten ook na augustus talloze problemen en hindernissen op weg naar duurzaam herstel. Sterker nog, eigenlijk vragen die problemen om zonder veel uitstel aangepakt te worden. De urgentie daarvan was en is hoog. Het gaat de komende tijd niet om het oplossen van problemen op macroniveau, maar veel meer op microniveau. Het gaat om problemen die het leven van dag tot dag in de eurozone zeer negatief beïnvloeden en die daarom verstrekkende consequenties kunnen hebben voor de Europese samenleving.

    Uitzichtloos
    De wijd verbreide werkloosheid in de Eurozone (12%) vraagt dringend om een nieuwe aanpak. De stijging ervan is nog steeds niet in een daling omgeslagen. De jeugdwerkloosheid is met een Europees gemiddelde van 24% niets minder dan een toekomstige sociale tijdbom.

    In het verlengde van de werkloosheid groeit de onvrede met het eindeloze beleid van aanpassen en nog eens aanpassen. Eindeloze bezuinigingen hebben zeker van de langdurig werklozen grote offers gevraagd, maar een verbetering van hun lot is nog steeds niet in zicht. Vroeg of laat moet de huidige uitzichtloosheid om slaan in een diepe verbittering die op zijn beurt gemakkelijk kan uitmonden in heftige sociale onrust. Recente bijna crises in Griekenland en Portugal kunnen een voorafschaduwing zijn van wat Europa de komende maanden tot jaren nog te wachten kan staan. De geloofwaardigheid van het Europees democratisch bestel staat op het spel, niet meer en niet minder.

    Weerzin
    Van een heel andere orde is de groeiende tegenstelling tussen Noord en Zuid. De kloof tussen beide regio’s van Europa wordt steeds dieper en breder. In het Noorden groeit de weerzin om de rekening voor de gaten in de begrotingen van het Zuiden te betalen.

    Het uitblijven van enige vorm van verbetering en succes is hier vooral debet aan. Het is nog maar zeer de vraag of politici die graag herverkozen willen worden, in staat zijn aan deze druk weerstand te bieden. Als crediteurenlanden niet langer bereid of in staat zijn om hun financiële steun goed te coördineren, dan staat de zuidelijke landen nog veel meer onheil te wachten. Het zal de kloof alleen maar breder en dieper maken.

    Thema
    Het laatste thema, dat dringend om aandacht vraagt van beleidsmakers, is dat van de kredietverlening aan de private sector. Inderdaad is Europa erin geslaagd rust te brengen op het rentefront en op de obligatiemarkten. Maar dat heeft een prijs.

    Europese beleidsmakers zijn druk doende banken terug in hun hok te jagen. Zij, de banken, moeten hun vermogen versterken en hun balansen verkorten. Dat betekent voor veel banken, dat ze onderdelen moeten verkopen om hun vermogen te versterken. Dat heeft wel als nadeel, dat er minder en minder krediet voor handen is voor het MKB, de motor van de economische groei en voor het scheppen van nieuwe banen.

    Kortom, Europa kan zich nog steeds absoluut niet veroorloven om weg te soezen aan het strand. De groeimachines voor nu en later sputteren op zijn best. Zonder de benodigde aandacht zullen ze niet aanslaan en zal de huidige, weinig aantrekkelijke situatie van te lage groei alsmaar blijven voortbestaan. Enige hulp van buitenaf is niet te verwachten. Zelfs de Chinese motor begint steeds nadrukkelijker te sputteren en die van de VS bromt evenmin geruststellend. Europa zal zich grotendeels op eigen kracht aan de malaise moeten ontworstelen, maar de tijd begint op te raken. Er is de afgelopen jaren teveel onopgelost blijven liggen!

    Cor Wijtvliet,

    Bron:

    Mohammed A El-Erian, Europe’s fake normal. Project-syndicate, August 5 2013

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<