Tag: financial times

  • ‘Home is where the heart is’

    ‘Home is where the heart is’

    Zomaar een stukje in zomaar een krant: De Financial Times gaat opnieuw het pand betrekken waaruit het 30 jaar geleden is vertrokken. De krant gaat terug naar Bracken House in de buurt van Saint Pauls Cathedral. Zo’n bericht voelt vreemd in een tijd dat technologie het bedrijven mogelijk maakt om te gaan en staan waar ze willen. Maar het Japanse bedrijf Nikkei, de eigenaar van de FT, ziet waarde in geschiedenis en dus keert de FT terug naar zijn plaats van origine.

    Zou het mogelijk zijn, dat ook in de zakelijke sector van de maatschappij origine een grotere rol speelt dan we eigenlijk willen weten? Volgens aandeelhouders van Berkshire Hathaway is dat wel degelijk het geval. Ze maken jaarlijks een pelgrimage naar Omaha om goeroe Warren Buffett in zijn thuisomgeving mee te maken.

    Industriële bedrijven in de 19e en 20ste eeuw hadden een vaste standplaats. Dat ligt voor de hand. Bij voorkeur waren de fabrieken gebouwd op een plek met een goede mogelijkheden voor transport, zoals aan de oevers van een rivier. Vandaag de dag drijft de economie meer en meer op diensten en spelen de vereisten voor de zware industrie geen rol meer van betekenis. Er zijn bij veel bedrijven bijvoorbeeld geen grondstoffen meer nodig. Daarvoor is wel iets in de plaats gekomen. Diensten vragen om meer en meer mensen. Universiteitssteden ‘produceren’ goed geschoolde werknemers en dus trekken bedrijven bij voorkeur naar die steden.

    Financial Times gaat terug naar Bracken House

    Financial Times

    Zoiets speelde ook toen de Financial Times Bracken House betrok. Het was gelegen tussen Fleet Street, het voormalige hart van de Britse krantenindustrie en de City. Fleet Street is niet meer. Er zitten nu banken! De globalisering heeft ook hier zijn werk gedaan. De banden met het verleden spelen voor bedrijven een mindere rol. Nog steeds zijn, zeker Europese bedrijven, gehecht aan de plaats waar het ooit begon, maar belastingen kunnen een motief zijn om naar een andere plaats of zelfs naar een ander land te vertrekken. De grootste hinderpaal is om de medewerkers te overtuigen de baas te volgen of om in de nieuwe plaats van bestemming opnieuw de juiste mensen te vinden.

    Deze manier van denken heeft het karakter van een spreadsheet exercitie. Het gaat eraan voorbij dat een bedrijf een fysieke identiteit heeft en dat reikt verder dan een spookidentiteit. Een band behouden met het verleden, met de plaats van origine, reikt verder dan nostalgie of sentimentaliteit. Het is belangrijk voor de werknemer, maar ook voor de waarde van het merk. Daarvoor zijn voorbeelden te over. Nestle vestigt het hoofdkantoor van Nespresso in Vevey, waar ooit in 1867 Henri Nestle voor het eerst babyvoeding maakte. Het mooiste voorbeeld is misschien wel dat van Ferrari. Dat produceert nog steeds auto’s in het stadje Maranello, waar Enzo Ferrari in 1943 zijn eerste fabriek bouwde. De combinatie van origine en vakmanschap maken het Ferrari mogelijk zijn afnemers hoge prijzen in rekening te brengen.

    Ferrari bouwt haar auto’s nog steeds in Maranello

    De band met het verleden mag nooit een sta-in-de-weg zijn voor innovatie. Een van de redenen voor de teloorgang van Fleet Street was het halsstarrig vasthouden aan verouderde drukmethodes, waardoor de kosten hoog opliepen. Het omgekeerde is echter ook het geval. Als er alleen aandacht is voor de homo economicus, maar niet voor de homo ludens (de spelende mens), dan gaat het op den duur ook fout. Mooie recente voorbeelden daarvan zijn General Motors, General Electric en 3M.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Lage rente centrale banken helpt vooral de rijken

    De extreem lage rente die centrale banken nu al tien jaar hanteren om de economie te stimuleren blijkt vooral gunstig uit te pakken voor grote bedrijven en zeer vermogende particulieren, zo schrijft de Financial Times. Terwijl centrale banken graag beweren dat ze de economie en de arbeidsmarkt willen ondersteunen blijken ze met hun beleid vooral de kloof tussen arm en rijk te vergroten.

    Grote bedrijven maken namelijk gebruik van de extreem lage rente door enorme bedragen te lenen en dat geld te gebruiken om eigen aandelen in te kopen. Dat geld gaat niet naar productieve investeringen in het bedrijf, maar naar een verhoging van de aandeelhouderswaarde. Door het inkopen van eigen aandelen stijgt immers de winst per aandeel, waardoor de waardering van deze aandelen omhoog schiet. Als je dan beseft dat 80% van de aandelen in handen is van de rijkste 20% van de bevolking, kan zie je ook hoe de lage rente vooral de meest vermogende mensen helpt.

    De lagere inkomens komen door de extreem lage rente in de verleiding meer geld te lenen of eerder een eigen huis te kopen. Dat laatste heeft vooral een prijsopdrijvend effect op de woningmarkt, waardoor de woonlasten uiteindelijk toch niet lager worden en men zich alleen maar dieper in de schulden heeft gestoken. Centrale banken gedragen zich dus – bedoeld of onbedoeld – vooral als bankiers voor de rijken.

    share-buybanks-ft

    Lage rente heeft vooral de aandeelhouders van bedrijven geholpen (Grafiek van de Financial Times)

  • Amerikaanse olie-industrie weer springlevend

    Begin oktober was het weer eens zover. De IPO van het bedrijf Extraction Oil & Gas werd een onverwacht groot succes. Het energiebedrijf haalde $633 miljoen uit de markt. Het was de meest succesvolle IPO in de sector sinds het midden van 2014, toen de olieprijs aan zijn val begon. Het succes van deze IPO was zo groot, dat andere bedrijven plannen maken om nog voor het einde van 2016 naar de markt te komen.

    oil-well-pixabay-teaserHet nieuwe enthousiasme bij bedrijven en beleggers is voor een groot deel gestoeld op het recente verhaal van OPEC in Algiers om plannen te gaan uitwerken voor een productiebeperking. Als Poetin zich zal aansluiten bij de productiebeperking kan de feestvreugde in de oliesector in de VS alleen maar groter worden. De prijs voor een vat olie ging fors omhoog tot boven een niveau van $50. Het hernieuwde zelfvertrouwen van de sector en beleggers is af te lezen aan de stijging van 25% van de S&P Commodity Producers Oil & Gas Exploration & Production Index.

    Betere vooruitzichten?

    Bedrijven in de sector maken volop gebruik van de verbeterde vooruitzichten om vooral hun financiële stabiliteit te verbeteren. Daar waren ze al toe gedwongen in de magere jaren vanaf 2014. Vanaf die periode is de waarde van hun schuld en van hun equity gekelderd en dus moesten de kosten omlaag. Volgens de onderzoekers is de sector daar wonderwel in geslaagd. Kosten zijn tot 40% gedaald. Alleen al daarom waren er al voor Algiers duidelijke tekenen van herstel. Vanaf mei begon het aantal actieve boorplatforms weer te groeien.

    Bedrijven proberen nu van de gunstigere omstandigheden gebruik te maken om hun schuld te herfinancieren en hun equity te versterken. En met succes. Volgens Dealogic zijn bedrijven erin geslaagd $26 miljard uit de secondaire markt te halen. Dat succes moet de juiste boodschap naar beleggers sturen. Bedrijven doen wat ze moeten doen en betalen hun schulden af. De hernieuwde vitaliteit begint ook terug te komen op de markt voor IPO’s. Die was nagenoeg stilgevallen met één IPO in 2015 die slechts $4,8 miljoen opbracht. Dat is een wereld van verschil met de recente IPO van Extraction Oil & Gas.

    oil-sector-ipos-ft

    Amerikaanse oliebedrijven halen weer miljarden op door herstel olieprijs (Bron: Financial Times)

    Opleving schalie-industrie

    Zoals te verwachten zit er meer in de pijplijn. Er zitten waarschijnlijk acht à negen IPO’s aan te komen. Dan gaat het vast en zeker om bedrijven die werkzaam zijn in het zogeheten Permian basin in Texas. Daar zit de meeste en best winbare olie tegen de laagste prijzen. Extraction zit overigens in Colorado en levert daarmee het bewijs dat beleggers weer verder om zich heen kijken.

    Het gaat overigens te ver om te stellen dat alle problemen weer achter de rug zijn. Faillissementen zijn ook bij stijgende olieprijzen nog aan de orde van de dag en veel banken zijn nog huiverig om de kredietkraan weer open te zetten. Het proces van normalisering is echter evenmin te ontkennen. De overlevende bedrijven hebben hun kracht en potentie meer dan afdoende bewezen en dat rechtvaardigt het enthousiasme bij beleggers!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Video: Over de nieuwe Silk Road

    silkroad-ft-teaserChina wil met het Silk Road project de handel op het Euraziatisch continent bevorderen en landen dichter bij elkaar brengen. Een nobel initiatief, waar tientallen landen zich inmiddels bij aangesloten hebben. Met miljardeninvesteringen in spoorlijnen kan China veel sneller goederen naar Europa transporteren dan via de handelsroutes over zee. Maar ook andere landen op de route, zeker de landen die geen rechtstreekse aansluiting hebben op de bekende handelsroutes over zee, kunnen profiteren van het ambitieuze Silk Road project.

    De Financial Times legde een gedeelte van de nieuwe handelsroute af en maakte daar de volgende reportage van.


  • Video: Financial Times over goud

    Izabella Kaminska van de Financial Times vraagt zich af waarom de samenleving zoveel waarde hecht aan goud. Waarom kiezen spaarders voor het edelmetaal, als ze hun geld ook kunnen gebruiken voor investeringen in mensen en bedrijven?


  • Grafiek: Zo ziet de dollarcrisis eruit!

    Vorige week lieten we op Marketupdate al zien dat het buitenland niet langer Amerikaans schuldpapier koopt, het begin van een dollarcrisis. Dat betekent dat Amerika voor de financiering van haar tekorten is aangewezen op binnenlandse beleggers en, meer waarschijnlijk, het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve. Het kwam voor ons dan ook niet bepaald als een verrassing toen Bernanke besloot om nog even te wachten met zijn tapering. Het gaat helemaal niet om de werkloosheid in Amerika!!


    Financial Times

    Langzaam maar zeker begint ook de mainstream media dit verhaal op te pikken. Zo plaatste columnist John Authers van de Financial Times gisteren dezelfde grafiek die Marketupdate vorige week al liet zien, met daarin een verwijzing naar ons twitter kanaal (@MarketupdateNL). John Authers werkt al 22 jaar bij deze krant en is daar verantwoordelijk voor artikelen en columns over lange-termijn ontwikkelingen in de economie. John Authers is afgestudeerd in filosofie, politiek en economie en heeft dus de nodige ervaring.

    Ons verhaal wordt opgemerkt en het is te hopen dat deze grafiek binnenkort ook in een gedrukte versie van de Financial Times staat.

    Dollarcrisis

    Aansluitend op deze grafiek plaatsen we ook graag de volgende grafiek van Eric Pomboy, die de netto aankopen van Amerikaanse staatsobligaties door het buitenland in kaart heeft gebracht. Deze grafiek laat in één oogopslag zien dat de dollar opnieuw voor een crisis staat, net als eind jaren ’90. Het grote verschil is dat er deze keer wél een alternatief beschikbaar voor de machtige Amerikaanse munt. We staan aan de vooravond van een grote dollarcrisis en die kan de Federal Reserve niet tegenhouden. Het buitenland is aan zet en heeft besloten de Amerikaanse munt de rug toe te keren.

    Netto aankopen van Treasuries door het buitenland

    Netto aankopen van Treasuries door het buitenland brengen de dollarcrisis in beeld