Tag: financiele markten

  • Financiële markten zijn weer nerveus, wat is er aan de hand?

    Een bekende uitspraak van econoom John Maynard Keynes is dat markten langer irrationeel kunnen zijn dan jijzelf solvabel. Anders gezegd, het is nogal lastig om financieel voordeel te halen uit het precies voorspellen van een financiële crisis. Toch zijn er signalen die iets zeggen over het naderen van zo’n omslag. En die wijzen sinds begin 2018 op toenemend gevaar.

    Denk hierbij aan negatieve rente swap spreads, ongehoorzame Fed Funds (de korte rente die de Fed bepaalt) en periodieke onrust in de markt waarin financieel onderpand wordt verhandeld (repo). Tel daarbij op dat de eurodollar futures curve sinds medio 2018 een opvallende gelijkenis laat zien met de periode eind 2006 tot aanvang van de financiële crisis begin augustus 2007. En sinds eind juni is er – voor het eerst sinds augustus 2007 – sprake van inversie in de beruchte interbancaire LIBOR curve.

    Onrust financiële markten neemt toe

    Financiële markten speculeren volop op een daling van het rentetarief van de Fed en de ECB heeft bij monde van Mario Draghi al aangekondigd de monetaire stimulering weer op te gaan schroeven. Waar komt deze onrust vandaan?

    Tot de kredietcrisis van 2008 waren banken en financiële instellingen in staat de brede vraag naar leningen te faciliteren. De financiële sector werd steeds efficiënter in het toewijzen van belegd vermogen en het creëren van nieuw krediet na opeenvolgende rondes van de- en re-regulering in de jaren tachtig. Overheden gingen hiertoe over, omdat ze zelf veel geld nodig hadden om aan hun sociale verplichtingen te kunnen voldoen, terwijl de belastinginkomsten door een stagnerende wereldeconomie daalden.

    Financiële markten werden steeds meer als bondgenoot omarmd. De rol van de staatslening is daarbij cruciaal gebleken. Beleidsmakers stemden ermee in dat de staatslening van kredietwaardige landen door financiële partijen kon worden gebruikt als meest veilige onderpand bij financiële transacties (repo). De staatslening werd zo een spil in een steeds omvangrijker mondiale geld- en kapitaalmarkt. Niet alleen in goede, maar ook in slechte tijden.

    Crisis in offshore dollarmarkt

    De mondiale geld- en kapitaalmarkt ontspoorde spectaculair in 2008. Hoewel de kredietcrisis wordt herinnerd als een subprime hypotheekcrisis, lag de oorsprong in de offshore dollar geldmarkt, daar waar de hypotheken werden gefinancierd. Omdat de hypotheekleningen ook zelf weer dienst deden als onderpand bij geldmarkt transacties, ontstond er een negatieve feedback-loop tussen geld- en kapitaalmarkt.

    Overheden schoten de financiële sector met belastinggeld te hulp en er ontstond een grote vlucht naar de veiligheid en liquiditeit van staatsleningen, met sterk dalende rentes als gevolg. Nadat het systeem was gestabiliseerd bleken bedrijven en consumenten – ondanks de lagere rentes – minder geneigd om nog veel te lenen. Er bleek hierdoor ook sprake van een negatieve feedback-loop tussen financiële markten en de reële economie.

    Waar komt die economische stagnatie vandaan?

    Vanaf medio 2018 vertoont de wereldhandel tekenen van stagnatie. Hoofd van de afdeling economisch onderzoek van de Bank for International Settlements in Bazel, Hyun-Song Shin, stelt in een recente presentatie dat de achterblijvende wereldhandel en de economische stagnatie niet hoofdzakelijk moet worden gezocht in het oplopende handelsconflict tussen de VS en China, maar juist in de achtergebleven vitaliteit van het financieel en bancair systeem sinds 2008. Ondanks grootschalige interventies en de structureel positieve grondhouding van centrale banken, is de vitaliteit van de financiële sector niet meer teruggekeerd naar die van voor de kredietcrisis, met negatieve gevolgen voor de mondiale waardeketens en uiteindelijk de wereldhandel.

    Het is al wat langer bekend dat Chinese banken grote moeite hebben om aan funding te komen voor hun binnenlandse kredietverlening. De Chinese centrale bank (PBOC) schoot hen te hulp, maar veel heeft het nog niet geholpen. De PBOC heeft zichzelf hierdoor mogelijk zelf in problemen gebracht, gelet op de afname van Amerikaanse staatsleningen op hun balans en moeite die het heeft om de koers van de yuan stabiel te houden.

    Een ander probleem doet zich voor bij Deutsche Bank. De bank heeft na een aantal mislukte fusiegesprekken nu aangekondigd met een zogenaamde ‘bad bank’ te willen komen om slechte leningen in op te bergen. Dit is waarschijnlijk nog de enige manier om op termijn weer gezond te kunnen worden. Met de ontwikkelingen in de geld- en kapitaalmarkt in het achterhoofd zijn dit symptomen van een dieper liggend probleem.

    Negatieve spiraal

    Er is sinds begin 2018 sprake van een negatieve feedback-loop tussen financiële markten en reële economie. Gebrek aan liquiditeit in financiële markten zorgt voor verminderde kredietverlening in de reële economie en voor verslechterde economische vooruitzichten. Dit zorgt weer voor verdere financiële verkrapping. Partijen die veel hebben geleend of partijen die op basis van een te positiviteit inschatting financiering hebben verstrekt krijgen het moeilijk.

    Wat zal het effect zijn van een plotseling sterke devaluatie van de yuan, een hernieuwde bankencrisis die begint bij Deutsche Bank of een andere verrassing, zoals een vlucht uit gammele bedrijfsobligaties? De Fed en andere centrale banken werden in 2008 verrast door het financiële infarct. En ook nu blijken ze al een tijd achter de financiële feiten aan te lopen. Zijn ze nog bij machte om de negatieve feedback-loop te keren?

    Sander Boon, politicoloog

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • Centrale bankiers moeten op zoek naar nieuwe beleidsindicatoren

    Het lijkt binnen de opkomende markten in een hoog tempo de verkeerde kant uit te gaan. Is dit het begin van iets veel ergers? Gaan de bubbels op de kunstmatig opgepompte markten eindelijk barsten? Het is alweer 10 jaar geleden dat de laatste bubbel ontplofte en dus is die vraag op zijn plaats.

    Die crisis werd bezworen, omdat centrale bankiers de rente ultra laag hielden en hun balansen met het lieve sommetje van $15 biljoen verruimden. Die daadkracht verhinderde dat de Grote Recessie omsloeg in een Grote Depressie. Dankzij dit beleid boeken beurzen record na record, maar een modale loonsverhoging zit er niet in. Centrale banken kunnen bubbels creëren, maar ze kunnen de drukkende effecten van globalisering, deflatie als gevolg van technologie en de groeiende macht van een handvol corporaties op de loonontwikkeling, niet ongedaan maken.

    Dat wil niet zeggen dat centrale bankiers met hun onconventionele aanpak geen goed werk verricht hebben in de afgelopen crisisjaren. Die is misschien wel iets minder onconventioneel dan menigeen verkondigt. Al sinds de jaren van Alan Greenspan houden banken de rente graag laag en nemen het risico op een asset bubbel op de koop toe. Ze zien zich hiertoe gedwongen. Politici in de ontwikkelde landen slagen er al tien jaar niet in om het lot van de doorsnee burger enigszins te verbeteren. Er zijn geen grote infrastructurele werken gestart, er wordt weinig tot niets gedaan aan de verbetering van het onderwijs.

    Grenzen monetaire stimulering bereikt?

    Deze vorm van monetair stimuleren is echter op zijn grenzen gestuit. Ongeveer 10% van de bevolking in de VS bezit 84% van de aandelen. Een stijging van de prijzen van assets stimuleert niet langer de inflatie, maar de ongelijkheid. De nieuwe voorzitter van de Fed, Jerome Powell, lijkt niet van zins om het huidige beleid snel aan de kant te schuiven. Voor hem is het nog steeds business as usual. Alhoewel, het lijkt erop dat het besef aanwezig is dat de huidige strategie niet meer werkt.

    Volgens Powell is inflatie niet langer de beste indicator om te bepalen of de arbeidsmarkt overspannen is of niet. Onderzoek wijst uit dat in de aanloop naar de laatste twee recessies excessen ontstonden op de financiële markten. Die pakten noodlottig uit voor de economie, niet de inflatie. De boodschap moet dus luiden dat beleidsmakers en risicomanagers verder moeten kijken dan alleen maar naar inflatie als ze excessen willen ontwaren. Die boodschap betekent ook dat centrale banken eindelijk erkennen dat er zoiets als financialisation bestaat en dat de financiële markten de bron van veel onheil zijn. Tot voor kort gold het dogma dat een economische neergang uitmondt in een val van de financiële markten. Natuurlijk waren al eerder beleidsmakers die mening toegedaan.

    Goedkoop geld zorgt voor bubbels

    Al in 1959 schreef Alan Greenspan dat goedkoop geld en hoge koersen voor bubbels konden zorgen die veel onheil konden aanrichten in de wereld van alledag. Dat werpt weer de vraag, waarom Greenspan als voorzitter van de Fed en met hem ook de voorzitters na hem bubbels lieten ontstaan om ze vervolgens te laten ontploffen? Het antwoord moet luiden dat Greenspan de financiële sector een zeer warm hart toedroeg. Hij gunde de sector zijn feestjes. Ter verontschuldiging kan aangevoerd worden, dat de politiek het hem moeilijk had gemaakt om het feestje stop te zetten.

    Maar terug naar het heden. Is het zeer wel mogelijk dat de gang van zaken in de opkomende markten een voorbode is van een forse economische afkoeling. Bijna niemand ontkent dat die voor de deur staat en vroeger of later aanklopt. Die wetenschap zou centrale bankiers moeten aansporen op zoek te gaan naar een nieuwe strategie. Het is immers tien jaar geleden dat de crisis startte en bijna veertig jaar geleden dat de rentedaling inzette.

    Om te beginnen zou het niet onverstandig zijn de financiële markten te incorporeren in de economische modellen. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het belang en het gewicht ervan alleen maar gegroeid. Wat zouden alternatieve criteria voor inflatie kunnen zijn? De almaar groeiende schuldenberg? De groei van de vermogenstitels in relatie tot de groei van het bruto binnenlands product of misschien gewoon de krankzinnige stijging van de huizenprijzen in alle grote steden van de wereld. Misschien is dat wel de beste indicator, zoals dat in 2008 ook het geval was!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Video: Wat kunnen we leren van een bijenkolonie?

    Een bijenkolonie heeft wel wat weg van de aandelenmarkt. In beide gevallen zijn er heel veel verschillende transacties die door elkaar heen lopen. Het zijn de collectieve activiteiten van veel verschillende individuen die een aandelenmarkt richting geven. Dat werkt in de financiële wereld niet anders dan in een bijenkolonie, zo stellen onderzoekers van de Universiteit van Illinois. Binnen een bijenkolonie is er weliswaar een koningin, maar die kan niet alles onder controle houden.

    Onderzoekers proberen uit te vinden hoe er gecoördineerd wordt in complexe systemen waar geen duidelijke leider is. Hoe communiceren de insecten met elkaar zonder een communicatiesysteem zoals mensen dat ontwikkeld hebben? Ook dat proberen de onderzoekers uit te vinden aan de hand van tests.

    Zal dit onderzoek nieuwe inzichten opleveren die ons helpen de financiële markten (of de samenleving als geheel) beter te begrijpen? We kwamen de volgende interessante video tegen op het blog van Ritholtz.