Tag: financiele sector

  • Bedrog en wangedrag financiële sector is van alle tijden

    De financiële crisis die in 2008 begon is op papier voorbij, maar in de praktijk is de crisis overal terug te vinden. Door die crisis raakte de wereld ondergedompeld in een diepe en lange recessie die wereldwijd het ontslag van miljoenen werknemers en het faillissement van duizenden en nog eens duizenden bedrijven tot gevolg had.

    Evenals de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw zal ook de afgelopen crisis fungeren als een breukvlak in de geschiedenis. Door de financiële crisis zal de wereld van na de crisis nog maar weinig weghebben van de wereld van voor de crisis

    De crisis was niet het gevolg van natuurkrachten of van bovennatuurlijk ingrijpen, maar het gevolg van wangedrag van grote en kleine namen in de financiële sector. Het frustrerende is dat slechts een enkeling voor zijn wangedrag voor de rechter is gedaagd en veroordeeld. Wel zijn nagenoeg alle grote banken van naam en faam gedaagd en er zijn vele miljarden aan boetes uitgedeeld.

    Welke lessen kunnen we leren?

    Zijn er lessen geleerd en zijn er lessen te leren? Ja, denken ze bij het Britse Fixed Income, Currencies and Commodities Markets Standards Boards (FMSB). Dit instituut werd drie jaar geleden door de Bank van Engeland en het ministerie van Financiën opgericht om studie te doen naar wangedrag op de financiële markten. De directe aanleiding was het naar buiten komen van het Liborschandaal. Banken van naam en faam bleken er niet voor terug te deinzen de Libor rentevoeten te manipuleren. Rabobank is zowel in Nederland als in de Verenigde Staten beboet voor haar deelname aan deze praktijken.

    Volgens Mark Carney, gouverneur van de Bank van Engeland, was systematisch onderzoek naar de oorzaken van dat wangedrag noodzakelijk en dringend. De uitkomsten moesten het collectief geheugen van de markt versterken over wat behoorlijk gedrag in de praktijk inhoudt. Carney wees er ook op dat een nieuwe generatie op het punt staat de vitale posities op de markten in te nemen. Het gevaar is daarmee reëel dat ze bij gebrek aan een collectief geheugen dezelfde fouten gaan maken als hun voorgangers. De uitkomsten van het onderzoek moesten volgens Carney ook deel gaan uitmaken van het nieuwe ransel van de toezichthouders. Systematisch toezicht en strenge controle zijn natuurlijk onontbeerlijk, maar er moet ook veel meer aandacht komen voor gedrag, houding, governance en cultuur.

    Figuur 1: Categorieën en patronen (Bron: FMSB)

    Wangedrag in financiële sector

    De Britten hebben het onderzoek grondig aangepakt. Over een periode van 225 jaar hebben ze in totaal 390 gevallen van wangedrag in kaart gebracht. Een opvallende uitkomst van het onderzoek is dat door de tijd heen er slechts een beperkt aantal vormen van wangedrag voorkomt. Die weten zich echter steeds weer met succes aan de nieuwe tijden en aan de nieuwe technologieën aan te passen. De belangrijkste vormen zijn: ‘price manipulation, inside information, circular trading, reference price influence, collusion and information sharing, improper order handling and misleading customers’.

    Dit gedrag is niet gebonden aan landsgrenzen of aan jurisdicties en het gaat ook over alle beleggingscategorieën heen. Dat wijst erop dat er een groter probleem is dan slechts de bekende rotte appel in de mand. Het is een structureel gegeven dat werken in de financiële sector tot wangedrag uitnodigt. De zeven brede categorieën kunnen overigens weer onderverdeeld worden in 25 patronen van gedrag. Ook is duidelijk geworden dat dezelfde vormen van wangedrag voorkomen in alle markten.

    Manipulatie

    Onderzoekers staven hun bevindingen met talloze voorbeelden die keer op keer laten zien dat wangedrag zich steeds weer heeft weten aan te passen aan de voorhanden zijnde technische mogelijkheden. Zo kochten in 1814 Charles de Berenger en Thomas Cocrane samen met nog zes namen grote aandelen staatsobligaties. Vervolgens reisde De Berenger af naar Dover om zich daar voor te doen als een Franse officier, die wist te melden dat Napoleon was gesneuveld. Hij stuurde zelfs een officieel schrijven aan de Admiraliteit in Londen en organiseerde een overwinningsparade op London Bridge. Toen dit valse nieuws begon door te sijpelen steeg de koers van de obligaties. De heren deden ze met een mooie winst van de hand.

    Bijna 200 jaar later stelde de US Securities and Exchange vast dat een vals Twitteraccount was gebruikt om een geruchtenstroom de wereld in te helpen over Audience, een technologiebedrijf en Sarepta Therapeutics, een biotechbedrijf.

    Figuur 2: Markten en Asset Classes (Bron: FMSB)

    De uitkomsten van het onderzoek stellen niet gerust. Wangedrag in de financiële sector komt in alle landen voor, in alle markten en in alle asset classes. Blijkbaar maakt de gelegenheid de dief. Of het werken aan een collectief geheugen hier een efficiënt wapen tegen is, moet nog maar blijken. Er is in ieder geval geen reden voor overdreven optimisme.

    Cor Wijtvliet

    Bron: FICC Markets Standards Board, Behavioural Cluster Analysis. Misconduct Patterns in Financial Markets. July 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Arnoud Boot: “Het is tijd voor een depositobank”

    Banken moeten meer speelruimte krijgen om de concurrentie met nieuwe financiële instellingen aan te kunnen, maar tegelijkertijd verwachten we dat het betalingsverkeer tussen banken altijd veilig en probleemloos verloopt. Deze twee activiteiten gaan in de praktijk echter moeilijk samen, zoals de financiële crisis van 2008 heeft laten zien. Toezichthouders hebben tal van regels bedacht om de bankensector veilig te maken, maar nog steeds is het financiële systeem volgens kenners nog steeds kwetsbaar.

    Afgelopen vrijdag presenteerde het Sustainable Finance Lab haar visie op wat de financiële sector moet doen om de risico’s beheersbaar te maken en het betalingsverkeer veilig te stellen. Om de publieke functie van banken veilig te stellen – betalingsverkeer en spaartegoeden – is het volgens de denktank aan te bevelen om een soort depositobank op te richten. Ook moet het betalingsverkeer zodanig verankerd worden dat de toezichthouder grip op het betalingsverkeer heeft.

    Arnoud Boot, hoogleraar in ondernemingsfinanciering en financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam, zegt in Buitenhof dat de publieke functie en de ondernemingsfunctie van banken beter gescheiden moet worden en dat banken daarom anders georganiseerd moeten worden. Doen we dat niet, dan kunnen we banken niet voldoende speelruimte geven om de concurrentiestrijd aan te gaan met allerlei nieuwe financiële instellingen.

    Depositogarantiestelsel

    Binnen ons huidige systeem worden spaartegoeden tot €100.000 gegarandeerd door het depositogarantiestelsel, maar deze garantie wordt gegeven door een andere partij. Een bank denkt dat het dit geld gegarandeerd zal krijgen, met als gevolg dat er geen enkele discipline is voor banken om verantwoord met de spaartegoeden om te gaan. Wil je de publieke functie van betalen en sparen goed inrichten, dan zou je volgens Arnoud Boot ook een depositobank moeten hebben. Daarmee geef je spaarders de mogelijkheid om hun geld rechtstreeks te parkeren bij de centrale bank.

    In dit systeem worden banken volgens Arnoud Boot meer afhankelijk van lange termijn financiering en minder afhankelijk van spaartegoeden die op ieder moment weggehaald kunnen worden. Daardoor zouden banken zich weer meer kunnen richten op de langere termijn, aldus Boot. In Buitenhof een uitgebreid gesprek over de grote veranderingen in de financiële sector.

    Depositobank?

    Een paar jaar geleden werd er ook al gesproken over een depositobank, maar toen kreeg het initiatief te weinig draagvlak en was er geen mogelijkheid om onder verplichte deelname aan het depositogarantiestelsel uit te komen. De Nederlandsche Bank wilde daar geen uitzondering voor maken en verstrekte daarom geen bankvergunning. Nu staat het onderwerp opnieuw in de belangstelling.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

  • Stijgende rente pakt goed uit voor de financiële sector

    Het is onmiskenbaar dat er een duidelijk verband is tussen het stijgen van de rente en een verbetering van de winstgevendheid van banken. Dat althans is de uitkomst van een zeer uitvoerig onderzoek door drie researchers van de Federal Reserve Board. In hun onderzoek Low-interest rates and banks’ net interest margins uit 2016 hebben ze maar liefst 3.418 banken uit 47 landen over de periode 2005 – 2013 kritisch bekeken om tot bovenstaande conclusie te komen.
    Veel beleggers zijn het eens met de conclusie.

    Vooral aandelen van Amerikaanse banken hebben het goed gedaan sinds de Fed is begonnen de rente in kleine stapjes te verhogen. Europese banken blijven duidelijk achter bij hun Amerikaanse concullega’s, deels omdat renteverhogingen in dit deel van de wereld nog wel even op zich zullen laten wachten. Het effect van een renteverhoging mag er zijn, zo denken ze bij Morgan Stanley. Een verhoging met 10 basispunten kan de winst van Europese banken met 5% – 6% verbeteren. Europese banken met belangen in de VS trekken ook profijt van de renteverhogingen in de VS. Een bank als het Zwitserse UBS is daar duidelijk over.

    Winstmarge

    De verhoging van de winstgevendheid is vooral te danken aan het verbeteren van de marges. Dankzij de renteverhoging groeit het verschil tussen wat banken aan de kredietvrager in rekening kan brengen en wat ze betalen voor hun funding. De impact is het grootst wanneer de rente voor banken over een lange periode erg laag is geweest, wat het geval is in Europa. Europese banken hebben zich altijd genoodzaakt gevoeld hun depositohouders een vergoeding te betalen. Dat ging duidelijk ten koste van de winstontwikkeling. Volgens Morgan Stanley kunnen vooral banken met veel leningen met een variabele rente in de boeken hun winstgevendheid het snelst verbeteren. Ze hebben zodoende de flexibiliteit die rentes snel te verhogen als een officiële renteverhoging eenmaal een feit is. In Europa betekent dit dat vooral banken in Italië, Spanje en Duitsland zodoende het best gepositioneerd zijn hun winstgevendheid snel op te voeren. In de VS gaat het om banken als Bank of America, Citigroup en JP Morgan.

    Overigens is een stijgende rente niet louter een bron van goed nieuws voor banken. Een stijgende rente kan de waarde van de obligatieportefeuille aantasten. Sommige Europese banken met omvangrijke portefeuilles en langlopende obligaties zijn in het bijzonder kwetsbaar. Ook de economie speelt een rol. Als de rente stijgt, omdat de economie goed draait, dan is dat goed nieuws voor banken. Een te snel stijgende rente kan echter als gevolg hebben dat leningen niet meer afbetaald worden. Dat kan een probleem worden voor banken. Een ander punt is of banken de afgelopen jaren hun portefeuilles wel voldoende opgeschoond hebben. Als dat onvoldoende gebeurd is, dan kan een rentestijging de kredietwaardigheid van klanten aantasten. Klanten op hun beurt kunnen schrikachtig reageren op rentestijgingen, gewend als ze zijn aan een heel lage rente. Banken op hun beurt kunnen hierop reageren door minder gemakkelijk leningen te verstrekken, omdat ze bang zijn voor de kredietwaardigheid van deze klanten. In de VS is dit proces zichtbaar.

    Er zijn naast voordelen ook duidelijk nadelen als de rente omhooggaat. Die vallen echter in het niet bij de nadelen van een aanhoudend zeer lage rente. Die vreet aan de winstgevendheid, omdat bijvoorbeeld consumenten en masse hun hypotheken zijn gaan herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden.

    Verzekeraars

    Ook verzekeraars zijn over het algemeen blij met de renteverhogingen in de VS. Ze gaan er bovendien van uit dat ook in Europa de rente op afzienbare termijn weer omhooggaat. Een lage rente impliceert een aanslag op hun beleggingsinkomsten, de belangrijkste bron van winst. Zeker voor levensverzekeraars was de lage rente welhaast een ramp, omdat ze in tijden van een hogere rente langlopende verplichtingen waren aangegaan. Zij waren dus blij met het rentebeleid van de Fed, evenals de belegger. Koersen van verzekeraars zijn in de VS in 2017 behoorlijk gestegen en hetzelfde is in Europa het geval. Al zijn ze in 2017 in Europa omhooggegaan, zij het minder snel.

    De lage rente in de afgelopen jaren heeft verzekeraars gedwongen om hun businessmodel aan te passen aan die nieuwe werkelijkheid. Zo zijn ze gaan afzien van het aanbieden van garantieproducten. Die leggen verhoudingsgewijs beslag op veel middelen, maar bij een lage rente zijn ze amper aantrekkelijk voor klanten. Verzekeraars zijn hun beleggingsportefeuille gaan aanpassen aan de langdurig lage rente. Ooit bestond die portefeuille voornamelijk uit overheidsobligaties en hoogwaardige bedrijfsobligaties. In hun zoektocht naar rendement hebben ze gekozen voor een strategie van diversificaties. Dat betekende soms beleggen in meer illiquide assets, zoals infrastructuur, of in minder kredietwaardige assets. Ook is de belangstelling voor kredietverlening bij verzekeraars sterk toegenomen, evenals de belangstelling voor onroerend goed, ook al laat de kwaliteit van deze nieuwe inkomstenbronnen wel te wensen over. Het rendement vergoedt echter de twijfel.

    Die nieuwe aanpak bevalt zo goed, dat die ondanks een stijgende rente gehandhaafd blijft. Diversificatie kent echter beperkingen. Schadeverzekeraars moeten wel laag renderende assets aanhouden, omdat ze vaak in kort bestek moeten uitkeren. Een tweede beperking is kennis van zaken. Het gevolg van diversificatie is ook, dat verzekeraars meer kennis in huis moeten halen van de verschillende aandachtsgebieden.

    Cor Wijtvliet

    Voetnoot: ER Capital is in de bankensector uitgesproken positief over ABN Amro en ING Groep. Onze favorieten onder de verzekeraars zijn Aegon, Axa en NN Group.

  • BaFin: “Negatieve rente gif voor Duitse bankensector”

    De negatieve rente werkt als gif voor de Duitse bankensector, dat zei de Duitse financiële toezichthouder BaFin dinsdag tijdens haar jaarlijkse persconferentie. Door de extreem lage rente moeten de 1.600 lokale Duitse banken meer reserves aanhouden, wat ten koste gaat van hun verdiencapaciteit. Sommige banken zouden daardoor zelfs in de problemen kunnen komen.

    Ook de Duitse pensioenfondsen en verzekeraars voelen de pijn van het rentebeleid van de ECB, omdat het steeds moeilijker wordt alle verplichtingen na te komen. De rendementen die zij in het verleden garandeerden aan klanten zijn steeds moeilijker te halen zonder extra risico’s te nemen. Volgens de BaFin zijn niet alle financiële instellingen in staat met deze druk om te gaan, zeker niet als de rente nog veel langer op dit extreem lage niveau blijft.

    Duitsland verliest door negatieve rente

    Na Zweden is Duitsland het meest spaarzame land in de Europese Unie, want een doorsnee huishouden in Duitsland spaart 16,9% van het besteedbare inkomen. Door het rentebeleid van de ECB levert het spaargeld nauwelijks rendement op, een probleem waar ook de financiële toezichthouder mee worstelt. "We zijn met de pensioenfondsen in gesprek over hoe we dit probleem kunnen aanpakken", zo verklaarde toezichthouder Frank Grund van de BaFin. De kans is groot dat een aantal kleinere financiële instellingen in Duitsland het hoofd niet meer boven water kan houden als de rente langdurig op dit lage niveau blijft. Het is de zoveelste waarschuwing vanuit Duitsland op het monetaire beleid van de ECB. Dat is niet vreemd, als je bedenkt dat het land begin jaren '20 de gevolgen van hyperinflatie moest ondergaan. Iedereen die zijn vermogen niet op tijd in veiligheid bracht zag zijn of haar spaargeld verdampen. Daarom hebben Duitsers nog steeds de schrik van centrale banken die een te ruim monetair beleid voeren.

    bafin

    Bafin: Negatieve rente is als gif voor Duitse bankensector

  • Helft beleggers heeft geen vertrouwen in vermogensbeheerders

    Uit onderzoek van het CFA Institute blijkt dat slechts de helft van alle beleggers vertrouwen heeft in vermogensbeheerders en andere financiële dienstverleners. Onder particuliere beleggers blijkt het vertrouwen met 51% overigens veel lager te zijn dan onder institutionele beleggers, waar het aandeel op 61% ligt.

    Het lage vertrouwen in financiële dienstverleners is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de vele schandalen die sinds het uitbreken van de financiële crisis 2008 boven water zijn gekomen. Denk daarbij aan witwaspraktijken, ongeoorloofde handel voor eigen rekening, het misbruik maken van insider informatie en het manipuleren van rentes. Volgens de Edelman vertrouwensbarometer van 2013 scoren de financiële dienstverleners en banken het slechtste (zie figuur 1).

    Financiele dienstverleners worden het minst vertrouwd

    Financiële sector geniet relatief weinig vertrouwen

    Regionale verschillen

    Uit het onderzoek van CFA Institute blijkt dat het vertrouwen in de financiële sector – in het bijzonder vermogensbeheer – ook per regio sterk kan verschillen. In Hong Kong geniet de sector veel meer vertrouwen (68%) dan in Westerse landen als de VS (44%) en het Verenigd Koninkrijk (39%) (zie figuur 2). Ook blijkt dat slechts 19% van de ondervraagde beleggers er een sterk vertrouwen in heeft dat ze een eerlijke kans maken om te profiteren van een belegging in de kapitaalmarkt.

    Financiele sector geniet weinig vertrouwen

    Opvallend genoeg zien veel beleggers een taak voor de overheid weggelegd om het vertrouwen in de financiële sector op te vijzelen. Maar liefst 52% van de ondervraagde beleggers wereldwijd is van mening dat nationale en wereldwijde toezichthouders het grootste verschil kunnen maken. Slechts 28% legt die verantwoordelijkheid primair bij de professionals in het vermogensbeheerder.

    De drie eigenschappen van vermogensbeheerders die het meest gewaardeerd worden door beleggers zijn als volgt. Merk op dat het behaalde rendement niet in dit lijstje staat, die wens staat op de zesde plaats!

    1. Transparantie en openheid van zaken
    2. Verantwoordelijkheid nemen bij problemen en in crisistijd
    3. Voldoen aan een hoge ethische standaard

    Voor de volledige lijst verwijzen we naar het rapport van het CFA Institute.