Tag: japan

  • Japanse staatsobligaties opnieuw onderuit: rente naar 0,79%

    Afgelopen vrijdag schreven we al over een substantiële stijging van de rente op Japanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar. Het stimuleringsprogramma van de Bank of Japan gaf een nieuwe impuls en bracht de rente op de 10-jaars benchmark naar een historisch laag niveau. Een stijging van de rente kan Japan snel in de problemen brengen, want het land heeft een staatsschuld die meer dan twee keer zo groot is als het BBP.

    De stijging van de rente illustreert de toenemende twijfels over het beleid van de Japanse regering en de Bank of Japan. De zorgen over deflatie maken plaats voor zorgen over inflatie. De geldontwaarding manifesteert zich in een zwakkere koers van de yen en een razendsnelle stijging van de aandelenmarkt. Japan moest tijdens het G7 topoverleg al verantwoording afleggen voor haar wisselkoersbeleid, dat volgens haar handelspartners veel weg heeft van een valutaoorlog.

    Afgelopen vrijdag steeg de rente op de 10-jaars staatsobligaties van Japan al met 10 basispunten en vandaag zijn er opnieuw 9 basispunten bij gekomen. In slechts twee dagen tijd is de rente die de markt vraagt om Japan voor 10 jaar geld te lenen gestegen van 0,60 naar 0,79 procent, een stijging van meer dan 30%.

    Ook de belangstelling voor de 5-jaars staatsobligaties van Japan neemt af. De rente klom vandaag met 5 basispunten naar 0,34%. Dat is ruim 18% meer dan wat de markt afgelopen vrijdag nog vroeg. Twee maanden geleden rekenden beleggers nog 0,12% rente op een 5-jaars staatslening, nu is dat bijna 3x zoveel.

    Rente op Japanse 10-jaars lening loopt sterk op, in twee dagen van 0,6 naar 0,79 procent (Bron: Bloomberg)

    Rente op 5-jaars obligaties bijna verdrievoudigd in slechts twee maanden tijd (Bron: Bloomberg)

    Wisselkoers

    De Japanse yen is sterk in waarde gezakt sinds het aantreden van de nieuwe Japanse premier, Shinzo Abe. De aankondiging van een nieuw stimuleringsprogramma door de Bank of Japan gooide olie op het vuur. Tot en met november vorig jaar lag de wisselkoers nog op ¥80 per $1, daaa ging het bergafwaarts met de Japanse munt. De waarde werd omlaag gebracht tot meer dan ¥100 per $1, waarmee de koopkracht van de yen in dollars met een kwart onderuit is gegaan. Met een koopkrachtverlies van 25% in een half jaar tijd kan men gerust spreken van een valutaoorlog, al zal men dat op het inteationale podium (G7, G20) glashard blijven ontkennen. De VS doet natuurlijk even hard mee in het spelletje, door $85 miljard per maand bij te drukken.

    Een Amerikaanse dollar was in november nog 80 yen waard, nu meer dan 100 yen (Bron: Bloomberg)

  • Het rommelt op de Japanse obligatiemarkt…

    Zero Hedge plaatste een aantal grafieken van Bloomberg, die laten zien dat de handel in Japans schuldpapier zelfs heel even is stilgelegd vanwege een sterk oplopende rente. De vergoeding op 10-jaars schuldpapier steeg vandaag met 11 basispunten naar 0,7%. Dat is hetzelfde niveau als in februari dit jaar. De procentuele stijging van vandaag was de grootste in vijf jaar tijd.

    Ook de rente op de 5-jaars staatsobligaties van Japan schoten omhoog. Die bereikten een niveau van 0,28%, het hoogste niveau in dertien maanden tijd. Uit de grafieken valt af te leiden dat de volatiliteit in de Japanse obligatiemarkt sinds het aantreden van de nieuwe premier Shinzo Abe sterk is toegenomen. Abe wil de economie stimuleren en heeft de centrale bank verzocht om meer geld bij te drukken. Het laten oplopen van het begrotingstekort en de inflatie maakt beleggers ongerust, want een negatieve reele rente maakt het minder interessant om Japans schuldpapier aan te houden. Japan heeft een staatsschuld van meer dan 1.000 biljoen yen verzameld, een schuld die alleen te dragen is als de rente laag blijft. Een verdubbeling van de rente naar ongeveer 1,4% zou een desastreus effect hebben op de begroting. De Japanse regering heeft dan simpelweg niet genoeg inkomsten om de rente te betalen.

    Handel in futures van het schuldpapier werd zelfs even stilgelegd

    Rente op 10-jaars leningen Japan terug op niveau van februari

    Rente op 10-jaars Japanse staatsleningen al vijf jaar niet zo sterk gestegen op één dag

    Ook de 5-jaars rente loopt weer wat op

  • Japanse premier wil stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen

    De nieuwe Japanse premier Shinzo Abe heeft een nieuw stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen aangekondigd, dat volgens hem nodig is om de economie uit het slop te trekken. De overheid zou dit bedrag (omgerekend bijna €90 miljard) volgens de premier vooral moeten investeren in infrastructuur. Met dit stimuleringsprogramma overschrijdt de premier het uitgavenplafond dat door zijn voorganger Noda in het leven werd geroepen.

    Woensdag kondigde de premier het stimuleringsplan aan dat economische groei zou moeten genereren. “Vanuit een macro-economisch perspectief bezien is er waarschijnlijk ongeveer ¥10 biljoen nodig”, zo verklaarde de premier op woensdag. Met omgerekend €89 miljard aan extra overheidsbestedingen komt Abe zijn verkiezingsbelofte na en distantieert hij zich van het beleid van zijn voorganger Noda. Die gaf in augustus nog goedkeuring aan het plan op om de komende drie jaar niet meer dan ¥44 biljoen per jaar aan nieuwe staatsobligaties uit te schrijven. Vanaf het fiscale jaar 2013 zou de overheid volgens dit plan niet meer schulden mogen maken dan in het fiscale jaar 2012.

    Die administratieve beperking op de begroting, enigzins vergelijkbaar met het schuldenplafond in Amerika, moet het veld ruimen als Shinzo Abe zijn stimuleringsplannen wil doorvoeren. De jaarlijkse begroting, die volgens zijn voorganger Noda niet groter mocht worden dan ¥71 biljoen, zal door de nieuwe premier waarschijnlijk verder opgerekt worden.

    Shinzo Abe heeft de centrale bank van Japan onder druk gezet om een soepeler monetair beleid te voeren, waardoor extra overheidsstimulering en schulduitgifte mogelijk is. De Bank of Japan zal donderdag de uitkomst doorgeven van een tweedaagse beleidsvergadering, een gebeurtenis die door de Japanse media op de voet wordt gevolgd.

    De extra ¥10 biljoen aan uitgaven voor infrastructuur en rampenbestrijding zal voor bijna de helft ‘gefinancierd’ worden door een overschot in het vorige fiscale jaar, de andere helft moet bijgeleend worden door middel van de uitgifte van nieuwe staatsobligaties. De Japanse staatsschuld is in omvang meer dan twee keer zo groot als het BBP van het land, met afstand de hoogste schuldquote van alle geïndustrialiseerde landen. De extreem hoge staatsschuld heeft totnogtoe niet voor problemen gezorgd, omdat de binnenlandse vraag naar het schuldpapier nog steeds groot is. Japanners sparen veel in staatsobligaties van hun eigen overheid, waardoor het land relatief weinig extee schuldeisers heeft. Dat is ook één van de redenen waarom er in de wereld relatief weinig gesproken wordt over het Japanse schuldenprobleem.

    Financieringsprobleem

    De Japanse overheid slaagt er nog steeds in de tekorten te financieren met het spaargeld van haar eigen burgers, maar er zijn ontwikkelingen gaande die vroeg of laat problemen kunnen opleveren. Als eerste is er de vergrijzing, een demografisch probleem dat ook effect zal hebben op de pensioenfondsen. Die fondsen zullen vroeg of laat bezittingen moeten verkopen, zodra het punt bereikt wordt waarop er pensioenuitkeringen zijn dan inkomsten. Dat betekent dat er ook dat er minder staatsobligaties gekocht zullen worden door pensioenfondsen.

    Een andere ontwikkeling die zorgen baart is de handelsbalans van Japan. Was het land van 1981 tot en met 2008 nog een netto exporteur, sindsdien is Japan omgeschakeld naar een importeconomie. De verzwakte handelsbalans betekent dat het land meer geld moet lenen om zijn import te kunnen betalen. Onderstaande grafiek laat zien dat de handelsbalans het afgelopen jaar sterk verslechterd is. Financiële markten prijzen het ‘inflatiegevaar’ van de nieuwe politieke koers in, want de rente op 10 jaars staatsobligaties is de laatste dagen weer wat aan het stijgen. Inmiddels is de rente op deze obligaties door het 100-daags gemiddelde heen gebroken. Over de langere termijn bezien kunnen we nu nog niet spreken van een trendbreuk, de rente was een jaar geleden nog beduidend hoger dan nu.

    Japan is geen exportland meer (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Rente Japanse staatsobligaties loopt laatste dagen weer iets op (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)

  • China en Japan willen eigen valuta gebruiken

    De twee grootste economieën van Azië hebben besloten om hun eigen valuta meer te gaan gebruiken in onderling handelsverkeer. Volgens het Japanse ministerie van Financiën wordt nu in 60% van de transacties de Amerikaanse dollar gebruikt. De landen willen met deze actie hun valutarisico verkleinen.

    De nieuwe overeenkomst tussen de Chinese en Japanse overheid markeert een nieuwe stap in de wereldwijde valuta-oorlog. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de Amerikaanse dollar de wereldreservemunt, de valuta die in alle landen van de wereld gebruikt wordt om internationale transacties te verrichten. Alle grondstoffen – inclusief olie – worden vandaag de dag voornamelijk in dollars afgerekend, waarmee de Amerikaanse valuta op kunstmatige wijze ondersteund wordt. Bedrijven en beleggers hebben immers veel Amerikaanse dollars nodig om transacties uit te voeren. Een neveneffect daarvan is ook dat de dollar hierdoor een premium heeft als de meest liquide valuta in de wereld.

    Omdat Amerika het monopolie heeft op het drukken van dollars kende dit land decennia lang een ongekend hoog welvaartsniveau, maar sinds de uitbraak van de grote wereldwijde financiële crisis in 2008 is het bedrijfsmodel van Amerika steeds meer onder druk komen te staan. De enorme begrotingstekorten van de Obama regering (al drie jaar op rij groter dan $1.000 miljard), het goedkope geld van de Federal Reserve via lage rente en ‘kwantitatieve verruiming’ en de bailout-cultuur van de Amerikaanse overheid hebben de status van de Amerikaanse dollar als wereldreservemunt de laatste jaren geen goed gedaan.

    Diversificatie

    Als gevolg hiervan hebben verschillende landen al initiatieven ontplooid om hun afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verkleinen. Zo wilde de Irakese dictator Saddam Hussein zijn olie laten afrekenen in euro’s in plaats van Amerikaanse dollars, werkte Muammar Gaddafi van Libië aan een door goud gedekte valuta als reservemunt voor het hele Afrikaanse continent, pleitte de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad ook voor het verhandelen van olie in euro’s in plaats van Amerikaanse dollars en spraken China en Rusland af om onderlinge handel in de eigen valuta te stimuleren.

    China en Japan willen de rol van de dollar verkleinen

    De volgende stap komt van China en Japan, die hun eigen valuta nu een prominentere positie willen geven ten koste van de Amerikaanse dollar in de onderlinge handel. China is de grootste handelspartner van Japan met in totaal 26.500 miljard Yen (omgerekend €260 miljard) aan totaal handelsverkeer. Dat is aanmerkelijk meer dan tien jaar geleden, toen het handelsverkeer tussen de twee landen ongeveer 9.200 miljard Yen (naar de actuele wisselkoers ruim €90 miljard) groot was. Vanwege de enorme omvang van de handel tussen de twee Aziatische landen wordt deze nieuwe overeenkomst gezien als het meest significante handelsverdrag dat China de laatste jaren heeft gesloten. Dat zijn tenminste de woorden van Ren Xianfang, een in Beijing gevestigde econoom van IHS Blobal Insight Ltd.

    Aansluitend met de overeenkomst om meer yen’s en yuan’s te gebruiken in het onderlinge handelsverkeer sprak Japan ook haar plan uit om de yuan’s die het ontvangt uit export van goederen naar China deels te investeren in Chinese staatsobligaties. China kondigde op haar beurt ook een valuta swap ter grootte van 70 miljard yuan (omgerekend €8,48 miljard) aan, waarmee het Thailand stimuleert om ook de Chinese valuta te gebruiken in het handelsverkeer met Aziatische partners.

    De strategie van Japan en China om meer samen te werken en de afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verkleinen moeten de handel tussen en de onderlinge investeringen in de twee landen verder stimuleren, aldus de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Hong Lei. ”Het versterkt de mogelijkheden van de regio om zich te beschermen tegen risico’s en uitdagingen”.

    De Japanse premier Noda en de Chinese premier Jiabao bereiken belangrijke handelsovereenkomst (afbeelding van Bloomberg)