Tag: piketty

  • Ongelijkheid: soms goed, meestal slecht

    Ongelijkheid tussen mensen is van alle tijden. In sommige periodes neemt de ongelijkheid toe en soms neemt die af. In het westen is de ongelijkheid de afgelopen decennia bijna stiekem omhoog gekropen. Er was een diepe financiële crisis voor nodig om duidelijk te maken hoe groot de maatschappelijke en economische verschillen in het Westen geworden zijn. Daarmee is ongelijkheid een door etterend maatschappelijk probleem geworden. Alleen de rijken profiteren ten volle van het beetje groei, dat er is!

    piketty

    Voor een goed verstaan van dit probleem is het noodzakelijk zicht te krijgen tussen groei en ongelijkheid. Is ongelijkheid slecht of goed voor economische groei. In landen als de VS en China is de ongelijkheid heel groot, maar de economische groei is er fors. Is ongelijkheid nodig om te groeien? Is er zoiets als een positieve correlatie tussen groei en ongelijkheid? Doe conclusie is te voorbarig. Als we de hele wereld in ogenschouw nemen, dan neemt de ongelijkheid juist af! Steeds meer opkomende landen zijn in staat hun burgers deel te laten nemen aan de welvaart dankzij een onstuimige economische groei.

    Toch zijn er aanwijzingen die aannemelijk maken dat snel toenemende ongelijkheid slecht voor de groei is. Als een samenleving te weinig kansen biedt, dat kan dat als gevolg hebben dat de sociale consensus voor een groei georiënteerd beleid gaat afbrokkelen. Juist het maatschappelijk en economisch uitsluiten van bevolkingsgroepen op basis van willekeur kan funeste gevolgen hebben voor het onderschrijven van het economisch beleid. Maatschappelijke stijgers vormen een aanwijzing, dat een samenleving kansen biedt. Er mag ongelijkheid bestaan binnen een maatschappij, maar die samenleving moet dan op aan aantal vlakken iedereen gelijke kansen bieden. Iedereen heeft recht op goede gezondheidszorg en op goed onderwijs. Als bijvoorbeeld het onderwijs kwalitatief verslechtert, dan zal de bovenkant van de maatschappij zijn eigen onderwijs gaan organiseren. Een dergelijk verschijnsel verkleint de kans op maatschappelijke stijgers en daarmee op mobiliteit tussen verschillende generaties.

    wallstreet

    Er zijn nog meer voorbeelden van een negatieve correlatie tussen ongelijkheid en groei. Hoge inkomens en grote vermogens gaan vaak hand in hand met groeiende politieke invloed. Dat kan er in uitmonden, dat beleidsmakers kiezen voor het handhaven van de status quo om de gevestigde belangen te beschermen. Het kan er ook toe leiden, dat de economie meer gesloten raakt om diezelfde gevestigde belangen tegen externe concurrentie te beschermen. Daarmee verliest de economie aan dynamiek. Dat maakt duidelijk, dat er verschillende vormen van ongelijkheid zijn, die niet per se allemaal slecht zijn. Als ongelijkheid de uitkomst is van afschermen van bestaande belangen, dan kan dat slecht voor de maatschappelijke cohesie uitpakken. Ongelijkheid, die de uitkomst is van meritocratische beginselen, kan maatschappelijk juist gunstig uitpakken. De inspanning wordt uiteindelijk beloond. Daarom is de anti-corruptie campagne in China zo belangrijk voor de Communistische Partij. Door corruptie wordt de toegang tot markten en transacties beperkt tot de happy few. Dat kan op den duur de geloofwaardigheid van de partij aantasten.

    broken-dollar

    In landen als de VS, maar ook in Europa, kan groeiende ongelijkheid ongelukkige beleid tot gevolg hebben. Te veel burgers gaan te hoge schulden aan om toch hun consumptie op peil te houden. Verkeerd beleid is ook, dat overheden grootschalig gaat lenen om consumptie en werkgelegenheid op peil te houden. Zulk beleid kan problemen scheppen op het gebied van productiviteitsontwikkeling en concurrentievermogen. Als verschillende landen, dan ook nog dezelfde munt hebben, dan worden die problemen alleen maar groter. Vraag dat maar aan de Grieken en de Spanjaarden. Maar wat kun je eigenlijk tegen de groeiende ongelijkheid doen? Op korte termijn is dat maar heel weinig. Een vorm van inkomensondersteuning voor die groepen die slachtoffer zijn van de nieuwe structurele problemen is zonder meer wenselijk. Voor de langere termijn zou de overheid er streng op moeten toezien, dat publieke diensten en het bijzonder het onderwijs voor iedereen toegankelijk blijft. De overheid moet ook toezien op de kwaliteit van de publieke dienstverlening. Alleen op die manier benut een samenleving zijn economisch potentieel ten volle. Cor Wijtvliet Bron: Michael Spence, Good and bad inequality. Project-syndicate, August 26 2014 BELANGRIJK: - Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected] - Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen - U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen! - U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt. - Klik HIER (u downloadt een pdf) en maak kennis met de Crash Investor, een waardevolle bijdrage voor de actieve belegger!

  • Ewald Engelen over vermogensongelijkheid en de crisis

    Ewald Engelen gaf tijdens Lowlands University een boeiend college over vermogensongelijkheid, het thema dat ook centraal staat in het boek Capital van Tomas Piketty. Een lezing over het functioneren van ons economische systeem, dat vooral de rijken in de kaart lijkt te spelen.

  • Grafiek: Inkomensongelijkheid vanaf 1920

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis is er veel meer aandacht gekomen voor het fenomeen inkomensongelijkheid. We zijn misschien geneigd te denken aan ontwikkelingslanden, maar ook in de Westerse wereld is de verdeling tussen rijk en arm soms bijzonder scheef. De volgende grafiek uit “The Macroeconomics of Piketty” laat de Amerikaanse situatie zien over de afgelopen honderd jaar.

    Weergegeven is het percentage van het totale inkomen van de Amerikaanse bevolking dat ten goede komt aan de 0,1% van de bevolking met het hoogste inkomen. Zoals je kunt zien bereikte de inkomensongelijkheid in 1928 en 2007 een piek. In beide gevallen precies een jaar voor het uitbarsten van een grote financiële crisis.

    Niet alleen dat is opvallend patroon, ook valt op hoe de samenstelling van het inkomen van de top 0,1% door de jaren heen veranderd is. In de periode van 1910 tot en met het begin van de Tweede Wereldoorlog haalden de superrijken het grootste deel van hun inkomen nog uit de cashflow van beleggingen (dividend op aandelen, rente op obligaties en inkomsten uit verhuur van vastgoed) en brachten inkomsten uit bedrijven en salarissen relatief gezien minder geld in het laatje. In de afgelopen 20 jaar wisten de superrijken een veel groter deel van hun inkomen uit salarissen en bedrijfsinkomsten te halen en is de cashflow op beleggingen veel minder belangrijk geworden.

    income-distribution

    Wealth Effect

    Het lichtgroene gedeelte in de grafiek weerspiegelt de waardestijging van financiële activa als aandelen, obligaties, vastgoed en kunst. We zien dat deze component van het inkomen buitensporige proporties heeft aangenomen in de jaren vlak voor de crisis. In 2007 werden de superrijken op papier nog rijker, doordat de waarde van hun beleggingen alsmaar bleven stijgen. Dat precies hetzelfde gebeurde in de ‘Roaring Twenties’ laat de grafiek ook duidelijk zien.

    Het verschil met de Grote Depressie is dat er destijds niet direct grootschalig monetair gestimuleerd werd, waardoor een periode van ernstige deflatie volgde. Dat zien we op de grafiek terug in het bijna opdrogen van de capital gains na de crash van 1929. Vanaf 2008 werd er volop gestimuleerd door centrale banken, zodat die deflatie niet zou optreden. Bernanke noemde dat eens het ‘Wealth Effect’. We zien dat de capital gains de laatste jaren alweer sterk zijn toegenomen, vooral voor de allerrijksten.

  • De echte rijken zijn anders, denken ze zelf!

    Het gesprek in 2014 gaat ongetwijfeld over de groeiende ongelijkheid. Dat is vooral te danken aan het boek van de Fransman Thomas Piketty, le Capital aux XXI siècle. Het boek toont aan, dat er zich in de naoorlogse periode geleidelijk een tweedeling in de Westerse maatschappij heeft voltrokken, waarbij steeds meer vermogen in handen van een steeds kleinere groep is terecht.

    Piketty

    Piketty

    Inkomens- en vermogensongelijkheid zijn iets van alle tijden. Maar niet altijd wordt het als echt schrijnend ervaren. Tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw leek ongelijkheid minder, in ieder geval minder geprononceerd. De rijken waar heel rijk, zoveel was ook toen duidelijk. Maar de rijken maakten toen wel deel uit van de maatschappij. Ze waren er zich van bewust, dat ze in een bepaald deel van de wereld leefden en dat juist dat gegeven hen medeburger maakte. Dat was misschien ook de reden, dat de rijken van toen meer verantwoordelijkheid voor de wereld om hen heen voelden. Ze werkten over het algemeen vruchtbaar samen met vakbonden en zagen een belangrijke rol weggelegd voor overheden om markten te reguleren en te stabiliseren. Bovendien begrepen ze goed, dat belastingen een noodzakelijk kwaad waren om allerlei publieke goederen te betalen, zoals een infrastructuur voor de economie en een sociaal vangnet voor de armen. Kortom, de agenda van de superrijken viel grotendeels samen met het nationale belang! schoolbordDie vlieger gaat niet langer op. Superrijken gaan steeds meer de weg op van klagende moguls die zichzelf, hun levenswijze en vermogen bedreigd zien door de populisten. Ze voelen ook minder een minder verwantschap met de maatschappij waarin ze leven. Ze voelen al helemaal geen verantwoordelijkheid meer voor die maatschappij. Belasting betalen ervaren ze als een aanval van een lastige overheid onder druk van een jaloerse middenklasse. Die geestesgesteldheid is waarschijnlijk een gevolg van het proces van globalisering. Het management van multinationals en banken heeft het idee, dat het kan gaan en staan waar het wil. Ze voelen zich niet langer geografisch ingeperkt. Ze zijn niet langer afhankelijk van de consument van een willekeurig land. Ze hoeven dan ook niet langer verantwoordelijkheid nemen voor de bevolking van het land, waar ze ooit groot groeiden. Het idee, dat de ze onkwetsbaar zijn, blijkt in de praktijk niet houdbaar. Het blijkt, dat ze voor de stabiliteit van endollar-cartoon toegankelijkheid tot de markten meer dan ooit afhankelijk zijn van de steun van overheden. In tijden van rust en kalmte heeft het er alle schijn van, dat markten op de automatische piloot fungeren. Maar dat verandert allemaal snel, als een economische storm opsteekt. Dan weten al deze managers niet, hoe snel ze hun belangen moeten laten beschermen door diezelfde verfoeide overheid. Dan weet men weer precies waar men vandaan komt en waar de belangen werkelijk liggen. De crisis van 2008 geeft voorbeelden te over van dit gedrag. Het was de Amerikaanse overheid, die Wall Street overeind hield en de automobielindustrie. En wie profiteerde het nadrukkelijkst van de financiële gulheid van de overheid? Precies, het was en is diezelfde elite. Trouwens, ook in goede tijden is de rol van de overheid onmisbaar. Het is een rijke bron van R&D en innovatie, waar bedrijven hun voordeel mee doen. De overheid vaardigt ook wetten uit om bijvoorbeeld patenten te beschermen en het intellectueel eigendomsrecht. Het is ook de overheid, die voor het onderwijs betaalt. Daardoor kunnen bedrijven goedgeschoolde werknemers aantrekken. Kortom, zonder hulp van de overheid zou het voor bedrijven nagenoeg onmogelijk zijn om naar behoren te functioneren.

    good-government

    Het is niet te verwachten, dat de superrijken hun zelfzuchtige mentaliteit snel zullen veranderen. Maar op zich hoeft dat geen probleem te zijn. Maar dan moeten ze wel beseffen, dat de door hen bewierookte markten niet kunnen functioneren zonder de ruggensteun van een gezond samenleving en een goed georganiseerde overheid! Cor Wijtvliet Bron: Dani Rodik, A class of its own. Project syndicate July 10 2014 BELANGRIJK: - Opmerkingen en vragen kunt u richten aan: [email protected] - Bezoek ook de website van Cor Wijtvliet en lees meer door hem geschreven artikelen - U kunt Cor Wijtvliet boeken voor een inspirerende spreekbeurt. Laat u verrassen! - U kunt zich hier abonneren voor het wekelijks Cor Wijtvliet Journaal, voor het geval u deze nog niet automatisch ontvangt. - Maak ook kennis met de nieuwsbrief Crash Investor, een vrijwel onmisbaar document voor de actieve belegger!

  • Video: Is Thomas Piketty de nieuwe Karl Marx?

    Gisteravond kwam in het TV-programma De Wereld Draait Door het nieuwe boek van Thomas Piketty ter sprake. De 42-jarige Franse econoom Piketty dook in de archieven en verzamelde uitvoerige datareeksen over welvaart en inkomen. Het boek werd met veel enthousiasme ontvangen en is bijna overal al uitverkocht. In DWDD bespreken economen Bas Jacobs en Mathijs Bouman het boek van Piketty. Werkt de video niet, klik dan hier.