Tag: tic-data

  • Grafiek: Zo ziet de dollarcrisis eruit!

    Vorige week lieten we op Marketupdate al zien dat het buitenland niet langer Amerikaans schuldpapier koopt, het begin van een dollarcrisis. Dat betekent dat Amerika voor de financiering van haar tekorten is aangewezen op binnenlandse beleggers en, meer waarschijnlijk, het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve. Het kwam voor ons dan ook niet bepaald als een verrassing toen Bernanke besloot om nog even te wachten met zijn tapering. Het gaat helemaal niet om de werkloosheid in Amerika!!


    Financial Times

    Langzaam maar zeker begint ook de mainstream media dit verhaal op te pikken. Zo plaatste columnist John Authers van de Financial Times gisteren dezelfde grafiek die Marketupdate vorige week al liet zien, met daarin een verwijzing naar ons twitter kanaal (@MarketupdateNL). John Authers werkt al 22 jaar bij deze krant en is daar verantwoordelijk voor artikelen en columns over lange-termijn ontwikkelingen in de economie. John Authers is afgestudeerd in filosofie, politiek en economie en heeft dus de nodige ervaring.

    Ons verhaal wordt opgemerkt en het is te hopen dat deze grafiek binnenkort ook in een gedrukte versie van de Financial Times staat.

    Dollarcrisis

    Aansluitend op deze grafiek plaatsen we ook graag de volgende grafiek van Eric Pomboy, die de netto aankopen van Amerikaanse staatsobligaties door het buitenland in kaart heeft gebracht. Deze grafiek laat in één oogopslag zien dat de dollar opnieuw voor een crisis staat, net als eind jaren ’90. Het grote verschil is dat er deze keer wél een alternatief beschikbaar voor de machtige Amerikaanse munt. We staan aan de vooravond van een grote dollarcrisis en die kan de Federal Reserve niet tegenhouden. Het buitenland is aan zet en heeft besloten de Amerikaanse munt de rug toe te keren.

    Netto aankopen van Treasuries door het buitenland

    Netto aankopen van Treasuries door het buitenland brengen de dollarcrisis in beeld

  • Buitenland verkoopt Amerikaans schuldpapier

    Het buitenland van Amerika heeft in juni voor de derde maand op rij haar positie in Amerikaans schuldpapier afgebouwd. China en Japan, de grootste bezitters van Amerikaans schuldpapier, deden in de maand juni elk $20 miljard van de hand. Daarmee waren deze twee landen verantwoordelijk voor 70% van de totale verkoop van Treasuries en T-Bills. De afnemende hoeveelheid schuld in handen van buitenlandse beleggers correspondeert met een oplopende rente op het Amerikaanse schuldpapier. Sinds eind april is de rente op de 10-jaars lening gestegen van 1,67% naar 2,83%.

    China verkocht in juni 1,7% van het Amerikaanse schuldpapier en bracht daarmee haar totale dollarreserve naar $1,28 biljoen. Japan deed in juni 1,8% van haar positie in Amerikaanse staatsobligaties van de hand en zit nu op een stapel van $1,08 biljoen aan Amerikaans schuldpapier. Ten opzichte van een jaar geleden bezit het buitenland nu 5,4% meer Amerikaanse staatsleningen. Hoewel de belangstelling voor Amerikaans schuldpapier afneemt zijn er dus nog steeds kopers voor te vinden.

    Trendbreuk?

    Marketupdate heeft de TIC-data vanaf maart 2000 tot en met juni 2013 verzameld en in in kaart gebracht. De grafiek laat zien dat het buitenland de laatste maanden steeds minder bereidheid toont om Amerikaans schuldpapier te kopen. We hebben nu al drie maanden op rij een daling gezien, een ongekend fenomeen dat niet onderbelicht mag blijven in de financiële media.

    Voorheen werden dollars door de exporteconomieën massaal opnieuw uitgeleend aan Amerika, zodat de waarde van de eigen munt niet apprecieerde ten opzichte van de dollar. Tegelijkertijd verschaften exporterende landen Amerika zo de middelen om opnieuw goederen en diensten ten kopen in andere landen. Wil het buitenland de Amerikaanse tekorten nog wel financieren, nu landen als Rusland, China, India, Zuid-Korea en anderen massaal goud aan het verzamelen zijn?

    Buitenlandse bezittingen van Amerikaans schuldpapier
    Buitenlandse bezittingen van Amerikaans schuldpapier

    Exportmodel

    Het op deze manier rondpompen van dezelfde dollars hield de inflatie in de VS beperkt en hield de valuta van opkomende markten relatief goedkoop. Het was een win-win situatie, waarin Amerika boven haar stand kon blijven leven en waarin de economische activiteit van opkomende markten opbloeide en voor werkgelegenheid zorgde. Dollars werden rondgepompt tussen de Verenigde Staten en de exporterende landen, met als gevolg dat de valutareserves zich opstapelden aan de ene kant (China, Japan, enz) en goederen en diensten ten goede kwamen aan de andere kant (VS). Dit model heeft lang stand gehouden, maar werd fundamenteel aangetast door de financiële crisis en de manier waarop die door de Federal Reserve en de Amerikaanse overheid werd aangepakt…

    Nu de Amerikaanse centrale bank ‘gratis’ schuldpapier kan opkopen voelen de exporterende landen zich tekort gedaan. Door de monetaire financiering voelen exporterende landen er steeds minder voor om uitsluitend dollarreserves aan te houden. Sinds 2009 doen centrale banken van opkomende landen daarom hetzelfde wat centrale banken van Europese landen deden tijdens het Bretton Woods systeem, ze maken hun dollars ten gelde door te investeren in ‘hard assets’. Centrale banken kopen massaal goud, terwijl staatsfondsen uit China en diverse oliestaten meer investeringen doen in goud, vastgoed en in de mijnbouwsector van andere landen.

    We zullen deze trend nauwlettend in de gaten houden. Iedere dollar die het buitenland niet meer uit wil lenen aan de VS moet ergens anders vandaan komen, bijvoorbeeld van de Amerikaanse centrale bank. Nieuw geld dat door de Amerikaanse overheid uitgegeven wordt en in circulatie komt. Ondertussen gaan de dollars die in exportlanden achterblijven op zoek naar rendement. Die dollars worden bijvoorbeeld gebruikt voor investeringen in vastgoed, in bedrijven of in aandelenmarkten. Dat zal een inflatoir effect hebben en de waarde van de Amerikaanse valuta ondermijnen.