Auteur: Cor Wijtvliet

  • Rendeert beleggen straks nog wel?

    Wie de afgelopen dertig jaar belegd heeft, die heeft daar gemiddeld genomen zoete vruchten van geplukt. De rendementen over de periode 1985 – 2014 waren historisch gesproken hoog, hoger dan de gemiddelde rendementen over de afgelopen 50 of 100 jaar. Het totale rendement op aandelen over de afgelopen dertig jaar bedroeg zowel in de Verenigde Staten als in Europa 7,9%. Dat was respectievelijk 1,4 en 3 procentpunt boven het honderdjarig gemiddelde. Ook obligaties rendeerden behoorlijk, met 5% in de VS en 5,9% in Europa. Voor de VS was dat 3,3% boven het langjarig gemiddelde en voor Europa 3%. Als we de consultants van McKinsey moeten geloven, dan zijn die gouden tijden voorbij en komen ze voorlopig ook niet terug.

    rendement-beleggen2

    Rendement beleggen in de VS en Europa (Bron: McKinsey)

    Gunstige factoren

    McKinsey gaat er vanuit dat in de afgelopen 30 jaar een aantal fundamentals samenkwamen, waarvan de effecten nu nagenoeg uitgewerkt zijn. De belangrijke factor was de daling van de inflatie die in de jaren tachtig van de vorige eeuw inzette. Door de daling van de inflatie konden koers-winstverhoudingen omhoog. Daarnaast kon de payout ratio voor dividenden omhoog, van gemiddeld 57% over de laatste vijftig jaar naar 67% over de laatste dertig jaar.

    Een tweede factor van belang was de daling van de reële rente wereldwijd met 4,5% tussen 1980 en 2015. In de ontwikkelde markten was de rentedaling nog sterker. Tussen 1981 en 2009 daalde de rentevergoeding op 10-jaars schatkistpapier van gemiddeld 8,6% naar 1,7%. Door de dalende rente nam de neiging om te sparen alleen meer toe. Het spaaroverschot nam in die jaren ook sterk toe door de snelle groei van het aantal werkenden in de wereld. Vanuit de Opkomende Markten stroomden de overschotten naar de Westerse financiële markten.

    De derde factor van belang is het samenvallen van gunstige demografische ontwikkelingen met een gezonde productiviteitsstijging. De afgelopen dertig jaar groeide de wereldeconomie met gemiddeld 3,3%. Ongeveer 48% van die stijging was te danken aan de sterke groei van de beroepsbevolking in deze jaren. De overige 52% is te danken aan de productiviteitsstijging. Die stijging is toe te schrijven aan een waaier van factoren, zoals toenemende automatisering, maar ook de integratie van steeds meer landen in de wereldeconomie. Daardoor moesten al snel minder productieve manieren van werken het veld ruimen voor de productievere. De vierde en laatste gunstige factor was die van de sterke stijging van de bedrijfswinsten. Die stegen van 7,6% van het wereldwijde bbp in 1980 naar 9,8% in 2013. Dat is een stijging van bijna 30%!

    rendement-beleggen3

    Jaarlijks rendement op aandelen in de VS (Bron: McKinsey)

    'Gouden tijden' voor beleggen zijn voorbij

    Volgens McKinsey loopt deze unieke combinatie van positieve factoren ten einde. Dat betekent dat rendementen de komende jaren lager komen te liggen dan in de periode 1985 – 2014. Zo is het onwaarschijnlijk dat de reële rente en de inflatie nog fors verder kunnen dalen. Juist die dalende rente en inflatie waren de belangrijkste drijvers van de mooie beleggingsrendementen. Ook aan de gunstige demografische ontwikkeling is nagenoeg een einde gekomen. De komende jaren staan in het teken van de vergrijzing en ontgroening. Het aantal werkenden zal, Afrika uitgezonderd, nog amper groeien of zelfs gaan dalen. Dat betekent dat de komende decennia de groei uit de productiviteitsstijging moet komen. En die bedroeg de afgelopen vijftig jaar gemiddeld 1,8%. Een verdere stijging om het ontbreken van de nodige handjes lijkt niet logisch! Tenslotte heeft de groei van de bedrijfswinsten waarschijnlijk ook zijn beste tijd gehad. Westerse bedrijven, die het meest profiteerden van de wereldwijde groei, zien hun omgeving snel veranderen, c.q. verslechteren. Nieuwe concurrentie betreedt het speelveld in de vorm van bedrijven uit de opkomende markten. Daarnaast valt te vrezen dat de huidige Tech giganten disruptieve technologieën zullen ontwikkelen die een deel van de winst van bedrijven overhevelt van bedrijf naar consumenten. Tenslotte krijgen de multinationals meer concurrentie te verduren van het MKB dankzij de aanwezigheid van online platforms zoals Alibaba, eBay en Amazon.

    Twee scenario's

    Wat mag de belegger de komende twintig jaar terug verwachten van zijn investeringen en beleggingen? McKinsey heeft twee scenario’s ontwikkeld. De eerste is dat de huidige lage groei de komende twintig jaar aanhoudt. Dat betekent voor bijvoorbeeld de Verenigde Staten een gemiddelde groei van 1,9%, een rente van 2% - 3,5%, een lage inflatie van 1,6% en een groei van de productiviteit van jaarlijks 1,5%. In dit scenario daalt het totale rendement op aandelen naar 4% - 5% tegen 7,9% over de afgelopen 30 jaar. In het tweede scenario verbetert de groei naar 2,9% dankzij technologische vooruitgang. Maar zelfs bij dit groeiscenario blijven de rendementen met 5,5% - 6,5% achter bij die uit het recente verleden. rendement-beleggen

    Rendement zal de komende twintig jaar aanzienlijk lager uitvallen (Bron: McKinsey)

    Welbeschouwd zitten we al in de eerste magere jaren van de sombere scenario’s van McKinsey. Als de consultants gelijk krijgen. Dan kan dat grote gevolgen hebben voor niet alleen de traditionele vermogensbeheerder, maar zeer zeker voor bijvoorbeeld pensioenfondsen en verzekeraars. Het is dus tijd om zich geducht achter de oren te krabben en een nieuw beleid te ontwikkelen! Cor Wijtvliet Bron: McKinsey Global Institute, Diminishing Returns: Why Investors may need to lower their expectations (May 2016) Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Plannen van Trump niet per se positief voor grondstoffen

    Plannen van Trump niet per se positief voor grondstoffen

    Tijdens de voorverkiezingen heeft Donald Trump er bij herhaling op gehamerd dat hij de wel zeer armzalige Amerikaanse infrastructuur grondig op de schop gaat nemen. Dat is op het eerste gezicht goed nieuws voor de leveranciers van grondstoffen die nodig zijn om bruggen te bouwen, vliegvelden te renoveren en om het wegennet naar de 21ste eeuw te tillen.

    Trump heeft in de aanloop naar de verkiezingen van 8 november gezegd, dat hij tenminste $500 miljard gaat reserveren voor het herstel zonder direct in details te treden. De plannen van Trump zullen hoe dan ook goed uitpakken voor de sector weg- en waterbouw. Het zal de vraag naar staal, zink, nikkel en ijzererts opjagen, aldus twee analisten van Goldman Sachs.

    In hoeverre dat echt gunstig is voor de prijsontwikkeling valt nog te bezien. Als het om staal gaat, zijn de Verenigde Staten goed voor ongeveer 7% van de wereldwijde vraag naar staal. De staalconsumptie per hoofd van de bevolking is de helft van die van China. Daar staat tegenover dat de infrastructuur sinds 1970 stelselmatig verwaarloosd is. Dat kan zomaar een extra inhaalvraag naar staal opwekken. Dat kan zeker als andere westerse landen het voorbeeld van de VS gaan volgen en hun eigen verwaarloosde infrastructuur ook gaan moderniseren.

    goldman-commodities

    Prijzen grondstoffen stijgen na verkiezing Trump (Bron: Bloomberg)

    Investeringen laten op zich wachten

    Daar staat tegenover, dat de eerste investeringen niet eerder te verwachten zijn dan in de tweede helft van 2017. In die periode komt een einde aan het lopende Chinese stimuleringsprogramma. Hernieuwde investeringen komen dan op het juiste moment om een prijsval te voorkomen. Ze zullen waarschijnlijk onvoldoende zijn om de prijs van staal omhoog te jagen.

    Bij Goldman denken ze niet dat de prijs voor koper omhoog zal gaan. Koper is vooral nodig in de huizenbouw en daar gaat het zeker in China snel de verkeerde kant mee uit. De vraag naar hypotheken neemt af, evenals de verkoop van huizen. Bij Goldman verkiezen ze daarom zink boven koper. Dat eerste metaal zal het, als het om de prijs gaat, beter doen dan koper.

    Energie

    De nieuwe president heeft weinig waardering voor het beleid van zijn voorganger om de CO2 uitstoot te beperken. Dat geeft nieuwe kansen aan de traditionele leveranciers van energie, zoals kolen, olie en gas. De analisten verwachten dat vooral de producenten van gas zullen profiteren van de verwachte beleidswijziging. Deze energiebron is zeer concurrerend en kan de concurrentie met steenkool en olie gemakkelijk aan. Ook is het zeer bruikbaar in de petrochemische industrie. Om al die redenen zal gas nieuwe investeringen uitlokken, denken de analisten.

    De energiesector zal sowieso blij zijn met de nieuwe president. Die heeft zich in de aanloop naar de verkiezingen wars getoond van strenge regelgeving en lijkt er voorstander van dat maatschappijen moeten kunnen boren waar het nuttig lijkt.

    Als Trump doet wat hij zegt, dan zullen de binnenlandse investeringen in de VS gaan toenemen. Als het om het buitenland gaat, blijft het voorlopig gissen wat hij gaat doen. Zullen er bijvoorbeeld echt handelsbeperkingen komen en zullen er inderdaad importheffingen komen? Dat kan verkeerd uitpakken voor bijvoorbeeld de landbouw als getroffen landen zoals China op hun beurt beperkende maatregelen gaan invoeren. De Verenigde Staten zijn een groot exporteur van bijvoorbeeld mais en soja naar dat land.

    En de goudprijs?

    De analisten zijn verdeeld over de richting van de goudprijs. De huidige fiscale en geopolitieke onzekerheden lijken vooralsnog niet weg te ebben. Zeker niet als er onduidelijkheid blijft over het internationale beleid van de nieuwe president. Dat is goed nieuws voor de goudprijs. Ook de inflatie kan in de VS snel de kop gaan opsteken, als Trump inderdaad een actief stimuleringsbeleid gaat voeren en bovendien importen met heffingen gaat belasten. Een hogere inflatie is goed nieuws, maar een eventuele hogere economische groei niet. Ook de aangekondigde beperkte renteverhoging in december zal de prijs geen goed doen. Kortom, het is bij gebrek aan details over het nieuwe beleid onduidelijk welke richting de goudprijs de komende maanden uitgaat.

    Feitelijk is het allemaal nog koffiedik kijken. Niemand weet nog wat Trumponomics precies voor de Verenigde Staten en voor de rest van de wereld gaat betekenen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • OPEC heeft groter marktaandeel, maar alles heeft zijn prijs

    Afgelopen maand maakte OPEC plannen bekend om zijn olieproductie te beperken om zo de prijs wat omhoog te drijven. Voor velen was het duidelijk, dat de strategie van zoveel mogelijk oppompen tegen elke prijs mislukt was. Ook heetten de Verenigde Staten de grote winnaar van de prijzenoorlog van de afgelopen twee jaar. De schalieproducenten slaagden er immers in om de kosten zo stevig te verlagen, dat ze zelfs bij een niveau van $ 40 zouden kunnen overleven. Dankzij OPEC was de schalie-industrie uiteindelijk alleen maar gezonder geworden.

    OPEC daarentegen had bakzeil moeten halen, omdat lasten hoger waren dan de baten vanwege de te lang aanhoudende lage prijzen. OPEC is daarmee de verliezer, of toch niet? De meeste verhalen zijn nooit zwart wit en dat geldt ook voor het verhaal rondom OPEC. Het valt niet te ontkennen dat OPEC marktaandeel heeft gewonnen, ook al zijn de kosten hoog!

    OPEC heeft waarschijnlijk van meet af aan beseft, dat het de schalie-industrie in de VS niet kon vernietigen. Het kon echter wel zijn opmars afstoppen door heel veel olie op te pompen en dat is gelukt. De productie is de afgelopen twee jaren niet gegroeid met 1 miljoen vaten per dag, maar is met 10% gedaald naar 9,6 miljoen vaten per dag.

    OPEC wint marktaandeel

    Het oliekartel slaagde er ook in om ook andere non-OPEC leden in de problemen te brengen, die te duur produceerden. Daardoor daalde de productie van de niet-OPEC landen behoorlijk en daar trok OPEC op zijn beurt profijt van. Door de lage prijzen steeg de vraag sneller dan verwacht en wel met 3 miljoen vaten per dag in plaats van 1 miljoen zoals het Internationaal Energie Agentschap had voorspeld.

    Voorde niet-OPEC landen had het Internationaal Energie Agentschap (IEA) voor 2017 een totale productie voorspeld van 59,4 vaten per dag. Daar zijn er recentelijk nog 57 miljoen van overgebleven. In 2017 zal de vraag naar OPEC olie daardoor 3 miljoen vaten per dag hoger uitvallen dan tot nu toe berekend. Daar komt nog bij, dat investeringen in nieuwe oliebronnen nagenoeg tot stilstand zijn gekomen en dat zal niet snel veranderen, zelfs niet bij een prijs die boven $50 per vat uitstijgt.

    opec-nonopec-oil-supply

    Productie OPEC versus niet-OPEC landen (Grafiek via Financial Times)

    Aan het eind van dit decennium zal er maar liefst $740 miljard minder geïnvesteerd zijn. Dat speelt in het voordeel van OPEC. Door marktaandeel te winnen daalde de waarde van een vat olie van OPEC minder snel dan bijvoorbeeld een vat schalie-olie. Sinds de prijs van een vat olie in 2014 tot onder $100 daalde zijn de potentiële inkomsten van de schalie-producenten met 55% gedaald. Dat is de uitkomst van lagere prijzen en lagere volumes.

    Bij OPEC is de daling 48%, omdat de prijsdaling deels gecompenseerd werd door een volumestijging. Dat is echter slechts een deel van het verhaal. De productie van OPEC is driemaal zo hoog en dat betekent dat de totale kosten van de prijsdaling enorm zijn. In september van dit jaar was de olieproductie van OPEC $43 miljard minder waard dan in de maand september in 2014. In de VS was dat $14 miljard.

    In de VS zijn het de aandeelhouders en de bedrijven die het verlies dragen, maar in de meeste OPEC-landen is de staatskas het voornaamste slachtoffer. Daardoor zijn grote budgettaire problemen gegroeid die niet door een groter marktaandeel gecompenseerd kunnen worden. In die zin is de OPEC strategie volledig mislukt!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Waarom is de rente op staatsobligaties zo laag?

    De rente op staatsobligaties is sinds mensenheugenis niet zo laag geweest. In grote delen van de (westerse) wereld is de yield zelfs negatief. Dat roept vragen op! Kan de yield nog lager? Wat gebeurt er als die yield plotsklaps begint te stijgen? Het antwoord op de eerste vraag is ja, de yields kunnen waarschijnlijk nog lager. Het antwoord op vraag twee is niet eenduidig. Een geleidelijke correctie zou een gezonde uitwerking op de markt hebben, maar een snelle correctie kan uitmonden in een ramp.

    De eerste vraag die we horen te stellen is natuurlijk waarom beleggers bereid zijn om te betalen voor het privilege hun spaarcentjes uit te lenen aan de overheid. Dat is het wezenskenmerk van een negatieve yield! Bij die beslissing spelen verschillende factoren een rol. Sommige spelen op de korte termijn, andere op de lange.

    Natuurlijk speelt de economie een rol. Dalende yields op staatsobligaties zijn geen nieuws. Die trend dateert al van het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw, toen Paul Volcker van de Fed de rente agressief verhoogde in een poging de uit de hand gelopen inflatie te beteugelen. Zijn inspanningen werden beloond en sindsdien nemen beleggers genoegen met een alsmaar dalende yield! Steeds minder betrokkenen weten nog van de tijd dat de yield niet als vanzelfsprekend omlaag ging.

    falling-yields

    Rente obligaties daalt al sinds jaren tachtig (Grafiek via Financial Times)

    Lage economische groei

    Nu wil het geval, dat lage inflatie vaak hand in hand gaat met lage economische groei. Voorstanders van de samenhang tussen yield en economische groei wijzen erop dat we door de schuldenberg beland zijn in een periode van secular stagnation. Onder deze omstandigheden houdt het geld zijn waarde, zijn alternatieve beleggingen amper aantrekkelijk en dus kun je als belegger gewoon staatsobligaties blijven kopen. De enige logische oplossing lijkt dan om de economische groei te stimuleren om zo weer inflatie te krijgen.

    Dat is iets wat centrale banken de afgelopen jaren met de moed der wanhoop geprobeerd hebben. Eerst hebben ze de rente naar 0% verlaagd en vervolgens zijn ze in het kader van de zogeheten monetaire verruiming op grote schaal obligaties gaan opkopen met de bedoeling de yield omlaag te drukken. Ze zijn in hun opzet zeer zeker geslaagd!




    Vergrijzing

    Dat succes geldt voor de korte termijn, maar er speelt ook nog een lange termijnfactor en dat is de demografie. Overal in de ontwikkelde wereld zien we het proces van vergrijzing en ontgroening. Er komen steeds meer ouderen, die langer leven, en steeds minder jongeren. Het aantal werkenden neemt langzaam maar zeker af. Daarmee daalt het tempo van de groei en dus kan de rente omlaag. Uit onderzoek van Fed komt naar voren dat het natuurlijke groeitempo in een land als de VS sinds 1980 door de wijzigende demografische verhoudingen 1,25% lager is komen te liggen. Het vervelende is dat er geen gemakkelijke oplossing is. Het duurt lang, erg lang, voordat demografische verhoudingen weer verbeteren!

    Vraag en aanbod

    Problemen rondom pensioenen vallen samen met problemen rond vergrijzing. Pensioenfondsen worstelen met het probleem van een steeds ouder wordende bevolking. In een aantal landen hebben toezichthouders de pensioenfondsen gedwongen meer obligaties te kopen om zo op termijn aan hun verplichtingen jegens de gepensioneerden te kunnen voldoen. Naarmate de vraag naar staatsobligaties stijgt, daalt de yield verder. Het gevaar van een vicieuze cirkel is onmiskenbaar! Dalende yields maken het voor pensioenfondsen steeds moeilijker om hun verplichtingen jegens de gepensioneerden na te komen. Dat kan er toe leiden dat bedrijven en overheden te kampen krijgen met een tekort aan middelen om te investeren. Het kan er ook toe leiden, dat pensioenen fors gaan dalen of zelfs totaal verdampen! Het zou daarom om meerdere redenen heilzaam zijn als yields geleidelijk gaan herstellen. Alles draait om een geleidelijk herstel, maar recente ervaringen stellen amper gerust. Toen de Fed in 2013 suggereerde dat het zou gaan stoppen met het beleid van monetaire verruiming, schoten yields omhoog! Vooral de financieel minder gezonde opkomende markten werden zwaar getroffen en even leek de wereld weer op een nieuwe crisis af te stevenen. Met andere woorden, een snel herstel van de yield mag dan misschien gunstig zijn voor pensioenfondsen, maar zij zijn zo ongeveer de enigen! Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Amerikaanse olie-industrie weer springlevend

    Begin oktober was het weer eens zover. De IPO van het bedrijf Extraction Oil & Gas werd een onverwacht groot succes. Het energiebedrijf haalde $633 miljoen uit de markt. Het was de meest succesvolle IPO in de sector sinds het midden van 2014, toen de olieprijs aan zijn val begon. Het succes van deze IPO was zo groot, dat andere bedrijven plannen maken om nog voor het einde van 2016 naar de markt te komen.

    oil-well-pixabay-teaserHet nieuwe enthousiasme bij bedrijven en beleggers is voor een groot deel gestoeld op het recente verhaal van OPEC in Algiers om plannen te gaan uitwerken voor een productiebeperking. Als Poetin zich zal aansluiten bij de productiebeperking kan de feestvreugde in de oliesector in de VS alleen maar groter worden. De prijs voor een vat olie ging fors omhoog tot boven een niveau van $50. Het hernieuwde zelfvertrouwen van de sector en beleggers is af te lezen aan de stijging van 25% van de S&P Commodity Producers Oil & Gas Exploration & Production Index.

    Betere vooruitzichten?

    Bedrijven in de sector maken volop gebruik van de verbeterde vooruitzichten om vooral hun financiële stabiliteit te verbeteren. Daar waren ze al toe gedwongen in de magere jaren vanaf 2014. Vanaf die periode is de waarde van hun schuld en van hun equity gekelderd en dus moesten de kosten omlaag. Volgens de onderzoekers is de sector daar wonderwel in geslaagd. Kosten zijn tot 40% gedaald. Alleen al daarom waren er al voor Algiers duidelijke tekenen van herstel. Vanaf mei begon het aantal actieve boorplatforms weer te groeien.

    Bedrijven proberen nu van de gunstigere omstandigheden gebruik te maken om hun schuld te herfinancieren en hun equity te versterken. En met succes. Volgens Dealogic zijn bedrijven erin geslaagd $26 miljard uit de secondaire markt te halen. Dat succes moet de juiste boodschap naar beleggers sturen. Bedrijven doen wat ze moeten doen en betalen hun schulden af. De hernieuwde vitaliteit begint ook terug te komen op de markt voor IPO’s. Die was nagenoeg stilgevallen met één IPO in 2015 die slechts $4,8 miljoen opbracht. Dat is een wereld van verschil met de recente IPO van Extraction Oil & Gas.

    oil-sector-ipos-ft

    Amerikaanse oliebedrijven halen weer miljarden op door herstel olieprijs (Bron: Financial Times)

    Opleving schalie-industrie

    Zoals te verwachten zit er meer in de pijplijn. Er zitten waarschijnlijk acht à negen IPO’s aan te komen. Dan gaat het vast en zeker om bedrijven die werkzaam zijn in het zogeheten Permian basin in Texas. Daar zit de meeste en best winbare olie tegen de laagste prijzen. Extraction zit overigens in Colorado en levert daarmee het bewijs dat beleggers weer verder om zich heen kijken.

    Het gaat overigens te ver om te stellen dat alle problemen weer achter de rug zijn. Faillissementen zijn ook bij stijgende olieprijzen nog aan de orde van de dag en veel banken zijn nog huiverig om de kredietkraan weer open te zetten. Het proces van normalisering is echter evenmin te ontkennen. De overlevende bedrijven hebben hun kracht en potentie meer dan afdoende bewezen en dat rechtvaardigt het enthousiasme bij beleggers!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Britse pond speelbal van Brexit debat

    Britse pond speelbal van Brexit debat

    Op vrijdag 7 oktober verloor het Britse pond in twee minuten tijd 6,1% van zijn waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar in de Aziatische handel. Het pond daalde naar een waarde van $1,1841, het laagste niveau in 31 jaar. De snelle tuimeling is waarschijnlijk het gevolg van een elektronisch falen in combinatie met een zeer beperkte liquiditeit in de markt. Veel hedge funds hadden grote short posities ingenomen en namen hun winst.

    Het kleine drama in Azië staat wel symbool voor de moeilijke tijden die het Britse pond doormaakt sinds de Britten in juni voor de Brexit stemden. Sinds die memorabele dag heeft het Britse pond 18% verloren ten opzichte van de dollar. In de eerste tien dagen van oktober verloor het maar liefst 5%. Het Britse is met deze neergang verreweg de zwakste van de internationale valuta.

    Brexit

    pound-bond-yieldDe spectaculaire daling is te wijten aan de aanhoudende onzekerheid over het hoe en waarom van de Brexit. De recente harde toon van de nieuwe Eerste Minister, Theresa May, over het komende afscheid verhoogt alleen maar de druk op het pond. De markt is bang voor harde, slepende onderhandelingen met een onzekere uitkomst. Financiële markten haten onzekerheid. Verschillende partijen hebben daarom hun verwachtingen voor het Britse pond neerwaarts bijgesteld. Rabobank verwacht dat het Britse pond medio 2017 nog slechts $1,18 waard is. Met $1,20 is Goldman Sachs iets minder negatief.

    Hoezeer de markt in de ban is van het Brexit debat in het Verenigd Koninkrijk, bleek op woensdag 11 oktober. Theresa May bezweek voor de eis van het parlement om zich te mogen uitspreken over haar koers om het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie te halen. Het pond won 0,7% ten opzichte van de dollar. Die concessie betekent volgens de markt dat mevrouw May niet al te agressief te werk zal gaan tijdens de onderhandelingen die waarschijnlijk al in de eerste helft van 2017 beginnen.

    De markt hoopt nu, dat het toeziend oog van het parlement oog voldoende is om een vechtscheiding te voorkomen, zodat de banden met de Europese Unie niet volledig doorgesneden worden. De Brexit blijft echter een fact of life. Theresa May heeft immers nadrukkelijk gesteld dat het parlement mag meekijken en meepraten, maar in ieder geval niet de Brexit mag herroepen.

    gbp-usd-excahngerate

    Britse pond hard onderuit na Brexit

    Britse pond blijft zwak

    Ondanks de zogeheten relief rally van woensdag 11 oktober blijven markten negatief gestemd. Handelaren die het pond op termijn willen verkopen tegen de dollar zijn duurder uit dan de kopers van het pond! Handelaren zijn niet alleen ongerust over de onderhandelingen, maar ook nog eens over de oplopende overheidstekorten en het rentebeleid van the Bank of England. Met andere woorden, de rust rondom het Britse pond zal voorlopig niet terugkeren!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Goldman Sachs terughoudend over aandelen

    Het cijferseizoen is weer officieus van start gegaan. Alcoa bracht eerder deze maand als eerste grote naam de resultaten over het derde kwartaal 2016 en die vielen de financiële markt rauw op het dak. Veel marktvorsers zijn nog steeds de mening toegedaan dat Alcoa richting gevend is voor de hele industriële sector. Tegenvallende cijfers impliceert dat de financiële markten er serieus rekening mee moeten houden, dat winst- en omzetcijfers voor het zesde kwartaal op rij gaan tegenvallen. De S&P daalde 1,2%!

    goldman-sachs-hedge-fundVoor Goldman Sachs is het al een uitgemaakte zaak dat de bedrijfsresultaten gaan tegenvallen en dat de winstontwikkeling negatief zal zijn ten opzichte van het derde kwartaal van 2015. Natuurlijk zullen er bedrijven zijn die aan de bovenkant verrassen. Veel bedrijven zijn er meester in om de verwachtingen omlaag te praten om dan vervolgens de markt positief te verrassen. Goldman Sachs gaat ervan uit dat ‘slechts’ 43% van de bedrijven de verwachtingen zal overtreffen. Normaal is dat tenminste 46%.

    Tegenvallende groei

    De oorzaken voor de mindere resultaten zijn onderhand bekend. Tegenvallende groei in de VS, de rente en de dure dollar. De belangrijkste oorzaak voor de tegenvallende gang van zaken bij bedrijven is de wankele economie in de VS. Voor de financiële sector, die zwaar mee weegt in de diverse indices, pakt bovendien de extreem lage rente negatief uit. Goldman Sachs is niet alleen somber over het derde kwartaal, maar zeer zeker ook over het vierde kwartaal. De strategen van de bank zijn bang dat het neerwaartse bijstellingen gaat regenen voor het vierde kwartaal. Analisten zijn al langer doende om hun winstverwachting voor het huidige kwartaal omlaag te brengen, maar nu zullen bedrijven zelf er niet langer aan kunnen ontkomen.

    Het schaarse goede macro-economische nieuws voor bedrijven is de aanhoudende daling van de olieprijs. Een lage energieprijs is traditie getrouw een steuntje in de rug. Maar die lage prijzen hebben ook een keerzijde. Die lage prijzen drukken de resultaten van de energiesector. Evenals de financiële sector weegt de energie zwaar mee in bijvoorbeeld de S&P 500. Daardoor zal de winstgroei voor het zesde kwartaal op rij een negatieve groei laten zien. Het bureau Factset rekent op een teruggang van 2% en vermeldt dat de energiesector de grootste jaar-op-jaar daling zal laten zien.

    estimated-earnings-growth

    Goldman Sachs somber over aandelen

    Gelet op het bovenstaande zal niemand verbaasd zijn, dat Goldman Sachs ook negatief is over de S&P 500. Deze index zal in de visie van de bankiers geleidelijk dalen naar een niveau tot onder 2100. Voor de Europese Stoxx 600 is Goldman evenmin positief. Goldman wijst erop dat beleggers met de voeten stemmen als het om Europa gaat. Dit jaar bedraagt de uitstroom uit aandelenfondsen gebaseerd op Europa al $93 miljard.

    Het belangrijkste motief voor de uitstroom is de groeiende twijfel over het vermogen van de Europese centrale bank, de ECB. Dankzij de soap rondom Deutsche Bank raken steeds meer beleggers bovendien verontrust over de gezondheid van de Europese bankensector. Voor de VS wijst Goldman Sachs op de hoge waarderingen voor aandelen.

    De koers-winstverhouding (K/W) voor de S&P 500 bedraagt 18. Dat is boven het vijfjarig gemiddelde van 15,6. Die hoge K/W maakt de index kwetsbaar voor heftige schommelingen, bijvoorbeeld als winstcijfers tegenvallen. Uiteindelijk vormen die cijfers een belangrijke steunpilaar onder de aandelenbeurzen. De heftige reactie op de cijfers van Alcoa onderstrepen het gelijk van Goldman Sachs. Wie toch in aandelen wil beleggen kan beter terecht in de MSCI Asia ex-Japan index, zo adviseren de bankiers!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Grote bedrijven zitten in de beklaagdenbank

    Grote bedrijven zitten in de beklaagdenbank

    Het tij is aan het keren. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft het grote bedrijfsleven zich mogen koesteren in de bewondering en aanbidding van overheden en het grote publiek. De langdurige financiële crisis heeft hier een einde aan gemaakt. De corporates bleken niet in staat of zelfs onwillig om een bijdrage te leveren aan de oplossing ervan. Die afwerende houding verklaart mede waarom er sinds enkele jaren meer kritische aandacht is gekomen voor de handel en wandel van deze internationaal opererende bedrijven en voor de schaduwzijden van hun doen en laten.

    big-corporationsEen recente aanklacht tegen de grote corporates luidt dat ze simpelweg te groot zijn geworden. Er zijn zeker in de Verenigde Staten nog amper sectoren te noemen waar niet sprake is van een feitelijk oligopolie, waar nog slechts een handvol bedrijven de markt controleren en naar hun hand zetten. Een bedrijf als Wall Mart heeft een marktaandeel van pakweg 25% en als het om geneesmiddelen gaat hebben drie grote farmaceuten 99% van de Amerikaanse markt.

    Macht van de grote bedrijven

    Evenals in Europa geven ook Amerikaanse politici hoog op van de grote voordelen van ondernemerschap en het midden- en kleinbedrijf, maar in feite zijn de meeste markten geconsolideerd en zijn de corporates de baas. Dat is zeker in de Verenigde Staten het gevolg van actief overheidsbeleid. In de jaren zeventig en tachtig slaagden conservatieve politici erin de antitrust wetgeving van voor de Tweede Wereldoorlog geleidelijk aan de kant te schuiven. De argumentatie luidde dat die wetgeving zijn doel was voorbij geschoven. Bedoeld om de concurrentie tussen bedrijven gaande te houden had de wetgeving geresulteerd in het beschermen van slechte bedrijven. Dat ging ten koste van de gewone man en consument die moest nodeloos hoge prijzen voor zijn goederen en diensten betalen. Grote, goed geleide bedrijven moest niets in de weg gelegd worden om te groeien om zo de consument op maat te kunnen bedienen. Critici denken dat dit ongelimiteerde pro big businessbeleid zijn tijd gehad heeft. De nadelen zijn te groot geworden. Ze wijzen erop dat het aantal start-ups jaarlijks afneemt, dat lonen en salarissen al decennia geen reële groei meer laten en dat de middenklasse overal in de Westerse wereld in het gedrang is gekomen. Ze wijzen er ook op dat grote bedrijven door hun oligopolistische wurggreep de innovatieve kracht van het MKB ondergraven en dat ze door hun dominerende rol uiteindelijk een bedreiging voor de democratie kunnen vormen.

    Weerstand

    Het tij gaat keren, maar daarmee is nog niet gezegd dat de strijd is gestreden. Acties tegen bijvoorbeeld grote banken of bedrijven als Wall Mart zullen ongetwijfeld op grote publieke steun kunnen rekenen. Maar hoe zit dat met de ICT sector en met internetbedrijven. Juist hier heerst the winner takes it all regel. Het zijn ook vaak publiekelijk zeer bewonderde bedrijven. Apple is zo’n bedrijf. Het publiek is dol op de iPhone en gaat er aan voorbij dat Apple 40% van die markt in de VS in handen heeft. Google en Facebook hebben samen meer dan 50% van de markt voor mobiel adverteren in handen. Het zal niet meevallen om in deze gevallen te bepalen wat een gerechtvaardigd marktaandeel is en wat niet. Het zal met andere woorden nog wel een poos duren voordat de kritiek op de corporates in daadwerkelijk beleid is omgezet. ‘Gelukkig’ plaatsen grote bedrijven zichzelf telkens opnieuw in de beklaagdenbank. Hun belastingmoraal stuit steeds grotere groepen in de samenleving tegen de borst. Het onbeschaamd uitbuiten van een monopoliepositie, zoals sommige farmaceuten doen, kan zelfs binnen conservatieve kring op steeds minder begrip rekenen. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Centrale banken zijn bankiers voor de rijken

    Het is al een tijdje duidelijk dat de markten de koers van de Fed bepalen. Dat is het geval sinds het beleid van de Fed vooral gericht werd op het verhogen van de waarde van financial assets en pas in tweede instantie gericht werd op het verbeteren van de reele economie.

    Markten hebben dit keer waarschijnlijk heel weinig moeite hoeven doen de Fedbankiers te overtuigen van hun gelijk. De economische data zijn er in de VS de laatste tijd niet beter op geworden. De dienstensector laat de grootste vertraging van de groei zien sinds 2010. Die vertraging is zo mogelijk nog groter in de industriële sector. De groei van de economie over 2016 zal eerder op 1% uitkomen dan op de gehoopte 3%. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt stellen evenmin gerust en de inkomensgroei stagneert al sinds jaar en dag. Met de consumptie, toch een peiler onder groei, dreigt het ook de verkeerde kant op te gaan. De detailhandelsverkopen over augustus lieten een min zien.

    centrale-banken-herverdeling

    Centrale banken helpen voora de rijken

    Centrale banken helpen alleen de rijken

    Al deze negatieve data geven steeds vaker voedsel aan het idee, dat de meeste Amerikanen niet of amper geprofiteerd hebben van het beleid van de Fed. Sterker nog, ze zouden zelfs slachtoffer kunnen blijken van het monetaire beleid van de centrale bankiers. Een recente studie van Merrill Lynch wijst in die richting. Amerikanen hebben evenals de meeste Europeanen hun inkomen amper of niet zien groeien. Dat beetje loonsverbetering dat er was, is geen gevolg van het krachtenspel op de vrije markt maar van overheidsingrijpen.

    Veel Amerikaanse staten hebben recentelijk het verplichte minimumloon verhoogd. Bedrijven als McDonald’s of Wall Mart, waar de slechtst betaalde banen te vinden zijn, zagen zich gedwongen de lonen te verhogen. Bedrijven met veel laag betaalde werknemers zijn toch al geneigd de lonen iets te verhogen, omdat het reservoir van jonge laagopgeleide werknemers begint op te drogen. Dat is echter amper een basis voor een zeer brede loonsverhoging over alle sectoren van de economie.

    Obligatiehouders profiteren

    Obligatiehouders kunnen geruster adem halen. De rente op een Treasury met een looptijd van 2 jaar is alweer aan het dalen. Deze Treasury is zeer gevoelig voor verwachte veranderingen in het beleid van de Fed. De yield was recentelijk opgelopen naar 0,8%. Minder dan 50% verwacht nog dat de centrale bank in december de rente zal verhogen.

    Het is uiteraard niet helemaal eerlijk de Fed de groeiende ongelijkheid in de schoenen te schuiven. De pogingen van de centrale bankiers om de economie er bovenop te helpen waren oprecht. Zoals zo vaak traden er de nodige onverwachte bijverschijnselen op. Het royale monetaire beleid gaf grote bedrijven een sterke impuls om aandelen in te kopen en om te herfinancieren, om te investeren. Het beleid had eveneens als bijverschijnsel dat spaargelden van de doorsnee Amerikaan niets meer opleverden en dat pensioenfondsen steeds meer moeite hebben hun verplichtingen na te komen.

    Het zou zomaar kunnen dat de levensstandaard in de VS de komende jaren gaat dalen als de huidige werkenden met pensioen gaan. Het is derhalve niet zo vreemd dat steeds meer Amerikanen de Fed als de bank voor de rijken beschouwen. Die bevoordeling van de rijken gaat ten koste van Joe Sixpack/Jan Modaal.

    Binnen de Fed begint het besef door te dringen, dat het instituut snel aan geloofwaardigheid verliest bij grote delen van de Amerikaanse bevolking. Als er nieuw beleid uitgestippeld moet worden, dan zal dat waarschijnlijk niet langer automatisch goed uitpakken voor de beleggers in de S&P 500. Zo ver is het nog lang niet. Nog steeds profiteren vooral de rijken. Het zijn echter diezelfde rijken die op hun beurt steeds meer het vertrouwen in de Fed verliezen, omdat het in hun ogen toch nog slechts een kwestie van tijd is voordat de Fed de rente echt gaat verhogen. Het zijn en blijven verwarrende tijden. Overigens kun je de Fed gerust vervangen door de ECB. In dit deel van de wereld zijn de uitkomsten van het monetair beleid niet fundamenteel anders!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Er is teveel olie en dat blijft voorlopig zo

    Heel even leek het erop dat er definitief betere tijden waren aangebroken voor de olieprijs. De Russen en de Saudi’s lieten in een gezamenlijke verklaring weten dat ze plannen gingen maken om de productie van olie te gaan beperken. In april van dit jaar liep een dergelijk plan mis, omdat initiatiefnemer Saoedi-Arabië van Iran eiste dat het ook zijn productie zou beperken. Dat was een onmogelijke eis, omdat Iran nog druk bezig was en is om de negatieve gevolgen van de Westerse olieboycot te boven te komen.

    De Russen vermeden dit keer de Iraanse valkuil door toe te zeggen dat het land eerst weer zijn oude positie op de wereldmarkt moet innemen, voordat het verzoek zal komen de productie te beperken. Dat betekent in concreto dat Iran weer minimaal 4 miljoen vaten per dag moet oppompen voordat er over beperking gesproken kan worden. De Iraniërs denken overigens dit niveau aan het einde van dit jaar te kunnen bereiken.

    iran-crude-oil-production

    Olieproductie Iran herstelt terug oude niveau van 4 miljoen vaten per dag (Grafiek via Tradingeconomics)

    Olieprijs omhoog

    De gezamenlijke verklaring van Russen en Saoedi’s gaf uiteraard een impuls aan de olieprijs. Er kwam nog meer positief nieuws voor de olieprijs naar buiten. De olievoorraden in de VS, die in april een recordniveau van 543 miljoen vaten hadden bereikt, daalden met maar liefst 14,5 miljoen vaten. Een gestage daling van olievoorraden is een absolute voorwaarde voor het laten groeien van een gezonde balans tussen vraag en aanbod waardoor prijsherstel mogelijk is.

    oil-well-pixabay-teaserDe euforie was van korte duur. De daling was niet toe te schrijven aan een grotere vraag naar olie, maar aan een verstoring in de aanvoer. Een tropische storm, Hermine, maakte het onmogelijk olie aan te landen via de Golf van Mexico. De daling kan wel eens een eenmalig gebeuren zijn. Hoe concreet en hoe reëel zijn de plannen van Rusland en Saoedi-Arabië? Zal Saoedi-Arabië in staat zijn alle lidstaten van OPEC in het gareel te houden? Het verleden stelt wat dat betreft teleur. Bij eerdere productiebeperkingen ontdoken steevast een aantal lidstaten de afspraken. Het kind van de rekening was Saoedi Arabië dat als grootste partij het boegbeeld moest zijn. Uiteindelijk verloren de Saoedi’s marktaandeel aan de zwakke broeders.

    De kans dat dit opnieuw gaat gebeuren is reëel. Niet alleen Iran wil graag meer produceren om zijn economie weer op poten te zetten. Dat geldt ook voor landen als Irak, Nigeria en Libië. Die landen hebben om uiteenlopende redenen hun productie zien dalen. Ze willen die om voornamelijk economische redenen zo snel mogelijk weer opvoeren. In dat streven past voorlopig geen productiebeperking.




    Prijzen blijven onder druk

    De oliehandel gelooft er in ieder geval niet in. Dat bleek tijdens de Asia-Pacific Petroleum Conference in Singapore. Als prijzen echt in beweging zouden komen, dan is dat een gouden kans voor de Amerikaanse schalie-producenten. Die hebben hun productie gedeeltelijk moeten stilleggen vanwege de te lage prijzen en te hoge productiekosten. Die kosten zijn echter fors gedaald en bij een prijs van pakweg $50 dollar per vat kunnen alle kranen weer open. In tegenstelling tot het gemiddeld lid van OPEC kunnen schalie-producenten in luttele weken weer volop produceren. Het effect van de beperking door OPEC zou van heel korte duur zijn en van een echt prijsherstel zal geen sprake zijn. In Singapore denken ze dat de kans klein is dat de prijs voor een vat olie zal uitstijgen boven $55, mochten OPEC en Rusland het eens worden. Die kans lijkt niet zo heel groot, denkt de handel. Niet alleen zijn er veel potentiële dissidenten, ook hebben Rusland en Saoedi-Arabië hun woorden nog niet door daden laten volgen. Er ligt vooralsnog geen Plan de Campagne op tafel. Dat kan natuurlijk nog komen. Komende weken is er overleg in Algiers en Wenen. Ondertussen staan de daden van beide landen in schril contrast met de woorden. De productie van beide landen staat op recordniveau. In Singapore denken ze daarom dat de prijzen de komende twee jaren zullen bewegen tussen $40 - $50, met tijdelijke uitschieters naar $55 per vat. Handelaren verwachten evenmin dat prijzen nog voor langere tijd door de barrière van $40 zullen zakken. Er is nog steeds veel te veel olie, maar heel langzaam nemen voorraden af en is de markt op zoek naar een nieuw evenwicht. Cor Wijtvliet Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Democratie en kapitalisme raken steeds meer op gespannen voet

    Staat het huwelijk tussen democratie en kapitalisme op springen? Je zou het bijna zeggen als je overal in de Westerse wereld autoritaire stromingen aan kracht ziet winnen. Het is niet ondenkbaar dat in een aantal landen deze stromingen aan de macht kunnen komen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

    tny_electioncosts_optVan oudsher bestaat er een bijna natuurlijke band tussen de liberale democratie – stemrecht, persoonlijke en burgervrijheden – en kapitalisme. De laatste staat voor het recht om goederen en diensten, kapitaal en arbeid naar eigen inzicht te kopen of te verkopen. Voor beiden geldt dat de individuele persoon zijn eigen keuzes maakt.

    Er is echter ook meer dan voldoende grond voor spanningen. Democratie is egalitair, kapitalisme is dat zeker niet. Als de economie niet naar behoren functioneert, betekent dat een democratie autoritaire trekjes kan krijgen zoals in de jaren Dertig. Als de opbrengsten van een economie steeds ongelijker verdeeld worden, dan kan dat de rijken aanzetten de democratie in te ruilen voor een plutocratie.

    Gaan democratie en kapitalisme nog steeds hand in hand?

    Tot dusverre zijn de liberale democratieën en het kapitalisme meestentijds gezamenlijk opgetrokken. Daarom zijn in de rijkste landen van de wereld liberale democratieën gegrondvest op een kapitalistische economie. Breed gedeelde economische vooruitgang legitimeerde het kapitalisme en stabiliseerde de economie. Precies hier begint het mis te gaan. Het kapitalisme slaagt er steeds minder in om voor een grote meerderheid de welvaart te verhogen. Integendeel, de ongelijkheid neemt toe en de productiviteit, nodig om de welvaart te verhogen, stagneert. Dit giftig mengsel van feiten dreigt democratieën intolerant te maken en het kapitalisme illegitiem en ongewenst.

    Kapitalisme is globaal van aard. Als de kansen zich wereldwijd voordoen, dan zal het kapitalisme wereldwijde activiteiten ontplooien, los van elke jurisdictie. En dus groeien er wereldomspannende bedrijven! Hier gaat het wringen. Als individuele landen regels stellen, dan gaat dat ten koste van de vrijheid om over de grenzen heen goederen en diensten te kopen en verkopen. Als echter het omgekeerde gebeurt en barrières gesloopt en regelgeving geharmoniseerd, dan gaat dat ten koste van de wetgevende autonomie van landen. Als kapitaal vrijelijk over de wereld kan stromen dan gaat dat ten koste van het vermogen van staten om belasting te heffen en regels voor te schrijven!




    Globalisering en migratie

    Een niet te vermijden onderdeel van het proces van globalisatie is immigratie. Vooral het bedrijfsleven is voorstander van massa-immigratie. Het stelt hen in staat arbeid naar willekeur in te huren. Massa-immigratie kan echter weleens de achilleshiel van de liberale democratie blijken. Dat heeft veel, zo niet alles, te maken met het falen van het hedendaags wereldwijd opererend kapitalisme. De economische prestaties stellen zonder meer teleur. De grote financiële crisis van deze eeuw heeft bovendien een verwoestend effect gehad op het vertrouwen van de burgerij in zijn politieke en economische leiders en dat vertaalt zich weer in een afnemend vertrouwen in de politieke en economische instituties! Ergo, het huwelijk tussen democratie en kapitalisme staat onder zware druk! Wat kan er gebeuren? Het is beslist niet uit te sluiten, dat we aan de vooravond staan van een wereldomspannende plutocratie. Het zou het einde betekenen van de nationale democratieën! Die zouden alleen nog in naam functioneren. Een andere mogelijkheid is de opmars van de dictatuur, vermomd als democratie. De sterke man oefent de facto controle uit over de staat en het kapitalisme. Dat zien we nu gebeuren in Rusland en Turkije en het gebeurde ook in de jaren Dertig van de vorige eeuw.

    robber-barrons-21eeeuw

    Robber barons van de 21ste eeuw

    Burger staat centraal

    Het is maar te hopen, dat de hedendaagse politieke en economische elite zich bewust wordt van deze potentiële gevaren en hiertegen een front vormen. Ze zouden zich de vraag moeten stellen of het wel wenselijk is om steeds maar weer nieuwe internationale verdragen af te sluiten die de nationale bevoegdheden steeds verder inperken en die alleen het bedrijfsleven profijt brengen. Zou het niet zo moeten zijn dat de belangen van de doorsnee burger weer meer centraal moeten komen staan bij het afsluiten van internationale verdragen? De liberale democratie ontleent zijn legitimiteit aan het bevorderen van het welzijn van velen en niet die van de enkeling. Politici moeten er weer van doordrongen worden dat ze eerst en vooral verantwoording schuldig zijn aan de burgerij en niet aan de captains of industry. Gebeurt dat niet, dan moet het huwelijk wel ontsporen met alle gevolgen van dien. Cor Wijtvliet Bron: Martin Wolf, Capitalism and democracy: the strain is showing. Financial Times Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte beurshalte-logoOver Beurshalte: Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden! Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.