Auteur: Redactie

  • Russische centrale bank zet nominale waarde op goud- en zilverbaren

    Er worden drie soorten baartjes uitgegeven door de Russische centrale bank: een zilveren exemplaar van 1 troy ounce, een goudbaartje van 15,55 gram (1/2 troy ounce) en een nog kleiner goudbaar van 7,78 gram (1/4 troy ounce). Al deze baren hebben een zuiverheid van 99,9% en zijn te herkennen aan het embleem van de Russische Federatie dat op de voorkant geslagen is. Op de achterkant staat een witte beer, het symbool van de Winterspelen van 2014.

    Er worden 300.000 van deze 1 troy ounce zilverbaartjes uitgegeven. De goudbaren van 1/2 en 1/4 troy ounce worden in een oplage van respectievelijk 100.000 en 300.000 uitgebracht. Zoals in de inleiding genoemd wordt hebben de baartjes een nominale waarde, maar die is zo laag dat de baren niet gebruikt zullen worden in het betalingsverkeer. De zilveren baar van 1 troy ounce (ongeveer €30) heeft een nominale waarde van 3 roebels. Dat is slechts 7 eurocent. De nominale waarde op de goudbaartjes is ook bijzonder laag, respectievelijk 50 en 100 roebels voor de 1/4 en 1/2 troy ounce variant. Omgerekend is dat maar €1,23 en €2,46, terwijl de goudwaarde van deze baartjes respectievelijk €315 en €630 is tegen de spotprijs van het moment van schrijven.

    De extreem lage nominale waarde suggereert dat de Russische centrale bank de rol van goud en zilver als alteatief voor de roebels in circulatie niet serieus neemt. Normaal gesproken komen we alleen een nominale waarde tegen op diverse beleggingsmunten en niet op de baren.

    Rusland zet nominale waarde op goud- en zilverbaren

    Nieuwe goud- en zilverbaren van de Russische centrale bank zijn voorzien van nominale waarde (Bron: CBR.ru)

  • Zijn Amerikaanse staatsobligaties de ultieme bubbel?

    Als gevolg van de dalende rente zijn de koersen van Amerikaanse staatsobligaties sterk gestegen. Morgan Stanley dook in het archief van Bloomberg en kwam tot de conclusie dat het rendement op 10-jaars 'Treasuries' de afgelopen 33 jaar alles behalve slecht is geweest. Van 1980 t/m 2012 waren er slechts drie jaren waarop de 10-jaars staatsobligaties van Amerika een negatieve koersontwikkeling lieten zien. Dat was in 1994, 1999 en in 2009, jaren waarin de staatsobligaties respectievelijk 4,6%, 6,2% en 9,6% aan waarde verloren. In de betere jaren stegen de koersen van Amerikaanse staatsobligaties in een jaar met wel 15 tot 25%. Ook 2008 was een goed jaar voor Amerikaans schuldpapier, omdat veel beleggers na de val van Lehman Brothers dekking zochten in de liquiditeit en vermeende veiligheid van Amerikaanse staatsobligaties. Dat jaar steeg de koers van een 10-jaars Treasury met 21,2%.

    Door het ingrijpen van de Federal Reserve zijn de koersen van Amerikaase staatsobligaties sterk gestegen. Enerzijds door de extreem lage rente van de Fed en anderzijds door grootschalige monetaire verruiming. Doordat de centrale bank maandelijks voor tientallen miljarden aan langlopend schuldpapier opkoopt creëert ze een kunstmatige schaarste, wat ook een prijsopdrijvend effect heeft. Het is de vraag hoeveel lucht er nog meer in de Amerikaanse obligatiemarkt gepompt kan worden, want de rente is nu al uitzonderlijk laag. Het koersrendement lijkt voor een vermogensbeheerder vandaag de dag de belangrijkste reden te zijn om nog in schuldpapier met een negatieve reële rente te beleggen.

    Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse koersrendement op Amerikaanse staatsobligaties sinds 1980 zien (klik voor een grotere afbeelding). Slechts drie jaar was het rendement op het schuldpapier negatief, waardoor veel beleggers het beschouwen als een veilige en defensieve belegging.

    Rendement op Amerikaanse staatsobligaties sinds 1980 (Via: Businessinsider)

    Rente op Amerikaanse staatsobligaties al vanaf 1980 in dalende trend (Bron: Seekingalpha)

    Bond bubble?

    Bekende namen als Marc Faber, Bill Gross en Peter Schiff waarschuwen al langer voor een bubbel in Amerikaanse staatsobligaties. Deze obligaties leveren vrijwel geen rendement meer op, maar blijven stijgen door de extreem lage rente en het ondersteunende beleid van de Federal Reserve. Bill Gross bevestigde dat recent nog op nieuwszender CNBC: “Natuurlijk is er een bubbel in de obligatiemarkt. […] Maar ik denk niet dat de rente zal stijgen… De Federal Reserve blaast veel lucht in deze bubbel, waardoor deze obgeblazen blijft.” Volgens Bill Gross zorgt de monetaire verruiming door de Amerikaanse centrale bank uiteindelijk voor inflatie, wat dodelijk is voor langlopende staatsobligaties met een vaste rente. Beleggers zullen op een gegeven moment geen genoegen meer nemen met de lage rente en uit angst voor snelle geldontwaarding uit staatsobligaties stappen. Bill Gross weet niet wanneer dat kantelpunt er zal zijn, maar in de laatste maandelijkse nieuwsbrief adviseert de obligatiebelegger bezittingen die zich kunnen corrigeren voor inflatie. Volgens Pimco zijn dat bijvoorbeeld olie, goud, voor inflatiegecorrigeerde Amerikaanse staatsobligaties (TIPS) en beleggingen in opkomende markten die in een andere valuta dan dollars worden uitgedrukt.

    Ook Peter Schiff en Marc Faber zijn van mening dat andere beleggingscategorieën steeds interessanter worden door de sterk gestegen obligatiekoersen en de extreem lage rente. Volgens Schiff zijn staatsobligaties relatief duur geworden ten opzichte van goud en volgens Faber waren bepaalde aandelen van Europese bedrijven afgelopen zomer sterk ondergewaardeerd, omdat beleggers vooral hun aandacht richtten op staatsobligaties.

    Bill Gross over de Amerikaanse obligatiemarkt (Bron: CNBC)

  • Grafieken: 11 Europese vastgoedbubbels

    Businessinsider merkt op dat de 'PIIGS-landen' zeer beperkt vertegenwoordigd zijn in het overzicht van landen met de grootste vastgoedbubbels. Terwijl landen als Griekenland, Italië, Spanje en Portugal onder vuur liggen vanwege een zwaar begrotingstekort (en/of een hoge staatsschuld) zijn het landen als Nederland, Denemarken, Zweden het Verenigd Koninkrijk die in verhouding tot de omvang van de economie de hoogste hypotheekschuld hebben.

    Het is opvallend dat de huizenprijzen in veel Europese landen nog steeds stijgen en dat er alleen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Denemarken enige sprake is geweest van een daling sinds het uitbreken van de crisis. Wat onderstaande grafieken laten zien is dat het schuldenprobleem niet beperkt is tot de Zuid-Europese landen en dat ook de 'sterkere' economieen van Europa vaak vast zitten door teveel schulden. Het zal u inmiddels wel bekend zijn dat Nederland de ranglijst aanvoert als het gaat om hypotheken. In verhouding tot het BBP is de hypotheekschuld nergens zo groot als op onze eigen bodem. Het IMF heeft recent nog gewaarschuwd voor de overwaardering van de huizenprijzen in Nederland en op de website van de BIS staat ook een heel artikel over de crisis op de Nederlandse huizenmarkt.. Ook in buitenlandse media wordt Nederland steeds vaker als voorbeeld genoemd van een land met een slecht functionerende huizenmarkt.

    De laatste twee grafieken heb ik toegevoegd om de cijfers in perspectief te kunnen plaatsen. De op één na laatste geeft de groei van de hypotheekschuld van 1998 t/m 2009 weer, afgezet tegen de omvang van iedere economie. De laatste grafiek zet de omvang van de private schulden tegenover het vrij besteedbare inkomen in het betreffende land.

    Verenigd Koninkrijk

    Nederland

    Denemarken

    Finland

    Zweden

    België

    Oostenrijk

     

    IJsland

     

    Luxemburg

    Noorwegen

    Zwitserland

    Grafiek van het IMF brengt groei hypotheekschuld Europese landen in kaart (Bron: Macrobusiness)

    Private schulden in verhouding tot het vrij besteedbare inkomen, Nederland is kampioen lenen (Bron: onbekend)

  • Goudvoorraad Australië ligt voor 99,9% in Londen opgeslagen

    Onlangs lazen we een artikel waarin stond dat de goudvoorraad van Australië vrijwel volledig in het buitenland opgeslagen ligt. We hebben navraag gedaan bij de Reserve Bank of Australia en kunnen bevestigen dat dit inderdaad het geval is. Slechts 0,1% van de goudvoorraad (dat is ongeveer 800 kilo of 64 zogeheten ‘Good Delivery’ goudstaven) ligt dus op de eigen bodem. Dat terwijl Australië in 2011 de tweede grootste goudproducent ter wereld was met een productie van 270 ton. Ook in de jaren daarvoor behoorde het land ‘down under’ al tot de vijf grootste producenten ter wereld.

    Waarom de Reserve Bank of Australia haar goud volledig toevertrouwt aan de Bank of England is me niet helemaal duidelijk. Volgens Chris Collins van de afdeling Media & PR bij de RBA ligt het goud in Londen omdat de opslagkosten daar laag zijn, de beveiliging er goed op orde is en het vanaf daar makkelijker te verhandelen is. Het volgende antwoord kreeg ik op mijn vraag of het bericht van ausbullion op waarheid gebaseerd is:

    “Dear Frank

    Thank you for your email. I can confirm that, as at end-June 2011, the Reserve Bank of Australia held 80 tonnes of gold in London Good Delivery bars. The Reserve Bank holds 99.9 per cent of its gold reserves in the United Kingdom at the Bank of England. The remaining 0.1 per cent is held at the Reserve Bank’s Head Office in Sydney.

    Regards

    Chris Collins | Manager | Media & Public Relations Office  

    RESERVE BANK OF AUSTRALIA | 65 Martin Place, Sydney NSW 2000

    p: +61 2 9551 9830 | f: +61 2 9551 8033 | w: www.rba.gov.au”

    Bij deze kunnen we bevestigen dat er meer goud ligt bij de Perth Mint dan bij de centrale bank. Een bedrijfsvideo uit 2008 op YouTube laat zien dat er behoorlijk wat goud ligt bij deze mint.

    Australische goudvoorraad ligt vrijwel volledig in Londen

    Reserve Bank of Australia bewaart 99,9% van de goudvoorraad in Londen

     

  • Video: Een uur met Kyle Bass

    De video is te bekijken op YouTube, klik daarvoor op onderstaande afbeelding of deze link.

    Kyle Bass bij AmerCatalyst 2012

  • Fitch waarschuwt voor barsten obligatiebubbel

    De gemiddelde rente op Amerikaanse bedrijfsobligaties met een looptijd van 10 jaar is door de overvloed aan liquiditeit sinds begin 2011 gehalveerd van 4% naar minder dan 2%. Fitch is van mening dat de obligatiebeleggers een subtiele stijging van de rente nog wel kunnen verteren, maar dat een plotselinge stijging van de rente zal zorgen voor grote verliezen in de portefeuilles van pensioenfondsen, levensverzekeraars en andere beleggingsfondsen die zich profileren met een vaste rente en een laag risicoprofiel.

    “Als de rente snel zal stijgen tot het niveau van voor 2011, dan zou een gemiddelde BBB-gewaardeerde bedrijfsobligatie plotseling 15% van haar marktwaarde verliezen. De obligaties met een nog langere looptijd van bijvoorbeeld 30 jaar zullen in dat geval met 26% in waarde kelderen”, zo schrijft Fitch. De autoriteiten staan volgens de kredietbeoordelaar voor een lelijk dilemma. Als ze [centrale banken] blijven vasthouden aan een extreem lage rente en een soepel monetair beleid, dan drukken ze beleggers dieper in laagrenderende obligaties die het meest kwetsbaar zijn voor een stijgende rente. Als de rente op bedrijfsobligaties verder zakt neemt de kans op – en de omvang van – een correctie alleen maar toe.

    Obligatiebubbel

    De schade van een correctie in bedrijfsobligaties zal dit keer vele malen groter zijn dan de vorige keer in 2002. De verliezen werden toen al opgedreven door een golf van wanbetalingen. Een verdubbeling van de rente vanaf het huidige niveau zou een veel grotere slachting kunnen veroorzaken in de bedrijfsobligaties, zo menen de analisten en economen van Fitch. De markt voor bedrijfsobligaties is gigantisch, alleen in de VS heeft deze al een omvang van $8,6 biljoen. Dat is ongeveer half zo groot als de markt voor Amerikaanse staatsobligaties, want de staatsschuld van Amerika is momenteel iets meer dan $16,3 biljoen in omvang. Ook in Europa en Azie is er een grote markt voor bedrijfsobligaties, financiele activa waar pensioenfondsen en andere beleggingsfondsen veel posities in hebben.

    In Amerika is een kwart van de totale obligatiemarkt in handen van levensverzekeraars, zo lezen we op de Telegraph. Het afgelopen jaar werd er voor $974 miljard aan nieuwe bedrijfsobligaties uitgegeven, waarvan maar liefst 96% is afgesloten tegen een vaste rente. In 2007 werd nog maar 60% van de bedrijfsobligaties uitgegeven met een vaste rente, de rest was variabel. Het grote aandeel aan bedrijfsobligaties met een vaste rente maakt de obligatiemarkt kwetsbaarder voor een rentestijging. De schuldpapieren met een vaste rente zullen snel aan waarde verliezen als de marktrente begint op te lopen.

    Hypotheekschuld

    De totale obligatiebubbel is nog groter als ook hypotheekleningen worden meegeteld. Amerikaanse banken alleen bezitten al voor $1,5 biljoen aan hypotheekleningen. De Federal Reserve doet er alles aan om een stijgende rente op deze schuldpapieren te voorkomen. Met 'Operation Twist' verlaagde de centrale bank de rente op langlopende staatsobligaties, die vaak als uitgangspunt worden gebruikt voor de bepaling van de rente op hypotheekleningen. Voordat 'Operation Twist' was afgelopen schakelde de Federal Reserve in een hogere versnelling, door maandelijks ongesteriliseerd voor $40 miljard aan hypotheekleningen op te kopen. Op deze manier creeert de centrale bank een kunstmatige schaarste, die de waarde van deze schuldpapieren opdrijft en de rente omlaag drukt. Onlangs bereikte de gemiddelde hypotheekrente in Amerika een niveau van 3,32% voor 30 jaar. Dat is het laagste niveau sinds 1971.

    Obligatiekoersen blijven stijgen door de lage rente en door een vlucht naar vermeende veiligheid (Bron: Trading Academy)

  • Prijzen goud en zilver onderuit na opening COMEX

    Het komt vaker voor dat de koersen van goud en zilver bij de opening van de COMEX flink onderuit gaan. Vaak gebeurt dat voorafgaand aan de publicatie van belangrijke macro-economische cijfers of het aflopen van futures in de goud- en zilvermarkt. Daar zijn vandaag echter geen aanwijzingen voor. Sinds de aankondiging van het QE4 stimuleringsprogramma door de Fed zijn de edelmetalen alleen maar goedkoper geworden, in strijd met de verwachting die veel edelmetaalbeleggers wellicht koesterden. Meer geldpersfinanciering zou juist een impuls moeten geven aan de goudprijs, zoals bij de aankondiging van QE1, 2 en 3 steeds het geval was.

    De goudprijs in € is sinds de FOMC vergadering waarin QE4 werd aangekondigd (12 december) al met 5,84% gezakt. De zilverprijs ging in de afgelopen acht dagen met in totaal 10,6% omlaag in €. Als de prijzen nog iets verder dalen is de volledig koerswinst van goud over 2012 in euro's uitgedrukt verdwenen. De zilverprijs staat momenteel nog wel iets hoger dan begin dit jaar, maar de glans is er zo langzamerhand wel vanaf.

    Correctie

    De goudprijs staat door de prijsdaling van vandaag 9,87% lager dan het all-time high van €1378/oz van begin oktober. De zilverprijs staat op dit moment zelfs 17% lager dan het jaarrecord van ongeveer €882/kg eind februari. De zwakke prestatie van goud geeft houvast aan tal van analisten en economen die denken dat goud in een bubbel zit. Dit jaar zijn kopers van edelmetalen er niet veel wijzen van geworden, want met een rendement van 1,4% op goud en 9,3% op zilver over heel 2012 doen beide edelmetalen het minder goed dan bijvoorbeeld de AEX index. Die staat ten opzichte van het begin van het jaar ruim 12% hoger, waarbij eventuele dividenduitkeringen nog niet zijn meegenomen.

    Goudprijs in € per troy ounce 5,84% lager dan tijdens aankondiging QE4 op 12 december (Bron: Goudstandaard)

    Zilverprijs in € per kilo is in acht dagen tijd met meer dan 10% gezakt (Bron: Goudstandaard)

    De goud/zilver ratio is de afgelopen dagen sterk gestegen (Bron: Goldprice.org)

    Reflectie

    Wat moet de goudbelegger met een koersdaling als deze? Om die vraag te beantwoorden zou iedereen die goud of zilver gekocht heeft moeten terugblikken naar het moment van de eerste eenkoop. Wat was toen de overweging om edelmetaal te kopen en houdt dat argument nog steeds stand? Kocht u edelmetaal als bescherming tegen geldontwaarding, dan hoeft u alleen maar naar de groeiende balansen van verschillende centrale banken te kijken. Die geven een aanwijzing dat er nog veel geldontwaarding aan zit te komen. Kocht u goud in de hoop er snel wat euro's mee te verdienen, dan heeft u misschien pech gehad.

    Voor iedereen die nog steeds overtuigd is van de waarde van edelmetaal is een koersdaling als deze juist goed nieuws. Het is uitverkoop en daar kan iedereen die in goud gelooft van profiteren. Kan de goudprijs nog verder omlaag? Natuurlijk. De laatste weken van het jaar is de handel in edelmetaal sowieso dun en kan de verkoopdruk makkelijk wat langer aanhouden. De kopers zijn ook zwak vertegenwoordigd en zullen daardoor waarschijnlijk niet in staat zijn een daling te stoppen.

    Window dressing?

    Vorig jaar zagen we rond deze tijd ook een behoorlijke koersdaling van zowel goud als zilver. Wat daar precies de reden achter is weten we niet. Mogelijk kiezen fondsbeheerders ervoor om snel hun positie in goud van de hand te doen, een fenoneem dat in de financiele wereld 'window dressing' genoemd wordt. Als blijkt dat goud het dit jaar minder goed gedaan heeft dan aandelen zullen sommige vermogensbeheerders dat willen verbergen door hun positie in goud nog snel uit de boeken te schrappen.

    Wat extra leesvoer over de recente daling van de goudprijs kunt u vinden op het blog Screwtapefiles, waar een analist met kennis van zaken zijn visie geeft op de ontwikkeling van de goudprijs. Daar komt ook onderstaande grafiek vandaan.

    Goudprijs onder 38,2% fibonacci niveau, een bearish signaal volgens technisch analisten (Bron: Screwtapefiles)

     

    Als afsluiting nog een leuke tweet, zodra het om beleggingen gaat is goedkoper slecht en duurder beter…

  • Grafiek: Waardeontwikkeling goudvoorraad Eurosysteem sinds 1999

    In de jaren ’90 van de vorige eeuw verkochten verschillende Europese centrale banken al een gedeelte van hun goudvoorraad, waarmee ze de goudprijs naar een dieptepunt brachten. Landen als Nederland, Belgie, Zwitserland, Frankrijk en Duitsland besloten in deze periode een deel van hun goudvoorraad te verkopen en/of uit te lenen, waardoor de goudprijs zakte tot een bodemprijs van minder dan €300 per troy ounce.

    De verkoop van goud binnen het Eurosysteem werd daarna doorgezet onder het eerste Central Bank Gold Agreement (1999), een overeenkomst tussen verschillende Europese centrale banken om jaarlijks niet meer dan 400 ton goud te verkopen. Deze overeenkomst werd na vijf jaar verlengd, waardoor verschillende Europese centrale banken ook na 2004 goud konden verkopen onder CBGA2. De structurele verkoop van goud door de centrale banken van het Eurosysteem stopte halverwege 2009. Sindsdien is de totale hoeveelheid goud in het eurosysteem gelijk gebleven op ongeveer 11.200 ton, nog steeds een aanzienlijk hoeveelheid ten opzichte van Amerika (officieel 8.133 ton) en ten opzichte van de opkomende economieën.

    Goudvoorraad Eurosysteem

    Onderstaande grafiek laat de krimp van de totale goudreserve van het Eurosysteem zien, afgezet tegen de totale marktwaarde van het goud. De grafiek maakt in één oogopslag duidelijk dat er voor Europese centrale banken weinig reden is om goud te kopen. Sinds 2009, toen de verkoop van goud werd stopgezet, is de waarde van de resterende goudvoorraad alleen maar sterker gestegen. De 11.187 ton goud die er momenteel ligt is ruim 4x zoveel waard als de goudvoorraad van 13.000 ton waar het Eurosysteem in maart 1999 over beschikte, gewaardeerd tegen de koers van dat moment.

    De grafiek is gebaseerd op de financiele weekstaatjes die de ECB iedere week op haar website publiceert. Daarin staan ook de goudprijzen vermeld waartegen de totale voorraad iedere drie maanden geherwaardeerd wordt. Klik op onderstaande grafiek voor een grotere versie.

    Goudvoorraad van het Eurosysteem kromp de afgelopen dertien jaar, terwijl de waarde steeg

    Goudvoorraad van het Eurosysteem kromp de afgelopen dertien jaar, terwijl de waarde steeg

  • Grafiek: Inkomstenbelasting VS van 1913 t/m 2012

    Sommigen beweren dat Amerika de laatste tijd steeds socialistischer is geworden, maar dat blijkt niet uit de hoeveelheid inkomstenbelasting die de overheid vraagt van de hoogste inkomens. Over een inkomen van $1 miljoen betaalt men in Amerika een inkomstenbelasting van ongeveer 32,7% (afhankelijk van de woonsituatie en gezinssamenstelling), terwijl de belastingquote in de jaren vijftig voor deze inkomensgroep nog boven de 70% lag.

    Wie $10 miljoen per jaar verdiende moest van 1944 tot en met 1963 nog bijna 90% van zijn of haar inkomen afdragen aan inkomstenbelasting. Van datzelfde inkomen hoeft anno 2012 nog maar 34,8% naar de belastingdienst. Als we dat vergelijken met de middeninkomens en de lagere inkomens kunnen we tot de conclusie komen dat vooral de hogere inkomens er in de afgelopen decennia op vooruit zijn gegaan. Hun belastingquote is sinds 1980 bijna gehalveerd, terwijl iemand met een inkomen van $50.000 per jaar nu nog bijna evenveel belasting betaalt als in 1980 (van 19,4 naar 17,1%).

    Inkomensongelijkheid

    Gezien het enorme begrotingstekort van de Amerikaanse overheid is het onvoorstelbaar dat er geen grotere bijdrage wordt gevraagd van de allerrijksten. Van een inkomen van $1 miljoen per jaar kan iemand royaal leven, ook als zijn of haar belastingquote van 32,7% naar 62% zou stijgen. Parallel aan de lagere inkomstenbelasting voor de allerrijksten in Amerika is de kloof tussen rijk en arm verder gegroeid, zoals ik eerder ook al schreef op Marketupdate.

    Klik op onderstaande afbeelding om naar de website van Quartz te gaan, waar de interactieve versie van de grafiek te vinden is. Hier kunt u een willekeurig jaarinkomen invullen, zodat er een grafiek uitrolt die de belastingquote voor dat inkomen laat zien van 1913 tot en met 2012. In de grafiek is ook een inflatiecorrectie opgenomen, want een dollar uit 1913 is natuurlijk veel meer waard dan een dollar waar de handtekening van Geithner op staat.

    Interactieve grafiek op Quartz.com laat belastingquote per inkomen zien vanaf 1913 tot en met nu (Bron: Quartz)

  • Grafiek: Inkomensverschillen in VS sterk gegroeid sinds 1989

    De groeiende inkomensongelijkheid laat zien dat Amerika er in 2010 feitelijk slechter voor stond dan in 1989. Reuters haalt het voorbeeld aan van Washington D.C., waar de top 5% van de huishoudens (gerangschikt naar inkomen) vorig jaar gemiddeld meer dan $500.000 verdiende. In diezelfde stad verdiende de onderste 20% van alle huishuidens vorig jaar minder dan $9.500. Dat is een verhouding van 54:1, een sterke toename van de 39:1 verhouding in deze stad twee decennia geleden.

    De kloof tussen rijk en arm is in deze stad groter dan in alle Amerikaanse staten en neemt een derde plek in op de ranglijst van Amerikaanse steden. De groeiende inkomensongelijkheid in Amerika is volgens Reuters in het hele land zichtbaar. Inmiddels is de kloof groter dan tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig.

    Nivellering?

    Het is dan ook niet vreemd dat er tijdens de verkiezingsrace dit jaar veel aandacht was voor de rol van de overheid. Moet ze meer nivelleren of juist niet? Democratische kiezers vonden dat er nog te weinig gedaan werd aan het terugdringen van de inkomensverschillen, de Republikeinen waren daar minder over te spreken. Begin volgend jaar treed een voor Amerikaanse begrippen omvangrijk bezuinigingsprogramma in werking, waar ook de lagere en de middeninkomens door getroffen zullen worden.

    Het is ironisch dat de inkomensongelijkheid is toegenomen sinds president Lyndon Johnson in de 'State of the Union' zijn pijlen richtte op armoedebestrijding. Sindsdien heeft de overheid bijgedragen aan herverdeling van de welvaart richting de hogere inkomens. De machtige lobby tussen banken, grote bedrijven en de politiek heeft in Amerika bijgedragen aan een toenemende inkomensongelijkheid. De rekening kon op deze manier vaak onevenredig bij de gemiddelde en de lagere inkomens worden neergelegd, terwijl winsten werden geprivatiseerd.

    Op deze pagina van Reuters is een interactieve grafische weergave gemaakt van de inkomensverdeling van 1989 t/m 2011 in Amerika. Hier is een interessante ranglijst te vinden van alle Amerikaanse staten.

    Ontwikkelingsland

    Een grote kloof tussen rijk en arm is één van de eigenschappen waar we een ontwikkelingsland aan kunnen herkennen. De volgende definitie van ontwikkelingsland kwam ik tegen via encyclo.nl, Oordeel zelf:

    • ontwikkelingsland

    “heeft als algemeen kenmerk een laag inkomen per hoofd van de bevolking. Andere kenmerkende problemen zijn: een slechte infrastructuur, lage scholingsgraad, estige betalingsbalansproblemen en een hoge buitenlandse schuld.”

     

    Verdeling naar inkomenscategorie laat groeiende inkomensongelijkheid zien (Bron: Reuters)

    Een interactieve weergave van de inkomensongelijkheid per staat (Bron: Reuters)

  • Grafiek: Balans Fed groeit naar $6 biljoen in 2016

    De twee stimuleringsprogramma's die de Federal Reserve nu heeft lopen hebben beide een min of meer open einde, in tegenstelling tot de eerdere stimuleringsrondes. Het QE3 programma ($40 miljard per maand aan hypotheekleningen opkopen) zou stopgezet worden zodra de arbeidsmarkt een krachtig herstel laat zien. Een enigzins vage doelstelling, die de Federal Reserve met QE4 heeft aangescherpt. Dat laatste stimuleringsprogramma ($45 miljard per maand aan langlopende staatsobligaties), zal namelijk van kracht blijven zo lang de werkloosheid boven de 6,5% blijft en de inflatie (CPI) niet boven de 2,5% uitstijgt.

    De QE3 en QE4 programma's pompen gezamenlijk $1 biljoen per jaar aan nieuw geld in de economie. Het grootste gedeelte daarvan is nog niet in de economie gekomen, omdat banken dat geld weer als overtollige reserve bij de Federal Reserve parkeren. Mede daarom hebben we nog geen extreem hoge prijsinflatie gezien in de VS. De CPI blijft laag, ondanks het feit dat de koersen van aandelen en obligaties de laatste jaren behoorlijk zijn gestegen.

    Perceptie

    Door de suggestie te wekken dat de stimuleringsprogramma's van de Federal Reserve van tijdelijke aard zijn weet Beanke de financiele markten enigzins te kalmeren. Met een stop op meer dan 2,5% inflatie en minder dan 6,5% werkloosheid straalt de Federal Reserve uit dat het zich bewust is van de gevaren van verdere monetaire verruiming. Maar deze twee cijfers – de CPI inflatie en de werkloosheid – zijn beide vrij 'kneedbaar'. Door bepaalde groepen van de beroepsbevolking wel of niet mee te tellen kan het werkloosheidscijfer dalen of stijgen, onafhankelijk van de hoeveelheid banen die werd gecreëerd in een bepaalde periode. De laatste cijfers gaven aan dat de werkloosheid was gedaald tot 7,7%, maar wie verder in de gegevens duikt ziet dat die daling grotendeels toe te schrijven is aan een half miljoen Amerikanen die uit de statistieken vielen (google: not in labor force). Ook zien we de participatiegraad, een andere manier om de situatie op de arbeidsmarkt te peilen, alleen maar verder wegzakt.

    Feit blijft dat de Federal Reserve het gat moet opvullen tussen het begrotingstekort van de Amerikaanse overheid en de hoeveelheid schuldpapier die het ministerie van Financien weet te verkopen aan (buitenlandse) beleggers. Haken buitenlandse beleggers af (Rusland en China kopen al minder Amerikaanse Treasuries..), dan moet dat opgevangen worden door ofwel drastisch te snijden in de overheidsuitgaven ofwel met de geldpers van de Federal Reserve. Met een staatsschuld die alsmaar verder oploopt en met het chronische begrotingstekort van de Amerikaanse overheid lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat buitenlandse kopers/bezitters van Amerikaans schuldpapier de stekker eruit trekken. Vanaf dat moment gaat het hard, want dan moet de Federal Reserve steeds meer staatsobligaties opkopen om de obligatiekoers op peil te houden (en de rente laag). Daar komt nog bovenop dat de Amerikaanse overheid iedere maand oude staatsobligaties moet doorrollen, waarvoor opnieuw geld bijgeleend moet worden.

    Onderstaande grafiek, die is samengesteld door het team van Casey Research, laat zien hoe de balans van de Federal Reserve zal groeien als gevolg van het QE3 en QE4 programma. Daarin zit de aanname verwerkt dat beide stimuleringsrondes nog tot in 2016 in de huidige vorm intact zullen blijven. Dat is natuurlijk nu nog niet zeker, want het kan sneller of minder snel gaan. Hoe dan ook, de richting is duidelijk. Daar doet de daling van de goudprijs van gisteren naar mijn mening niets aan af. Sterker nog, het is voor mij één van de redenen om nog steeds goud aan mijn persoonlijke 'balans' toe te voegen.

    Balanstotaal Federal Reserve naar $6 biljoen in 2016? (Bron: Casey Research)