Auteur: Redactie

  • Contante betalingen Spanje worden beperkt tot €2500

    Volgens de regering moet de maatregel ook het gebruik van zwart geld aan banden leggen, maar het valt nog maar te bezien of de Spaanse belastingdienst de middelen en mogelijkheden tot haar beschikking heeft om alle transacties van bedrijven en burgers in kaart te brengen en de bewijstlast te leveren. De nieuwe maatregelen van de Spaanse regering moeten ook een extra obstakel opwerpen voor bedrijven om schaduwfacturen te maken. Het plan – dat nog meer maatregelen omvat – werd eerder deze maand geaccepteerd door het Spaanse kabinet en zal naar verwachting €8,171 miljoen opleveren in 2012.

    Het plan om betalingen boven de €2.500 in contanten te verbieden maakt mensen nog afhankelijker van het banksysteem. Het is de vraag of de plannen het gewenste effect zullen hebben, want doorgaans werken dit soort maatregelen juist averechts. Hogere belastingen kunnen op een gegeven moment ontduiking uitlokken, zeker als de bevolking van mening is dat de belastingen niet in verhouding staan tot wat ze ervoor terug krijgen. Ook is het niet aannemelijk dat de belastingdienst in Spanje in staat is om alle transacties van alle burgers met bedrijven te traceren.

    De Spaanse regering wordt vanuit Europa onder druk gezet om zich te conformeren aan de begrotingsregels. Die schrijven voor dat alle landen van de Eurozone hun tekorten moeten terugdringen tot maximaal 3%. Hiervoor krijgen landen wel een paar jaar de tijd, zodat de aanpassingen geleidelijk doorgevoerd kunnen worden. Bij de invoering van de euro kropen de rentes op de staatsobligaties van de verschillende landen snel naar elkaar toe, waardoor landen als Spanje, Italië, Portugal en Griekenland jaren lang relatief goedkoop konden lenen. Sinds het uitbreken van de crisis zijn financiële markten weer kritischer gaan kijken naar de Europese obligatiemarkt, met als gevolg dat de landen met een minder sterke economie duurder moeten lenen. Daarbij heeft Spanje er een probleem bij van een niet functionerende vastgoedmarkt. Door de goedkope rente was er jarenlang overinvestering, met als gevolg dat er nu bijna niets meer gebouwd wordt in Spanje. De omvang van de vastgoedmarkt in Spanje leverde in de hoogtijdagen veel werkgelegenheid op, maar werkt nu juist tegen. De werkloosheid van Spanje is ruim boven de 20% (voor jongeren zelfs boven de 50%), terwijl de lagere huizenprijzen de reserves van de banken onder druk zetten.

  • Goud en zilver daily report (18-04-2012)

    Bij gebrek aan richtinggevend nieuws kwamen de koersen van goud en zilver weinig van hun plek. De spotprijzen zijn op het moment van schrijven ongeveer $1.640 en €1.250 voor een troy ounce goud en $31,59 of €24,08 voor datzelfde gewicht in zilver. Op dit moment is zilver 52x zo goedkoop als goud, terwijl die ratio eind februari nog de 48 bereikte. Gedurende de maand april is zilver dus iets goedkoper geworden ten opzichte van het goud. Gisteren zagen we nog een zeer opmerkelijke daling van de goud- en zilverprijzen, precies op het moment van de PM fix in Londen. Vandaag zagen we rond datzelfde tijdstip weer een daling in de koersen, al waren de proporties deze keer een stuk kleiner.

    Vandaag zakten de aandelenkoersen ook weer een beetje weg met verliezen van ongeveer 1% voor de AEX index en de Duitse DAX, terwijl de Amerikaanse S&P 500 en de Dow Jones vanavond respectievelijk 0,38 en 0,63 procent lager sloten. De HUI Gold index, die de grootste mijnbouwbedrijven voor goud en zilver volgt, liet vandaag ook een daling van ongeveer 1% zien. Ook bij de olieprijs zien we rood op de borden, want op het moment van schrijven staat de WTI olie 1,37% lager op $102,77. Brent olie verliest iets minder en staat met een daling van 0,61% op een koers van $118,06 per vat.

    Syrië wil goud verkopen

    Tenslotte behandelen we een opvallend bericht over Syrië. Door sancties die de Westerse wereld en diverse Arabische landen hebben opgelegd kan Syrië niet volledig over haar buitenlandse reserves beschikken, waardoor het zich genoodzaakt zou voelen om wat goud te verkopen. Dat maakte Reuters bekend, die het nieuws veomen heeft via handelaren en diplomaten. Het zou gaan om kleine volumes goud, die voor een sterk gereduceerde prijs worden aangeboden. Men spreekt over een vraagprijs die ongeveer 15% lager liggen dan de normale marktprijs. Syrië zou beschikken over een goudreserve van 25,8 metrische ton, wat neerkomt op 7,1% van de totale reserves van het land. De totale goudvoorraad van Syrië zou bij de huidige spotprijs een waarde vertegenwoordigen van $1,36 miljard. Of die voorraadcijfers kloppen is nog maar de vraag, want Reuters weet te melden dat het land als sinds mei 2011 geen economische data meer publiceert ten aanzien van haar reserves in buitenlandse valuta en goud.

    Door sancties tegen Syrië zouden de olie-exporten al met 30% teruggelopen zijn, waardoor de regering de nodige inkomsten misloopt. Het zou gaan om een omzet van $400 miljoen per maand. Met de Syrische valuta gaat het ook niet goed, want op de zwarte markt rekent men al met een wisselkoers van 100 Syrische ponden tegenover een Amerikaanse dollar. Die wisselkoers lag voordat de protesten begonnen nog op 47 pond tegenover $1. De verzwakte valuta maakt importgoederen voor de Syrische bevolking steeds duurder.

  • Gebruik van zilver dirham en gouden dinar neemt toe in Zuid-Oost Azië

    De programmamaker van het programma 'The Dawn of the Dinar' in Maleisië verklaarde tegenover SGT Report dat het gebruik van fysiek goud en zilver in de vorm van dinar en dirham muntstukken toeneemt en dat het gebruik ervan begint te verspreiden naar buurlanden als Indonesië, Singapore, Brunei en de Filipijnen. De programmamaker Dean Arif schreef dat de zilveren riham munten de mensen in de Zuid-Aziatische regio met elkaar zullen vereningen, omdat de muntstukken uit Indonesië dezelfde eigenschappen hebben als die uit Maleisië. Omdat de dirham een gestandaardiseerde munt is in de islamitische cultuur zijn het gewicht en de zuiverheid van de munten die in verschillende landen worden geslagen gelijk. Daardoor kunnen de muntstukken uit de verschillende landen door elkaar gebruikt worden, zonder de tussenkomst van wisselkoersen, banken en papiergeld.

    Dean Arif vertelt dat één troy ounce zilver veel koopkracht heeft, zeker nu de zilver:goud ratio op ongeveer 50:1 staat. Een Islamitische dirham weegt ongeveer 3 gram en is gemaakt van puur zilver. Daarmee is het muntstuk vergelijkbaar met 1/10 troy ounce, de standaard voor beleggingsgoud en zilver in de inteationale handel. Volgens Arif koopt men met één dirham van ongeveer 3 gram zilver één kip, 5 kg bruine rijst, 10 kg bloem of vijf broden. Als we dat vertalen naar de populaire 1 troy ounce beleggingsmunten zoals de Amerikaanse Silver Eagle, de Canadese Maple Leaf, de Mexicaanse Libertad en dergelijke beseft men pas hoeveel koopkracht deze muntstukken kunnen hebben. Met de huidige spotprijs voor zilver is een dirham ongeveer $3,10 of €2,40 waard, prijzen waarvoor de genoemde goederen in ons land niet te krijgen zijn.

    De gouden dinar, een muntstuk dat 4,25 gram goud bevat en dat een zuiverheid heeft van 91,7%, heeft in de genoemde landen in Zuid-Oost Azie ook veel koopkracht. Met een dergelijke munt kan men een geit, een schaap of één maand huur voor een woning betalen. Dit muntstuk heeft bij de huidige spotprijs voor goud een waarde van ongeveer €170 of $224,40. Een korte zoektocht leert ons dat één schaap in elk geval in ons land veel goedkoper moet zijn €170 (alhoewel wij zijn geen experts op dit vlak en hier vertrouwen op de informatie die via Google wordt verschaft), terwijl één maand huur voor €170 juist weer erg goedkoop is naar onze maatstaven. Hoe dan ook is het een heel verschil met de gang van zaken in ons land, waar gouden en zilveren muntstukken helemaal niet gebruikelijk zijn in het betalingsverkeer.

    Goud en zilver concurreren met geldsysteem

    Mensen ontdekken dat de gouden en zilveren muntstukken, die onderdeel zijn van de islamitische cultuur, uitstekend dienst kunnen doen als complementair betaalmiddel naast de officiële (ongedekte) valuta van het land in kwestie. In 2006 begon de Maleisische provincie Kelantan met het uitgeven van gouden dinars. Sinds 2010 zijn daar ook zilveren dirhams bij gekomen, die worden geslagen met een zuiverheid van 99,9% en die een gewicht hebben van 2,975 gram. Naast de normale dirham heeft de Kelantanese overheid ook de opdracht gegeven om halve en dubbele dirham muntstukken te slaan, die het gebruik van de munten als betaalmiddel eenvoudiger moeten maken. De provincie Perak slaat sinds 2011 ook haar eigen dinars en dirhams, die dezelfde specificaties hebben en dus door elkaar gebruikt kunnen worden met dinars en dirhams uit andere regio's.

    De gouden dinar en de zilveren dirham hebben alleen een intrinsieke waarde, die wordt bepaald door de wereldwijde handel in goud en zilver. Het gewicht van de muntstukken bepaalt de waarde, anders dan de getallen die we aantreffen op het officiële briefgeld en muntgeld van de overheid.

    Gouden dinar en zilveren dirham

  • John Williams: Reële inkomens in de VS nu bijna 50% lager dan in 1973

    In een aantal grafieken schetst John Williams een beeld van de Amerikaanse economie waarin het woord 'depressie' zeker niet misplaatst is. Of het nou gaat om de winkelverkopen, het gemiddelde inkomen van een huishouden of de reele inkomensontwikkeling van een grote groep Amerikanen, allemaal laten ze zien dat het zogenaamde herstel uit de duim gezogen is. En hoewel het consumentenvertrouwen de laatste maanden aan het versterken is ligt het niveau nog altijd een stuk lager dan tijdens de vorige crisis die volgde uit het uiteenspatten van de inteetzeepbel.

    John Williams zei er het volgende over tegenover King World News: ''De laatste cijfers over de inkomens en kredieten van consumenten laten de structurele en aanhoudende verslechtering zien van de liquiditeit bij consumenten. Bij gebrek aan een reële inkomensgroei (dus gecorrigeerd voor inflatie), kan er geen duurzame groei komen in reële consumptie. Op korte termijn kan de consumptie toenemen door schuldenexpansie, maar die optie hebben veel consumenten niet meer. Met beperkte vooruitzichten voor toekomstige inkomstengroei zal de economische activiteit in brede zin zwak blijven. Tegelijkertijd zijn duurzame verbeteringen in de winkelverkopen onwaarschijnlijk.''

    Onderstaande grafieken laten zien dat deze crisis veel ingrijpender is dan voorgaande crises en dat er voorlopig nog geen einde in zicht is. Vooral de derde grafiek baart ons veel zorgen, want die laat zien hoe de reële inkomsten sinds de eeuwwisseling in een vrije val zijn geraakt en zich volledig hebben ontkoppeld van de statistieken die de overheid publiceert. Nu hebben we John Williams wel hoog zitten, dus vertrouwen we erop dat deze grafiek een correcte voorstelling van zaken geeft.

    Werkelijke inkomens bijna gehalveerd sinds 1973

    De grafiek laat zien de werkelijke inkomens van Amerikanen in oktober 1972 het hoogtepunt bereikt heeft en dat we in de bijna veertig jaar die daarop volgden een daling hebben gezien van bijna 50% in reële inkomens. Natuurlijk zijn bepaalde producten gedurende die periode veel goedkoper geworden (zoals elektronica), maar zijn er aan de andere kant ook veel prijsstijgingen geweest voor bijvoorbeeld voedsel en brandstof. Per saldo zijn de wekelijkse inkomens van Amerikaanse werknemers erop achteruit gegaan sinds 1973. Niet geheel toevallig is dat kort nadat president Nixon de goudstandaard losliet, want dat gebeurde in 1971. De blauwe lijn op de derde grafiek geeft aan hoe de reële inkomens van Amerikanen zich hebben ontwikkeld, uitgaande van de methode waarop de Amerikaanse overheid tot 1980 de inflatie berekende. Deze traditionele methode geeft vandaag de dag aan dat de inflatie op ongeveer 10% ligt, een wereld van verschil met de pakweg 2,5% die de Consumer Price Index (CPI) laat zien.

    John Williams ziet dat de gemiddelde inkomens na inflatiecorrectie in een neergaande trend zitten, terwijl tegelijkertijd de mogelijkheden om nog meer schulden te stapelen kleiner worden. Dat is ook de reden waarom we volgens John Williams nog niet van deze crisis verlost zijn en dat een duurzaam herstel binnen dit economische systeem niet mogelijk is. Het is bekend dat de werkloosheid in Amerika nog steeds erg hoog is: volgens John Williams ligt dat percentage ongeveer op 22%, een cijfer dat we eerder associëren met een depressie dan een recessie. Dat daaaast ook de reële inkomens van de mensen die nog wel werk hebben aan het dalen is baart ons alleen maar meer zorgen.

    Inkomen Amerikaans huishouden zakt weg, gecorrigeerd voor inflatie

    Winkelverkopen in de VS nog niet hersteld van crisis

    Reele inkomens sinds 1964, gecorrigeerd voor alteatief inflatiecijfer van Shadowstats

  • World Gold Council presenteert goudrapport over eerste kwartaal 2012

    Volgens het World Gold Council waren er verschillende macro-economische ontwikkelingen die de goudprijs in het eerste kwartaal van 2012 beïnvloedt hebben. Voorbeelden daarvan zijn de beter dan verwachte cijfers over de Amerikaanse economie, de zorgen over een groeivertraging in China, de ontwikkeling van de Europese schuldencrisis en de 3-jaars LTRO leningen die de ECB in februari opnieuw verstrekte aan banken. Netto steeg de goudprijs gedurende de eerste drie maanden van dit jaar met 8,6%, uitgedrukt in Amerikaanse dollars. Dat was aanmerkelijk beter dan de gemiddelde koersstijging van 4,5% per kwartaal gedurende de afgelopen tien jaar. Ook in andere valuta liet goud gedurende het eerste kwartaal van het nieuwe jaar een stijging zien, met als grootste uitschieter de Japanse yen. De yen verloor relatief gezien het meest aan waarde, getuige de prijsstijging van 16,1% voor goud in deze valuta.

    De goudmarkt werd enkele keren in beweging gebracht door aankondigingen van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank. Toen Beanke in januari zijn toespraak gaf hielden beleggers nog sterk rekening met aanvullende maatregelen voor monetaire verruiming, met als gevolg dat de goudprijs flink opveerde. Later in het kwartaal stegen de aandelenkoersen en werd er beter dan verwachte macro-economische data gepubliceerd in de VS. De Federal Reserve greep deze ontwikkeling aan om voorlopig geen aanvullende maatregelen te nemen, met als gevolg dat de goudprijs weer wat wegzakte. Ontwikkelingen in India, de grootste markt voor fysiek goud, wisten de goudprijs opvallend genoeg veel minder sterk te beïnvloeden.

    Verloop van de goudprijs in het eerste kwartaal van 2012

    Volatiliteit

    De goudprijs was ook in het eerste kwartaal van 2012 redelijk volatiel. Het laagste punt werd aan het begin van dit jaar genoteerd, toen er minder dan $1.600 werd neergeteld voor een troy ounce goud. In februari klom de goudprijs richting de $1.780, om vervolgens in maart weer weg te zakken tot een niveau rond de $1.650. De gemiddelde goudprijs was marginaal hoger dan in het vierde kwartaal van 2011 (+0,2%) en een goede 22% hoger dan het eerste kwartaal van vorig jaar.

    De geannualiseerde volatiliteit van goud kwam in het eerste kwartaal van 2012 uit op 20,4%, wat hoger is dan het langlopende gemiddelde van ongeveer 16%. Belangrijker was dat de volatiliteit naar boven groter was dan naar beneden, in lijn met de trend van de afgelopen jaren. Het World Gold Council berekende een opwaartse volatiliteit van 21,8% en een neerwaartse van 16,4%. In de praktijk komt het er dus op neer dat de opwaartse prijsbeweging van oud gemiddeld groter en krachtiger was dan de neerwaartse. Daarmee stond goud in contrast met grondstoffen, die over het algemeen juist een hogere neerwaartse volatiliteit lieten zien in de eerste drie maanden van dit jaar. Op basis van deze tegenstelling concludeert het World Gold Council dat goud een belangrijk onderdeel vormt van een goed gediversificeerde portfolio.

    De hogere volatiliteit van goud in het afgelopen kwartaal werd voor een deel veroorzaakt door het toegenomen handelsvolume in de derivatenmarkt. Dit blijkt ook uit onderstaande grafiek, waarop te zien is dat er naar verhouding meer termijncontracten verhandeld werden ten opzichte van de hoeveelheid aandelen in exchange-traded funds (ETF's). Desondanks registreerden ook de ETF's een instroom van beleggers, want er werd in het afgelopen kwartaal in totaal voor 57 metrische ton aan goud toegevoegd aan de voorraden van deze fondsen.

    Steeds meer handel in termijncontracten voor goud, uitgedrukt als percentage van de handel in ETF's

    Goud ten opzichte van andere beleggingen

    Ten opzichte van andere populaire beleggingscategorieen deed goud het niet slecht in het eerste kwartaal van 2012. Met een stijging van 8,6% in Amerikaanse dollars haalde goud een beter koersrendement dan de Dow Jones index, de S&P GSCI grondstoffenindex en de 10-jaars Amerikaanse staatsobligaties. Beleggingen die beter rendeerden dan het glimmende edelmetaal waren de MSCI World (combinatie van verschillende aandelenindices wereldwijd), de Amerikaanse S&P 500 index en een vat Brent olie.

    Prestatie van goud ten opzichte van andere beleggingscategorieën

    Goud als bescherming tegen valuta

    Het World Gold Council is van mening dat goud vooral moet worden gezien als een soort hedge tegen alle valuta. De relatie tussen goud en de dollar was gedurende 2008, 2009 en 2010 niet zo duidelijk, maar over het algemeen kan gesteld worden dat er een significante negatieve relatie bestaat tussen de Amerikaanse dollar en goud. Zakt de waarde van de dollar, dan stijgt over het algemeen de goudprijs (en vice versa). Dat blijkt ook uit een onderzoek dan het World Gold council heeft uitgevoerd.

    De vermeende relatie tussen de goudprijs en aandelenkoersen onderschrijft het World Gold Council echter niet. Uit een eigen onderzoek, gebaseerd op het koersverloop van de breed gedragen S&P 500 index, blijkt dat er helemaal geen significant verband zit tussen de ontwikkeling van de aandelenkoersen en de goudprijs. Onderstaande grafiek laat dat ook zien.

    Goudprijs laat geen significante relatie met S&P 500 index zien

  • Leegloop COMEX: 2,1 miljoen ounce zilver opgehaald uit de kluis

    Gisteren werden de nieuwste voorraadcijfers van zilver op de COMEX bekendgemaakt. Deze cijfers laten zien hoeveel zilver er in de vijf grote ‘bullion banks’ ligt en hoeveel zilver daarvan beschikbaar is voor de handel in termijncontracten. Vorige week berichtten we nog dat de hoeveelheid zilver die beschikbaar is voor contracten was gezakt tot onder de 30 miljoen troy ounce, nadat er een levering van pakweg 1,5 miljoen troy ounce zilver had plaatsgevonden bij Brink’s. Het zilver werd toen overgebracht van de ‘Registered’ naar de ‘Eligible’ voorraad, wat wil zeggen dat er één of meerdere spelers heeft/hebben gekozen voor de fysieke levering van metaal.

    De ‘Registered’ voorraad van zilver is vrij beschikbaar en kan gekocht worden zodra de koper van een termijncontract fysiek zilver wil hebben. Als dat zilver geleverd is blijft het in de kluis van de ‘bullion bank’ liggen, maar komt het op naam te staan (‘Eligible’). De koper kan het zilver in de kluis laten liggen ter opslag, maar kan natuurlijk ook besluiten om het zilver op te halen uit de kluis. Dat laatste gebeurde afgelopen vrijdag, toen er bij Brink’s voor ongeveer 2,1 miljoen ounce aan zilver werd opgehaald. De gebeurtenis volgt zo snel op de grote levering van 1,5 miljoen ounce van vorige week dat we verwachten dat er een relatie tussen de twee bestaat.

    Bij de andere bullion banks werden ook een aantal verschuivingen in posities geregistreerd. Bij JP Morgan werd er precies 120.000 troy ounce zilver binnengebracht (tot op drie cijfers na de komma..), terwijl er bij Scotia Mocatta iets meer dan 60.000 troy ounce uit de kluizen werd gehaald. Bij de HSBC bank vonden geen voorraadmutaties plaats, terwijl er bij de Delaware Depository tenslotte een weinig significante uitstroom van 6.000 ounces zilver gerapporteerd werd.

    Leegloop COMEX zet door

    Deze mutaties in de zilvervoorraad, en dan met name de aanzienlijke uitstroom van 2,1 miljoen ounce zilver bij Brink’s, zorgen ervoor dat de totale hoeveelheid zilver in de COMEX opnieuw gezakt is. Was er vorige week nog 29,3 miljoen ounce beschikbaar voor de handelaren op de termijnmarkt, nu is dat nog maar 28,7 miljoen ounce. De levering van 1,5 miljoen ounce zilver vorige week vertegenwoordigt een waarde van naar schatting $48 miljoen. Het zilver wat nu nog in de COMEX beschikbaar is voor de handel (de ‘Registered’ voorraad), zou bij de huidige spotprijs volledig opgekocht kunnen worden voor iets meer dan $900 miljoen. Dat geeft aan hoe kwetsbaar de papieren handel op de COMEX is, want er is een veelvoud aan contracten uitgeschreven op deze stapel van 28,7 miljoen troy ounce zilver. Maar doordat er limiet zijn gesteld aan de maximale omvang van de long positie op de termijnmarkt zal een ineenstorting van de COMEX niet door één marktpartij in gang gezet kunnen worden.

    Desondanks blijven we benadrukken dat de termijncontracten voor goud en zilver vooral speculatieve financiële instrumenten zijn, die niet de bescherming bieden die fysiek goud en zilver wel kunnen bieden. Dat er in de termijnmarkt veel meer zilver en goud wordt verhandeld dan er fysiek beschikbaar is voor levering maakt de zaak voor het kopen van fysiek goud of zilver alleen maar sterker voor iedereen die vermogensbehoud nastreeft.

    Reuters trekt andere conclusie:

    Reuters kwam gisteren ook met een bericht over de zilvervoorraden in de COMEX, waarin ze schrijven dat de zilvervoorraden nu het grootste zijn sinds 28 maanden. Dit klinkt als positief nieuws, maar wat Reuters er niet bij zegt is dat de stijging vooral verklaard wordt doordat er meer levering wordt gevraagd voor zilver en dat daardoor de hoeveelheid zilver die op naam staat toeneemt. Dat de hoeveelheid zilver die beschikbaar is voor handelaren slinkt en het laagste niveau van 2011 weer benadert laat Reuters volledig links liggen. Analisten die Reuters raadpleegt komen vervolgens met verklaringen dat de vraag naar zilver op dit moment vrij laag is en dat men geen betere bestemming weet te vinden voor het zilver dan het naar de COMEX te brengen. Een analist van HSBC, één van de zakenbanken die wordt verdacht van prijsmanipulatie op de zilvermarkt, trekt de conclusie dat de toegenomen wereldwijde mijnproductie van zilver kan worden aangewezen als de oorzaak voor de groeiende totale zilvervoorraad in de COMEX.

    De actuele zilvervoorraden van de vijf bullion banks zien er nu als volgt uit, met drie cijfers achter de komma:

    Brinks:

    • Registered: 13.414.892,410
    • Eligible: 13.301.149,790

    Delaware Depository:

    • Registered: 2.186.825,865
    • Eligible: 21.151.210,696

    HSBC Bank:

    • Registered: 5.123.851,000
    • Eligible: 36.908.385,420

    JP Morgan Chase:

    • Registered: 1.268.416,700
    • Eligible: 10.445.016,360

    Scotia Mocatta:

    • Registered: 6.745.498,140
    • Eligible: 29.000.832,960

    Totaal:

    • Registered: 28.739.484,115
    • Eligible: 110.806.595,226

    Beschikbare zilvervoorraad van COMEX loopt langzaam leeg

  • Export goud van Italië naar Zwitserland met een derde gestegen

    Zoals we eerder vandaag al behandelden in de Dagelijkse kost kan de export van goud zich laten vertalen naar een overschot op de handelsbalans of naar een overschot op de betalingsbalans, afhankelijk van de vorm waarin het goud voorkomt. Zuiver goud, in de vorm van standaard 400 troy ounce LBMA 'Good Delivery' baren, kan worden aangemerkt als monetaire reserve en zou daarmee impact hebben op de betalingsbalans van een land. Maar als het gaat om de export van ongezuiverd goud spreken we van een grondstof, die aangemerkt zal worden als een overschot op de handelsbalans en een tekort op de betalingsbalans.

    Sloopgoud uit Italië

    Het bericht op de website van de BBC spreekt over een toename in de export van 'non-monetary raw gold', wat ook in overeenstemming is met eerdere berichtgeving op Marketupdate. Begin februari schreven we namelijk al over de goudinkopers in Italië, die steeds meer oud goud (vooamelijk sieraden) opkopen van de Italiaanse bevolking. Dit goud wordt door OroCash, in van de grootste goudinkopers in Italië, als ruw materiaal opgestuurd naar Zwitserland. Daar wordt het sloopgoud gesmolten en gezuiverd, waaa het in de vorm van nieuwe goudbaren weer zijn weg vindt naar juweliers, beleggers en de industrie. Hoeveel van dit goud weer terugkeert naar Italië is niet duidelijk, maar het tekort op de handelsbalans suggereert dat niet al het goud dat uit Italië komt weer terugkeert naar dat land. In 2010 werd er naar schatting 85 tot 90 metrische ton aan goud ingekocht, waarvan een gedeelte zijn weg heeft gevonden naar Zwitserland voor verdere bewerking en zuivering. Ervan uitgaande dat de goudinkopen in Italië ook in het afgelopen jaar weer zo groot waren kan dat de gerapporteerde toename in export van sloopgoud naar Zwitserland verklaren.

    Handelsbalans

    Mede door de sterk gestegen export van goud is het tekort op de handelsbalans van Italië in maart gekrompen tot €1,1 miljard, tegenover €4,3 miljard in januari. De BBC legt de daling van het handelsbalanstekort uit als een signaal dat het beleid van Mario Monti zijn vruchten afwerpt. We zouden de export van goud, dat afkomstig was van de Italiaanse bevolking, niet bepaald interpreteren als een goede ontwikkeling. Het goud kan namelijk maar één keer verkocht worden en moet gezien worden als een soort appeltje voor de dorst. Een duurzame export moet komen van de industrie of de dienstensector, waar continu productiviteit geleverd kan worden. Het verkopen van goud signaleert naar onze mening juist dat het financieel slechter gesteld is met een groot gedeelte van de Italiaanse bevolking.

    Over heel 2011 exporteerde Italië 120 metrische ton (3,86 miljoen troy ounce) goud naar Zwitserland, een toename van 65% ten opzichte van 2010. Met een goudprijs van €40.000 per kilo zou die 120 ton goud gelijk staan aan €4,8 miljard. Echter fluctueerde de goudprijs sterk gedurende 2011, waardoor de exacte waarde van de goudexport niet te geven is.

    Goudexport van Italiënaar Zwitserland verkleint tekort op handelsbalans

  • Productiefoutje bij Krugerrand munten uit 2011 bevestigd

    De Zuid-Afrikaanse Munt, die al sinds 1967 in opdracht van de regering gouden Krugerranden produceert, heeft de problemen erkend in een recent uitgegeven persbericht. In het persbericht lezen we dat de productiefout alleen gemaakt is bij de productie van de zogeten 'proof' munten, de munten die in de hoogste kwaliteit en in gelimiteerde oplage worden geslagen. De 'proof' munten dragen een hogere premium en zijn vooral voor de verzamelaars interessant. Het gaat dus maar om een fractie van het totale aanbod aan 2011 Krugerrand munten, want de munten die op de meeste websites worden aangeboden zijn de reguliere 'bullion' exemplaren die een vrij lage premie hebben boven de spotprijs.

    Verschillende blanks

    De Zuid-Afrikaanse Munt heeft onderzoek gedaan naar alle munten die zijn geproduceerd tussen 1 april 2010 en 31 oktober 2011. Na die periode werd een nieuwe kwaliteitscontrole in werking gesteld. Uit het onderzoek bleek dat er gedurende de onderzochte periode 'blanks' (de gouden schijfjes waar de munt van geslagen wordt) met verschillende afmetingen zijn aangeleverd door de Zuid-Afrikaanse Munt. Het blijft voor ons een raadsel hoe er bij de productie van zulke waardevolle muntstukken fouten kunnen worden gemaakt die twee maanden aanhouden. Fouten zijn menselijk, maar we verwachten dat er bij de productie van gouden munten enige vorm van kwaliteitscontrole is die de afwijkende muntstukken er tijdig uit kan halen.

    Productiefout

    We gaan ervan uit dat het een productiefout betreft en dat er geen opzet in het spel is geweest. Het zou namelijk wel heel erg naïef zijn om te denken dat de productie van te lichte of te kleine muntstukken niet zou worden opgemerkt door de klanten. Vooral met 'proof' munten, die vooamelijk gekocht worden door goed geïnformeerde verzamelaars, zou dat geen handige zet zijn geweest. Aan de andere kant weten we ook niet precies hoe groot of klein de afwijkingen waren in de gouden muntstukken die tussen april en mei 2011 geslagen zijn. Mogelijk zijn de afwijkingen zodanig klein dat de meeste mensen het niet eens zouden opmerken.

    De Zuid-Afrikaanse Munt heeft toegezegd dat het de betreffende 'proof' Krugerranden zal inruilen voor nieuwe exemplaren, mochten klanten daar behoefte aan hebben. Volgens de Sunday Times hebben goudhandelaren vorig jaar de Zuid-Afrikaanse Munt al benaderd, nadat ze zelf tot de conclusie waren gekomen dat bepaalde Krugerranden niet voldeden aan de specificaties.

    Krugerrand

    De Krugerrand wordt geslagen in vier verschillende formaten, waarbij het bekendste 1 troy ounce type een diameter heeft van 32,77 mm, een dikte van 2,84 mm en een gewicht van 33,93 gram. De munt is zwaarder dan 1 troy ounce, omdat er naast goud ook een klein beetje koper in de munt verwerkt zit. Dit geeft de Krugerrand een oranje tint en maakt de munt minder kwetsbaar. Een pure gouden munt is zachter en daardoor kwetsbaarder voor krassen of vervorming. Door wat koper aan de munt toe te voegen wordt deze steviger en beter bestand tegen krassen. De Krugerrand heeft een goudgehalte van 91,67%. De specificaties van de gewone 'bullion' munten en de 'proof' stukken zijn identiek, maar de afwerkingsgraad van de proof munten is hoger.

    Een 'proof' Krugerrand uit 1968

  • Sarkozy bereid tot monetaire coup d’état

    Er bestaan twee gevaren voor Europa. Het ene gevaar is een fiscaal Europa in de zin van een transferunie: eurobonds zonder begrenzing van publieke uitgaven middels een fiscale 0-lijn. Het andere gevaar is de verbreding van het mandaat van de Europese Centrale Bank: geldpersfinanciering van Europese overheidstekorten naar Angelsaksisch model. 

    Via EUObserver, de uitspraken van president Sarkozy:

    Met slechts een week te gaan tot de presidentsverkiezingen, heeft de zittende Franse president Nicolas Sarkozy op zondag 15 april gezegd dat de Europese Centrale Bank een nieuw mandaat moet krijgen ter bevordering van het economische herstel – een no-go gebied voor Duitsland.

    “Op de vraag wat de rol van de ECB is bij het stimuleren van groei, gaan wij Fransen het debat openen,” zei Sarkozy tegen zij aanhang in het centrum van Parijs bij de grootste rally van zijn herverkiezing campagne tot nu toe.

    Hij zei dat er 'geen taboes' mogen zijn bij de bespreking van de regels van de eurozone, met inbegrip van een meer op groei-geörienteerde rol voor de ECB: “We kunnen geen taboe onderwerpen hebben. We kunnen geen debatten hebben verboden.”

    Veel duidelijker zijn de woorden van president Sarkozy niet samenvatten: President Sarkozy is bereid om met zijn Europese collega-regeringsleiders de discussie aan te gaan of zij het monetaire equivalent van een coup d'etat zullen plegen.

    Laat hierover géén enkel misverstand over bestaan: de wijziging van de statuten van de ECB door de politiek heeft maar één doel en dat is het kapen van de geldpers voor oneigenlijk doeleinden. Het moet er voor zorgen dat de Europese begrotingstekorten naar Angelsaksisch model gefinancierd kunnen worden met de geldpers. President Sarkozy dient resoluut teruggefloten te worden door Europa want dit is volstrekt onacceptabel.

    De concurrent van president Sarkozy voor het presidentschap stelt ook niet gerust. De socialistische kandidaat Francois Hollande heeft bij herhaling gesteld dat het Europese begrotinspact zal moeten sneuvelen. Hij wil meer kunnen uitgeven dan er binnenkomt.

    De Franse (verkiezings)slag is er één die Europa grote zorgen moet baren. Gaat Frankrijk linksom dan komt er een president die het strikt noodzakelijke niet wil uitvoeren en dat maakt de keuze voor Hollande er één voor een onhoudbaar verleden. Gaat Frankrijk rechtsom dan zit er een president die bereid is om een monetaire staatsgreep op de ECB en haar geldpers te plegen. Dit maakt de keuze voor Sarkozy er één van een onacceptabele Europese toekomst. 

     

     

  • Brits onderzoeksbureau pleit voor devaluatie Britse pond!

    Het bureau Civitas is zelfstandig en staat los van de Britse overheid. In het nieuwste rapport ''A Price That Matters: Britain's Disastrous Exchange Rate Policy'', zet John Mills uiteen waarom het devalueren van het Britse pond kan helpen om de economie aan te jagen en het tekort op de handelsbalans kan wegpoetsen. We hebben het 48 bladzijden tellende rapport niet gelezen, maar werpen graag onze kritische blik op de samenvatting en de conclusie.

    Het lijkt erop dat John Mills zich heeft laten inspireren op China, het land dat met haar goedkope valuta en lage loonkosten de grootste exportmachine van de wereld is geworden. Concluderend stelt Mills dat veel van de Britse industrie is overgeplaatst naar Azië, omdat de kosten daar lager zijn dan in Groot-Brittannië zelf. Het beleid van de Bank of England heeft volgens Mills gezorgd voor een relatief sterke pond, waar vooral bedrijven die veel exporteren last van hebben. Door de pond te verzwakken wordt industriële activiteit in eigen land gestimuleerd, wat volgens Mills goed is voor de Britse economie.

    Meer devaluatie = meer economische groei (contradictie?)

    Een devaluatie van 10 tot 15 procent zou volgens het onderzoek van Mills al genoeg zijn om het Britse handelsbalanstekort te dichten, terwijl een grotere van 20 tot 25 procent de Britse economie weer kan aanjagen met een groei van 4% per jaar. Een devaluatie van het Britse pond met 40 tot 50 procent zou de economische groei van Groot-Brittannië in lijn brengen met dat van China. In het rapport schrijft Mills dat een daling van de waarde van het Britse pond onvermijdelijk is en dat het daarom maar beter op een 'ordelijke wijze' en 'volgens planning' kan gebeuren.

    Het rapport vervolgt met nog meer opmerkelijk conclusies. Om de waarde van de munt te verzwakken moet de Britse overheid meer geld gaan uitgeven, moet het bouwen van huizen door woningcorporaties gestimuleerd worden en moet de Bank of England paraat staan om meer kwantitatieve verruiming (lees: geldpersfinanciering) mogelijk te maken. Dit zal de waarde van de munt omlaag brengen en zal ertoe kunnen leiden dat kredietbeoordelaars gaan dreigen met afwaarderingen. Dat moet volgens Mills worden aangemoedigd, omdat negatieve berichtgeving over het Britse pond de waarde nog verder omlaag kan brengen. Als de rente op Britse staatsobligaties stijgt moet de centrale bank simpelweg meer geld drukken, aldus Mills.

    Dit hele plan zal volgens John Mills enkele negatieve effecten hebben, maar gemiddeld gezien zouden de voordelen voor de banenmarkt veel groter zijn. Op de middellange en lange termijn verwacht Mills dat het drukken van meer geld door de centrale bank meer welvaart zal brengen en dat iedereen gemiddeld gezien beter af zal zijn.

    Destructief beleid

    John Mills, die zichzelf ondeemer en econoom noemt, publiceert hier naar mijn mening een werkelijk tenenkrommende analyse. Het staat haaks op alles wat met logisch verstand te maken heeft en wat de geschiedenis ons heeft laten zien. Het devalueren van de munt holt de koopkracht van spaarders uit en straft daarmee de mensen die gespaard hebben in de eigen valuta. Het ongecontroleerd geld laten drukken door de centrale bank kent geen limieten en is een recept voor hyperinflatie. Het is een illusie dat een centrale bank volledige controle kan uitoefenen op de wisselkoers van de valuta. Een intentieverklaring om de valuta minder waard te maken zal onmiddelijk gevolgd worden door vlucht naar veiligheid, waarbij de eigen munt gedumpt zal worden in ruil voor buitenlandse valuta, goud, zilver en andere zaken die hun waarde beter vasthouden dan de eigen valuta. Het is een volstrekte illusie om te denken dat een centrale bank de situatie die John Mills voorstelt kan creëeren én handhaven.

    Valuta-oorlog

    Door de eigen valuta te verzwakken worden goederen uit eigen land goedkoper voor het buitenland, met als gevolg dat er meer geëxporteerd kan worden. Dit voordeel gaat rechtstreeks ten kosten van andere valutablokken, met als gevolg dat een devaluatie van het Britse pond een devaluatie in andere valutablokken uitlokt. Het voordeel van de goedkopere valuta zal slechts van korte duur zijn en zal een race naar de bodem ontketenen. Dit proces kent alleen maar verliezers voor alle deelnemende landen, zoals Jim Rickards beschrijft in het boek 'Currency Wars'.

    De import van goederen zal bij elke devaluatie duurder worden, met als gevolg dat er steeds minder koopkracht overblijft voor de bevolking. Ook valt het voordeeltje van een goedkopere valuta grotendeels weg als de industrie voor haar export veel grondstoffen en halffabrikaten moet importeren uit het buitenland. Die worden dan steeds duurder en drukken op de marges. Kortom: een rampzalig en onsmakelijk plan waarvan de uitkomst makkelijk te voorspellen is. Het verbaast me dat Mills dat zelf niet inziet. De titel van zijn werk is onbedoeld dan ook meer van toepassing op zijn eigen analyse dan op datgene waar Mills zich zorgen om maakt.

    A Price That Matters, een stappenplan voor de destructie van het Britse pond