Auteur: Redactie

  • 2011 is voorbij: een kort jaaroverzicht en elf grafieken

    De elf grafieken laten zien dat de afgelopen elf jaar niet voor iedereen makkelijk waren en dat de grote crisis van 2008 diepe sporen heeft nagelaten in de samenleving. De beslissing van overheden en centrale bankiers om grote bedrijven en banken overeind te houden met acute bailouts en goedkope miljardenleningen zorgde ervoor dat het financiële systeem zoals we dat nu kennen nog functioneert en dat de wereld niet in een ongecontroleerde chaos is gestort. Daarmee is niet gezegd dat de problemen opgelost zijn, het tegenovergestelde is waar.

    Crisis op arbeidsmarkt en woningmarkt

    Voor iedereen die nog een baan heeft is deze crisis niet alleen maar slecht, maar wie tot de groeiende groep werklozen gaat behoren krijgt het de komende jaren nog erg moeilijk. Steeds meer kleine bedrijven raken in de problemen door teruglopende omzetten en door banken die terughoudender zijn geworden met het verstrekken van krediet. De huizenmarkt zit compleet op slot omdat vrijwel iedereen dalende prijzen verwacht of simpelweg de hypotheek niet rond kan krijgen met het huidige inkomen. De overheidssubsidie die de huizenprijzen nog wat extra heeft aangejaagd werkt nu tegen ons: huizen worden te duur voor starters en de mensen die in de jaren voorafgaand aan de grote crisis van 2008 een tophypotheek namen (op een gegeven moment was 60% van de nieuw gesloten hypotheken een tophypotheek, waarbij de leensom groter was dan de waarde van het huis) kijken tegen een negatief vermogen aan. De DNB pleit onder leiding van Klaas Knot voor het inperken van de HRA, maar onze premier Rutte wil daar nog helemaal niets van weten. Sterker nog, hij noemt de HRA ''een geweldig instrument dat bezitsvorming stimuleert''. Wij noemen het een geweldig instrument dat schuldenvorming stimuleert en waar vooral de banken en de vastgoedbranche jarenlang van heeft kunnen meeprofiteren.

    Pensioenfondsen in problemen

    Andere ontwikkelingen in ons land vinden we bij de pensioenfondsen, die langzaam aan beginnen te realiseren dat hun beleggingsstrategie niet bestand is tegen een fundamentele systeemcrisis waarin obligaties, aandelen, valuta en vastgoedprijzen allemaal tegelijkertijd kunnen dalen in waarde, waarin de rente extreem laag is en blijft en waarin de valuta zelf onder vuur is komen te liggen. Een pensioenfonds dat wél oplette en adequate maatregelen nam om zich in te dekken tegen de risico's van papieren bezittingen in een crisis, werd door de DNB tot de orde geroepen om zich weer aan te sluiten bij de kudde van andere pensioenfondsen. De vergrijzing is niet alleen een probleem, ook is er een reëel risico dat er helemaal niets meer overblijft voor het pensioen van de jongere generatie die nu braaf elke maand wat inlegt.

    Schulden stapelen

    De huidige schuldencrisis brengt ons tot een zorgelijke constatering: we verkeren in een systematische solvabiliteitscrisis waarin onze schulden op landelijk, regionaal, lokaal en privaat niveau boven de waarde van onze bezittingen uitstijgen. Tegenover onze bezittingen staan veel grotere schulden, die in tijden van economische teruggang pas aan het licht zijn gekomen. Het aflossen van deze schulden is geen optie, want daar hebben we het geld niet meer voor. We worden gegijzeld door een ongekende schuldenberg, die we nu alleen nog maar in stand kunnen houden door nóg meer leningen te verstrekken. Centrale banken pompen daarom nog meer liquiditeit in het banksysteem, studenten worden aangespoord om nog meer te lenen via een toekomstig leenstelsel en banken worden in de V.S. en in Groot Brittannie alweer onder druk gezet om hun kredietverstrekking aan het MKB te versoepelen. Woorden als aandringen en dwingen komen hier aan te pas, waardoor er geen twijfel hoeft te bestaan over de est van de huidige crisis. De maatrgelen die woren genomen om de liquiditeit in het geldsysteem in stand te houden zal niets doen aan het fundamentele solvabiliteitsprobleem anders dan het maskeren ervan.

    Het maken van nog meer schulden is noodzakelijk, want dat is waar ons hele financiële systeem op is gebouwd. Al het geld dat mensen lenen bij banken draagt een zekere rentelast, maar die rente wordt niet gecreëerd bij het accepteren van de lening. Om de lening terug te betalen heeft een individu dus meer geld nodig. Omdat dit voor iedereen geldt kunnen we simpelweg stellen dat de hele economie steeds meer geld nodig heeft in dit geldsysteem om te kunnen functioneren. Ons geld is gebaseerd op schuldcreatie en kan daarom alleen in stand worden gehouden door een continue stroom van nieuwe kredieten om oude kredieten op te volgen. Stopt de kredietverlening en gaan mensen massaal aflossen (een begrijpelijke en logische reactie) omdat ze onzeker zijn over de toekomst, dan zal er langzaam maar zeker meer geld uit de economie verdwijnen. Het gevolg, een grote depressie zoals die van de jaren '30 in de V.S. waarin één derde van de geldhoeveelheid verdween en de openstaande schulden mensen in werkloosheid en faillisementen drukten. De deflatie waar centrale bankiers erg benauwd van worden.

    Exponentiële groei

    Om de economie gaande te houden binnen ons huidige geldsysteem is een alsmaar groeiende schuld nodig, een exponentieel groeiende schuld. Daarom is het ook niet vreemd dat Obama aan het eind van zijn eerste termijn van vier jaar het land ongeveer $4.000 miljard dieper in de schuld heeft gewerkt dan toen hij in 2009 aantrad. Ook in Nederland kennen we een exponentiële schuldengroei over de afgelopen dertig jaar, zie daarvoor de analyse die we onlangs publiceerden. De schuldengroei in de vorm van hypotheken kende in ons land ook een sterk stijgende trend, die in onderstaande grafiek goed zichtbaar wordt gemaakt. Wie de huidige crisis goed wil begrijpen moet weten hoe ons geldsysteem werkt. Daarom kunnen we iedereen aanraden om op inteet te zoeken naar de documentaires 'Money As Debt' en deze heldere analyse van exponentiele schuldengroei door Chris Martenson.

    Exponentiële schuldengroei in Nederland

    Grafieken op Zero Hedge

    Dan weer terug naar de situatie in Amerika. Onlangs publiceerden we al een lijst van vijftig statistieken over de economische crisis in Amerika. Daarop zijn deze grafieken een mooie toevoeging, omdat ze ook de trends van de afgelopen elf jaar goed in beeld brengen. Alle grafieken wijzen erop dat er geen herstel is geweest in de economie en dat er geen structurele hervormingen hebben plaatsgevonden die ons uitzicht geven op een verbetering van de situatie.

    Stijgende olieprijs verhoogt kosten levensonderhoud

    Amerikanen voelen zich blijkbaar onzeker, wapenverkoop in de lift

    Goud werd meer vertrouwd dan de beursgenoteerde bedrijven

    Werkloosheidsaanvragen stijgen

    Werkende populaite als percentage krimpt

    Steeds meer consumentenkrediet

    Staatsschuld V.S. explodeert van 56% naar 100% GDP

    Het GDP zelf zakt weg

    Cumulatieve aanpassingen aan GDP data maakt situatie niet beter

    Groeiende populatie van Amerikanen aan de voedselbonnen

    Het modale inkomen zakt behoorlijk weg na het uitbreken van de vastgoedcrisis

  • Bloomberg: ‘Staatsobligaties waren beste belegging 2011’

    Volgens Bloomberg hebben de staatsobligaties voor het eerst sinds 1997 het beste rendement behaald. Daarmee versloeg het staatspapier, dat actief werd ondersteund door de Federal Reserve in de V.S. en de Bank of England en ECB in Europa, belangrijke indices op het gebied van aandelen, grondstoffen en valuta. De 'MSCI All Country World Index' (MXWD), een wereldwijde index van de aandelenmarkten, leed in 2011 inclusief dividenduitkeringen een verlies van 6,8%, terwijl de 'Standard & Poor’s GSCI Total Retu Index' van grondstoffen met 1,18% ook een klein verlies liet zien. De US dollar index (USD tegen mandje van zes andere valuta) steeg in 2011 met 1,6%, maar de staatsobligaties van verschillende landen deden het een stuk beter met een rendement van 5,89% (inclusief herinvestering van de rente). Vooral de Amerikaanse staatsobligaties deden het goed met een winst van 9,78% over heel 2011.

    De vlucht van de grote massa richting de als veilig beschouwde obligatiemarkt stuwde de koersen van de Amerikaanse 'Treasuries' omhoog, maar tegelijkertijd zakte de rente op het staatspapier weg tot niveau's lager dan de inflatie. Beleggers die obligaties houden lijden een koopkrachtverlies, maar omdat zoveel beleggers de obligaties willen hebben werden die gedurende 2011 toch meer waard op de secundaire markt. De politieke impasse over de verhoging van het schuldenplafond, de daarop volgende afwaardering door S&P en de roep van Obama om nu opnieuw het schuldenplafond met $1.200 miljard te verhogen, maakten op de obligatiebeleggers blijkbaar weinig indruk.

    Volgens Christopher Sullivan, beheerder van een vermogen van $1,9 miljard bij de United Nations Federal Credit Union in New York, was 2011 ''een jaar van extreme volatiliteit met veel politieke en economische onzekerheden''. Hij vertelde tegenover Bloomberg dat deze omstandigheden, samen met de lagere groei- en inflatieverwachtingen, beleggers richting kwaliteitsobligaties dreven. Vooral de 10-jaars Amerikaanse staatspapieren waren populair, want die stegen met 29%. We moeten terug tot 1995 om een soortgelijk rendement te zien, toen haalden dezelfde 10-jaars staatspapieren een koersstijging van 30,7%.

    Volgens Bloomberg en de diverse analisten die ze raadpleegden waren staatsobligaties de grote verrassing van 2011 als beleggingscategorie. Dit bevestigt Donald Ellenberger, beheerder van een portefeuille van meer dan $10 miljard bij Federated Investors in Pittsburgh. Hij vertelde tegenover Bloomberg dat ''weinig mensen je hadden geloofd als je eind 2010 had gezegd dat staatsobligaties het in 2011 erg goed zouden doen.'' Wereldwijd deden de Amerikaanse staatsobligaties het erg goed, terwijl op de Europese markt vooral de Britse staatspapieren het goed deden met een rendement van 17%. Dit was ook gelijk de meest actief ondersteunde obligatiemarkt in Europa, maar dat vergeet Bloomberg erbij te zeggen.

    Eerder dit jaar kwam Bloomberg zelf nog met het bericht dat de Bank of England haar 'positie' in Britse staatsobligaties ging uitbreiden van 200 naar 275 miljard Britse pond (ongeveer €330 miljard) via de geldpersfinanciering. Door het extra geld dat via de Bank of England richting de Britse obligatiemarkt stroomde kregen de beleggers in deze markt de wind stevig in de rug, met als gevolg een uitstekend koersrendement. De yield op de obligaties zelf ligt ver beneden de officiële inflatie van ongeveer 5 procent in Groot Brittannie, maar dat lijkt opnieuw niemand vervelend te vinden.

    Olie en goud

    In het artikel op Bloomberg worden ook olie en goud apart genomen. De Amerikaanse WTI olie, een indicator die slechts een fractie van de wereldwijde oliemarkt weerspiegeld, steeg over 2011 met een ruim 8,2%. Eind april stond de olieprijs nog veel hoger, namelijk op meer dan $110 voor de WTI olie en zelfs meer dan $120 voor de Brent olie uit de Noordzee. Voor de goudprijs pakte Bloomberg de spotprijs van $1564 per troy ounce waarmee goud het jaar afsloot, maar nam niet de moeite om de procentuele winst van het edelmetaal over 2011 te berekenen. Misschien omdat de uitkomst daarvan niet strookt met het beeld dat geschapen wordt over de obligatiemarkt. Goud haalde over heel 2011 een koersstijging van ruim 11%, maar stond eerder dit jaar op een veel hoger niveau. Maar ook met een uiteindelijk bescheiden rendement van iets meer dan 11% mag ook goud zich tot de beste beleggingen rekenen. Het rendement was immers beter dan het gemiddelde van alle Amerikaanse staatsobligaties.

    Zilver kende in 2011 een moeilijk jaar, maar de grafiek van het afgelopen jaar ziet er verdacht uit. Er waren immers twee gigantische dalingen in de spotprijs, maar dit wordt niet ondersteund door soortgelijke verkoopgolven op de fysiek markt. Sterker nog, veel beleggers kochten fysiek zilver bij na elke correctie. De fundamentals voor goud en zilver blijven naar onze mening zeer sterk, terwijl de obligatiemarkten actief worden ondersteund door de centrale banken wereldwijd. Zilver kreeg begin mei de wind van voren toen bepaalde partijen de zilvermarkt in een dunne handel bestormden met duizenden contracten voor papieren zilver (video).

    Amerikaanse staatsobligaties deden het goed in 2011 met een rendement van 9,78%

  • China moet meer goud kopen

     

    Het hoofd van de onderzoeksafdeling van de Chinese centrale bank, Zhang Jianhua, stelde in een artikel dat de Chinese overheid prijscorrecties in de goudmarkt moet aangrijpen om meer aankopen te doen. “De Chinese overheid moet haar buitenlandse valutareserves verder optimaliseren en op relatief lage prijzen goud kopen”, aldus Zhang. 
     
    Volgens Zhang hebben de slechte economische omstandigheden, de monetaire stimuleringen in diverse landen, de daaropvolgende toename in wereldwijde liquiditeit en de daaraan verbonden hoge inflatie het vertrouwen van investeerders doen verdampen. Goud blijft daarom in de ogen van Zhang, voor investeerders met enige risico-aversie, over als laatste veilige vluchthaven . Volgens Zhang moet ook China de prijsdalingen in de goudmarkt aangrijpen om hun goudreserves agressief te vergroten. 
     
    Zhang schreef in het artikel niet hoeveel van de $3,2 biljoen aan buitenlandse valutareserves de Chinezen moeten gebruiken om goud te kopen. China heeft ongeveer 30% van deze valutareserves in Amerikaanse staatsobligaties geïnvesteerd en ongeveer 20% in Europese staatsobligaties. Slechts 1,3% van deze reserves wordt tot op heden in goud aangehouden. 
     
    Deze 1,3% representeert 1,054 ton goud en daarmee bevindt China zich op de 6e plek op de inteationale ranglijst van grootste goudreserves. De eerste van de ranglijst zijn de Verenigde Staten die met 8,133 ton  76,6% van hun valutareserves in goud aanhouden en nummer twee, Duitsland, houdt met 3,396 ton 73,6% van haar valutareserves aan in goud. China heeft sinds 2009 geen officiële aankopen gedaan op de goudmarkt maar koopt de afgelopen jaren wel de goudproductie van haar binnenlandse goudmijnen op.
     
    Bron:
  • Balans ECB naar nieuwe records

    Sinds de crisis in 2008 heeft de ECB meerdere liquiditeitsvoorzieningen in het leven geroepen om de kwakkelende financiële sector op de been te houden. Vorige week kregen de Europese financiële instellingen leningen aangeboden met een looptijd van 36 maanden en een lage rente van 1%. De ECB leende met de nieuwe liquiditeitsvoorziening een totaal van €490 miljard aan 523 Europese banken. De balans van de ECB steeg het afgelopen jaar met 36% en bevindt zich met €2.733  inmiddels in absolute bedragen op een hoger niveau dan tijdens de crisis in 2008.

     
    Er werd door sommige partijen geopperd dat de nieuwe liquiditeitsimpuls door de banken gebruikt kon worden om staatsobligaties op te kopen van (Zuid-)Europese landen. De banken zouden op deze manier makkelijk renteverschillen kunnen uitbuiten en de Europese landen zouden meer lucht krijgen. De banken brachten gisteren echter €436,6 miljard  onder bij het depostiofaciliteit van de ECB. Dat is het op één na hoogste bedrag ooit. Dinsdag liepen de deposito's met €452 miljard namelijk op tot een nieuw record.

     
    De liquiditeitsvoorziening lijkt het wantrouwen in de financiële markten niet weg te nemen. Toch begint de ECB onderhand een flinke balans op te bouwen. Gelukkig staan de geldpersen nog niet aan.  
     
    Hieronder Peter Tchir van TF Market Advisors over de Europese balans bij Bloomberg TV.

     
  • Hypotheekverstrekking in Spanje daalt voor de 18e maand op rij

    De economische toestand in Spanje is op zijn zachtst gezegd slecht. De werkloosheid is zeer hoog (ongeveer 21% volgens de officiële cijfers, onder jongeren zelfs meer dan 46%), er staan 3,4 miljoen huizen leeg (13% van het totaal) en het begrotingstekort kwam in de jaren 2009 en 2010 uit op ongeveer 10% van het BBP. De huizenmarkt laat nog steeds geen teken van herstel zien, want Bloomberg bericht dat er voor de achttiende maand op rij weer minder hypotheken zijn verstrekt. De voorraad van leegstaande huizen blijft groot, met als gevolg een blijvend neerwaartse druk op de gemiddelde huizenprijzen in Spanje.

    Dat er steeds minder hypotheken worden verstrekt (43,6% minder in aantal en 40,6% minder in euro's dan een jaar geleden), heeft verschillende oorzaken. Potentiële huizenkopers blijven wachten omdat ze een verdere prijsdaling verwachten, terwijl de hoge werkloosheid ervoor zorgt dat veel mensen niet eens in staat zijn een huis te kopen. Aan de aanbodzijde zijn er ook problemen, want de Spaanse banken zijn door de crisis terughoudend geworden met het verstrekken van nieuwe leningen. Hun balans staat in veel gevallen al vol met 'giftige' hypotheekleningen, waarvan lang niet zeker is of die ook allemaal volledig afbetaald zullen worden.

    Spanje moet nog een stuwmeer van ruim 3 miljoen leegstaande woningen verwerken, waarvan 700.000 stuks nieuwbouw zijn. De kersverse premier Rajoy probeert de huizenmarkt weer op gang te helpen door er nog een paar nieuwe subsidies en belastingvoordelen tegenaan te gooien, terwijl de banken worden 'geschoond' van €176 miljard aan slechte hypotheekleningen. Wie deze leningen oveeemt, en tegen welke prijs blijft vooralsnog onduidelijk. Dat banken het moeilijk hebben met hun zwakke kapitaalspositie blijkt ook uit de stijging van het aantal 'slechte leningen', want dat percentage steeg in oktober naar een 17-jaars record van 7,42%.

    De gemiddelde huizenprijzen in Spanje zijn sinds het derde kwartaal van 2010 gezakt met nog eens 7,4%, aldus het Spaanse bureau voor de statistiek. Ook de grondprijzen dalen als gevolg van de vraaguitval en overproductie van woningen, die staan ten opzichte van het hoogtepunt in 2007 al bijna 50% lager.

    Spaanse vastgoedmarkt laat nog nauwelijks herstel zien, hypotheekverstrekking daalt voor 18e maand op rij.

  • Goud en zilver verliezen terrein door sterkere dollar en zorgen over Europese crisis

    Op zulke dagen waarbij de goud- en zilverprijs onder druk staan proberen we altijd te zoeken naar het nieuws achter de koersbeweging. Helaas is die niet altijd duidelijk aan te wijzen. Volgens de berichtgeving op Kitco en Bloomberg was de koersdaling van woensdag met name het gevolg van een relatief sterke dollar. De euro zakte vandaag immers onder de 1,30 en werd dus opnieuw goedkoper ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De grootste koersdaling vna zilver kwam ook op precies hetzelfde moment waarop de euro begon weg te zakken tegenover de dollar. Het niveau van beneden de $1,30 hebben we al bijna een jaar niet meer gezien. Voor grote beleggers is dat blijkbaar een reden om meer liquiditeit in dollars aan te houden en daarvoor wat posities in goud, zilver en andere grondstoffen van de hand te doen.

    Slecht nieuws uit Azië

    In China werd de handel in goud op de Shanghai Gold Exchange en de Shanghai Futures Exchange ingeperkt in een groter plan om het illegaal kopen en verkopen van grondstoffen aan te pakken. Daaaast gingen er geruchten dat India deze maand mogelijk tot 50% minder goud importeert als gevolg van een zwakkere roepie. India is de grootste afzetmarkt in de wereld voor het gele metaal en is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de vraag naar beleggingsgoud en goud voor sieraden.

    Europese schuldencrisis blijft onopgelost

    Een andere factor die volgens Kitco en Bloomberg een rol heeft gespeeld is de situatie in Europa. De schuldencrisis is nog altijd niet effectief aangepakt, terwijl Europese banken steeds meer afhankelijk worden van de ECB voor hun liquiditeitsbehoefte. Het onderlinge wantrouwen tussen banken blijkt nog steeds groot te zijn, getuige de steeds grotere bedragen die Europese banken dagelijks bij de ECB parkeren. Verwant aan de Europese schuldencrisis is de angt voor een nieuwe economische dip, waardoor de industriele vraag naar grondstoffen wat zal afnemen. Met name zilver zou hier last van hebben, omdat dit edelmetaal ook een sterke industriële component kent die gevoelig is voor de conjuctuur.

    Goud sluit de dag met een verlies van 2,36% in USD

    Zilver verliest 6% in USD

    Olie blijft boven de $100

    Terwijl andere grondstoffen het de laatste weken relatief slecht doen weet olie juist wat in prijs te stijgen. Dit heeft natuurlijk te maken met de Iraanse dreiging van een olieblokkade in de Straat van Hormuz. Door deze smalle waterweg wordt één derde van alle olietransporten over water vervoerd en dagelijks varen er gemiddeld dertien grote olietankers doorheen. Iran heeft in 2008 ook al eens gedreigd de Straat van Hormuz af te sluiten, maar vooralsnog blijft de oliemarkt er deze keer vrij rustig onder. Dit heeft volgens olie-analist Thorbjoe bak Jensen van Global Risk Management te maken met de hoeveelheid militair materiaal (lees: Amerikaanse gevechtsschepen) in deze regio. Het dreigement zou inmiddels alweer afgezwakt zijn, zo bericht NOS Nieuws.

    Goud en zilver verliezen opnieuw terrein

  • Percy Schmeiser: David versus Monsanto

     

    Via de Twitter van Willem Middelkoop de volgende 'must see' documentaire uit 2009. Deze documentaire is het verhaal van Percy Schmeiser, een Canadese boer die aangeklaagd werd door het Amerikaanse Monsanto vanwege het schenden van Monsanto's patenten. In de documentaire komen tal van ethische bezwaren tegen aanpassingen van de genetische bouwstenen van voedselgewassen die moeder natuur heeft voortgebracht aan bod, maar bij uitstek gaat deze documentaire in op de wijze waarmee het eigendomsrecht van de één kruist met het eigendomsrecht van de ander.

    Via de website van Percy Schmeiser:

    Stelt u zich voor dat een storm over uw tuin raast – en dat er, zonder uw medeweten en zonder uw toestemming, buitenlandse en genetisch-gemanipuleerde zaden in uw moestuin terechtkomen terwijl u die moestuin voor vele jaren hebt gevoed en hebt onderhouden. Een paar dagen later komen vertegenwoordigers van een multi-nationale ondeeming u een bezoek brengen en eisen dat u uw groenten overdraagt en een strafrechtelijke klacht tegen u indienen en ​​u een boete van een $ 20.000 USD op u proberen te verhalen – voor het illegaal gebruik van octrooien en genetisch-gemanipuleerde zaden.

    En er is meer: De rechtbank stelt de multinationale ondeeming in het gelijk!
    Maar toch, u vecht terug…

    Dit korte verhaal is geen utopie – eerder, over de hele wereld, is het de bittere praktijk. Het is de ervaring van de familie van Percy en Louise Schmeiser in Canada, die tevens winnaars van de alteatieve Nobelprijs zijn en die sinds 1996 in gevecht zijn met de chemicaliën en het zaad fabrikant Monsanto. Vandaag de dag is bijna driekwart van de geoogste genetisch gemanipuleerde planten over de hele wereld afkomstig uit de laboratoria van Monsanto. Monsanto is een Amerikaans bedrijf dat sombere uitvindingen, zoals DDT, PCB's en Agent Orange tot haar bijdrage rekent. In haar streven naar absolute hegemonie over planten te krijgen – van de akkers tot aan het bord van de consument – kent Monsanto geen scrupules. De boeren Tony Rush, David Runyon en Marc Loiselle zijn er via de harde manier achter gekomen wat het betekent om geconfronteerd te worden met Monsanto's manier van zaken doen, net als duizenden andere boeren over de hele wereld.

    Zij en de Schmeisers zijn niet alleen tegen Monsanto aan het vechten – en daarmee voor hun voortbestaan ​​als boer – maar ook voor hun rechten op de vrijheid van meningsuiting en het recht van hun eigendommen.

    Maar bovenal zijn zij campagne aan het voeren voor de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen – zodat ook zij een kans zullen hebben om op te groeien in een wereld zonder genetisch gemanipuleerd voedsel.

    Deze film is geruststellend … geruststellend aan allen die vrezen dat als een individu, niemand enige macht heeft om in verzet te komen tegen beleidsmakers, grote bedrijven of de zakenwereld. “David vs Monsanto” bewijst het tegendeel.

    Ten grondslag aan deze documentaire ligt de wijze waarop – via patenten – economische beloningen worden toegekend aan nieuwe (uit)vindingen. De huidige invulling van patenten verschaffen partijen een exclusief alleenrecht om een toepassing (commercieel) te gebruiken. Dit zijn in alle eenvoud monopolierechten. Hierdoor worden bedrijven in staat gesteld om via de rechter concurrenten te verhinderen om gebruik te maken van dezelfde of soortgelijke technieken. Patenten zoals die nu zijn ingevuld beperken concurrentie.

    Dat de huidige economie iets te doen heeft met kapitalisme is en blijft de meest hardnekkige misvatting. Dat komt niet alleen door centraal en fractioneel bankieren, maar ook vanwege deze monopolistische invulling van patenten. Dat een dergelijk alleenrecht in strijd is met de meest fundamentele beginselen van vrije marktwerking, namelijk vrije toetreding (en uittreding), is slechts één voorbeeld waaruit geconcludeerd kan worden dat de veronderstelde kapitalistische marktwerking pertinent onjuist is.

    Via de achterdeur van wet- en regelgeving hebben overheidsbureaucratieën marktcondities geschapen die grote bedrijven bevoordeeld ten opzichte van kleine bedrijven. In “David versus Monsanto” wordt duidelijk dat die monopolierechten bedenkelijke bedrijfsstrategieën ontlokken, zoals die van Monsanto. De kruisbestuiving van genetische gemodificeerde gewassen met 'eigen' gewassen van boeren moet Monsanto geld opleveren. Monsanto wil namelijk via haar patenten de controle krijgen over de voedselproductie van boeren. Of boeren hier vrijwillig aan meewerken of niet.

    Ten aanzien van de patentwetgeving is het eigenlijk van een nog grotere economische betekenis dat het aantal economische kansen en de diversiteit van die beschikbare economische kansen door de huidige monopolistische invulling van patenten worden beperkt. Door het ontbreken van vrije toetreding is het averechtse effect dat niet de doelstelling van het bevorderen van economische groei wordt bereikt, maar in plaats daarvan juist beperkt wordt.

    Terwijl in de academische wereld patenten als maatstaf worden gehanteerd om de innovativiteit van een economie te meten, wordt er geen enkele aandacht geschonken aan de onderliggende economische gevaren van monopolierechten. Dat gevaar is eenvoudig samen te vatten, want: “Elk monopolie corrumpeert, absolute monopolies corrumperen absoluut!”.

    Deze wijsheid wordt zeer treffend geïllustreerd in de documentaire “Percy Schmeiser versus Monsanto” en dus een must see: 

    Deel één:

    Deel twee:

    Deel drie:

    Deel vier:

    Deel vijf:

  • China en Japan willen eigen valuta gebruiken

    De twee grootste economieën van Azië hebben besloten om hun eigen valuta meer te gaan gebruiken in onderling handelsverkeer. Volgens het Japanse ministerie van Financiën wordt nu in 60% van de transacties de Amerikaanse dollar gebruikt. De landen willen met deze actie hun valutarisico verkleinen.

    De nieuwe overeenkomst tussen de Chinese en Japanse overheid markeert een nieuwe stap in de wereldwijde valuta-oorlog. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de Amerikaanse dollar de wereldreservemunt, de valuta die in alle landen van de wereld gebruikt wordt om internationale transacties te verrichten. Alle grondstoffen – inclusief olie – worden vandaag de dag voornamelijk in dollars afgerekend, waarmee de Amerikaanse valuta op kunstmatige wijze ondersteund wordt. Bedrijven en beleggers hebben immers veel Amerikaanse dollars nodig om transacties uit te voeren. Een neveneffect daarvan is ook dat de dollar hierdoor een premium heeft als de meest liquide valuta in de wereld.

    Omdat Amerika het monopolie heeft op het drukken van dollars kende dit land decennia lang een ongekend hoog welvaartsniveau, maar sinds de uitbraak van de grote wereldwijde financiële crisis in 2008 is het bedrijfsmodel van Amerika steeds meer onder druk komen te staan. De enorme begrotingstekorten van de Obama regering (al drie jaar op rij groter dan $1.000 miljard), het goedkope geld van de Federal Reserve via lage rente en ‘kwantitatieve verruiming’ en de bailout-cultuur van de Amerikaanse overheid hebben de status van de Amerikaanse dollar als wereldreservemunt de laatste jaren geen goed gedaan.

    Diversificatie

    Als gevolg hiervan hebben verschillende landen al initiatieven ontplooid om hun afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verkleinen. Zo wilde de Irakese dictator Saddam Hussein zijn olie laten afrekenen in euro’s in plaats van Amerikaanse dollars, werkte Muammar Gaddafi van Libië aan een door goud gedekte valuta als reservemunt voor het hele Afrikaanse continent, pleitte de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad ook voor het verhandelen van olie in euro’s in plaats van Amerikaanse dollars en spraken China en Rusland af om onderlinge handel in de eigen valuta te stimuleren.

    China en Japan willen de rol van de dollar verkleinen

    De volgende stap komt van China en Japan, die hun eigen valuta nu een prominentere positie willen geven ten koste van de Amerikaanse dollar in de onderlinge handel. China is de grootste handelspartner van Japan met in totaal 26.500 miljard Yen (omgerekend €260 miljard) aan totaal handelsverkeer. Dat is aanmerkelijk meer dan tien jaar geleden, toen het handelsverkeer tussen de twee landen ongeveer 9.200 miljard Yen (naar de actuele wisselkoers ruim €90 miljard) groot was. Vanwege de enorme omvang van de handel tussen de twee Aziatische landen wordt deze nieuwe overeenkomst gezien als het meest significante handelsverdrag dat China de laatste jaren heeft gesloten. Dat zijn tenminste de woorden van Ren Xianfang, een in Beijing gevestigde econoom van IHS Blobal Insight Ltd.

    Aansluitend met de overeenkomst om meer yen’s en yuan’s te gebruiken in het onderlinge handelsverkeer sprak Japan ook haar plan uit om de yuan’s die het ontvangt uit export van goederen naar China deels te investeren in Chinese staatsobligaties. China kondigde op haar beurt ook een valuta swap ter grootte van 70 miljard yuan (omgerekend €8,48 miljard) aan, waarmee het Thailand stimuleert om ook de Chinese valuta te gebruiken in het handelsverkeer met Aziatische partners.

    De strategie van Japan en China om meer samen te werken en de afhankelijkheid van de Amerikaanse dollar te verkleinen moeten de handel tussen en de onderlinge investeringen in de twee landen verder stimuleren, aldus de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Hong Lei. ”Het versterkt de mogelijkheden van de regio om zich te beschermen tegen risico’s en uitdagingen”.

    De Japanse premier Noda en de Chinese premier Jiabao bereiken belangrijke handelsovereenkomst (afbeelding van Bloomberg)

  • ECB blijft obligatiemarkten ondersteunen via de banken: QE Europe?

    Bijna €490 miljard aan goedkope leningen

    Vorige week verstrekte de ECB voor in totaal €489,2 miljard aan goedkope leningen aan tal van Europese banken. De leningen hebben een looptijd van drie jaar, een termijn die de ECB nog niet eerder beschikbaar heeft gesteld aan banken. De rente op deze leningen is een gemiddelde van het belangrijkste rentetarief van de ECB over de komende drie jaar en zal naar verwachting dicht bij 1% liggen. Met het geld probeert de ECB de banken te stimuleren om meer obligaties te kopen van zwakkere Eurolanden en meer geld uit te lenen aan particulieren en het MKB. Vooral de obligatiemarkt is voor de banken een interessant instrument, want door de leningen van de ECB direct om te zetten in Spaanse, Italiaanse of Portugese staatsobligaties met looptijden van maximaal drie jaar kunnen ze zonder enige inspanning het renteverschil van een procent of vijf opstrijken en aan hun kapitaalbuffers toevoegen.

    In ruil voor de goedkope 3-jaars lening van de ECB moeten banken onderpand inleggen, waarvoor de eisen overigens niet hoog zijn. Zelfs obligaties van zwakke Eurolanden en aandelenportefeuilles zouden door de ECB geaccepteerd worden. Het risico wordt van de banken wordt op deze manier overgedragen naar de ECB, een handige manier om de bankbalansen te versterken. De ECB zal naar verwachting nog vaker met dit soort leenprogramma's (officieel Long Term Refinancing Operations (LTRO) genoemd) komen, want eind februari 2012 staat er alweer eentje gepland waar banken op in kunnen schrijven.

    Goedkope leningen ook in de toekomst

    De ECB laat het aankopen van staatsobligaties dus aan de Europese banken over, maar pas nadat die banken door diezelfde ECB zijn voorzien van honderden miljarden aan zeer goedkoop en bijna risicovrij geld. Door ook in de toekomst de kredietkraan voor banken wagenwijd open te houden weet de ECB de Europese obligatiemarkt te stimuleren, want een overvloed aan geld dat op zoek is naar rendement zal op die manier ook richting de obligaties van de minder goed gefinancierde Eurolanden stromen. Banken die de staatsobligaties kopen hoeven zich niet veel zorgen te maken, want ze kunnen diezelfde staatsobligaties bij de volgende LTRO over drie maanden weer naar de ECB brengen als onderpand voor nog meer nieuwe leningen. Met dit geld kunnen banken vervolgens opnieuw staatsobligaties aankopen.

    Europese QE via de achterdeur?

    De contouren van dit spelletje worden langzaam zichtbaar: De ECB voegt nog steeds obligaties toe aan haar portefuille in de vorm van onderpand op 3-jaars leningen. Door ook in de toekomst weer geld beschikbaar te stellen in de vorm van 3-jaars leningen kunnen banken nóg meer staatsobligaties aanschaffen, terwijl ze de eerder gekochte staatspapieren naar de ECB brengen als het onderpand. Maar keert dit proces zich niet vroeg of laat om als de banken het geld na drie jaar terug moeten betalen aan de ECB en het onderpand (de staatsobligaties) weer terugkrijgen? Niet zo lang de ECB van plan is om de banken van liquiditeit te blijven voorzien, een proces dat nog jaren stand kan houden en dat vooral de Europese banken zal helpen bij het versterken van hun eigen vermogen en zwakke Eurolanden kan helpen bij het (her)financieren van hun schulden.

    Volgens Avery Goodman, lid van de Financial Industry Regulatory Authority (FINRA), kan het LTRO programma van de ECB met de goedkope leningen aan banken worden gezien als een vorm van ''quantitatieve verruiming via de achterdeur''. Het is zeer winstgevend voor de banken en helpt tegelijkertijd de Europese landen bij hun schuldfinanciering, maar ondertussen stapelt de ECB op deze manier steeds meer risico's op haar eigen balans. Volgens Goodman zijn talloze analisten naief om te denken dat de banken de leningen van de ECB niet zullen gebruiken om staatsobligaties van zwakke Eurolanden aan te kopen. Volgens Goodman vindt er intensieve communicatie plaats tussen de Europese banken en de ECB, voorafgaand aan de lancering van een nieuw leenprogramma met de omvang van het LTRO. Als banken niet bereid waren geweest om mee te werken aan het ondersteunen van de Europese obligatiemarkt zou de ECB dit nieuwe leenprogramma nooit hebben opgestart, aldus Goodman in zijn analyse op Seekingalpha.

    Veel liquiditeit zal problemen verhullen en acute crisis uitstellen

    Door de financiële markt de komende drie jaar van ongekende hoeveelheden liquiditeit te voorzien via het Europese banksysteem hoeft er in elk geval in de komende jaren geen land meer om te vallen, zo schrijft Goodman. Of daarmee de problemen zijn opgelost is nog niet zeker, maar in de komende drie jaar zal Europa door extra liquiditeitssteun van de ECB nog wel economische groei kunnen laten zien. Een deflatoire crisis is volgens Goodman voorlopig ook geen bedreiging. Ook is hij van mening dat over drie jaar, als de eerste LTRO leningen afgelost moeten worden, er een wijziging zal komen in het EMU verdrag dat de extra liquiditeit permanent maakt.

    Door de geldgroei die gepaard gaat met het nieuwe leenprogramma van de ECB zullen goud en zilver volgens Goodman goede tijden tegemoet gaan. Een aantrekkende economie, gebaseerd op de beschikbaarheid van een overvloedige hoeveelheid geld, zal de behoefte aan goud, zilver en platina doen versterken. Niet alleen omdat deze bescherming bieden tegen de inflatie die Goodman verwacht, maar ook door de industriële vraag naar zilver en platina in verschillende sectoren.

    Goud en zilver zullen volgens Avery Goodman blijven stijgen als gevolg van de Europese schuldencrisis

  • ‘Goudprijs zal in de komende drie maanden door de $1500 zakken’

    De enquête van Reuters werd afgenomen nadat de goudprijs eerder deze maand met bijna 9% was weggezakt (van $1740 naar $1580), waardoor het sentiment van de ondervraagden mogelijk een negatieve bias had. Bijna de helft van de respondenten verwachtte een koersdaling van goud tot een niveau van $1450 in het eerste kwartaal van 2012 en een aantal zou zelfs een koersdoel van $1400 in het achterhoofd hebben voor de komende drie maanden. Als die verwachting inderdaad waarheid wordt betekent dat een bijzonder slecht jaar voor de goudbeleggers die rendement zoeken, want begin 2011 stond de koers ook nog maar iets boven de $1400.

    Voor beleggers die (fysiek) goud zien als bescherming voor hun vermogen is een nieuwe daling van de goudprijs een goed moment om nieuwe aankopen te doen. Als goud terugkeert naar $1400 loopt het weer in de pas met de zilverprijs, die na een bewogen jaar toch bijna onveranderd zal sluiten op iets minder dan $30 (ceteris paribus).

    De verkoopgolf van goud eerder deze maand was het gevolg van een liquidatiefase, waarin veel beleggingsfondsen tegelijkertijd hun positie in het edelmetaal afbouwden om weer wat ruimer in liquide middelen te zitten (cash). Ook de liquiditeitsproblemen bij Europese banken speelde een rol, want die liquideerden ook een aantal posities in goud om hun dollarpositie te versterken. Volgens Christoph Eibl, oprichter van het grondstoffen hedge fund Tiberius, is de daling van de goudprijs opvallend omdat het economische nieuws de laatste tijd niet echt positief was. Nog opvallender is de toekomstverwachting van Eibl, want de fonsbeheerder verwacht dat goud in 2012 ''het slechtste zal presteren van alle metalen''. Hij baseert deze verwachting op het relatief zwakke sentiment in de markt, waarin de koers na de meest recente daling nauwelijks opkrabbelde (zie grafiek onderaan bericht). Ook wijst de fondsbeheerder op nieuwe data van de CFTC (Commodity Futures Trading Commission), waaruit blijkt dat beleggingsfondsen die posities hebben in goud futures en opties wat voorzichtiger zijn geworden met hun long posities.

    'Nieuw all-time-high op zijn vroegst in tweede helft 2012'

    Meer dan de helft van de respondenten in het onderzoek van Reuters gaf aan geen nieuw all-time-high te verwachten in de eerste helft van 2012. Een aantal respondenten was er zelfs van overtuigd dat de goudprijs tot in 2014 niet meer in de buurt zal komen van het oude record van boven de $1900 per troy ounce. Goud zou volgens de ondervraagde hegde fund managers, economen en handelaren nog steeds de status van veilige haven behouden, maar ze zien nog geen nieuw stimuleringsprogramma van centrale banken die nodig zou zijn om de goudprijs een nieuwe impuls te geven.

    'Geen dreiging van inflatie'

    Volgens Jeffrey Sherman, beheerder van de grondstoffen portfolio bij DoubleLine Capital, is goud momenteel niet aantrekkelijk omdat er ''geen dreiging van inflatie is''. In zekere zin heeft Sherman gelijk, want de natuurlijke reactie op een financiële crisis als de huidige is dat men minder gaat lenen en juist schulden gaat afbetalen. Hierdoor krimpt de geldhoeveelheid en dalen ook de prijzen van goederen. Ook kunnen prijzen dalen door vraaguitval, omdat men minder te besteden heeft of juist wat zuiniger wil gaan leven. Deze factoren zorgen voor deflatie (in monetaire zin en in de vorm van het prijspeil), maar dit is ook precies wat de centrale banken wereldwijd met alle macht willen voorkomen.

    Door via goedkope leningen meer geld in de economie te pompen proberen de centrale banken juist het natuurlijke proces van deflatie af te remmen, maar het is bij voorbaat al een onmogelijke opgave gezien de onvoorspelbaarheid van het gedrag van consumenten en de vertraging die er zit tussen de invoering van nieuw beleid en de reactie van de economie. Daarom zal vroeg of laat ofwel de deflatoire spiraal of een ongecontroleerde inflatie de overhand krijgen, met als gevolg een crisis die vergelijkbaar met of erger is dan de Grote Depressie van de jaren '30.

    In een dergelijk scenario biedt goud bescherming van het vermogen, terwijl andere financiële activa als aandelen, obligaties en cash zijn onderworpen aan de grillen van de valuta waarin ze worden uitgedrukt. Ook dragen al deze beleggingen het risico van een tegenpartij die haar belofte in de teokomst misschien niet kan nakomen, terwijl fysiek goud daar immuun voor is.

    Desondanks gaan veel analisten en fondsbeheerders voorbij aan de unieke eigenschappen van goud als ultieme vermogensbeschermer en oriënteren ze zich vooral op prijs. Bij de meest recente correctie van de goudprijs eerder deze maand zakte de koers door het 200-daags gemiddelde heen (zie grafiek). Omdat het bijna drie jaar geleden is dat de goudprijs door het 200-daagse gemiddelde heen zakte slaan veel technisch analisten alarm. Zo ook de Dennis Gartman, een handelaar die jarenlang erg positief is geweest over goud, maar die na de meest recente correctie van december besloten heeft al zijn posities in goud van de hand te doen.

    Fundamentals blijven sterk

    Naar onze mening zijn de fundamentele redenen om fysiek goud te kopen nog even sterk aanwezig als een paar maand geleden, toen de goudprijs boven de $1900 stond. Hogere of lagere koersen zeggen vooral iets over het sentiment op de korte termijn, maar over de lange termijn zijn het toch de fundamentele factoren van vraag en aanbod die de markt in een bepaalde richting sturen. De groeiende problemen in onze bankensector, de weerzinwekkende bedragen die in de verschillende noodfondsen worden gestopt en de extreem lage rentes van de belangrijke centrale banken in de wereld maken de zaak voor goud alleen maar sterker.

    De goudprijs zakte in december door het 200-daags gemiddelde en heeft moeite om die grens weer te doorbreken. Verkoopsignaal voor technisch analisten (grafiek van Kitco)

  • Turkije voegde in november 30 procent toe aan strategische goudreserve

    Uit onlangs gepubliceerde data van het IMF blijkt dat Turkije recentelijk zeer actief is geweest met het aankopen van goud, want in de maand november kocht het land voor in totaal 1.328.000 troy ounce (omgerekend 41,3 ton) aan goud. Met de aankoop werd de goudreserve van Turkije in één keer 30% groter. Eind oktober had het land immers 4.429.000 troy ounces aan goud in de kluis liggen. Met de nieuwe aankopen erbij kwam het totaal eind november uit op 5.758.000 troy ounces, omgerekend 179 metrische ton.

    Daarmee klimt Turkije in één klap een stuk of zeven plaatsen op de wereldranglijst van goudreserves en zou het een plekje vlak boven Algarije innemen op de 22e plaats (uitgaande van de officiële goudreserves van juni 2011, het kan dus afwijken van de meest actuele data). Naast Turkije blijft ook Rusland haar goudreserve uitbreiden, want deze grootmacht voegde in november 2011 voor 81.000 troy ounces aan haar reserve toe, waarmee het totaal op 28.086.000 miljoen troy ounce komt (omgerekend 873,5 ton goud). Door het actieve aankoopprogramma, dat begin dit jaar in gang werd gezet, heeft Rusland nu al Nederland en Japan ingehaald op de wereldranglijst. Rusland neemt met de huidige omvang van haar goudvoorraad de achtste positie in op wereldniveau, op gepaste afstand van Zwitserland en China die in juni 2011 beide iets meer dan 1.000 metrische ton aan goud in de kluizen hadden liggen. Rusland heeft over heel 2011 haar goudreserves geleidelijk opgebouwd en heeft nu 11% meer goud in de kluizen dan eind vorig jaar.

    Dat centrale banken wereldwijd besluiten om tegen de huidige koers nog massaal goud in te slaan maakt duidelijk dat in elk geval de centrale bankiers van verschillende landen het edelmetaal kunnen waarderen en het nog niet te duur vinden. Ook Europese landen die problemen hebben met hun schuldenfinanciering, zoals Griekenland en Portugal, hebben er nog geen moment over nagedacht om een deel van hun goud te verkopen om hun schuld te verlagen. Daarvoor achten ze de goudreserve te belangrijk in een tijdperk waarin grote machtsblokken een valuta-oorlog uitvechten om hun de exportpositie te verbeteren en daarbij hun munt verzwakken.

    Turkije voegde in november 30% aan haar strategische goudreserve toe