Categorie: Columns

  • Stresstest voor Banken is niet zo stressbestendig

    De opluchting onder politici en beleidsmakers in het grootste deel van de eurozone was bijna voelbaar afgelopen weekend. De uitslag van de stresstest mocht op zijn minst bevredigend genoemd worden. Politici als onze eigen minister van financiën, Jeroen Dijsselbloem spraken optimistisch van een nieuwe start die de toch wel zwakke economie zou kunnen schragen.

    Op het eerste gezicht is er inderdaad alle reden voor tevredenheid. De 130 grootste banken zijn een jaar lang binnenste buiten gekeerd en uiteindelijk zijn er slechts 8 voor het stressexamen gezakt. De betrokken banken werden gecontroleerd in hoeverre zij hun assets juist hadden gewaardeerd hebben, de zogeheten Asset Quality Review. Daar moest onder meer uit blijken of ze nog in staat waren drie jaar crisis op rij te doorstaan. De positieve uitslag heeft als consequentie, dat er door deze banken slechts € 6,35 miljard uit de markt gehaald hoeft te worden om aan de kapitaalseisen van de ECB te voldoen. Dat is een stuk minder dan het bedrag van € 50 miljard, waar de analisten van Goldman Sachs nog in augustus vanuit gingen. Vijf andere banken schoten weliswaar tekort, maar hadden in de loop van 2014 al voldoende stappen ondernomen om de gaten te dichten. Die vijf mochten op clementie van de ECB rekenen. Sinds het begin van 2014 hebben banken € 57,1 miljard uit de markt gehaald om hun Tier 1 kapitaal te versterken.

    euro-ecb

    Kredietverlening blijft krap

    De positieve uitslag betekent echter niet, dat de financiële hemel definitief is opgeklaard en dat banken inderdaad klaar zijn voor een nieuwe toekomst. Vanuit verschillende hoeken is gewezen op de informatie die verborgen was in de kleine lettertjes van de subparagrafen. Daarin viel wel degelijk verontrustende informatie te lezen. In een commentaar wijst KPMG erop, dat de winstgevendheid van banken nog steeds erg laag is en dat dit nog wel even kan voortduren. Volgens de accountants staat er op de Europese bankbalans nog steeds een bedrag open van € 879 miljard aan oninbare rekeningen. Daar moeten de banken zoveel voor reserveren, dat ze waarschijnlijk de komende jaren niet in staat zullen zijn een actievere rol in de kredietverlening te kunnen spelen. Een bancaire impuls vanuit de financiële sector is met andere woorden niet of amper te verwachten. Wat in potentie een groot probleem kan worden, is de al genoemde Asset Quality Review. Het kan nog wel weken tot maanden duren voordat precies duidelijk is hoe waarderingen tot stand zijn gekomen. Analisten hebben nu toegang tot alle denkbare gegevens en die gaan de komende tijd uitvissen of de ECB zijn werk wel serieus en geloofwaardig heeft gedaan. Dat kan aan het einde van het jaar duidelijk worden, als banken moeten melden onverwachte grote afschrijvingen te moeten plegen. Al die data over leningen en portefeuilles met onderpanden kunnen bovendien nog onverwacht serieuze gesprekken tot gevolg hebben tussen de banken en hun toezichthouder.

    ecb-stresstest-infographic

    Vooral de Italiaanse bankensector staat er slecht voor

    Te weinig kernkapitaal

    Critici wijzen erop dat er weliswaar slechts acht banken te kort schoten , maar dat ook hier de wens de vader van de gedachte is. Die acht banken hadden een Tier 1 kapitaal kleiner dan 5,5% van de omzet. Maar liefst 16 banken hebben een kernkapitaal variërend van 5,5% tot 7%. Tot deze groep behoren vier Duitse banken. In totaal zitten 31 banken tussen 5,5% - 10%. Voor veel beleggers is een kernkapitaal van 10% de feitelijke ondergrens voor een gezond eigen vermogen. Nog eens 28 zitten slechts 1% boven deze norm. Dat betekent dat in de komende jaren er meer banken in de problemen kunnen komen. De norm voor het Tier 1 kapitaal gaat over een poos immers verder omhoog. Boze tongen beweren, dat de ECB tot dusverre terug geschrokken is voor hogere kapitaalseisen om Duitsland niet voor het hoofd te stoten. Het is gemakkelijker banken uit zwakke landen al zak weg te zetten, dan mevrouw Merkel voor het hoofd te stoten. Bovendien zou de reactie in de markt heftiger geweest kunnen zijn als onomstotelijk bewezen was, dat grote Duitse banken feitelijk in de problemen zitten. Dat gevaar dreigt niet bij zwakke uit Zuid-Europa! Cor Wijtvliet

    monte-dei-paschi

    Monte dei Paschi in de problemen na stresstest ECB

    BELANGRIJK:

  • Daling olieprijs kent winnaars en verliezers

    Sinds juni is de prijs voor een vat olie stelselmatig gaan dalen. De prijs voor een vat West Texas Intermediate is op 16 oktober heel even door de barrière van $ 80 gedoken en de prijs voor Brent heeft al een prijs onder $ 84 aangetikt. Dat werpt automatisch een reeks van vragen op. De belangrijkste is misschien wel hoever OPEC en in het bijzonder Saoedi Arabië bereid is de prijs te laten zaken voor de oligopolist besluit de eigen productie te verlagen om zo een bodem in de markt te leggen. Een even interessante vraag is bij welke prijs de schalie industrie in de VS in de problemen gaat komen.

    olievatenHet kan immers niet anders, dan de huidige prijsval winnaars en verliezers gaat opleveren. Een verliezer is duidelijk. Dat zijn de olieproducerende landen binnen en buiten OPEC. Als de prijs voor een vat Brent $ 80 benadert, dan gaat dat de OPEC-landen $ 200 miljard kosten. Dat is ongeveer 20% van hun geschatte $ 1 biljoen inkomsten. Dat is een flinke slok op een borrel. Het is dn nog maar de vraag of ze bijvoorbeeld in staat zullen blijven hun ambitieuze plannen, die ze op hebben gesteld in reactie op de Arabische Lente, wel ten uitvoer kunnen brengen. Voor de VS zou het met prijzen voor een vat WTI onder $ 80 wel eens onduidelijk kunnen worden in hoeverre de schalierevolutie dan nog levensvatbaar zal zijn. Als alles gaat zoals het hoort is de wereldeconomie winnaar. De dalende olieprijs is een vorm van kwantitatieve verruiming. Als het huidig prijsniveau gehandhaafd blijft, zou dat een impuls voor de wereldeconomie kunnen betekenen ter waarde van $ 660 miljard.

    Waarom daalt de olieprijs?

    Maar waarom zijn prijzen gaan dalen. Hier spelen meerdere factoren een rol, maar de belangrijkste is wel de eerder genoemde schalie-revolutie in de Verenigde Staten. Dat land produceerde in september bijna 9 miljoen vaten per dag en het ziet er naar uit, dat de VS in 2015 de grootste producent van olie en gas ter wereld gaan worden. Dankzij verbeterde productietechnieken neemt niet alleen de productie toe, maar dalen ook de productiekosten. Volgens sommige ingewijden ligt de break-even prijs voor een vat schalieolie al onder $ 75. De VS produceren vooral zogeheten light and sweet crude oil. De meeste lidstaten van OPEC produceren zwaardere soorten olie. Dat betekent, dat OPEC zijn productie wel omlaag kan gooien, maar dat dat niet zal helpen om het hoge aanbod van light crude te verminderen.

    olieprijs-6maand

    En dan is er natuurlijk de wereldeconomie, die eerder sputtert dan snort. Het Internationaal Energie Agentschap stelt bijna maandelijks de verwachte groei in de vraag neerwaarts bij. Zoals zaken er u voorstaan, zal er in 2015 wel eens een structureel overaanbod zijn van 1 miljoen vaten per dag. Dat overaanbod kan nog hoger uitvallen als de boycot van Iraanse olie komt te vervallen en als bijvoorbeeld de politiek in Libië in rustiger vaarwater komst.

    OPEC Heads Of State Gather In Saudi ArabiaOPEC

    Er is weinig fantasie voor nodig, dat al deze factoren een drukkend effect op de prijzen zullen hebben. Alleen een productieverlaging door OPEC kan een voortgaande prijsval tegengaan. Maar of dat gaat gebeuren is uiterst twijfelachtig. Op dit moment bieden OPEC-landen olie aan in Azië met de nodige korting. Behoud van marktaandeel staat blijkbaar hoog op de agenda. Maar het schijnt ook een pogen van OPEC te zijn om door aanhoudende prijsverlagingen de schalieproductie in de VS een slag toe te brengen. Binnen OPEC schijnt de overtuiging te leven, dat een prijs onder $ 90 voor een vat Brent de prijs voor een vat WTI versneld omlaag kan duwen. In 2015 zou de prijs voor WTI dan wel eens kunnend dalen tot onder $ 75. Deze strategie zou ook nog een ander effect kunnen hebben. Vooral olieproducenten als Rusland en Iran zouden zwaar te lijden krijgen van deze lage prijzen. Dat zou ook een oogmerk van de Saoedis zijn. Die zijn al lang van mening dat beide genoemde landen een te actieve rol in het Midden Oosten spelen. Dat moet maar eens afgelopen zijn. De tijd moet uitwijzen in hoeverre theorieën over de OPEC-strategie juist blijken te zijn. Het zou zomaar kunnen, dat ze zich ernstig gaan verkijken op de veerkracht van de Amerikaanse olie-industrie. Het zou een kostbare rekenfout kunnen blijken... Cor Wijtvliet BELANGRIJK:

  • Ongelijkheid is slecht voor de economie

    De storm, die door het boek van Thomas Piketty is opgestoken, weigert te gaan liggen. Steeds opnieuw verschijnen er studies, die hetzij de gevaren van ongelijkheid onderstrepen of bagatelliseren. In de VS heeft het US Census Bureau een duit in het zakje gedaan met het jaarlijkse Income and Poverty Report. De Verenigde Naties heeft zojuist het Human Development Report 2014 gepubliceerd.

    Beide rapporten stellen koeltjes vast, dat de ongelijkheid in de VS alleen maar toeneemt. Zo wijst het Census Bureau erop, dat de inkomens voor de middenklasse al weer een kwart eeuw stagneren. Ook de VN geven met hun onderzoek de VS een stevige draai om de oren. Het land bungelt ergens op plaats 30 op de Human Development Index (HDI) als het om ongelijkheid gaat, nog achter landen als Griekenland en Slowakije.

    real-median-household-income

    Reel inkomen voor verschillende bevolkingsgroepen in de VS

    Negatieve effecten van ongelijkheid

    Volgens de opstellers van het rapport, the United Nations Development Program (UNDP) heeft ongelijkheid veel negatieve sociale gevolgen. Een ervan is kwetsbaarheid. In veel landen in de wereld klimmen mensen uit de armoede, maar er is weinig voor nodig om ze erin terug te werpen. Neerwaartse mobiliteit blijft voor grote groepen een grote dreiging, terwijl de kans op opwaartse mobiliteit gering blijft. In de VS lijkt opwaartse mobiliteit steeds meer een mythe, terwijl afdalen op de maatschappelijke ladder steeds normaler wordt. De belangrijkste oorzaak is een gebrekkige gezondheidszorg. Die kan de arme Amerikaan zomaar financieel ruineren met alle gevolgen van dien. Obamacare probeert wel de scherpste kantjes van de financiële gevolgen weg te slijpen, maar het zijn toch vooral de Republikeinen die dat met alle middelen proberen te verhinderen. Kwetsbaarheid als factor van belang komt niet tot uitdrukking in het bruto nationaal product of in bovengenoemde index. Toch zien steeds meer landen zich ermee geconfronteerd. Mensen met een baan maken zich steeds grotere zorgen of ze die wel kunnen houden. Mensen zonder baan vragen zich wanhopig af of ze er ooit wel een kunnen vinden. Heel veel Amerikanen hebben tijdens de crisis een groot deel ( gemiddeld 40%) van hun vermogen verloren. Zeker de mensen die bijna met pensioen gaan of nog maar net met pensioen zijn gegaan, vragen zich af wat er met hun levensstandaard staat te gebeuren nu veel van hun beleggingen in rook zijn opgegaan.

    poverty-rate-us

    Aantal Amerikanen dat in armoede leeft

    Traditiegetrouw had Europa wel oog voor kwetsbaarheid en de daaruit voortvloeiende onzekerheid. Europeanen zagen al snel in, dat sociale wetgeving een positieve impuls aan de economie gaf. Dankzij het sociale vangnet was de neiging om risico te nemen groter en daardoor viel de economische groei hoger uit. De crisis, extreem hoge werkloosheid en eindeloze bezuinigingen hebben de zekerheid van het sociale vangnet vervangen door onzekerheid en daardoor is de kwetsbaarheid van veel bevolkingsgroepen op grote schaal toegenomen. In Nederland noemen we dat de participatiemaatschappij en is de flexibele werknemer het hoogst bereikbare in het leven geworden. Niet alleen is het besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking nu lager dan voor 2008, maar ook het maatschappelijk welzijn is ingestort. De Europese burger voelt zich evenals zijn Amerikaanse tegenvoeter onzeker en kwetsbaar. Alle zekerheden lijken hem ontnomen. Een economisch systeem, waarin steeds grotere groepen geen deel meer hebben aan de toename van het bruto binnenlands product is zonder twijfel een mislukt systeem. Een beleid, dat erop gericht is onzekerheid onder de burgers te laten groeien en dat verlaging van inkomen en van het niveau van leven als gevolg heeft, is op den duur een gedoemd beleid. Cor Wijtvliet

    cartoon-poor-rich

    BELANGRIJK:

  • De olieprijs kan nog verder omlaag!

    De prijs voor een vat olie lijkt in een vrije val terecht gekomen. Een vat Brentolie kost royaal minder dan $ 90. Sinds het midden van juni is de prijs ongeveer 25% lager komen te liggen. In vroeger tijden was het de politiek van OPEC en in het bijzonder van Saoedi-Arabië om bij te sterke dalingen de productie te verlagen.

    Ook nu zijn er geruchten in de markt als zou OPEC plannen hebben de productie naar 30 miljoen vaten per dag te verlagen om zo vraag en aanbod meer in evenwicht te brengen. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) betwijfelt of dat nu ook gaat gebeuren. De dynamiek in de energiemarkt is de laatste jaren sterk veranderd. Er is een nieuwe markt gegroeid als het gaat om vraag en aanbod. Maar er zijn ook nieuwe toetreders tot de markt, die een directe uitdaging vormen voor het olie-establishment van OPEC.

    oil-price

    Onder kostprijs?

    Het ligt meer voor de hand, dat de alsmaar dalende olieprijs ervoor zal zorgen dat te dure olie niet meer opgepompt gaat worden. De productie ervan komt (tijdelijk) stil te liggen. Het IEA acht de kans groot, dat dit gaat gebeuren in de VS. Vooral de winning van schalie olie zou kunnen lijden onder de dalende prijs. Nog in augustus pompten de Verenigde Staten 8,8 miljoen vaten per dag op. Het IEA gaat er echter wel van uit, dat de prijzen nog behoorlijk verder omlaag moeten, wil de productiestop echt de balans in vraag en aanbod herstellen. De Saoedi's gaan er vooralsnog vanuit, dat de producenten in de VS gevoeliger zullen blijken voor dalende prijzen en dus voelen ze er vooralsnog niets voor om hun eigen productie te verlagen. Daar zouden ze bovendien ook nog eens de belangen mee dienen van concurrenten en rivalen als Iran en Rusland.

    oil-output-producers

    Wanneer gaat die olieproductie dalen?

    De vraag is nu bij welk prijsniveau de productie echt gaat dalen. Tot voor kort was de gedachte, dat bij een prijsniveau van $ 80 per vat dat proces op gang zou komen. Het zou dan vooral gaan om productie op zee, van teerzandolie en van schalieolie. Volgens het IEA klopt die analyse niet of niet meer. Bij een prijs van $ 80 per vat zal de productie van 2,6 miljoen vaten op break-even niveau gekomen zijn. Met andere woorden, er zit neerwaarts nog de nodige ruimte! Dat zulks gaat gebeuren lijkt niet onwaarschijnlijk. De productie in landen die lijden onder een burgeroorlog, zoals Irak en Libië, loopt niet terug maar lijkt eerder te stijgen. Tegelijkertijd neemt de vraag uit Azië en Europa af, omdat de economische groei afneemt. Het gevolg van de verzwakking is, dat er volgens het IEA per dag gemiddeld 200 000 vaten minder nodig zijn. De organisatie gaat er vooralsnog vanuit, dat de vraag in 2015 weer aantrekt met 1,1 miljoen vaten per dag. Dat zijn er overigens toch weer 100 000 minder dan eerder begroot. De ervaring heeft het IEA wijs gemaakt! Cor Wijtvliet

    oilprices-slip

    BELANGRIJK: Informatie en boekingen: [email protected] - t. 0416-854416 m. 06-11918878

  • Hoe lang stagnatie in Duitsland?

    crisisEr rolde een schokgolf over de financiële markten. Dat het met het herstel in de eurozone maar niet wil vlotten, is tot daar aan toe. Maar dat nu ook Duitsland niet langer immuun blijkt voor de crisis, dat was pas echt teleurstellen. De groei in Duitsland valt terug en het is niet langer uit te sluiten dat er de komende tijd een of meer kwartalen met een negatieve groei te noteren zijn.

    De motor van de eurozone begint te sputteren. Maar mag dat eigenlijk een verrassing heten? Er zijn in de afgelopen jaren vanuit verschillende hoeken waarschuwende vingers opgestoken. De kritiek was steeds gelijkaardig van toon. Onderliggend is Duitsland helemaal niet zo sterk. De hervormingen van de afgelopen tien jaar zijn veel minder ingrijpend geweest dan gedacht en uitgedragen. De Duitse groei was en is gebaseerd op een onhoudbaar model, namelijk op investeringshausses in andere delen van de wereld. Maar die hausse is in landen als China en Rusland, maar ook in vele andere zogeheten opkomende markten, alweer een tijdje over zijn hoogtepunt heen. Als die hausse tot meer normale proporties is teruggekeerd, blijkt ook Duitsland zomaar een trage groeier.

    Duitse groeimotor sputtert

    Zal Duitsland zich in het debat over de toekomst van de eurozone nu wat soepeler en bescheidener gaan opstellen? Hier is waarschijnlijk de wens de vader van de gedachte. Vooralsnog lijkt het omgekeerde het geval. Duitse media en commentatoren blijven ongezouten kritiek oefenen op de voorstellen van Draghi voor verruiming en blijven Frankrijk en Italië fel attaqueren om de gekozen eigen route. Vooralsnog blijft het economisch kompas gericht op fiscale consolidatie. Het doel blijft om in 2015 en verder tenminste een evenwicht op de begroting te bereiken. Voor sommige politici is dat nog niet genoeg. Er zal en moet een overschot gekweekt worden. Als dat om bezuinigingen vraagt, dan moet het maar. Het doel heiligt de middelen. Het enige wat de Duitsers wellicht van het rechte pad van de fiscale zuiverheid kan wegleiden is misschien een snel oplopende werkloosheid. Maar niemand mag verbaasd opkijken, dat dan in eerste instantie gekozen zal worden aan het afbouwen van de financiële steun aan de periferie.

    schauble

    Figuur 1 Minister Schäuble van financiën weet van geen wijken

    Waar komt trouwens die plotselinge zwakte vandaan? Het land was immers vrij gemakkelijk aan de financiële crisis, die de eurozone zo zwaar trof, ontkomen. Het was niet nodig om draconische maatregelen te nemen. Zoals hierboven is gememoreerd, is de zwakte niet plotseling maar het gevolg van een te grote afhankelijkheid van de export, die weer voornamelijk is gebouwd op hoogwaardige industriële goederen en machines. Omdat het land te zwaar leunt op de export, is het ook gevoeliger voor veranderingen in vraag en aanbod. Veranderingen zijn er meer dan voldoende. Oorlog in het Midden-Oosten en spanningen in Oekraïne tasten het internationale vertrouwen aan. In veel opkomende markten zwakt de groei af. Het verhaal is ook, dat van een nieuwe investeringshausse in welk deel van de wereld geen sprake is. Ergo, waar moet nu de extra plus in de groei vandaan komen. De economische denktanks kunnen weinig anders dan een groei van 1,3% voor 2014 en 1,2% voor 2015 intekenen. Met dat percentage zou trouwens de rest van de eurozone dolblij zijn.

    Stagnatie

    Op de wat langere termijn ziet het er trouwens ook niet goed uit voor Duitsland. Het zit op een tikkende demografische tijdbom. Het aantal gepensioneerden gaat komende jaren exploderen. Het aantal toetreders tot de arbeidsmarkt wordt daarentegen elk jaar kleiner. Het gevolg is, dat de potentiële groei in het land onder 1% kan komen. Wat nu zichtbaar wordt, kan wel eens het begin zijn van een langdurige economische stagnatie! Cor Wijtvliet Bron: Wolfgang Münchau, Germany’s weak point is its reliance on exports. Financial Times, Oktober 12 2014

    demografie-duitsland

    De Duitse bevolking vergrijst

    BELANGRIJK:

  • Rente is niet het probleem

    Wie zich in het geldsysteem verdiept heeft zal waarschijnlijk wel eens gehoord hebben dat rente het grote probleem is van ons op krediet gebaseerde geldsysteem. Het bedrag dat je terug moet betalen aan de bank is door de rente altijd groter dan het bedrag wat je van de bank leent, waardoor je misschien tot de conclusie bent gekomen dat er binnen dit systeem nooit genoeg geld in omloop is om alle schulden af te lossen en dat het probleem van rente door nieuwe kredietcreatie steeds groter en groter wordt. Maar klopt dat wel? Het is tijd om een hardnekkig misverstand over ons geldsysteem uit de wereld te helpen…

    Lening

    Stel je voor dat je naar de bank gaat om een bedrag van €1.000 te lenen. Je betaalt de lening in twaalf termijnen van een maand terug met een effectieve rente van 10% per jaar. Dat betekent dat je na een jaar uiteindelijk €1.100 aan de bank hebt betaald. Dat betekent dus ook dat je gedurende het jaar dat je de lening moet aflossen ergens €100 vandaan moet halen om die rente te betalen. En samen met jou zijn er miljoenen anderen die een lening moeten afbetalen, bijvoorbeeld omdat ze een hypotheek hebben of een consumptief krediet hebben afgesloten bij een bank. Ook die mensen moeten ieder jaar ergens het geld vandaan zien te halen om die rente af te lossen. Allemaal rente die niet door de bank verstrekt is bij de verlening van het krediet…

    Tijd

    Als iedereen tegelijkertijd al zijn schulden met rente zou moeten aflossen aan de bank, dan zou er inderdaad niet genoeg geld beschikbaar zijn om de rente te betalen. Maar dat is niet hoe het geldsysteem werkt. Leningen worden doorgaans in termijn afbetaald, wat betekent dat er in de praktijk maar een fractie van de totaal beschikbare geldhoeveelheid nodig is om schulden en rente af te lossen aan de bank. Bedenk ook dat alleen het bedrag dat je van de bank geleend hebt uit circulatie verdwijnt. Het bedrag wat je aan rente betaald hebt verdwijnt niet, dat blijft in het geldsysteem circuleren. Met de rente die je aan de bank betaalt kan de bank haar eigen kosten dekken (personeel, materiaal, pand, computers enzovoort), rente uitkeren aan de spaarders en winst uitkeren aan de aandeelhouders. Het bedrag dat je aan rente betaalt aan de bank vloeit weer terug in de economie, terwijl de component die de lening vertegenwoordigt simpelweg uit de boeken wordt geschrapt. De rente vloeit dus terug in de economie en komt iedere keer weer opnieuw beschikbaar voor iedereen die nog een lening aan de bank moet terugbetalen. Het systeem van geld 'uit het niets creëren' en met rente afbetalen is dus een gesloten systeem dat in essentie altijd in balans is.

    geldOmloopsnelheid

    Zo lang het geld in omloop voldoende circuleert is er dus altijd genoeg geld beschikbaar om leningen met rente af te betalen. Daalt de omloopsnelheid en parkeren mensen hun geld op spaarrekeningen, dan wordt het voor schuldenaren moeilijker om hun verplichtingen na te komen. Ook wordt het voor schuldenaren moeilijk om hun verplichtingen na te komen als er meer schuld afgelost dan gecreëerd wordt. Geld komt in omloop zodra de bank een krediet verstrekt en verdwijnt weer zodra het krediet wordt afgelost. Wordt er netto meer afgelost dan geleend, dan krimpt de geldhoeveelheid met deflatie tot gevolg. Gebeurt het omgekeerde, dan ontstaat er inflatie. Daarom houden centrale bankiers de kredietgroei nauwlettend in de gaten en gebruiken ze de rente als beleidsinstrument om de kredietgroei te 'sturen'.

    Spaarders versus schuldenaren

    Zoals je ziet hebben spaarders en schuldenaren binnen ons huidige geldsysteem tegengestelde belangen. Spaarders potten geld op en brengen daarmee de omloopsnelheid omlaag, terwijl schuldenaren juist baat hebben bij een hogere omloopsnelheid van het geld. Bij een hogere omloopsnelheid is het namelijk makkelijker om schulden af te lossen. De kunst is om hierin een balans te vinden die even gunstig is voor de schuldenaren als voor de spaarders.

    Conclusie

    Het idee dat schulden niet afbetaald kunnen worden omdat banken de rente niet creëren is onjuist. Zo lang betalingen in termijnen plaatsvinden en alle rente-inkomsten van de bank weer terugvloeien in de economie is er voldoende geld beschikbaar om leningen af te betalen met rente. Zie het als een gesloten systeem, waarbinnen de rente voortdurend in circulatie blijft en de geldhoeveelheid stijgt of daalt naargelang er meer of minder vraag is naar krediet. Doordat geld een zekere omloopsnelheid heeft kan het meerdere keren gebruikt worden voor verschillende aflossingen.

  • In het land der blinden…

    De befaamde Groucho Marx zei ooit: “these are my principles. If you don’t like them, I have others.” Waarschijnlijk valt de humor van Groucho slecht in Europa, want het oude continent heeft zijn boodschap niet ter harte genomen. Daar waar de Fed in de crisisjaren er weinig moeite mee heeft om de gevestigde waarheden overboord te zetten, daar blijven we in Europa ons vastklampen aan de waarheden van voor 2008. Het resultaat is, dat in de VS het herstel steeds meer handen en voeten krijgt, terwijl Europa op zijn best al bijna zeven jaar op rij voort moddert zonder merkbare verbetering.

    column-cor-9okt-1

    Verschil ECB en Fed

    Het grote voordeel van de Fed boven de ECB is dat de eerste in feite alle goedbedoelde of kwaadwillende politieke verzoeken en adviezen aan de laars kan lappen. En dat hebben de centrale bankiers met de nodige flair en toenemend succes gedaan. Er is bijna niemand meer die nog gelooft in het spook van de hyperinflatie als gevolg van de politiek van kwantitatieve verruiming. Mario Draghi en zijn gevolg zijn echter al jaren de gevangenen van de wensen van de periferie en de verlangens van het Noorden. Dat beperkt zijn slagkracht en daarmee de mogelijkheid om problemen agressief te lijf te gaan. Het is in Europa voor Draghi altijd weer een laveren tussen Scylla en Charibdis.

    column-cor-9okt-2En natuurlijk moet je in tijden van crisis ook nog een goede portie geluk hebben. In januari 2009 slaagde de regering er in om een fiscaal stimuleringsplan ter waarde van $847 miljard door Capitol Hill geaccepteerd te krijgen. Het steunpakket kwam tot stand onder druk van een economische krimp van 8% op jaarbasis in het vierde kwartaal van 2008. Zeker achteraf is er veel reden voor kritiek op het overhaast in elkaar getimmerd plan, maar het bleek voldoende om de recessie te laten omslaan in een mager herstel. Beleidsmakers in Europa bleven met de armen over elkaar zitten.

    De meevaller voor de Amerikaanse overheid was dat de Tea Party toen nog geen doorslaggevende stem binnen de Republikeinse Partij had. Toen dat eenmaal in 2010 zover was, kwam de besluitvorming op Capitol Hill tot stilstand en die politieke impasse duurt voort tot vandaag de dag.

    Met enig gevoel voor overdrijving kun je beweren, dat Duitsland en gevolg in Europa de rel van de Tea Party vervullen. De Duitse economische beschouwingen over de financiële crisis hebben vaak een moraliserende ondertoon. Die crisis hebben we zogezegd over ons zelf afgeroepen en daarom moeten we boete doen voor onze zonden. Pas dan zal er weer herstel volgen. Los van een eventuele moralistische kijk op zaken is Europa ook simpelweg politiek te verdeeld om het voorbeeld van de Fed te volgen. Trouwens, als die eenheid er wel was, zou Europa waarschijnlijk een route tegengesteld aan die van de VS opgaan. Duitsland zou immers ook dan doorslaggevend zijn.

    column-cor-9okt-3

    Zwak herstel

    De Verenigde Staten mogen dan aan de beterende hand zijn, maar ook daar is het herstel nog steeds niet overtuigend. De werkgelegenheid stijgt weliswaar, maar de lonen niet. Die liggen nog steeds ver beneden het niveau van voor 2008. Ook laat de arbeidsparticipatie nog zeer te wensen over. Vooral veel mannen hebben de arbeidsmarkt de rug toe gekeerd. Er is met andere woorden nog absoluut geen gevaar voor inflatie. Toch roepen de haviken binnen de Fed en de politiek steeds harder, dat de rente zo snel mogelijk omhoog moet. In hun ogen is dat de beste manier op een opleving voor te zijn. Een te snelle renteverhoging is ook de beste manier om een pril herstel de kop in te drukken. Dat hebben de jaren ’30 van de vorige eeuw meer dan afdoende bewezen.

    column-cor-9okt-4

    Het is maar in gelatenheid afwachten wat de uitkomst van deze discussie zal zijn. De VS zijn echter wel in een fase van herstel terecht gekomen, waarin het zich de luxe kan veroorloven om over structurele hervormingen na te denken, hoe onrealistisch de voorstellen daartoe soms ook zijn. Voor Europa blijft het daarentegen vooral watertrappelen geblazen om zo het hoofd boven water te houden. Misschien zouden onze beleidsmakers de vingerwijzing van een tweede vermaarde persoonlijkheid ter harte moeten nemen. Ooit zei Albert Einstein: “the definition of insanity is to keep trying the same thing over and over and expect a different outcome”.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Edward Luce, Blinded EU can learn from one-eyed US. Financial Times, October 6 2014

    column-cor-9okt-5

    BELANGRIJK:

  • Opsplitsen van je bedrijf, het zit in de lucht

    Trends doen zich voor in elk segment van de maatschappij. Er zijn modieuze trends in het onderwijs, bij de opvoeding en in de schilderkunst. Maar ook het o zo rationele bedrijfsleven is gevoelig voor trends. De laatste trend heet schijnbaar opsplitsen. Philips gaat het doen, Siemens gaat het doen, IBM heeft het gedaan, EBay gaat het doen, EMC wil het doen en nu gaat Hewlett Packard (HP) het ook al doen, althans dat bericht de Wall Street Journal.

    De eerste vraag die opwelt is uiteraard waarom al deze bedrijven zich plotseling in grote stukken willen opdelen. Het antwoord is even simpel als voor de hand liggend. De winstgevendheid laat al jaren te wensen over en dan lijkt een opsplitsing de laatste uitweg naar meer winst. Het management kan zich meer focussen, zo heet het dan plechtstatig. Dat speelt misschien een rol, maar feit is ook dat al deze bedrijven de aansluiting bij de moderne tijd hebben gemist. Bedrijven als IBM en Hewlett Packard zijn min of meer blijven steken in de vorige eeuw. Ze hebben de aansluiting met de wereld van the Cloud, web-based software en mobile devices (bijna) volledig gemist.

    aandelenkoers-hp

    Aandelenkoers HP

    Opsplitsen is de trend

    Daarom komt het idee van opsplitsen ook niet uit de lucht vallen. IBM heeft zijn complete PC divisie al in 2005 aan het Chinese Lenovo verkocht. Bij Philips wordt al sinds jaar en dag over een mogelijk opknippen gepraat. Maar ook bij HP zijn de plannen niet van vandaag of gisteren. Bij haar aantreden in 2011 als ceo maakte Meg Whitman korte metten met plannen van haar voorganger, Leo Aphotheek. Die overviel de markt als het ware met zijn opsplitsingsplannen waardoor het bedrijf last kreeg van een forse vraaguitval en een dalende beurskoers. meg-whitman Nu, drie jaar later, lijkt het erop dat het alsnog gaat gebeuren. Wat is er dan veranderd sinds 2011? In de eerste plaats lijkt HP na enkele woelige jaren weer in rustiger vaarwater terechtgekomen. Belangrijker nog is, dat Whitman financieel orde op zaken heeft gesteld. Van belang is zeker ook, dat na jaren van krimp de PC verkopen stabiliseren en zich weer een beetje herstellen. Het is echter niet te verwachten, dat de groei nog ouderwets hoog zal worden. En dus lijkt het idee om de langzaam groeiende maar gezonde PC en printer divisie los te koppelen van de divisie Enterprise Solutions. Onder deze vlag ressorteren activiteiten als storage, servers, software en security. Die hebben meer groeipotentie. Gesprekken, al dan niet mislukt, met concurrent EMC om de hardware activiteiten samen te laten gaan op basis van gelijkwaardigheid, lijken het definitieve duwtje gegeven te hebben.

    Gunstige beurswaardering HP

    Het idee is goed verdedigbaar. Het aandeel van HP is ondergewaardeerd met een koers-winstverhouding van 9X voor 2015. Een succesvolle opsplitsing zou de verborgen waarde van de verschillende divisies gemakkelijker naar boven halen, zoals dat zo modieus heet. Door het opknippen ontstaan twee bedrijven, die nagenoeg even groot zijn en in 2015 allebei een omzet zullen genereren van $ 56 miljard.

    computers

    Indien de opsplitsing soepel zou kunnen verlopen en niet voor het rumoer à la 2011 zal zorgen, dan kan het aandeel HP daar erg van profiteren. De eerste tentatieve berekeningen, die in de markt circuleren, zien het aandeel dan tot boven $ 45 per aandeel stijgen. Voordat het nieuws over de plannen bekend werd, stond het aandeel op $ 35,10. Er is echter een grote maar bij deze tentatieve berekeningen. Er zijn nog helemaal geen nadere details bekend over het hoe van de opsplitsing. Overdreven enthousiasme dient derhalve getemperd te worden. Bij gebrek aan nadere gegevens is het genoemde koersdoel puur speculatie. Cor Wijtvliet

    opsplitsing-hp

    BELANGRIJK:

  • Bezuinigen: Verkeerde keuzes, geen resultaten

    In de wetenschap wordt een theorie verworpen, wanneer feiten de theorie falsificeren. Dat is normaal en logisch. In de internationale politiek is dat minder vanzelfsprekend. Hoewel het economisch beleid van Brussel al jaren geen tastbare resultaten oplevert, blijven politieke leiders die alledaagse werkelijkheid hardnekkig negeren.

    Het Europese beleid van bezuinigen en krimpen heeft alleen maar ellende opgeleverd. Toch wijzen de verdedigers van dit beleid vol trots op het flinterdunne herstel, dat hier en daar voorzichtig het kopje roert. Het is het ultieme bewijs, dat de economische theorie en de feiten bij elkaar passen. Het bewijs is op zijn best vederlicht. Op den duur komt aan elke recessie een einde. Het gaat er uiteindelijk om hoe snel het herstel komt, hoe krachtig het is en hoe groot de schade is, die de neergang heeft teweeg gebracht.

    European Commission President Jose Manuel Barroso gives a press briefing to present the 2013 Country-Specific Recommendations on Financial situation

    Het fiasco van bezuinigen

    Als we dat alles als uitgangspunt nemen, dan is het Europese beleid van steeds maar weer bezuinigen een compleet fiasco geworden. De economie in de eurozone stagneert nog steeds en een derde recessie sinds 2008 is niet langer uit te sluiten. Het bruto binnenlands product is in de meeste landen van de eurozone nog steeds kleiner dan in de jaren voor 2008. En zelfs de prestaties van de nummer 1 in de zone, Duitsland laten zeker recentelijk, zeer te wensen over. De economisch zwaarst getroffen landen verkeren ook niet in een recessie, want depressie is een betere omschrijving. In landen als Griekenland en Spanje is meer dan 25% van de beroepsbevolking en meer dan 50% van de jeugd werkeloos. Als dan de werkloosheid met enkele tienden van een procent daalt, dan kun je moeilijk van succes spreken. De lange duur van de recessie en de bij tijd en wijle zeer hoge jeugdwerkloosheid tast het groeipotentieel van de eurozone aan. De jeugd kan niet de benodigde vaardigheden op doen, waar de economie als geheel van kan profiteren. En wat gebeurt er? Bovenmeester Duitsland eist dat alle landen een beleid blijven doorzetten, dat de economie steeds meer aanvreet en daarmee het vertrouwen in de democratie. In veel landen vraagt de kiezer om een ander beleid omdat hij vreest voor zijn levensstandaard. Het antwoord van politici luidt steevast, dat het beleid in Brussel gemaakt wordt en dat zij daar geen zeggenschap over hebben. Dat beleid impliceert voor verschillende landen, dat belastingen voor bedrijven omlaag gaan, maar dat er gesneden wordt in de koopkracht van de burger. De gedachte erachter is, dat lagere belastingen bedrijven zullen verleiden meer te investeren. Maar dat gebeurt niet of veel te weinig en de oorzaak is dat er te weinig koopkracht is en dus te weinig vraag.

    crisis

    Hoewel het onweerlegbaar is, dat vooral de burger slachtoffer is van het jarenlange verkeerde beleid van Brussel en haar navolgers, blijven landen als Duitsland, maar ook Nederland hierin volharden. Je vraagt je af wanneer de bewijsvoering voor deze landen en beleidsmakers niet meer te negeren is. Zal dat pas bij een enorme verkiezingsnederlaag het geval zijn? Cor Wijtvliet Bron: Joseph E. Stiglitz, Europe’s austerity zombies. Project-syndicate, September 26 2014

    armoede-cartoon

    BELANGRIJK:

  • Duitsland is een blok aan het been

    Sinds de crisis is begonnen, kijkt menig lid van de eurozone met een scheef oog naar Duitsland. Daar loopt alles economisch op rolletjes en lijkt de crisis ver weg. Duitse beleidsmakers vinden daarom, dat de rest van Europa zich aan hun land moet spiegelen en het succesvolle beleid van de laatste tien jaar maar beter kan kopiëren. De Duitsers kunnen met recht trots zijn op hun land. Het land huisvest meerdere eersteklas multinationals, heeft een verhoudingsgewijs lage werkloosheid en heeft een triple A kredietbeoordeling.

    duitsland-machines1Maar naast alle lofuitingen moeten er ook wat minder vrolijke kanttekeningen geplaatst worden. De loonontwikkeling stagneert alweer jaren, de Duitse banken behoren tot de zwaksten in Europa, het investeringsniveau laat zeer te wensen over, evenals de groei van de productiviteit. Het land vergrijst verder in razend tempo en het voert een beggar-thy-neighbour beleid. Door de lonen kunstmatige laag te houden, subsidiëren de Duitsers de export naar de rest van de wereld. Desondanks begint de crisis toch greep te krijgen op onze Oosterburen. Over het afgelopen tweede kwartaal van dit jaar is ook de Duitse economie gekrompen. Maar ook de prestaties over de crisisjaren zijn minder indrukwekkend, dan ze op het eerste gezicht lijken. Zo is de Duitse economie sinds 2008 met een magere 3,6% gegroeid. Dat is minder dan de Zweden en de Zwitsers hebben laten zien. Misschien is het Duitse economische beleid over de afgelopen 10 à 15 jaar minder imponerend dan aangenomen. Nog aan het begin van deze eeuw gold het land als de zieke man van Europa. Om er weer bovenop te komen, heeft het land een politiek van kostenbeheersing geëntameerd. Dat mondde uit in een daling van het investeringsniveau van 22,3% van het Bruto Binnenland Product naar17% in 2013. De gevolgen van dit beleid zijn goed merkbaar. De infrastructuur van het land zou best een opknapbeurt kunnen gebruiken en op elk niveau schiet het onderwijs tekort. Volgens de OESO is het bovendien moeilijk zaken te doen in Duitsland. Het land mag dan veel topbedrijven binnen zijn grenzen hebben, maar er is daaronder geen enkel bedrijf, dat in dezelfde league speelt als Facebook of Google.

    Duitsland stagneert

    Met een schamele groei van 0,9% per jaar is het duidelijk dat Duitsland economisch praktisch gesproken stagneert. En het zijn de werknemers die de rekening betalen voor de stagnatie. In reële termen gesproken verdienen ze nu minder dan in 1999. De werkgevers zijn derhalve spekkopers, zij het dat deze onverwachte bonanza hen er van weerhouden heeft in nieuwe technologieën te investeren.

    duits-muntgeld

    De schaduwzijden van het Duitse bezuinigingsbeleid worden steeds duidelijker. De binnenlandse vraag groeit amper of niet en daarmee moet de groei uit de exportsector komen. Dat lukt steeds minder, omdat niet alleen de rest van de eurozone stagneert, maar ook een belangrijke groeimarkt als China.

    Overschotten

    Aanhangers van het Duitse model worden niet moe om te wijzen op het grote overschot op de handelsbalans. Dat is voor hen het bewijs van de kracht van het Duitse model. Je kunt de korting-vleesgedachtegang echter ook omkeren en beweren dat een te groot overschot een bewijs is van falen. Lonen stagneren, de vraag zakt in en de spaaroverschotten worden niet in het binnenland geïnvesteerd maar stromen de grens over. Voeg daar nog aan toe, dat het bancair systeem zwak is en dan blijkt de claim, dat Duitsland het anker van stabiliteit voor de eurozone is, pure bluf te zijn. De zwakke koopkracht treft trouwens niet alleen de Duitse werknemers, maar ook de rest van de eurozone. Die kan zijn spulletjes maar moeilijk kwijt op de grootste markt van de zone. Dat maakt het herstel weer moeizamer. De claim, dat landen als Griekenland nooit hun leningen zullen aflossen, krijgt iets van een self fulfilling prophecy. Duitsland zou er alleen al uit eigenbelang goed aan doen meer te investeren in een snelle verbetering van de productiviteit. Dat zou de koopkracht van burgers meer ten goede komen dan het huidige systeem te handhaven; het systeem van het eenzijdig verbeteren van het concurrerend vermogen door de kosten te verlagen. Daar zou de rest van Europa ook weer van kunnen profiteren en zou er wellicht een einde kunnen komen aan de crisis. Cor Wijtvliet BELANGRIJK:

  • De Keltische tijger brult al weer

    Jarenlang werd Ierland in een adem genoemd met erkende brekebenen als Griekenland en Portugal. Het land ging diep gebukt onder een huizen- en bankencrisis en stond onder curatele van Europa en het IMF. Het gold als een waarschijnlijke kandidaat om om te vallen. Maar het kan verkeren! Waar steeds meer landen van de eurozone dreigen ten prooi te vallen aan een langdurige economische stagnatie, zijn de Ieren anno 2014 de gunstige uitzondering. In het tweede kwartaal van dit jaar groeide Ierland met een verbazingwekkende 7,7% op jaarbasis.

    anglo-irish-bank

    Van achterblijver naar koploper

    Daarmee zijn de Ieren niet langer zielige achterblijvers, maar trotse koplopers. Dat werpt uiteraard de vraag op hoe ze dit kunststukje geflikt hebben. Een fikse dosis geluk mag uiteraard niet ontbreken. De twee belangrijkste handelspartners, de VS en Groot Brittannië, doen het beiden economisch ook redelijk tot goed. Maar geluk was niet de enige factor. Ierland heeft jarenlang een wel heel bitter medicijn moeten slikken. De uit de krachten gegroeide publieke sector werd hardhandig gesaneerd. Ontslagen en loonsverlagingen waren aan de orde van de dag. Maar ook de sanering van de private sector ging van dik hout zaagt men planken. Vier jaren op rij gingen de lonen met gemiddeld 2% omlaag. Maar het resultaat mocht er zijn. Ierland herwon zijn concurrentievermogen. Maar de grootste prestatie leverden de Ieren bij het bestrijden van de bankencrisis, die door zijn omvang het land daadwerkelijk aan de bedelstaf dreigde te brengen. Er kwam een zogeheten bad bank, de National Asset Management Agency, waarin banken verplicht hun toxische assets moesten storten en daarvoor in de plaats staatsobligaties op de balans moesten plaatsen. Die waren tenminste min of meer veilig. ghost-assetsDe kater van het grenzeloos optimisme van jaren zal nog lang te voelen zijn. In de goede oude tijden groeide de persoonlijke consumptie met maar liefst 6% per jaar. Die tijden zijn voorgoed voorbij. De torenhoge werkloosheid en de loonsverlagingen hebben de Ierse consument kopschuw gemaakt. In de nabije toekomst zal Ierland zijn groei vooral moeten halen uit de export en de instroom van buitenlandse investeringen. Die investeringsstromen beginnen al weer opgang te komen dankzij het herstelde concurrerend vermogen. Veel Europese landen kijken naar Europa voor de oplossing van hun ondermaats presterende economie. Vooral van de ECB wordt veel verwacht. De voorlopig belangrijkste les van Ierland luidt echter, dat een klein land met veel buitenland eerst intern orde op zaken moet stellen. Pas dan zijn de voorwaarden aanwezig om van externe mogelijkheden ten volle profijt te trekken. En dan kan de groei ook nog eens opvallend sterk zijn.

    Hoge schulden

    De Keltische tijger begint weer te grommen en te brullen, maar dat wil weer niet zeggen dat alle problemen voorbij zijn. Het land gaat nog steeds gebukt onder een staatsschuld van meer dan 120% van het bruto binnenlands product (bbp). Het ziet er niet naar uit, dat daar spoedig verandering in kan komen. De schuld in de private sector is zo mogelijk nog hoger, de banken worstelen nog steeds met teveel oninbare schulden, terwijl de huizenmarkt allesbehalve in evenwicht is. In Dublin hebben de prijzen voor onroerend goed weer de neiging door het dak te gaan, terwijl in de rest van het land de leegstand nog steeds domineert! Cor Wijtvliet BELANGRIJK: