Categorie: Columns

  • Is de rek er bij de aandelen uit?

    Het cijferseizoen over het eerste kwartaal van 2018 is niet slecht van start gegaan. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Gemiddeld genomen zullen de bedrijven in de S&P 500 een groei van de winst per aandeel noteren van 20%. Toch lijkt de stemming op Wall Street niet echt florissant, eerder het omgekeerde. Koersen hebben eerder de neiging omlaag te gaan dan te stijgen. Trouwens, niet alleen Wall Street lijkt in een mineurstemming, overal in de wereld lijken malaise gevoelens de overhand te krijgen.

    Zoals gezegd, de cijfers tot dusverre vallen niet tegen. Een bedrijf als Caterpillar deed het veel beter dan verwacht en verhoogde zijn verwachtingen voor heel 2018. Iedereen blij zou je denken. Maar het venijn zat in de staart. Caterpillar rondde zijn presentatie over het eerste kwartaal van 2018 af met de vaststelling, dat dit kwartaal waarschijnlijk het beste was wat beleggers dit jaar te zien zouden krijgen. Niet alleen Caterpillar serveerde die voor beleggers onplezierige verrassing, een bedrijf als 3M deed doodleuk hetzelfde.

    Groeivertraging?

    Ondanks alle mooie cijfers dringt bij veel beleggers plotsklaps het besef door, dat 2018 weleens het jaar kan zijn van de vertraging in de groei en niet van de veronderstelde versnelling. Wie om zich heen kijkt komt dan waarschijnlijk tot de conclusie dat het landschap aan het veranderen is en niet per sé ten faveure van aandelen. Zo is de yield op de 10-jaars Treasury voor het eerst sinds 2014 weer tot boven 3% gestegen. Voor veel beleggers is dit een symbolisch gebeuren.

    Beleggers accepteren tot dusverre dat waarderingen voor aandelen aan de hoge kant zijn, zolang de rente maar laag is. De grens van 3% is daarbij een kritische toetssteen. Is nu het hek van de dam en gaat de rente verder omhoog? Dat kan zomaar, omdat de Fed de rente nog twee- of driemaal zal verhogen om inflatie op voorhand de kop in te drukken.

    Oplopende inflatie

    De kans dat de inflatie geleidelijk gaat oplopen is volgens menigeen reëel, omdat de vooruitzichten voor de wereldeconomie onverminderd bemoedigend zijn. Ze verwijzen hierbij naar de recente voorspellingen van bijvoorbeeld het Internationale Monetair Fonds. Een vertraging in de winstontwikkeling gekoppeld aan een mogelijke verdere stijging van de rente is voor aandelenbeleggers een ware jobstijding.

    Obligatiebeleggers als Pimco en Fidelity staan echter heel anders in de werkelijkheid. Zij denken dat met een stijging naar 3% de rek er wel uit is. Ze geloven niet dat de inflatie nog erg gaat oplopen. Ze verwijzen daarvoor naar de yield op de 30-jaars Treasury. Die bedraagt ongeveer 3,20% tegen bijna 4% in 2014.

    Obligaties met zeer lange looptijden zijn erg gevoelig voor inflatieontwikkelingen. Bij Pimco en bij Fidelity denken ze daarom dat de rente niet veel verder zal oplopen, laat staan dat de stijging gaat versnellen. En dus lijkt voor hen het moment aangebroken om weer massief in de 10-jaars Treasuries te stappen. Ze rekenen er daarbij op, dat lange termijnbeleggers als verzekeraars en pensioenfondsen hetzelfde gaan doen. Dat zou een duidelijke steun in de rug zijn voor de prijsontwikkeling.

    Het kan zomaar zijn dat in 2018 de bordjes weer eens verhangen worden. De rek bij aandelen is eruit en de obligatiebelegger maakt zijn comeback!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • De markt denkt dat er een correctie onderweg is

    Iedereen die hoopt nog een tijdje te kunnen genieten van de top van de economische cyclus, kan wel eens van een koude kermis thuiskomen. Trends op de obligatiemarkten wijzen erop dat de cyclus nagenoeg over is. Het zal moeilijk worden voor beleggers om ergens veilig te schuilen.

    Wat zijn zo de onrustbarende voortekenen? Om er maar wat te noemen: de rente op de 2-jaars treasury is op moment van schrijven opgelopen naar 2,43%. Dat is het hoogste niveau sinds augustus 2008, aan de vooravond van het omvallen van Lehman Brothers. In september 2007, vlak voordat het Amerikaanse Congres instemde met de grote belastingverlaging, was het niveau amper de helft van het huidige. Ook de yieldcurve is steeds meer aan het vervlakken. Het verschil tussen de yield op de 10-jaars en de 2-jaars Treasury bedraagt op het moment van schrijven 0,41%. Sinds 2007 is dat verschil niet zo klein geweest.

    Renteverhoging

    Er is nog meer dat weinig geruststelt. Volgens Bloomberg laten de Fed Funds Futures zien dat de kans op twee renteverhogingen ongeveer 80% bedraagt en die op drie verhogingen 35%. Dat zijn de hoogste percentages sinds de handel in futures voor het einde van het jaar startte. Tegelijkertijd lopen de inflatieverwachtingen voor de Verenigde Staten voorzichtig omhoog. De VS dreigt steeds meer een buitenbeentje te worden als we kijken naar de ontwikkeling van de spread tussen 2-jaars treasury en de Duitse Bund. Die is opgelopen tot 3 procentpunt, het hoogste niveau sinds 1999.

    Een duidelijke bezorgdheid over de ontwikkeling van de rente voor langer lopend schuldpapier ontbreekt. De markt gaat er blijkbaar vanuit dat we op de top van de cyclus zitten en dat er in de VS nu al snel een cyclische neergang komt. Die wisselende kijk op de yield is wel te verklaren. De kerninflatie in de VS is weer boven 2% geklommen.

    De Fed is niet bereid het verkrappende beleid los te laten, zo blijkt uit de notulen van de beraadslagingen van de Fed. De benoeming van Richard Clarida als vicevoorzitter van de centrale bank wijst er eveneens op dat de kansen op rentestijgingen alleen maar toenemen. Als de rentestijgingen eenmaal voorbij zijn, dan volgt de daling al snel. Dat zegt althans de swapmarkt. Die laat de verwachting zien dat yields over drie jaar lager zullen zijn dan nu. Ze liggen ook lager dan de verwachte yields over twee jaar. De rente op de 2-jaars treasury doet vermoeden dat de Fed de rente nog hooguit driemaal gaat verhogen. Daarmee impliceert de markt tevens dat de Fed waarschijnlijk de rente eenmaal te vaak verhoogt, waardoor de economie gaat stagneren.

    Volgens diezelfde swapmarkt zal de yield op de tienjaars staatslening over tien jaar amper 3% bedragen. Vrees voor een berenmarkt in obligaties lijkt zodoende ongegrond. Als dat zo is, dan is dat voor de langere termijn steun voor de waarderingen voor aandelen, maar slecht nieuws voor pensioenfondsen.

    Welbeschouwd suggereren trends op de obligatiemarkt dat de VS terecht zijn gekomen in de wereld van the ‘New Normal’. Dat betekent lage rentes in combinatie met lage groei. Het is waarschijnlijk toeval, maar Richard Clarida is afkomstig van Pimco, waar ze de term New Normal bedacht hebben. In zijn laatste outlook voor Pimco toont Clarida zich niet al te optimistisch. De vooruitzichten van de wereldeconomie zijn in zijn ogen belabberd, omdat de Fed de rente aan het verhogen is en zijn balans aan het verkleinen. Dat gebeurt op een moment dat het fiscale beleid weinig kan doen om de groei te stimuleren. Daar komt nog bij dat ook in China en in de eurozone de onzekerheden toenemen. Zijn advies was dan ook om in cyclische rally’s de cashpositie te versterken om die in te zetten als markten gaan corrigeren en risico’s opnieuw ingeprijsd worden.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!
  • Herstel economie is minder robuust dan we allemaal hopen

    Het gaat goed met de wereldeconomie. Alhoewel de groei niet zo sterk is als in de periode 2003-2007 oogt het toch allemaal goed en mooi. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft de feestvreugde nog verhoogd door de mooiste voorspellingen voor 2018 en 2019 neer te schrijven sinds het uitbreken van de crisis en dat is alweer tien jaar geleden. Toch is het verstandig het herstel met de nodige omzichtigheid te bezien.

    Laten we met het goede nieuws beginnen. In zijn laatste World Economic Outlook heeft het IMF zijn voorspellingen voor de groei in de wereld in dit jaar met 0,2% verhoogd. Vooral de groei in de ontwikkelde landen is fors opwaarts bijgesteld en wel met 0,5 procentpunt voor 2018 en 0,4 procentpunt voor 2019. Ondanks al het protectionistisch tromgeroffel blijft ook de wereldhandel goed gaan. De groei voor 2018 is met 1,1 procentpunt opwaarts bijgesteld en voor 2018 bedraagt de bijstelling 0,8 procentpunt.

    Ruim monetair beleid

    We hebben al dit goede nieuws aan twee doorslaggevende factoren te danken. De eerste is dat het gevoerde beleid nog steeds zeer ondersteund is. De korte rente in de VS zal ook dit jaar verder omhooggaan, maar je kunt het monetair beleid niet echt verkrappend noemen. De rente zal waarschijnlijk tot 2021 niet boven 3% uitstijgen. Er is bijna niemand die op de korte termijn een serieus opleven van de (loon)inflatie verwacht. Alle andere belangrijke economieën in de wereld zijn op zijn best nog aan het nadenken over een afbouw van de verruimingsprogramma’s. Een renteverhoging ligt nog verder weg in de tijd.

    De tweede factor van belang is de grote belastinghervorming in de Verenigde Staten. Daar hangt overigens nu al een forse rekening aan. The Congressional Budget Office verwacht dat het overheidstekort tussen 2019 – 2027 pakweg 5% zal bedragen. De aanpak van Trump in een economie met nagenoeg volledige werkgelegenheid doet denken aan de vergelijkbare aanpak aan het einde van de jaren zestig en begin jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat liep toen slecht af.

    Beide bovengenoemde factoren kunnen met een beetje geluk voor de korte termijn resulteren in een sterke groei van de investeringen en de consumptie. Hogere investeringen kunnen de productiviteit verhogen en daarmee de kans op (loon)inflatie verkleinen. Daar staat tegenover dat het huidige politieke klimaat steeds onvoorspelbaarder wordt. Een grotere volatiliteit op de internationale financiële markten kan het opbloeiend optimisme verzwakken en daarmee ook een hogere vraag van consumenten. De zwakke plek is en blijft de eurozone, waar de groei alweer lijkt af te nemen.

    Langere termijn

    Voor de langere termijn lijken negatieve factoren de overhand te krijgen. Het IMF wijst daarbij op de hoge verschuldiging van overheden en bedrijven. Ook prijzen van een reeks van assets zijn te hoog. Het IMF wijst er nadrukkelijk op dat kredietrisico’s beheersbaar zijn zolang de groei sterk is en de leenkosten laag. Maar wat gebeurt er als de inflatie toch sneller oploopt dan verwacht, of dat centrale banken sneller gaan verkrappen dan gehoopt. Onder dit soort omstandigheden zou het schuldenprobleem weer de kop opsteken, met alle mogelijke desastreuze gevolgen van dien.

    De grootste bedreiging van de goede gang van zaken vormen echter de groeiende spanningen tussen de twee belangrijkste economische machten van dit moment, de VS en China. Een gedeeltelijke verklaring voor die oplopende spanningen moeten we waarschijnlijk zoeken in de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in de ontwikkelde wereld. Tussen 2008 – 2016 is het aandeel van mannen op de arbeidsmarkt steeds verder teruggelopen. Dat van vrouwen daarentegen is gestegen, behalve in de Verenigde Staten. De arbeidsmarkt in dat land functioneert op zijn best zeer gebrekkig. De tegenstellingen beginnen daar geleidelijk op te lopen en dat moet op den duur misgaan.

    Tien jaar geleden brak er een crisis binnen het systeem uit. Beleidsmakers verhinderden dat het een systeemcrisis werd. Met een beetje pech gaat dat nu wel gebeuren. Het huidig tijdsgewricht is er een van politieke en economische fragiliteit.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Geen reden voor paniek over de obligatiemarkt

    Als het misgaat op de aandelenmarkten, dan trekt dat de aandacht van heel de wereld. Maar als de beren de obligatiemarkten binnenvallen dan gaat dat vrijwel ongemerkt. Dat gebeurt vandaag de dag. De yield op de 10-jaars Treasury leunde in september 2017 nog tegen 2%, maar was in februari opgelopen naar 2,95% om daarna weer terug te zakken naar 2,75%. Dat betekent over een periode van zes maanden een verlies van total return van 4,5% als het om de prijs gaat. Dat verlies mag er zijn.

    Daar staat tegenover dat historisch gesproken een stijging van de yield met 75 basispunten niet bijzonder is. Tussen het midden van 1979 en de eerste helft van 1980 steeg de yield op de treasury met 400 basispunten. Dat was te wijten aan de inflatie en de daarmee samenhangende komst van Paul Volcker als eerste man bij de Fed. Van hem was bekend dat hij alles zou doen om de inflatie de nek te breken.

    Negatieve stemming

    Is het huidige negatieve sentiment op de obligatiemarkten gerechtvaardigd? Daar lijkt weinig reden toe. Wereldwijd bedraagt de schuld meer dan $230 biljoen, zo heeft het Institute voor International Finance berekend. De schuldenberg is inmiddels hoger dan aan het begin van de crisis van 2008. Volgens de Fed past daar een Fed Funds Rate bij van bijna 3%.

    Dat is heel andere koek dan het gemiddelde van meer dan 5% sinds het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw. Er spelen waarschijnlijk andere sentimenten. Het gaat goed met de wereldeconomie. In alle regio’s is sprake van een gezonde groei. Als gevolg daarvan neemt de bereidheid om risico’s te nemen toe. Dat zou kunnen betekenen dat er einde komt aan het zeer ruime beleid van centrale banken sinds de val van Lehman Brothers.

    Als er een einde komt aan negatieve rentes in landen als Zwitserland en Japan en de monetaire verruiming heeft zijn tijd gehad, dan geldt dat ook voor de extreem lage yield van dit moment. Er komt nog iets bij. Het lopend jaar 2018 zal het eerste jaar sinds tijden zijn dat er een positieve netto uitgifte van overheidsschuld is van de VS, de Eurozone en Japan samen. In de afgelopen drie jaren was er door opkoopprogramma’s van centrale banken per saldo een negatieve uitgifte van overheidsschulden ter waarde van $100 – $500 miljard.

    Aanbod obligaties neemt toe

    In 2018 zal de positieve netto uitgifte uitkomen op een waarde van $500 miljard en in 2019 op $1 biljoen. Een gebrek aan overheidspapier is daarmee niet langer een rechtvaardiging voor de huidige extreem lage yields. Centrale banken in Europa en in Japan hebben afgelopen tijd hun opstelling jegens monetaire verruiming geleidelijk gewijzigd. Monetaire verkrapping lijkt nog slechts een kwestie van tijd. Als dat gebeurt dan gaan de kosten omhoog voor overheden. Een stijgende yield betekent op den duur meer kosten voor het financieren van schulden. Dat geldt ook voor huishoudens en voor het bedrijfsleven, die beide zwaar in de schulden zitten.

    Is dit alles voldoende om een einde aan de stierenmarkt in obligaties te veronderstellen? Dat is waarschijnlijk niet het geval. Dat zal pas gebeuren als de inflatie in de ontwikkelde landen een overtuigende comeback maakt. Of dat staat te gebeuren? De US TIPS markt verwacht dat de consumentenprijsindex de komende vijf jaar ongeveer 2% zal bedragen. Dat is een behoorlijke stijging vergeleken met het niveau van het midden van 2017. Maar het verwachte niveau is wel in lijn met de lange termijnverwachtingen van de Fed.

    Dat de consumentenprijsindex een zo gematigde stijging laat zien, heeft grotendeels te maken met het doorsnijden van de traditionele relatie tussen de ontwikkeling van de werkloosheid en de prijzen. Technologische ontwikkelingen, globalisering van de arbeidsmarkt en een tanende vakbondsmacht zijn er de oorzaak van dat lonen in de hele Westerse wereld amper stijgen. De spiraal van loon- en prijsinflatie behoort daarmee tot het verleden. Als dat zo blijft dan blijft ook de obligatiemarkt interessant, zeker als er tijdelijk op grote schaal verkocht is!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Tikkende tijdbom op de woningmarkt

    In oktober waarschuwde de Nederlandsche Bank voor de grote hoeveelheid aflossingsvrije hypotheken die Nederlandse huishoudens hebben. Met een totale hypotheekschuld van €670 miljard zitten we al vrij hoog in vergelijking met andere landen, maar daarvan blijkt ook nog eens meer dan de helft aflossingsvrij te zijn. Dat zijn hypotheken waarover alleen rente betaald hoeft te worden en waarbij het geleende bedrag pas aan het einde van de looptijd terugbetaald moet worden.

    Tussen 2034 en 2038 lopen veel van dit soort aflossingsvrije hypotheken af, maar het is nog maar de vraag of huishoudens met dergelijke hypotheken tegen die tijd voldoende vermogen hebben opgebouwd en in staat zijn een nieuwe hypotheek aan te vragen, zeker in een scenario waarin de rente flink stijgt of de huizenprijzen dalen.

    Waarom is de aflossingsvrije hypotheek zo gevaarlijk?

    De aflossingsvrije hypotheek werd ooit in het leven geroepen als een manier om nog meer geld te kunnen lenen en nog meer profijt te kunnen halen uit de hypotheekrenteaftrek. Omdat de lening gedurende de hele looptijd niet daalt profiteer je namelijk maximaal van het belastingvoordeel. Ook los je niets af, waardoor je meer geld overhoudt om andere leuke dingen te doen.

    Tot zover de voordelen, want eigenlijk is de aflossingsvrije hypotheek een financieel wanproduct waar de samenleving als geheel niet beter van geworden is. Huishoudens bouwen er namelijk geen vermogen mee op (tenzij ze vrijwillig aflossen), waardoor ze aan het einde van de looptijd van de hypotheek voor een nare verrassing kunnen komen te staan.

    Niet alleen vervalt na dertig jaar de mogelijkheid om hypotheekrente af te trekken, ook zijn mensen met een dergelijke hypotheek dan op een leeftijd waarop ze waarschijnlijk wat minder willen gaan werken. Dat maakt het doorrollen van de hypotheek geen vanzelfsprekendheid, omdat het zowel voor de bank als voor de consument een meer risicovolle onderneming wordt.

    Een andere mogelijkheid is om aan het einde van de looptijd van de aflossingsvrije hypotheek het huis te verkopen. Door de stijging van de huizenprijzen van de laatste jaren is de waarde van het onderpand op dit moment waarschijnlijk toereikend om de schuld af te lossen, maar niemand kan voorspellen hoe de huizenmarkt er over 15 tot 20 jaar bij ligt, als veel van dit soort aflossingsvrije hypotheken aflopen. Mogelijk zijn er dan heel veel huishoudens die er niet in slagen hun hypotheek door te rollen, wat betekent dat er in korte tijd heel veel woningen op de markt zullen komen. En je kunt wel raden wat dat voor gevolgen heeft voor de huizenprijzen…

    Veel aflossingsvrije hypotheken (Bron: DNB)

    Tikkende tijdbom

    De vele aflossingsvrije hypotheken die over 10 tot 20 jaar komen te vervallen zijn een risico voor huiseigenaren, maar ook voor de financiële sector en de samenleving als geheel. Daarover schrijft de Nederlandsche Bank in haar ‘Overzicht Financiële Stabiliteit‘ het volgende:

    Zo kunnen grootschalige woningverkopen in de periode dat veel aflossingsvrije hypotheken aflopen, gevolgen hebben voor de woningmarkt en huizenprijzen. Tussen 2035 tot 2038 loopt naar verwachting voor ruim 700 duizend huishoudens de aflossingsvrije lening af en eindigt hun recht op hypotheekrenteaftrek.

    In veel gevallen zal daarbij sprake zijn van een resterende schuld (zie grafiek 16). Dit kan tijdelijk leiden tot extra aanbod op de (koop)woningmarkt, en daarmee een drukkend effect hebben op huizenprijzen.

    Dit kan ook gevolgen hebben voor financiële instellingen. Wanneer klanten in de problemen komen bij het aflopen van hun hypotheek kan dit de reputatie van banken schaden en mogelijk tot schadeclaims leiden indien klanten onvoldoende zijn geïnformeerd.

    Vooral tussen 2034 en 2038 lopen veel hypotheken af (Bron: DNB)

    Steeds meer aflossingsvrije hypotheken

    Het is goed dat de Nederlandsche Bank zich bewust is van deze risico’s en daarvoor waarschuwt, maar het is nog maar de vraag of er voldoende urgentie is om dit probleem snel en effectief aan te pakken. Uit hetzelfde rapport blijkt namelijk ook dat er nog steeds aanzienlijk veel aflossingsvrij gefinancierd wordt. Sterker nog, de laatste jaren is de populariteit van deze risicovolle leenvorm alleen maar verder toegenomen!

    Sinds 2014 worden er weer meer aflossingsvrije hypotheken verstrekt (Bron: DNB)

    Hoe kan het dat de Nederlandsche Bank aan de ene kant waarschuwt voor de risico’s van aflossingsvrije hypotheken, terwijl er aan de andere kant ieder jaar miljarden euro’s aan aflossingsvrije hypotheekschuld in de woningmarkt gepompt worden. Waarom wordt deze vorm van lenen nog toegestaan, nu de huizenprijzen in stedelijke gebieden uit de pan rijzen en overkreditering op de loer ligt?

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Hoe kan de wereld een handelsoorlog vermijden?

    Washington is de laatste weken in rep en roer. Ontwikkelingen gaan in razend tempo. Het is amper nog bij te benen. Hoogtepunten, zo u wil dieptepunten, zijn de aankondiging van plannen om $60 miljard aan Chinese export te belasten met een tarief van 25%. Van misschien nog groter belang is de benoeming van John Bolton tot zijn belangrijkste veiligheidsadviseur. Bolton is zondermeer een conservatieve ijzervreter en zijn benoeming onderstreept misschien nog wel het best de agressieve handelsagenda van president Trump.

    Wat de president precies beoogt met zijn agressieve opstelling jegens China is vooralsnog onduidelijk. Wil hij een halt toe roepen aan bijvoorbeeld de niet te verloochenen diefstal van Amerikaans intellectueel eigendom of gaan de ambities verder? De president omschrijft China als een strategische concurrent. Is hij van zins om de technologische vooruitgang van China te blokkeren, dan is dat een mission impossible. Zoiets is voor China uiteraard onaanvaardbaar. Wat eveneens onhaalbaar zal blijken, is de wens van de president dat de bilaterale handel in evenwicht gebracht wordt. China heeft een overschot van $100 miljard in zijn handel met de VS.

    Handelsoorlog?

    Meer optimistisch gestemde commentatoren denken dat al het sabelgekletter uit zal draaien op een overeenkomst tussen de kemphanen. Pessimisten denken dat dit het begin is van eindeloos durende onderhandelingen die nergens toe leiden. De echte sombermannen vrezen ervoor dat de gesprekken zullen uitmonden in een cyclus van actie en reactie wat uiteindelijk in een breder kader van vijandelijkheden kan eindigen.

    Wat precies de uitkomst zal zijn, hangt ook af van de opstelling van China. Het land moet beseffen dat de Verenigde Staten veranderd zijn en dat de verkiezing van president Trump symbool staat voor die veranderingen. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor die veranderingen. Het land vreest zijn dominerende rol te verliezen aan een ambitieus China. Daarnaast is China een autocratisch geregeerd land en dat valt moeilijk te rijmen met de democratie in de VS. En tenslotte is er de zogeheten China shock. De handel met China heeft verkeerd uitgepakt voor miljoenen Amerikaanse werknemers in de industrie. Het is dan ook niet vreemd dat Trump steun ondervindt voor zijn pleidooi om het WTO-verdrag uit 2001 te herzien en meer reciprociteit te verlangen. Het Amerikaans bedrijfsleven klaagt steen en been over de bedrieglijke praktijken van China bij het najagen van zijn industriële ambities.

    Structureel probleem

    Daar staat tegenover dat de Amerikanen er wel een handje van hebben om veel te klagen. Tien jaar geleden deden ze hun beklag over onrechtvaardige wisselkoersen en veel te grote overschotten op de lopende rekening. Nu gaat het om de bilaterale handelsbetrekkingen en al dan niet gedwongen overdracht van technologieën. De onderliggende klacht is natuurlijk, dat China groot, anders en succesvol is. En dat is voldoende reden om alsmaar te blijven klagen.

    Dat neemt niet weg dat de bezorgdheid er diep in zit bij de Amerikanen. Daar doet het karakter van de president niets aan af. Als China tegenmaatregelen neemt, dan kunnen die beter beperkt van omvang zijn en juist gericht. Dat wekt het idee van krachtdadigheid en een hork als Trump is onder de indruk van krachtdadigheid. Ook moet het land legitieme klachten serieus nemen. Zo zou het niet onverstandig zijn om het proces van liberalisering voort te zetten en zijn thuismarkt daadwerkelijk openstellen. Buitenlandse partijen klagen er terecht over dat ze hun kennis en kunde moeten overdragen, als ze actief willen worden op de Chinese markt. Dat is strijdig met de regels van de WTO, de Wereldhandelsorganisatie.

    Internationale samenwerking

    China zou er tenslotte verstandig aan doen om te proberen de discussies naar een hoger plan te tillen. Bilaterale gesprekken zijn bijna gedoemd te mislukken, omdat concessies als een teken van zwakte en/of vernedering beschouwd worden. Door meerdere partijen bij de gesprekken te betrekken vermijd je dit struikelblok. Het zou een opkomende macht als China bovendien sieren om een meer centrale rol te spelen in het bevorderen van de verdere liberalisering van de wereldhandel. Dat zou het huidig systeem versterken en het zou het belang van een gezonde Chinese economie voor de rest van de wereld vergroten.

    Door een grotere rol te gaan spelen binnen de WTO zet China tegelijkertijd Europa voor het blok. De Europeanen onderschrijven grotendeels de klachten van de Verenigde Staten, zeker als ze het intellectueel eigendom betreffen. Anders dan de VS hebben de Europeanen nog veel vertrouwen in de WTO. Als China het spel meer volgens de regels van de WTO gaat spelen, dan moeten de Europeanen hier wel in meegaan. President Trump wil het spel hard spelen. Het is te hopen dat China verder kijkt dan de waan van de dag. Zo niet, dan zal heel de wereld daaronder lijden.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Deze column verscheen eerder in het CorWijtvlietJournaal en wordt u gratis aangeboden door Marketupdate. Vindt u deze columns interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Verenigde Staten en China stoken handelsconflict op

    President Trump wil de Amerikaanse economie redden en probeert met nieuwe importheffingen op Chinese producten weer werkgelegenheid terug te halen naar de Verenigde Staten. Deze week kondigde de Amerikaanse president weer nieuwe importheffingen aan, dit keer voor een heel pakket van in totaal 1.300 verschillende Chinese producten. Binnen een dag had China haar antwoord klaar, door 25% importbelasting te heffen op 106 verschillende producten uit de Verenigde Staten.

    De importheffingen over en weer laten zien dat Trump de daad bij het woord wil voegen. Waar zijn voorganger Obama niet verder ging dan China te bekritiseren om de oneerlijke concurrentie via een goedkope munt durft Trump wel maatregelen te nemen. Maar moeten de Amerikaanse kiezers die in 2016 op hem gestemd hebben daar ook blij mee zijn?

    Importheffingen leiden tot inflatie

    Het doel van de importheffingen is om binnenlandse industrie een sterkere concurrentiepositie te geven ten opzichte van bedrijven in het buitenland die in principe goedkoper kunnen produceren. Dat betekent dat de goederen die uiteindelijk op de Amerikaanse markt worden aangeboden duurder zullen worden en dat deze prijsstijgingen aan de consument doorberekend zullen worden. Dat is dus slecht nieuws voor de Amerikaanse consument.

    Volgens Trump zullen de importheffingen ervoor zorgen dat er meer banen terugkeren naar de Verenigde Staten, maar het is nog maar de vraag of dit positieve effect opweegt tegen het verlies van marktaandeel van Amerikaanse bedrijven op de Chinese markt. De meeste economen zijn het erover eens dat er per saldo voor beide partijen niets te winnen valt met een nieuwe handelsoorlog. Dat zagen we ook terug op de aandelenmarkt, waar de borden deze week overwegend rood kleurden.

    Stijgende rente op staatsobligaties

    Een andere consequentie van de importheffingen is dat China waarschijnlijk meer handel zal verplaatsen naar landen die hun markt nog wel openhouden. Ook zal men minder bereid zijn om de Amerikaanse tekorten te blijven financieren door middel van het opkopen van staatsobligaties. Ook gaan er opnieuw verhalen rond over een afwaardering van de Amerikaanse staatsleningen, wat betekent dat het voor de Amerikaanse overheid kostbaarder zal worden om geld te lenen op de kapitaalmarkt. Trekken buitenlandse geldschieters zich terug, dan betekent het dat Trump meer geld zal moeten lenen uit de binnenlandse kapitaalmarkt.

    Dollars die de Verenigde Staten verlaten zullen dan minder vaak gerecycled worden via de obligatiemarkt en vaker hun weg vinden naar alternatieve investeringen in bijvoorbeeld Amerikaanse bedrijven en Amerikaans vastgoed. Net als de stijgende rente heeft dat een prijsopdrijvend effect.

    Al met al ziet het vooruitzicht voor de Verenigde Staten er met deze koers van Trump niet gunstig uit. Door een protectionistisch beleid zal het land zich meer isoleren van de wereldmarkt en zal de rest van de wereld zich meer proberen af te keren van de Amerikaanse dollar als wereldmunt. Het is dan ook geen toeval dat China onlangs oliecontracten in yuan gelanceerd heeft en dat de belangrijkste handelsblokken op het Euraziatische continent de laatste jaren volop goud kopen of hun goudvoorraad repatriëren. Zo wordt langzaam maar zeker een reeks alternatieven in de stijgers gezet waarmee het internationale monetaire systeem een nieuwe start kan maken.

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Het economenvolkje is gezakt voor hun examen

    Op papier is economie vergelijkbaar met een wetenschap als medicijnen. Het zijn beide praktische disciplines bedoeld om de wereld een beetje een betere plek te maken. Voor de economie geldt, evenals voor medicijnen, dat de meerwaarde ervan afhangt in hoeverre de navolgers in staat zijn te begrijpen wat er allemaal kan misgaan en wat er dan moet gebeuren om zaken recht te zetten. De afgelopen crisis, die begon in 2007, verraste de professie volledig. Het economenvolkje zakte in dit opzicht volledig door het ijs. Ze deden beter werk bij het herstellen van de schade, maar het is duidelijk tijd voor bezinning.

    Critici omschrijven de professie als navelstaarderig en/of zeer leerstellig. Vooral het leerstellige, het canonieke denken pakte in de crisis zeer verkeerd uit en was amper van nut voor economen om de gevolgen van de crisis te bestrijden. In principe berust de macro-economie op twee vooronderstellingen. De eerste is de efficiënte markthypothese en de tweede is die van de rationele verwachtingen. Het is echter uiterst twijfelachtig of de mens rationele verwachtingen kan koesteren over een uiterst onzekere toekomst. Deze diepe onzekerheid helpt het bestaan van zaken als geld, schulden en banken te verklaren. Die zaken hebben een grote invloed en toch vormen ze geen onderdeel van de meest voorkomende standaardmodellen. Dat verklaart ook waarom de meeste economen van naam volledig overvallen werden door de gebeurtenissen van 2007/08.

    Het verweer dat hun canonieke modellen onder normale omstandigheden goed functioneren, is allerminst overtuigend. Gaat het er niet om dat modellen de risico’s van een crisis in beeld brengen en vervolgens aangeven wat ertegen gedaan kan worden? Een crisis heeft grote gevolgen en als de leer niet de mogelijkheid van een crisis incalculeert, wat heb je er dan aan. Wat heb je aan een medicijn, dat de mogelijkheid van een hartfalen op voorhand uitsluit. Daar komt nog bij, dat crises uit de economie voortvloeien. Het is een endogeen fenomeen. Ze zijn het gevolg van interactie tussen onverantwoord optimisme en de fragiliteit van een systeem van hogelijk verschuldigde financiële intermediairs. Die zeer kwalijke interactie kan het mogelijk maken dat de getroffen economieën in een neerwaartse vicieuze cirkel terecht komen met alle nare gevolgen van dien. Het is daarom van het uiterste belang dat alle hens aan dek zijn als de crisis eenmaal is losgebarsten.

    Meer stimulering

    De vraag is daarom van belang of economen weten hoe een crisis te bestrijden, maar ook of ze het daadwerkelijk gedaan hebben. Paul Krugman is de stellige overtuiging toegedaan dat de afgelopen crisis de aarde van de keynesiaanse aanpak opnieuw bewezen heeft. Het medicijn van een forse fiscale en monetaire respons bleek de beste resultaten te leveren. Ook is gebleken dat een snelle sanering en revitalisering van het bancaire systeem van het grootste belang is. Het herstel kwam in de VS veel sneller dan in Europa. Daar gingen vijf kostbare jaren verloren met aanrommelen.

    Niet alles is kommer en kwel. Een vergelijking met de jaren dertig leert dat er sedertdien wel iets is bijgeleerd. De terugval in productie en de groei van de werkloosheid waren ditmaal veel kleiner. Prijzen waren stabieler. In dit opzicht mag de professie spreken van successen, zij het dat die successen niet overdreven moeten worden. Het herstel van de productiviteit per hoofd vergeleken met de pre-crisis situatie is allerminst overtuigend. Daar komt nog bij dat de zwaarst getroffen landen in de Eurozone echt zwaar hebben geleden, onnodig zwaar en dat is allerminst iets om trots op te zijn.

    Werkloosheid was dit keer minder hoog dan tijdens de Grote Depressie (Bron: Financial Times)

    Risico’s verkleinen

    Het laat ook zien dat het bestrijden van een crisis hard en zwaar is. Dat verhoogt de noodzaak om economieën weerbaarder te maken, zelfs alles we de economische dynamiek niet ten volle begrijpen. De afgelopen crisis heeft in dezen enkele lessen geleerd. Het is beter een hoge schuldenlast te mijden, zeker als die schulden gebouwd zijn op risicovolle assets van banken die op hun beurt ook hogelijk verschuldigd zijn. Het is daarom van belang om incentives tot schuldvorming uit het belastingsysteem te bannen. Ook moeten de reserves en de vermogensposities van banken omhoog.

    Analyse van de huidige stand van de macro-economie leert dat die niet in staat is te laten zien hoe economieën functioneren. Dat is op zich niet zo vreemd. Het is niet ondenkbaar dat we nooit zullen begrijpen hoe deze complexe systemen werken. Ze worden immers voortgedreven door menselijke verlangens en driften. We moeten het echter wel proberen en daarbij moet het accent liggen op twee belangrijke opdrachten. Hoe kunnen we de economie weerbaarder maken tegen paniek en waan. De tweede is hoe kunnen we daar snel een medicijn tegen vinden. Deze opdracht is even simpel als veelomvattend. Het economenvolkje weet wat het te doen staat om bij de volgende crisis wel voor het examen te slagen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Schiet Trump zichzelf in de voet met importheffingen?

    Schiet Trump zichzelf in de voet met importheffingen?

    Een paar weken geleden schreef ik in mijn wekelijkse column al over de Amerikaanse importheffingen op staal en aluminium. Deze week werden de aangekondigde maatregelen ook daadwerkelijk ingevoerd, weliswaar met uitzonderingen voor een select aantal handelspartners. Het is nog duidelijker geworden dat vooral China het moet ontgelden, want president Trump kwam deze week gelijk met een aantal nieuwe importheffingen voor diverse producten uit dit land.

    Zoals ik in mijn vorige column hierover al schreef is een handelsoorlog niet de weg om de handelsbalans tussen China en de Verenigde Staten recht te trekken. Zo lang de rest van de wereld de dollar als wereldreservemunt blijft gebruiken is het voor de Verenigde Staten de meest gemakkelijke en meest voor de hand liggende optie om schulden te blijven maken en alle noodzakelijke goederen uit het buitenland te importeren.

    De importheffingen van Trump zijn dus meer symptoombestrijding van een veel dieper liggend probleem, namelijk een disfunctioneel monetair systeem, waarin de valuta van één land wereldwijd gebruikt wordt om belangrijke grondstoffen in af te rekenen. Het resultaat daarvan is dat alle landen in de wereld dollarreserves moeten aanhouden. Daarmee financiert de rest van de wereld de tekorten van de Verenigde Staten en blijft de dollar overgewaardeerd.

    Naar een multipolaire wereldeconomie

    Om de handelsbalans tussen de Verenigde Staten en China weer in evenwicht te krijgen en de overstap te kunnen maken naar een multipolaire wereldorde moet dus ook het monetaire systeem op de schop. Europa heeft daarin al een voorzetje gegeven met de lancering van de euro. Met de komst van deze munt is het voor Europese landen en haar handelspartners niet meer nodig grote dollarreserves aan te houden, omdat veel transacties onderling en met andere landen in de nieuwe valuta konden plaatsvinden.

    De tijd lijkt nu rijp om een volgende stap te zetten richting een multipolaire wereld.

    China heeft de laatste jaren met verschillende handelspartners valutaswaps afgesloten, maar dat heeft vooralsnog niet veel impact gehad op de handelsstromen in Chinese yuan. Mogelijk gaat dat vanaf volgende week veranderen, als China haar langverwachte oliecontracten in yuan lanceert.

    Met ingang van 26 maart kan China als grootste afnemer van olie ter wereld namelijk rechtstreeks olie in haar eigen valuta verhandelen. Het valt te bezien of dat meteen een grote impact zal hebben, maar hiermee wordt wel de infrastructuur gebouwd die China nodig heeft om in de toekomst olie in yuan af te kunnen rekenen.

    Voor wat betreft de sancties die Trump heeft opgelegd aan China… Het is wachten op de tegenreactie uit het Oosten. We moeten niet vergeten dat China een van de belangrijkste buitenlandse financiers is van de Amerikaanse overheidstekorten. Gaat president Trump het hard spelen, dan kan China even hard terugslaan door de aankopen van Amerikaanse staatsobligaties terug te schroeven. Toen de Chinese ambassadeur in de Verenigde Staten door Bloomberg gevraagd werd naar deze optie antwoordde hij dat ‘alle opties op tafel liggen’. Dit politieke en economische schouwspel krijgt ongetwijfeld nog een vervolg…

    China heeft meeste Amerikaanse staatsobligaties (Bron: Statista)

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Het tijdperk TINA loopt ten einde

    Alles verandert en niets blijft hetzelfde. Die aloude waarheid gaat ook op voor de aandelenmarkten. Sinds de Fed begonnen is de rente stapsgewijs te verhogen wordt de kloof tussen het dividendrendement op aandelen en het rendement op kortlopende Amerikaanse treasuries snel kleiner. Dat op zich is opmerkelijk. In de jaren na 2008 prevelden beleggers overal ter wereld het mantra van TINA, there is no alternative. Het rendement op obligaties was en bleef extreem laag en daarom moest elke verstandige belegger in zijn zoektocht naar rendement en inkomen wel in aandelen stappen. In de VS genereerde de S&P 500 sinds 2010 een gemiddeld dividendrendement van 2%, terwijl cash nagenoeg niets opbracht.

    Daar is geleidelijk verandering ingekomen, omdat sinds 2015 de Fed de rente stapje voor stapje aan het verhogen is. Daardoor loopt ook de yield op de Amerikaanse overheidsschuld heel geleidelijk weer omhoog. Dat is vooral goed zichtbaar bij kortlopend schudpapier. De 3-maands Treasury bill genereert nu een yield van om en nabij 1,66%. Dat is niet eens zoveel minder meer dan het gemiddeld dividendrendement van 1,88%. De 3-maands Liborrente kwam afgelopen maand voor het eerst sinds 2008 weer boven het dividendrendement.

    Tijdperk van TINA voorbij?

    Natuurlijk, een aandeel biedt de belegger naast het dividend ook nog een potentiële koersstijging, maar toch! De voorzichtige conclusie begint zich op te dringen dat het tijdperk van TINA op zijn einde loopt. Sommige analisten wijzen er daarbij op dat de marktberoeringen in februari samenvielen met het gebeuren dat 3-maands Libor boven het dividendrendement van de S&P 500 uitsteeg. Er blijken weer alternatieven voor handen. Dat wil weer niet zeggen dat aandelen in 2018 passé zijn. Dat gaat veel te ver. Bedrijven zullen dit jaar volop profiteren van de belastinghervormingen van president Trump. Daardoor zullen winsten nog verder stijgen en dat zal de dividenduitkeringen ten goede komen.

    Partijen als BlackRock onderkennen echter dat er voor het eerst sinds 2008 weer iets te kiezen valt, nu rendementen op kortlopend schuldpapier weer boven het niveau van de inflatie uitstijgt. Het fijne van kortlopend schuldpapier is ook dat het meer bescherming biedt tegen renteverhogingen dan langlopend schuldpapier. Bij BlackRock hebben ze nog steeds een voorkeur voor bedrijfsobligaties, omdat ze alle vertrouwen hebben in de winstontwikkeling van die bedrijven. Toch kijken ze daar met meer dan een schuin oog en met meer dan gemiddelde belangstelling naar de traditioneel veilige liquide assets.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

  • Column: Waar komt inkomensongelijkheid vandaan?

    Deze week overleed Stephen Hawking, een man die door velen geroemd wordt voor zijn inzichten op het gebied van natuurkunde, wiskunde en kosmologie. Maar daar bleef het niet bij, want hij deelde ook interessante inzichten over allerlei maatschappelijke en economische ontwikkelingen.

    Een van die vraagstukken is waarom we allemaal nog steeds zo druk zijn met ons werk en dus weinig vrije tijd hebben, terwijl alle technologische innovaties van de afgelopen decennia het leven juist veel makkelijker hebben gemaakt. Hoe kan het dat we ondanks de robotisering en automatisering nog steeds zo weinig vrije tijd hebben?

    Volgens Stephen Hawking is daar wel een verklaring voor te vinden, namelijk dat de productiviteitsgroei door automatisering en robotisering niet gelijkmatig verdeeld wordt onder de hele bevolking. Zou dat wel gebeuren, dan zou iedereen daar in theorie van moeten profiteren in de vorm van een stijgend inkomen of meer vrije tijd.

    Productiviteit versus inkomen

    Er wordt dus wel meer welvaart gecreëerd, maar een groot deel daarvan komt bij een hele kleine groep mensen terecht. Dat zien we ook als we de cijfers van de afgelopen decennia erbij pakken.

    De eerste grafiek laat zien dat de productiviteit van werknemers in de Verenigde Staten de afgelopen decennia gestaag is toegenomen en vandaag de dag ongeveer 2,5 keer zo hoog ligt als in 1948. Leggen we daar de loonontwikkeling naast, dan zien we dat die twee tot begin jaren zeventig redelijk gelijk op liepen.

    Daarna begon het gemiddelde inkomen – gecorrigeerd voor de inflatie – te stagneren. Het verschil tussen die twee lijnen wordt door economen ook wel aangeduid als de ‘Productivity Gap’. De productiviteitswinst werd daarna niet meer gelijkmatig verdeeld.

    Productiviteit stijgt, maar inkomen stagneert… (Bron: Economic Policy Institute)

    Kijken we dan waar die welvaart gebleven is, dan krijgen we een bevestiging te zien van wat we al vermoedden. De hoogste inkomens hebben de laatste decennia met afstand het meest geprofiteerd van de productiviteitsstijging van de economie. Onderstaande grafiek laat dat goed zien.

    Vooral de hoogste inkomens profiteren (Bron: cbpp.org)

    Hoe wordt de welvaart verdeeld?

    Natuurlijk heeft ook de gewone man geprofiteerd van de toegenomen arbeidsproductiviteit. Mobiliteit wordt steeds comfortabeler en elektronische apparaten worden steeds beter én goedkoper. Maar door het achterwege blijven van de loonontwikkeling houden veel mensen toch nog steeds weinig geld over. Tegenover alle producten die goedkoper zijn worden staan ook uitgaven die ieder jaar weer duurder worden, zoals onderwijs, gezondheidszorg, woonlasten en niet te vergeten de belastingen…

    Nu kunnen we proberen de inkomensongelijkheid te verkleinen door ons belastingstelsel aan te passen, maar we zouden ook kunnen kijken naar de oorzaken van de groeiende ongelijkheid. Hoe komt het dat de inkomensstijging in de Verenigde Staten eerst nog gelijk liepen met de productiviteitsgroei, maar dat die relatie ergens in de jaren zeventig plotseling wegviel?

    Het antwoord van Stephen Hawking roept dus ook weer nieuwe vragen op. Zijn er andere factoren die verklaren waarom er een groeiende ‘productivity gap’ is? Heeft het misschien niet ook te maken met een fundamentele verandering in ons geldsysteem na het loslaten van de koppeling met goud in 1971? Of met de globalisering, waardoor werknemers in het rijke Westen moeten concurreren met goedkope arbeid in de rest van de wereld? Of heeft het te maken met een belastingsysteem, waarin de belasting op arbeid hoger is dan die op kapitaal?

    Het probleem van de ‘productivity gap’ is dus veel complexer dan deze op het eerste gezicht lijkt (en daarmee ook lastiger op te lossen)…

    Frank Knopers

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].