Categorie: Laatste blogs

  • Chinese gold imports dropped further in April

    Chinese gold imports dropped for the third month in a row in April, according to new data released by the Hong Kong Census and Statistics Department. Net gold imports from Hong Kong amounted to 67,04 tonnes, the lowest volume in more than a year. The volume dropped by 21,2% compared to a month ago and by 11,6% compared to the same month of last year. In april 2013, net imports from Hong Kong were about 10 tonnes higher at approximately 77 tonnes.

    A gold trader from Shanghai explained the development to the Economic Times of India: “Banks have adequate stocks from imports earlier in the year, and in some cases, even last year, that they are waiting to dispose of. Any new imports will have to wait until they clear the backlog”.

    China imported less gold from Hong Kong in April

    China imported less gold from Hong Kong in April

    China is buying less gold?

    The figures from the Hong Kong Census and Statistics Department suggest the demand for the yellow metal in China is waning. The latest report from the World Gold Council on gold demand in the first quarter of 2014 confirm this trend. Sales of bars and coins dropped substantially, as well as the premium on physical gold in China.

    However, it would be premature to draw final conclusions based on the gold imports from Hong Kong. While these numbers do cover the bulk of Chinese gold imports, they do not include precious metals being shipped to China directly via Shenzhen or Shanghai. In the near future, China will also start importing gold directly to Beijing. Because we don’t have the numbers on direct imports to these three cities, we cannot provide an overall picture of the Chinese gold imports. The numbers published by the Hong Kong Census and Statistics Department do however give a good estimation, since most of the yellow metal is still imported from Hong Kong.

    Record year

    Last year, Chinese banks imported a record amount of 1.158,16 tonnes of gold from Hong Kong. A big drop in the gold price enticed the Chinese middle class to rush and buy more. With a more or less stabilizing price, the demand for the precious metal dropped. Year to date, the Chinese gold imports from Hong Kong are 347 tonnes, which is more than the 294 tonnes after the first four months of last year. If the demand for gold picks up later this year, China could surpass the record imports of last year.

  • Gold Trail: Richting een monetaire unie (Deel VI)

    Vorige week publiceerden we het vijfde van de Gold Trail, waarin we uitlegden waarom de rest van de wereld de dollar bleef ondersteunen na de ontkoppeling van goud. In het zesde deel borduren we op dit thema voort, maar dan vanuit de invalshoek van de olieproducerende landen. Welke afweging maakten zij en welke rol speelde de goudmarkt in deze periode?

    Lees ook eerdere delen van de Gold Trail op Marketupdate:

    Deel VI: Richting een monetaire unie

    FOA (11-03-2000): Op weg naar de Europese Muntunie werd men geconfronteerd met veel politieke problemen. Om een consensus te bereiken voor een gemeenschappelijke Europese munt hadden de ontwerpers tijd nodig, heel veel tijd. Het laatste waar ze behoefte aan hadden was een wereldwijde economische depressie die veroorzaakt zou worden door een falend dollarsysteem. Tussen 1976 en 1982 werden de fundamenten voor een nieuw systeem gelegd. Het was een traag en moeizaam proces, omdat de dollar gedurende deze periode en de jaren die eraan vooraf gingen al de nodige stuiptrekkingen vertoonde. Ze hadden nog minstens tien jaar nodig, maar zonder iets om de dollar aantrekkelijker te maken was zelfs vijf jaar al te lang geweest.

    Werken met een grote groep landen vereist een zorgvuldige discussie van alle ideeën in het openbaar. De agenda moest dus iets te bieden hebben voor iedereen. Daar kwam bij dat deze nieuwe munt niet gezien mocht worden als alternatief voor het gebruik van dollars, anders zou de VS zeker geprobeerd hebben verdeeldheid te zaaien in de groep.

    Het is belangrijk te begrijpen dat het grootste deel van de wereld tenminste één andere valuta wou zien die een deel van de functie van de dollar kon invullen. Ze hoefde de dollar niet te vervangen. Voor dit doel gaven de meeste landen filosofische en politieke steun voor de creatie van een Europese munt. Echter, om een dollar te kunnen ondersteunen die compleet los was geraakt van enige fysieke dekking was de hulp van een aantal machtige spelers nodig.

    Er was een andere groep landen die bijzonder geïnteresseerd was naar hoe deze nieuwe munt eruit zou komen te zien, namelijk de olieproducerende en exporterende landen. Voor 1971 zaten ze goed, omdat ze hun olie verkochten in door goud gedekte dollars. Ook al wisten de olieproducerende landen toen nog niet hoeveel hun product werkelijk waard was... De waarde van goud liep immers gelijk op met de waarde die gecreëerd kon worden in de moderne [en meer productieve] economie. Beter gezegd: als olie meer productiviteit opleverde voor de economie, dan zou die extra productiviteit weerspiegeld worden in een stabiele waarde van goud. Maar na 1976 kreeg men door dat de olie verkocht werd voor dollars met een onbekende toekomstige waarde. Met de economische ontwikkelingen die zich toen ontvouwden zagen de olieproducerende landen hetzelfde als wij. Uit mijn eerdere artikel:

    "Voordat de Verenigde Staten in 1971 de goudstandaard loslieten expandeerde onze complete economische structuur, omdat we profiteerden van de gigantische hefboomwerking van goedkope olie. In die tijd verbeterde olie letterlijk onze levensstijl, omdat de prijs van olie in dollars zo ongelooflijk laag was in verhouding tot wat er door de wetenschap mogelijk werd gemaakt met olie. Moderne technieken maakte olie zoveel waardevoller dan de prijs die we ervoor betaalden, dat we onze schulden tot ver in de toekomst konden extrapoleren en onze geldhoeveelheden konden laten toenemen.

    De stijgende productiviteit die mogelijk werd door de zeer goedkope olie zorgde ervoor dat het allemaal uit kon. In feite baseerde de VS haar economie en de waarde van haar geld op de toekomstige waarde van de stroom van olie, niet die van goud."

    Na 1976 sprongen olieproducerende landen weer op goud, maar ze kwamen er al spoedig achter hun overtollige instroom van dollars nog niet eens gedeeltelijk in goud omgezet kon worden, omdat het goud verhandeld werd in een nieuwe grondstoffen arena. Voor deze landen was goud kopen niet zomaar een belegging, maar de betaling voor olie in de vorm van een waardereserve die wereldwijd erkend werd. Oliebezittingen voor goudbezittingen! Als centrale banken in deze periode geen goud verkocht hadden, dan was de goudprijs alleen door de vraag van olie-exporterende landen omhoog geschoten. De olieproducerende landen en de rest van de wereld kwamen hierdoor tot de ontdekking dat er een wereld van verschil was tussen het omruilen van goud dollars voor fysiek goud bij de centrale bank en het kopen van goud als zijnde een grondstof in de grondstoffen arena. In werkelijkheid was de goudmarkt alleen een vrije markt voor grondstoffenhandel. Het mocht nooit verhandeld werden als zijnde een 'waardereserve'. De opties waren beperkt. Men kon rechtstreeks fysiek goud kopen, met als resultaat dat de prijs ver voorbij haar 'geld voor olie' waarde zou stijgen . Of men kon goud onderdeel laten uitmaken van een mandje van valuta als betaling voor olie. Daarmee zou men impliciet het statement maken: "los dit valuta probleem op of jij bent diegene die het hoog geprijsde goud moet kopen". Maar de olieproducerende landen kozen een derde optie. Ze gingen door met het verkopen van goud voor dollars die steeds waardelozer werden, wachtend op iets dat het falende dollar reservesysteem zou kunnen vervangen. Dus keken ze toe, terwijl de VS zei haar problemen met de dollar op te zullen lossen en Europa zei aan een alternatief te werken voor de dollar. Het was duidelijk dat de VS geld bij zou blijven drukken, zo lang ze olie kon kopen voor een prijs die lager was dan de verwachtte opbrengst van die olie. In dat geval zou de Amerikaanse levensstijl immers verbeteren. In dit model zou de dollareconomie uiteindelijk ineenstorten op het moment dat olie in dollars uitgedrukt niet meer goedkoop genoeg was. Als aanvulling daarop: het afrekenen van olie in een mandje van valuta plus goud zou eveneens zijn vastgelopen. Het was op dit punt - tussen 1980 en 1985 - dat zowel de VS als Euroland bewezen hadden dat ze goud stabiel konden houden, indien olie het spel draaiende wist te houden. Hogere olieprijzen brachten inderdaad meer olieproductie in de Verenigde Staten op gang. Dit deed wonderen in het verlengen van de dollareconomie en de schuldenberg die ermee werd opgebouwd. Vanuit deze positie konden de olieproducerende landen het rechtvaardigen om dollars aan te nemen als betaling voor olie, maar ook niet voor meer dan een decennium. De VS en het Verenigd Koninkrijk waren in die tijd druk bezig om een markt voor goudcontracten op te zetten, een markt die als afleider zou functioneren voor de vraag naar goud. Als dat geld niet meer op fysiek goud zou bieden, dan zou er meer fysiek goud overblijven dat olieproducerende landen konden krijgen in ruil voor de dollars die ze vergaarden met de export van olie. Toch is hiermee niet het hele verhaal uitgelegd. Het kostte tijd om de Europese Muntunie te bouwen, maar wie zou uiteindelijk al die overtollige dollars moeten dragen die geproduceerd werden door een opbloeiende Amerikaanse economie? In 1986 was de bloeiende Amerikaanse economie het resultaat van de nog steeds goedkope olie. De olie werd aan de VS en aan alle andere landen verkocht voor overgewaardeerde dollars die de wereld overspoelden in een onafgebroken handelstekort. Uit mijn vorige artikel:

    "Deze structuur werkte een aantal jaar in een gebroken patroon. Tegen alle verwachtingen in gingen de prijzen van olie en goud niet omhoog, maar werd iedere stijging gevolgd door een daling. Centrale banken zogen zich vol met dollarreserves en voorkwamen daarmee de hyperinflatie van de dollar. Ze bleven dollars accumuleren, omdat ze wisten dat goud in staat was al het waardeverlies van dollarreserves op te vangen zodra een nieuw systeem in gebruik zou worden genomen."

    In deze nieuwe opstelling (na 1982) werkte de Amerikaanse economie en het dollarsysteem alleen als de olie in dollars goedkoop kon worden geleverd. Het is geen geheim dat goedkope olie gemaakt kan worden door de oliekraan verder open te draaien. Echter, het afrekenen van olie in niet door goud gedekte dollars was een politieke overeenkomst die vroeg of laat gewijzigd zou worden. Het was de steun die buitenlandse centrale banken verleenden aan de dollar die ervoor zorgde dat de wereldreservemunt onder deze omstandigheden kon blijven functioneren. Maar zonder de bonus van een lage goudprijs en in het vooruitzicht een aanzienlijke herwaardering van goud, hadden de olieproducerende landen al veel eerder hun olie afgerekend in een mandje van Europese valuta + goud. De VS heeft al bewezen dat ze niet te vertrouwen is met welke vorm van goud gedekte valuta dan ook. De meeste grote Europese landen daarentegen hadden nog steeds een goede reputatie ten aanzien van het vertrouwen in goud. Dit is waar we de impact van de olieproducerende landen zagen in de bouw van de Europese Muntunie. Als zij zich aangetrokken voelden tot het nieuwe Eurosysteem, dan zouden ze een andere houding aannemen ten aanzien van goud. Ze zagen de 1976 "Jamaica Akkoorden" en dachten: nu het toch op papier staat, kunnen we goud niet beter aanhouden als 'waarde reserve' in plaats van als geld? Zodra goud buiten het monetaire systeem geplaatst is, en een prijs bereikt heeft die hoog genoeg is, dan kan het een wereldreserve worden om olie in af te rekenen, zonder de economie van een land te vernietigen. Dit waren de vroege gedachten die tot op de dag van vandaag evolueren. Het was de kunst op de goudmarkt functionerend te houden tussen het toen en het nu. Er moest in elk geval wat goud beschikbaar zijn om overtollige dollars in te wisselen, zodat de goudprijs enigszins stabiel blijft en de mijnbouwsector intact blijft om nieuw goud op de markt te brengen. Dat laatste was belangrijk, omdat de BIS wist hoe het dollarregime goud gebruikte om de waarde van de dollar te fixeren. Hun agenda was te combineren met de oprichting van de Europese Muntunie, terwijl de twee machtsblokken twee compleet verschillende agenda's volgden. Beide machtsblokken [VS en Euroland] wilden de dollar ondersteunen, maar de VS was bereid de goudprijs te laten zakken zo lang ze daarmee goedkope olie veilig stelde. Het was een kortzichtig politiek proces, maar wel één die stemmen opleverde. De BIS was bereid de goudprijs boven de $280 per troy ounce te houden tot de introductie van de Europese Muntunie. Als ze dat niet had gedaan, dan zou ze de steun van de olieproducerende landen voor het Eurosysteem verloren hebben.  Dat was niet alleen omdat deze prijs nodig was om de grootste goudmijnen in bedrijf te houden, maar ook omdat een olieprijs van $8,75 in goud hun absolute bodemprijs was. Toen de gebroeders Hunt spraken over "een ounce zilver voor een vat olie" zaten ze dichter bij de waarheid dan ze zelf dachten. Voor 1971 was de laagste olieprijs door producenten vastgesteld op ongeveer 1 gram goud (met een goudprijs van $42,22 per troy ounce was dat ongeveer $1,30). Met een prijs van 1 gram goud per vat olie zou $280 per troy ounce de bodemprijs zijn. Het is niet vreemd dat de werkelijke dollarprijs van een vat olie nooit rond dit niveau is gebleven. In ieder geval was dit de verklaring voor de confrontaties in de zomer van 1999. Hoewel de Europese Muntunie gereed was, was de euro nog te jong om de olie gedeeltelijk in af te rekenen. Toen de goudprijs verder omlaag werd gedrukt door het dollarregime, werd de steun van de olieproducerende landen voor zowel de euro als de dollar onzeker. Het Washington Agreement on Gold loste dat niet alleen op, ook was het een officiële aankondiging naar de rest van de wereld dat er een einde zou komen aan de papieren goudmarkt. Juist, deze overeenkomst maakte de weg vrij voor de komst van olie die in euro's afgerekend zou gaan worden. Vandaag de dag zijn we nog steeds op weg naar olie die in euro's afgerekend wordt. Sinds de introductie van de euro begon de olieprijs te stijgen, zoals we voorspeld hadden. Wat er nog over is van de goudmarkt is een gigantisch papieren derivaat dat langzaam maar zeker haar geloofwaardigheid verliest. De helft van de voormalige steun voor deze papieren goudmarkt, namelijk het Euroland, is weggevallen met de komst van de euro. Op dit moment worden veel van de openstaande goudcontracten omgezet voor afhandeling in euro's. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de illusie van een dalende euro wordt weggespoeld door een crash van de Amerikaanse aandelenmarkt en de dollar. In het volgende deel praten we meer over de gebeurtenissen die vandaag de dag [in het jaar 2000] plaatsvinden. FOA/ reisgids van de Gold Trail (Vertaling door Frank Knopers) Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Russia bought 28 tonnes of gold in April

    Russia bought 28 tonnes of gold in April, according to the latest data released by the Bank of Russia. With the purchase, valued at a market price of $1,17 billion, Russia expands it’s gold holdings to a total of 1.070 tonnes. This purchase was the largest since may 2010, when the Bank of Russia added 34,22 tonnes to their gold holdings. The country has been buying substantially since 2006, when it had only about 250 tonnes in their vaults. With the present gold hoard at 1.070 tonnes, Russia ranks sixth among the largest gold holdings in the world.

    Since 2006, Russia values it’s gold reserves at the current market price, instead of a fixed historical price. This valuation method is derived from the Eurosystem, which values the European gold reserves at market prices each quarter since the inception of the euro currency. The central bank of Russia valued their gold at $44,3 billion on the 1st of May, which is about 9,4% of their total reserves of $471,1 billion. One year ago, Russia held a larger percentage of their reserves in precious metals, but because of the falling gold price, the percentage dropped as well. By adding yellow metal to the reserves, Russia is approaching the 10% target once again.

    Shift from dollars to gold

    According to central bank governor Sergey Shvetsov, Russia will keep adding gold to their reserves as a way to diversify from currency reserves. "Last year we bought approximately 100 tonnes of gold. This year it will be less, but it is still a substantial amount." At the same time Russia is selling dollar reserves. According to the latest TIC-data of the Federal Reserve, Russia has sold almost $26 billion of dollar reserves in March alone. Compared to one year ago Russia sold $50 billion of their total dollar holdings. This is a reduction of about 33% in one year.

    Russia bought 28 tonnes of gold in April

    Russia bought 28 tonnes of gold in April (Source: Goldchartsrus.com)

  • Gold Trail: Waarom men de dollar steunde (Deel V)

    Vorige week publiceerden we het vierde van de Gold Trail, waarin de waarde van goud centraal stond. Volgens FOA stonden we in 2000 aan de vooravond van één van de weinige momenten in de geschiedenis waarin goud een relatief grote sprong in waarde zal maken. Dit valt samen met de transitie naar een ander geldsysteem, waar we ook al het nodige over geschreven hebben. De goudprijs is tussen 2002 en 2012 sterk gestegen, maar van een transitie naar een ander geldsysteem is nog geen sprake geweest.

    In het volgende stuk staan we nog even stil bij de vraag waarom de rest van de wereld de dollar bleef accepteren na 1971. De munt was niet meer gedekt door goud, maar toch keerde de wereld de dollar op dat moment niet de rug toe. Welke afweging hebben centrale bankiers moeten maken om de dollar kunstmatig te ondersteunen?

    Lees ook de eerdere publicaties van de Gold Trail op Marketupdate:

    Deel V: Waarom men de dollar steunde

    Uit verschillende invalshoeken stelden we dezelfde vraag: Waarom bleven zoveel landen in de wereld het dollar reserve systeem accepteren, nadat de dollar van de goudwisselstandaard af was gegaan?

    Ze hadden absoluut een keuze: Doorgaan met het gebruiken van dollars of teruggaan naar het gebruik van goud. Ze kozen ervoor de dollar te gebruiken! Ik heb al laten zien dat landen met dit beleid lijnrecht tegen het gezonde verstand in gingen, vooral toen duidelijk werd dat de VS een beleid zou voeren van aanhoudende monetaire expansie. Een beleid dat inflatie bracht voor alle valutasystemen in de wereld, tot het einde van 1997 aan toe.

    Mijn standpunt is dat hun acties alleen te rechtvaardigen zijn vanuit de positie dat men tijd wilde ‘kopen’. De meeste grote landen in Europa en de rest van de wereld hadden een economie die op zichzelf kon staan in een competitieve wereld. Uiteraard, de transitie vanaf een dollar reserve systeem zou pijnlijk zijn geweest. Maar vergelijk dat verlies eens met het gedeelte van de welvaartsstijging die de rest van de wereld als belasting betaalde aan de VS, door kunstmatig de wisselkoers van de dollar te ondersteunen… Centrale banken voerden een beleid dat de productiviteit van haar burgers verspilde, met als doel een falend dollarsysteem nog langer in stand te houden.

    Ze waren toch niet dom?! Zoals ik eerder schreef in het artikel “Fundament“:

    — De meer ontwikkelde economieën van de G7, de landen die over een goudvoorraad beschikken, zaten met een andere vraag. Als het opzuigen van dollarreserves gelijk stond aan het importeren van dollarinflatie – en er tegelijkertijd een Amerikaanse afzetmarkt voor goederen gecreëerd werd – waarom zouden ze dan niet meteen hun eigen munt bijdrukken om de koopkracht die Amerikaanse burgers hebben, ook te geven aan de eigen bevolking? —

     Aan de andere kant: Waarom zou je geen markt creëren voor je eigen goederen door deze te verkopen aan je eigen bevolking, en daarvoor je eigen valuta als reserve te gebruiken?

    Het was duidelijk dat het falen van het dollarsysteem na 1971 een gezonde dosis substantiële prijsinflatie zou toedienen aan de VS. Niet slechts de 10% of de 13% die we kregen! De grote Europese landen, waarvan de geldsystemen de komende 20+ jaar ook zouden expanderen, zouden hun levensstijl in dat geval meer in verhouding brengen tot hun productiviteit. Dit was tenminste redelijker dan de belasting die men zou betalen in de vorm van ondersteuning van de dollar. Of toch niet?

    Juist. De hele wereld zou verder omlaag gegleden zijn op de inflatieschaal, indien men de dollar had laten vallen. De levensstijl van iedereen was in dat geval nog veel verder omlaag gegaan. Meer in de VS en iets minder in Europa, maar nog belangrijker dan dat: de hele internationale handel zou aanzienlijk vertraagd worden zonder een vorm van wereldreservemunt. Het was niet uit te sluiten dat, indien we het dollar reserve systeem hadden verlaten, we er generaties lang over zouden doen om de internationale handelsstromen weer op het oude niveau terug te brengen. Zo groot zou de impact zijn geweest, indien er een financiële breuk van deze omvang had plaatsgevonden.

    En toch keerden ze niet terug naar goud! In de ogen van velen was goud niet meer de controlerende macht die de wereldwijde financiële stromen en handelsstromen kon reguleren. Goud was in die tijd een optie, maar de wereld had net gezien hoe een moderne supermacht simpelweg kon weglopen van de discipline van goud. Uit mijn eerdere stuk:

    — Zelfs onder een puur op goud gebaseerd geldsysteem zal de mens iets verzinnen om er derivaten van te maken. In dat proces wordt er – linksom of rechtsom – altijd meer goud uitgeleend dan we hebben en meer dan we ooit terug kunnen betalen. Je hoeft maar in de geschiedenisboeken te duiken om dit bevestigd te krijgen. Keer op keer beginnen we met een solide fundament van goud, dat snel gedegradeerd wordt tot troep. Dat is niet iets Amerikaans, dat is hoe de wereld werkt. —

    Het lijkt erop dat de enige verklaring voor de aanhoudende steun voor het dollarsysteem het ‘kopen van tijd’ was. Tijd om een nieuwe wereldreservemunt te creëren. Maar dan wel een die onderworpen werd aan een hele groep van diverse landen met tegenstrijdige politieke wensen. In deze constructie zou niet langer één land de lakens uitdelen. Daarnaast werd de noodzaak weggenomen om [het geld] te [laten] concurreren met goud. Laat goud de ondersteunende “waarde reserve” zijn, die verhandeld wordt in een vrije markt. Niet uitgeleend en niet als monetair goud, om prijsmanipulatie te voorkomen.

    In deze constructie vertegenwoordigt een moderne fiat valuta uitsluiten de productiviteit van de naties die ze vertegenwoordigt. Dat is niets anders dan de fiat geldsystemen die we meer dan zestig jaar lang doorstaan hebben. Alleen dit keer zonder de illusie van een gouddekking en haar disciplinerende werking. Als zodanig zal de vrije goudmarkt voortdurend de verschillende valuta van de wereld devalueren. Op een soortgelijke manier als waarop de aandelenmarkt voortdurend corrigeert voor de inflatie van de lokale valuta.

    Misschien zijn de baten van deze nieuwe constructie het waard om zoveel productieve bezittingen en besparingen op te offeren. Misschien zullen we nooit te weten komen hoe ver de wereld afgegleden zou zijn als we de dollar destijds al hadden afgeschreven. Zonder die kennis als maatstaf kunnen we niet beoordelen of het verlies van de afgelopen decennia het waard was.

    Vandaag de dag wordt de steun voor de dollar afgebouwd in de groeiende schaduw van de euro. Dit zal uiteindelijk een enorme negatieve impact hebben op alle papieren bezittingen die uitgedrukt zijn in dollars. Of die nou gezien worden als harde of zachte papieren bezittingen, de prijsinflatie die komen gaat zal het gebruik van instrumenten die dollars vertegenwoordigen overbodig maken. 

    In het volgende deel: Hoe olie gebruikt werd om de motieven achter de bouw van de euro te maskeren, ondanks het feit dat olie de creatie ondersteunde.

    Dank voor het lezen… FOA/ gids van de Gold Trail (Vertaling door Frank Knopers)

    Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Gold Trail: De waarde van goud (Deel IV)

    Vorige week publiceerden we het derde deel van de Gold Trail, waarin we lieten zien hoe het internationale monetaire landschap veranderde door de komst van de euro. Niet langer had het Europese continent er belang bij de dollar te ondersteunen. Ook was het niet langer nodig om de prijs van goud actief te onderdrukken. Het Washington Agreement on Gold was daar een duidelijk voorbeeld van.

    In het volgende stuk staat de waarde van goud centraal. Goud dat decennia lang verbonden was aan het geldsysteem en daardoor een veel te lage waardering kreeg. De goudprijs is na 2000 wél aanzienlijk gestegen, maar het is niet de grote herwaardering waar FOA over schrijft…

    De Gold Trail is ook te lezen op Marketupdate:

    Deel IV: De waarde van goud

    FOA (03-02-2000): Om goud te kunnen begrijpen moeten we er met een wereldse blik naar kijken, in een "ruime context". Dit is belangrijk, omdat goud zich bewezen heeft als opslag van waarde over de duur van een mensenleven. En dat geldt nog meer in termen van generaties, dus niet de horizon van tien jaar waar de meeste van ons naar kijken. Hoewel goud in termen van fiat geld vaak te boek staat als een slechte investering voor de korte termijn, heeft het op de langere termijn ieder papieren geldsysteem overtroffen. Dat komt omdat ieder papieren geldsysteem uiteindelijk ten onder gaat, terwijl het goud blijft bestaan. Zowel over de korte als over de lange termijn biedt fysiek goud een verzekering van het vermogen van generaties. Dit is zelfs het geval wanneer men in het beginstadium van een geldsysteem in goud stapt, omdat oorlog, politiek en natuurrampen het kapitaal van een land kunnen aantasten. Dit heeft ook betrekking op iemands persoonlijke vermogen, dat wordt uitgedrukt in de valuta van de samenleving. Tot goudmijnen aan toe! Over de langere termijn kan men nooit het rendement op aandelen en obligaties vergelijken met het bezitten van goud. Dit om de simpele reden dat wanneer goud gevangen zit in een valutasysteem, haar waarde onjuist vertegenwoordigd wordt tijdens het ouder worden van het geldsysteem. Slechts het nut van goud als een grondstof wordt weerspiegeld in de prijs, niet haar veel hogere waarde in de functie van "waarde reserve". Op dit moment zijn we getuige van één van de weinige momenten in de geschiedenis van papiergeld waarin goud een grote sprong in waarde zal maken in een relatief kort tijdsbestek. Misschien kunnen we deze periode definiëren als de periode tussen 1990 en 2010. In de eerste tien jaar hadden we de accumulatiefase. In de volgende vijf jaar kunnen investeerders achterover leunen en toekijken wat er gaat gebeuren. In de laatste vijf jaar kunnen we een deel van ons vermogen in fysiek goud aanspreken. Dit zal gebeuren in een transitie van een verouderend geldsysteem - dat nog steeds verstrikt zit in het onderdrukken van goud - naar een nieuw geldsysteem dat gebouwd is om de goudprijs vrij te laten bewegen. In deze nieuwe orde zien we goud terugkeren tot een waardereserve van wereldklasse, één die geen enkele koppeling meer heeft met een officieel geldsysteem. Nogmaals: Zodra fysiek goud wordt losgemaakt van papiergeld, zal haar waarde in reële termen sterk stijgen. Het moderne tijdperk van goud veranderde niet. Banken lenen de valuta uit die geïnvesteerd wordt. Vervolgens creëren bedrijven en overheden nog meer geld, op verzoek van het volk. Eerst is het geld een ontvangstbewijs voor goud, daarna wordt het een ontvangstbewijs voor meer ontvangstbewijzen. Er wordt meer geld gecreëerd wordt om de falende ontvangstbewijzen te redden, maar er is geen goud om het te dekken! Deze bijna eindeloze cyclus gaat door, een proces waarbij de waarde van goud steeds meer naar de achtergrond wordt gedrukt. Tegen het einde van dit spel raken we er zelfs van overtuigd dat de 'natuurlijke dingen' en de 'echte dingen' in het leven niet de enige vorm van welvaart zijn. Een contract wordt ook gezien als spaarvermogen. Dat zal eindigen! Iedere keer als de hoeveelheid schulden groeit slijt het geldsysteem, omdat er altijd meer 'fiat ontvangstbewijzen' zijn dan wat de mensheid ooit aan productiviteit kan leveren. Vervolgens, op het einde van de tijdlijn van een valuta, in een vloedgolf van menselijke emoties, komen we aan bij de natuurlijke conclusies van het niet-oplosbaar financieel probleem! Een van de conclusies die we trekken is dat fysiek goud de verloren waarde kan vervangen die we ooit toekenden aan schulden en bezittingen in termen van fiat geld, zelfs de verliezen in papiergoud en in goudmijnaandelen! In dit drama kunnen de nominale fiat waardes, die ooit verhandeld werden als claims op vermogen, niet meer op gelijke voet gewaardeerd worden met echte tastbare dingen. Zodra dit punt bereikt wordt zal er op een epische schaal naar natuurlijke echte waarde gezocht worden. Tijdens dit proces stroomt de hele maatschappij, inclusief de overheidsstructuren en de monetaire systeem, in onze emotionele vloedgolf weg naar de zee. Daarbij veegt ze alle bestaande verhoudingen tussen de valuta van deze wereld en de tastbare waardes weg. We zullen getuige zijn van de nieuwe verhoudingen die tot stand komen. Dit is de reden waarom zoveel mensen niet begrijpen waarom men in deze tijden fysiek goud moet hebben, in de afsluiting van dit tijdperk. Men stelt zich de vraag: Waarom nu? Wat is er nu anders dan twintig of zestig jaar geleden? Ze zien alleen de waarde die goud heeft in de vorm van juwelen en vergelijken die met de officiële goudprijs uit het verleden ($42 per troy ounce). Daaruit concluderen ze dat een koersbeweging richting $600 genoeg is en beleggen ze in goud om het bij dat koersdoel met winst te verkopen. Daarmee ontnemen ze zich de grootste prijsstijging. De huidige perceptie ten aanzien van goud bestaat omdat we alleen de recente geschiedenis van goud kennen. In die recente geschiedenis werd het onnatuurlijk geprijsd in fiat valuta als het Britse pond en de Amerikaanse dollar. Het werd niet parallel aan deze valuta verhandeld als zijnde een fysieke 'waarde reserve'. In de prijsverandering die komen gaat zal goud alle vooruitgang in welvaart weerspiegelen die we sinds die vroege jaren van de Europese geldsystemen op basis van gouden munten hebben meegemaakt. Nogmaals, voor de meesten van ons laat de recente geschiedenis alleen een vergelijking van goud met fiat geld toe. Dat zorgt ervoor dat we de huidige waardering van goud in termen van fiat geld accepteren. De waarde van goud was in de afgelopen periode de gemanipuleerde prijs binnen een Angelsaksische geldsysteem, een geldsysteem met een verlengde tijdlijn. Een periode waarin we de Amerikaanse dollar de rol van het Britse pond zagen overnemen en deze munt de vertegenwoordiger werd van alle welvaart in de wereld. Inclusief de welvaart in goud! Tijdens deze hele periode kende de goudprijs kleine bewegingen omhoog en omlaag. Zelfs onze recente 20+ jaar zijn representatief voor deze kleine verschuivingen. Echter, doordat we er vanuit de bril van fiat geld naar kijken zien we deze bewegingen als grote bull en bear markten van het edelmetaal. Ondertussen bouwde een grote sprong in goud energie op, wachtend op het einde van het huidige dollarsysteem. Zodra alle koppelingen tussen goud en dollars verbroken zijn zal de relatieve waarde van goud in een moderne wereld van welvaart en productiviteit terugkeren. In deze moderne tijd zal blijken dat het oude adagium van "een goed pak voor een troy ounce goud" een veel en veel te lage waarde toekent aan goud. FOA / gids van de Gold Trail (Vertaling door Frank Knopers) Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • The Gold Trail: Een duidelijk pad (Deel III)

    Vorige week publiceerden we het tweede deel van de Gold Trail, waarin we beschreven hoe olie de nieuwe dekking werd voor de dollar. In het derde deel richten we ons op de periode tussen 1971 (ontkoppeling dollar en goud) en 1999 (de komst van de euro). Het volgende stuk werd eveneens in 2000 geschreven en iedere keer als er naar de ik-persoon verwezen wordt heeft dat betrekking op de persoon die schrijft onder het pseudoniem ‘FOA’. Opmerkingen ter verduidelijking van de tekst staan tussen [haakjes].

    Lees ook de eerste twee delen van de Gold Trail:

    Deel III: Een duidelijk pad

    FOA (03-02-2000): Denk terug aan de recente geschiedenis van goud en je krijgt een beter perspectief van de “nieuwe goudmarkt”. Na de sluiting van het goudloket in 1971 waren de effecten van grote aankopen van fysiek goud niet meteen voelbaar op de goudmarkt. In elk geval niet tot en met 1976. Het grootste deel van de wereld was nog steeds geschokt dat de doller niet langer gedekt was, maar de perceptie bleef dat goud uiteindelijk weer teruggebracht zou worden in het monetaire systeem. Ja, de dollar daalde weliswaar in waarde, maar niet zodanig dat het dollarreserve systeem erdoor onder druk kwam te staan.

    De wereld bleef vasthouden aan het gebruik van dollarreserves, zelfs toen deze niet meer gedekt werden door goud. De olieprijs begon een lange weg naar boven, maar veel van deze prijsbewegingen waren meer politieke statements dan een probleem gerelateerd aan de dollar. De oliestaten, die overspoeld werden met cash, konden immers nog steeds dollars tegen een redelijke prijs omzetten in goud (net als iedereen). Daar kwam bij dat de inkomsten uit olie veel harder stegen dan de prijzen van goud en andere goederen. Olieproducenten zagen weinig reden om halsoverkop in goud te vluchten, omdat sommige denkers nog steeds in de verwachting waren dat de dollar in de toekomst weer aan goud gekoppeld zou worden. Die verwachting werd nog sterker toen het voor Amerikaanse burgers weer werd toegestaan fysiek goud te bezitten. Vroeg in 1976 zakte de goudprijs terug naar $100 per troy ounce en werden de bezitters van dollars minder nerveus. Tegen die prijs was goud net iets meer dan twee keer de laatste officiële prijs van $42 per troy ounce… Het leek erop dat de Verenigde Staten bereikt hadden wat in die tijd voor onmogelijk gehouden werd. --- Door de dollar van het goudwisselsysteem af te halen werd een grote stijging van de olieprijs in dollars uitgelokt. Zoals ik zei waren de meeste vroege prijsstijgingen politiek, maar niet alle. Sommigen stemden de olieprijs af op de goudprijs (die voortaan door de markt bepaald werd), met als doel te compenseren voor het waardeverlies van de dollar. Echter, in het begin was de olieprijs ruimschoots voldoende voor de olieproducerende landen om dollars te accepteren. Olie was toen - en is nog steeds - het levensbloed van “de nieuwe olie economie”. Voor de VS zette de stijgende prijs een grote zoektocht in gang om nieuwe binnenlandse reserves te vinden die in economisch opzicht niet rendabel waren onder het door goud gedekte dollarsysteem. Voor die tijd, toen de olieprijs nog niet steeg, dreigde de VS af te stevenen op een situatie waarin ze door haar olievoorraad heen zou raken en gedwongen zou worden vrijwel 100% van haar behoefte aan olie te importeren uit het Midden-Oosten. Waar velen eind jaren ’60 over speculeerden werd later werkelijkheid, toen bleek dat het Midden-Oosten genoeg reserves had om de hele wereld van goedkope olie te voorzien. Hun reserves zouden het langer volhouden dan onze reserves. Bovendien waren ze goedkoper, zo lang we ze betaalden met goud dollars.---- In mijn vorige stuk legde ik uit hoe olie de rol van goud overnam als dekking voor de dollar. Zelfs met de eerste stijgingen van de olieprijs in dollars was de rest van de wereld (inclusief de olieproducerende landen) bereid een dollar te accepteren die gebaseerd was op een steeds verdere uitbreiding van de “nieuwe olie-economie”. Tenminste tot halverwege 1976! Uiteraard, in deze periode was er voldoende achtergrondruis op het wereldtoneel. Dat is er altijd en meestal verstoort die ruis het grotere plaatje net voldoende om onze ogen af te houden van wat er werkelijk gebeurde. Het is alsof je een rivier van dichtbij in plaats van ver af bekijkt, je ziet niet waar de stroming heen gaat. ---- Het IMF organiseerde op Jamaica een monetair topoverleg, waar in april de “Jamaica Akkoorden” uit voorkwam. Voor sommigen belangrijke mensen was dit het artikel dat het gouden punt goed duidelijk maakte. De Akkoorden waren een formele erkenning van het vlottende valutasysteem. Het markeerde een keerpunt in hoe de nationale supermachten fiat geld zouden gebruiken in de nieuwe economie. Maar nog belangrijker dan dat, goud werd “gedemonetiseerd” als reserve! ---- Bijna iedereen wist meteen wat hier de implicatie van was, namelijk dat goud niet langer de valuta zou dekken zoals ze dat ooit deed onder de goudwisselstandaard. Echter, voor de vijftien jaren die volgden, begreep niemand de volledige implicaties van wat er toen gezegd werd! In de Jamaica Akkoorden stond dat goud een ‘waarde reserve’ zou blijven! Juist, goud dat niet als geld, maar als ‘waarde reserve’ de dekking kon worden voor elke economie. Zelfs de dekking voor een nieuw reserve-systeem. Hieruit kon men ontwaren wat er later zou gaan gebeuren in de wereldwijde goudmarkt. Hier komen we later op terug. Het is geen raadsel waarom de goudprijs zo wild begon te bewegen vanaf de lage niveaus van dat jaar. Voor het eerst sinds de breuk van 1971 stuurde een zeer grote vraag naar goud de markt weer. En nee, het was niet het grote publiek dat gouden munten en goudbaren kocht. Ook waren het niet de handelaren op de futuresmarkt die de stijging van de goudprijs veroorzaakten. Het waren bezitters van grote dollarreserves die elkaar verdrongen om wat van die ‘waarde reserve’ te bemachtigen, voordat de prijs door het dak zou schieten. Het kopen van goud gebeurde in de vorm van 400 troy ounce baren, met grote hoeveelheden tegelijk! Sommige centrale banken verkochten in deze periode wat goud om de vraag te bedwingen. De politiek en de media brachten het verhaal goed naar buiten terwijl ze het zagen. Maar de werkelijke reden waarom de goudprijs steeg was om olieproducerende landen en andere landen met grote dollarreserves te laten zien dat niet iedereen dollars kon omzetten als ze allemaal tegelijk goud wilden kopen. Hadden centrale banken niet wat goud verkocht, dan was de goudprijs gestegen tot in de duizenden dollars per troy ounce en was de dollar ver voor haar houdbaarheidsdatum vernietigd. Zonder een nieuw reserve systeem om de dollar te vervangen zou de wereldeconomie volledig zijn ingestort. Omdat er geen vooruitzicht was dat goud ooit weer het fiat geldsysteem zou dekken, was een groot deel van de stijging van de olieprijs eind jaren ’70 dollar gerelateerd. En het duurde nog tot midden jaren ’80 voordat er twee dingen gebeurd waren die de olieprijs voor een langere tijd weer omlaag brachten. Ten eerste: De ongelooflijke stijging van de goudprijs nam een deel van de behoefte van olieproducerende landen weg om goud te kopen. De olie zelf compenseerde namelijk al voor de prijsinflatie. Daar komt bij dat men de goudprijs in die tijd nog steeds relatief hoog vond. Daarnaast evolueerde de goudmarkt zich meer en meer in een markt voor papieren contracten dan voor fysiek goud. Het bood de hoop dat de financiële vraag naar fysiek goud afgevangen kon worden door papieren contracten. Europa, Londen en de VS werkten stilletjes samen om de prijs van goud beter te kunnen managen. Allemaal inspanningen die tot doel hadden tijd te kopen voor de dollar. Vanuit Amerikaans perspectief was die extra tijd nodig om de problemen van de dollar ‘op te lossen’. Vanuit een Europees / BIS perspectief werd er tijd gekocht om een vervanger voor de dollar te bouwen. Wisten deze twee machtsblokken wel wat de ander aan het doen was? Ik vermoed van wel. Maar, zoals dat meestal het geval is in een oorlog, denken de generaals van beide kanten dat de tegenstander geen schijn van kans heeft. Uiteindelijk was het effect van dit alles een vastgelopen goudmarkt, alhoewel de redenen daarvoor verschillend waren. Ten tweede: Toen de olieproducerende landen begrepen dat de evolutie van deze ogenschijnlijk vrije goudmarkt betekende dat olie de dekking werd voor de waarde van de dollar (met een onderdrukte goudprijs) besloten zij de productie van olie midden jaren ’80 op te schroeven. De combinatie van een groter aanbod van de OPEC-landen zorgde er - samen met de toegenomen binnenlandse productie van olie – voor dat de olieprijs begon te dalen. Het hele proces werd door de media gepresenteerd alsof de wereld de OPEC-landen probeerde op te zadelen met dollars. Maar niemand maakte ooit de connectie dat de olieproducerende landen niet gedwongen werden genoegen te nemen met dollars. De wereld zou toch wel olie zou blijven kopen. Toch bleven ze de dollar voor de goede zaak ondersteunen! De olieproducerende landen hadden door de jaren heen hun politieke ups en downs en dat zag men ook terug in de prijzen. Toch bleef het aanbod van olie verzekerd bij een gelijkblijvende en een dalende goudprijs. In de tien jaren van 1985 tot 1995 merkten maar weinig mensen op dat, hoewel de prijsontwikkeling van olie en goud in de pas liepen, goud en olie nooit fysiek in dezelfde richting stroomden. Ook begrepen de meeste mensen niet dat de goudmarkt ontworpen was om speciaal voor dit doel goud te leveren. Met de meeste dollarproblemen opgelost begon de G7 inspanningen te verrichten om de dollar in het spel te houden. Ondanks het gegeven dat de dollarschulden ouder werden en de tijdlijn van dollar op begon te raken… In 1985 startte men een serie bewegingen op de valutamarkt die zou duren tot begin jaren ’90. Van de Plaza Akkoorden (1985) tot de Louvre Akkoorden (1987)… Allemaal waren het inspanningen om elke dollarcrisis op de lange baan te schuiven. Het leek erop dat, ongeacht hoeveel de dollar geïnflateerd werd en ongeacht hoeveel dollarschulden er gemaakt werden, men onvoorwaardelijke steun aan de dollar zou blijven verlenen voor het oog van de hele wereld. Zelfs de goudmarkt mocht niet de indruk wekken dat er een valutacrisis gaande was. De ‘nieuwe goudmarkt’ bekende kleur in 1987, toen de goudprijs van $500 per troy ounce snel omlaag werd gebracht. Inderdaad, de evolutie van een fysiek goudmarkt in een nieuwe - voornamelijk papieren - goudmarkt, was goed onderweg. De daling van de goudprijs, kort nadat die een piek had bereikt tijdens de Golfoorlog, was nog verbazingwekkender. Het was ongeveer hier, begin jaren ’90, dat sommige spelers in de goudmarkt stopten met het verhandelen van goud. In plaats daarvan begonnen ze langzaam fysiek goud te accumuleren. Het leek erop dat ze eindelijk begrepen hadden wat er in de Jamaica Akkoorden besloten was. Inderdaad, het was de moeite waard om alle “toekomstige winnaars” op de tafel te houden! Omdat, ongeacht hoe hoog dollarbezittingen zouden gaan, het goud voorbestemd was nog veel hoger te gaan. In december 1991 ondertekenden twaalf leden van de originele Europese Economische Gemeenschap (EEG, nu de Europese Unie) het Verdrag van Maastricht. Daarin werd het proces op papier gezet voor de totstandkoming van een nieuwe muntunie, de Europese Monetaire Unie (EMU). Toen dit verdrag gesloten werd konden we zien dat er inderdaad een doel was achter de formatie van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) begin jaren ’70. Het verdrag volgde namelijk nauwgezet het ‘Smithsonian Agreement’ dat in 1972 in Washington ondertekend werd. Een akkoord waarin de breuk tussen de dollar en goud officieel werd vastgelegd. Ook was het geen toeval dat men in 1976 voor het eerst hoorde van de gesprekken over een Europees valutablok in de vorm van de Europese Economische Unie (EMU). Dat was namelijk het jaar van de Jamaica Akkoorden. De Europese Economische Gemeenschap, een voorbode voor de komst van de euro, werd begin jaren ’80 al officieel. Op 1 januari 1999 werd de euro geboren. In de kranten werd de nieuwe euro als valuta meteen onderwerp van speculatie. Hoe hoog of hoe laag zou de munt gaan? Zou de munt blijven? Waar is de munt goed voor? Enzovoort, enzovoort… Echter, compleet verborgen uit het zicht werd één belangrijk aspect over het hoofd gezien. Toen de euro gelanceerd werd hadden de twee grote economische machtsblokken in de wereld (Europa en de VS) niet langer meer een gezamenlijk doel om de papieren goudmarkt in stand te houden! De papieren goudmarkt, die ooit opgezet en ondersteund werd om de vraag naar goud te absorberen en de goudprijs te dempen, was niet meer nodig… Wat een overzicht: Vanuit het perspectief van het Euroland was er geen noodzaak meer de dollar te ondersteunen met een lage goudprijs. Nu de euro in stelling was gebracht, met een groot deel van de nieuwe wereld reserve asset als ondersteuning, was er geen reden meer om goud te kopen tegen $280 of te verkopen tegen $480 per troy ounce. Inderdaad, Euroland maakte de wereld kenbaar dat ze met het Washington Agreement uit de papieren goudmarkt stapte. We verwachten dat gedurende de vijf jaar dat deze overeenkomst van kracht is [1999-2004], de prijs van fysiek goud zal stijgen. Een prijsstijging die het gevolg is van een gebrek aan aanbod van fysiek goud, dat buiten de door Londen gedomineerde papieren goudmarkt om verhandeld wordt. We verwachten ook een afwikkeling van de markt voor papieren goudcontracten, waarvan de prijs zal fluctueren tussen $0 en $ oneindig. Bovendien kan de dollar - die er vanaf dit moment alleen voor staat - nu zo hoog of zo laag gebracht worden als handelaren willen. Vanuit het perspectief van de olieproducerende landen kan er nu nog maar een klein deel van alle dollars worden omgezet in fysiek goud, omdat de fysiek goudmarkt slechts een schaduw is van de totale 'papieren goudmarkt'. Nu de helft van de spelers die de goudmarkt ondersteunden zich terugtrekken onder de paraplu van de euro zal de papieren markt terugkeren tot slechts een papieren duplicaat. Dit in gedachte nemend moet het niet als een verrassing komen dat de olieprijs vrijwel meteen begon te stijgen na de vorming van de Europese Monetaire Unie. Uiteindelijk zal zelfs een olieprijs van $30 de wereldwijde dollarschuld doen wankelen, tot een punt waarop de dollarindex begint in te storten. Dat zal leiden tot een vlucht van dollars naar euro's of naar een combinatie van euro's en goud als betaling voor ruwe olie. Voorheen zagen zij hetzelfde drama voltrekken, namelijk dat van een aanhoudende dollar liquiditeitscrisis die eigenlijk al lang over datum is. Nu wordt het van kwaad tot erger, omdat het Euroland de Amerikaanse schulden niet meer wil financieren. Dag in dag moeten we toezien hoe de Federal Reserve alsmaar meer reserves in het systeem pompt in een poging de dollarband op te blazen die al vol zit met 'euro-gaten'! Vanuit het perspectief van goud: De Jamaica Akkoorden signaleerden een permanente verschuiving weg van het concept waarin goud en fiat valuta in strijd met elkaar zijn. Echter, de positieve effecten van deze verschuiving zouden pas zichtbaar worden wanneer het zieke dollarsysteem zou bezwijken onder haar schulden. Tot en met 1999 had één van de twee grote machtsblokken van de wereld er belang bij om het dollarsysteem in stand te houden. Indien er geen vangnet was om op terug te vallen zou een ineenstorting van de dollar tot gevolg hebben gehad dat de wereld goud weer zou gebruiken als valuta. Dat zou de wereld in een grote depressie storten. Waren de gesprekken over een Europese muntunie in 1997 spaak gelopen, dan waren de olieproducerende landen niet de enige geweest die op fysiek goud zouden bieden. Maar dat gebeurde niet. Spoedig zal fysiek goud weer de rol vervullen die het eeuwen geleden ook al vervulde, namelijk het vertegenwoordigen van alle bezittingen en productieve vermogens in de wereld. Echter, in een wereld waarin er veel meer moderne producten zijn dan ooit in de geschiedenis, zal goud als vrij verhandelbare waarde reserve gewaardeerd worden als nooit tevoren. Je vraagt je misschien af: Wat is de dynamiek van deze positie? En zijn de investeerders van deze wereld voorbereid op deze gebeurtenis? Ik geef je mijn visie in het volgende deel. FOA/ gids van de Gold Trail Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Werkloosheid VS sinds 2000 met 27 miljoen toegenomen

    De werkloosheid in de Verenigde Staten is sinds 2000 sterk toegenomen. Vergeleken met het jaar 2000 zijn er op dit moment 27 miljoen meer Amerikanen die behoren tot de beroepsbevolking, maar die geen werk hebben. Dat schrijft Economic Collapse Blog op basis van een eenvoudige rekensom. Deze cijfers zijn even officieel als het werkloosheidscijfer, dat in de maand april spectaculair daalde naar slechts 6,3%.

    Veertien jaar geleden, in de maand april van het jaar 2000, waren er in de Verenigde Staten slechts 5,48 miljoen officiële werklozen. Daarnaast waren er op dat moment 67,27 miljoen Amerikanen aangemerkt als ‘Not in Labor Force’. dit zijn Amerikanen die wel kunnen werken, maar die al enige tijd niet meer actief op zoek zijn naar een baan. Opgeteld kom je dan uit op 74,75 miljoen werkloze Amerikanen. Leggen we de cijfers van april 2014 ernaast, dan maken we een optelsom van 9,75 miljoen officiële werklozen plus 92,02 miljoen Amerikanen werklozen die niet meer actief naar werk zoeken. Opgeteld zijn dat dus 101,77 miljoen Amerikanen.

    Werkloosheid VS stijgt

    Vergelijk je de bijna 102 miljoen werklozen anno 2014 met de bijna 75 miljoen werklozen in 2000, dan kom je tot de verontrustende conclusie dat de werkloosheid in de afgelopen veertien jaar met 27 miljoen Amerikanen is toegenomen! Zelfs als je corrigeert voor de groeiende populatie is dat een stijgende trend. Dat zien we ook terug in de participatiegraad op de arbeidsmarkt, gedefinieerd als de Civilian Employment-Population Ratio. Dit is een definitie van de werkloosheid die ook rekening houdt met alle Amerikanen die al heel lang werkloos zijn en die niet meer zoeken naar werk. Dit cijfer verschilt aanzienlijk van het officiële werkloosheidspercentage, zoals de volgende grafieken laten zien. Zoals u ziet is het makkelijk om met statistiek de uitkomsten te manipuleren. Het banencijfer en de officiële werkloosheid worden met veel bombarie aangekondigd, cijfers die de indruk wekken dat de Amerikaanse economie aan de beterende hand is. Maar wat ze niet laten zien is het totaalplaatje, waarop geen enkel teken van herstel zichtbaar is... In april werden er opnieuw bijna een miljoen mensen uit de statistieken gehaald en niet meer als werkloos beschouwt. U begrijpt dat de officiële werkloosheid op deze manier naar ieder gewenst niveau gemasseerd kan worden.

    civ-unemployment-rate

    De officiële werkloosheid daalt al sinds begin 2010... (Bron: St. Louis Fed)

    civ-employment-population-ratio

    ... maar het percentage Amerikanen met een baan stijgt nauwelijks (Bron: St. Louis Fed)

  • The Gold Trail: Dollars, olie en goud (Deel II)

    Vorige week publiceerden we het eerste deel van de Gold Trail, een ander verhaal over de goudmarkt. Een verhaal dat tot de kern probeert te komen van ons monetaire systeem. Deze week vervolgen we met deel twee, waarin de relatie tussen de dollar, olie en goud wordt uitgelegd.

    Het volgende stuk werd in februari 2000 geschreven en iedere keer als er naar de ik-persoon verwezen wordt heeft dat betrekking op de persoon die schrijft onder het pseudoniem ‘FOA’. Opmerkingen ter verduidelijking van de tekst staan tussen [haakjes]. Klik hier om het eerste deel van de Gold Trail te lezen.

    The Gold Trail - Deel 2: Eerste wandeling

    FOA (28-02-2000): In mijn vorige artikel “Fundament” hebben we verschillende vragen naar voren gebracht. Sommige waren impliciet en andere waren direct, maar allemaal werden ze genoemd om een denkpauze te creëren. Vandaag geef ik mijn gedachten op basis van een oude studie. Tegen 1971 had het overblijfsel van ons goudwisselsysteem twee krachten tegen zich werken. Ten eerste: De Verenigde Staten had veel meer dollars bijgedrukt dat het goud had om uit te keren. En dan houden we nog niet eens rekening met het feit dat Amerikanen niet in staat waren het binnenlandse aanbod van dollars in te wisselen voor goud. Het hele idee dat fysiek goud overheden ervan zou weerhouden teveel geld bij te drukken was volledig aan flarden geschoten. De realiteit van vandaag de dag dicteert dat iedere grote wereldmacht - niet alleen de Verenigde Staten – een koppeling van de geldhoeveelheid aan een vaste goudprijs met voeten kan treden. Het leek erop dat supermachten en naties, naarmate ze machtiger werden en grotere groepen mensen vertegenwoordigden, makkelijker weg konden lopen van het formele monetaire beleid. En daarmee het gunstige effect van goud op het monetaire systeem teniet konden doen. De Verenigde Staten had haar gouddekking al eens eerder aangepast, toen economische zware tijden aanbraken in de lokale economie. Toen de welvaart van bijna iedereen na de crash van 1929 werd aangetast namen we het goud gewoon weg uit het interne monetaire systeem, om het vervolgens te gebruiken als dekking voor het externe monetaire systeem (dollars in het buitenland). Inderdaad, al het Amerikaanse goud werd opgevraagd van de Amerikaanse bevolking. Voor iedereen die fysiek goud in bezit had (in hun hand), werd de historische dynamiek van goud als bescherming van het vermogen tijdens een allesomvattende schulddestructie weggehaald. Men liet niet toe dat goud haar werk zou doen, namelijk het opruimen van alle ‘dode welvaart’ die in de voorgaande periode gecreëerd werd met het inflateren van de geldhoeveelheid. Van de vele excellente schrijvers op het USAGold forum zullen sommigen inzien dat de “zware tijden” van economische contractie in eerste plaats veroorzaakt worden door het afwijken van een monetair systeem op basis van goud. Daar ben ik het mee eens, maar met de kennis van nu weten we dat de samenleving gewoon niet zal werken binnen een systeem dat slechte schulden volledig afschrijft. Zelfs niet als je de samenleving opdeelt in twee groepen: “de machthebbers” en “de rest van ons”. Ook dan is het nog steeds de manier waarop de wereld vanaf het begin gefunctioneerd heeft. Dus, mijn perceptie is dat toekomstige ontwikkelingen zullen plaatsvinden binnen de menselijke dynamiek zoals die altijd al geweest is. Ook: Nu we de regels in 1933 al één keer hadden aangepast deden we dat in 1971 nog een keer. Op dat moment werden er al zoveel dollars gecreëerd dat het toen al vrijwel zeker was dat er nog een verandering zou gaan plaatsvinden in het spel van gouddekking. Inderdaad, het was volkomen duidelijk geworden dat goud niet de wil van een grote natie kan bedwingen. Ten tweede: Als aanvulling, het hele systeem an sich legt geen enkele discipline op. Denk daar maar eens over na. Algemeen geaccepteerd beleid dicteert dat het goud van een natie in hetzelfde geografische gebied moet liggen als waar het geld wordt uitgegeven dat door dat goud gedekt zou worden. Als het goud en de ‘substituten van echt geld’ [fiatgeld] onder het dak van dezelfde gemeenschap vallen, dan is er geen onpartijdige autoriteit die toeziet op de wijze waarop geld voor goud omgewisseld kan worden! Een natuurlijke en eerlijke verhouding van X aantal dollars voor X hoeveelheid goud kan naar eigen inzicht en naar de wens van de economie aangepast worden! Om een systeem op basis van goud echt te laten werken zou een andere natie het goud moeten bewaren dan de natie die het geld creëert. Een andere natie die de conversie van die munt in goud kan beheren. Zonder deze scheiding aan te brengen kan een grote moderne natie haar eigen wetten gebruiken om het goud uit het systeem te halen [zie Roosevelt in 1933] of besluiten het goud niet meer te exporteren [zie Nixon in 1971], indien de geldhoeveelheid te snel groeit. Juist, na dat eerste kwam het tweede en dat is precies wat er gebeurde na 1971. Onze moderne samenleving bracht al snel aan het licht dat ze niet in staat was de monetaire functie van goud te behouden, zodra dat goud op enige wijze verweven wordt met fiat geld. Zelfs niet als de valuta een claimbewijs op fysiek goud in de kluis vertegenwoordigde en internationale wetgeving de inwisselbaarheid van het claimbewijs afdwong! Slechts weinig mensen kunnen volledig accepteren of waarnemen dat olie de dekking werd voor alle dollars in de wereld, nadat de koppeling met goud in 1971 werd losgelaten. Maar dat is precies wat er in theorie en praktijk gebeurd is. Aan de hand van wat ik eerder geschreven heb maak ik mijn positie duidelijk. Mijn eerdere commentaren staan tussen --- notaties. We beginnen met FOA (15-01-2000): --- Ze gebruikten dit concept niet als een door “grondstof gedekt geldsysteem” in de “perceptie van een goudstandaard”. Op dat moment kochten we in eigen land olie met ‘fiat dollars’ [sinds 1933 was privé goudbezit verboden voor Amerikaanse burgers] en buitenlandse olie met ‘goud dollars’ [inwisselbaar voor goud tegen $35/oz]. Maar – zoals je hebt aangegeven – was de productie van dollars zo veel hoger dan wat de ‘gouddekking’ toestond dat het overduidelijk was dat de Verenigde Staten hun dollarcreatie koppelden aan de welvaart die olie bracht, en dus niet aan goudreserves. Op dat moment werd het goud en de olie afgerekend in dollars en verwachtte men dat overtollige buitenlandse dollars omgewisseld zouden worden voor goud. Maar zoals we kunnen waarnemen was de kloof tussen de realiteit en de gebeurtenissen van dat moment even groot als vandaag de dag het geval is! Al het succes van de dollar werd uiteindelijk mogelijk gemaakt doordat olie zo ver beneden haar economische waarde voor de rest van de wereld geprijsd werd. Op dat moment hadden zelfs onze vrienden in het Midden-Oosten geen idee hoe nuttig olie was geworden voor het behoud van de wereldwijde economische basis. --- Dat gelezen te hebben (en in gedachte te houden) kom ik terug op de impliciete vragen uit het vorige deel: “Waarom bleven andere landen, in het bijzonder de Europese, het fiat dollarsysteem na 1971 toch ondersteunen?” Om het simpel te houden: De hele gedachte achter het gebruik van papiergeld is het vertrouwen dat we er uiteindelijk iets mee kunnen kopen…. Bier, voedsel, kleding, auto’s enzovoort… Goud zat altijd in de mix van het geld om ons ervan te verzekeren dat we deze artikelen konden krijgen tegen enigszins standaard prijzen. Het grootste deel van de maatschappij heeft een vrij directe benadering die ongeveer als volgt gaat: “Het maakt me niet uit waar het fiat geld vandaan komt en waar het door gedekt is… zeker niet als ik er iets mee kan kopen ver beneden de kostprijs en het me nu meteen een voordeel oplevert!” Hier maakt olie de sprong van ‘zomaar een grondstof’ naar ‘een noodzakelijk goed voor de wereld dat de dollar dekt en kan dekken’. Voordat de Verenigde Staten in 1971 de goudstandaard loslieten expandeerde onze complete economische structuur, omdat we profiteerden van de gigantische hefboomwerking van goedkope olie. In die tijd verbeterde olie letterlijk onze levensstijl, omdat de prijs van olie in dollars zo ongelooflijk laag was in verhouding tot wat er door de wetenschap mogelijk werd gemaakt met olie. Moderne technieken maakte olie zoveel waardevoller dan de prijs die we ervoor betaalden, dat we onze schulden tot ver in de toekomst konden extrapoleren en onze geldhoeveelheiden konden laten toenemen. De stijgende productiviteit die mogelijk werd door de zeer goedkope olie zorgde ervoor dat het allemaal uit kon. In feite baseerde de VS haar economie en de waarde van haar geld op de toekomstige waarde van de stroom van olie, niet die van goud. Hier zijn dezelfde gedachten uit mijn bericht: --- De nieuw verworven welvaart van goedkope olie werd gebruikt om de grote berg aan dollarschulden te rechtvaardigen. Zo lang een vat olie gebruikt kon worden om naar verhouding meer echte welvaart te produceren dan wat de dollar vertegenwoordigde, dan zou de dollarinflatie werken naar de enige politieke maatstaaf die telde: “Een verbetering van de levensstandaard!”--- Het enige probleem was dat als we op deze route zouden blijven er twee dingen moesten gebeuren. Als eerste zouden we gedwongen worden de goudstandaard te verlaten, omdat de geldhoeveelheid explodeerde (in verhouding tot de hoeveelheid goud). Daarnaast moesten we een nieuwe bron van olie vinden, omdat die van ons op zou raken. Nog meer uit mijn oude artikel: --- Op dat moment (voor 1971) kochten we lokale olie (intern) met ‘fiat dollars’ [vanwege de confiscatie van goud in 1933] en buitenlandse olie met ‘goud dollars’.--- --- De dollarproductie liep zo ver uit de pas met de ‘gouddekking’ dat het overduidelijk was dat de Verenigde Staten hun dollarcreatie koppelden aan de welvaart die olie bracht. Omdat olie en het goud in Londen voornamelijk in dollars werd afgerekend hield men er rekening mee dat overtollige dollars werden omgewisseld voor goud.--- In de ogen van de officiële denkers van dat moment moest de goudstandaard losgekoppeld worden om de binnenlandse economie van de Verenigde Staten te ontwikkelen. Daarom was het taak voor de Verenigde Staten om de rest van de wereld fiat dollars te laten accepteren die gedekt zijn door olie. Vervolgens was het taak meer olie te vinden die drie keer zoveel waarde had (in dollars) als wat het ons kostte om de olie te bemachtigen! Het was een verheven doel, één die een grote aanpassing vereiste. De transitie van de jaren ’70 was op zijn zachtst gezegd turbulent. Meer uit mijn artikel: --- De Verenigde Staten exporteerden al zoveel dollars dat een verdere toename de perceptie van een “leegloop van goudvoorraden” zou verergeren. Dit was voor iedereen een probleem, omdat de geïndustrialiseerde wereld nog steeds goud wilde hebben. Tegelijkertijd vond de geïndustrialiseerde wereld de “niet-inflatoire” (relatief in die tijd) expansie van de dollarbasis prima, omdat het de nieuwe olie-economie en de reële goederen die dankzij olie geproduceerd konden worden vertegenwoordigde. De Verenigde Staten wilde nieuwe ‘lokale’ oliereserves (op het Amerikaanse continent), omdat die met ‘fiat dollars’ betaald konden worden in plaats van met ‘gold dollars’. Onze buurlanden in het noorden en het zuiden vroegen zelden om goud. In dat opzicht fungeerden ze voor de Verenigde Staten als lokale olieproducenten die betaald werden met ‘fiat dollars’. Echter, om deze reserves voor ‘fiat dollars’ te krijgen moesten ze voorkomen dat de goedkope olie uit het Midden-Oosten iedereen zou voorzien als de olieprijs zou gaan stijgen.--- --- Iedereen was overrompeld toen de koppeling tussen goud en dollars verbroken werd. Zoals ik hierboven gezegd heb was de geïndustrialiseerde wereld dol op de dollarexpansie, vanwege de gepresenteerde context van olie. De rest van de wereld zat gevangen tussen wat leek op een goed systeem op basis van goedkope olie en het verlies van de levering van goud. ---- --- Zelfs toen we goud achterlieten (1971) en olie opkwam (1978) bleef het systeem gewoon werken, omdat olie wellicht $100 aan economische waarde leverde en voor $30 op de markt werd gebracht. --- Op een ietwat ingewikkelde manier, door de koppeling met goud los te laten, werd de olieprijs wereldwijd opgestuwd. Dat bevorderde de zoektocht naar nieuwe (nog steeds goedkope) olie, die betaald zou worden in dollars. Olie die nog steeds veel meer gebruikswaarde had dan de prijs die ervoor betaald werd. De G7-landen wisten dat ze aanvankelijk wat goud moesten verkopen, zodat de goudprijs geleidelijk en op een gecontroleerde manier een hoger prijsniveau kon opzoeken toen de ontkoppeling van goud met de dollar was losgelaten. Pas toen de olieproducerende landen begrepen dat de goudprijs op een redelijk niveau ‘gecontroleerd’ zou worden continueerden ze de prijsvorming van olie in dollars en was de aanvoer van olie voor enige tijd veilig gesteld. Het omwisselen van dollars voor goud op een wereldwijde markt werd toegestaan, voor zover dat noodzakelijk en gewenst was. Dit viel ook in de smaak bij de grote landen buiten de VS, omdat hiermee het ‘tweede probleem’ dat ik hierboven benoemde werd geadresseerd. Namelijk het probleem van de geografische locatie van datgene wat de munt dekt. Omdat de meeste oliereserves zich buiten de Verenigde Staten bevonden – en de Verenigde Staten langzaam door hun eigen reserves heen waren – kon olie in een zekere zin de vrije wil van de Verenigde Staten binnen de perken houden. Als de Verenigde Staten inderdaad af zou stappen van het beheren van een goedkope goudmarkt, of als ze de geldpers te hard liet draaien, dan zou men via een verhoging van de goudprijs de dollar kunnen devalueren. En nee, dat is niet het beste beleid voor de wereld, maar het een betere controle op het bijdrukken van dollars dan het goud in Fort Knox! Terugkerend naar de logica uit mijn vorige artikel “Fundament” was dit de context waarin de G7-landen gebracht werden, nadat ze hun steun kenbaar hadden gemaakt voor nieuwe fiat dollars zonder koppeling aan goud. Zoals ik zei: het alternatief was een grote puinhoop geworden. Met deze nieuwe situatie werd er tijd gekocht. Tijd om ons een beeld te vormen van een nieuwe wereld reserve structuur en die te introduceren. Deze structuur werkte een aantal jaar in een gebroken patroon. Tegen alle verwachtingen in gingen de prijzen van olie en goud niet omhoog, maar werd iedere stijging gevolgd door een daling. Centrale banken zogen zich vol met dollarreserves en voorkwamen daarmee de hyperinflatie van de dollar. Ze bleven dollars accumuleren, omdat ze wisten dat goud in staat was al het waardeverlies van dollarreserves op te vangen zodra een nieuw systeem in gebruik zou worden genomen. Landen die vandaag de dag nog steeds over weinig goudvoorraden beschikken hebben ogenschijnlijk geen idee waar dit allemaal naartoe leidt. Tot op zeker hoogte zijn ze door de Verenigde Staten gebruikt, omdat ze de dollars die ze in ontvangst namen nooit inwisselden voor goud. Ze moeten gedacht hebben dat de hoeveelheid dollars eeuwig kan blijven expanderen en nooit waarde zal verliezen! Vanuit deze gedachte hebben deze landen hun volledige sociale en economische structuur ingericht op het verkopen van goederen aan Amerika, allemaal in ruil voor een Amerikaanse droom. Nu, na al die jaren, beginnen ze eindelijk in te zien dat buitenlandse dollars waardeloos zijn, zo lang de Verenigde Staten een permanent handelstekort blijven maken dat niet zal omslaan in een overschot. Het echte risico wordt nu pas begrepen. De Amerikaanse economie zal alleen vertragen door hyperinflatie, die veroorzaakt zal worden door een verschuiving van de functie die de dollar heeft als reserve! Met gevangen dollarreserves en geen goud om daarvoor te compenseren stevenen deze landen af op regelrechte rampspoed. Opnieuw een stuk uit mijn vorige artikel ‘Fundament’: Denkers in het Euroland beginnen vandaag de dag in te zien dat ze geen dollars in hun reserves nodig hebben om marktaandeel te behouden in de Verenigde Staten. Zoals ik eerder al stelde: “Als de Verenigde Staten haar geldhoeveelheid opblaast en een bubbel produceert, dan werd de wereld overspoeld met geïnflateerd dollars die wij moesten kopen  om de wisselkoers stabiel te houden… Maar met de euro op het toneel, waarom zou ik dan nog die dollars aanhouden als legitimering voor het creëren van mijn eigen munt? Ik kan goud kopen als “waarde reserve” en vervolgens mijn eigen geld drukken. Dat is niet anders dan dat ik dollars aanhoudt als reserves, maar ik heb tenminste een reserve die… niet afkomstig is van een onomkeerbaar handelstekort!!” In betere bewoordingen: De euro is nog steeds te klein om een massieve dumping van overtollige dollars op te vangen. Inderdaad, hoe meer de VS de euro in diskrediet probeert te brengen, hoe groter het risico is van een “Washington Agreement II”, waarin de BIS / ECB hun overtollige dollarreserves gebruiken om de papieren goudmarkt te omzeilen en op grote schaal fysiek goud kopen. In feite hoeven ze slechts op beperkte schaal de markt voor fysiek goud te betreden om de papieren goudmarkt in rook op te laten gaan. Dus, waarom daalt de euro? Of stijgt de dollar omdat een liquiditeitscrisis in de euro haar bestaansrecht bedreigt? Staan we aan de vooravond van een crash in de Amerikaanse markten en in de dollar? Allemaal veroorzaakt door een transitie weg van het dollar reserve systeem? We hebben wat oude artikelen over dit onderwerp die we later zullen bespreken… FOA/ gids van de Gold Trail. (Vertaling door Frank Knopers) Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!

  • Gold heading to Asia through Switzerland

    Gold export figures from the Swiss Customs Administration show that most of the physical metal is being exported to Asian countries. In the first three months of 2014, most of the yellow metal went to Hong Kong (206,44 tonnes). India came in second with a net import volume of 87,52 tonnes. Direct imports of gold into mainland China take the third place with a volume of 74,9 tonnes in the first quarter of this year.

    These figures should come as no surprise, because China and India are by far the largest gold markets nowadays. However, a substantial amount went to Singapore and Saudi-Arabia as well. The total net export from Switzerland to these countries was 40,69 and 15,36 tonnes respectively. The first graph shows the ten countries to which Switzerland net exported the largest volumes of gold.

    Most of the gold is exported to Asian countries

    Most of the gold is exported to Asian countries

    Gold heading from West to East

    Switzerland is an important hub in the global physical gold market. Many transactions in this market are therefore taking place in this small and mountainous country. If we look to the other side of the balance, we find the usual suspects sending gold to Switzerland. In the first quarter of this year, the United Kingdom was the largest net exporter of the precious metal to Switzerland, bringing in 270,3 tonnes of gold. The second largest supplier of gold to the Suisse vaults was the United States, exporting a net amount of 56,77 tonnes to the European country. Third and fourth place were taken by Turkey and Russia, exporting 39,93 and 25,89 tonnes of the yellow metal to Switzerland.

    The US and the UK are supplying most of the gold to Switzerland

    The US and the UK are supplying most of the gold to Switzerland

    (h/t: BMS, Goudstudieforum)

  • China imported 80 tonnes of gold in March

    China imported 80 tonnes of gold in March

    Last month China has imported 80,6 tonnes of gold from Hong Kong, a 27,6% drop compared to the 111,4 tonnes imported in the month of February. Imports dropped as well compared to the same month last year. In March 2013, net imports of gold from Hong Kong were about 130 tonnes. The Hong Kong Census and Statistics Department publishes monthly data on the Chinese gold imports from Hong Kong. The figures about March 2014 also show in increase in gold leaving China. Compared to February, the gold exports back to Hong Kong increased from 15,8 to 23,5 tonnes of gold.

    These numbers suggest a drop in demand for physical gold in China. However, the figure of 80,6 tonnes of gold imported remains substantial. While it may be less than the amount of gold imported in 2013, it is well above the long-term average. Another side note we have to make is that China does not publish data on gold which enters the mainland directly through Shenzhen, Shanghai or Beijing. There are no exact figures on direct gold imports, but the most recent estimate states a volume of more than 190 tonnes during 2013.

    China imports less gold

    Last year we saw an explosive growth in Chinese gold demand, but the last couple of months demand has waned a little. The goldprice didn't drop further from 2013 lows, but it hasn't made a big move to the upside either. The relative price stability allows the Chinese consumer to wait before buying gold. Because of the drop in gold demand, the premium on gold in China has fallen substantially. For the first time since September 2012, the gold at the Shanghai Gold Exchange trades at a small discount to the global spot price of gold. In March, the average discount was $1,02 per troy ounce. The largest jewellery producer in China, Chow Tai Fook Group, saw a small drop in demand as well. In the first quarter of 2014 the demand increased by just 4%, compared to 11% in the last quarter of 2013. According to Liu Xu, analyst of Capital Futures Co in Beijing, the big banks in China reduced their imports because of the fall in gold premium. According to Duan Shihua of Shanghai Leading Investment Management Co, Chinese consumers might be more price-sensitive than expected.

    China imported less gold in March

    China imported less gold in March

  • The Gold Trail: Fundament (Deel I)

    Marketupdate duikt de komende periode op de Gold Trail, een ander verhaal over de goudmarkt. Een verhaal dat tot de kern probeert te komen van ons monetaire systeem. Het werd eind jaren negentig geschreven door twee personen die luisteren naar de schuilnamen Another en Friend of Another (FOA). Op het forum van USAGold wisselden ze hun gedachten uit over goud, olie en de dollar. Met een ongekende nauwkeurigheid voorzagen ze onder meer de sterke prijsstijging van zowel olie als goud sinds de eeuwwisseling…

    Toen dit verhaal werd geschreven op het USAGold forum hielden weinig mensen zich nog bezig met goud. Na een bear market van bijna twintig jaar was de goudprijs teruggezakt tot ongeveer $300 per troy ounce. Er zouden grote veranderingen gaan plaatsvinden in het internationale monetaire systeem. Europa introduceerde een alternatief voor de machtige dollar. Na vele jaren van voorbereiding was eindelijk de euro geboren, een munt die een transitie van het huidige dollarsysteem naar een toekomstig monetair systeem mogelijk maakte.

    De Gold Trail is een verhaal dat je waarschijnlijk niet in één dag uit zult lezen of volledig zult doorgronden. Marketupdate gaat de uitdaging aan om dit verhaal over te brengen op een groter publiek, door de Gold Trail stukje bij beetje te vertalen naar het Nederlands. In deze Weekendeditie maken we een begin. Daarna zullen we iedere week een passage van de Gold Trail vertalen en op Marketupdate publiceren. Het eerste deel werd in februari 2000 geschreven. Opmerkingen ter verduidelijking van de tekst staan tussen [haakjes].

    Gold Trail: Deel I - Fundament

    FOA (26-02-2000): Als ik een stuiver kreeg voor iedere keer dat we dachten dat de dollar op haar einde zou zijn, dan zou ik nu een hele stapel stuivers hebben! Denk terug aan begin jaren ’80 en zelfs verder terug tot de jaren ’70. We hoorden steeds dat de dollar ten dode opgeschreven was en dat de munt volledig zou instorten. De winkels lagen vol met boeken over hyperinflatie en de noodzaak om goud en Zwitserse franken te kopen… Ik heb deze boeken allemaal gelezen om een beter perspectief te krijgen en heb op basis van het advies uit deze boeken ook de daad bij het woord gevoegd. Daar heb ik ook wat geld aan verdiend. Maar zelfs toen klopte er iets niet helemaal aan het scenario. We blikken terug op deze periode en komen tot de conclusie dat de goudprijs nooit meer boven de $800 per troy ounce gekomen is en dat de dollar nog steeds niet door hyperinflatie uit elkaar gevallen is. De meeste landen bleven de dollar gebruiken als reserve. Vandaag de dag kunnen we beter begrijpen waarom al die inzichten van toen niet uitgekomen zijn. De dollar had in 1971 haar koppeling met goud verloren en alle prijzen om ons heen begonnen te stijgen. Maar omdat de hele wereld op een dollar/goudstandaard leefde, bleven alle landen dollars aanhouden als reserve. Dat deden ze zelfs met meer overtuiging dan in de jaren daarvoor. Het goud deed er niet meer toe, omdat centrale banken over de hele wereld alle dollars opnamen die wij drukten. De dollar was nog steeds de handelsmunt van de wereld en het feit dat landen die munt als reserve bleven aanhouden toonde aan dat er vanuit de rest van de wereld op dat moment nog steeds steun was voor het dollarsysteem. Het maakte niet uit hoeveel negatieve publiciteit er kwam, de dollar bleef overeind en genoot tot in de jaren ’90 steun van de rest van de wereld. De algemene opvatting van die tijd was dat als de Verenigde Staten niet zouden stoppen met geld drukken, we vroeg of laat een zeer hoge inflatie zouden krijgen. Een niet te stoppen inflatie! Nogmaals, die hoge inflatie kwam er niet. Dat roept de volgende vraag op: Als het dollarsysteem zo slecht was, waarom bleef de rest van de wereld dat systeem dan toch accepteren? Ze konden de dollar als reserve dumpen, vanuit de gedachte dat de dollar alleen de Amerikaanse economie moest dienen en niet meer gebruikt zou worden als de reserve voor het internationale monetaire systeem. De VS bleef geld bijdrukken, ook in de turbulente periode van de jaren ’70 en ’80. De geldhoeveelheid expandeerde non-stop en een deel van dat geld ging de wereld over. Door het tekort op de handelsbalans stroomden er ieder jaar weer meer dollars in de economische systemen van andere landen. We drukten dollars bij en kochten daarmee goederen uit het buitenland. Het buitenland zoog deze stroom van dollars op en gebruikte deze dollarreserves als basis voor de expansie van hun eigen geldhoeveelheid. Als een Amerikaan goederen uit het buitenland koopt worden dollars opgestuurd als betaling. Normaal gesproken wordt die dollar op de valutamarkt omgewisseld voor de munteenheid van het land waar de goederen vandaan kwamen. Maar vaker wel dan niet werden deze dollars aangehouden als reserve en drukten landen hun eigen geld bij voor gebruik in hun eigen economische systeem. Als andere landen die dollars op de valutamarkt zouden omwisselen voor hun eigen munt, dan zouden ze de waarde van hun eigen munt daarmee opdrijven ten opzichte van de dollar. En dat zou de goederen uit het betreffende land duurder maken ten opzichte van de goederen uit andere landen. In andere woorden: een Amerikaanse burger kon goederen voor $10 blijven kopen die zonder interventie op de valutamarkt $15 zou kosten. Zo lang landen dollars aanhouden als reserve en de VS een tekort op de handelsbalans heeft zal de wereldwijde geldhoeveelheid blijven inflateren. Dit systeem houdt de waarde van de dollar kunstmatig hoog, met als resultaat dat Amerikanen goedkoper goederen konen kopen dan wat de uitbreiding van de geldhoeveelheid zou rechtvaardigen. Het is een proces dat zichzelf versterkt, omdat het Amerikanen uitnodigt meer te importeren. Hadden buitenlandse centrale banken niet zoveel dollars ingenomen als reserve, dan had de wisselkoers op de valutamarkt al lang een hoge inflatie in de Verenigde Staten veroorzaakt. Juist, de hoge inflatie die iedereen toen zag aankomen en die toen zou moeten komen… Waarom bleven andere centrale banken die dollar dan ondersteunen? De standaard uitleg was dat landen op deze manier in de VS een markt creëerden voor hun eigen goederen. Dat is waar, maar dat roept gelijk de vraag op: Was er in eigen land dan niemand die deze lokaal geproduceerde goederen wilde kopen, en daarvoor wilde betalen met vers gedrukt geld? Als de goederen verkocht werden aan Amerikanen - die ervoor betaalden met vers gedrukte dollars – en die dollars vervolgens gebruikt werd als reserve om lokale valuta bij te drukken. Waarom zouden we dan niet meteen in eigen land geld bijdrukken om onze lokaal geproduceerde goederen te kopen? Waarom konden andere landen hun levensstandaard niet op dezelfde manier verhogen als de Verenigde Staten, zonder de last te moeten dragen van inflatie of van het importeren van buitenlandse valuta? Nogmaals: waarom zorgt het bijdrukken van dollars in de VS niet voor prijsinflatie in de goederen die we in het buitenland kopen? Wat als het buitenland geld bijdrukt? Een hoeveelheid die gelijk staat aan de waarde van de dollars die ze nu importeren, zonder dat ze dollars aanhouden als reserve. Economische theorie zou ons leren dat inflatie daar het gevolg van is. Maar waarom geldt dat wel voor andere landen, maar niet voor de VS? In de jaren ’70 was het bekend dat het dollar reserve systeem andere landen dwong hun geldhoeveelheid te inflateren, door dollarinflatie te importeren. Maar met het verstrijken van de jaren – we zijn onderhand twee decennia verder – gaat dat proces nog steeds door. Het lijkt erop dat de rest van de wereld een ‘nieuwe manier’ ontdekt hebben waarmee ze om dit dilemma heen kunnen werken. Of was deze ‘nieuwe manier’ iets dat aan ze verkocht is om de levensduur van het dollarsysteem te verlengen? Veel landen in de derde wereld maakten een combinatie mee van sporadische hyperinflatie en deflatie, allemaal als gevolg van dit dollar reservesysteem. De levensstandaard van de bevolking van deze landen bleef constant dalen, terwijl de bevolking steeds harder moesten werken om goederen te produceren die in ruil voor meer van onze dollars. Maar in plaats van dat ze dollars omwisselden voor hun eigen valuta (en daarmee hun munt sterk hielden) gebruikten ze de dollarreserves als onderpand voor leningen van internationale banken en het IMF. Met deze leningen zouden landen hun infrastructuur kunnen verbeteren, de productiviteit verder kunnen verhogen en een daarmee een hoger welvaartsniveau kunnen bereiken. Het werd aan ze verkocht door het IMF alsof het in hun belang was dit te doen. Niemand vertelde ze dat hun bevolking al meer dan goedkoop genoeg werkte om het ‘verlies’ van een sterkere munt op te vangen. Niemand heeft ze verteld dat ze met een sterke lokale munt in staat zouden zijn op hun eigen kapitaalmarkt te lenen. Een benadering die op korte termijn minder rendabel is, maar die op de lange termijn voordelen oplevert. Het zou deze landen bevrijden van leningen in een vreemde valuta. De kosten van die dollarleningen zouden later namelijk overweldigend groot blijken te zijn! Landen in de derde wereld die leenden in dollars kwamen uiteindelijk vast te zitten. Ze werden een slaaf van het dollarsysteem. Ondanks het feit dat deze landen veel kapitaal hadden in de vorm van arbeid en waardevolle grondstoffen zorgde het geldsysteem ervoor dat het grootste deel van een stijgende productiviteit niet aan de lokale bevolking ten goede kwam. Echter, het hielp wel het dollarsysteem vooruit. Als derdewereldlanden meer dollars lenen van het IMF hebben ze in de toekomst ook dollars nodig om die schulden af te betalen. Daarmee houden ze de waarde van de dollar kunstmatig hoog. Overtollige dollars werden door de rest van de wereld omgezet in schuldpapier van de Amerikaanse overheid. Tegelijkertijd creëerden ze geld voor hun eigen economie om de waarde van hun munt laag te houden. Daarmee creëerden ze inflatie in eigen land. De meer ontwikkelde economieën van de G7, de landen die over een goudvoorraad beschikken, zaten met een andere vraag. Als het opzuigen van dollarreserves gelijk stond aan het importeren van dollarinflatie - en er tegelijkertijd een Amerikaanse afzetmarkt voor goederen gecreëerd werd - waarom zouden ze dan niet meteen hun eigen munt bijdrukken om de koopkracht die Amerikaanse burgers hebben, ook te geven aan de eigen bevolking? Vandaag de dag is de dollar nog steeds niet in elkaar gestort door prijsinflatie. Tenminste, niet in de mate zoals die twintig jaar geleden [in de jaren ’70 en ‘80] voorspeld werd. Het dollarsysteem faalde niet, omdat de grote economische machten bereid waren de productiviteit van hun eigen economie te gebruiken (verspillen) om dit systeem nog iets langer in stand te houden. Als we met de kennis van nu terugkijken, kunnen we beter begrijpen wat hier de gedachtegang achter was. Zonder de dollar als wereldreservemunt zouden we terug moeten grijpen op een goudsysteem. Er was in die tijd namelijk geen andere valuta die groot genoeg was om die functie te vervullen. Het is bewezen dat het veel te gemakkelijk is goud te omzeilen als nationale of internationale valuta. Het lijkt erop alsof de dynamiek van de mensheid geen ruimte laat voor een economisch systeem waarin geen ruimte is om schulden te maken. Als de geschiedenis iets heeft laten zien, dan is het wel dat zodra we geld hebben – fiat of goud – we dat gaan lenen. Ook geld wat er nog niet is, waardoor we schulden maken. Ja, zelfs als goud geld is! Zelfs onder een puur op goud gebaseerd geldsysteem zal de mens iets verzinnen om er derivaten van te maken. In dat proces wordt er – linksom of rechtsom – altijd meer goud uitgeleend dan we hebben en meer dan we ooit terug kunnen betalen. Je hoeft maar in de geschiedenisboeken te duiken om dit bevestigd te krijgen. Keer op keer beginnen we met een solide fundament van goud, dat snel gedegradeerd wordt tot troep. Dat is niet iets Amerikaans, dat is hoe de wereld werkt. Omdat de moderne techniek ons de efficiëntie bracht van digitaal fiat geld wilde niemand - toen niet en nu niet – het hele monetaire systeem opblazen om terug te gaan naar goud. Daarmee zouden niet alleen de rijken der aarde veel verliezen, maar ook de ‘gewone man’. Ons spaargeld is in het huidige systeem dan misschien maar een digitale illusie, we hebben tenminste nog werkgelegenheid en een droom op onze bankrekening. Het opblazen van de dollar en het terugkeren naar goud zou niet alleen die illusie van rijkdom wegnemen, ook zou het op korte termijn voor een hoge werkloosheid zorgen. Er kwam dus geen hyperinflatie van de dollar en goud maakte geen prijsexplosie mee, omdat centrale banken de productieve capaciteit van de bevolking gebruikten om het dollarsysteem nog wat langer te ondersteunen. In dit proces werd de levensstandaard van de Amerikaanse bevolking aanzienlijk verhoogd, over de ruggen van de werkende armen in de rest van de wereld. Maar dit zal niet eeuwig zo blijven! Niet lang na de ontkoppeling van dollar aan goud begonnen grote denkers aan het langdurige proces van het maken van een andere wereldmunt. Een wereldmunt die niet de fictie van een goudstandaard hoog zou houden door middel van een koppeling aan een quasi vaste goudprijs. Men begon met de constructie van de European Currency Unit (ECU), die later zou evolueren tot wat we nu kennen als de euro. Na meer dan twintig jaar onder  een wereldwijd fiat geldsysteem geleefd te hebben begon men zich te realiseren dat de productieve inspanning van de bevolking hetgeen was waar de munt waarde aan ontleende. Toegegeven, over de langere termijn lenen we meer geld dan wat we uit onze productiviteit kunnen terugbetalen. Maar dat wisten we toch al…? Dit noemen we de tijdslijn van een geldsysteem, een idee dat zo nieuw is als het leven, de dood en belastingen! Het verloop van tijd en het maken van schulden zorgt voor slijtage aan ieder geldsysteem, totdat het uiteindelijk uit elkaar valt. De wereld gaat verder, maar alleen deze keer gaat goud een andere functie vervullen in het drama. We zullen er allemaal getuige van zijn. Het lijkt erop dat men nog iets anders zag dat de euro uniek zou maken. Achter het geld in circulatie staan ook bezittingen. Juist, als iemand $100.000 aan grond bezit, een goede baan heeft en $50.000 wil lenen met dat land als onderpand, dan zal de wereld dat geld accepteren alsof het door dat stuk land gedekt is. Maar als zijn goud (het land) $1 miljoen waard is in een vrije markt - en in waarde stijgt op het moment dat de geldhoeveelheid sneller groeit dan de productiviteit van de economie - en zijn andere schulden relatief laag zijn… dan zou datzelfde geld net zo effectief in de economie circuleren als wanneer dat bedrag alleen op zijn eigen naam was geleend. In essentie is de sprong naar de euro een sprong naar een nieuwe valuta die eerlijker is ten aanzien van de menselijke geschiedenis. Laten we onszelf niet voor de gek houden door te denken dat een geldsysteem op basis van uitsluitend goud ons kan behoeden van de problemen die volgen uit het creëren van schulden, schulden die we op een dag niet meer terug kunnen betalen. Zou het niet beter zijn om in ieder geval goud niet meer te koppelen aan geld... Precies, een echte fysieke goudmarkt die continu en over de lange termijn alle valuta devalueert. Daarmee vervalt de noodzaak voor centrale banken om een vaste wisselkoers tegen andere valuta aan te houden via een troebele wisselkoers aan goud… Maar het meest belangrijke aspect zit in het feit dat goud dan als een overdrukventiel kan fungeren voor landen met een overschot op de handelsbalans. Zij die hun schulden willen vereffenen buiten de valutamarkt kunnen goud gebruiken voor de vereffening. Of, als ze dat willen, kunnen ze in de open markt goud kopen met hun handelsreserves. Het geheim achter dit alles zit in het fenomeen ‘wettig betaalmiddel’. Men staat het gebruik van goud toe als wettig betaalmiddel (voor de betaling van alle publieke en private schulden), maar past de internationale wetgeving aan zodat geen enkele vorm van schuld in goud terugbetaald moet worden. Zo ontstaat er eenrichtingsverkeer voor goud en tweerichtingsverkeer voor fiat geld. Niemand zal dan nog zijn of haar goud uitlenen, omdat de terugkeer van dat goud nooit meer aangevochten kan worden in de rechtbank. Op die manier wordt goud een bezitting die uitsluitend als zodanig verhandeld zal worden in de wereld. Aan de andere kant zullen we allemaal de behoefte hebben om te lenen, een behoefte die alleen vervuld kan worden met fiat geld. Dat creëert tegelijkertijd extra vraag naar geld, naast de vraag naar geld voor algemeen gebruik. Dat geeft geld extra waarde. De eerste gedachte die velen hierbij zullen hebben is dat er misbruik gemaakt zal worden van dit systeem. Dat men fysiek goud zal kopen om schulden af te betalen en daarmee het fiatgeld aan de kant schuift. Maar onthoud dat men de goedkoopste oplossing zal kiezen om schulden af te betalen. In deze omstandigheden zal goud compleet vrij verhandelbaar en extreem duur worden en blijven. Om nog maar te zwijgen over het feit dat de verkoop van goud als grondstof op privaat niveau zwaar belast zal worden. Er valt nog veel meer te vertellen. Mijn visie is dat de wereld binnenkort naar een nieuw geldsysteem zal overstappen en dat deze transitie grote gevolgen zal hebben voor iedereen die dollarbezittingen aanhoudt. Ook zal de transitie grote gevolgen hebben voor iedereen die fysiek goud in bezit heeft. Iets om in het achterhoofd te houden is het verhaal van de “Railroad Commission of Texas” en hoe die ooit olie declareerde tot een publiek nut. Later werd ook de productie ervan gecontroleerd. In de toekomst moet internationale wetgeving alle grote goudvoorraden aanmerken als ‘publiek nut’ van het land waar het opgeslagen ligt. Goudmijnen zullen zeer winstgevend zijn, nadat ze hersteld zijn van de destructie van de papieren goudmarkt. Desondanks zal de totale productie gecontroleerd en ietwat belast worden. Kleine private goudmijnen worden waarschijnlijk zwaar belast. We pakken dit verhaal later weer op. Dan komt ook olie ter sprake… Dank voor het lezen… FOA/ gids van de Gold Trail.
    Dit artikel verscheen afgelopen vrijdag in de Marketupdate Weekendeditie. Schrijf u hier in en ontvang iedere vrijdag onze nieuwsbrief!