Categorie: Kredietcrisis

  • Sander Boon en Arno Wellens: De EU, de euro en de gele hesjes

    Zaterdag 20 april organiseert De Nieuwe Zuil een netwerkevent met als onderwerp: De Euro en de gele hesjes. Politicoloog Sander Boon en onderzoeksjournalist Arno Wellens zullen spreken over de relatie tussen de EU, de euro en de gele hesjes. In hoeverre is de onvrede in Europa en de opkomst van het populisme te wijten aan economisch beleid?

    Het DNZ netwerkevent vindt plaats tussen 13:30 en 17:00 uur in de Oosterkerk te Amsterdam, goed bereikbaar met OV en auto. Tickets zijn te koop vanaf 10 euro.

    Na afloop van het event bestaat de mogelijkheid om samen bij een café in de buurt na te borrelen. Voor de liefhebbers is het mogelijk om na afloop te dineren met de sprekers en het organisatieteam.

    Over de sprekers

    Sander Boon (1971) is politicoloog. Na zijn studie werkte Sander bij politieke denktanks en hij specialiseerde zich in financieel-economisch, sociaal-economisch en monetair beleid. Hij adviseerde politieke partijen en schreef voor een aantal partijen het partijprogramma.

    Arno Wellens is een Nederlands publicist, schrijver en financieel journalist die voornamelijk over economie en de Europese Unie schrijft. Wellens was redactielid van de website 925.nl, werkte vier jaar voor Quote en was tot voor kort auteur bij het journalistieke platform van Follow the Money.

    Klik hier voor een eerste vooruitblik van wat Sander Boon te vertellen heeft.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Vermogensongelijkheid sinds ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot

    Vermogensongelijkheid sinds ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot

    De vermogensongelijkheid in de Verenigde Staten is sinds de ‘Roaring Twenties’ niet meer zo groot geweest als nu. De rijkste 0,01% bezit tegenwoordig meer dan 11% van het totale vermogen van alle Amerikanen, nog meer dan voor de beurscrash van 1929. Toen had de rijkste 0,01% iets meer dan tien procent van al het vermogen in handen. De rijkste 0,1% had destijds zelfs een kwart van al het vermogen in handen, vergelijkbaar met de situatie op dit moment.

    Uit een recent onderzoek van Gabriel Zucman blijkt dat de vermogensongelijkheid sinds de jaren tachtig sterk is toegenomen. Destijds was de rijkste 1% goed voor 25 a 30 procent van het totale vermogen, inmiddels is dat ongeveer 40 procent. Ook valt op dat de vermogensconcentratie wereldwijd sterk is toegenomen. Voor China, Europa en de Verenigde Staten steeg het vermogensaandeel van de rijkste 1% van 28% in 1980 naar 33% in 2019. Gedurende die periode bleef het vermogensaandeel van de onderste 75% rond de tien procent schommelen.

    Rijken profiteren het meest

    Uit deze cijfers kunnen we concluderen dat de middenklasse en de lagere inkomens de laatste decennia nauwelijks geprofiteerd hebben. De rijken profiteerden het meest van de globalisering en van de enorme monetaire expansie sinds de jaren tachtig. Ook weten de allerrijksten hun vermogen via belastingparadijzen beter af te schermen voor overheden. Mensen met weinig of geen vermogen hebben daar veel minder van kunnen profiteren.

    De vermogensongelijkheid kent verschillende oorzaken, waaronder het ruime monetaire beleid van centrale banken. Door de lage rente zijn aandelen, obligaties en vastgoed sterk in waarde gestegen, bezittingen die vooral in handen zijn van de allerrijksten. Zal deze ongelijkheid de komende jaren nog groter worden of stevenen we af op een nieuwe crisis zoals die van de jaren dertig?

    Vermogensongelijkheid naar recordhoogte (Bron: Bloomberg)

    Inkomens blijven achter bij productiviteit (Bron: Wikipedia)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Winstmarges in VS onder druk en angst voor recessie neemt toe – renteverlaging op komst?

    Beleggers maken zich momenteel meer zorgen over politiek en economische groei dan over handelsconflicten, constateert Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders. De omgekeerde rentecurve versterkt de vrees voor een Amerikaanse recessie. De laatste negen recessies in de VS zijn alle voorafgegaan door een omgekeerde curve, met 1966 als enige uitzondering. De kans op een Amerikaanse recessie in de komende twaalf maanden schat Schroders momenteel op 36%, dat is het hoogste percentage sinds 2007.

    Marges krimpen

    Hoewel de kortetermijnindicatoren nog steeds zwak zijn, blijft Schroders voor het tweede kwartaal een opleving van de activiteit verwachten. Het is bemoedigend dat er een paar positieve signalen te zien zijn. Zo zijn de grondstoffenprijzen gestabiliseerd (industriële metalen zijn de afgelopen maand met 3,8% gestegen), is de wereldwijde inkoopmanagersindex (PMI) in februari gestegen, terwijl in de VS de samengestelde ISM is versterkt en de woningmarkt is gestabiliseerd. De detailhandelsverkopen in de eurozone herstelden in januari en bleven in februari goed op peil in Duitsland en Spanje, waardoor de regio in het eerste kwartaal goed van start is gegaan.

    Er is echter een duidelijk verschil tussen de dienstensector en de industrie. In de goederenproducerende sector is er sprake van een voorraadopbouw die vooral in de eurozone, en met name in het Verenigd Koninkrijk (om Brexit-gerelateerde redenen), een negatieve invloed zal hebben op de conjunctuur. Uit PMI-rapporten blijkt dat bedrijven in de ontwikkelde markten hun productie zullen moeten inkrimpen om de voorraden beter in evenwicht te brengen met de orders. De opkomende markten lijken daarentegen in een betere positie te verkeren en zullen de komende maanden wellicht een sterkere activiteit kennen.

    De korte termijn neemt de verbetering van de economische activiteit wat van de zorgen bij beleggers weg. Maar op de iets lagere termijn voorziet Schroders wel degelijk een groeivertraging in de VS als de stimuleringseffecten afnemen. Daarnaast is er een lagere inflatieverwachting, wat geleid heeft tot een meer accommoderende houding van de centrale banken. Dat is positief voor de markten, maar de lagere inflatie veroorzaakt ook drukt op de winstmarges. Bedrijven worden geconfronteerd met stijgende loonkosten en als ze deze niet kunnen doorberekenen in de prijzen, dan moeten ze interen op hun winstmarges.

    Recessie in bedrijfswinsten

    Schroders verwacht dat met name in de VS de marges onder druk komen te staan. Voorzichtigheid met betrekking tot de Amerikaanse bedrijfswinsten is dan ook de komende kwartalen op zijn plaats. De Amerikaanse bedrijfswinsten zullen naar verwachting pieken in het derde kwartaal van dit jaar. Daarna vertraagt de economische groei en dat raakt ook de winstgroei. De verwachting is dat in 2019 de winsten nog met 6% zullen groeien, om het jaar erna met bijna 4% te krimpen. Een matige economische groei leidt tot een lagere capaciteitsbenutting en zet de winst onder druk. De marges krimpen door stijgende loonkosten, terwijl inflatie en productiviteit onder druk staan als gevolg van de lagere economische groei.

    Luidt een lagere marge het einde van de huidige cyclus in?

    Druk op het bedrijfsresultaat leidt doorgaans tot lagere kasstromen, waarop een reactie van het bedrijfsleven niet kan uitblijven. Doorgaans zullen bedrijven bezuinigen op arbeid en kapitaalbestedingen. Dat verzwakt het bbp en leidt tot lagere inkomens, minder vertrouwen en afnemende consumentenbestedingen. Dit kan op zijn beurt een einde maken aan de cyclus en leiden tot een recessie. Het zou passen bij de omgekeerde rentecurve, die doorgaans een betrouwbare indicator is voor een naderende recessie.

    Of kan de cyclus doorrollen?

    Om de huidige cyclus te kunnen voortzetten, moet de margekrimp worden voorkomen. Dat kan als het bedrijfsleven de loonkosten onder controle houdt of de productiviteitsgroei stimuleert. Dit is mogelijk, maar zal moeilijk zijn gezien de krapte op de arbeidsmarkt. De aanbodzijde van de arbeidsmarkt zou positief moeten verrassen door een hogere arbeidsparticipatie om de loondruk tegen te gaan.

    Een andere mogelijkheid is een grotere vraag om de output te ondersteunen, waardoor capaciteit en productiviteit worden gestimuleerd. Dit zou kunnen komen door een grotere vraag uit China, of een versoepeling van het monetair beleid door de Fed door een renteverlaging. De politieke druk op de centrale bank zal volgend jaar waarschijnlijk groot zijn, gezien de presidentsverkiezingen. De Fed krijgt te maken met een zwakkere groei en een matiging van de inflatie, en ondervindt dus eigenlijk weinig hinder om het beleid te versoepelen.

    Renteverlagingen in aantocht

    Schroders voorspelt twee renteverlagingen van de Fed in 2020. Op dit moment verwacht ze die in juni en september volgend jaar maar de vraag zal zijn of deze te laat komen om te voorkomen dat een winstrecessie uitmondt in een volledige economische recessie. Bij de inschatting van de risico’s zullen beleggers een versoepeling van het beleid moeten afwegen tegen lagere winstverwachtingen.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Profit pressures, recession fears and the Fed” uit de nieuwste Economic and Strategy Viewpoint – April 2019 van Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    IMF: “Politici moeten zich niet met centrale banken bemoeien”

    Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwt voor de ‘gevaarlijke consequenties’ van politici die zich bemoeien met het beleid van centrale banken. De organisatie noemt als voorbeeld de situatie in de Verenigde Staten, waar de president oproept tot een versoepeling van het monetaire beleid. Vorige week zei president Trump dat de Federal Reserve de rente moet verlagen en opnieuw obligaties moet opkopen om de economie te ondersteunen.

    “Het ondermijnen van de onafhankelijkheid van de centrale bank is gevaarlijk”, zo verklaarde Tobias Adrian van de afdeling monetair beleid en kapitaalmarkten binnen het IMF. Hij benadrukte dat de Federal Reserve is opgezet als een onafhankelijke instantie, waarvan de gouverneurs en de voorzitter voor een lange termijn benoemd worden. “Het is sterk geworteld in de instantie dat ze niet hoeft te luisteren naar de wensen van politici”, zo verklaarde Adrian in een interview in Washington.

    Meer monetaire stimulering

    De Amerikaanse president Trump heeft al meerdere keren kritiek geuit op het monetaire beleid van de Federal Reserve. Hij vindt dat de centrale bank te weinig doet om de Amerikaanse economie te ondersteunen. Ook heeft hij zelf twee kandidaten aangedragen voor de Raad van Bestuur van de Federal Reserve, om op die manier meer invloed uit te kunnen oefenen. Een van die kandidaten is Stephen Moore, die onlangs nog een pleidooi hield voor een renteverlaging.

    Door de geschiedenis hebben hebben verschillende overheden geprobeerd om de controle over de centrale bank over te nemen. In veel gevallen leidde dat tot hyperinflatie, omdat overheden de centrale bank opdracht gaven om de begrotingstekorten te financieren. Monetair beleid wordt dan gebruikt als instrument om een slecht fiscaal beleid in stand te houden. Uiteindelijk gaat dat altijd mis, omdat de bevolking op een gegeven moment het vertrouwen in het geld en de overheid verliezen. Men vlucht dan in andere valuta, tastbare bezittingen en edelmetalen als goud en zilver.

    Onconventioneel beleid wordt nieuwe normaal

    Sinds het uitbreken van de financiële crisis in 2008 hebben centrale banken verschillende onconventionele maatregelen genomen om de economie te ondersteunen. Zo werden er op grote schaal staatsobligaties opgekocht, waardoor overheden makkelijker konden lenen. Door de extreem lage rente werden de schuldniveaus in de ontwikkelde economieën steeds hoger, waardoor het niet eenvoudig is de rente vanaf het huidige niveau weer te verhogen.

    Het IMF schreef in haar laatste Global Financial Stability Report dat een ruim monetair beleid en soepele leenvoorwaarden de toch al hoge schuldniveaus in ontwikkelde economieën verder zullen verhogen. Daarmee wordt de dreiging van een zwaardere correctie in de toekomst groter, aldus het IMF.

    Beleidsmakers moeten zich volgens Adrian voorbereiden op een wereld waarin onconventioneel monetair beleid de norm wordt. Dat betekent dat maatregelen als negatieve rente en het opkopen van staatsobligaties, bedrijfsobligaties of mogelijk zelfs aandelen het ‘nieuwe normaal’ worden. Toch betwijfelt hij of centrale banken de rente veel verder negatief zullen maken, omdat dat in potentie een vlucht naar cash teweeg kan brengen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Groeivertraging Italië toont aan dat risico’s eurozone volop aanwezig zijn

    Deze analyse is geschreven door Bart Hordijk, valuta-analist bij Monex Europe

    De Italiaanse groeiverwachting voor 2019 die deze week door de Italianen zelf naar beneden werd bijgesteld, illustreert eens te meer dat risico’s voor de euro(zone) uit vele hoeken kunnen komen. De Italianen stelden hun groeiverwachting bij naar 0,1% voor 2019, flink lager dan de 1,0% die in het najaar nog verwacht werd.

    Dit betekent dat het begrotingstekort niet op de geplande 2,04% gaat uitkomen, maar waarschijnlijk eerder rond de 2,5%. Dit kan, zeker als de Italianen in het najaar hun budget voor 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd moeten krijgen, gaan leiden tot nieuwe spanningen op de markten voor Italiaanse staatsschulden, die op hun beurt snel kunnen overslaan op de euro (zie onderstaande grafiek).

    Macro-economische risico’s nemen toe

    Eerder werd al waargenomen dat macro-economische risico’s zich opstapelen in de eurozone, wat bijvoorbeeld goed te zien was in de Duitse fabrieksorders die hun laagste punt bereikten sinds de financiële crisis. Daar komen de Italiaanse risico’s nog bovenop. Deze vormen een combinatie van een politiek en een economisch risico, aangezien de keuzes van de huidige regering als onverstandig worden gezien door markten, wat wordt versterkt nu de groei in Europa lijkt te zijn vertraagd.

    Ook is het een reëel risico dat de regering van President Trump achter de Europeanen aan komt wanneer hij klaar is met de handelsoorlog met China. Dit is iets waar dinsdag al een voorproefje van werd geserveerd toen de Amerikaanse regering aankondigde importheffingen ter waarde van $11 miljard te overwegen op Europese goederen naar aanleiding van de EU-subsidies voor het Europese Airbus. Dit werd onlangs als illegaal geclassificeerd door de WTO.

    Uitstel Brexit

    Tenslotte lijkt ook de Brexit af te stevenen op een lange extensie, wat ervoor zorgt dat de onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk blijft voortduren, dat ook zo zijn weerslag heeft op de economieën van landen die veel met de Britten handelen, zoals Nederland, Duitsland en Ierland.

    Zelfs als de macro-economische condities in de eurozone verbeteren, dan zijn er nog genoeg scenario’s te bedenken waarbij de euro afzwakt. Deze breed verspreide risico’s zijn reden om het komende halfjaar terughoudend te zijn met het innemen van longposities in de euro tegenover bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar.

    Markten prijzen het renteverschil tussen de Italiaanse en de Duitse 10-jarige staatsobligaties momenteel redelijk laag in. Hier kan komende maanden gemakkelijk verandering in komen, wat net als in het najaar 2018 zal wegen op de euro.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig gelezen worden. Beleggen brengt risico met zich mee en resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.

  • Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Negatieve rente voedt angst voor ‘secular stagnation’

    Op het moment van schrijven hebben staatsobligaties met een totale waarde van pakweg $10 biljoen een negatieve rente. Dat wijst erop dat de wereld afkoerst of opnieuw beland is in deflatoire tijden. Hoe het ook zij, beleggers en beleidsmakers maken zich terecht zorgen over de gezondheid van de wereldeconomie. Die kan wel eens sneller aan vaart verminderen dan nog aan het begin van 2019 voor mogelijk werd gehouden.

    Japan en Duitsland zijn nu in een race verwikkeld voor de prijs van staatsobligaties met de grootste vergoeding. Japan leidt deze onzalige race, maar gevreesd moet worden dat Duitsland wel eens een nationaal record kan breken. In 2016, op het hoogtepunt van de discussie over secular stagnation bereikte de vergoeding op de 10-jaars Bund een dieptepunt van -0,19%. De yield heeft dit jaar -0,07% aangetikt.

    Japan-scenario

    De trend in Duitsland en in mindere mate in bijvoorbeeld Nederland geeft steun aan de veronderstelling dat de eurozone aan het Japaniseren is. Natuurlijk heeft Japan in het verleden unieke fouten gemaakt waardoor in 1990 twee bubbels tegelijk klapten, namelijk de beurs en het onroerend goed. Maar er zijn wel degelijk parallellen. Denk bijvoorbeeld aan de demografische ontwikkeling. Dat is trouwens een ongunstige trend die overal in de westerse wereld terug te zien is.

    Er zijn nog meer parallellen. In de nasleep van de financiële crisis droogde de kredietverlening op, omdat vooral huishoudens en bedrijven fanatiek hun schulden gingen afbetalen, ook al was de rente extreem laag. Dat veroorzaakte in de termen van Richard Koo van Nomura een balansrecessie. Dat overkwam Japan in de jaren na het klappen van de bubbels. Amerikanen en Europeanen reageerden op deze balansrecessie door de fiscale kraan open te draaien en door een extreem soepel monetair beleid te introduceren. Toen de publieke schuldenlast tot in de hemel gestegen was, draaiden overheden de fiscale kraan dicht, zoals Japan in de jaren negentig van de vorige eeuw herhaaldelijk had gedaan.

    Duitse 10-jaars rente opnieuw omlaag (Bron: Bloomberg)

    Seculiere stagnatie

    Het heeft uiteindelijk allemaal niet mogen baten en in 2016 moesten centrale banken erkennen dat ze feitelijk geen wapen meer in handen hadden om de stagnatie te doorbreken. Toen verscheen president Trump op het toneel en met hem een hernieuwde poging tot fiscaal stimuleren. Mede geholpen door het beleid van ‘Abenomics’ in Japan en de Chinese massieve fiscale stimulering kwam de economie weer van de grond.

    Hier houden overigens de overeenkomsten op. Zo financierden de Verenigde Staten hun stimulering door de verkoop van obligaties aan de private sector, terwijl China het stimuleringsbeleid betaalde doordat de centrale bank indirect de aankoop van obligaties door banken financierde. In Japan nam de centrale bank de rekening in het geheel op haar conto. De rente op de Amerikaanse 10-jaars Treasury ligt nog steeds royaal boven het niveau van 1,36% van juli 2016, in tegenstelling tot de eerdergenoemde Bund. De verschillen in niveau onderstrepen nadrukkelijk de groeimogelijkheden van beide economische blokken.

    China

    Misschien geldt het gevaar voor Japanisering nog wel het meest voor China. Vooral dankzij de een-kind-politiek van de afgelopen decennia slaat nu de vergrijzing in combinatie met de ontgroening heel hard toe. De bevolking groeit nog maar amper of niet, terwijl de beroepsbevolking al sinds 2010 aan het krimpen is. Die krimp zal in de komende jaren alleen maar versnellen. Daarentegen zal het aantal senioren groeien van de huidige 10% van de totale bevolking naar 20% in 2035. Deze demografische trends hebben de overheid gedwongen om hun economische groei minder afhankelijk te maken van investeringen en meer te laten leunen op consumptie. Dat blijkt een succes. De spaarquote is gedaald van 42% van het beschikbaar inkomen in 2010 naar 35% in 2018.

    Een belangrijke pijler onder de Chinese groei is altijd het proces van urbanisatie geweest, de massale trek van het platteland naar de stad. Er moest heel snel en heel veel gebouwd worden. Dat stuwde de economie. Nu begint die trek op te drogen door een afnemend aantal jongeren, met als resultaat dat het positief effect van de bouw op de economie aan het verdampen is. Dat gaat druk op de groei zetten!

    Structureel lagere groei

    Japan, China, de Eurozone en de VS, al deze economische blokken zien een structureel lagere groei. De Japanse les zou moeten zijn dat vooral grootschalige fiscale stimulering een effectief antwoord kan zijn. Maar die les is nog steeds niet geleerd, ook niet door Japan zelf. Dat land gaat later dit jaar de consumptie zwaarder belasten.

    Van Duitsland weten we dat ze daar gruwen van fiscale stimulering. Het is echter ook nog maar de vraag of de Trumpiaanse vorm van fiscale stimulering wel de juiste is. Van een gezamenlijke en eenduidige aanpak is nog geen sprake. Waarschijnlijk is de nood nog niet hoog genoeg!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Spaargedrag in een laag renteklimaat, wat kunnen we leren van Japan?

    Aangezien de rentetarieven ook na normalisatie van het monetaire beleid laag blijven, onderzochten Piya Sachdeva en Keith Wade, economen bij Schroders, of het lage rendement op cash ertoe kan leiden dat huishoudens meer risico’s nemen om een hoger rendement te behalen. Hiervoor keken zij naar het gedrag van Japanse spaarders die al jaren achtereen te maken hebben met uitzonderlijk lage rentetarieven. In hoeverre zou het gedrag van Japanse huishoudens zich kunnen herhalen in andere ontwikkelde markten, zoals de VS, de eurozone en het Verenigd Koninkrijk?

    Wijziging in allocatie portefeuille particuliere belegger

    Het belang van een verschuiving in de allocatie van de portefeuille van huishoudens is drieledig. Ten eerste geeft dit inzicht in de toekomstige beleggingstrends van particulieren en in het bijzonder in de toekomstige vraag naar risicovolle en conservatieve beleggingsproducten. Ten tweede is de bereidheid van huishoudens om meer risico’s te nemen van belang voor de reële economie als belangrijk kanaal voor het transmissiemechanisme van het monetaire beleid. Ten derde draagt het onderzoek bij tot een beter begrip van de geldstromen van particuliere beleggers, die een rol kunnen spelen bij het bepalen van de marktprijzen.

    Het is te verwachten dat in de komende tien jaar de rente hoger zal zijn dan de uitzonderlijk lage niveaus van vandaag, maar waarschijnlijk nog steeds relatief laag zal zijn in vergelijking met de rente van voor de wereldwijde financiële crisis. Het lijkt daarom logisch om aan te nemen dat een laag rendement op spaargeld particuliere beleggers ertoe zou aanzetten om af te stappen van cash en over te stappen op activa met een hoger risico die mogelijk een hoger rendement bieden.

    Er zijn aanwijzingen dat Japanse huishoudens die al 20 jaar te maken hebben met een laag renteklimaat geneigd zijn meer risico’s te nemen – met name door meer exposure op buitenlandse valuta, aandelen en obligaties. Het nemen van extra risico’s echter blijkt marginaal van invloed te zijn in de bredere context van een zeer conservatieve asset allocatie. Japanse particuliere beleggers houden veel meer cash aan dan beleggers in andere ontwikkelde markten.

    Wat veroorzaakt spaargedrag Japanse belegger?

    De sombere aandelenrendementen, de risico-aversie en het aanhoudende deflatoire klimaat kunnen helpen verklaren waarom de Japanse belegger zijn koers nauwelijks wijzigt. Deze factoren zijn enigszins uniek voor Japan bij het maken van vergelijkingen met andere ontwikkelde markten zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en de eurozone. Van deze markten lijkt de eurozone qua rendement en demografie het meest op Japan.

    Het ‘demografische effect’ – waarbij beleggers conservatiever worden, naarmate ze ouder worden – blijkt geen kenmerk van de Japanse retail belegger te zijn. Huishoudens van zestig jaar en ouder hebben immers het grootste deel van de risicodragende activa in handen. Dit is misschien minder verrassend gezien de enorme stijging van de levensverwachting van de Japanner.

    Lees meer in het uitgebreide artikel “Savings behaviour in a low interest rate environment: What can we learn from Japanese households?” van Piya Sachdeva, econoom, en Keith Wade, hoofdeconoom, bij Schroders.




  • Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    Moore: ‘Federal Reserve moet rente verlagen’

    De Federal Reserve zou de rente direct met een half procentpunt moeten verlagen. Dat zei Stephen Moore, kandidaat voor de raad van bestuur van de centrale bank, in een interview met de New York Times. Moore heeft als economisch adviseur van Trump vooral naam gemaakt met fiscale stimuleringsplannen, maar hij wil nu ook meer invloed uitoefenen op het monetaire beleid.

    Moore was uitgesproken tegenstander van de laatste twee renteverhogingen van de Federal Reserve, die in september en december vorig jaar. Die laatste renteverhoging maakte hem en president Trump zelfs woest, zo zei hij in het interview. Hij was het niet eens met de renteverhoging, omdat de grondstofprijzen in een dalende trend zaten. Daardoor was er helemaal geen noodzaak om nog een renteverhoging door te drukken.

    Rente afstemmen op grondstoffen

    Volgens Moore zou de Federal Reserve haar rentebeleid meer moeten afstemmen op de prijsontwikkeling van grondstoffen, zoals olie, metalen en landbouwproducten. Volgens de voormalig adviseur van Trump geven grondstoffenprijzen namelijk een goede indicatie van de inflatie. De centrale bank zou daarom voor haar rentebeleid meer aandacht moeten besteden aan de prijs van grondstoffen.

    Momenteel stemt de Federal Reserve haar rentebeleid af op de kerninflatie, waar de kosten voor voedsel en energie juist geen onderdeel van uitmaken. Dit inflatiecijfer is minder volatiel, maar is door het weglaten van twee belangrijke kostenposten minder representatief voor de werkelijke inflatie. Hogere prijzen voor energie en voedsel hebben direct impact op de koopkracht van Amerikanen, maar worden niet meteen zichtbaar in het inflatiecijfer waar de centrale bank naar kijkt.

    Renteverlaging noodzakelijk?

    Toch betwijfelen veel economen of de aanpak van Moore een beter monetair beleid oplevert. In 2008 gingen de grondstofprijzen door het dak, terwijl er al een recessie onderweg was. Had de Federal Reserve haar rente toen afgestemd op de grondstofprijzen, dan had ze de rente op dat moment moeten verhogen. In dat geval was de crisis misschien nog wel harder aangekomen. Hetzelfde kan gezegd worden van de periode 2010-2011. De grondstofprijzen klommen weer op uit het dieptepunt van de crisis. Dat zou betekenen dat de centrale bank toen al de rente had moeten verhogen, terwijl de economie toen net uit de crisis kwam.

    Moore pleit voor een directe verlaging van de rente, maar hij is niet de enige die deze optie open houdt. Volgens Janet Yellen kan de omkering van de rentecurve een signaal zijn dat er misschien toch een renteverlaging nodig is. Dat zou gezichtsverlies betekenen voor Fed-voorzitter Jerome Powell. Hij heeft de rente structureel verhoogd sinds hij voorzitter is. Hieronder ziet u een interview met Stephen Moore bij Bloomberg.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Markt voor verpakte hypotheekleningen neemt weer toe

    De markt voor verpakte leningen is vorig jaar voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis weer toegenomen, zo meldt De Nederlandsche Bank. Dit zijn voornamelijk hypotheekleningen, die banken bundelen tot verhandelbare effecten. Ook gebruiken banken herverpakte leningen voor liquiditeitsdoeleinden, zoals het verkrijgen van leningen van de centrale bank. De gebundelde hypotheekleningen worden door centrale banken immers geaccepteerd als veilig onderpand.

    De markt voor verpakte hypotheekleningen viel na het uitbreken van de kredietcrisis volledig stil, omdat het vertrouwen in deze financiële producten was verdwenen. Maar toen de economie door ingrijpen van centrale banken weer op gang kwam begon ook de markt voor verpakte leningen weer op te bloeien. In 2010 werd er al weer volop gehandeld in dit soort leningen. De markt werd nog wel kleiner, omdat er per saldo meer aflossingen waren dan nieuwe uitgiftes.

    Vorig jaar lag werd deze dalende trend doorbroken. Banken en financiële instellingen brachten voor €9,1 miljard aan gebundelde leningen op de markt, terwijl er voor €8,4 miljard werd afgelost. Daarmee steeg de totale omvang van deze markt vorig jaar met €0,7 miljard naar €50,1 miljard. Volgens de Nederlandsche Bank kan deze stijging voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan nieuwe spelers op de markt, die actief hypotheekleningen securitiseren.

    Verpakte hypotheekleningen

    De markt voor dit soort verpakte leningen groeide vanaf 2000 in een hoog tempo. Er was een grote vraag naar relatief veilig schuldpapier en dat aanbod werd ingevuld met gebundelde hypotheken. Men dacht dat deze leningen veilig waren, omdat ze gedekt werden door vastgoed. Maar toen de kredietcrisis uitbrak en de huizenprijzen daalden werden er nauwelijks nog van dit soort gebundelde leningen verhandeld.

    Dat financiële instellingen opnieuw hypotheken bundelen is een opvallende ontwikkeling. We kunnen daar niet alleen uit opmaken dat het weer goed gaat met de huizenmarkt, maar ook dat banken weinig hebben geleerd van de vorige crisis. Toch is het gedrag van banken en andere hypotheekverstrekkers goed te begrijpen, omdat de gebundelde hypotheekleningen door de centrale bank worden geaccepteerd als veilig onderpand. Banken kunnen deze leningen als onderpand inbrengen in ruil voor nieuwe leningen van de centrale bank.

    Markt voor herverpakte hypotheekleningen groeit weer (Bron: DNB)

    Niets geleerd van de crisis?

    Het is opvallend dat banken en financiële instellingen weer op grote schaal hypotheekleningen herverpakken. Het doet denken aan de vorige crisis, toen banken bijna ten onder gingen aan deze praktijken. Toch is de situatie nu minder problematisch. Zo merkt de Nederlandsche Bank op dat de omvang van deze markt nog steeds twee derde lager ligt dan voor de crisis. Ook zijn de regels die toezien op de kwaliteit van de leningen aangescherpt.

    In 2008 viel de bank Lehman Brothers om als gevolg van de huizenmarktcrisis. Verzekeraar AIG moest gered worden, om te voorkomen dat andere banken met blootstelling aan de huizenmarkt zouden omvallen. Het is de vraag of centrale banken en toezichthouders een herhaling van deze crisis kunnen voorkomen. Door de lage rente zijn de wereldwijde schulden alleen maar verder toegenomen.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Europese bankensector blijft door lage rente onder druk staan

    Op de financiële markten zijn de koersen na het sterke herstel in januari verder opgelopen in februari. Het was vooral de Federal Reserve die de markten geruststelde. Met nog meer renteverhogingen en balansafbouw zal het voorlopig zo’n vaart niet lopen. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) gaf aan dat de rente in 2019 wellicht niet wordt verhoogd.

    Voor het bankwezen is dit echter minder goed nieuws. De lage rente leidt namelijk tot een uitholling van hun verdienmodel. Het maakt Ivan Moen, Ton Schoemaker en Jaap Westerling, vermogensbeheerders bij Optimix Vermogensbeheer, terughoudend ten aanzien van Europese bankaandelen, ondanks de lage waarderingen.

    Amerikaanse versus Europese banken

    Tot 2015 hielden de beursrendementen van Europese en Amerikaanse bankaandelen min of meer gelijke tred. Sinds de Fed de rente begon te verhogen, lopen hun beursrendementen uiteen. Door de lage rente in de eurozone staan de rente-inkomsten voor Europese banken onder druk. Dat is een van de redenen voor de verschillen in winstgevendheid tussen Amerikaanse en Europese banken.

    In de VS hebben de banken na de crisis snel schoon schip gemaakt en hun balansen opgeschoond. Dat geldt niet voor alle banken in Europa. Europese banken hebben nog regelmatig te maken met tegenvallers en probleemleningen. Die zorgen kunnen zich door de van oudsher onderlinge verwevenheid van de Europese banken snel over de hele sector uitspreiden.

    Daarnaast spelen banken in Europa een grotere rol in de financiering van het bedrijfsleven dan in de VS. Door de afschrijvingen op probleemleningen en de noodzaak hun kapitaalbuffers te verhogen, zijn de Europese banken terughoudender geworden in het verstrekken van leningen.

    De rol van de ECB

    Om de kredietverstrekking en de economische groei te stimuleren, verstrekte de ECB de banken goedkope (tijdelijke) financiering. Het laatste programma was €740 miljard groot en loopt tot juni 2020, dan moeten de banken deze leningen hebben terugbetaald. Echter, al vanaf juni 2019 worden banken door regelgeving beperkt in het uitlenen van deze specifieke gelden.

    Voor juni van dit jaar dienen de banken dus een nieuwe bron van financiering te vinden. Idealiter zouden banken meer deposito’s aantrekken, op de obligatiemarkt lenen of nieuwe aandelen uitgeven. Dat was ook de bedoeling van de ECB. Het zijn echter de Italiaanse en Spaanse banken die het grootste beroep doen op de ECB gelden.

    Met in het achterhoofd dat de Italiaanse banken een grote koper van Italiaanse staatsschuld zijn, kan de ECB niets anders doen dan het financieringsprogramma verlengen. Het tijdelijke infuus voor de banken, krijgt daarmee een permanent karakter voor de Zuid-Europese banken. Tegelijkertijd zal de bankensector hierdoor weer onder een vergrootglas komen te liggen, hetgeen de nodige volatiliteit in bankbeleggingen kan veroorzaken.

    Druk op banken op korte en lange termijn

    Op de korte termijn kunnen de aandacht voor het verlengen van de ECB-financiering en de naderende Brexit-deadline voor beweeglijkheid in bankaandelen en -obligaties zorgen. Ook de economische groeivertraging in de eurozone maakt banken kwetsbaar. Op de lange termijn zal de winstgevendheid van Europese banken onder druk blijven staan.

    De rente heeft beperkt opwaarts potentieel, terwijl de rol van banken in de financiering van het bedrijfsleven afneemt. Bovendien staat het ondernemingsmodel van banken onder druk, doordat steeds meer fintech bedrijven ook financiële diensten mogen verlenen.

    Lage blootstelling voelt comfortabel

    Het zal veel investeringen vergen van banken om mee te gaan in de technologische ontwikkelingen in een tijd waarin hun winstgevendheid onder druk staat. Alleen de banken met een gezonde balans en dito winstgevendheid zullen deze uitdagingen het hoofd kunnen bieden. Met het oog op de risico’s op korte termijn voelen de vermogensbeheerders van Optimix zich nu comfortabeler met een lagere blootstelling aan de Europese bankensector.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Europa is weer zwakste leerling van de klas

    Het is standaard. Als het in de VS en China economisch iets minder gaat, dan gaat het in Europa veel minder. Dat lijkt in 2019 weer het geval. Met een verwachte groei van 6 tot 6,5 procent doet de Chinese economie het heel slecht. In decennia is de groei niet zo laag geweest. Ook de verwachtingen voor de VS zijn omlaag bijgesteld. De kans dat de economie dit jaar nog met pakweg 3% gaat groeien is ongeveer 20%. Voor de Eurozone wordt de kans op een krachtige groei op nagenoeg 0% gesteld, terwijl de verwachting dat dit werelddeel wegzinkt in een korte recessie op 25% geschat wordt.

    De kwetsbaarheid van Eurozone voor externe schokken mag geen verrassing zijn. Het belangrijkste land, Duitsland, leunt voor zijn economie zwaar op de internationale handel en daar zit door de handelsoorlog tussen China en de VS en het daarmee gepaard gaande protectionisme behoorlijk de klad in. Mocht de zone in een recessie wegzinken, dan is het zeer denkbaar dat de problemen van gisteren weer de kop op steken in de vorm van een mogelijke default van een of meerdere lidstaten. Ook kan de discussie over een mogelijk opbreken van de eurozone weer de oplaaien. Of we het nu leuk vinden of niet, het concurrerend vermogen van landen in het zuiden, noorden en oosten loopt zeer sterk uiteen. In tijden van recessie zullen landen in het oosten en zuiden onevenredig zwaar getroffen worden en dat kan in die landen, maar ook tussen landen, voor de nodige stress zorgen.

    Wat kan Europa doen?

    Het treurige van het verhaal is dat de Eurozone weinig middelen ter beschikking heeft om een neergang te bestrijden. Het is de ECB verboden het verruimingsbeleid op Japanse schaal te voeren. Tegelijkertijd zou een periode van deflatie voor de nodige stress in een aantal lidstaten kunnen zorgen. Het is dus begrijpelijk dat Mario Draghi op buitengewone stappen zint. De stand van zaken oogt zorgelijk. De kerninflatie is pakweg 1%, terwijl de ECB-rente nagenoeg 0% is.

    Hoe moeten de centrale bank en de Eurozone een behoorlijke recessie te lijf gaan? Het lijkt logisch om het bestaande opkoopprogramma in ieder geval niet terug te draaien bij gebrek aan andere oplossingen. Het politieke probleem is dat dit programma in een aantal lidstaten als Nederland en vooral Duitsland nooit populair is geweest. Het tweede probleem is dat de ECB nu al tegen de grenzen aanloopt van wat wettelijk is toegestaan.

    Een voorbeeld maakt dat duidelijk. De ECB mag pakweg 25% van de Duitse staatsschuld in bezit hebben. Nu al is dat 22%. De juridische spelregels beperken de slagkracht van de centrale bank. Terzijde, op zich zijn die beperkingen wel te begrijpen. Het is niet gezond dat de ECB de dominante financier in de zone wordt. Ook moet voorkomen worden dat het landen met grote schulden, zoals Italië, extra gaat steunen.

    ECB loopt tegen grenzen van mandaat aan met haar opkoopprogramma (Bron: Financial Times, Bruegel)

    Monetaire of fiscale stimulering?

    Maar wat dan? Is fiscale expansie een mogelijkheid?  Voor een land als Duitsland met zijn grote overschotten zou dat een probaat middel zijn. Op Europese schaal schiet een fiscale expansie in Duitsland te kort. Misschien moet de ECB de obligaties van een Europese instelling als de Europese Investeringsbank gaan opkopen. Zodoende zou het een zeer groot, op Europese leest geschoeid, investeringsprogramma kunnen ondersteunen.

    Het is maar zeer de vraag of zoiets mogelijk zal blijken, zelfs als de Eurozone weer wegzakt in een crisis. Daar is weinig voor nodig, maar scherpslijpers zullen erop blijven hameren dat het beleid van de ECB illegaal of in ieder geval dom is. Daarbij verliezen ze de mogelijke schade van een nieuwe recessie voor het gemak uit het oog. Misschien moeten ze een voorbeeld nemen aan onze voorouders, de Romeinen. Dit zeer legalistisch ingesteld volk had als stelregen dat de veiligheid van de republiek het hoogste goed, de hoogste wet was. Immers, als het systeem niet meer veilig is, dan is niets meer veilig. Waarvan akte!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.