Categorie: Kredietcrisis

  • Opnieuw een zwak jaar voor hedgefondsen

    The Economist plaatste een grafiek waarin het koersrendement van deze hedgefonds index vanaf 2003 wordt afgezet tegen het rendement van een simpele index bestaande uit 60% aandelen en 40% staatsobligaties. De Amerikaanse S&P 500 graadmeter doet het al tien jaar lang beter dan de index van hedgefondsen, met uitzondering van het jaar 2008. Toen gingen beide hard onderuit en verloor de S&P 500 iets meer dan een gemiddeld hedgefonds. Het bestaansrecht van hedgefondsen komt door de jarenlange slechte prestatie steeds meer onder druk te staan.

    Een simpele beleggingsportefeuille die voor 60% de S&P 500 index volgt en voor 40% in staatsobligaties zit heeft volgens de Economist in de afgelopen tien jaar een rendement gehaald van 90%, terwijl het gemiddelde van hedgefondsen gedurende diezelfde periode niet verder kwamen dan een rendement van 17%. Dat is nog minder dan de officiele inflatie over de afgelopen tien jaar. Omdat hedgefondsen een bepaalde premie in rekening brengen over het vermogen dat ze beheren en over het rendement dat ze maken is het volgens de Economist goed mogelijk dat hedgefondsen zelf nog meer geld hebben overgehouden aan de beleggingen dan de klanten.

    Natuurlijk gaan er achter het gemiddelde ook grote verschillen schuil. Zo was het rendement van de top 10% hedgefondsen gemiddeld 30% over het afgelopen jaar, veel beter dan de 18% van de aandelenmarkt. Een derde van de hedgefondsen uit de HFRX-index (waar in totaal bijna 8.000 namen in zitten) leed in 2012 een verlies. Hieronder zaten ook fondsen die het in het verleden heel goed gedaan hebben, zoals het fonds van John Paulson, een vermogensbeheerder die de Amerikaanse vastgoedzeepbel zag aankomen en daar op tijd op anticipeerde. Hij verloor 51% in 2011 en zag zijn beleggingsportefeuille in de eerste tien maanden van 2012 met nog eens 17% omlaag gaan.

    Hedgefondsen deden het veel slechter dan de aandelenmarkt (Bron: The Economist)

    De slechte prestaties van hedgefondsen is vaak toe te schrijven aan een agressieve en gerichte beleggingsstrategie, waarmee het rendement sterk kan fluctueren. John Paulson zette in 2011 in op het uiteenvallen van Europa, maar dat gebeurde niet. Andere hedgefondsen deden een poging om op marktsentiment mee te liften (momentum trading), maar slaagden niet altijd in hun timing. Ook politici en centrale banken krijgen soms de schuld van hedgefondsen die slecht presteren. Onverwachte acties van overheden of centrale banken kunnen de financiële markten sterk beinvloeden. Volgens consultant Jim Vos van Aksia ''kijken de markten naar politici en kijken politici naar de markten''. Zelfs getalenteerde 'stock pickers' hebben het volgens Vos moeilijk om rendement te maken in een markt die vooral gestuurd lijkt te worden door acties van centrale banken. Veel hedgefondsen geven toe dat ze niet opgewassen zijn tegen het huidige beleggingsklimaat, dat sterk beinvloedt wordt door acties van centrale banken, politici en razendsnelle computerhandel. Voor sommigen was dat zelfs een reden om de handdoek in de spreekwoordelijke ring te gooien.

    Pensioenfondsen

    Hedgefondsen profileren zich vandaag de dag met hoge rendementen of met een bijzonder lage volatiliteit, waar pensioenfondsen wel oren naar hebben. Waren het vroeger nog vooamelijk vermogende particulieren die geld inbrachten in een hedgefonds, de laatste jaren stonden vooral pensioenfondsen in de rij om geld naar deze fondsen te brengen. Momenteel is tweederde van het vermogen dat hedgefondsen beheren afkomstig van pensioenfondsen, een tektonische verschuiving ten opzichte van tien jaar geleden, toen hun aandeel slechts 20% was in het totaal beheerde vermogen.

    Pensioenfondsen zijn meer risico-avers dan de miljardairs en miljonairs die in het verleden de grootste klanten waren van de fondsen. Ze stellen meer prioriteit aan transparantie en aan diversificatie dan aan hoge rendementen. Het gebruik van leverage, geleend geld om winsten (en verliezen) op de beleggingsportefeuille te vergroten, staat momenteel op een all-time dieptepunt. Pensioenfondsen beïnvloeden de manier waarop hedgefondsen werken, omdat ze andere eisen stellen dan vermogende particulieren die meer risico willen dragen. Zo nemen hedgefondsen steeds minder risico's en richten ze zich weermeer op de beleggingen waar ze veel kennis van hebben. Dat zou mede een verklaring kunnen zijn voor de lage rendementen van de afgelopen jaren.

    Een andere factor die hedgefondsen tegenwerkt in omvang. Door successen in het verleden brachten beleggers en vermogende partijen steeds meer geld in, zoveel dat een hedgefonds het niet meer effectief kan beleggen. Doordat er meer geld is dan er beleggingskansen zijn worden ook minder interessante beleggingen noodgedwongen opgenomen in de portefeuille. Dat maakt het voor een beleggingsfonds moeilijker om bovengemiddelde rendementen te behalen.

    Lage rente

    Door de lage rente hebben hedgefondsen ook meer moeite om hun meerwaarde te bewijzen. In vergelijking met andere beleggingsproducten als ETF's en trackers brengt een hedgefonds hoge kosten in rekening (vaak 2% van het beheerde vermogen). Als er door de lage rente geen goed rendement behaald kan worden teert de belegger in op zijn vermogen. Het magere rendement dat gemaakt is vloeit voor een groot gedeelte naar de vermogensbeheerder in plaats van naar de eigenaar van het vermogen.

  • Financials waren dit jaar grootste winnaars S&P 500

    Niet alleen de Amerikaanse aandelenmarkt liet in 2012 een leuke koersstijging zien, want de Nederlandse AEX index ging ook met ongeveer 10,4% omhoog. Het rendement op de S&P 500 index was in 2012 veel hoger dan het rendement op goud, dat in dollars maar 6% hoger staat ten opzichte van het begin van dit jaar. Met een koerswinst van 7,6% in dollars deed zilver het trouwens niet veel beter.

    Onderstaande afbeelding is afkomstig van de Wall Street Joual en laat zien wat de aandelen in de S&P 500 het afgelopen jaar hebben gedaan. Apple leek halverwege dit jaar de lieveling te worden van de Amerikaanse beleggers, maar verloor ten opzichte van de piek op $700 per aandeel in september toch meer dan 20%. Ten opzichte van begin 2012 staat het aandeel nog bijna 25% hoger, vergelijkbaar met het gemiddelde koersrendement op de financials van de S&P 500.

    Prestaties Amerikaanse aandelen S&P 500 index naar categorie, klik voor grotere versie (Bron: Wall Street Joual)

  • Zijn Amerikaanse staatsobligaties de ultieme bubbel?

    Als gevolg van de dalende rente zijn de koersen van Amerikaanse staatsobligaties sterk gestegen. Morgan Stanley dook in het archief van Bloomberg en kwam tot de conclusie dat het rendement op 10-jaars 'Treasuries' de afgelopen 33 jaar alles behalve slecht is geweest. Van 1980 t/m 2012 waren er slechts drie jaren waarop de 10-jaars staatsobligaties van Amerika een negatieve koersontwikkeling lieten zien. Dat was in 1994, 1999 en in 2009, jaren waarin de staatsobligaties respectievelijk 4,6%, 6,2% en 9,6% aan waarde verloren. In de betere jaren stegen de koersen van Amerikaanse staatsobligaties in een jaar met wel 15 tot 25%. Ook 2008 was een goed jaar voor Amerikaans schuldpapier, omdat veel beleggers na de val van Lehman Brothers dekking zochten in de liquiditeit en vermeende veiligheid van Amerikaanse staatsobligaties. Dat jaar steeg de koers van een 10-jaars Treasury met 21,2%.

    Door het ingrijpen van de Federal Reserve zijn de koersen van Amerikaase staatsobligaties sterk gestegen. Enerzijds door de extreem lage rente van de Fed en anderzijds door grootschalige monetaire verruiming. Doordat de centrale bank maandelijks voor tientallen miljarden aan langlopend schuldpapier opkoopt creëert ze een kunstmatige schaarste, wat ook een prijsopdrijvend effect heeft. Het is de vraag hoeveel lucht er nog meer in de Amerikaanse obligatiemarkt gepompt kan worden, want de rente is nu al uitzonderlijk laag. Het koersrendement lijkt voor een vermogensbeheerder vandaag de dag de belangrijkste reden te zijn om nog in schuldpapier met een negatieve reële rente te beleggen.

    Onderstaande grafiek laat het jaarlijkse koersrendement op Amerikaanse staatsobligaties sinds 1980 zien (klik voor een grotere afbeelding). Slechts drie jaar was het rendement op het schuldpapier negatief, waardoor veel beleggers het beschouwen als een veilige en defensieve belegging.

    Rendement op Amerikaanse staatsobligaties sinds 1980 (Via: Businessinsider)

    Rente op Amerikaanse staatsobligaties al vanaf 1980 in dalende trend (Bron: Seekingalpha)

    Bond bubble?

    Bekende namen als Marc Faber, Bill Gross en Peter Schiff waarschuwen al langer voor een bubbel in Amerikaanse staatsobligaties. Deze obligaties leveren vrijwel geen rendement meer op, maar blijven stijgen door de extreem lage rente en het ondersteunende beleid van de Federal Reserve. Bill Gross bevestigde dat recent nog op nieuwszender CNBC: “Natuurlijk is er een bubbel in de obligatiemarkt. […] Maar ik denk niet dat de rente zal stijgen… De Federal Reserve blaast veel lucht in deze bubbel, waardoor deze obgeblazen blijft.” Volgens Bill Gross zorgt de monetaire verruiming door de Amerikaanse centrale bank uiteindelijk voor inflatie, wat dodelijk is voor langlopende staatsobligaties met een vaste rente. Beleggers zullen op een gegeven moment geen genoegen meer nemen met de lage rente en uit angst voor snelle geldontwaarding uit staatsobligaties stappen. Bill Gross weet niet wanneer dat kantelpunt er zal zijn, maar in de laatste maandelijkse nieuwsbrief adviseert de obligatiebelegger bezittingen die zich kunnen corrigeren voor inflatie. Volgens Pimco zijn dat bijvoorbeeld olie, goud, voor inflatiegecorrigeerde Amerikaanse staatsobligaties (TIPS) en beleggingen in opkomende markten die in een andere valuta dan dollars worden uitgedrukt.

    Ook Peter Schiff en Marc Faber zijn van mening dat andere beleggingscategorieën steeds interessanter worden door de sterk gestegen obligatiekoersen en de extreem lage rente. Volgens Schiff zijn staatsobligaties relatief duur geworden ten opzichte van goud en volgens Faber waren bepaalde aandelen van Europese bedrijven afgelopen zomer sterk ondergewaardeerd, omdat beleggers vooral hun aandacht richtten op staatsobligaties.

    Bill Gross over de Amerikaanse obligatiemarkt (Bron: CNBC)

  • Grafieken: 11 Europese vastgoedbubbels

    Businessinsider merkt op dat de 'PIIGS-landen' zeer beperkt vertegenwoordigd zijn in het overzicht van landen met de grootste vastgoedbubbels. Terwijl landen als Griekenland, Italië, Spanje en Portugal onder vuur liggen vanwege een zwaar begrotingstekort (en/of een hoge staatsschuld) zijn het landen als Nederland, Denemarken, Zweden het Verenigd Koninkrijk die in verhouding tot de omvang van de economie de hoogste hypotheekschuld hebben.

    Het is opvallend dat de huizenprijzen in veel Europese landen nog steeds stijgen en dat er alleen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Denemarken enige sprake is geweest van een daling sinds het uitbreken van de crisis. Wat onderstaande grafieken laten zien is dat het schuldenprobleem niet beperkt is tot de Zuid-Europese landen en dat ook de 'sterkere' economieen van Europa vaak vast zitten door teveel schulden. Het zal u inmiddels wel bekend zijn dat Nederland de ranglijst aanvoert als het gaat om hypotheken. In verhouding tot het BBP is de hypotheekschuld nergens zo groot als op onze eigen bodem. Het IMF heeft recent nog gewaarschuwd voor de overwaardering van de huizenprijzen in Nederland en op de website van de BIS staat ook een heel artikel over de crisis op de Nederlandse huizenmarkt.. Ook in buitenlandse media wordt Nederland steeds vaker als voorbeeld genoemd van een land met een slecht functionerende huizenmarkt.

    De laatste twee grafieken heb ik toegevoegd om de cijfers in perspectief te kunnen plaatsen. De op één na laatste geeft de groei van de hypotheekschuld van 1998 t/m 2009 weer, afgezet tegen de omvang van iedere economie. De laatste grafiek zet de omvang van de private schulden tegenover het vrij besteedbare inkomen in het betreffende land.

    Verenigd Koninkrijk

    Nederland

    Denemarken

    Finland

    Zweden

    België

    Oostenrijk

     

    IJsland

     

    Luxemburg

    Noorwegen

    Zwitserland

    Grafiek van het IMF brengt groei hypotheekschuld Europese landen in kaart (Bron: Macrobusiness)

    Private schulden in verhouding tot het vrij besteedbare inkomen, Nederland is kampioen lenen (Bron: onbekend)

  • Video: Een uur met Kyle Bass

    De video is te bekijken op YouTube, klik daarvoor op onderstaande afbeelding of deze link.

    Kyle Bass bij AmerCatalyst 2012

  • Fitch waarschuwt voor barsten obligatiebubbel

    De gemiddelde rente op Amerikaanse bedrijfsobligaties met een looptijd van 10 jaar is door de overvloed aan liquiditeit sinds begin 2011 gehalveerd van 4% naar minder dan 2%. Fitch is van mening dat de obligatiebeleggers een subtiele stijging van de rente nog wel kunnen verteren, maar dat een plotselinge stijging van de rente zal zorgen voor grote verliezen in de portefeuilles van pensioenfondsen, levensverzekeraars en andere beleggingsfondsen die zich profileren met een vaste rente en een laag risicoprofiel.

    “Als de rente snel zal stijgen tot het niveau van voor 2011, dan zou een gemiddelde BBB-gewaardeerde bedrijfsobligatie plotseling 15% van haar marktwaarde verliezen. De obligaties met een nog langere looptijd van bijvoorbeeld 30 jaar zullen in dat geval met 26% in waarde kelderen”, zo schrijft Fitch. De autoriteiten staan volgens de kredietbeoordelaar voor een lelijk dilemma. Als ze [centrale banken] blijven vasthouden aan een extreem lage rente en een soepel monetair beleid, dan drukken ze beleggers dieper in laagrenderende obligaties die het meest kwetsbaar zijn voor een stijgende rente. Als de rente op bedrijfsobligaties verder zakt neemt de kans op – en de omvang van – een correctie alleen maar toe.

    Obligatiebubbel

    De schade van een correctie in bedrijfsobligaties zal dit keer vele malen groter zijn dan de vorige keer in 2002. De verliezen werden toen al opgedreven door een golf van wanbetalingen. Een verdubbeling van de rente vanaf het huidige niveau zou een veel grotere slachting kunnen veroorzaken in de bedrijfsobligaties, zo menen de analisten en economen van Fitch. De markt voor bedrijfsobligaties is gigantisch, alleen in de VS heeft deze al een omvang van $8,6 biljoen. Dat is ongeveer half zo groot als de markt voor Amerikaanse staatsobligaties, want de staatsschuld van Amerika is momenteel iets meer dan $16,3 biljoen in omvang. Ook in Europa en Azie is er een grote markt voor bedrijfsobligaties, financiele activa waar pensioenfondsen en andere beleggingsfondsen veel posities in hebben.

    In Amerika is een kwart van de totale obligatiemarkt in handen van levensverzekeraars, zo lezen we op de Telegraph. Het afgelopen jaar werd er voor $974 miljard aan nieuwe bedrijfsobligaties uitgegeven, waarvan maar liefst 96% is afgesloten tegen een vaste rente. In 2007 werd nog maar 60% van de bedrijfsobligaties uitgegeven met een vaste rente, de rest was variabel. Het grote aandeel aan bedrijfsobligaties met een vaste rente maakt de obligatiemarkt kwetsbaarder voor een rentestijging. De schuldpapieren met een vaste rente zullen snel aan waarde verliezen als de marktrente begint op te lopen.

    Hypotheekschuld

    De totale obligatiebubbel is nog groter als ook hypotheekleningen worden meegeteld. Amerikaanse banken alleen bezitten al voor $1,5 biljoen aan hypotheekleningen. De Federal Reserve doet er alles aan om een stijgende rente op deze schuldpapieren te voorkomen. Met 'Operation Twist' verlaagde de centrale bank de rente op langlopende staatsobligaties, die vaak als uitgangspunt worden gebruikt voor de bepaling van de rente op hypotheekleningen. Voordat 'Operation Twist' was afgelopen schakelde de Federal Reserve in een hogere versnelling, door maandelijks ongesteriliseerd voor $40 miljard aan hypotheekleningen op te kopen. Op deze manier creeert de centrale bank een kunstmatige schaarste, die de waarde van deze schuldpapieren opdrijft en de rente omlaag drukt. Onlangs bereikte de gemiddelde hypotheekrente in Amerika een niveau van 3,32% voor 30 jaar. Dat is het laagste niveau sinds 1971.

    Obligatiekoersen blijven stijgen door de lage rente en door een vlucht naar vermeende veiligheid (Bron: Trading Academy)

  • Grafiek: Inkomstenbelasting VS van 1913 t/m 2012

    Sommigen beweren dat Amerika de laatste tijd steeds socialistischer is geworden, maar dat blijkt niet uit de hoeveelheid inkomstenbelasting die de overheid vraagt van de hoogste inkomens. Over een inkomen van $1 miljoen betaalt men in Amerika een inkomstenbelasting van ongeveer 32,7% (afhankelijk van de woonsituatie en gezinssamenstelling), terwijl de belastingquote in de jaren vijftig voor deze inkomensgroep nog boven de 70% lag.

    Wie $10 miljoen per jaar verdiende moest van 1944 tot en met 1963 nog bijna 90% van zijn of haar inkomen afdragen aan inkomstenbelasting. Van datzelfde inkomen hoeft anno 2012 nog maar 34,8% naar de belastingdienst. Als we dat vergelijken met de middeninkomens en de lagere inkomens kunnen we tot de conclusie komen dat vooral de hogere inkomens er in de afgelopen decennia op vooruit zijn gegaan. Hun belastingquote is sinds 1980 bijna gehalveerd, terwijl iemand met een inkomen van $50.000 per jaar nu nog bijna evenveel belasting betaalt als in 1980 (van 19,4 naar 17,1%).

    Inkomensongelijkheid

    Gezien het enorme begrotingstekort van de Amerikaanse overheid is het onvoorstelbaar dat er geen grotere bijdrage wordt gevraagd van de allerrijksten. Van een inkomen van $1 miljoen per jaar kan iemand royaal leven, ook als zijn of haar belastingquote van 32,7% naar 62% zou stijgen. Parallel aan de lagere inkomstenbelasting voor de allerrijksten in Amerika is de kloof tussen rijk en arm verder gegroeid, zoals ik eerder ook al schreef op Marketupdate.

    Klik op onderstaande afbeelding om naar de website van Quartz te gaan, waar de interactieve versie van de grafiek te vinden is. Hier kunt u een willekeurig jaarinkomen invullen, zodat er een grafiek uitrolt die de belastingquote voor dat inkomen laat zien van 1913 tot en met 2012. In de grafiek is ook een inflatiecorrectie opgenomen, want een dollar uit 1913 is natuurlijk veel meer waard dan een dollar waar de handtekening van Geithner op staat.

    Interactieve grafiek op Quartz.com laat belastingquote per inkomen zien vanaf 1913 tot en met nu (Bron: Quartz)

  • Grafiek: Inkomensverschillen in VS sterk gegroeid sinds 1989

    De groeiende inkomensongelijkheid laat zien dat Amerika er in 2010 feitelijk slechter voor stond dan in 1989. Reuters haalt het voorbeeld aan van Washington D.C., waar de top 5% van de huishoudens (gerangschikt naar inkomen) vorig jaar gemiddeld meer dan $500.000 verdiende. In diezelfde stad verdiende de onderste 20% van alle huishuidens vorig jaar minder dan $9.500. Dat is een verhouding van 54:1, een sterke toename van de 39:1 verhouding in deze stad twee decennia geleden.

    De kloof tussen rijk en arm is in deze stad groter dan in alle Amerikaanse staten en neemt een derde plek in op de ranglijst van Amerikaanse steden. De groeiende inkomensongelijkheid in Amerika is volgens Reuters in het hele land zichtbaar. Inmiddels is de kloof groter dan tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig.

    Nivellering?

    Het is dan ook niet vreemd dat er tijdens de verkiezingsrace dit jaar veel aandacht was voor de rol van de overheid. Moet ze meer nivelleren of juist niet? Democratische kiezers vonden dat er nog te weinig gedaan werd aan het terugdringen van de inkomensverschillen, de Republikeinen waren daar minder over te spreken. Begin volgend jaar treed een voor Amerikaanse begrippen omvangrijk bezuinigingsprogramma in werking, waar ook de lagere en de middeninkomens door getroffen zullen worden.

    Het is ironisch dat de inkomensongelijkheid is toegenomen sinds president Lyndon Johnson in de 'State of the Union' zijn pijlen richtte op armoedebestrijding. Sindsdien heeft de overheid bijgedragen aan herverdeling van de welvaart richting de hogere inkomens. De machtige lobby tussen banken, grote bedrijven en de politiek heeft in Amerika bijgedragen aan een toenemende inkomensongelijkheid. De rekening kon op deze manier vaak onevenredig bij de gemiddelde en de lagere inkomens worden neergelegd, terwijl winsten werden geprivatiseerd.

    Op deze pagina van Reuters is een interactieve grafische weergave gemaakt van de inkomensverdeling van 1989 t/m 2011 in Amerika. Hier is een interessante ranglijst te vinden van alle Amerikaanse staten.

    Ontwikkelingsland

    Een grote kloof tussen rijk en arm is één van de eigenschappen waar we een ontwikkelingsland aan kunnen herkennen. De volgende definitie van ontwikkelingsland kwam ik tegen via encyclo.nl, Oordeel zelf:

    • ontwikkelingsland

    “heeft als algemeen kenmerk een laag inkomen per hoofd van de bevolking. Andere kenmerkende problemen zijn: een slechte infrastructuur, lage scholingsgraad, estige betalingsbalansproblemen en een hoge buitenlandse schuld.”

     

    Verdeling naar inkomenscategorie laat groeiende inkomensongelijkheid zien (Bron: Reuters)

    Een interactieve weergave van de inkomensongelijkheid per staat (Bron: Reuters)

  • Japanse premier wil stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen

    De nieuwe Japanse premier Shinzo Abe heeft een nieuw stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen aangekondigd, dat volgens hem nodig is om de economie uit het slop te trekken. De overheid zou dit bedrag (omgerekend bijna €90 miljard) volgens de premier vooral moeten investeren in infrastructuur. Met dit stimuleringsprogramma overschrijdt de premier het uitgavenplafond dat door zijn voorganger Noda in het leven werd geroepen.

    Woensdag kondigde de premier het stimuleringsplan aan dat economische groei zou moeten genereren. “Vanuit een macro-economisch perspectief bezien is er waarschijnlijk ongeveer ¥10 biljoen nodig”, zo verklaarde de premier op woensdag. Met omgerekend €89 miljard aan extra overheidsbestedingen komt Abe zijn verkiezingsbelofte na en distantieert hij zich van het beleid van zijn voorganger Noda. Die gaf in augustus nog goedkeuring aan het plan op om de komende drie jaar niet meer dan ¥44 biljoen per jaar aan nieuwe staatsobligaties uit te schrijven. Vanaf het fiscale jaar 2013 zou de overheid volgens dit plan niet meer schulden mogen maken dan in het fiscale jaar 2012.

    Die administratieve beperking op de begroting, enigzins vergelijkbaar met het schuldenplafond in Amerika, moet het veld ruimen als Shinzo Abe zijn stimuleringsplannen wil doorvoeren. De jaarlijkse begroting, die volgens zijn voorganger Noda niet groter mocht worden dan ¥71 biljoen, zal door de nieuwe premier waarschijnlijk verder opgerekt worden.

    Shinzo Abe heeft de centrale bank van Japan onder druk gezet om een soepeler monetair beleid te voeren, waardoor extra overheidsstimulering en schulduitgifte mogelijk is. De Bank of Japan zal donderdag de uitkomst doorgeven van een tweedaagse beleidsvergadering, een gebeurtenis die door de Japanse media op de voet wordt gevolgd.

    De extra ¥10 biljoen aan uitgaven voor infrastructuur en rampenbestrijding zal voor bijna de helft ‘gefinancierd’ worden door een overschot in het vorige fiscale jaar, de andere helft moet bijgeleend worden door middel van de uitgifte van nieuwe staatsobligaties. De Japanse staatsschuld is in omvang meer dan twee keer zo groot als het BBP van het land, met afstand de hoogste schuldquote van alle geïndustrialiseerde landen. De extreem hoge staatsschuld heeft totnogtoe niet voor problemen gezorgd, omdat de binnenlandse vraag naar het schuldpapier nog steeds groot is. Japanners sparen veel in staatsobligaties van hun eigen overheid, waardoor het land relatief weinig extee schuldeisers heeft. Dat is ook één van de redenen waarom er in de wereld relatief weinig gesproken wordt over het Japanse schuldenprobleem.

    Financieringsprobleem

    De Japanse overheid slaagt er nog steeds in de tekorten te financieren met het spaargeld van haar eigen burgers, maar er zijn ontwikkelingen gaande die vroeg of laat problemen kunnen opleveren. Als eerste is er de vergrijzing, een demografisch probleem dat ook effect zal hebben op de pensioenfondsen. Die fondsen zullen vroeg of laat bezittingen moeten verkopen, zodra het punt bereikt wordt waarop er pensioenuitkeringen zijn dan inkomsten. Dat betekent dat er ook dat er minder staatsobligaties gekocht zullen worden door pensioenfondsen.

    Een andere ontwikkeling die zorgen baart is de handelsbalans van Japan. Was het land van 1981 tot en met 2008 nog een netto exporteur, sindsdien is Japan omgeschakeld naar een importeconomie. De verzwakte handelsbalans betekent dat het land meer geld moet lenen om zijn import te kunnen betalen. Onderstaande grafiek laat zien dat de handelsbalans het afgelopen jaar sterk verslechterd is. Financiële markten prijzen het ‘inflatiegevaar’ van de nieuwe politieke koers in, want de rente op 10 jaars staatsobligaties is de laatste dagen weer wat aan het stijgen. Inmiddels is de rente op deze obligaties door het 100-daags gemiddelde heen gebroken. Over de langere termijn bezien kunnen we nu nog niet spreken van een trendbreuk, de rente was een jaar geleden nog beduidend hoger dan nu.

    Japan is geen exportland meer (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Rente Japanse staatsobligaties loopt laatste dagen weer iets op (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)

  • Wereldkaart volgens kredietbeoordelaars Moody’s, S&P en Fitch

    De wereldkaart is afkomstig van deze website en kan daar in een nog hogere resolutie bekeken worden. De kredietbeoordelingen zijn gebaseerd op de capaciteit van een land om haar schulden af te betalen, de financiële geschiedenis van het land en de samenstelling van bezittingen en verplichtingen. Kredietbeoordelaars Moody's en &P beheren samen 40% van de totale markt voor kredietbeoordelingen. Fitch heeft een marktaandeel van 14%.

    Door linksonder op het knopje 'key' te drukken kunt u de legenda inklappen en weer tevoorschijn halen. De grote versie is hier te vinden.


    via chartsbin.com

  • Vijftien signalen dat de Amerikaanse economie zal verslechteren in 2013

    Dit zijn maar een paar feiten die erop wijzen dat het economisch niet zo goed gaat in Amerika. Het Economic Collapse Blog verzamelde er in de afgelopen weken nog meer, waardoor ze uiteindelijk op de volgende lijst van vijftien kwamen. Een aantal van deze punten zijn overigens al eerder aangestipt op Marketupdate.

    1. Volgens de meest recente cijfers gebruiken 47,71 miljoen Amerikanen voedselbonnen. Dat is een stijging van meer dan 600.000 ten opzichte van een maand eerder en zelfs een stijging van 1 miljoen in twee maanden tijd. De groeiende doelgroep voor voedselbonnen leek af te vlakken, maar begint de laatste maanden weer aan snelheid te winnen. In 1970 maakte ongeveer één op de vijftig Amerikanen aanspraak op voedselbonnen, nu is dat meer dan één op de zeven. De kosten die de overheid makt voor de voedselbonnen zijn inmiddels vergelijkbaar met bijna 14% van de totale omzet van supermarkten in de VS.
    2. De jeugdwerkloosheid in de VS staat op het hoogste punt sinds de Tweede Wereldoorlog.
    3. Volgens een onderzoek van Gallup nam de werkloosheid in Amerika in de maand november juist sterk toe.
    4. De laatste weken waren er opnieuw veel aankondigingen van ontslagrondes bij diverse grote bedrijven. Sinds de presidentsverkiezing van 6 november zijn er al meer dan 100.000 ontslagen gevallen.
    5. Volgens de Wall Street Joual zal de helft van de 40 grootste bedrijven de komende maanden bezuinigingen doorvoeren.
    6. Kleinere bedrijven in Amerika denken dat ze als gevolg van de nieuwe 'Obamacare' gedwongen zullen worden in 2013 fulltime arbeidsplaatsen te vervangen voor deeltijd plekken.
    7. Een onderzoek liet zien dat gemiddeld 40% van de Amerikanen minder dan $500 aan spaargeld op de bank heeft staan. Onder deze groep zouden ook mensen zitten die in een groot huis wonen en die een hoge hypotheek hebben afgesloten bij de bij de bank. Maar liefst 54% van de respondenten uit dit onderzoek gaf toe geen spaarplan te hebben en 45% was bang dat ze nooit aan sparen toe zouden kunnen komen.
    8. Een ander onderzoek toonde aan dat 28% van de Amerikanen zelfs helemaal geen geld achter de hand heeft voor noodgevallen.
    9. Uit een enquete kwam naar voren dat 62% van de middenklasse het afgelopen jaar minder geld heeft uitgegeven aan het huishouden dan het jaar ervoor.
    10. Veel Amerikanen hebben meer schulden op zich genomen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.In oktober werden er meer consumentenleningen afgesloten dan ooit tevoren. Het lijkt erop dat Amerikanen niet hebben geleerd van het verleden en zich laten verleiden door de gunstige rente op leningen.
    11. De mediaan van het inkomen van huishoudens zakt al vier jaar op rij. Gedurende deze periode ging het jaarinkomen met in totaal ongeveer $4.000 naar beneden.
    12. Bankiers op Wall Street hebben minder bonussen te verdelen dan voorgaande jaren. De pot is weer gekrompen tot het niveau van 2008. Weinig mensen zullen hierom treuren, maar het geeft wel aan dat het ook in de financiele wereld slechter gaat.
    13. Voedselbanken in heel Amerika zien meer hongerige gezinnen binnenkomen dan ooit tevoren.
    14. De Amerikaanse regering heeft in de eerste twee maanden van het fiscale jaar 2013 al $292 miljard meer uitgegeven dan er binnen is gekomen. Dat tekort is $57 miljard groter dan in de eerste twee maanden van het fiscale jaar 2012. De tekorten lijken steeds sneller toe te nemen.
    15. De staat Michigan werkt aan een gecontroleerd bankroet voor de stad Detroit, die de laatste jaren steeds meer in verval is geraakt.

    Een economische storm staat Amerika nog te wachten, aldus het Economic Collapse Blog (Foto van thefoxisblack.com)