Categorie: Financiele Instellingen

  • Italiaanse banken zwaar onderuit op de beurs, UniCredit in de problemen

    De problemen bij de Italiaanse banken krijgen nog niet zoveel aandacht in de Nederlandse media, maar het is wel een ontwikkeling om in de gaten te houden. De bank UniCredit wilde €7,5 miljard aan kapitaal ophalen op de markt, maar dat ging erg moeizaam. Als gevolg daarvan ging het aandeel die dag al flink onderuit, maar in de dagen die daarop volgden werd het verlies alleen nog maar groter. Maandag was opnieuw een moeilijke handelsdag, waarin de handel in het aandeel UniCredit zelfs 8x kortstondig werd stilgelegd om opvallende activiteiten in de gaten te houden en de beleggers te kalmeren. Volgens de Italiaanse beurswaakhond zouden er mogelijk regels omtrent de short selling van aandelen overtreden zijn, zo lezen we op RTL-Z.

    Aandeel UniCredit op laagste punt sinds beursgang

    De koers van UniCredit sloot maandag uiteindelijk op €2,286, een niveau lager dan tijdens het dieptepunt van de beurzen in begin 2009 en even laag als tijdens de beursgang van UniCredit in 1998. Ter vergelijking, de koers van het aandeel ING staat momenteel twee maal zo hoog als tijdens het dieptepunt van bijna drie jaar geleden. Andere Italiaanse banken zoals Banca Monte Dei Paschi die Siena, MedioBanca, Banco Popolare Societa Cooperativa en Intesa Sanpaolo gingen ook hard onderuit in de eerste handelsdagen van 2012, zoals onderstaande grafiek laat zien.

    Koersverloop Italiaanse banken in laatste zes handelsdagen. Bron: Bloomberg, via Zero Hedge

    ECB voorziet in liquiditeitsbehoefte

    Gelukkig is er altijd nog de ECB die paraat staat om de noodlijdende Italiaanse banken wat lucht te geven, want met het nieuwe 3-jaars leenprogramma van de ECB kunnen de liquiditeitsproblemen nog een tijdje worden uitgesteld. Reuters berichtte gisteren dat Italiaanse banken in de maand december flink gebruik hebben gemaakt van de nieuwe leenfaciliteit van de ECB, want ze leenden die maand gezamenlijk voor een kleine €210 miljard. Of het noodkrediet de banken ook kan beschermen tegen hun (intrinsieke) solvabiliteitsprobleem is nog maar de vraag. Iedereen weet dat geen enkele bank kan voortbestaan als spaarders hun vertrouwen verliezen en hun geld elders willen stallen. Zou er een vertrouwenscrisis ontstaan rondom één van de Italiaanse banken, dan zou zelfs onbeperkte liquiditeit van de ECB niet helpen om de situatie weer te stabiliseren.

    Het wankele evenwicht van het Europese banksysteem wordt keer en keer op de proef gesteld door de opeenstapeling van problemen in Hongarije, Griekenland en Spanje. Verschillende Europese landen moeten in de komende maanden weer veel geld ophalen om obligatieleningen te veieuwen, waarvan we de de details in een eerder bericht al uit de doeken deden. Door de dalende aandelenkoersen zakt het eigen vermogen van de Italiaanse banken verder in, waardoor ze kwetsbaar worden voor afschrijvingen op bijvoorbeeld staatsobligaties.

    UniCredit somber over toekomst Eurozone

    Ondertussen zit het geplaagde UniCredit zelf het vuurtje nog wat op te stoken, door in een nieuw rapport te schrijven dat ''een escalatie van de Europese schuldencrisis kan leiden tot de herintroductie van een nationale valuta in één of meer landen binnen de Eurozone en in het meest extreme geval zelfs de Europese Unie zal moeten verlaten.'' Volgens experts is dit de eertse keer dat een dergelijke waarschuwing zo expliciet wordt uitgesproken in een dergelijk rapport. Het rapport vervolgt: ''een verdere verslechtering van de politieke en sociaal-economische situatie in Griekenland of een oproep om de Griekse staatsschuld te herstructureren kan zelfs tot nog veel grotere verliezen voor banken leiden dan die op 30 september 2011''.

    Het aandeel UniCredit is niet meer hersteld van de grote beurscrash in 2008 en staat nu op een nog lager niveau dan toen. Bron: Bloomberg

  • Societe Generale: ‘Brent olie naar $150 of $200 bij escalatie van situatie in Iran’

    De twee genoemde scenario's werden door Michael Wittner van Société Générale onder de loep genomen. Een Europees embargo op Iraanse olie (een kwart van de Iraanse olie-export gaat momenteel naar Europa toe), zou volgens de analist sneller kunnen komen dan algemeen wordt aangenomen. In dit geval zal de vraag naar de Brent olie uit de Noordzee dusdanig stijgen dat de prijs kan oplopen van de huidige $113 naar een niveau van $125-150 per vat. De exacte prijsstijging zal afhankelijk zijn van hoe snel het embargo in werking treedt en in hoeverre Aziatische afnemers van Iraanse olie het mogelijke Europese embargo zullen steunen. Ook zal de reservecapaciteit van Saoedi-Arabië een rol spelen, want dit land zal haar capaciteit moeten vergroten om de vraag op te vangen. Een Europees embargo op Iraanse olie is zeer waarschijnlijk, aangezien er op 4 januari al een principe-akkoord is bereikt.

    In het tweede scenario, waarin Iran daadwerkelijk de Straat van Hormuz gaat blokkeren voor alle scheepvaart, komt er een belangrijke handelsroute met een omvang van 15 miljoen vaten olie stil te liggen. Dit zal grote gevolgen hebben op de wereldwijde oliemarkt, met olieprijzen die volgens Michael Wittner kunnen stijgen tot $150-200. Een geloofwaardige dreiging van Iran om de Straat van Hormuz dicht te houden met mijnen, raketten en snelle aanvalsboten zal tot gevolg hebben dat verzekeraars de olietankers niet meer willen verzekeren. Hierdoor kan de transportroute snel stilvallen. Toch zal een complete afsluiting van de Straat van Hormuz niet veel langer kunnen duren dan een week of twee, aldus Wittner van Société Générale. Dat komt door de simpele reden dat Amerika militair materieel in de regio paraat heeft om de Iraanse blokkade op te heffen. Een piek in de olieprijs als gevolg van een Iraanse blokkade van de handelsroute zal om die reden dan ook slechts van tijdelijke aard zijn.

    Iraanse olie-export gaat vooamelijk naar Azie, een kwart komt voor rekening van Europa

    De kans op dit scenario schat Société Générale op 5%, omdat Iran er zelf ook onder te leiden zal hebben. Ten eerste loopt Iran veel inkomsten mis, want in 2008-2009 was 65% van alle inkomsten van de Iraanse overheid afhankelijk van de productie en export van olie. Daaaast kan een reactie van Amerika om de blokkade op te heffen veel militair materieel kosten aan de Iraanse zijde. Ook kan het Iraanse nucleaire programma, dat nauwgezet wordt gevolgd door Amerika, in gevaar komen door Amerikaans militair ingrijpen.

    De belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen weken in dit dossier waren als volgt:

    • Op 8 november verscheen een rapport van het Inteationaal Atoom Agentschap (IAEA) waarin meer bewijzen en aanwijzingen werden gegeven dat het Iraanse atoomprogramma een militair karakter heeft (ook al werd die conclusie aan het eind van het rapport om diplomatieke reden nog niet getrokken)
    • Begin december 2011 begon Europa een importverbod op Iraanse olie te overwegen
    • Eind december startte Iran een 10-daags oefenprogramma in de Perzische Golf en in de Straat van Hormuz, waarbij verschillende onderdelen van het militaire apparaat werden getest.
    • Op 31 december ondertekende de Amerikaanse president Obama een wet die de Iraanse centrale bank met ingang van juni afsluit van het Amerikaanse financiële systeem. Dit heeft gevolgen voor Iran, omdat het betalingsverkeer van Iraanse olie-export grotendeels via deze centrale bank verloopt en door deze maatregelen dus gehinderd zal worden. De VS is zelf beperkt in haar maatregelen om de Iraanse olie-export te belemmeren, want een hogere olieprijs zal ook de Amerikaanse economie schade toebrengen. Wel heeft de Amerikaanse overheid kenbaar gemaakt vrijstellingen te geven aan andere landen die besluiten hun afname van Iraanse olie te verminderen.
    • Op 4 januari bereikte Europa een principeakkoord om de import van 0,6 miljoen vaten olie per dag vanuit Iran stop te zetten. Vooral Italië, Spanje en Griekenland blijken grote afnemers te zijn van Iraanse olie, maar hun bezwaren bleken niet bestand tegen de koers die andere Europese landen willen varen. Europese landen moeten een alteatieve leverancier regelen voor hun oliebehoefte, bijvoorbeeld via Saoedi-Arabië. Voorheen was Libië ook een belangrijke leverancier van olie aan Zuid-Europese landen, maar sinds de onrusten in dit land ligt de productiecapaciteit ver onder het niveau van voor de onrusten.

    Olieproductie Iran

    Iran produceert 3,5 miljoen vaten olie per dag, waarvan 1,1 miljoen vaten in eigen land geraffineerd kunnen worden. De resterende 2,4 miljoen vaten aan ruwe olie worden geëxporteerd, waarvan tweederde richting Aziatische landen zoals China, India en Japan. De rest komt voor rekening van Turkije (0,2 miljoen vaten per dag) en Europa (0,6 miljoen vaten per dag). Volgens Société Générale zullen Japan en Zuid-Korea niet meewerken aan het eventuele Europese olie-embargo, maar zullen de twee landen wel door Amerika onder druk worden gezet om mee te werken. India en China zullen hun import niet terugbrengen, maar eerder uitbreiden. Ze verkrijgen immers een sterkere onderhandelingspositie tegenover Iran en kunnen daarmee wellicht kortingen afdingen. Toch zal Iran naar verwachting niet in staat zijn om al haar weggevallen export naar Europa af te zetten op de Aziatische markt.

    Reservecapaciteit van verschillende olieproducerende landen is beperkt

    In het eerste scenario, dat van een Europees embargo op Iraanse olie, zal de Europese behoefte aan olie moeten worden opgevangen door toegenomen productie in Saoedi-Arabië, Koeweit, de Verenigde Arabische Emiraten en Quatar. Volgens de Franse zakenbank vinden hier al onderhandelingsgesprekken over plaats. De hogere druk op andere olieproducerende landen zal de prijs van olie doen stijgen. Toch kan de stijging meevallen als de olieproductie van Libië weer snel herstelt van het huidige niveau van 0,8 tot 1 miljoen vaten per dag naar het oude niveau van 1,6 tot 1,7 miljoen. Daar zijn al wel aanwijzingen voor te vinden. Mocht het embargo tegen Iran er niet komen en het conflict over de Straat van Hormuz met een sisser aflopen, dan houdt Société Générale een koersdoel van $110 aan voor Brent olie in 2012.

    In het tweede scenario, waarin Iran actief de Straat van Hormuz gaat blokkeren, zal het transport van in totaal 15 miljoen vaten aan olie per dag geblokkeerd worden. Dat baseert Michael Wittner van de Franse zakenbank op de totale productie van Iran, Irak, Koeweit, Saudi Arabie, de Verenigde Arabische Emiraten en Quatar, minus de ongeveer 1 miljoen vaten aan olie die via diverse pijpleidingen en andere waterwegen worden geëxporteerd. Een militaire dreiging door het Iraanse leger zal al genoeg zijn om de scheepvaart stil te leggen, daarvoor hoeft er volgens het Michael Wittner niet daadwerkelijk een olietanker aangevallen te worden.

    Op 30 januari houden de Europese ministers van Buitenlandse Zaken een bijeenkomst, waarop het olie-embargo mogelijk uitgevoerd zal worden. We blijven de ontwikkelingen in de gaten houden.

  • Nederlandse staat leent geld voor drie maanden tegen 0% rentevergoeding

    In een financiële crisis zoals we nu meemaken gebeuren soms gekke dingen. Vorig jaar berichtten we al over een Nederlandse obligatieveiling met een negatieve rente, waarbij beleggers dus geld bij moeten leggen om hun geld aan de overheid uit te kunnen lenen. Bij de meest recente veiling van bijna €3 miljard aan kortlopend 3-maands staatspapier kwam de rente precies op 0% uit, wat wil zeggen dat beleggers een prijs betalen om vermogen te parkeren bij een 'veilige haven' zoals de Nederlandse staat. Niet alleen lopen ze de rente mis die ze zouden ontvangen op een spaardeposito bij een private bank (de zogeheten 'opportunity costs'), ook lijden ze nog een extra verlies door de inflatie. Het geld zal over drie maanden iets minder koopkracht hebben dan nu het geval is, als we de officiële inflatiecijfers mogen geloven.

    Dat er toch beleggers zijn die hun geld zonder enige vergoeding willen uitlenen aan de overheid en daarmee de rentevergoeding van een spaarrekening bij een bank links laten liggen geeft in feite weer dat beleggers ofwel irrationeel handelen, ofwel dat ze de banken minder vertrouwen dan de Nederlandse overheid of dat misschien zelfs beide factoren een rol spelen. We vragen ons af wie deze staatsobligaties koopt, misschien beleggers die verwachten dat de rente in de toekomst negatief zal worden en dat hun obligaties daardoor verder in waarde zullen stijgen. Dit is een patroon dat past bij een bubbelvorming.

    Obligaties versus goud

    Met de succesvolle plaatsing van renteloze obligaties is in elk geval één argument van de goudsceptici om zeep geholpen. Dat is het argument dat goud geen cashflow genereert in de vorm van een rentevergoeding of dividend. Beleggers die de veiligheid zoeken in staatsobligaties krijgen in sommige gevallen immers ook al geen rentevergoeding meer, waardoor beide beleggingscategorieën op dit onderdeel op gelijke hoogte staan. Ten opzichte van staatsobligaties biedt fysiek goud ook zekerheid, omdat het geen risico kent van een tegenpartij die in gebreke kan blijven en omdat de goudprijs zich op lange termijn corrigeert voor geldontwaarding. Een bescherming tegen geldontwaarding wordt door het gros van de staatsobligaties niet geboden en ook is het nooit volledig uit te sluiten dat een staatsobligatie ten alle tijde afbetaald wordt. Goud daarentegen is puur bezit en zal onder alle denkbare omstandigheden een waarde vertegenwoordigen.

    Terwijl staatsobligaties blijkbaar nog zeer gewild zijn onder beleggers vertegenwoordigd goud nog maar een fractie van alle financiële activa (waarvan het meerendeel ook nog eens in de vorm van beloftes op goud wordt aangehouden in plaats van het fysieke metaal zelf). Obligaties zijn onder de meeste beleggers veel populairder dan goud, terwijl de fundamentals juist in het voordeel van goud spreken. Zie ook onderstaande grafiek.

    Goud vormt nog altijd een marginaal gedeelte van alle financiele activa. Staatsobligaties daarentegen vertegenwoordigen een veel grotere waarde

  • Record verkoop Amerikaanse staatsobligaties

    Uit data van de Federal Reserve blijkt dat buitenlandse investeerders in de week die eindigde op 28 december, $23 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties hebben verkocht. In december 2011 verkochten buitenlandse investeerders een recordhoeveelheid van $69 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties. Eenmaal eerder deden buitenlandse investeerders in vergelijkbare mate afstand van het Amerikaanse schuldpapier. Dit gebeurde kort nadat afgelopen zomer de kredietbeoordelaar Standard & Poor's de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten had afgewaardeerd.


    Bron: Zero Hedge
    In totaal hebben buitenlandse investeerders nog $2,67 biljoen aan Amerikaanse obligaties in handen. Dit is iets minder dan de $2,75 biljoen die investeerders half augustus, toen het buitenlandse bezit van de staatsobligaties piekte, in bezit hadden. Zoals te zien is op de bovenstaande grafiek is het bezit van Amerikaanse obligaties gedurende 2011 relatief vlak geweest. Dit is opvallend aangezien de dalende rente van de Amerikaanse obligaties duidt op een stijging van de vraag naar de staatsobligaties.

     
    Bron: Bloomberg

     
    Een afname van buitenlandse interesse in Amerikaans schuldpapier kan Washington op (korte) termijn in problemen brengen. Indien de afname van de buitenlandse vraag naar het schuldpapier niet wordt gecompenseerd door een toename van de binnenlandse vraag (Amerikaanse investeerders of de Federal Reserve), zal de rente oplopen. Een oplopende rente zal de Amerikaanse overheid, die een begrotingstekort van richting de 10% moeten financieren, onder grote druk zetten. Het is al langer bekend dat zowel Rusland als China hun posities in Amerikaanse staatsobligaties afbouwen. Later deze maand zal de Amerikaanse overheid data publiceren die duidelijk zal maken of het wederom deze landen zijn die hun deel van de Amerikaanse schuldenberg in de uitverkoop hebben gezet.

     

  • Bloomberg: ‘Staatsobligaties waren beste belegging 2011’

    Volgens Bloomberg hebben de staatsobligaties voor het eerst sinds 1997 het beste rendement behaald. Daarmee versloeg het staatspapier, dat actief werd ondersteund door de Federal Reserve in de V.S. en de Bank of England en ECB in Europa, belangrijke indices op het gebied van aandelen, grondstoffen en valuta. De 'MSCI All Country World Index' (MXWD), een wereldwijde index van de aandelenmarkten, leed in 2011 inclusief dividenduitkeringen een verlies van 6,8%, terwijl de 'Standard & Poor’s GSCI Total Retu Index' van grondstoffen met 1,18% ook een klein verlies liet zien. De US dollar index (USD tegen mandje van zes andere valuta) steeg in 2011 met 1,6%, maar de staatsobligaties van verschillende landen deden het een stuk beter met een rendement van 5,89% (inclusief herinvestering van de rente). Vooral de Amerikaanse staatsobligaties deden het goed met een winst van 9,78% over heel 2011.

    De vlucht van de grote massa richting de als veilig beschouwde obligatiemarkt stuwde de koersen van de Amerikaanse 'Treasuries' omhoog, maar tegelijkertijd zakte de rente op het staatspapier weg tot niveau's lager dan de inflatie. Beleggers die obligaties houden lijden een koopkrachtverlies, maar omdat zoveel beleggers de obligaties willen hebben werden die gedurende 2011 toch meer waard op de secundaire markt. De politieke impasse over de verhoging van het schuldenplafond, de daarop volgende afwaardering door S&P en de roep van Obama om nu opnieuw het schuldenplafond met $1.200 miljard te verhogen, maakten op de obligatiebeleggers blijkbaar weinig indruk.

    Volgens Christopher Sullivan, beheerder van een vermogen van $1,9 miljard bij de United Nations Federal Credit Union in New York, was 2011 ''een jaar van extreme volatiliteit met veel politieke en economische onzekerheden''. Hij vertelde tegenover Bloomberg dat deze omstandigheden, samen met de lagere groei- en inflatieverwachtingen, beleggers richting kwaliteitsobligaties dreven. Vooral de 10-jaars Amerikaanse staatspapieren waren populair, want die stegen met 29%. We moeten terug tot 1995 om een soortgelijk rendement te zien, toen haalden dezelfde 10-jaars staatspapieren een koersstijging van 30,7%.

    Volgens Bloomberg en de diverse analisten die ze raadpleegden waren staatsobligaties de grote verrassing van 2011 als beleggingscategorie. Dit bevestigt Donald Ellenberger, beheerder van een portefeuille van meer dan $10 miljard bij Federated Investors in Pittsburgh. Hij vertelde tegenover Bloomberg dat ''weinig mensen je hadden geloofd als je eind 2010 had gezegd dat staatsobligaties het in 2011 erg goed zouden doen.'' Wereldwijd deden de Amerikaanse staatsobligaties het erg goed, terwijl op de Europese markt vooral de Britse staatspapieren het goed deden met een rendement van 17%. Dit was ook gelijk de meest actief ondersteunde obligatiemarkt in Europa, maar dat vergeet Bloomberg erbij te zeggen.

    Eerder dit jaar kwam Bloomberg zelf nog met het bericht dat de Bank of England haar 'positie' in Britse staatsobligaties ging uitbreiden van 200 naar 275 miljard Britse pond (ongeveer €330 miljard) via de geldpersfinanciering. Door het extra geld dat via de Bank of England richting de Britse obligatiemarkt stroomde kregen de beleggers in deze markt de wind stevig in de rug, met als gevolg een uitstekend koersrendement. De yield op de obligaties zelf ligt ver beneden de officiële inflatie van ongeveer 5 procent in Groot Brittannie, maar dat lijkt opnieuw niemand vervelend te vinden.

    Olie en goud

    In het artikel op Bloomberg worden ook olie en goud apart genomen. De Amerikaanse WTI olie, een indicator die slechts een fractie van de wereldwijde oliemarkt weerspiegeld, steeg over 2011 met een ruim 8,2%. Eind april stond de olieprijs nog veel hoger, namelijk op meer dan $110 voor de WTI olie en zelfs meer dan $120 voor de Brent olie uit de Noordzee. Voor de goudprijs pakte Bloomberg de spotprijs van $1564 per troy ounce waarmee goud het jaar afsloot, maar nam niet de moeite om de procentuele winst van het edelmetaal over 2011 te berekenen. Misschien omdat de uitkomst daarvan niet strookt met het beeld dat geschapen wordt over de obligatiemarkt. Goud haalde over heel 2011 een koersstijging van ruim 11%, maar stond eerder dit jaar op een veel hoger niveau. Maar ook met een uiteindelijk bescheiden rendement van iets meer dan 11% mag ook goud zich tot de beste beleggingen rekenen. Het rendement was immers beter dan het gemiddelde van alle Amerikaanse staatsobligaties.

    Zilver kende in 2011 een moeilijk jaar, maar de grafiek van het afgelopen jaar ziet er verdacht uit. Er waren immers twee gigantische dalingen in de spotprijs, maar dit wordt niet ondersteund door soortgelijke verkoopgolven op de fysiek markt. Sterker nog, veel beleggers kochten fysiek zilver bij na elke correctie. De fundamentals voor goud en zilver blijven naar onze mening zeer sterk, terwijl de obligatiemarkten actief worden ondersteund door de centrale banken wereldwijd. Zilver kreeg begin mei de wind van voren toen bepaalde partijen de zilvermarkt in een dunne handel bestormden met duizenden contracten voor papieren zilver (video).

    Amerikaanse staatsobligaties deden het goed in 2011 met een rendement van 9,78%

  • ECB blijft obligatiemarkten ondersteunen via de banken: QE Europe?

    Bijna €490 miljard aan goedkope leningen

    Vorige week verstrekte de ECB voor in totaal €489,2 miljard aan goedkope leningen aan tal van Europese banken. De leningen hebben een looptijd van drie jaar, een termijn die de ECB nog niet eerder beschikbaar heeft gesteld aan banken. De rente op deze leningen is een gemiddelde van het belangrijkste rentetarief van de ECB over de komende drie jaar en zal naar verwachting dicht bij 1% liggen. Met het geld probeert de ECB de banken te stimuleren om meer obligaties te kopen van zwakkere Eurolanden en meer geld uit te lenen aan particulieren en het MKB. Vooral de obligatiemarkt is voor de banken een interessant instrument, want door de leningen van de ECB direct om te zetten in Spaanse, Italiaanse of Portugese staatsobligaties met looptijden van maximaal drie jaar kunnen ze zonder enige inspanning het renteverschil van een procent of vijf opstrijken en aan hun kapitaalbuffers toevoegen.

    In ruil voor de goedkope 3-jaars lening van de ECB moeten banken onderpand inleggen, waarvoor de eisen overigens niet hoog zijn. Zelfs obligaties van zwakke Eurolanden en aandelenportefeuilles zouden door de ECB geaccepteerd worden. Het risico wordt van de banken wordt op deze manier overgedragen naar de ECB, een handige manier om de bankbalansen te versterken. De ECB zal naar verwachting nog vaker met dit soort leenprogramma's (officieel Long Term Refinancing Operations (LTRO) genoemd) komen, want eind februari 2012 staat er alweer eentje gepland waar banken op in kunnen schrijven.

    Goedkope leningen ook in de toekomst

    De ECB laat het aankopen van staatsobligaties dus aan de Europese banken over, maar pas nadat die banken door diezelfde ECB zijn voorzien van honderden miljarden aan zeer goedkoop en bijna risicovrij geld. Door ook in de toekomst de kredietkraan voor banken wagenwijd open te houden weet de ECB de Europese obligatiemarkt te stimuleren, want een overvloed aan geld dat op zoek is naar rendement zal op die manier ook richting de obligaties van de minder goed gefinancierde Eurolanden stromen. Banken die de staatsobligaties kopen hoeven zich niet veel zorgen te maken, want ze kunnen diezelfde staatsobligaties bij de volgende LTRO over drie maanden weer naar de ECB brengen als onderpand voor nog meer nieuwe leningen. Met dit geld kunnen banken vervolgens opnieuw staatsobligaties aankopen.

    Europese QE via de achterdeur?

    De contouren van dit spelletje worden langzaam zichtbaar: De ECB voegt nog steeds obligaties toe aan haar portefuille in de vorm van onderpand op 3-jaars leningen. Door ook in de toekomst weer geld beschikbaar te stellen in de vorm van 3-jaars leningen kunnen banken nóg meer staatsobligaties aanschaffen, terwijl ze de eerder gekochte staatspapieren naar de ECB brengen als het onderpand. Maar keert dit proces zich niet vroeg of laat om als de banken het geld na drie jaar terug moeten betalen aan de ECB en het onderpand (de staatsobligaties) weer terugkrijgen? Niet zo lang de ECB van plan is om de banken van liquiditeit te blijven voorzien, een proces dat nog jaren stand kan houden en dat vooral de Europese banken zal helpen bij het versterken van hun eigen vermogen en zwakke Eurolanden kan helpen bij het (her)financieren van hun schulden.

    Volgens Avery Goodman, lid van de Financial Industry Regulatory Authority (FINRA), kan het LTRO programma van de ECB met de goedkope leningen aan banken worden gezien als een vorm van ''quantitatieve verruiming via de achterdeur''. Het is zeer winstgevend voor de banken en helpt tegelijkertijd de Europese landen bij hun schuldfinanciering, maar ondertussen stapelt de ECB op deze manier steeds meer risico's op haar eigen balans. Volgens Goodman zijn talloze analisten naief om te denken dat de banken de leningen van de ECB niet zullen gebruiken om staatsobligaties van zwakke Eurolanden aan te kopen. Volgens Goodman vindt er intensieve communicatie plaats tussen de Europese banken en de ECB, voorafgaand aan de lancering van een nieuw leenprogramma met de omvang van het LTRO. Als banken niet bereid waren geweest om mee te werken aan het ondersteunen van de Europese obligatiemarkt zou de ECB dit nieuwe leenprogramma nooit hebben opgestart, aldus Goodman in zijn analyse op Seekingalpha.

    Veel liquiditeit zal problemen verhullen en acute crisis uitstellen

    Door de financiële markt de komende drie jaar van ongekende hoeveelheden liquiditeit te voorzien via het Europese banksysteem hoeft er in elk geval in de komende jaren geen land meer om te vallen, zo schrijft Goodman. Of daarmee de problemen zijn opgelost is nog niet zeker, maar in de komende drie jaar zal Europa door extra liquiditeitssteun van de ECB nog wel economische groei kunnen laten zien. Een deflatoire crisis is volgens Goodman voorlopig ook geen bedreiging. Ook is hij van mening dat over drie jaar, als de eerste LTRO leningen afgelost moeten worden, er een wijziging zal komen in het EMU verdrag dat de extra liquiditeit permanent maakt.

    Door de geldgroei die gepaard gaat met het nieuwe leenprogramma van de ECB zullen goud en zilver volgens Goodman goede tijden tegemoet gaan. Een aantrekkende economie, gebaseerd op de beschikbaarheid van een overvloedige hoeveelheid geld, zal de behoefte aan goud, zilver en platina doen versterken. Niet alleen omdat deze bescherming bieden tegen de inflatie die Goodman verwacht, maar ook door de industriële vraag naar zilver en platina in verschillende sectoren.

    Goud en zilver zullen volgens Avery Goodman blijven stijgen als gevolg van de Europese schuldencrisis

  • Amerikanen haalden dit jaar voor $132 miljard weg bij beleggingsfondsen

    Amerikaanse beleggers zijn steeds minder enthousiast over de aandelenmarkt, want de beleggingsfondsen die vooamelijk actief zijn op de aandelenmarkt zagen dit jaar in totaal voor $132 miljard uit hun portefeuille verdwijnen. Beleggers die aan het begin van dit jaar nog actief geld inlegden werden verderop in 2011 steeds negatiever over de aandelenmarkt en trokken dan ook steeds meer geld terug van hun beleggingsfonds. Vooral eind juli, toen de beurs een harde klap naar beneden maakte, wilden sommige beleggers opeens niets meer weten van aandelen. In een bijna onafgebroken serie van 33 uit 34 weken trokken beleggers in Amerika netto geld terug van hun beleggingsfonds. Onderstaande grafiek geeft de mutaties sinds begin 2010 weer.

    De uitstroom was groter dan in 2010, toen het jaarlijkse saldo op $98 miljard negatief uitkwam. Desondanks wist de Dow Jones index gedurende 2011 totnogtoe een klein rendement te halen van ongeveer 5%, beter dan het rendement op cash of staatsobligaties. Toch waren het juist die twee beleggingscategorieen waar beleggers hun geld parkeerden, vanwege de liquiditeit en de vermeende veiligheid van deze posities.

    Wekelijkse verandering in totale portefeuille van Amerikaanse aandelenfondsen

    Het wantrouwen in de aandelenmarkten heeft gevolgen voor de beleggingsfondsen, want die hebben maar een klein gedeelte van hun portefeuille in cash (zie onderstaande afbeelding). Een eerder artikel op Zero Hedge liet zien dat Amerikaanse aandelenfondsen historisch weinig liquiditeit aanhouden (eind 2010 nog maar iets meer dan 3%), waardoor ze geen grote uitstroom van kapitaal kunnen verwerken zonder daarbij ook aandelenposities te liquideren. Komt er in 2012 opnieuw een uitstroom van kapitaal bij de beleggingsfondsen, dan moeten deze relatief meer posities liquideren met als gevolg dalende koersen. Dit proces kan zichzelf verder versteken, zeker als ook volgend jaar het sentiment slecht blijft en de banken onder druk blijven staan door onzekerheid op de obligatiemarkten.

    Doordat beleggers steeds meer op zoek gaan naar defensieve beleggingen daalt de omloopsnelheid van het geld. Het gevolg daarvan is de door Beanke gevreesde deflatie en economische krimp. De Federal Reserve heeft de monetaire geldkraan al maximaal open gezet door de rente naar bijna 0% te brengen, maar ondanks het goedkope geld lopen beleggers nog steeds niet warm voor aandelen en kiezen ze liever voor obligaties en cashposities die gecorrigeerd voor inflatie bijna niets opleveren en vaak zelfs een negatief reëel rendement hebben.

    Percentage van portefeuille dat Amerikaanse aandelenfondsen als cash aanhouden. Weinig buffers om verdere uitstroom op te vangen vormen een risico bij aanhoudende uitstroom van kapitaal.

  • MF Global schond eigendomsrechten van haar klanten

    MF Global, een grote broker in Amerika, werd begin november failliet verklaard. Het bedrijf, dat onder leiding stond van voormalig Goldman Sachs topman Jon Corzine, ging ten onder aan een onrechtmatige gok op de Europese obligatiemarkten. Onrechtmatig, omdat Corzine de bezittingen van haar klanten inlegde als onderpand voor zijn speculatieve avontuur in Europa. Over de ruggen van klanten probeerde MF Global voor eigen rekening winst te halen uit de deal, maar de werkelijkheid liep anders. Door de dalende koersen van de de Europese obligaties kon Jon Corzine niet meer aan zijn verplichtingen voldoen. Hij liet zijn klanten opdraaien voor de verliezen, door geld van hun beleggingsrekeningen weg te sluizen. De Financial Industry Regulatory Authority (FIRA) kreeg argwaan en eiste van MF Global openheid van zaken. Vervolgens gleed het bedrijf in een paar dagen naar de afgrond.

    De misdadige praktijken van Jon Corzine strekken nog verder, zoals Ann Bahardt uitlegt op haar eigen blog. Voor wie de naam Ann Bahardt niet bekend in de oren klinkt, zie hier ons eerdere bericht over deze kwestie (aanrader!). Niet alleen werden de rekeningen van de klanten van MF Global geplunderd (terwijl deze ten alle tijde strict gescheiden horen te zijn van de rekeningen van het bedrijf zelf), ook werden er fysieke eigendommen geconfisqueerd die volledig op naam stonden van de klanten.

    Zo schrijft Ann Bahardt op haar blog dat klanten van MF Global ook de goud- en zilverbaren heeft verkocht die op naam stonden van klanten van MF Global. De klanten waren voor 100% eigenaar van de goud- en zilverbaren en kregen van MF Global ook de serienummers toegewezen van het goud en zilver. Ook het feit dat de klanten opslagkosten betaalden voor deze goud- en zilverbaren liet er geen enkele onduidelijkheid over bestaan dat het fysieke metaal ook daadwerkelijk door MF Global werd opgeslagen en dat de klanten het de volledige eigendomsrecht hadden op het goud en zilver in de kluizen.

    MF Global confisqueerde goud- en zilverbaren van klanten

    Ook deze klanten zijn, zoals onlangs duidelijk werd, hun kostbare bezittingen kwijt. De goud- en zilverbaren, die klanten om diverse redenen lieten opslaan in de kluis van MF Global, zijn verdwenen in het grote financiële gat dat Jon Corzine met zijn mislukte gok heeft achtergelaten. Het goud en zilver werd simpelweg ontvreemd van klanten, een vorm van pure diefstal. Het is vergelijkbaar met een situatie waarin u of ik kostbare spullen laat opslaan bij een opslagbedrijf, dit bedrijf vervolgens om wat voor reden dan ook failliet gaat en daarbij uw of mijn spullen in beslag neemt om de schuldeisers te kunnen betalen. U kunt dan wel aantonen dat de spullen in de opslagloods van het bedrijf uw persoonlijke eigendommen zijn, maar u zult ze niet meer terugzien.

    We zullen de afwikkeling van het faillisement van MF Global goed in de gaten houden, want het geeft een waarschuwing voor wat er mogelijk staat te gebeuren als een volgende broker of bank omvalt. Als de eigendomsrechten van de klanten van MF Global niet in ere hersteld worden (en klanten al hun bezittingen terugkrijgen) kan immers niemand meer de veiligheid van de bezittingen in een bank of broker garanderen. Als het aan Ann Bahardt ligt moeten spaarders en beleggers zich nu ook zorgen gaan maken om hun spaartegoeden, want zelfs die zijn volgens haar niet meer onder alle omstandigheden te garanderen. Bahardt wijst op ons fractionele banksysteem, dat gebaseerd is op het veelvuldig uitlenen van spaargelden. Men kan het een piramidespel noemen, maar het is in onze modee maatschappij de gelegaliseerde praktijk waar banken van dag tot dag op kunnen vertrouwen.

    Ann Bahardt heeft nog meer te melden op haar blog. Zo valt haar op dat MF Global is aangemerkt als een 'securities dealer', terwijl het bedrijf eigenlijk een 'commodity brokerage' is. Waarom is dit verschil van belang? Omdat de regels voor faillisementsafwikkeling in de V.S. aangeven dat in de faillisementsafwikkeling van een 'securities dealer' ook de middelen van de klanten opgeëist kunnen worden, in tegenstelling tot de 'securities dealer'. Aan de ontvangende kant van de lijn in het MF Global schandaal staan partijen die de deals met Jon Corzine hebben afgesloten, waarvan J.P. Morgan er één is. Deze zakenbank mag dus haar hand ophouden bij MF Global, om vervolgens de bezittingen te ontvangen die eigenlijk toebehoorden aan de klanten van MF Global en die nooit ten prooi hadden mogen vallen aan de frauduleuze praktijken van Corzine.

    Ann Bahardt op Schiff Radio

  • Italië en Spanje staan garant voor één derde noodfonds

    In 2010 werd het Europese noodfonds EFSF opgericht. In anderhalf jaar is het noodfonds al meerdere keren uitgebreid en is de structuur aangepast. Volgens de laatste wijziging uit oktober dit jaar zullen de lidstaten tot €790 miljard aan leningen garanderen. Het fonds moet daaaast door middel van leverage worden vergroot naar €1.000 miljard. Het fonds werd met weinig enthousiasme door de financiële markten ontvangen en heeft sinds het begin moeite met het aantrekken van kapitaal. 

    Uit de laatste publicatie van het EFSF blijkt dat Italië en Spanje voor één derde van het noodfonds garant staan. Dit is opvallend aangezien zowel Spanje als Italië afgelopen tijd te maken had met sterk oplopende rente op hun staatspapier. Beide landen, die zelf al moeite hebben met het aantrekken van kapitaal, staan garant om geld uit te lenen aan andere “probleemlanden”. Dit terwijl zowel Spanje als Italië zelf een goede aanspraak maken op de stempel “probleemland”.

    Griekenland, Portugal en Ierland staan als enige eurozone landen niet garant voor een deel van het EFSF. Dit is logisch aangezien het fonds in eerste instantie is opgericht om juist deze landen te ondersteunen. Wat gebeurd er echter als Spanje dan wel Italië aanspraak gaan maken op het noodfonds. Staan ze dan garant voor leningen die ze zelf ontvangen? Naar alle waarschijnlijkheid zullen de “sterke” Europese landen en in het bijzonder Duitsland de garanties oveemen. De druk op de Duitse belastingbetaler blijft op deze manier stijgen. De onzekerheid die de eurozone  door middel van het EFSF probeert weg te nemen lijkt met dit soort constructies alleen maar groter te worden.

    Bron:
    Zero Hedge
     

  • Griekse spaartegoeden nemen met €6,8 miljard af

    Zowel Griekse huishoudens als het Griekse bedrijfsleven namen massaal geld op bij de Griekse banken. Het bericht komt nadat de European Banking Association (EBA), de Europese bankentoezichthouder, afgelopen week bekend maakte dat de Griekse bankensector het slechtst door de stresstest was gekomen. Volgens de EBA moeten Griekse banken €30 miljard ophalen om te slagen voor de stresstest. Hier moet wel nog de kanttekening bij worden geplaatst dat de schatting van de EBA naar alle waarschijnlijkheid aan de conservatieve kant is.

    De €6,8 miljard is een ongekende 4% van de totale spaartegoeden die de Griekse banken in hun bezit hebben. De totale spaartegoeden bedroegen aan het einde van oktober €176 miljard. In alleen 2011 namen de spaartegoeden al met €33 miljard af. Dit is een daling van meer dan 15% ten opzichte van het begin van 2011. Toen had de Griekse bankensector nog €210 miljard aan spaartegoeden in hun beheer. De vraag is of Griekse bankensector uit de vicieuze cirkel zal komen of op termijn al haar spaartegoeden zal zien opdrogen.  

    Bron:
    Zero Hedge

  • Europese banken nog niet voorbereid op financiële storm

    Vorige week berichtte MarketUpdate er al over, Europese banken komen ten minste €114,7 miljard kapitaal tekort om voldoende buffers te hebben die hen in staat stelt om nieuwe schokken te kunnen opvangen. We schreven:

    “Het bedrag van €114,7 miljard moet met een korreltje zout worden genomen in vergelijking met andere prognoses. Volgens een berekening van het IMF hadden Europese banken in oktober al €200 miljard extra kapitaal nodig om aan de nieuwe kapitaaleisen te voldoen. Credit Suisse stelde in een rapport dat in oktober verscheen dat volgens hun berekeningen 66 banken zouden falen bij een nieuwe stresstest en dat er €400 miljard extra kapitaal nodig was om aan de strengere eisen te voldoen. Als laatste stelde Goldman Sachs dat de Europese banken €1.000 miljard nodig hebben om door de strengere test te komen. Het relatief lage bedrag van €114,7 miljard is daarom aan de erg lage kant.”

    Je zou het de omgekeerde kaasschaafmethode kunnen noemen: er moet steeds een kapitaalplakje bij komen. Het eerste plakje is slechts zo'n €115 miljard groot. Echter, het Europese bankwezen heeft miljarden aan financiële actica waarvan iedereen weet dat die niet de waarde heeft waarvoor die in de boeken staan. Om afschrijvingen übehaupt te kunnen opvangen is er dus meer kapitaal nodig. Héél véél meer kapitaal en dat kan op meerdere manieren bewerkstelligd worden. Het probleem is echter dat aan alle manieren grote nadelen kleven en dat houdt ook Spiegel aan Andrea Enria voor. Via Spiegel de vertaling van een zeer boeiend interview met Andrea Enria van de Europese Bankautoriteit:

    Een stress-test die vorige week is uitgevoerd door de Europese Bankautoriteit (EBA) heeft uitgewezen dat banken ongeveer 115 miljard euro tekort komen. In een interview met SPIEGEL, verdedigt het hoofd van de Europese Bankautoriteit Andrea Enria de beslissing om de stress test uit te voeren en bespreekt hij de grote uitdagingen voor de Europese bancaire sector.

    SPIEGEL: De heer Enria, de Europese Bankautoriteit is opgericht met het doel van stabilisering van de bancaire systeem. Heeft dat plan gewerkt?

    Andrea Enria: Het is veel te vroeg om [daar iets over] te zeggen. We zijn begonnen in januari, in zeer moeilijke marktomstandigheden. Het is alsof we ons huis bouwen en er in leven, terwijl het buiten stormt. Maar er zijn een aantal zeer positieve indicaties: één van de belangrijkste tekortkomingen vóór de oprichting van de EBA was het onvermogen om te beslissen en beleidsmaatregelen te coördineren binnen de Europese Unie. Al in de eerste maanden van haar activiteiten, heeft de EBA aangetoond dat dit nu anders is.

    SPIEGEL: Op dit moment lijkt het erop dat het Europese bancaire systeem kwetsbaarder dan ooit is. Wat ging er mis?

    Enria: De bancaire sector heeft belangrijke inspanningen geleverd om zich te versterken na de ineenstorting van Lehman Brothers. Maar nu zet de soevereine schuldencrisis een grote druk op de de financiering van banken, vooral in landen onder stress. Sinds juli zijn er slechts een paar banken in staat geweest om hun activiteiten te financieren, en alleen tegen zeer hoge prijzen. Als banken geen financiering hebben, dan zullen ze niet uitlenen, en dat beïnvloedt de reële economie. We zijn opgesloten in een vicieuze cirkel, en we moeten proberen om daaruit te breken.

    SPIEGEL: Toch lijken de stress-test van vorige week met de nieuwe kapitaaleisen de situatie nog verder te hebben gedestabiliseerd.

    Enria: Het probleem is dat iedereen lijkt te kijken naar de exercitie alsof het een soort van schoonheidswedstrijd is: zijn Duitse banken beter dan Italiaanse banken of dan Britse? Maar dat is niet het punt. We moeten kijken naar wat nodig is voor de Europese bancaire sector. We moeten genoeg kapitaal in de Europese banken brengen om ervoor te zorgen dat zij schokken kunnen weerstaan ​​en zij door kunnen gaan om de economie te ondersteunen. De crisis heeft een systeem niveau bereikt. Dit gaat niet om het met de vinger aanwijzen van zwakke banken.

    SPIEGEL: Duitse banken klagen over hoe het is gedaan. Zij zeggen dat uw acties [doelend op die van EBA] chaotisch zijn geweest en dat de criteria voortdurend zijn gewijzigd.

    Enria: Tot op zekere hoogte, begrijp ik de klachten van banken over de door ons gecreëerde onzekerheid en het veranderen van regels, maar dit is nodig door de noodzaak om een gelijkwaardig speelveld te garanderen. Elke keer als wij beginnen met een exercitie [doelend op de stresstesten], realiseren we ons hoe divers de verschillende regelgeving is. Dus moeten wij ons aanpassen naar gelang we verder gaan, [en] geven [we] instructies geven die voor elke bank in de Europese Unie hetzelfde zijn.

    SPIEGEL: Is het [niet] te veel gevraagd van u en uw kleine team om de Europese bancaire systeem te reguleren?

    Enria: Het is heel moeilijk. Echter, het Europees systeem voor financieel toezicht is de EBA en de nationale toezichthouders. We hoeven niet in ons eentje het hele systeem te controleren. Ons mandaat is er om ervoor te zorgen dat de autoriteiten samenwerken op een gecoördineerde manier.

    SPIEGEL: Het hoofd van CONSOB, de Italiaanse Securities and Exchange Commission, heeft u beschuldigd van het handelen alsof u de autocratische Ayatollah Khomeini van Iran bent.

    Enria: Ondanks al deze berichten over de onenigheden is de samenwerking met de nationale autoriteiten zeer goed. Maar in september was er een fundamentele verandering: de crisis verergerde. En tijdens een crisis is er een natuurlijke reactie om nationale barrières op te werpen. Overheden concentreren zich meer op de bescherming van hun nationale banken, er is te veel ongecoördineerd optreden.

    SPIEGEL: De resultaten voor de Duitse banksector waren schokkend: Uw berekeningen voor kapitaaleisen in Duitsland groeide van € 5 miljard naar € 13,5 miljard. Is het Duitse bankwezen echt zo zwak?

    Enria: Hoge cijfers betekenen niet noodzakelijkerwijs dat de banken in slechte staat zijn.

    SPIEGEL: Maar dat is precies hoe dergelijke cijfers worden geïnterpreteerd.

    Enria: Met betrekking tot het moeilijkste probleem voor de banken – het probleem van financiering – zijn Duitse banken beter af dan anderen. Dat betekent niet dat zij uit de storm zijn. Zij moeten ook hun kapitaal versterken.

    SPIEGEL: Politici, toezichthouders en bankiers hebben u ervan beschuldigd om hardnekkig vast te houden aan formaliteiten. Bijvoorbeeld: Helaba en NordLB zakten beide voor de test omdat zij uw deadline misten met een aantal van de afspraken.

    Enria: Ik heb begrepen dat NordLB en Helaba momenteel nog niet het proces hebben afgerond om hun stille deelnemingen om te zetten of te versterken. De eerste deadline was eind april, maar de conversie is niet gebeurd. Toen werd een nieuwe datum vastgesteld, op 1 december. Maar BaFin (redactionele opmerking: Duitsland 's financiële toezichthouder) informeerde ons dat beide banken ook deze termijn niet zouden halen. Op het moment dat we alle benodigde documenten hebben, dan zullen zij worden beoordeeld door een groep van toezichthouders en niet alleen door de slechte jongens in Londen [MU: hoofdkantoor van EBA is in London]. Deze procedure is de enige manier om ervoor te zorgen dat er consistentie is in de intee markt.

    SPIEGEL: Zoals de zaken er nu voor staan, moeten banken miljarden aan vers kapitaal zien te vinden voor het einde van juni, ondanks dat de markten praktisch zijn bevroren. Waarom een ​​dergelijke extreem tijdschema?

    Enria: Er zijn grote risico's in de Europese financiële markten die elke dag kunnen materialiseren. We kunnen gewoon niet langer meer wachten om de banken hierop voor te bereiden.

    SPIEGEL: Maar u kunt veel banken hierdoor dwingen om publiek geld te vragen.

    Enria: Er zijn andere manieren om het kapitaal ratio te verhogen: Banken kunnen nieuwe aandelen uit te geven …

    SPIEGEL: … die niemand zal kopen.

    Enria: … en ze kunnen winst inhouden …

    SPIEGEL: … die niet al te hoog zijn in een moeilijk jaar zoals 2011.

    Enria: De eerste helft van het jaar was niet slecht. Maar er zijn nog andere manieren, zoals de uitgifte van voorwaardelijk kapitaal of de verkoop van bedrijfsonderdelen.

    SPIEGEL: Banken als Commerzbank hebben duidelijk gemaakt dat ze hun bedrijf en hun kredietportefeuilles zullen inkrimpen. Bent u de economie door het aanscherpen van de kapitaalvereisten aan het verstikken?

    Enria: Wij zullen niet toestaan ​dat ​banken de kredietverlening zullen verminderen.

    SPIEGEL: U kunt hen dit nauwelijks verbieden dit niet te doen.

    Enria: Zeker niet, we zijn niet Big Brother. Maar banken moeten plannen aan de nationale toezichthouders presenteren waarin zij uitleggen hoe ze het gat gaan dichten die wij gedetecteerd hebben. Het [kapitaals]tekort is een vast bedrag en dat kan gevuld worden door de verkoop van een branche of een dochtermaatschappij; echter als een bank bijvoorbeeld de kredietverlening vermindert aan kleine en middelgrote ondeemingen, dan zal dit niet worden meegeteld bij het bereiken van onze doelstelling.

    SPIEGEL: Is het bijvoorbeeld mogelijk om krediet-portefeuilles te verkopen aan hedgefondsen?

    Enria: Ja, want als je iets verkoopt aan een andere financiële instelling, dan is het krediet er nog steeds …

    SPIEGEL: … maar dan ben je niet het financiële systeem veiliger aan het maken. Risico's worden alleen herverdeeld.

    Enria: We moeten banken veiliger maken. Dat is een duidelijk politiek besluit van de Europese Raad en de G-20. Banken moeten meer kapitaal en minder schulden hebben. Hoe dan ook moet je altijd kijken naar het hele pakket: zodra er een oplossing voor de staatsschuldencrisis is, zullen banken beter af zijn.

    SPIEGEL: Publieke verontwaardiging gericht tegen het bankwezen is groeiende. Hebben bankiers geen lessen uit deze crisis getrokken?

    Enria: Banken veranderen hun gedrag en hun bedrijfsmodellen veel meer dan algemeen erkend wordt. Ik heb momenteel een tegenovergestelde zorg: Het probleem nu is dat banken steeds meer risico-avers worden. Dit kan er uiteindelijk toe leiden dat er een estige credit crunch ontstaat.

    Interview onder leiding van Martin Hesse en Anne Seith