Categorie: Financiële markten

  • Optimisme beleggers naar hoogste niveau in vijf jaar

    Het optimisme onder beleggers wereldwijd is in vijf jaar tijd niet meer zo hoog geweest als nu, zo schrijft Bloomberg. Reden is het economische herstel in de Westerse wereld, aangevoerd door de Verenigde Staten. Beleggers laten zich niet leiden door cijfers over de arbeidsmarkt en het gemiddelde inkomen van huishoudens (vallen tegen), maar naar de hogere bedrijfswinsten en de optimistische verwachtingen over de groei van de Amerikaanse economie. Aan de vooravond van het topoverleg in Davos deed Bloomberg onderzoek naar het sentiment onder haar betaalde abonnees.

    Optimisme

    Daaruit kwam naar voren dat een meerderheid van 59% verwacht dat de economie verder zal aantrekken. Dat is een sterke verbetering ten opzichte van november vorig jaar, toen 33% optimistisch was. Sinds juli 2009, toen Bloomberg deze enquête voor het eerst hield, is het optimisme onder de beleggers niet meer zo groot geweest als nu. De kracht van de ontwikkelde landen was de voornaamste reden voor het optimisme. Hoewel de S&P 500 index vorig jaar al met 24% gestegen is denkt meer dan de helft van de respondenten van het Bloomberg onderzoek dat aandelen de beste belegging voor 2014 zullen zijn. Slechts 14% denkt dat de aandelenmarkt in bubbel territorium is gekomen en 42% denkt dat we het niveau van een bubbel naderen. Een jaar geleden lagen deze percentages op respectievelijk 20 en 45 procent. Beleggers spreken ook steeds meer hun voorkeur uit voor aandelen boven vast renderende waardes (zoals obligaties). Van alle respondenten denkt 53% dat aandelen in 2014 het beste rendement zullen opleveren.  Dat is het hoogste percentage sinds mei vorig jaar. Slechts 3% van de respondenten denkt dat 2014 wel een goed jaar wordt voor obligaties. Een veel grotere groep van 39% denkt dat obligaties van alle beleggingen het laagste rendement zullen halen. Ook vastgoed blijft in trek, een beleggingscategorie die zich in de afgelopen dertien jaar uitstekend staande heeft gehouden (zie hier de rendementen van verschillende beleggingen sinds 2001).

    Herstel

    De abonnees van Bloomberg zijn positief over de Amerikaanse economie, want 72% verwacht dit jaar verder herstel. Vorig jaar was dat 53%. Over de Eurozone is men ook veel positiever geworden. Inmiddels rekent 49% op economische groei, een verdrievoudiging ten opzichte van begin vorig jaar. Voor de Japanse economie voorziet 48% van de respondenten dit jaar een herstel. Het herstel van de economie wordt onderschreven door het IMF, dat eerder deze week nieuwe groeiprognoses bekendmaakte. Volgens Christine LaGarde zal de wereldeconomie met vier procent blijven groeien, mits het deflatiegevaar wordt bestreden.

    BRICS landen uit de mode

    Opvallend is dat beleggers vrij negatief zijn over de opkomende economieën. Slechts 13% denkt dat China dit jaar zal groeien, terwijl 36% rekent op een verslechtering van de Chinese economie. De Braziliaanse economie wordt door 33% van de ondervraagden aangewezen als één van de slechtste beleggingen voor 2014. Ongeveer 29% zegt dat over China en 27% zegt dat over Rusland.

    Beleggers steeds positiever over aandelen

    Beleggers steeds positiever over aandelen

    Nederland

    Ook in Nederland durven beleggers weer meer risico's te nemen, aldus ING. Uit onderzoek van ING Investment Management blijkt dat de risicobereidheid bij meer dan de helft van de institutionele beleggers (56%) het afgelopen kwartaal is toegenomen. Slechts 11% was in het vierde kwartaal minder bereid om risico's te nemen dan in het derde kwartaal, een daling van 18% vergeleken met drie maanden geleden. Institutionele beleggers en fondsbeheerders zien aandelen bij uitstek als favoriete belegging voor 2014 (73% in vierde kwartaal versus 64% in het derde kwartaal). Vastgoed kwam op de tweede plaats in het lijstje van favoriete beleggingscategorieën. Volgens Valentijn van Nieuwehuizen, hoofd multi-asset strategie bij ING Investment Management, is de toename in de risicobereidheid onder beleggers zonder meer een veel belovend teken voor 2014: "Als meer dan de helft van de ondervraagden verklaart dat hun bereidheid het afgelopen half jaar is toegenomen, duidt dit erop dat beleggers positiever zijn over de wereldeconomie". Van Nieuwenhuizen merkt op dat het herstel van de wereldeconomie heel gelijkmatig verdeeld is en dat er minder risico is op schokken:

    “Wat we nu zien, is het meest gesynchroniseerde wereldwijde herstel sinds 2009. Nog opmerkelijker dan het optimisme is de mate van eensgezindheid die tegelijkertijd onder marktpartijen lijkt te ontstaan. Met een sterkere groei en minder schok risico in het vooruitzicht, zijn de meeste beleggers het erover eens dat aandelen de aantrekkelijkste beleggingscategorie vormen. Daarbij komen Europa en Japan naar voren als de favoriete regio’ s.”

    Contra-indicator

    Vaak kan sentiment onder beleggers gebruikt worden als een contra-indicator. Sentiment en aandelenkoersen gaan doorgaans hand in hand, waarbij het sentiment iets achter loopt op de index. De crash komt doorgaans als het vertrouwen op het hoogtepunt is en optimisten de overhand hebben. We willen graag weten hoe de lezers van Marketupdate naar deze ontwikkeling kijken. [polldaddy poll=7739458]

  • Dow Jones op recordhoogte is pure illusie

    Uitgedrukt in punten staan de Dow Jones en de S&P 500 op recordhoogte, maar je koopt er vandaag de dag minder grondstoffen voor dan dertig jaar geleden. Dat is de conclusie die Charles Hugh Smith trekt in het artikel “What’s Real? What’s Fake?”. De Dow Jones begon in 2009 aan een lange opwaartse trend en heeft inmiddels de oude records achter zich gelaten. Ook de S&P 500 index van 500 grote bedrijven stoomt door naar nieuwe recordhoogtes. Maar wat zegt dat over de waarde?

    De volgende grafieken zetten de waarde van de index af tegen goud en tegen tal van andere grondstoffen. Hoewel iedere grondstof een ander koersverloop kende loopt er een rode draad door alle grafieken heen: Grondstoffen als koffie, katoen, mais, vee, tarwe, sojabonen en koffie werden de afgelopen decennia allemaal duurder ten opzichte van aandelen. Met de Dow Jones op ruim 16.500 punten koopt u vandaag de dag minder grondstoffen dan met dezelfde index op ruim 9.000 punten in het jaar 1999…

    De volgende grafieken illustreren het verlies van waarde in de Dow Jones index…

    De Dow Jones in goud

    De beurs in goud

    De beurs uitgedrukt in olie

    De beurs uitgedrukt in olie

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in mais

    De Dow Jones in vee

    De Dow Jones in vee

    De index in tarwe

    De index in tarwe

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De aandelenmarkt in sojabonen

    De Dow Jones in koffie

    De beursgraadmeter in koffie

  • Banken lenen geen reserves uit!

    Velen maken zich zorgen over de Quantitative Easing (QE) van de Amerikaanse centrale bank. Door het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve groeien de overtollige reserves op de bankbalansen, reserves die zich ophopen tot een ‘stuwmeer’ van potentiële inflatie. Maar is dat wel een juiste voorstelling van zaken?

    Quantitative Easing

    Iedere maand koopt de Federal Reserve tientallen miljarden dollars aan hypotheekleningen en Amerikaanse staatsobligaties van banken onder het QE programma. Dit stimuleringsprogramma is in feite niets meer of minder dan een uitruil van activa. De centrale bank koopt het schuldpapier van de banken en geeft daar tegoeden bij de centrale bank voor terug, de zogeheten Excess Reserves. Deze digitale tegoeden parkeren banken bij de Federal Reserve en komen dus niet in de economie terecht. Wat banken in feite doen met QE is het anders indelen van hun portefeuille. Bezittingen dit eerst werden aangehouden in de vorm van hypotheekleningen en staatsobligaties worden nu vervangen door reserves.

    De onderstaande balans is een vereenvoudigde weergave van de balans van een commerciële bank. De activa zijde van de balans bestaat uit drie componenten: reserves, leningen en obligaties. Als de Federal Reserve hypotheekleningen en staatsobligaties koopt van de bank daalt de hoeveelheid Loans (L) en de Bond Holdings (B). In ruil daarvoor krijgt de bank een tegoed bij de centrale bank voor hetzelfde bedrag, een stijging in de Reserves (R). Zoals u ziet verandert door QE alleen de samenstelling van de balans van commerciële banken en niet de omvang van de balans.

    Verandering balans commerciële bank door QE

    Verandering balans commerciële bank door QE (Bron: S&P)

    De balans van de centrale bank groeit wel door QE, omdat ze de staatsobligaties en hypotheekleningen koopt met nieuwe middelen die uit het niets gecreëerd worden. Dit zijn de Excess Reserves die banken krijgen in ruil voor het schuldpapier. Hieronder ziet u hoe de balans van de centrale bank verandert door QE. Aan de activa zijde groeien de bezittingen (staatsobligaties en hypotheekleningen) en aan de passiva zijde van de balans groeien de verplichtingen aan commerciële banken in de vorm van tegoeden (Excess Reserves).

    Verandering balans centrale bank door QE

    Verandering balans centrale bank door QE (Bron: S&P)

    Dat er bijna een één op één relatie bestaat tussen het stijgende balanstotaal van de Federal Reserve en de overtollige reserves van commerciële banken bij de centrale bank wordt geïllustreerd door de volgende grafiek. Het geld dat de Federal Reserve 'in de economie pompt' komt dus helemaal niet in de economie terecht. Het blijft binnen het banksysteem als een reserve en heeft daardoor geen directe invloed op de consumentenprijzen. Vandaar dat ook in de VS de inflatie nog niet uit de hand is gelopen.

    Onderstaande grafiek is eigenlijk de weerspiegeling van de mutaties op de centrale bank balans, zoals we die hierboven hebben weergegeven. De rode lijn geeft de totale bezittingen van de centrale bank weer, waar de honderden miljarden dollars aan hypotheekleningen en staatsobligaties onder vallen. De zwarte lijn geeft de hoeveelheid Excess Reserves weer, de tegoeden die commerciële banken hebben bij de Federal Reserve.

    Overtollige reserves bij de Fed loopt in lijn met groeiend balanstotaal door QE

    Overtollige reserves bij de Fed loopt in lijn met groeiend balanstotaal door QE

    Hoe creëren banken een lening?

    We weten nu dat banken overtollige reserves bij de Federal Reserve opstapelen als gevolg van het QE programma. Maar in hoeverre heeft dat impact op de manier waarop banken geld uitlenen aan bedrijven en consumenten? Een voorbeeld... Op het moment dat iemand zijn handtekening zet onder een lening van €10.000 wordt dat bedrag door de bank bijgeschreven op de balans als zijnde een lening aan de activa zijde (Loan). De bank heeft immers een vordering van €10.000 (plus rente) op de persoon die de lening aan gaat. Tegelijkertijd krijgt deze persoon een bedrag van €10.000 bijgeschreven op zijn rekening (Deposit). De lening wordt niet gecreëerd uit de reserves en ook niet uit de bestaande banktegoeden van spaarders. In feite creëren leningen spaartegoeden en is al het spaargeld in de oorsprong als een lening door commerciële banken gecreëerd.

    Dit gebeurt er op het moment dat een bank een nieuwe lening uitgeeft

    Dit gebeurt er op het moment dat een bank een nieuwe lening uitgeeft (Bron: S&P)

    Waarvoor dienen de reserves dan wel?

    Banken moeten reserves aanhouden voor het geval iemand geld van de bankrekening wil halen. De bank heeft munten en bankbiljetten nodig zodra iemand geld van zijn of haar bankrekening wil opnemen via de pinautomaat of aan de balie. Die munten en bankbiljetten haalt een commerciële bank bij de centrale bank en daar gebruikt ze haar reserves voor. Op de balans van de centrale bank ziet dat er als volgt uit.

    Reserves bij centrale bank dalen bij toename geld in circulatie

    Reserves bij centrale bank dalen bij toename geld in circulatie (Bron: S&P)

    Chartaal en giraal geld

    Een commerciële bank heeft dus reserves nodig voor zover klanten een voorkeur hebben voor contant geld. Zo lang het geld in girale vorm circuleert in de economie hoeft er dus helemaal geen aanspraak te worden gemaakt op de reserves van banken. Daar ligt de relatie tussen de reserves en het geld dat banken uitlenen. De reserves dalen als de vraag naar contant geld in de economie toeneemt en de reserves nemen toe als de behoefte aan contant geld afneemt.

    Als iemand geld leent van bank A en dat geld gebruikt om een digitale betaling te verrichten aan iemand die een rekening heeft bij bank B, dan is er zelfs helemaal geen verandering in de reserves in het banksysteem. Wanneer iemand bij bank A een bepaald bedrag contant opneemt en dat geld vervolgens weer gestort wordt bij bank B, dan is er slechts tijdelijk een verandering geweest in de hoeveelheid reserves.

    Voor het banksysteem als geheel kan de hoeveelheid reserves alleen dalen voor zover de klanten van de bank geld van hun rekening halen en dat in de vorm van contant geld bewaren buiten het banksysteem. Het is dus vrijwel onmogelijk voor een commerciële bank om al haar overtollige reserves uit te lenen, ook al zou ze dat willen... Laat staan dat het banksysteem als geheel in staat is om de overtollige reserves weg te werken middels leningen aan particulieren en bedrijven!

    De overtollige reserves in het banksysteem kunnen wel verkleind worden zodra de centrale bank besluit om het QE programma terug te draaien (staatsobligaties en hypotheekleningen terug op de markt brengen). Maar of dat ooit gaat gebeuren...?

    Reserves vormen geen rem op kredietcreatie banken

    De hoeveelheid reserves vormt in het moderne banksysteem geen rem op de kredietcreatie. Centrale banken zorgen ervoor dat er genoeg reserves in het banksysteem zijn, zodat de interbancaire rente op het niveau blijft dat de centrale bank zegt te willen handhaven. In het geval van de Federal Reserve worden er dus voldoende reserves beschikbaar gesteld door de centrale bank om de rente op de interbancaire markt op 0 tot 0,25 procent te houden.

    Banken lenen geen reserves uit en doordat de centrale bank een bepaalde korte rente nastreeft zal er dus ook geen tekort aan reserves ontstaan binnen het banksysteem. Als blijkt dat banken teveel kredieten verstrekken en potentieel meer reserves nodig hebben, dan kan de centrale bank interveniëren door minder reserves aan te bieden. In dat geval stijgt de rente en wordt het weer minder aantrekkelijk om geld te lenen.

    Op dit moment wordt de kredietcreatie door banken in de Verenigde Staten dus niet beperkt door de hoeveelheid reserves. Omgekeerd geldt dat een voortzetting van het QE programma door de Federal Reserve (en dus een toename van de overtollige reserves van banken) ook geen impuls zal geven aan de vraag naar kredieten vanuit de reële economie. De rente is immers al zeer laag en kan niet veel verder omlaag worden gebracht.

    Omdat de monetaire stimulering van de Federal Reserve een drukkend effect heeft op de rente wordt het voor consumenten en bedrijven goedkoper (en dus aantrekkelijker) meer krediet op te nemen. Indirect heeft dat dus wel een effect op de inflatie, omdat een toename in het aantal kredieten een prijsopdrijvend effect kan hebben.

    Conclusies

    Uit bovenstaande kunnen we de volgende drie conclusies trekken.

    1. Banken lenen geen reserves uit: Ze creëren nieuwe leningen en daarmee tegelijkertijd nieuwe tegoeden. Voor die tegoeden moeten ze reserves aanhouden. Het geld voor die nieuwe leningen komt 'uit het niets' en is alleen gedekt door de belofte van de lener om terug te betalen.
    2. Reserves zijn geen stuwmeer van inflatie: De capaciteit van banken om kredieten te verstrekken werd al niet beperkt door de hoeveelheid reserves. Meer reserves bij de rente van bijna 0% stimuleren banken niet om meer uit te lenen.
    3. QE heeft geen direct effect op inflatie: De Quantitative Easing van de centrale bank is een uitruil van staatsobligaties en hypotheekleningen voor tegoeden bij de centrale bank. Er sijpelt niet rechtstreeks geld door naar consumenten en bedrijven. Indirect draagt QE wel bij aan meer kredietverlening, doordat de lange rente kunstmatig laag wordt gehouden.

    Excess Reserves: Niet een stuwmeer van dollars die klaar liggen om uitgeleend te worden...

    Excess Reserves zijn geen stuwmeer van dollars die klaar liggen om uitgeleend te worden...

    Bron: Repeat After Me: Banks Cannot And Do Not "Lend Out" Reserves (Standard & Poor's)

  • 1929: Beurscrash of correctie?

    Dit artikel van Wim Grommen verklaart waarom de introductie van het splitsen van aandelen op 31 december 1927 uiteindelijk de beurscrash van 1929 heeft veroorzaakt. Het veelvuldig splitsen van aandelen, met zeer grote verhoudingen, heeft de beurshausse enorm aangewakkerd, waardoor de beurscrash van 1929 zeer heftig was. In zijn vorige bijdrage beschreef Grommen hoe transities en de vier transitiefasen die bijdragen aan een beurshausse, dat artikel kunt u hier teruglezen. In dit artikel staan we uitgebreid stil bij het effect van aandelensplitsingen.

    Het splitsen van aandelen wakkert koers-winstverhouding aan

    Een aandelensplitsing is het verlagen van de nominale waarde van een aandeel met een bepaalde factor, waartegenover dan meer aandelen worden uitgegeven, verhoogd met diezelfde factor. Kortweg gezegd als de nominale waarde met een factor 2 wordt verlaagd dan wordt het aantal aandelen met diezelfde factor 2 verhoogd. De totale waarde van het aandelenbezit dus blijft gelijk. Een aandelensplitsing is gewenst, als de beurswaarde van een aandeel te groot is geworden en daardoor de verhandelbaarheid onvoldoende is. Omdat er bij de lagere koers meer potentiële beleggers zijn, heeft een splitsing dus een positief effect op de waarde van het aandeel.

    De stijging van de koers-winstverhouding van aandelen wordt dus ook versterkt, doordat veel bedrijven tijdens de versnellingsfase van hun bestaan, besluiten hun aandelen te splitsen. Twee jaar voor de beurscrash (oktober 1929), op 31 december 1927, werd voor het eerst het splitsen van aandelen toegepast. Tussen 1927 - 1929 zijn van veel bedrijven de aandelen, met zeer grote verhoudingen, gesplitst (zie de lijst verderop in dit artikel). Deze splitsingen hebben de koers-winstverhouding van aandelen nog verder opgedreven.

    Koers-winstverhouding stijgt enorm tussen 1920 - 1930

    Figuur 2: Koers-winstverhouding stijgt enorm tussen 1920 - 1930

    Het splitsen van aandelen liet ook Dow Jones Index exploderen

    De Dow Jones Index wordt voor het eerst gepubliceerd op 26 mei 1896. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door 12:
    • Dow_12_26_mei_1896 = (a1 + a2+ ..........+a12) / 12
    Op 4 oktober 1916 wordt de Dow uitgebreid naar 20 bedrijven; er verdwijnen vier bedrijven en er komen twaalf nieuwe bedrijven bij.
    • Dow_20_4_okt_1916 = (a1 + a2+ ..........+a20) / 20
    Op 31 december 1927 worden van een aantal bedrijven voor het eerst de aandelen gesplitst. Bij elke wijziging in de samenstelling van de Dow Jones of bij een aandelensplitsing, wordt de formule, waarmee de Dow Jones wordt berekend, aangepast. Dit gebeurt omdat de index, de uitkomst van de twee formules van beide mandjes, op het moment van verandering dezelfde uitkomst moet opleveren. Voor die aandelen, die op 31 december 1927 worden gesplitst, wordt in eerste instantie een wegingsfactor in de berekening meegenomen... Datum - Bedrijf - Splitsing
    • 31 december 1927 - American Can - 6 voor 1
    • 31 december 1927 - General Electric -4 voor 1
    • 31 december 1927 - Sears, Roebuck & Company - 4 voor 1
    • 31 december 1927 - American Car & Foundry- 2 voor 1
    • 31 december 1927 - American Tobacco- 2 voor 1
    • 5 november 1928 - Atlantic Refining- 4 voor 1
    • 13 december 1928 - General Motors - 2 1/2 voor 1
    • 13 december 1928 - International Harvester- 4 voor 1
    • 8 januari 1929 - American Smelting - 3 voor 1
    • 8 januari 1929 - Radio Corporation of America - 5 voor 1
    • 1 mei 1929 - Wright-Aeronautical - 2 voor 1
    • 20 mei 1929 - Union Carbide split - 3 voor 1
    • 25 juni 1929 - Woolworth split - 2 1/2 voor 1

    Nieuwe formule

    De formule ziet er dan als volgt uit (American Can, splitsing 6 voor 1, wordt met 6 vermenigvuldigd, General Electric, splitsing 4 voor 1, wordt met 4 vermenigvuldigd enz).
    • Dow_20_31_dec_1927 = (6.AC + 4.GE+ ..........+a20) / 20
    Op 1 oktober 1928 wordt de Dow Jones verder uitgebreid naar 30 aandelen. Omdat men nog alles met de hand moet uitrekenen wordt de berekening van de index eenvoudiger. De wegingsfactor van de gesplitste aandelen verdwijnt en men introduceert de Dow Divisor. De index wordt berekend door de som van de aandelen te delen door de Dow Divisor. Omdat de index op 1 oktober 1928 niet mag veranderen, krijgt de Dow Divisor de waarde 16.67. De index-grafiek van de twee tijdsperioden moet per slot van rekening wel op elkaar aansluiten.
    • Dow_30_1_okt_1928 = (a1 + a2+ ..........+a30) / 16.67
    In het najaar van 1928 en het voorjaar van 1929 (Zie tabel 1) vinden er nog 8 aandelensplitsingen waardoor de Dow Divisor daalt naar 10.77.
    • Dow_30_25_juni_1929 = (a1 + a2+ ..........+a30) / 10.77
    Vanaf 1 oktober 1928 levert een waardestijging van de 30 aandelen dus bijna tweemaal zoveel indexpunten op en vanaf 25 juni 1929 bijna driemaal zoveel indexpunten, vergeleken met een waardestijging van de 30 aandelen voor 31 december 1927. Bij de oude formule zou de som van de 30 aandelen worden gedeeld door 30.

    Dow Jones index voor en na Black Tuesday

    Figuur 3: Dow Jones Index voor en na Black Tuesday

    Van beurscrash 1929 naar beurscorrectie 1929

    De beurshausse in de periode 1920 – 1929 is uiteraard in eerste instantie veroorzaakt, doordat de verwachte waarde van de aandelen van bedrijven, die in de versnellingsfase van hun bestaan komen, enorm stijgt. Deze beurshausse werd echter door het introduceren van het splitsen van aandelen op 31 december 1927 enorm aangewakkerd. Als klap op de vuurpijl werd vanaf 1 oktober 1928, door wijzigingen in de formule van de Dow Jones, de waardestijging van aandelen nog verder uitvergroot. De beurscrash van oktober 1929 was waarschijnlijk veel minder heftig geweest, wanneer het splitsen van aandelen achterwege was gebleven (en dus ook de wijzigingen in de formule van de Dow Jones). Waarschijnlijk zou men dan tegenwoordig niet spreken over de beurscrash van 1929, maar over de beurscorrectie van 1929. Door: Wim Grommen

  • Grafiek: Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Zero Hedge zette in 2013 een koersdoel van 1900 punten op de S&P 500, enkel en alleen door het balanstotaal van de Federal Reserve te extrapoleren naar het einde van het jaar en daar een soortgelijke stijging van de beurs overheen te projecteren. Rond de jaarwisseling stond de S&P 500 op 1850 punten, slechts enkele procenten verwijderd van dat koersdoel. Was dat toeval?

    Het lijkt er niet op, want JP Morgan heeft de afgelopen jaren meer bewijs gevonden van de sterke correlatie tussen het beleid van centrale banken en de richting van de aandelenmarkt. De aankondiging van ‘Abenomics’ in Japan, ‘Operation Twist’ in de Verenigde Staten en Draghi’s verklaring om de euro koste wat kost te redden bleken achteraf een uitstekend instapmoment voor de aandelenmarkt. Financiële markten zijn dol op makkelijk geld en op de goede intentieverklaringen van de machtige centrale bankiers.

    JP Morgan spreekt van een tijdperk van 'centrale bank gedreven rally's in aandelen'. Daarbij hoort de volgende grafiek.

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog

    Centrale banken stuwen aandelen omhoog (Bron: JP Morgan, via Zero Hedge)

  • Barclays krijgt boete voor gebrekkige dataregistratie

    Barclays krijgt boete voor gebrekkige dataregistratie

    De Britse bank Barclays heeft een boete van $3,75 miljoen gekregen voor het onzorgvuldig en onvolledig bijhouden van alle interne communicatie in de vorm van e-mails en tekstberichten. De Financial Industry Regulatory Authority (FINRA) liet weten dat een aantal gegevens niet op een veilige manier was opgeslagen. Vastgelegde transacties en communicatie kon achteraf nog aangepast worden, waardoor de integriteit van de data niet meer te garanderen was. Dit probleem speelde van 2002 tot en met april 2012, zo schrijft Reuters.

    Ook in het e-mailverkeer met Bloomberg ging er wel eens wat mis. Zo was het niet mogelijk om bijlages bij e-mails terug te vinden die tussen mei 2007 en mei 2010 werden verstuurd. Ook waren ongeveer 3,3 miljoen tekstberichten van Bloomberg van oktober 2008 tot en met mei 2010 niet correct opgeslagen.

    Berisping voor Barclays

    De FINRA was niet te spreken over de slechte registratie van Barclays. “Het garanderen van de integriteit, nauwkeurigheid en toegankelijkheid van het digitale archiefbestand is essentieel voor een bedrijf dat aan bepaalde compliance standaarden moet voldoen”, zo schrijft Brad Bennett van de FINRA is een persbericht.

    Het is noemenswaardig om te vermelden dat Barclays één van de banken is die meewerkte aan de manipulatie van de Libor-rente. Dat is de rente die als uitgangspunt wordt genomen voor veel leningen aan burgers en bedrijven.

    Barclays wilde niet bevestigen noch ontkennen dat er iets verkeerd is gegaan met de registratie van de data, maar legt zich wel neer bij de berisping door de toezichthouder. De FINRA is een onafhankelijke toezichthouder die meer dan 4.100 financiële instellingen overziet.

    FINRA geeft Barclays boete van $3,75 miljoen voor slechte dataregistratie

    FINRA geeft Barclays boete van $3,75 miljoen voor slechte dataregistratie

  • Ben je geschikt als trader?

    Als je succesvol wil traden is het van groot belang een tradingplan te hebben waarbij je jezelf prettig voelt. Erg vaak kom ik mensen tegen die het liefst, zonder er bij na te denken, een bestaand tradingplan exact willen overnemen en uitvoeren. Ik begrijp dat wel, want het is natuurlijk wel zo efficiënt om het wiel niet opnieuw uit te hoeven vinden. En als de werkwijze je bevalt is dat natuurlijk ook prima.

    Maar misschien past de handelswijze van een ander je (deels) niet of zijn er punten waarover je anders denkt. Dan wordt het erg lastig om zo’n systeem vloeiend ten uitvoer te brengen en ga je mindere resultaten boeken dan de uitvinder van het systeem. Die mindere resultaten hebben dan vaak ook niets met de kwaliteit van het tradingplan te maken, maar alles met de uitvoering door de gebruiker. Ik vergelijk het wel eens met een snelle sportwagen: iemand anders rijdt moeiteloos rond in dat ding terwijl ik ‘m tegen de eerste boom parkeer die ik tegen kom. Dat zegt niets over de kwaliteit van de auto, maar alles over mijn rijkunsten…

    De meeste traders zijn geneigd om een tradingplan te selecteren waarmee andere traders veel geld op halen. Veel belangrijker is echter een plan te gebruiken (of te maken) dat past bij je persoonlijkheid, als iets je past is het logischer dat het succes zal volgen.

    Negen criteria voor de trader

    Hieronder zet ik negen belangrijke criteria op rij waarvan ik vind dat je ze als trader in ogenschouw moet nemen als je een tradingplan gaat volgen of ontwikkelen. Of voor traders die al een duidelijk tradingplan hebben: leg die criteria eens naast je huidige werkwijze, misschien kom je er wel achter dat er ruimte is voor verbetering!

    1. Vraag je eens heel goed af hoe je zelf in elkaar steekt, bijvoorbeeld: Heb je geduld? Kost het je moeite om veel zaken te combineren? Als je niet goed weet hoe je in elkaar steekt, kun je ook nooit een plan maken dat bij je past.
    2. Stel jezelf redelijke doelen die je wilt behalen. Een redelijk doel is niet ‘zo veel mogelijk geld verdienen’. Wel redelijk is om te kijken hoe koersbewegingen zich doorgaans gedragen en daaraan waarschijnlijke targets te koppelen.
    3. Heb je een mening over de markt? Zo ja, in hoeverre zit je dat in de weg bij je trading? Ik ken traders die al 4 jaar roepen dat een bepaalde koers moet gaan dalen en daarom geen long trades doen. Maar tussentijds is de betreffende koers ruim 35% gestegen. Of heb je geen mening en ben je in staat om iedere keer geheel neutraal de markt te analyseren?
    4. Vraag je af wat je precies te weten wilt komen ten behoeve van je tradingplan. Zorg dat de antwoorden nuttige informatie vormen die je helpt besluiten te nemen.
    5. Een tradingplan bestaat uit meerdere onderdelen, zorg dat je van ieder onderdeel precies kunt zeggen wat de waarde ervan is in je handelswijze. Als dat niet duidelijk is moet je jezelf afvragen of alle onderdelen wel zinvol zijn.
    6. Is het je bedoeling met een plan te werken wat onder iedere marktomstandigheid functioneert? Of heb je een bepaalde markt voor ogen waarop je wil traden? Je kunt moeilijk met alle winden meewaaien.
    7. Zorg dat je voor jezelf weet onder welke winst- en risicofactoren je jezelf comfortabel voelt. Meet en test vervolgens of die waarden haalbaar zijn met je voorgenomen werkwijze.
    8. Wanneer is een plan in praktische zin werkbaar voor je? Hoe vaak kan of wil je in actie komen om er iets aan te doen? Dit is van groot belang ten aanzien van je handelshorizon.
    9. Zorg ervoor dat alles waarbij je geen goed gevoel hebt geen deel uitmaakt van je tradingplan. Ook niet als anderen zeggen dat het belangrijke factoren zijn. Probeer zo veel mogelijk bij je eigen karakter in de buurt te blijven.

    Als blijkt dat bovengenoemde punten je voor problemen stellen waardoor consistent traden een moeilijkheid wordt, moet je jezelf afvragen of je wel geschikt bent voor trading. In dat geval kan het verstandig zijn om het traden over te laten aan ervaren traders.

    Momentumtrades beschikt over die ervaren traders die iedere dag in- en uitstappen terwijl u kunt blijven zitten. Door vast te houden aan een strategie is er in 2013 een netto rendement gemaakt van 39,3%.

    http://www.momentumtrades.nl/

    Tien criteria voor de trader

  • Bereid u voor op de preventieve ‘bail-in’

    Vorige week bereikte het Europees Parlement een akkoord over de introductie van de bail-in, waardoor de belastingbetaler niet langer voor in de rij staat om de verliezen van een falende bank te verteren. De Europese Bankenautoriteit gaat zelfs voorwaarden opstellen waaronder een preventieve bail-in mogelijk is.

    De bail-out was in het begin van de crisis de weg met de minste weerstand, omdat de verliezen in dat systeem gesocialiseerd werden en iedereen (indirect) een gelijke bijdrage moest leveren. Maar naarmate de crisis vorderde kwamen overheden erachter dat de bail-out wel heel erg kostbaar zou worden, mocht de situatie echt uit de hand lopen. Een paar miljard is nog wel op te hoesten, maar wat als een bank met een balanstotaal van honderden miljarden euro’s in de problemen komt?

    Bail-in

    Om te voorkomen dat dat risico zich zou vertalen in een stijgende rente op staatsobligaties werd besloten om over te gaan op de bail-in. Niet langer zouden spaarders en achtergestelde obligatiehouders beschermd worden als een bank omvalt. Integendeel, iedereen met achtergestelde obligaties en alle spaarders met meer dan €100.000 op de bankrekening nemen voortaan ook grote verliezen. Dat hebben we in Cyprus en bij de nationalisatie van de SNS Bank in Nederland al gezien.

    Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep, liet tijdens de bankencrisis van Cyprus het woord ’template’ (blauwdruk) vallen. Dit is de bevestiging daarvan, want met ingang van 2016 is het bail-in systeem ook op Europees niveau van kracht. In dit systeem vangen aandeelhouders én obligatiehouders de eerste klappen op als een bank omvalt, gevolg door de spaarders met meer dan €100.000 op de bankrekening.

    Landelijke noodfonds

    Onder de nieuwe bail-in regels krijgt een bank maximaal 8% van haar balanstotaal terug door verplichtingen aan vermogende spaarders en obligatiehouders kwijt te schelden. Is er meer geld nodig, dan kan de bank uit een ander noodfonds tappen. Ieder lid van de EU moet een noodfonds hebben waar men uit kan putten om een bank ontbonden of overeind gehouden kan worden. De banken in de EU moeten deze fondsen vullen, zodat deze in 2025 een omvang hebben van tenminste 1% van alle gedekte spaartegoeden bij de banken. Met de nieuwe bail-in regels bouwen overheden een extra buffer in om de belastingbetaler (of de staatsschuld) te ontzien, maar iedereen is zich ervan bewust dat de bail-in in een extreem scenario toch niet genoeg is om een bank van de ondergang te redden. Als al het andere niet genoeg is moet de overheid alsnog bijspringen, zo blijkt uit de verklaring van het Europees Parlement.

    Preventieve bail-in

    Halverwege 2015 zal de Europese Bankenautoriteit (EBA) de richtlijnen bekendmaken voor de omstandigheden waarbij een bank uit voorzorg geherkapitaliseerd kan worden. Met deze richtlijnen kan de bail-in eerder in werking worden gesteld, in de hoop dat de schade daardoor beperkt zal worden. In 2018 zal de Europese Commissie bepalen of het tegen die tijd nog nodig is om de deur open te houden voor een dergelijke preventieve bail-in.

    De bail-in is de nieuwe bail-out

    De bail-in wordt vanaf 2016 in heel Europa toegepast

  • Bankiers in Londen verwachten 44% meer bonus

    De topbankiers in Londen verwachten dit jaar een 44% hogere bonus dan vorig jaar, zo blijkt uit onderzoek van het werving- en selectiebureau Astbury Marsden. Kregen de meest succesvolle bankiers in 2012 gemiddeld een bedrag van £115.618 mee naar huis als bonus, dit jaar komt dat bedrag naar verwacht uit op £166.955. De bonus zou dan hoger uitvallen dan het reguliere salaris, terwijl de bonus vorig jaar nog 88% was van het normale salaris.

    “Ondanks de druk om de bonussen binnen de perken te houden is het niet onredelijk dat de bonusverwachtingen weer stijgen. De economie herstelt weer en de banken beginnen weer meer winst te maken”, zo schrijft Mark Cameron van Astbury Marsden in het persbericht. De Europese Unie bereikte in februari nog een overeenkomst om bonussen te maximeren op twee keer het reguliere salaris. Die maatregelen werd destijds deels onder maatschappelijke druk en deels vanuit het oogpunt van risicobeheersing genomen. De extreem hoge bonussen zouden risico’s in de hand werken, zo was de gedachte.

    Verenigd Koninkrijk verdedigt bonus

    In september kwam het Verenigd Koninkrijk in het verzet tegen de inperking van bonussen. Niet geheel onlogisch, want het grootste financiële centrum van Europa is nog altijd de ‘City’ van Londen. De rechtszaak die op het hoogste niveau gevoerd wordt tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU loopt op het moment van schrijven nog. Wel krijgt de Britse bankiers bijval van de Europese Bankenautoriteit (EBA), want die kwam afgelopen vrijdag met een versoepeling van het bonusbeleid. Kort samengevat is de EBA van mening dat een hoge bonus is toegestaan, mits de bank aannemelijk kan maken dat de bankier in kwestie geen grote risico’s genomen heeft. Het zal voor de banken waarschijnlijk een peulenschilletje zijn om dat aan te tonen. In november maakte de EBA nog bekend dat 2700 van de 3500 bankiers met een inkomen hoger dan €1 miljoen in Londen werken.

    Financiële instellingen in de ‘City’ leggen ook steeds meer geld op tafel om getalenteerde werknemers bij een andere bank te overtuigen om van werkgever te wisselen. Vorig jaar werd er gemiddeld 15% van het jaarinkomen gebruikt om een werknemer over de streep te trekken, dit jaar was dat met 29% bijna dubbel zo veel. Het werving- en selectiebureau Astbury Marsden baseert haar bedragen en percentages op een onderzoek dat in oktober gehouden werd onder 1.509 investment bankers die werken in de ‘City’.

    Britse bankiers verwachten hogere bonus

    Britse bankiers verwachten hogere bonus

  • Waarom hedgefondsen achterblijven bij de index

    Barry Ritholtz legt op Bloomberg uit waarom hedgefondsen er over de lange termijn meestal niet in slagen de markt te verslaan. Door hoge beheerskosten beginnen ze al op een achterstand ten opzichte van een indexfonds, maar dat is niet de enige reden. Hij maakte een lijstje van vijf punten die verklaren waarom de speculatieve fondsen gemiddeld zo ver achter blijven bij de markt.

    Bovenaan de lijst staat de omvang van de sector en op nummer twee de omvang van het fonds zelf. Een fonds dat een goed resultaat heeft laten zien trekt nieuw kapitaal aan, maar daardoor kan een fonds tegen het probleem aan lopen dat ze niet meer weet waar ze het geld in moeten beleggen. In verhouding tot de kansen die ze zien op de markt hebben ze veel te geld in beheer, waardoor ze ook investeren in zaken die minder aantrekkelijk zijn. Voor de sector als geheel is het ook een probleem, want ieder hedgefonds probeert zich op een bepaalde manier te onderscheiden van de markt. Dat lukt niet meer als er zoveel concurrenten zijn die ongeveer hetzelfde doen.

    Andere factoren die een rem zetten op het gemiddelde rendement van hedgefondsen is het gebrek aan spreiding. Het woord ‘hedging’ staat voor het afdekken van risico’s, maar sommige hedgefondsen zoeken de risico’s juist op. Door slechte spreiding of door het gebruik van teveel leverage kunnen fondsen soms grote verliezen lijden.

  • BBC kijkt rond bij de Federal Reserve

    De BBC kreeg het privilege om een kijkje te nemen bij het ‘hoofdkwartier’ van de Federal Reserve. Ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan van de centrale bank heeft de Fed de deur opgezet voor de verslaggever Simon Jack van de BBC. Hij laat zien dat er voor alle twaalf districten van de centrale bank een aparte ruimte is in het gebouw. Ook komt de grote tafel in beeld waar het comité van de FED vergadert en beslissingen neemt over het monetaire beleid van de Verenigde Staten.

    De BBC op bezoek bij de Federal Reserve