Categorie: Nieuws

  • Video: Ronald-Peter Stöferle over de goudmarkt in 2019

    Video: Ronald-Peter Stöferle over de goudmarkt in 2019

    Ronald-Peter Stöferle van het In Gold We Trust rapport hield onlangs een presentatie over de goudmarkt. Bij het European Gold Forum dat vorige maand werd gehouden vertelde hij over het afnemende vertrouwen in centrale banken en de ommekeer in het monetaire beleid.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Het gevaar van Modern Monetary Theory

    Het gevaar van Modern Monetary Theory

    De laatste maanden horen we steeds meer over Modern Monetary Theory (MMT) als middel om de economie te stimuleren. Het uitgangspunt van deze theorie is dat overheden een grotere rol krijgen in de sturing van de economie. In plaats van indirecte stimulering via centrale banken moeten overheden de economie rechtstreeks gaan stimuleren, bijvoorbeeld door overheidsuitgaven te verhogen of belastingen te verlagen. De achterliggende gedachte is dat overheden op deze manier de geldhoeveelheid beter kunnen sturen en verdelen dan centrale banken.

    Deze theorie bestaat al langer, maar wint aan populariteit nu de effectiviteit van centrale banken lijkt af te nemen. Centrale banken hebben de rente al drastisch verlaagd en hebben daarna ook verschillende rondes van monetaire verruiming uitgevoerd, maar daar heeft niet iedereen evenveel van geprofiteerd. Tien jaar na de crisis kunnen we concluderen dat het monetaire beleid vooral gunstig was voor de rijken en dat de vermogensongelijkheid alleen maar verder is toegenomen.

    Het is om die reden dat er in verschillende wetenschappelijke en politieke kringen wordt opgeroepen tot meer fiscale stimulering, vooral aan de linkerzijde van het politieke spectrum. Juist nu de rente laag is zouden overheden meer geld moeten uitgeven om werkgelegenheid te creëren en de middenklasse te ondersteunen. Het is een nobel streven, maar het is nog maar de vraag of dit beleid ook op de langere termijn houdbaar is.

    Modern Monetary Theory (MMT)

    Voorstanders van Modern Monetary Theory zien weinig bezwaren. Als overheden kunnen lenen in hun eigen valuta, dan kunnen ze altijd extra geld bijdrukken om hun schuldverplichtingen na te komen. Wel kan de inflatie als gevolg van overheidsstimulering verder oplopen, maar dat kan volgens voorstanders van MMT worden opgevangen door de belastingen te verhogen. Op die manier kan er weer geld uit de economie worden gehaald en kan de inflatie gecontroleerd worden, zo luidt de theorie.

    Ook vermogensbeheerder Ray Dalio ziet meer fiscale stimulering wel zitten. In een nieuw artikel op LinkedIn schrijft hij dat beleidsmakers eigenlijk geen andere keuze hebben dan om deze theorie te omarmen. Hij concludeert dat zowel de inkomensongelijkheid als de vermogensongelijkheid de afgelopen decennia door het beleid van centrale banken sterk is toegenomen. Het is nu de uitdaging voor beleidsmakers om “welvaart te creëren voor de meeste mensen in een tijd dat monetair beleid niet meer werkt”, aldus Dalio.

    In zijn analyse bespreekt de vermogensbeheerder de verschillende mogelijkheden van rechtstreekse fiscale en monetaire stimulering. De meest subtiele manier is een uitbreiding van het opkoopprogramma van centrale banken, waarbij zij meer soorten activa opkopen. Bij meer agressieve vormen van monetaire en fiscale stimulering moeten we denken aan het kwijtschelden van publieke en private schulden of het uitdelen van geld aan overheden en huishoudens. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van een soort basisinkomen.

    Volgens Dalio is het na renteverlagingen en stimuleringsprogramma’s tijd voor een derde fase van stimulering. Deze fase omvat meer coördinatie tussen fiscaal en monetair beleid, wat in de praktijk zoveel betekent als een nauwere samenwerking tussen overheden en centrale banken. Ook Christine Lagarde van het IMF heeft zich onlangs positief uitgelaten over het idee van meer fiscale stimulering. Volgens haar kan de theorie van MMT zeer nuttig zijn in een nieuwe crisis, omdat daarmee deflatie effectiever aangepakt kan worden.

    Ray Dalio ziet verschillende mogelijkheden voor fiscale stimulering (Bron: LinkedIn)

    Meer overheidsinterventie

    Op de korte termijn zou meer fiscale stimulering zoals hierboven wordt beschreven zeker kunnen helpen. Dat is ook meteen het grootste gevaar, want als je eenmaal deze weg inslaat is er geen weg meer terug. Fiscale stimulering zal worden gevolgd door nog meer fiscale stimulering, waardoor men uiteindelijk het vertrouwen in het geld verliest. Daar houdt de theorie van Modern Monetary Theory geen rekening mee, omdat die gebaseerd is op de aanname dat de overheid altijd belasting kan heffen en geld kan bijdrukken. Boekhoudkundig klopt de theorie, maar er wordt geen rekening mee gehouden dat men het vertrouwen in de overheid kan verliezen. Een scenario van hyperinflatie valt dan niet uit te sluiten, zo leert de geschiedenis ons.

    Een ander gevaar van deze theorie is dat het nog meer macht geeft aan overheden om de allocatie van middelen in de economie te sturen. We weten allemaal dat het herverdelen van de welvaart gepaard gaat met een afname van de economische productiviteit, omdat overheden nou eenmaal minder efficient kapitaal kunnen toewijzen dan de vrije markt. Dat probleem los je niet op met nog meer overheidsuitgaven, zeker niet op de langere termijn. Toch is de kans groot dat we het pad van fiscale stimulering gaan bewandelen, om de simpele reden dat de meeste mensen zullen kiezen voor politici die veel leuke dingen beloven voor de mensen. Bezuinigen is zowel in goede als in slechte tijden niet populair, zeker niet in een wereld waarin overheden bijna gratis kunnen lenen…

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Sander Boon over de fundamentele weeffout in het geldsysteem

    Sander Boon over de fundamentele weeffout in het geldsysteem

    Sander Boon geeft in deze podcast van Geotrendlines inzicht in de evolutie van het internationale monetaire en financiële systeem over de afgelopen honderd jaar. Van het loslaten van de goudstandaard na WO1 tot het ontstaan van het eurodollar systeem na WO2.

    Volgens Sander Boon functioneert het geldsysteem al sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2007/2008 niet meer zoals het zou moeten. De interbancaire leenmarkt wordt in toenemende mate overgenomen door centrale banken, die met steeds agressievere interventies proberen het geldsysteem overeind te houden.

    Van goud naar schuldpapier

    De rode draad door het verhaal is dat de rol van goud als fundament van ons financiële systeem geleidelijk is overgenomen door schuldpapier, meer in het bijzonder door staatsobligaties. Daardoor zijn perverse prikkels ontstaan, die ervoor zorgen dat overheden heel goedkoop kunnen lenen.

    Sinds 2008 zien we de schulden weer verder toenemen, terwijl de economische groei achterblijft. Ondertussen worden overheden steeds groter, met als gevolg dat de koopkracht van de middenklasse achterblijft.

    Update: Deze podcast is nu ook via Spotify en Soundcloud te beluisteren.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines




  • De Nederlandsche Bank: “Goud behoudt altijd waarde”

    De Nederlandsche Bank: “Goud behoudt altijd waarde”

    Goud is het ultieme appeltje voor de dorst, omdat het altijd waarde behoudt, zo schrijft de Nederlandsche Bank op haar website. In een onlangs toegevoegde pagina op hun website benoemen ze expliciet over het nut van een goudvoorraad in tijden van crisis. Hieronder twee passages waarin de centrale bank haar standpunt kenbaar maakt en uitlegt waarom ze een deel van hun reserves in het edelmetaal aanhouden, gevolgd door de volledige tekst.

    “Aandelen, obligaties en ander waardepapier: aan alles zit een risico. Als het tegenzit, kunnen koersen dalen. Maar, crisis of niet, een baar goud houdt altijd waarde.”

    “Als het hele systeem instort, biedt de goudvoorraad een onderpand om opnieuw te beginnen. Goud geeft vertrouwen in de kracht van de balans van de centrale bank.”

    Goud van DNB

    DNB bezit ruim 600 ton goud. Een baar goud houdt altijd zijn waarde. Crisis of niet. Dat geeft een veilig gevoel. Het goudbezit van een centrale bank is dan ook een baken van vertrouwen.

    Goudkluizen

    DNB heeft ruim 600 ton goud. Dat goud ligt voor een deel bij DNB in Amsterdam. Maar het meeste goud ligt in andere landen: de VS, Canada en het VK.

    In de goudkluis van DNB liggen 15.000 baren goud. Met een waarde van ruim EUR zes miljard. Dit goud vormt een derde (31%) van de totale goudvoorraad van DNB. Daarnaast ligt een derde (31%) van de goudvoorraad in New York. Dit goud is opgeslagen in de kluizen van de Federal Reserve Bank, op de granieten rotsen van Manhattan. Voorheen lag hier nog meer goud. Maar in 2014 heeft DNB een deel van het goud in teruggehaald naar Amsterdam.

    Verder ligt 38% van het Nederlands goud in Ottowa en Londen. Veilig opgeslagen in de kluizen van de Canadese centrale bank en de Engelse centrale bank.

    Goud: vertrouwensanker

    Aandelen, obligaties en ander waardepapier: aan alles zit een risico. Als het tegenzit, kunnen koersen dalen. Maar, crisis of niet, een baar goud houdt altijd waarde. Centrale banken als DNB hebben daarom van oudsher veel goud in huis. Goud is namelijk het ultieme appeltje voor de dorst: het vertrouwensanker voor het financiële stelsel. Als het hele systeem instort, biedt de goudvoorraad een onderpand om opnieuw te beginnen. Goud geeft vertrouwen in de kracht van de balans van de centrale bank. Dat geeft een veilig gevoel.

    Lees meer over het beheer van de goud- en deviezenreserves van DNB.

    Van Amsterdam naar Zeist

    DNB gaat haar goudkluis verplaatsen van Amsterdam naar Zeist. Hier wordt het DNB Cashcentrum gebouwd. Lees meer.

    Bron: De Nederlandsche Bank

    Dit artikel is afkomstig van Goudstandaard

  • Is gespreid beleggen écht beter voor je rendement?

    Is gespreid beleggen écht beter voor je rendement?

    De laatste drie decennia is gebleken hoe volatiel de financiële markten kunnen zijn. Na de hausse van de jaren negentig kwam de dotcom crash rond de eeuwwisseling. Die werd gevolgd door een mini-herstel, voordat de financiële crisis in 2008 toesloeg. Het was een hobbelige rit voor beleggers. De ups en downs van de markt kunnen de beslissing om op het juiste moment te beleggen zeer moeilijk maken.

    Waarschijnlijk is er nooit een perfect moment. Maar berekeningen van Schroders tonen aan dat met een ‘dollar cost averaging’- beleggingsstrategie waarmee gespreid wordt belegd, beleggers risico’s kunnen beperken en rendementen gladstrijken. Vooral wanneer de markten volatiel zijn.

    Wat is dollar cost averaging?

    Dollar cost averaging (dca) is een beleggingsstrategie om het marktrisico te beperken. Dat gebeurt door het systematisch aankopen van effecten met eenzelfde bedrag op regelmatige tijdstippen gedurende een lange periode, in plaats van het gehele bedrag in een keer te beleggen (lump sum beleggen).

    Door zijn geld druppelsgewijs naar de markt te laten vloeien, belegt een belegger met tussenpozen. Theoretisch betekent dit dat hij effecten koopt tegen verschillende prijzen. Op die manier kan hij de meer extreme hoogte- en dieptepunten die hij kan ervaren als hij al zijn geld in één keer belegt, gladstrijken. Het betekent ook dat als de markten beginnen aan een daling er de mogelijkheid is om direct volledig te stoppen met beleggen.

    Neem de periode tijdens de wereldwijde financiële crisis als voorbeeld. Berekeningen van Schroders, zoals getoond in de onderstaande grafiek, laten zien dat als een belegger op 1 januari 2008 was begonnen met beleggen en een bedrag van $1.200 (de oranje lijn) in een keer had belegd in de MSCI World Total Return Index, zijn belegging 12 maanden later $716 waard zou zijn, inclusief dividenduitkeringen. Een verlies van 40%.

    Dollar cost averaging versus lump sum beleggen (Bron: Schroders, Refinitiv)

    Dollar cost averaging versus lump sum tijdens de financiële crisis

    Maar als hij zijn belegging in 12 gelijke termijnbedragen van $100 elk (de blauw gekleurde lijn) had opgesplitst, dan zou de waarde van zijn belegging nog steeds zijn gedaald, maar lang niet zo sterk. Op 1 januari 2009 zou zijn belegging $867 waard zijn geweest. Een verlies van 28%.

    Een tweede voorbeeld, nu over een langere periode. Onderstaande grafiek toont het rendement van een maandelijkse belegging van $100 (blauwe lijn) in de MSCI World Total Return Index, over een periode van 31 jaar, tussen 1 januari 1988 en 1 januari 2019. Dit wordt vergeleken met de eenmalige belegging van $37.200 (oranje gekleurde lijn) – het equivalent 31 jaar maandelijkse stortingen van $100 – gedurende de periode van 1 januari 1988 tot 1 januari 2019.

    Volgens de berekeningen van Schroders zou de eenmalige lump sum belegging nu $350.000 waard kunnen zijn, wat gelijk staat aan een jaarlijks rendement van 7,5%. Hetzelfde bedrag dat in dezelfde 31 jaar stapsgewijs wordt belegd, zou nu $123.395 waard kunnen zijn, wat gelijk staat aan een jaarlijks rendement van 3,9%. Let wel, geen van deze cijfers is gecorrigeerd voor inflatie of kosten.

    Dollar cost averaging versus lump sum sinds 1988 (Bron: Schroders, Refinitiv)

    Voor- en nadelen van lump sum beleggen

    De voorbeelden illustreren het oude marktgezegde dat hoe meer een belegger in staat is te beleggen en hoe eerder hij dat doet, des te groter het potentiële rendement, mits hij in staat is om de belegging de tijd te geven om te groeien. Maar als hij het hele bedrag in één keer belegt, loopt hij een risico. Hoe zou hij zich hebben gevoeld als hij die belegging van $37.200 in januari 2008 had gedaan en deze in december 2008 tot iets meer dan $20.000 had zien dalen? Niet al te best waarschijnlijk. Aan de andere kant, als hij belegd zou zijn gebleven, zou hij nu een prachtig rendement hebben behaald. Dat is het aardige van terugblikken. Vraag is of hij niet in actie was gekomen toen de markten heel hard onderuit gingen.

    Claire Walsh, Personal Finance Director bij Schroders, heeft zelf ervaring met het maken van de keuze tussen een lump sum belegging en dollar cost averaging:

    “Er zijn psychologische drijfveren waar we allemaal mee te maken hebben, ook wel ‘behavioral finance’ genoemd. Van cruciaal belang is dat beleggers verliezen willen vermijden en een mooi rendement willen maken. Je kunt niet voorspellen wat de markten zullen doen, maar je kunt wel nadenken over hoe je je zou voelen als de markten instorten. Moet je een dalende markt zien als het moment waarop je moet kopen of als het moment om eruit te stappen en in cash te gaan? Marktschommelingen zijn voor de meeste mensen schrijnend. Gespreid beleggen kan beleggers meer gemoedsrust geven en hen ervan weerhouden om op de bodem van de markt te verkopen en op de top te kopen”.

    Drie potentiële voordelen van dollar cost averaging

    Dollar cost averaging levert niet altijd het meeste rendement op, maar het heeft wel zijn voordelen:

    1. Regelmatige besparingen: Niet alle beleggers kunnen in een keer een groot bedrag beleggen. Door dollar cost averaging kan een belegger op regelmatige basis geld sparen.
    2. Vermindert risico’s: Door regelmatig kleinere bedragen te beleggen, is een belegger minder blootgesteld aan de pieken en dalen van de markt. Hij koopt immers tegen verschillende prijsniveaus. Na verloop van tijd helpt dit om de gemiddelde prijs glad te strijken.
    3. Profiteer van dalende markten: Theoretisch gezien werkt het in een dalende markt beter om een dollar cost averaging strategie te volgen, omdat een belegger dan aandelen tegen een lagere prijs koopt, waardoor hij er meer van kan kopen.

    Op de lange termijn kan een zo vroeg mogelijke lump sum belegging een hoger rendement opleveren. Maar beleggers hebben de neiging om verlies te vermijden, zelfs als ze hun geld voor een lange periode belegd willen houden. Dat is er een sterk argument voor het volgen van een dollar cost averaging strategie als de onzekerheid op de markten toeslaat. Deze aanpak biedt uiteindelijk meer bescherming tegen marktvolatiliteit.

    Lees meer in het artikel ’30 years of ‘dollar cost averaging’: does it work?’ van Schroders

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Dollar stijgt over de hele linie na sterke economische cijfers

    De cijfers voor economische groei en de huizenmarkt van de VS waren hoger dan verwacht, waardoor de dollar in waarde is gestegen ten opzichte van elke valuta ter wereld, behalve de Japanse yen.
    De positie van de dollar ten opzichte van de euro werd geholpen door teleurstellende betrouwbaarheidscijfers uit Duitsland, hoewel er een kloof aan het ontstaan is in de eurozone tussen zwakke deelnamecijfers aan enquêtes en sterkere, daadwerkelijk economische cijfers.

    Valuta van opkomende markten hebben een moeilijke week gehad. De Koreaanse won en de Colombiaanse peso hadden een prominente positie in het slechte economische nieuws, gevolgd door een fikse daling in olieprijzen.

    Deze week staat er meer op het programma dan normaal. In de eurozone worden maandag de bbp-cijfers van het eerste kwartaal gepubliceerd en op vrijdag het flash-inflatiepercentage. De Federal Reserve komt op woensdag bij elkaar, waarna op vrijdag het banenrapport van de VS wordt uitgebracht. Ten slotte houdt de Bank of England donderdag een vergadering, wat betekent dat er deze week iedere dag, behalve op dinsdag, iets plaatsvindt dat de markten in beweging brengt.

    Britse pond

    Nu de Brexit-onderhandelingen zijn verplaatst naar de zomer, volgt het pond de bewegingen van de euro ten opzichte van andere valuta bijna op de voet. Vorige week waren secundaire cijfers zoals winkelverkopen overwegend hoog. De vergadering van de Bank of England van deze week voegt waarschijnlijk niets toe aan de situatie, aangezien het Monetary Policy Committee (MPC) het beleid en de prognoses in de hand heeft. Op de korte termijn wordt verwacht dat de ontwikkeling van het pond gelijk blijft lopen met die van de euro.

    Euro

    In de eurozone is een tweedeling aan het ontstaan tussen zwakke deelnamecijfers aan enquêtes (PMI uit de IFOI van vorige week) en sterke economische cijfers, zoals uit industriële productie. De lage verwachtingen voor zowel de bbp-cijfers van het eerste kwartaal als de flash-inflatie zouden voor een verrassende groei kunnen zorgen, waarop de euro vervolgens positief kan reageren. De enorme, korte positionering van de gemeenschappelijke munt die zichtbaar is op de markt kan de euro een nieuwe boost geven.

    Amerikaanse dollar

    De groei in het eerste kwartaal is positiever uitgevallen dan gedacht, hoewel een tijdelijke boost vanuit een voorraadopbouw ongeveer de helft van het verschil tussen de consensuscijfers en de daadwerkelijke cijfers verklaarde.

    Deze week wordt het druk. De Federal Reserve houdt woensdag een vergadering. Er worden geen wijzigingen in beleidsvoering verwacht en we denken dat het statement heel steriel zal zijn en weinig prijsgeeft over wat er zich bij de Federal Reserve afspeelt. Het banenrapport dat vrijdag wordt gepubliceerd zal uitsluitsel geven over of de groei in lonen aanhoudt.

    Door: Enrique Diaz-Alvarez

    Enrique Diaz-Alvarez is chief risk officer en staat aan het hoofd van het analistenteam van Ebury in New York. Vanwege zijn gedrevenheid, passie en gedegen kennis, wordt Enrique door Bloomberg erkend als een van de meest accurate voorspellers van de marktbewegingen.

    Over Ebury:

    Ebury maakt internationale markten toegankelijker met valutadiensten op maat en flexibel handelskrediet voor ondernemingen. Ebury werkt samen met ruim 12.000 organisaties en verricht 12 miljard euro aan valutatransacties in 140 verschillende valuta. Het bedrijf heeft kantoren in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Spanje en Polen. De speerpunten van Ebury:

    • Financiële diensten die normaal zijn voorbehouden aan grote multinationals
    • Financiering van uw aankopen
    • Marktkennis en valutadiensten op maat
    • Ons netwerk van liquidity providers en intermediaire banken
    • Transacties in ruim 140 verschillende valuta

    Meer informatie op www.ebury.nl




  • Rusland kocht in maart 18,66 ton goud

    Rusland heeft in maart 18,66 ton goud aan haar reserves toegevoegd. De centrale bank blijft in een hoog tempo edelmetaal kopen als vorm van diversificatie en als bescherming tegen geopolitiek risico. Met de aankoop van maart stijgt de totale goudreserve van het land naar 2.167,96 ton, goed voor een marktwaarde van $90 miljard. In het eerste kwartaal van dit jaar heeft de centrale bank al bijna 56 ton van het gele metaal aan haar reserves toegevoegd. Daarmee blijft het centrale bank van Rusland de grootste afnemer van het edelmetaal ter wereld.

    De totale reserves van de centrale bank zijn de afgelopen drie jaar met ruim $100 miljard toegenomen, waarvan $40 miljard in de vorm van edelmetaal. Dat goud is grotendeels afkomstig van binnenlandse goudmijnen, die het edelmetaal aan de centrale bank verkopen. Vorig jaar kocht de centrale bank zelfs bijna de volledige binnenlandse goudproductie op.

    Rusland zoekt diversificatie

    Al tien jaar lang is Rusland bezig om goud te kopen. Het land wil minder afhankelijk worden van het dollarsysteem en treft daarom voorbereidingen om de blootstelling aan de dollar te verkleinen. Vorig jaar deed de centrale bank een groot deel van haar positie in Amerikaanse staatsleningen van de hand. Ook verkleinde de centrale bank eerder dit jaar haar dollarreserves ten gunste van reserves in euro en Chinese yuan.

    Centrale banken houden een goudvoorraad aan als vorm van verzekering tegen economische en geopolitieke risico’s. Het edelmetaal levert geen rendement op, maar kent in principe ook geen tegenpartij risico. Voorwaarde is dan wel dat het goud daadwerkelijk in eigen land ligt. Rusland bewaart haar goudreserve volledig in eigen land, terwijl veel Europese landen het verspreiden over verschillende locaties. De laatste jaren zien we echter dat meer en meer landen goud terughalen naar eigen land. Dit symboliseert het toenemende wantrouwen binnen het internationale financiële systeem.

    Goud versus valutareserves

    Goudvoorraad Rusland is ongeveer $90 miljard waard

    Centrale bank bewaart inmiddels ruim 18% van haar reserves in edelmetaal

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Zwitserse centrale bank boekt winst van 30 miljard

    Zwitserse centrale bank boekt winst van 30 miljard

    De Zwitserse centrale bank heeft het afgelopen kwartaal een winst van 30,7 miljard Zwitserse frank gerealiseerd. De grootste winst werd behaald op de valutareserves, die grotendeels uit staatsobligaties en aandelen bestaan. Ook profiteerde de bank van een waardestijging van de goudvoorraad en de negatieve rente op bankreserves. De goudreserve werd bijna 900 miljoen meer waard, terwijl de valutareserves met 29,3 miljard in waarde stegen. De negatieve rente die commerciële banken betalen aan de centrale bank leverde bijna 600 miljoen op.

    De financiële resultaten van de Zwitserse Nationalbank zijn sterk afhankelijk van ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, valutamarkt en goudmarkt. In het eerste kwartaal herstelde de aandelenmarkt, terwijl ook de obligaties meer waard werden. Door de hogere goudprijs steeg ook de waarde van de Zwitserse goudvoorraad van 1.040 ton.

    Zwitserse centrale bank realiseerde een winst van 30 miljard Zwitserse frank (Bron: SNB)

    Centrale bank profiteert van valutareserves

    De Zwitserse centrale bank heeft sinds het uitbreken van de financiële crisis op grote schaal bezittingen in vreemde valuta gekocht om de waarde van de eigen munt te onderdrukken. Als gevolg van deze interventies is het balanstotaal in tien jaar tijd opgezwollen van 200 naar 800 miljard Zwitserse frank. Deze bezittingen bestaan voor ongeveer 80% uit obligaties en 20% uit aandelen, die voor het grootste gedeelte in euro’s en dollars genoteerd staan.

    In eerste instantie kocht de bank alleen obligaties, maar de laatste jaren heeft ze ook steeds meer aandelen aan haar balans toegevoegd. De aandelenportefeuille, waar onder meer aandelen van Apple, Microsoft, Amazon, Facebook en Google in zijn opgenomen, heeft inmiddels een waarde van ruim $100 miljard. Deze aandelen zijn de afgelopen maanden sterk in waarde gestegen door het wereldwijde herstel van de aandelenmarkten.

    Vlucht naar Zwitserse frank

    Vermogende particulieren en beleggingsfondsen zien de Zwitserse munt als een veilige haven, met als gevolg dat de waarde van de munt begon te stijgen. Een sterke munt lijkt gunstig voor de Zwitserse consument, maar kent ook een aantal nadelen. Zo wordt het voor toeristen steeds duurder om naar Zwitserland op vakantie te gaan. Ook wordt het voor Zwitserse bedrijven lastiger concurreren in het buitenland, omdat hun producten daar duurder worden.

    Om een vlucht naar Zwitserse frank te ontmoedigen hanteert de centrale bank een negatieve depositorente van -0,75%. Dat betekent dat banken jaarlijks 0,75% rente moeten betalen over hun reserves. Deze kosten berekenen ze door aan klanten in de vorm van negatieve rente. Dit leverde de centrale bank in het eerste kwartaal bijna 600 miljoen Zwitserse frank op.

    Balanstotaal Zwitserse centrale bank is de laatste tien jaar explosief gestegen

    De laatste jaren koopt de Zwitserse centrale bank steeds meer aandelen

    De valutareserves bestaan voornamelijk uit euro’s en dollars

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Centrale banken kopen meeste goud sinds crisis

    Centrale banken kopen meeste goud sinds crisis

    Vorig jaar kochten centrale banken een recordhoeveelheid goud en het lijkt erop dat dit jaar opnieuw gaan doen. Volgens de World Gold Council kochten centrale banken in de eerste twee maanden van dit jaar bijna 90 ton goud. Ter vergelijking, dat was het grootste volume sinds 2008 en ook flink meer dan de 56 ton in eerste twee maanden van 2018. Dit laat zien dat verschillende centrale banken in een hoog tempo bescherming zoeken in edelmetalen.

    Centrale banken hebben verschillende redenen om meer goud te kopen. Door de lage correlatie met andere beleggingen is het edelmetaal een nuttig instrument om risico te spreiden. Maar veel belangrijker is dat het edelmetaal geen tegenpartij risico kent, op voorwaarde dat het in eigen land wordt opgeslagen. De waarde van goud is niet afhankelijk van één tegenpartij, in tegenstelling tot valutareserves in de vorm van staatsobligaties.

    Centrale banken kopen ook dit jaar weer substantieel goud bij (Bron: World Gold Council)

    Goud als strategische reserve

    Door de toenemende onzekerheid over de economie en het monetaire beleid van de belangrijkste centrale banken wint het edelmetaal aan populariteit. Landen als Rusland en China breiden hun reserves al jaren uit, maar sinds kort zijn ook andere landen actief geworden op de goudmarkt. Zo hebben ook Polen, Hongarije, Turkije en India vorig jaar edelmetaal gekocht.

    Tegelijkertijd zien we dat meer landen controle willen hebben over hun eigen goudvoorraad. Hongarije haalde vorig jaar haar goudvoorraad terug uit Londen en ook Roemenië overweegt een groot deel van haar goudreserve te repatriëren. Het is tekenend voor een afnemend vertrouwen in het monetaire systeem. De World Gold Council schreef daar eind vorig jaar in haar kwartaalrapport het volgende over:

    “De toegenomen geopolitieke en economische onzekerheid gedurende het jaar dreef de centrale banken er in toenemende mate toe hun reserves te diversifiëren en hun aandacht te heroriënteren op hun belangrijkste doelstelling van het beleggen in veilige en liquide activa. Ondanks het feit dat er een decennium voorbij is gegaan sinds de wereldwijde financiële crisis lijken tijden niet minder onzeker. Centrale banken reageerden op toenemende macro-economische en geopolitieke druk door hun goudreserves te versterken.

    Deze acties komen overeen met een recent onderzoek in opdracht van de World Gold Council. Zo beschouwt 76% van de centrale banken de rol van goud als een veilige haven als zeer relevant, terwijl 59% haar effectiviteit als diversificatie binnen de portefeuille noemde. En bijna een vijfde van de centrale banken sprak het voornemen uit om de goudaankopen in de komende 12 maanden te verhogen.”

    Lees ook: Goudaankopen centrale banken naar hoogste niveau sinds 1967

    Deze bijdrage is afkomstig van Goudstandaard




  • Moeten overheden meer doen voor de middenklasse?

    Moeten overheden meer doen voor de middenklasse?

    De crisis van 2008 ligt alweer ver achter ons, maar dat wil niet zeggen dat alles weer goed gaat. Het is waar dat de werkloosheid daalt en de economie weer groei laat zien, maar lang niet iedereen lijkt daarvan te profiteren. Vorig jaar concludeerde de Rabobank al dat het besteedbare inkomen van de meeste huishoudens de afgelopen decennia amper is gestegen.

    We zijn weliswaar meer gaan verdienen, maar door stijgende vaste lasten en een hogere belastingdruk blijft er onderaan de streep niet veel meer koopkracht over. Het is een trend die we niet alleen in Nederland zien, maar in de hele Westerse wereld. Ook in andere landen blijven lonen achter bij de arbeidsproductiviteit en bij de groei van de economie als geheel. Voeg daar een alsmaar stijgende belastingdruk aan toe en je begrijpt dat de middenklasse steeds verder uitdunt.

    Middenklasse krimpt

    Onlangs waarschuwde ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) voor deze zorgwekkende trend. In een nieuw onderzoek laten ze zien dat de middenklasse in steeds meer ontwikkelde economieën krimpt. Van de millennials kan ongeveer 60% tot de middenklasse gerekend worden, terwijl dat bij de babyboom generatie op dezelfde leeftijd nog 70% was. De OESO schreef daar het volgende over.

    “De kosten van een levensstijl in de middenklasse zijn sneller gestegen dan de inflatie. Huisvesting is met ongeveer een derde van het besteedbare inkomen de grootste uitgave voor huishoudens met een gemiddeld inkomen, ten opzichte van een kwart van het besteedbare inkomen in de jaren negentig. De huizenprijzen zijn de afgelopen twintig jaar driemaal sneller gegroeid dan het mediaan inkomen van huishoudens.

    Meer dan één op de vijf huishoudens met een middeninkomen geeft meer uit dan zij verdienen. Een te hoge schuldenlast komt bij deze groep vaker voor dan bij huishoudens met een laag inkomen of een hoog inkomen. Bovendien zijn de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt steeds onzekerder geworden. Zo heeft één op de zes werknemers met een gemiddeld inkomen een baan met een hoog automatiseringsrisico, vergeleken met één op de vijf werknemers met een laag inkomen en één op de tien met een hoog inkomen.”

    Huizenprijzen zijn veel harder gestegen dan de middeninkomens (Bron: OESO)

    Stijgende lastendruk

    Dat de stijgende belastingdruk en hogere woonlasten een negatief effect hebben op het besteedbare inkomen mag duidelijk zijn, maar de vraag is wat we kunnen doen om de situatie te verbeteren. Als het aan de OESO ligt moeten overheden deze taak op zich nemen, bijvoorbeeld door een beter sociaal vangnet te creëren. Ook moet ze maatregelen nemen om wonen betaalbaar te maken, bijvoorbeeld met financiële ondersteuning, schuldverlichting of belastingvoordelen.

    De suggestie dat de overheid meer moet doen om wonen betaalbaar te maken roept natuurlijk ook vragen op. Laten we als voorbeeld Nederland nemen. De hypotheekrenteaftrek was bedoeld om het kopen van een huis te stimuleren, maar inmiddels kunnen we concluderen dat deze maatregel vooral een prijsopdrijvend effect heeft gehad. Het voordeel van de renteaftrek ben je kwijt in de vorm van hogere maandlasten, terwijl de bank de lachende derde is.

    Hetzelfde probleem is er met de huursubsidie. Deze maatregel is bedoeld om huren betaalbaar te maken voor lagere inkomens, maar in een land waar het aanbod van huurwoningen schaars is leidt het vooral tot veel hogere huren. Verhuurders hebben een machtspositie en kunnen dankzij de huursubsidie veel meer huur vragen dan anders het geval zou zijn geweest. Zo kunnen verhuurders de huursubsidie grotendeels of zelfs volledig naar zich toe trekken. De samenleving betaalt daar de rekening voor.

    Minder overheid?

    Wanneer de overheid de taak op zich neemt om wonen betaalbaar te maken en het resultaat is dat de woonlasten juist steeds hoger worden, dan moeten we ons afvragen of méér overheid wel de oplossing is. Misschien zijn middeninkomens wel veel meer gebaat bij minder overheidsinterventie op de woningmarkt en een verlaging van de belastingdruk. Laten we marktverstorende maatregelen als de hypotheekrenteaftrek en huursubsidie geleidelijk afbouwen, zodat de woonlasten op termijn weer kunnen dalen en huishoudens met hun inkomen meer geld overhouden voor andere dingen.

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • ECB staat open voor nieuwe ronde van QE

    De ECB staat open voor een nieuwe ronde van monetaire verruiming als de inflatiedoelstelling niet wordt bereikt. Dat zei Luis de Guindos, vice-president van de centrale bank, tijdens een toespraak in New York. “We hebben ons QE-programma eind vorig jaar afgesloten, maar dat is iets dat we opnieuw kunnen gebruiken als het nodig is.”

    De Europese centrale bank heeft de afgelopen jaren voor meer dan €2,5 biljoen aan obligaties opgekocht. Met het opkopen van schuldpapier bleef de rente laag, wat een stimulans gaf aan de economie. Vorig jaar besloot de ECB het stimuleringsprogramma af te bouwen tot nul. Wel blijft de centrale bank leningen op de balans doorrollen. Dat wil zeggen dat de opbrengst van afgeloste leningen weer geïnvesteerd wordt in nieuw schuldpapier.

    ECB heeft al meer dan €2,5 biljoen aan obligaties opgekocht (Bron: ECB)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!