Tag: beleggen

  • Ben je geschikt als trader?

    Als je succesvol wil traden is het van groot belang een tradingplan te hebben waarbij je jezelf prettig voelt. Erg vaak kom ik mensen tegen die het liefst, zonder er bij na te denken, een bestaand tradingplan exact willen overnemen en uitvoeren. Ik begrijp dat wel, want het is natuurlijk wel zo efficiënt om het wiel niet opnieuw uit te hoeven vinden. En als de werkwijze je bevalt is dat natuurlijk ook prima.

    Maar misschien past de handelswijze van een ander je (deels) niet of zijn er punten waarover je anders denkt. Dan wordt het erg lastig om zo’n systeem vloeiend ten uitvoer te brengen en ga je mindere resultaten boeken dan de uitvinder van het systeem. Die mindere resultaten hebben dan vaak ook niets met de kwaliteit van het tradingplan te maken, maar alles met de uitvoering door de gebruiker. Ik vergelijk het wel eens met een snelle sportwagen: iemand anders rijdt moeiteloos rond in dat ding terwijl ik ‘m tegen de eerste boom parkeer die ik tegen kom. Dat zegt niets over de kwaliteit van de auto, maar alles over mijn rijkunsten…

    De meeste traders zijn geneigd om een tradingplan te selecteren waarmee andere traders veel geld op halen. Veel belangrijker is echter een plan te gebruiken (of te maken) dat past bij je persoonlijkheid, als iets je past is het logischer dat het succes zal volgen.

    Negen criteria voor de trader

    Hieronder zet ik negen belangrijke criteria op rij waarvan ik vind dat je ze als trader in ogenschouw moet nemen als je een tradingplan gaat volgen of ontwikkelen. Of voor traders die al een duidelijk tradingplan hebben: leg die criteria eens naast je huidige werkwijze, misschien kom je er wel achter dat er ruimte is voor verbetering!

    1. Vraag je eens heel goed af hoe je zelf in elkaar steekt, bijvoorbeeld: Heb je geduld? Kost het je moeite om veel zaken te combineren? Als je niet goed weet hoe je in elkaar steekt, kun je ook nooit een plan maken dat bij je past.
    2. Stel jezelf redelijke doelen die je wilt behalen. Een redelijk doel is niet ‘zo veel mogelijk geld verdienen’. Wel redelijk is om te kijken hoe koersbewegingen zich doorgaans gedragen en daaraan waarschijnlijke targets te koppelen.
    3. Heb je een mening over de markt? Zo ja, in hoeverre zit je dat in de weg bij je trading? Ik ken traders die al 4 jaar roepen dat een bepaalde koers moet gaan dalen en daarom geen long trades doen. Maar tussentijds is de betreffende koers ruim 35% gestegen. Of heb je geen mening en ben je in staat om iedere keer geheel neutraal de markt te analyseren?
    4. Vraag je af wat je precies te weten wilt komen ten behoeve van je tradingplan. Zorg dat de antwoorden nuttige informatie vormen die je helpt besluiten te nemen.
    5. Een tradingplan bestaat uit meerdere onderdelen, zorg dat je van ieder onderdeel precies kunt zeggen wat de waarde ervan is in je handelswijze. Als dat niet duidelijk is moet je jezelf afvragen of alle onderdelen wel zinvol zijn.
    6. Is het je bedoeling met een plan te werken wat onder iedere marktomstandigheid functioneert? Of heb je een bepaalde markt voor ogen waarop je wil traden? Je kunt moeilijk met alle winden meewaaien.
    7. Zorg dat je voor jezelf weet onder welke winst- en risicofactoren je jezelf comfortabel voelt. Meet en test vervolgens of die waarden haalbaar zijn met je voorgenomen werkwijze.
    8. Wanneer is een plan in praktische zin werkbaar voor je? Hoe vaak kan of wil je in actie komen om er iets aan te doen? Dit is van groot belang ten aanzien van je handelshorizon.
    9. Zorg ervoor dat alles waarbij je geen goed gevoel hebt geen deel uitmaakt van je tradingplan. Ook niet als anderen zeggen dat het belangrijke factoren zijn. Probeer zo veel mogelijk bij je eigen karakter in de buurt te blijven.

    Als blijkt dat bovengenoemde punten je voor problemen stellen waardoor consistent traden een moeilijkheid wordt, moet je jezelf afvragen of je wel geschikt bent voor trading. In dat geval kan het verstandig zijn om het traden over te laten aan ervaren traders.

    Momentumtrades beschikt over die ervaren traders die iedere dag in- en uitstappen terwijl u kunt blijven zitten. Door vast te houden aan een strategie is er in 2013 een netto rendement gemaakt van 39,3%.

    http://www.momentumtrades.nl/

    Tien criteria voor de trader

  • Column: Handelen of beleggen?

    Sommige mensen zijn succesvol in handelen, andere in beleggen en heel soms zijn er mensen die beide onder knie hebben. Het grootste gevaar schuilt in de overlap van de twee waarbij uw trades beleggingen worden of u beleggingen als trades gaat beschouwen. Handelen en beleggen hebben een belangrijk ding gemeen: we positioneren vandaag ergens ons geld in de hoop (of liever in de verwachting) er winst op te maken in de toekomst. Elke keer als we ons geld op deze manier inzetten is er een keerzijde, namelijk het risico dat we geld verliezen. Dit geldt zowel voor handelaren als beleggers.

    Het grootste verschil tussen de twee is de looptijd van een positie. Beleggingen zijn doorgaans voor jaren of zelfs decennia. Mensen investeren in onroerende goed, participeren in bedrijven of beleggingsinstellingen en veel mensen kopen aandelen in beursgenoteerde ondernemingen omdat zij denken dat er op (langere) termijn waardestijging in zal zitten. Handelaren hebben een veel kortere horizon, dat kan variëren van seconden tot minuten, uren, dagen of weken. Wanneer het langer gaat duren , kom je een beetje in een grijs gebied en begint het meer op een belegging te lijken.

    Zoals een belegger effecten koopt voor de langere termijn, kan de handelaar hetzelfde kopen met een korte termijn visie. Het verschil zit in de intentie en het tijdschema . Als ik een effect koop met de bedoeling om het volgende week te verkopen met winst, is het een trade. Als ik een effect koop met de bedoeling om het te houden voor de lange termijn om zo de groei van het bedrijf mee te maken ben ik aan het beleggen. We praten hier dus over verschillende takken van sport.

    Maar wat als ik vandaag een effect koop voor een belegging en de volgende week een kleine winst zie die ik direct ga verzilveren? Of als ik vandaag een trade doe die verlieslatend is en deze positie langer aanhoud? Ik neem dus geen verlies, maar hou de positie open omdat ik ‘hoop’ dat het wel weer goed komt. Op dat soort momenten ben ik handelen en beleggen aan het mengen en dat is een gevaarlijke fout die door velen gemaakt wordt.

    Waarom werkt handelen en beleggen niet door elkaar heen?

    Dat wil ik tonen door middel van een voorbeeld:

    Stel: er is een werkkapitaal beschikbaar van €25.000. Hiermee kun je een belegging doen en bijvoorbeeld 5.000 aandelen kopen van €5. Als het heel goed gaat en de koers van het fonds (of een mix van fondsen) is met 20% gestegen in een jaar, dan heb je €5.000 winst gemaakt. Maar dat zal niet ieder jaar gebeuren, want de meeste beleggers nemen alleen maar long posities in. Er komen jaren aan waarin de koersen niet meer stijgen en het rendement zal drastisch afnemen en misschien wel negatief worden.

    Met diezelfde €25.000 zou je ook kunnen handelen op de futuremarkt (long en short). Stel dat ik een future-contract koop op de AEX (FTI future), daarvoor moet ik een margeverplichting aanhouden van circa €5.000. Dan heb ik nog circa €20.000 over als veiligheidsmarge. Als ik gemiddeld iedere dag een bescheiden halve AEX-punt aan netto winst kan maken, heb ik per dag €100 winst. Als we dat 200 dagen per jaar doen is het rendement €20.000, ofwel 80%.

    Bij het traden met die futures moet ik dan wel een strakke stop-loss inbouwen en de positie ook echt verlaten als dat stopniveau bereikt wordt. Als ik die stoploss negeer omdat ik geen verlies wil nemen en er dus een belegging van maak, komt mijn hele money management in gevaar. Als de AEX dan enige procenten daalt loop ik tegen een groot verlies aan. Ik kan het mij dus absoluut niet permitteren om van een trade een belegging te maken.

    Als we het vanaf de andere kant benaderen, namelijk van een belegging een trade maken, gaat het ook niet goed:

    Een belegger heeft een lange termijn horizon. Het doel is profiteren van waardestijging in een groter timeframe. Indien er dan na korte tijd (deels) winst wordt genomen, kun je het beoogde resultaat niet meer waar maken. Tenzij je weer instapt na een mogelijke correctie, maar dan ben je aan het handelen geslagen. Kortom: beleggen en traden kan allebei, maar benader het vanuit een ander oogpunt. Maak nooit van je belegging een trade of van je trade een belegging. Omdat veel actieve mensen op de beurs hierin geen vastomlijnde strategie volgen, gaat hiermee een hoop mis.

    Om je werkkapitaal optimaal te benutten is het handelen een zeer lucratieve werkwijze, maar enkel geschikt als je daar voldoende tijd en aandacht aan kan geven. Handelaar moet je worden omdat je het kan en wil, niet als uitvloeisel van een (mislukte) belegging.

    Beleggen is niet hetzelfde als handelen!

    Beleggen is niet hetzelfde als handelen!

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/

  • Poll: Wat is Bitcoin?

    Peter Schiff zei afgelopen week dat Bitcoin grote gelijkenissen vertoont met de tulpenmanie uit de 17e eeuw. Niemand weet, met volledige zekerheid, waar de prijs van het virtuele geld naartoe gaat. De prijs van een Bitcoin steeg in een jaar van ongeveer $11 naar meer dan $430 op moment van schrijven. Is Bitcoin de belegging van het decennium? Is het een nieuwe valuta? Vinden we in de Bitcoin het nieuwe centrum van al het handelsverkeer? Is het virtuele geld een grap of nog erger, een farce?

    Hoe denk jij over Bitcoin?

    [polldaddy poll=7564681]

     

     

  • Column: Exit bepalen, eigenlijk heel gemakkelijk

    U kent de uitdrukking vast wel: ‘laat je winsten oplopen en kap je verliezen tijdig af’. Het is net zoiets als een voetbalteam het veld in sturen met de boodschap dat ze meer goals moeten maken dan de tegenstander. Mooie dooddoeners waar theoretisch niets op af valt te dingen, maar die in de praktijk vaak tot grote frustraties lijden.

    Natuurlijk willen we de winsten laten oplopen, maar tot hoever of hoe lang? En vanzelfsprekend willen we ook een verlies niet te groot laten worden, maar wat is te groot of wat valt nog binnen de marges van de redelijkheid?

    Veel traders zullen de situatie herkennen dat een positie is ingenomen en dat er dan ineens een probleem voor de deur staat waar je mee blijft worstelen: wanneer pak ik winst en wanneer kap ik mijn verlies af? Dat probleem ontstaat echter alleen maar als er geen duidelijke spelregels zijn voor de exit-momenten. En de afwezigheid van die duidelijkheid lijdt niet zelden tot bizarre gebeurtenissen, in dat kader beschrijf ik hieronder een praktijkvoorbeeld wat ik met grote regelmaat heb zien gebeuren.

    Na uitgebreide analyse wordt een goed instapmoment gezien en een positie ingenomen die snel naar winst loopt. De trader blijft zitten want het ging zo soepel, dat zal wel meer worden. De koers draait vervolgens toch en de positie gaat snel terug naar break-even. Grote frustratie is het gevolg: alle winst is verdampt terwijl de trader juist nog meer winst in het vizier dacht te hebben.

    Maar het wordt nog erger. De positie is namelijk niet enkel naar break-even gelopen, hij komt zelfs onder water te staan. Er was eerst forse winst en nu ineens verlies, niet te accepteren. De trader weigert verlies te nemen want de koers zal wel weer terugkeren. De koers zakt echter nog verder, de frustratie neemt toe en de trader koopt bij om de gemiddelde aankoopprijs te verlagen.

    Vervolgens gebeurt er dan vaak één van de volgende situaties:

    1. De koers daalt verder en met een dubbele positie in de min loopt de trader een flinke deuk op. Uiteindelijk wordt er met groot ongenoegen een stevig verlies genomen. Die rotbeurs ook!
    2. De koers loopt weer op en de trader besluit de emotionele achtbaan op break-even te verlaten. Na een lange periode van stress is er geen winst en geen verlies. Er zijn traders die op dit punt toch een beetje overwinningsgevoel hebben, al hebben ze niks verdiend!
    3. De koers loopt op en de positie komt weer in de buurt van het niveau waar die ooit geweest is. De trader neemt winst, dan heeft hij namelijk toch nog gepakt wat hij ooit in handen had. Hij is hier dus geëindigd op een punt wat hij tijden eerder al in alle rust bereikt had, hij koos er echter voor om eerst een langdurige periode onmachtig en in stress door te brengen. Lekker geregeld!

    Ik weet dat velen onder ons soortgelijke situaties hebben meegemaakt, anderen moeten ze misschien nog meemaken (fietsen leer je namelijk pas als je er een paar keer vanaf bent gevallen). In ieder geval wil ik beschrijven hoe ik met de moeilijkheid van exit’s om ga.

    Zodra een positie wordt ingenomen weet ik exact waar mijn doel en mijn stop-loss niveau liggen, daar hoef ik niet meer over te denken als ik in positie zit. Als ik long ga doe ik dat op een moment waarop vanuit mijn technische analyse een lage koers is bereikt, ik koop dus op zwakte. Stapsgewijs gebeurd er dan het volgende:

    1. Als ik op zwakte koop ben ik overtuigd van mijn TA en dan wil ik op dat moment de hele positie ook in één keer innemen. Dan wil ik geen gefaseerde aankopen doen, die zullen immers altijd op een hoger koersniveau plaatsvinden en een negatieve uitwerking op mijn positie hebben.
    2. Het stop-loss niveau ligt dan kort onder de laatste bodem. Ik koop immers op zwakte en de laatste bodem is het zwakste moment voorafgaand aan de inname van de positie. Als dat punt doorbroken wordt, is er geen reden meer om te volharden in de trade.
    3. Het winst nemen doe ik vervolgens gefaseerd, daar ligt namelijk de sleutel om de boven beschreven dilemma’s te voorkomen.

    Een voorbeeld: ik koop 1.000 aandelen. Ik verdeel de targets voor de positie over 4 niveaus.

    1e koersdoel ligt op 2% (verkopen 250 aandelen/750 over),

    2e koersdoel op 4% (verkopen 250 aandelen/500 over),

    3e koerdoel op 6% (verkopen 250 aandelen/250 over),

    de laatste 250 aandelen laat ik trailen.

    Als het eerste koersdoel is bereikt heb ik al winst verzilverd en ga ik de stop-loss een beetje optrekken (risico nog meer beperken). Zodra het 2e koersdoel is bereikt , is de helft van de positie al op gerealiseerde winst gekomen. De stop-loss mag nu zeker niet meer onder het break-even point staan en de trade kan dus ook nooit meer op verlies uitkomen, sterker nog er zal altijd een winst overblijven.  De 3e en 4e positie zijn dan slagroom op de taart.

    Het ergste scenario wat in deze had kunnen gebeuren is dat alle 1000 aandelen nog voor het bereiken van het 1e koersdoel door de stop-loss waren gezakt. Met een goede technische analyse is de kans daarop echter niet groot en zou het al gebeuren dan is het risico beperkt tot de laatste bodem.

    Een dergelijke werkwijze voorkomt dat een handelaar onder spanning komt te staan en niet meer weet wat te doen. Achteraf bezien had je altijd alles beter kunnen doen, maar als de vooraf gestelde doelen gehaald worden ben je gewoon goed geslaagd als trader.

    bepalen van een exit

     

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/

  • Bijna één op vier Europeanen heeft geen spaargeld achter de hand

    Het aantal Europeanen dat geen spaargeld achter de hand heeft blijft toenemen, zo blijkt uit onderzoek van ING Investment Management International (ING IM). De bank vroeg naar de financiële situatie van 5.500 mensen in elf verschillende Europese landen. Daaruit kwam naar voren dat 39% van de ondervraagden onvoldoende geld opzij heeft gezet voor onvoorziene uitgaven of voor financieel lastige periodes.

    Geen spaargeld…

    Begin dit jaar – toen de ING een soortgelijke enquête hield onder 11.000 respondenten – liet ongeveer een derde deel weten geen spaargeld achter de hand te hebben voor tegenvallers. Uit het meest recente onderzoek blijkt tevens dat slechts 12% van de respondenten voldoende financiële buffer heeft opgebouwd om het een jaar vol te houden voor het geval ze hun baan verliezen.

    Sinds 2010 is het aantal Europeanen dat niet voldoende spaargeld achter de hand heeft met 4% gestegen, zo schrijft de ING in haar persbericht. Opvallend is dat veel Europeanen helemaal geen spaarrekening hebben. Heeft 80% van de Nederlanders naast een betaalrekening nog een spaarrekening, in Europa is dat slechts 44%. Volgens ING is dit grote verschil te verklaren door het feit dat Nederlanders een hele andere kijk hebben op financiën in vergelijking met de rest van de Europeanen.

    Of Europeanen simpelweg minder spaargeld hebben of dat ze hun spaargeld op een andere manier beheren dan op een spaarrekening, daarover verschaft het onderzoek van ING geen duidelijkheid. Het is dus mogelijk dat Europeanen hun betaalrekening gebruiken als spaarrekening of dat ze spaargeld in een andere vorm achter de hand houden.

    Ook blijkt uit het onderzoek dat Nederlanders in vergelijking met Europeanen veel vaker verzekeringen afsluiten (80% versus 54%) en veel meer hypotheken hebben (51% versus 24%). Ook beleggingsproducten vinden in Nederland gretiger aftrek dan in de rest van Europa (19% versus 14%). Ten opzichte van de Europeanen hebben Nederlanders minder creditcards (56% versus 48%) en minder persoonlijke leningen die niet als hypotheek aangemerkt worden (33% versus 17%).Onderstaande tabel laat de volledige resultaten van de peiling zien.

    ing-onderzoek-spaargeld

    Grote verschillen tussen het gedrag van Nederlanders en Europeanen

    Beleggen

    Uit het onderzoek bleek dat mannen meer beleggen dan vrouwen (63% versus 47%). Ook blijkt dat mensen boven de 40 jaar meer beleggingsproducten hebben dan mensen jonger dan 40 jaar. Ook blijken hoger opgeleiden meer te beleggen dan lager opgeleiden, wat niet geheel als een verrassing zal komen.

    Ivar Roeleven, Managing Director Mutual Funds Europe bij ING, zegt het volgende over de resultaten van het onderzoek.

    “Een conclusie die uit de resultaten van dit onderzoek getrokken kan worden is dat er duidelijk behoefte is aan meer financieel inzicht. Het is belangrijk dat men begrijpt wat financiële producten, zoals beleggingsproducten, inhouden, om te kunnen begrijpen wat het hen zal opleveren. Zelfs onder mensen die al een beleggingsproduct hebben bleek dat 57% het verschil tussen een obligatie en een aandeel niet wist.”

  • “Europese beurzen zijn uit de crisis”

    Uit een rapport van accountantskantoor PwC blijkt dat de totale marktwaarde van de honderd grootste bedrijven weer terug is op het niveau van voor de crisis. Dat schrijft de Telegraaf vandaag. Op 1 augustus van dit jaar stonden de koersen 7% hoger dan op dezelfde datum in 2008. Dat was zes weken voor de val van Lehman Brothers en de beurscrash die daar op volgde.

    Het probleem is dat die honderd grootste bedrijven op Europese beurzen niet meer dezelfde honderd zijn van 2008. Volgens PwC zijn er nog maar 73 vertegenwoordigd in het nieuwe lijstje van 2013, de rest is verder weggezakt of is van de beurs verdwenen. De top-100 is nu €5.308 miljard waard, tegenover €4.875 miljard vijf jaar geleden.

    Aandelen zijn de crisis te boven gekomen

    Aandelen zijn de crisis te boven gekomen (Grafiek van Thomson Reuters)

  • Steeds meer spaarders gaan beleggen

    Gelokt door de stijgende aandelenkoersen worden steeds meer spaarders in de verleiding gebracht om te gaan beleggen, zo schrijft de Telegraaf. Dat wordt nu ook bevestigd door de Britse vermogensbeheerder Schroders, die onderzoek deed naar de situatie in Nederland. Spaarders richten hun ogen vooral op de Europese en Amerikaanse aandelenmarkten. Door de lage spaarrente en de inflatie levert sparen eigenlijk geen rendement meer op. Volgens Michel Vermeulen, algemeen directeur Benelux, zijn er minder zorgen over de Europese schuldencrisis en heeft men steeds meer vertrouwen dat Griekenland binnen de Eurozone blijft.

    “Verder zijn er steeds meer positieve signalen uit Duitsland”, aldus Vermeulen. “Beleggers zijn minder onzeker, dat was twee jaar geleden wel anders. Voor het eerst sinds twee jaar is er meer interesse voor het opbouwen van vermogen in plaats van vermogensbehoud”.

    Heeft u de spaarcentjes bij de bank ook al omgewisseld voor aandelen?

    gold_stocks_rally_gdx_eyes_new_record_high_golden_star_outperforms

    Steeds meer spaarders zoeken rendement op de beurs

  • Amerikaanse bedrijven belonen de belegger

    Amerikaanse bedrijven belonen de belegger

    De doorsnee belegger kan op twee manieren een mooi rendement van zijn geld behalen. De eerste is door te profiteren van koerswinsten. De tweede is door te genieten van een prettig dividend. Nu is koerswinst al bijna een decennium geen vanzelfsprekendheid meer en dus groeit de aandacht voor het dividendrendement gestaag. Steeds meer bedrijven spelen in op die behoefte in de hoop zo beleggers langdurig aan zich te binden.

    Dividendbeleid

    Zelfs in de VS, waar bedrijven van oudsher een voorkeur hebben voor terugkoop van eigen aandelen, gaan steeds meer grote bedrijven een heus dividendbeleid ontwikkelen. Dat heeft als gevolg, dat zelfs in een jaar van bijna permanente koersstijgingen het dividendrendement stijgt. Het management verkiest blijkbaar een verhoging van de dividenduitkering boven investeringen in het eigen bedrijf. Beleggers hebben trouwens een voorkeur voor bedrijven met een mooi dividend. Die zijn vaak actief in minder volatiele sectoren. Omdat groei op termijn onzeker is, staan beleggers minder open voor bedrijven die wel veel investeren. Dat verklaart ook grotendeels het achterblijven van de Opkomende Markten in 2013. Die draaien op de hoop van toekomstige groei.

    Trend

    Natuurlijk komt er een moment, dat beleggers weer en masse voor groei kiezen en voor de risicovollere koersstijgingen. Dat moment laat echter nog op zich wachten. De cijfers bevestigen de kracht van de huidige trend. De zogeheten S&P 500 Dividend Aristocrats Index is dit jaar al meer dan 21% gestegen en heeft de brede benchmark met een neuslengte verslagen. Die verbeterde met 20%. Andere data bevestigen eveneens de trend. Toen de Fed openlijk met de gedachte begon te spelen om het stimuleringsbeleid af te gaan bouwen, stroomde de beleggingsgelden uit de obligatiefondsen en uit de Exchange traded Funds (etf). De dividend fondsen in de VS mochten zich verheugen op een aantrekkelijke instroom van ruim $ 3 miljard.

    Rendement

    Kenners denken dat dividend populair zal blijven zolang de economische groei in de VS en daarbuiten niet echt overtuigt. En dus gaan grote namen als Microsoft, Verizon en McDonalds door met het verhogen van het rendement. In de S&P 500 betaalt nu 83% van de bedrijven dividend en ze betalen allemaal steeds meer. Maar wel beschouwd is dat nog niet zoveel. Het gemiddelde dividendrendement van bedrijven in de S&P 500 bedraagt een magere 2,1%.Er is nog voldoende ruimte voor verbetering en dat kan ook gemakkelijk. De grote bedrijven in de VS hebben enorme bedragen in kas. In totaal zou het gaan om $ 1,1 biljoen. Dat geld ligt maar te verstoffen, omdat het niet gebruikt wordt voor investeringen of om meer mensen aan te nemen. Dan kan het uiteindelijk beter uitgekeerd worden aan de belegger, die op zoek is naar een geregeld inkomen. De druk van activistische beleggers om meer uit te keren zal als vanzelf komen. Daar weten ze bij Microsoft en Apple alles van.

    Cor Wijtvliet spreekt aankomende tijd op de seminar reeks ‘Bescherm uw toekomst’.Meer informatie…

  • Beleggen in Europa is goedkoop

    Europa is terug in de gratie van de internationale beleggende gemeenschap, en hoe. Amerikaanse pensioenfondsen en andere grote institutionele beleggers hebben in het eerste halfjaar van 2013 voor een bedrag van $ 65 miljard Europese aandelen gekocht. Dat heeft het Europese Strategie team van Goldman Sachs uitgedokterd.

    Onderwaardering

    Nog nooit sinds 1977 hebben Amerikaanse instellingen voor zo’n groot bedrag ingekocht in Europa. Het is het beste bewijs, dat de Amerikanen geloof hebben in het huidige nog prille economische herstel in dit werelddeel. Het is tevens het beste bewijs, dat in hun optiek bedrijven kunnen profiteren van de nieuwe groei. Daardoor kunnen koersen in de tweede helft van dit jaar (verder) omhoog. Volgens analisten van de Britse zakenbank HSBC zit er nog veel rek in de koersen. Europese aandelen zijn nog steeds 15% ondergewaardeerd ten opzichte van hun langjarig gemiddelde. En dan te bedenken dat koersen van Europese aandelen sinds juni 2012 met gemiddeld 27% zijn gestegen.

    Genereren

    Natuurlijk liggen er nog steeds veel gevaren op de loer, die een regelmatige koersontwikkeling in de weg staan. Zo is er in ieder geval de kwestie Syrië. Die blijft voorlopig nog wel doorsudderen en kan nog voor de nodige volatiliteit zorgen. Daarnaast lijkt de instabiliteit in de zogeheten Opkomende Landen te groeien als gevolg van de Amerikaanse plannen om te gaan taperen. Dat betekent dat ze hun stimuleringsmaatregelen geleidelijk gaan afbouwen. In een reactie daarop zijn beleggers hun tegoeden uit de Opkomende Markten terug gaan overhevelen naar het eigen land. Dat veroorzaakt uiteraard binnenlands en buitenlands veel onrust.

    Europese bedrijven zijn allesbehalve immuun voor die onrust. Ze genereren gemiddeld een derde van hun omzet in die regio’s. En dan is er de reële kans, dat de crisis opnieuw de kop opsteekt in de eurozone. Landen als Griekenland, Portugal en Italië zijn nog lang niet uit de gevarenzone en Nederland zou daar zomaar in kunnen belanden. Daarnaast moet Europa nog heel veel werk verzetten om de bankensector te saneren en gezond te maken. Daar zijn enorme bedragen mee gemoeid en het is altijd weer de vraag wie voor de kosten opdraait. Op 22 september zijn de verkiezingen in Duitsland. In de weken en maanden daarna zal wel duidelijk worden of de eurozone daadwerkelijk zijn problemen structureel gaat aanpakken. Als dat gebeurt, dan zal dat de aandelenkoersen nog meer de wind in de zeilen geven.

    Goedkoop

    De Amerikanen zijn zich bewust van de risico’s van hun beleggingen. Ze zijn er zich evenzeer van bewust dat die aandelen nog steeds heel erg goedkoop zijn. De koers-winstverhouding (K/W)bedraagt nu 11,4X, terwijl het de historische K/W 14,8X bedraagt. Binnen het Europese universum van aandelen zijn voor Goldman en HSBC de sectoren Telecom en Utilities favoriet. Die zijn de afgelopen jaren stelselmatig achtergebleven en dus erg goedkoop. Bovendien overheerst de gedachte, dat de sector Telecom aan de vooravond staat van een nieuwe ronde consolidatie. Dat betekent dan veel fusies en overnames. Tenslotte hebben de Amerikanen veel belangstelling voor financials. Ook die zijn nog goedkoop. Daar komt nog bij, dat vooral aandelen van banken de neiging hebben positief mee te bewegen met de ontwikkelingsgang van de economie. Uiteindelijk wint daarom de hebzucht het van de angst.

    Cor Wijtvliet

    >> Wilt u de dagelijkse column van Cor Wijtvliet zonder een dag vertraging ontvangen? Klik hier om u aan te melden voor de gratis Wijtvliets Investment Insider nieuwsbrief! <<

  • Tweet van de dag (5 september 2013)

    Peter Verhaar is niet te spreken over de betutteling van de AFM..

  • Particuliere belegger blijkt slechte belegger

    Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat particuliere beleggers relatief slechte beleggers zijn. Toch laat  de massa zich keer op keer verleiden om hoog in te stappen. De particuliere beleggers presteren gemiddeld gezien onder de maat, omdat ze relatief veel transactiekosten maken, teveel risico’s nemen en vaak de neiging hebben om op het verkeerde moment uit te stappen.

    Bob Homan van ING Investment verklaart tegenover het FD dat het sentiment van particuliere beleggers bijna een contra-indicator is. Ze stappen in als alle signalen op groen staan en zoeken tegelijk de uitgang als het tegen zit. Door verlies-aversie blijven veel beleggers te lang vasthouden aan een positie, die ze uiteindelijk pas verkopen als de koers een dieptepunt bereikt. Het FD haalt verschillende onderzoeken aan die aantonen dat particuliere beleggers ver achterblijven bij de index. Onderzoek onder Duitse beleggers leverde een gemiddeld rendement op dat 7,5% onder het marktgemiddelde lag. Daar komt nog een procent voor transactiekosten bij.

    Risicovol beleggen

    De particuliere belegger wil vaak snel resultaat zien van zijn of haar belegging en kiest daardoor vaker voor complexe producten als opties, speeders en turbo’s. Er zijn maar heel weinig beleggers die daar structureel geld aan overhouden. Ook spreiden particuliere beleggers veel minder goed, waardoor ze kwetsbaar zijn voor tegenslagen. Vooral op het vlak van risicobeheersing hebben grotere beleggingsfondsen en institutionele beleggers een betere trackrecord, maar ook deze professionals blijven vaak genoeg achter bij het rendement van de index. Daar komt bij dat er ook kosten verbonden zijn aan vermogensbeheer.

    Sparen of beleggen?

    Universitair docent Arvid Hoffmann zegt in het FD dat de noodzaak van particulier beleggen niet zo vanzelfsprekend is al men misschien denkt. “Sparen en beleggen zijn twee compleet verschillende dingen. Als je de rendementen vergelijkt, dan moet je dat goed doen”. Hij doelt daarmee op de ervaring dat beleggen iets is voor de langere termijn en dat het rendement op een lange-termijn belegging vergeleken moet worden met bijvoorbeeld de rente op een deposito rekening.

    Vaak worden spaarders aangemoedigd om te gaan beleggen en hun geld “aan het werk” te zetten. Toch blijkt dat voor velen geen verstandige zet. Zonder een doordachte strategie en een lange termijn visie spekt de particuliere belegger vooral de kas van de banken en de grote beleggingsfondsen. Een tracker of ETF die de index volgt is misschien saai, maar is wel de beste manier om het marktrendement te benaderen. Dat blijkt ook voor professionele vermogensbeheerders al een hele prestatie te zijn!

    beleggen 2

    Particuliere beleggers verliezen over het algemeen juist geld op de beurs