Tag: crisis

  • Griekenland leent tegen dezelfde rente als de VS

    Griekenland leent op dit moment tegen dezelfde rente als de Verenigde Staten. Deze week zakte de rente op een Griekse staatslening met een looptijd van tien jaar naar 2,08%, hetzelfde percentage dat beleggers vragen voor een Amerikaanse lening met dezelfde looptijd. Dat was vijf jaar geleden nog zo goed als ondenkbaar, toen de rente op Grieks schuldpapier boven de 10% lag. De laatste jaren kon Griekenland steeds goedkoper lenen, terwijl de Amerikaanse rente nauwelijks daalde.

    Hoe heeft de rente op Griekse staatsleningen zo snel kunnen dalen? Daar zijn verschillende verklaringen voor te vinden. In de afgelopen vijf jaar heeft het land onder druk van de Europese Commissie, de ECB en het IMF drastische hervormingen doorgevoerd, waardoor het structurele tekort van meer dan 10% per jaar werd omgebogen naar een klein overschot. Daardoor heeft de markt meer vertrouwen in de houdbaarheid van de staatsschuld. De staatsschuld van Griekenland is met ongeveer 180% van het bbp nog steeds vrij hoog, maar stijgt niet meer. Ook laat de Griekse economie na jaren van krimp weer tekenen van groei zien.

    Naast deze fundamentele verbeteringen profiteert Griekenland ook van het ruime monetaire beleid. De ECB heeft de afgelopen jaren niet alleen staatsobligaties opgekocht om de rente laag te houden, ook heeft de centrale bank noodliquiditeit verstrekt om de Griekse bankensector te ondersteunen. De recente uitspraken van Draghi dat hij bereid is opnieuw in te grijpen heeft beleggers ervan verzekerd dat ze hun geld veilig in staatsobligaties van eurolanden kunnen parkeren.

    Rente op staatsobligaties verder omlaag

    De rente op staatsobligaties is de laatste jaren verder gedaald door een vlucht naar veilige havens en een wereldwijd spaaroverschot. Ook in de Verenigde Staten daalt de rente weer, ook al is die daling minder spectaculair dan die van Griekenland. Misschien dat de Amerikaanse regering een voorbeeld kan nemen aan Griekenland, want het Amerikaanse begrotingstekort lijkt onder de regering van Trump alleen maar verder toe te nemen. Volgens het Congressional Budget Office zal het begrotingstekort de komende jaren verder oplopen tot meer dan $1 biljoen in 2022.

    Verenigde Staten en Griekenland betalen dezelfde rente voor een 10-jaars lening (Bron: Bloomberg)

    Griekse economie groeit weer (Bron: Trading Economics)

    Staatsschuld blijft hoog, maar stijgt niet meer (Bron: Trading Economics)

    Griekenland heeft tekort weten om te buigen naar een klein overschot (Bron: Trading Economics)

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • There is no alternative?

    There is no alternative?

    De Amerikaanse S&P 500 en de Dow Jones index bereikten deze week een nieuw record. De S&P 500 brak voor het eerst door de 3.000 punten, terwijl de Dow Jones voor het eerst door de 27.000 wist te breken. Beleggers houden zich vast aan de woorden van Federal Reserve voorzitter Jerome Powell, die eerder deze week hintte op een versoepeling van het monetaire beleid.

    De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank sprak over onzekerheden als gevolg van de handelsoorlog en over een verslechtering van de economische cijfers elders in de wereld. Normaal gesproken zouden dergelijke ontwikkelingen een negatieve impact hebben op de aandelenmarkt, maar nu leven we in een wereld waarin centrale banken en beleidsmakers de markten naar hun hand kunnen zetten. Slecht nieuws is goed nieuws, omdat centrale banken bereid zijn de geldkraan verder open te draaien als het even tegenzit.

    Centrale banken manipuleren de markt

    Het is niet alleen de aandelenmarkt die sterk reageert op uitspraken van centrale banken, ook op de obligatiemarkt zien we de effecten van het monetaire beleid. Deze week zakte de rente op Griekse staatsleningen naar hetzelfde niveau als die van Amerikaanse staatsleningen, terwijl een land als Italië al enige tijd tegen een negatieve rente kan lenen. Dat was tijdens de Europese schuldencrisis nog ondenkbaar, toen Italië meer dan 7% rente betaalde en Griekenland zelfs de toegang tot de kapitaalmarkt dreigde te verliezen.

    Ook op de obligatiemarkt positioneren beleggers hun portefeuille tegenwoordig naar het beleid van centrale banken. De verwachting dat de ECB in het ergste geval opnieuw obligaties zal opkopen zorgt ervoor dat het verschil in rente tussen zeer kredietwaardige en minder kredietwaardige landen kleiner is geworden.

    Met een impliciete garantie van de centrale bank zijn obligaties van landen als Italië en Griekenland opeens weer erg interessant. Het is dan ook niet vreemd dat beleggers deze week in de rij stonden voor een veiling van Italiaans schuldpapier met een looptijd van 50 jaar. Ook het Spaanse schuldpapier met dezelfde lange looptijd is erg populair. Het is immers bijna risicovrij rendement in een wereld waarin nul procent rente of negatieve rente de norm is geworden.

    Sparen levert niets op

    De rente heeft nog nooit eerder zo laag gestaan als nu en centrale banken lijken niet bij machte om daar iets aan te veranderen. Binnen dit financiële systeem dienen staatsobligaties als veilig onderpand voor financiële instellingen en een schaarste aan veilig schuldpapier zorgt ervoor dat de prijs steeds verder wordt opgedreven (lees: lagere rente). Pensioenfondsen, banken, verzekeraars en grote multinationals kunnen hun geld niet zomaar op een bankrekening parkeren, maar moeten dat aanhouden in liquide onderpand met een laag tegenpartij risico.

    Dat de rente zo extreem laag staat is dus geen teken van sterkte, maar juist een teken van zwakte. Beleggers en financiële instellingen durven geen geen grote bedragen te parkeren bij banken, maar zien tegelijkertijd weinig mogelijkheden om te investeren in de reële economie.

    Het gevaar van dit systeem is dat er gemakkelijk nieuwe financiële bubbels kunnen ontstaan, omdat een lage rente in conventionele economische theorie geassocieerd wordt met een laag risico. Beleggers zoeken door de lage rente massaal hun toevlucht in aandelen, obligaties, vastgoed en allerlei andere zaken met tastbare waarde. Daardoor kunnen de waarderingen veel hoger worden dan je op basis van cashflow of dividend zou mogen verwachten.

    ‘There is no alternative’

    Het is niet uit weelde dat veel verschillende soorten beleggingen op recordhoogte staan. Toegegeven, de bedrijfswinsten zijn de afgelopen jaren sterk gestegen, maar ook dat kan voor een deel worden toegeschreven aan de extreem lage rente. Grote bedrijven hebben de afgelopen jaren op grote schaal geld geleend om eigen aandelen in te kopen, met als resultaat dat de winst per aandeel is toegenomen.

    Met het vooruitzicht van een nog lagere rente en extra monetaire stimulering heeft het bijna geen zin meer om te sparen. Voor het eerst in de geschiedenis gaat de spaarrente naar nul procent, wat betekent dat miljarden aan spaartegoeden in beweging zullen komen.

    In de zoektocht naar rendement gaan we nog veel hogere aandelenkoersen zien, maar ook hogere prijzen voor allerlei soorten ‘hard assets’. Vastgoed, grond, kunst, horloges, klassieke auto’s en zeer waarschijnlijk ook edelmetalen. Fed-voorzitter Jerome Powell zei deze week dat virtuele munten als Bitcoin zich tegenwoordig als een soort veilige haven gedragen, vergelijkbaar met goud.

    Spaarders moeten zich de komende jaren de vraag stellen op welke manier ze willen sparen. Was het in het verleden nog vanzelfsprekend om het geld op een spaarrekening te zetten en er niet meer naar om te kijken, nu is dat geen aantrekkelijke optie meer. Het bezitten van fysiek goud werd altijd gezien als een speculatieve belegging, maar wordt in de toekomst misschien wel een logische keuze.

    Frank Knopers

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • Financiële markten zijn weer nerveus, wat is er aan de hand?

    Een bekende uitspraak van econoom John Maynard Keynes is dat markten langer irrationeel kunnen zijn dan jijzelf solvabel. Anders gezegd, het is nogal lastig om financieel voordeel te halen uit het precies voorspellen van een financiële crisis. Toch zijn er signalen die iets zeggen over het naderen van zo’n omslag. En die wijzen sinds begin 2018 op toenemend gevaar.

    Denk hierbij aan negatieve rente swap spreads, ongehoorzame Fed Funds (de korte rente die de Fed bepaalt) en periodieke onrust in de markt waarin financieel onderpand wordt verhandeld (repo). Tel daarbij op dat de eurodollar futures curve sinds medio 2018 een opvallende gelijkenis laat zien met de periode eind 2006 tot aanvang van de financiële crisis begin augustus 2007. En sinds eind juni is er – voor het eerst sinds augustus 2007 – sprake van inversie in de beruchte interbancaire LIBOR curve.

    Onrust financiële markten neemt toe

    Financiële markten speculeren volop op een daling van het rentetarief van de Fed en de ECB heeft bij monde van Mario Draghi al aangekondigd de monetaire stimulering weer op te gaan schroeven. Waar komt deze onrust vandaan?

    Tot de kredietcrisis van 2008 waren banken en financiële instellingen in staat de brede vraag naar leningen te faciliteren. De financiële sector werd steeds efficiënter in het toewijzen van belegd vermogen en het creëren van nieuw krediet na opeenvolgende rondes van de- en re-regulering in de jaren tachtig. Overheden gingen hiertoe over, omdat ze zelf veel geld nodig hadden om aan hun sociale verplichtingen te kunnen voldoen, terwijl de belastinginkomsten door een stagnerende wereldeconomie daalden.

    Financiële markten werden steeds meer als bondgenoot omarmd. De rol van de staatslening is daarbij cruciaal gebleken. Beleidsmakers stemden ermee in dat de staatslening van kredietwaardige landen door financiële partijen kon worden gebruikt als meest veilige onderpand bij financiële transacties (repo). De staatslening werd zo een spil in een steeds omvangrijker mondiale geld- en kapitaalmarkt. Niet alleen in goede, maar ook in slechte tijden.

    Crisis in offshore dollarmarkt

    De mondiale geld- en kapitaalmarkt ontspoorde spectaculair in 2008. Hoewel de kredietcrisis wordt herinnerd als een subprime hypotheekcrisis, lag de oorsprong in de offshore dollar geldmarkt, daar waar de hypotheken werden gefinancierd. Omdat de hypotheekleningen ook zelf weer dienst deden als onderpand bij geldmarkt transacties, ontstond er een negatieve feedback-loop tussen geld- en kapitaalmarkt.

    Overheden schoten de financiële sector met belastinggeld te hulp en er ontstond een grote vlucht naar de veiligheid en liquiditeit van staatsleningen, met sterk dalende rentes als gevolg. Nadat het systeem was gestabiliseerd bleken bedrijven en consumenten – ondanks de lagere rentes – minder geneigd om nog veel te lenen. Er bleek hierdoor ook sprake van een negatieve feedback-loop tussen financiële markten en de reële economie.

    Waar komt die economische stagnatie vandaan?

    Vanaf medio 2018 vertoont de wereldhandel tekenen van stagnatie. Hoofd van de afdeling economisch onderzoek van de Bank for International Settlements in Bazel, Hyun-Song Shin, stelt in een recente presentatie dat de achterblijvende wereldhandel en de economische stagnatie niet hoofdzakelijk moet worden gezocht in het oplopende handelsconflict tussen de VS en China, maar juist in de achtergebleven vitaliteit van het financieel en bancair systeem sinds 2008. Ondanks grootschalige interventies en de structureel positieve grondhouding van centrale banken, is de vitaliteit van de financiële sector niet meer teruggekeerd naar die van voor de kredietcrisis, met negatieve gevolgen voor de mondiale waardeketens en uiteindelijk de wereldhandel.

    Het is al wat langer bekend dat Chinese banken grote moeite hebben om aan funding te komen voor hun binnenlandse kredietverlening. De Chinese centrale bank (PBOC) schoot hen te hulp, maar veel heeft het nog niet geholpen. De PBOC heeft zichzelf hierdoor mogelijk zelf in problemen gebracht, gelet op de afname van Amerikaanse staatsleningen op hun balans en moeite die het heeft om de koers van de yuan stabiel te houden.

    Een ander probleem doet zich voor bij Deutsche Bank. De bank heeft na een aantal mislukte fusiegesprekken nu aangekondigd met een zogenaamde ‘bad bank’ te willen komen om slechte leningen in op te bergen. Dit is waarschijnlijk nog de enige manier om op termijn weer gezond te kunnen worden. Met de ontwikkelingen in de geld- en kapitaalmarkt in het achterhoofd zijn dit symptomen van een dieper liggend probleem.

    Negatieve spiraal

    Er is sinds begin 2018 sprake van een negatieve feedback-loop tussen financiële markten en reële economie. Gebrek aan liquiditeit in financiële markten zorgt voor verminderde kredietverlening in de reële economie en voor verslechterde economische vooruitzichten. Dit zorgt weer voor verdere financiële verkrapping. Partijen die veel hebben geleend of partijen die op basis van een te positiviteit inschatting financiering hebben verstrekt krijgen het moeilijk.

    Wat zal het effect zijn van een plotseling sterke devaluatie van de yuan, een hernieuwde bankencrisis die begint bij Deutsche Bank of een andere verrassing, zoals een vlucht uit gammele bedrijfsobligaties? De Fed en andere centrale banken werden in 2008 verrast door het financiële infarct. En ook nu blijken ze al een tijd achter de financiële feiten aan te lopen. Zijn ze nog bij machte om de negatieve feedback-loop te keren?

    Sander Boon, politicoloog

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • Wereldeconomie blijft kwetsbaar voor schokken

    Wereldeconomie blijft kwetsbaar voor schokken

    De vooruitzichten voor de wereldeconomie worden overschaduwd door het Amerikaans-Chinese handelsconflict, stelt Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders, in zijn nieuwste Economic and Strategy Viewpoint. Wade verwacht daarom een periode van benedengemiddelde groei. Voor 2019 blijft de groeiprognose gehandhaafd op 2,8%, maar voor 2020 heeft Schroders de groeiverwachting neerwaarts bijgesteld naar 2,6% (was 2,7%).

    De sterke groei in het eerste kwartaal van dit jaar kwam met name door voorraadvorming. Dat is een tijdelijke factor en de groei in het huidige kwartaal zal daarom terugvallen. En meer zwakte ligt in het verschiet. De lage onderliggende groei maakt de wereldeconomie kwetsbaar voor schokken. De grootste bedreigingen ziet Wade in een mogelijke recessie in de VS in 2020, of een verdere escalatie van de handelsoorlog.

    Global activity indicator blijft dalen (Bron: Schroders, Thomson Reuters Datastream)

    Monetair beleid blijft ruim

    Wade denkt dat de Amerikaanse beleidsrente zijn piek heeft bereikt. De volgende stap zal een renteverlaging zijn in juni volgend jaar, als reactie op de zwakkere groei, denkt Wade. Ook voor het Verenigd Koninkrijk en Europa schuift Wade een eventuele rentestap naar achteren. De ECB wacht met een krapper beleid tot medio 2020, denkt hij. De dollar zal op de korte termijn wel sterk blijven, maar verzwakken als het beleid in het Verenigd Koninkrijk en de eurozone krapper wordt.

    Wereldeconomie kwetsbaar

    De vraag die bij Wade opkomt is of de wereldeconomie lijdt aan seculiere stagnatie, waarbij de economische groei en inflatie langdurig laag zijn. Er is sinds de financiële crisis een vraagtekort in de wereldeconomie ontstaan, doordat de Amerikaanse huishoudens hun schuldenlast hebben verminderd en China een begin heeft gemaakt met het aanpakken van de oninbare schulden in zijn banksysteem. Dit werd gemaskeerd door de Chinese stimulans eind 2016 en vervolgens de toegenomen Amerikaanse overheidsbestedingen in 2018.

    Nu deze factoren afzwakken blijft een relatief laag onderliggend groeitempo over. Als gevolg daarvan is de wereldeconomie kwetsbaar voor schokken zoals de handelsspanningen die de export en de kapitaaluitgaven bedreigen als gevolg van de toegenomen onzekerheid. Wel is Wade optimistisch over de voorzichtig gunstige tekenen in de eurozone, maar Europa is niet in staat als groeimotor voor de wereldeconomie te fungeren.

    Politieke onvrede

    Een positief punt is dat de werkgelegenheid op peil blijft in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Japan. Dit gaat wel ten koste van een zwakke productiviteitsgroei en zwakke groei van het reële inkomen. En dat biedt weer een bodem voor politieke ontevredenheid.

    Lees meer in het meegestuurde artikel uit de nieuwste Economic & Strategy Viewpoint van Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders, met als titel “Forecast update: a wobbly world economy“.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Wereldeconomie vertraagt sneller dan gedacht

    De wereldeconomie is in de eerste helft van dit jaar veel minder hard gegroeid dan eerder werd gedacht. De Wereldbank voorziet voor dit jaar 2,6% economische groei, terwijl er eerder nog werd uitgegaan van 2,9%. Niet alleen groeit de wereldhandel minder snel, ook de investeringen blijven achter bij eerdere prognoses. Vooral in de eurozone en in opkomende economieën vallen de groeicijfers tegen.

    Volgens de Wereldbank zijn er verschillende risico’s die de groei van de wereldeconomie kunnen ontregelen, zoals een oplopend handelsconflict tussen de grootste economieën en een financiële crisis in opkomende markten. Ook is de dreiging van een abrupte groeivertraging in de ontwikkelde economieën toegenomen.

    Wereldeconomie groeit minder hard

    De groei van de wereldhandel bereikte het laagste niveau sinds de financiële crisis van tien jaar geleden. Ook ziet de Wereldbank een structurele daling van het ondernemersvertrouwen sinds eind 2017. David Malpass van de Wereldbank zei daar het volgende over:

    “Het huidige economische momentum blijft zwak, terwijl de verhoogde schuldniveaus en een lagere groei van de investeringen ervoor zorgen dat ontwikkelde landen niet hun volle potentieel kunnen bereiken. Het is belangrijk dat landen significante structurele hervormingen doorvoeren die het ondernemersklimaat verbeteren en investeringen aantrekken. Ook moet houdbaarheid van schulden en transparantie een hogere prioriteit krijgen, zodat nieuwe schulden bijdragen aan groei en investeringen.”

    Ondernemersvertrouwen daalt weer (Bron: Wereldbank)

    Meer schulden in opkomende economieën

    De Wereldbank publiceert twee keer per jaar een rapport over de groei van de wereldeconomie, waarbij aandachtig wordt gekeken naar de situatie van opkomende economieën. Deze opkomende markten kenden een snelle economische groei, die gepaard ging met een toename van de schulden. Zo steeg de gemiddelde schuldquote van opkomende economieën in tien jaar tijd van 36% naar 51% van het bbp. Dat is een toename van 15 procentpunt.

    Volgens de Wereldbank zijn oplopende schulden gerechtvaardigd wanneer deze bijdragen aan verbetering van de infrastructuur, het onderwijs of de gezondheidszorg. Door de uitzonderlijk lage rente lopen overheden echter het risico dat ze zich te diep in de schulden steken, waardoor er twijfels kunnen ontstaan over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn.

    De Wereldbank adviseert overheden om hun uitgavenpatroon tegen het licht te houden en structurele hervormingen door te voeren, zodat er minder middelen naar niet-rendabele investeringen gaan. Landen die erg afhankelijk zijn van grondstoffen zouden meer moeten doen aan diversificatie van hun economie, zodat ze minder kwetsbaar worden voor fluctuerende grondstofprijzen.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Deflatoire schok bedreigt wereldeconomie

    Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management, gaat in op de factoren die achter de de rally’s op de aandelen- en obligatiemarkten van dit jaar zitten. Hij gelooft dat de wereldeconomie kwetsbaar is voor een deflatoire schok.

    Discrepantie markten en indicatoren

    Er is een opvallend verschil in de signalen die dit jaar door zowel de aandelen- als obligatiemarkten gegeven worden. Beide hebben zich hersteld – aandelenmarkten hebben de verliezen van eind 2018 ingelopen, terwijl de markten voor staatsobligaties hebben geprofiteerd van lagere rendementen. Maar economische indicatoren schetsen een gematigde kijk op de wereldeconomie. De Chinese economie vertraagt en in landen rond China, zoals Taiwan, Zuid-Korea en Singapore daalt de export. Daarnaast blijft de economische activiteit in Europa achter.

    Het is de moeite waard om wat dieper in te gaan op de aandelenrally. De prestaties van cyclische sectoren zoals energie, industrie, materialen en financials blijven achter, en zijn dus eigenlijk een weerspiegeling van de macro-economische zorgen in de obligatiemarkten. De olie- en ijzerertsprijzen stijgen dit jaar sterk, maar dat lijkt meer gedreven te worden door aanbod dan door vraag.

    Zwakkere inflatiecijfers, een vertraging in de groei van de geldhoeveelheid en het afvlakken of omkeren van de rentecurves vormen nu wereldwijd de uitdaging voor centrale banken. Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en Duitsland kondigen nu – net als de VS – pauzes aan bij rentestijgingen, of gaan over tot renteverlagingen. In maart gaf Duitsland zelfs voor het eerst een negatief renderende 10-jarige Bund uit.

    Omgekeerde wereld met omgekeerde rentecurve

    De vraag komt weer op hoe betrouwbaar de rentecurve is om een recessie te voorspellen (of zelfs te veroorzaken). Historisch gezien heeft een omgekeerde rentecurve in 85% van de keren dat het is voorgekomen een recessie voorspeld. Bezalel denkt dat het op zijn minst een afspiegeling is van hoe vergevorderd de cyclus van vele ontwikkelde markteconomieën is. We bevinden ons in wat in juli de langste bullmarkt in de naoorlogse geschiedenis kan worden. Dat op zichzelf rechtvaardigt al voorzichtigheid en is een sterk signaal om risico’s in de portefeuille af te bouwen.

    Bezalel denkt dat de wereld kwetsbaar is voor een deflatoire schok. Daarom positioneert hij de portefeuille defensief en rekent op een verdere vertraging van de groei, met het vooruitzicht dat de wereldeconomie zucht onder het gewicht van te veel schulden en een verslechterende demografische situatie, vooral in de ontwikkelde landen. Hij is er al lang van overtuigd dat toenemende bezorgdheid over een wereldwijde vertraging onvermijdelijk een einde zal maken aan kwantitatieve verkrapping in de VS en dat renteverlagingen wellicht op de agenda staan ​​in de tweede helft van 2019.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Why is the Global economy vulnerable to a deflationary shock?“, van Ariel Bezalel, hoofdstrateeg fixed income bij Jupiter Asset Management.




  • Sander Boon over de fundamentele weeffout in het geldsysteem

    Sander Boon over de fundamentele weeffout in het geldsysteem

    Sander Boon geeft in deze podcast van Geotrendlines inzicht in de evolutie van het internationale monetaire en financiële systeem over de afgelopen honderd jaar. Van het loslaten van de goudstandaard na WO1 tot het ontstaan van het eurodollar systeem na WO2.

    Volgens Sander Boon functioneert het geldsysteem al sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2007/2008 niet meer zoals het zou moeten. De interbancaire leenmarkt wordt in toenemende mate overgenomen door centrale banken, die met steeds agressievere interventies proberen het geldsysteem overeind te houden.

    Van goud naar schuldpapier

    De rode draad door het verhaal is dat de rol van goud als fundament van ons financiële systeem geleidelijk is overgenomen door schuldpapier, meer in het bijzonder door staatsobligaties. Daardoor zijn perverse prikkels ontstaan, die ervoor zorgen dat overheden heel goedkoop kunnen lenen.

    Sinds 2008 zien we de schulden weer verder toenemen, terwijl de economische groei achterblijft. Ondertussen worden overheden steeds groter, met als gevolg dat de koopkracht van de middenklasse achterblijft.

    Update: Deze podcast is nu ook via Spotify en Soundcloud te beluisteren.

    Deze bijdrage is afkomstig van Geotrendlines




  • Schulden eurolanden sterk gestegen sinds crisis

    De schulden van de meeste eurolanden zijn sinds het uitbreken van de crisis in 2007 sterk gestegen, zo blijkt uit nieuwe cijfers van Eurostat. Elf eurolanden hebben inmiddels meer dan 60% staatsschuld ten opzichte van het bbp, waarmee ze de regels van het Stabiliteits- en Groeipact overschrijden. Door de groei van de economie daalt in verschillende landen de schuldenquote, maar over de hele linie zijn de schulden toegenomen.

    De landen met de hoogste staatsschulden zijn Griekenland, Italië en Portugal. In Spanje en Ierland ligt het schuldniveau wat lager, maar wel twee keer zo hoog als voor de crisis. Alleen Duitsland heeft haar begroting op orde weten te houden, want daar is de schuld nu lager dan in 2007. Hieronder een overzicht van Bloomberg.

    Schulden Eurolanden sterk gestegen sinds crisis (Bron: Bloomberg)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Turkije heeft bijna geen valutareserves meer

    Turkije heeft bijna geen valutareserves meer

    De centrale bank van Turkije probeert de waarde van haar munt te ondersteunen, maar de bodem van de reserves is bijna in zicht. De Financial Times meldt dat de Turkse centrale bank de laatste maanden zelfs dollars leent om haar reserves op te krikken. Naar eigen zeggen beschikte de centrale bank begin april over $28,1 miljard aan valutareserves, maar uit een analyse van de krant blijkt dat dit cijfer is opgekrikt met geleend geld.

    De centrale bank heeft de laatste weken valutaswaps gesloten met commerciële banken, door dollars te lenen in ruil voor Turkse lira. Deze contracten hebben een korte looptijd, wat betekent dat de centrale bank deze middelen eigenlijk niet kan gebruiken om de lira te ondersteunen. Gecorrigeerd voor deze boekhoudkundige ingreep bedragen de valutareserves daarom minder dan $16 miljard. Dat zou betekenen dat Turkije bijna geen vreemde valuta meer achter de hand heeft om de lira te verdedigen.

    Turkse centrale bank bijna door valutareserves heen? (Bron: Financial Times)

    Kan Turkije de lira verdedigen?

    Volgens de centrale bank is het gebruik van dit soort valutaswaps niet in strijd met de regels, maar analisten waarschuwen dat het niet zonder risico’s is. Het is namelijk niet goed voor de geloofwaardigheid van de centrale bank. Valutaspecialist Piotr Matys van de Rabobank zei tegen de Financial Times dat deze methode een vorm van ‘window dressing’ is, bedoeld om de markt te overtuigen. Het moet de indruk geven dat de centrale bank meer reserves heeft dan wat er in werkelijkheid aanwezig is.

    Een centrale bank houdt normaal gesproken valutareserves aan om de waarde van haar munt te kunnen manipuleren. Daalt de waarde van de eigen munt, dan kan de centrale bank deze verdedigen door haar eigen munt in te kopen met behulp van vreemde valuta. Als de Turkse centrale bank inderdaad krap in de valutareserves zit, dan zou dat betekenen dat ze weinig ruimte heeft om de lira te verdedigen. De Turkse economie moet de komende twaalf maanden $177 miljard aan dollarleningen herfinancieren, wat betekent dat de vraag naar dollars in de binnenlandse economie groot is.

    Het is dan ook niet vreemd dat de Turkse regering er belang bij heeft om internationale handel vaker in haar eigen munt af te rekenen. Zo wil het land onder andere met Rusland en Iran in nationale valuta handelen. Vanwege Amerikaanse sancties zoekt Turkije nu een alternatieve route om met Iran te kunnen handelen. Ook dat past in het streven om minder afhankelijk te worden van de dollar.

    Erdogan weerlegt kritiek

    De Turkse president Erdogan bekritiseerde de analyse van de Financial Times. Volgens hem wordt ten onrechte de indruk gewekt dat de Turkse economie in de problemen zit. Erdogan waarschuwde analisten bij investeringsbanken om geen negatieve adviezen over de lira te verspreiden.

    In reactie op de berichtgeving van de Financial Times daalde de waarde van de Turkse lira met 2% ten opzichte van de dollar. Op het dieptepunt stond de munt zelfs op het laagste niveau tegenover de dollar in zes maanden. Voor een gedeelte is dat te verklaren door het aansterken van de dollar, maar handelaren op de valutamarkt zijn er toch niet gerust op dat de Turkse centrale bank een valutacrisis kan voorkomen.

    Dit artikel verscheen eerder op Holland Gold




  • Winstmarges in VS onder druk en angst voor recessie neemt toe – renteverlaging op komst?

    Beleggers maken zich momenteel meer zorgen over politiek en economische groei dan over handelsconflicten, constateert Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders. De omgekeerde rentecurve versterkt de vrees voor een Amerikaanse recessie. De laatste negen recessies in de VS zijn alle voorafgegaan door een omgekeerde curve, met 1966 als enige uitzondering. De kans op een Amerikaanse recessie in de komende twaalf maanden schat Schroders momenteel op 36%, dat is het hoogste percentage sinds 2007.

    Marges krimpen

    Hoewel de kortetermijnindicatoren nog steeds zwak zijn, blijft Schroders voor het tweede kwartaal een opleving van de activiteit verwachten. Het is bemoedigend dat er een paar positieve signalen te zien zijn. Zo zijn de grondstoffenprijzen gestabiliseerd (industriële metalen zijn de afgelopen maand met 3,8% gestegen), is de wereldwijde inkoopmanagersindex (PMI) in februari gestegen, terwijl in de VS de samengestelde ISM is versterkt en de woningmarkt is gestabiliseerd. De detailhandelsverkopen in de eurozone herstelden in januari en bleven in februari goed op peil in Duitsland en Spanje, waardoor de regio in het eerste kwartaal goed van start is gegaan.

    Er is echter een duidelijk verschil tussen de dienstensector en de industrie. In de goederenproducerende sector is er sprake van een voorraadopbouw die vooral in de eurozone, en met name in het Verenigd Koninkrijk (om Brexit-gerelateerde redenen), een negatieve invloed zal hebben op de conjunctuur. Uit PMI-rapporten blijkt dat bedrijven in de ontwikkelde markten hun productie zullen moeten inkrimpen om de voorraden beter in evenwicht te brengen met de orders. De opkomende markten lijken daarentegen in een betere positie te verkeren en zullen de komende maanden wellicht een sterkere activiteit kennen.

    De korte termijn neemt de verbetering van de economische activiteit wat van de zorgen bij beleggers weg. Maar op de iets lagere termijn voorziet Schroders wel degelijk een groeivertraging in de VS als de stimuleringseffecten afnemen. Daarnaast is er een lagere inflatieverwachting, wat geleid heeft tot een meer accommoderende houding van de centrale banken. Dat is positief voor de markten, maar de lagere inflatie veroorzaakt ook drukt op de winstmarges. Bedrijven worden geconfronteerd met stijgende loonkosten en als ze deze niet kunnen doorberekenen in de prijzen, dan moeten ze interen op hun winstmarges.

    Recessie in bedrijfswinsten

    Schroders verwacht dat met name in de VS de marges onder druk komen te staan. Voorzichtigheid met betrekking tot de Amerikaanse bedrijfswinsten is dan ook de komende kwartalen op zijn plaats. De Amerikaanse bedrijfswinsten zullen naar verwachting pieken in het derde kwartaal van dit jaar. Daarna vertraagt de economische groei en dat raakt ook de winstgroei. De verwachting is dat in 2019 de winsten nog met 6% zullen groeien, om het jaar erna met bijna 4% te krimpen. Een matige economische groei leidt tot een lagere capaciteitsbenutting en zet de winst onder druk. De marges krimpen door stijgende loonkosten, terwijl inflatie en productiviteit onder druk staan als gevolg van de lagere economische groei.

    Luidt een lagere marge het einde van de huidige cyclus in?

    Druk op het bedrijfsresultaat leidt doorgaans tot lagere kasstromen, waarop een reactie van het bedrijfsleven niet kan uitblijven. Doorgaans zullen bedrijven bezuinigen op arbeid en kapitaalbestedingen. Dat verzwakt het bbp en leidt tot lagere inkomens, minder vertrouwen en afnemende consumentenbestedingen. Dit kan op zijn beurt een einde maken aan de cyclus en leiden tot een recessie. Het zou passen bij de omgekeerde rentecurve, die doorgaans een betrouwbare indicator is voor een naderende recessie.

    Of kan de cyclus doorrollen?

    Om de huidige cyclus te kunnen voortzetten, moet de margekrimp worden voorkomen. Dat kan als het bedrijfsleven de loonkosten onder controle houdt of de productiviteitsgroei stimuleert. Dit is mogelijk, maar zal moeilijk zijn gezien de krapte op de arbeidsmarkt. De aanbodzijde van de arbeidsmarkt zou positief moeten verrassen door een hogere arbeidsparticipatie om de loondruk tegen te gaan.

    Een andere mogelijkheid is een grotere vraag om de output te ondersteunen, waardoor capaciteit en productiviteit worden gestimuleerd. Dit zou kunnen komen door een grotere vraag uit China, of een versoepeling van het monetair beleid door de Fed door een renteverlaging. De politieke druk op de centrale bank zal volgend jaar waarschijnlijk groot zijn, gezien de presidentsverkiezingen. De Fed krijgt te maken met een zwakkere groei en een matiging van de inflatie, en ondervindt dus eigenlijk weinig hinder om het beleid te versoepelen.

    Renteverlagingen in aantocht

    Schroders voorspelt twee renteverlagingen van de Fed in 2020. Op dit moment verwacht ze die in juni en september volgend jaar maar de vraag zal zijn of deze te laat komen om te voorkomen dat een winstrecessie uitmondt in een volledige economische recessie. Bij de inschatting van de risico’s zullen beleggers een versoepeling van het beleid moeten afwegen tegen lagere winstverwachtingen.

    Lees meer in het meegestuurde artikel “Profit pressures, recession fears and the Fed” uit de nieuwste Economic and Strategy Viewpoint – April 2019 van Keith Wade, hoofdeconoom bij Schroders.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Groeivertraging Italië toont aan dat risico’s eurozone volop aanwezig zijn

    Deze analyse is geschreven door Bart Hordijk, valuta-analist bij Monex Europe

    De Italiaanse groeiverwachting voor 2019 die deze week door de Italianen zelf naar beneden werd bijgesteld, illustreert eens te meer dat risico’s voor de euro(zone) uit vele hoeken kunnen komen. De Italianen stelden hun groeiverwachting bij naar 0,1% voor 2019, flink lager dan de 1,0% die in het najaar nog verwacht werd.

    Dit betekent dat het begrotingstekort niet op de geplande 2,04% gaat uitkomen, maar waarschijnlijk eerder rond de 2,5%. Dit kan, zeker als de Italianen in het najaar hun budget voor 2020 door de Europese Commissie goedgekeurd moeten krijgen, gaan leiden tot nieuwe spanningen op de markten voor Italiaanse staatsschulden, die op hun beurt snel kunnen overslaan op de euro (zie onderstaande grafiek).

    Macro-economische risico’s nemen toe

    Eerder werd al waargenomen dat macro-economische risico’s zich opstapelen in de eurozone, wat bijvoorbeeld goed te zien was in de Duitse fabrieksorders die hun laagste punt bereikten sinds de financiële crisis. Daar komen de Italiaanse risico’s nog bovenop. Deze vormen een combinatie van een politiek en een economisch risico, aangezien de keuzes van de huidige regering als onverstandig worden gezien door markten, wat wordt versterkt nu de groei in Europa lijkt te zijn vertraagd.

    Ook is het een reëel risico dat de regering van President Trump achter de Europeanen aan komt wanneer hij klaar is met de handelsoorlog met China. Dit is iets waar dinsdag al een voorproefje van werd geserveerd toen de Amerikaanse regering aankondigde importheffingen ter waarde van $11 miljard te overwegen op Europese goederen naar aanleiding van de EU-subsidies voor het Europese Airbus. Dit werd onlangs als illegaal geclassificeerd door de WTO.

    Uitstel Brexit

    Tenslotte lijkt ook de Brexit af te stevenen op een lange extensie, wat ervoor zorgt dat de onzekerheid in het Verenigd Koninkrijk blijft voortduren, dat ook zo zijn weerslag heeft op de economieën van landen die veel met de Britten handelen, zoals Nederland, Duitsland en Ierland.

    Zelfs als de macro-economische condities in de eurozone verbeteren, dan zijn er nog genoeg scenario’s te bedenken waarbij de euro afzwakt. Deze breed verspreide risico’s zijn reden om het komende halfjaar terughoudend te zijn met het innemen van longposities in de euro tegenover bijvoorbeeld de Amerikaanse dollar.

    Markten prijzen het renteverschil tussen de Italiaanse en de Duitse 10-jarige staatsobligaties momenteel redelijk laag in. Hier kan komende maanden gemakkelijk verandering in komen, wat net als in het najaar 2018 zal wegen op de euro.

    Disclaimer: Marketupdate geeft geen beleggingsadvies en dit artikel moet dan ook niet als zodanig gelezen worden. Beleggen brengt risico met zich mee en resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.