Tag: edin mujagic

  • Video: Edin Mujagic over inflatie

    Econoom Lex Hoogduin sprak met Edin Mujagic over de impact van een hoge inflatie. In zijn jeugd heeft Mujagic de hyperinflatie in Joegoslavië meegemaakt, waardoor dit onderwerp hem extra aangrijpt. Mujagic wist op de middelbare school al dat hij monetaire economie wilde studeren. Hij schreef in 2010 het boek Het Inflatiespook en in 2012 het boek Geldmoord.

    Bron: Lexhoogduin.com

  • Column: “To QE or not to QE” is níet de vraag

    Op 16 december 2008 begon een uitzonderlijk hoofdstuk in de moderne monetaire historie van de Verenigde Staten: de Federal Reserve verlaagde de officiële rente naar 0 procent. De val van zakenbank Lehman Brothers sleurde het Amerikaanse financiële stelsel richting de afgrond. En omdat die sector zeer groot was, betekende dat ook dat de hele economie onderuit ging. Gevolg: In het jaar 2009 kromp de Amerikaanse economie met 3,1 procent.

    Onconventionele stimulering: QE

    Nul procent rente was niet voldoende de economie vlot te trekken. Vandaar dat de Federal Reserve  in 2009 begon met het op grote schaal opkopen van de Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekleningen, de zogeheten kwantitatieve verruiming. Controversieel en onconventioneel, maar alles leek geoorloofd om de economische groei aan te jagen.

    Fast forward naar 2013 en we zien onder meer dat de Amerikaanse economie met ruim 2 procent op jaarbasis groeit. Niet bijzonder hoog, maar vergeleken met de krimp van 2009 is het een wereld van verschil. De huizenprijzen stijgen weer behoorlijk en kredietverlening groeit. Kortom, het is tijd om de krukken – zijnde kwantitatieve verruiming – weg te halen. Zo dacht Bernanke er ook over. Vandaar dat de Amerikaanse centrale bank enkele maanden geleden aankondigde om vanaf eind dit jaar het opkopen van staatsobligaties en hypotheekleningen te verminderen. Tegen de zomer van 2014 zou de Federal Reserve in een positie verkeren om er helemaal mee te stoppen.

    Hoewel slechts werd aangekondigd dat de krukken weggehaald zou worden, kreeg de patiënt het al zwaar te verduren. De lange rentes liepen behoorlijk op en de rente op Amerikaanse 10-jaars Treasuries bereikten een niveau van 3%. Het was zelfs zo erg dat de centrale bank het niet aandurfde om daden bij haar eigen woorden te voegen.

    Geen tapering

    Terwijl bijna iedereen er zeker van was dat de bank in september zou starten met het afbouwen van QE besloot Bernanke dat plan in de ijskast te zetten. De verwachting is nu dat de Fed pas in de loop van volgend jaar begint met het afbouwen van QE..

    Het is echter maar zeer de vraag of dat zal gebeuren. De Fed heeft zich met zijn QE-beleid en communicatiebeleid in een zeer lastige positie gemanoeuvreerd. Met de aankondiging alleen al om met QE te stoppen riskeert de bank het economisch herstel – daar waar het allemaal om te doen was – de nek om te draaien. Maar doorgaan met QE terwijl de economie blijft groeien riskeert oplopende inflatie (-verwachtingen). En dat betekent, in een normale markt, opwaartse druk op de lange rentes. Iets wat op zijn beurt ook het economisch herstel kan verstoren.

    Woorden, geen daden

    Ik vrees dat al het gepraat over het afbouwen van QE precies dat zal zijn, gepraat. In de praktijk kan de Fed niet uit het QE-moeras komen zonder veel economische schade. Het enige wat mogelijk is, is doorgaan met QE net zolang totdat de inflatie (-verwachtingen) roet in het eten gaat gooien. Dat kan enige tijd duren en ik denk dat de Fed daarvoor zal kiezen.
    De vraag binnen de Fed is dan ook niet ‘to QE or not to QE’, de vraag is hoe het QE-beleid voort te zetten zonder dat de lange rentes oplopen. Ik ken maar één manier: nóg meer de rentemarkt manipuleren ofwel QE opvoeren in plaats van afbouwen. Totdat de wal het Fed-schip keert.

    Het kan even duren voordat het zo ver is, maar vroeg of laat zal dat gebeuren. Fijn zal het niet zijn….

    Ben Bernanke

    “To QE or not to QE” is niet meer de vraag

    Over Edin Mujagic

    Edin Mujagic is monetair econoom, journalist en auteur van de boeken Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt (2009), Het Inflatiespook (2010) en Geldmoord (2012). In zijn boeken wijst hij de lezer op de gevaren en gevolgen van inflatie. Mujagic was van 2005 tot 2010 tevens redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM Business.

    Volg Edin Mujagic:

    Twitter: @edinmujagic

    Linkedin: Edin Mujagic

  • Column: “Federal Reserve blijft stevig behind the curve”

    “Vertrouw erop dat de Federal Reserve op het juiste moment en in voldoende mate in zal grijpen.” Dat is wat ik in mijn vele gesprekken en discussies met veel economen en analisten altijd als hét argument kreeg te horen als zij mijn zorgen over aanzienlijk hogere inflatie in de komende jaren counterden.

    Mijn argument waarom ik er geen vertrouwen in heb dat de Federal Reserve – of andere centrale banken – op tijd en in voldoende mate zullen ingrijpen heeft onder meer te maken met de historie.

    Niet alleen sinds het begin van de huidige crisis – maar ook in de afgelopen decennia – hebben de centrale banken met de Fed voorop in mijn ogen laten zien gevoelig te zijn voor politieke druk.

    Het makkelijkste deel is achter de rug

    Dat is van cruciaal belang, omdat het makkelijkste hoofdstuk voor de centrale banken achter de rug is. Het is niet moeilijk de rentes in een rap tempo te verlagen, in het geval van de Fed zelfs naar 0%, en staatsobligaties op te gaan kopen om de lange rentes omlaag te drukken. Het moeilijke deel, het deel waarin de centrale bankiers moeten laten zien dat ze ook de politiek gezien minder populaire beslissingen kunnen en durven nemen, is nu aangebroken…

    De Fed heeft eerder deze week mijn vermoedens bevestigd dat centrale banken niet in staat zijn op tijd in te grijpen. Ondanks een aankondiging van de centrale bank om het stimuleringsprogramma af te bouwen durft ze op het moment suprême die stap toch níet te zetten.

    Kromp de Amerikaanse economie fors in 2009, toen de eerste ronde van het QE-beleid werd aangekondigd, inmiddels groeit die met ruim 2 procent op jaarbasis. De inflatie bedraagt 1,5 procent en je mag verwachten dat die zal oplopen als de economische groei in de VS aanhoudt.

    Bij deze inflatiecijfers hoort geen Fed-rente van 0 procent en zouden ook de lange rentes best mogen stijgen ten opzichte van de all-time lows. Niet wat de Fed betreft echter. Omdat de 10-jaars rente richting 3% klom besloten de Amerikaanse monetaire ridders de QE-draaiknop met rust te laten.

    ‘Behind the curve’

    De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat de Fed, luid en duidelijk met woorden én daden, laat merken dat ze zoals dat heet behind the curve zal blijven. Dat wil zeggen, de centrale bank zal niet proberen inflatie te voorkomen, maar zal die gedogen en laten oplopen. De centrale bank zal pas ingrijpen als de inflatie echt te hoog wordt. Het alternatief is dat de bank vóór de curve kruipt en dus preventief inflatiestijging in de komende jaren voorkomt. Maar als de Federal Reserve ervóór kruipt kan ze blijkbaar de Amerikaanse economie in een nieuwe, mogelijk langdurige, recessie storten. Dat wil de centrale bank absoluut vermijden. Dit was mijn verwachting toen ik mijn boek ‘Geldmoord’ begon te schrijven. Ik ben sinds woensdagavond alleen maar verder gesterkt in die verwachting.

    En die debatten en gesprekken met veel economen en analisten? Die eindigden steevast met “de tijd zal het uitwijzen” of de Fed op tijd en in voldoende mate zal ingrijpen. Sinds woensdag heeft de tijd uitgewezen dat de Federal Reserve niet op tijd zal ingrijpen. Over enkele dagen kijken we naar hoe het zit met ‘in voldoende mate’ ingrijpen.

    Omdat onlangs de vierde druk van ‘Geldmoord’ is verschenen, met daarin het nieuwe voorwoord, is dat voorwoord én het eerste hoofdstuk, getiteld ‘De gouden eeuwen voor de koopkracht’ (met daarin onder meer inflatieontwikkeling in Nederland sinds 1450 (!) ) nu GRATIS te downloaden op de site www.geldmoord.nl

    Edin Mujagic

    Federal Reserve grijpt niet in

    Federal Reserve grijpt toch niet in…

  • Column: Deflatie in Japan is een illusie

    De volgende bijdrage is van Edin Mujagic, monetair econoom, journalist en auteur van de boeken Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt (2009), Het Inflatiespook (2010) en Geldmoord (2012). In zijn boeken wijst hij de lezer op de gevaren en gevolgen van inflatie. Mujagic was van 2005 tot 2010 tevens redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM Business. 

    De rode lijn in mijn boek ‘Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen’ is dat te veel geld in omloop vroeg of laat tot stijgende prijzen – de moderne definitie van inflatie – leidt. De moderne definitie, omdat oorspronkelijk inflatie voor het verhogen van de geldhoeveelheid zelf stond.

    Het is niet alleen een economische theorie, maar ook de historie die dat onomstotelijk uitwijst. De Grote Prijsrevolutie in de Middeleeuwen kwam niet zomaar uit de lucht vallen maar had alles te maken met het leegroven van Midden- en Zuid-Amerika door de Spanjaarden. Vanaf ongeveer 1530 begonnen goud- en zilvervloten in Spaanse havens aan te meren. Honderden tonnen goud en zilver werden verscheept naar Europa. Aangezien in die tijd goud en zilver geld waren, kwam het er simpelweg op neer dat de geldhoeveelheid in Europa in die tijd explodeerde.

    Inflatie

    Niet geheel toevallig begonnen rond 1540 de prijzen in Europa te stijgen. Wat volgde was een langdurige periode van inflatie in Europa. Daar kwam een einde aan toen er geen schepen met goud en zilver uit de Nieuwe Wereld in Sevilla en andere Spaanse steden aanmeerden omdat goud en zilver op waren (precieze cijfers over omvang van goud- en zilvervloten en de ontwikkeling van de prijzen in Europa zijn te vinden in ‘Geldmoord’).

    Dit historische feit en overtuiging dat de centrale banken zoals de Fed en de Europese Centrale Bank (ECB) niet op tijd en in voldoende mate zullen ingrijpen om te voorkomen dat de Westerse economieën verdrinken in geld, is voor mij dé reden hogere inflatie te verwachten de komende jaren. Of anders gezegd: dat de geldmoord, die sinds 1914 en zeker sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de gang is, zal blijven doorgaan.

    Japan

    Diegenen die het niet met mij eens zijn, komen zo goed als altijd met Japan als hét voorbeeld dat geld bijdrukken niet tot inflatie hoeft te leiden. Zij wijzen er dan op dat Japan in een diep deflatiemoeras vast is komen te liggen, ondanks het zeer ruime beleid van de Japanse centrale bank.

    Sinds 1995 dalen de prijzen in het land van de rijzende zon. Volgens de officiële inflatiecijfers van het Japanse bureau voor de statistiek waren tussen 1995 en het begin van de huidige crisis zeven jaren waarin de prijzen zijn gedaald. In evenveel jaren stegen de prijzen echter. Per saldo waren de prijzen in 2008 in Japan iets hoger dan in 1995. Met andere woorden, per saldo was er sprake van inflatie in Japan over die periode.

    Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995Inflatie en deflatie in Japan sinds 1995 (Bron: Tradingeconomics)

    Geldgroei

    Er is dus geen sprake van een diep deflatiemoeras in Japan. Kijken we vervolgens naar de geldgroei (ik gebruik hier de ruime M2 + deposito’s definitie van geldgroei) dan zien we dat die in 1990 rap is gaan dalen. Groeide de geldhoeveelheid in eind jaren tachtig nog met ongeveer 13 procent, begin jaren negentig nam die niet meer toe. Sindsdien bedraagt de gemiddelde groei van de geldhoeveelheid in Japan ongeveer 2 á 3 procent per jaar.

    Economen zijn het er over eens dat dé fout die de Japanse centrale bank gemaakt heeft, is dat ze te laat ingreep. Omdat de bank te laat in actie is gekomen, is het zogeheten monetaire transmissiemechanisme in Japan zo goed als kapot. Monetaire transmissiemechanisme is wat monetaire economen het proces van kredietverlening door banken noemen: als dat mechanisme werkt, vloeit het geld van de centrale bank naar de huishoudens, die het vervolgens uitgeven waardoor na enige tijd inflatie begint te stijgen.

    Dat mechanisme werkt dus in Japan al twee decennia mondjesmaat. Sinds 1990 groeit de geldhoeveelheid er met tussen 2 en 3 procent per jaar. In tegenstelling tot een hardnekkig misverstand is er in Japan geen sprake van een diepe deflatie: tussen 1990 en de huidige crisis waren prijsstijgingen even frequent als prijsdalingen. Per saldo lagen aan het begin van de crisis de prijzen in Japan hoger dan begin jaren negentig. Dat de inflatie zo laag is, heeft te maken met het feit dat de geldgroei in Japan al twee decennia lang mager is.

    Kortom, Japan is niet hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen er niet is. Japan is juist hét voorbeeld dat het verband tussen geldgroei en prijzen zeer sterk is.