Tag: groei

  • Groei Chinese economie jarenlang te positief weergegeven

    De Chinese economie is in de periode van 2008 tot en met 2016 veel minder hard gegroeid dan eerder werd gedacht. Volgens nieuw onderzoek van de Chinese universiteit van Hong Kong en de universiteit van Chicago was de groei van de economie per jaar 1,7 procentpunt lager dan wat de officiële cijfers vertelden.

    Het verschil tussen de werkelijke en de gerapporteerde groei komt van lokale overheden in China. Lokale overheden werden beloond voor het behalen van bepaalde doelstellingen ten aanzien van groei en investeringen. Deze cijfers werden jarenlang gemanipuleerd en daar was het Chinese bureau voor de statistiek ook van op de hoogte. De cijfers werden daarvoor gecorrigeerd, maar uit het onderzoek blijkt dat dat na 2008 in onvoldoende mate gebeurde.

    “De lokale cijfers zijn na 2008 steeds minder representatief geworden, maar er was geen bijbehorende aanpassingen van het nationale statistiekbureau”, zo schrijven de onderzoekers in het rapport. Zij vergeleken de officiële groeicijfers met andere statistieken, zoals de belastingopbrengsten, het stroomverbruik, het goederenvervoer over het spoor en satellietdata. Daaruit bleek dat de officiële groeicijfers sinds 2008 te positief zijn weergegeven.

    Groei Chinese economie werd jarenlang te positief weergegeven (Bron: Brookings Papers)

    Chinese economie groeide minder hard

    Er bestaan al langer twijfels over de kwaliteit van de Chinese economische cijfers. Deze zouden een te positief beeld geven, wat door dit onderzoek wordt bevestigd. Het landelijke statistiekbureau heeft de afgelopen jaren al wel stappen gezet om de kwaliteit van de verzamelde data te verbeteren. Ook beloofde het bureau dat de cijfers vanaf dit jaar nauwkeuriger zullen worden.

    Het onderzoek laat zien dat de officiële groeicijfers de afgelopen jaren te positief waren, maar het is nog maar de vraag of de alternatieve data wel klopt. Ook deze cijfers zijn gebaseerd op bepaalde schattingen en aannames, die tot een vertekend beeld kunnen leiden. Het beeld dat blijft staan is dat de groei van de Chinese economie al jaren afzwakt en dat de overheid met grootschalige investeringen en versoepelde liquiditeitseisen probeert de economie te ondersteunen. Ook worstelt het land met een dollarschaarste, waardoor het voor bedrijven moeilijker wordt om leningen in dollars door te rollen.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Groei Chinese economie naar laagste niveau sinds 1990

    Groei Chinese economie naar laagste niveau sinds 1990

    De Chinese economie is het afgelopen jaar met 6,6% gegroeid, de laagste groei sinds 1990. De tweede grootste economie ter wereld groeit minder hard, omdat de overheid probeert de schuldengroei te beperken. Ook heeft het handelsconflict met de Verenigde Staten mogelijk een ongunstig effect gehad op de economische groei.

    In het vierde kwartaal groeide de Chinese economie met 6,4%, conform de verwachtingen van analisten. Vergelijken met de 6,5% in het derde kwartaal is dat een kleine daling. Dat de procentuele groei van de Chinese economie de laatste jaren afneemt is niet vreemd, omdat de totale omvang van de economie steeds groter wordt. De procentuele stijging wordt daardoor steeds kleiner, ook al blijft die nominaal gezien op hetzelfde niveau.

    Schuldenprobleem

    China probeert haar economie geleidelijk om te vormen van een export-gedreven model naar een model op basis van binnenlandse consumptie. Dat is een langdurig aanpassingsproces, dat de overheid probeert aan te jagen met extra fiscale stimuleringsprogramma’s. De Chinese overheid heeft de laatste jaren veel geïnvesteerd in infrastructuur en maakt dit jaar ook meer budget vrij voor belastingvoordelen. Deze investeringen zorgen op korte termijn voor meer werkgelegenheid, maar het is de vraag of ze zich op de lange termijn zullen uitbetalen.

    De schaduwkant van de groei van de Chinese economie is de sterke toename van private schulden. Dat is een van de grootste bedreigingen voor de Chinese economie, omdat veel leningen in dollars zijn afgesloten. Nu de Federal Reserve de rente verhoogt en dollarliquiditeit schaarser wordt is het moeilijker voor bedrijven om dit soort leningen door te rollen. Dit probleem, waar we onlangs een artikel over publiceerden, zal de komende jaren waarschijnlijk vaker terugkeren.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Van secular stagnation naar secular expansion

    In 2013 kwam de Amerikaanse Econoom Lawrence Summer met het begrip ‘secular stagnation’ op de proppen. De groei van de wereldeconomie zou voor een lange periode in een lagere versnelling terecht gekomen zijn. De invloed van Summer was groot. Zo hebben centrale banken waarschijnlijk hun expansief monetair beleid mede gestoeld op Summers’ visie van lower for longer! Ook de financiële markten zijn erdoor beïnvloed. De yield op obligaties is nagenoeg opgedroogd in de veronderstelling dat de reële rente voor altijd laag zou blijven.

    Het zou echter kunnen dat het idee van de secular stagnation zijn langste tijd heeft gehad en het veld moet ruimen voor de opvatting van de secular expansion. Dat althans lijkt de boodschap van het Britse Fulcrum Asset Management. Hun model laat zien dat de wereldwijde economische opleving – die alweer twee jaar geleden begon – nog steeds veel momentum in zich herbergt en dat van zwakke plekken nog steeds geen sprake is.

    Cyclische of blijvende groei?

    De huidige sterke opleving is uiteraard geen bewijs dat secular stagnation afgedaan heeft. Er kan net zo goed sprake zijn van een sterke cyclische opleving. Het model levert echter bemoedigende data. De groei van de economische activiteiten bedroeg met 5% het dubbele van de groeivertraging in 2015/16 die het gevolg was van lage olieprijzen en een mindere gang van zaken in China. Volgens Fulcrum ligt de huidige groei één procentpunt boven de onderliggende trend. Dat kan erop wijzen dat de bestaande overcapaciteit in snel tempo aan het verdwijnen is.

    Belangrijk is ook dat de opleving breed gedragen is en dat alle belangrijke economische blokken hun steentje bijdragen. Opvallend is ook dat de zogeheten ontwikkelde economieën het zo goed doen. Daarbij vallen de prestaties van de Eurozone in het bijzonder op. Dat alles heeft ertoe geleid dat projecties voor de nabije toekomst voor de verandering eens opwaarts bijgesteld worden. Het is niet uit te sluiten dat er in de loop van 2018 meer en meer opwaartse bijstellingen elkaar zullen opvolgen.

    Het wereldwijde herstel – dat in maart 2016 begon – is (uiteraard) gedragen door cyclische factoren. De belangrijkste zijn waarschijnlijk het kwantitatieve stimuleringsbeleid van de VS en China. Het fiscale stimuleringsbeleid van China heeft eveneens een rol gespeeld. Deze stimulerende factoren raken waarschijnlijk in de loop van 2018/19 uitgespeeld, met als gevolg dat de groei omlaag kan gaan. De grote vraag is of die groei boven het niveau van de trendmatige groei kan blijven. Bij eerdere oplevingen was dat niet het geval.

    Economische groei trekt weer aan (Bron: Fulcrum Asset Management, via de Financial Times)

    Productiviteitsgroei en investeringen blijven achter

    Er is voldoende grond voor een sceptische blik op de houdbaarheid van de huidige sterke opleving. De symptomen van secular stagnation laten zich al tien jaren gelden. De onderliggende groei is in al die jaren zwak geweest en hetzelfde geldt voor de reële rente. Het zou naïef zijn te denken dat die symptomen na enkele maanden van bovengemiddelde groei verdwenen zijn.

    De Bank van Engeland laat in een studie zien, dat de daling van de reële rente met 4,5% sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw bijna volledig is toe te schrijven aan twee factoren. De eerste is de daling van de verwachte productiegroei en de tweede is de daling van de investeringen ten opzichte van de besparingen. Wil de secular stagnation echt overwonnen worden, dan moeten productiviteit en investeringen in de ontwikkelde landen omhoog.

    Het Fulcrum model levert in dezen enkele bemoedigende cijfers. Die laten bijvoorbeeld zien dat de total factor productivity weer naar normale niveaus is terug gekeerd. De investeringen laten echter zeer bemoedigende cijfers zien. In de tweede helft van 2017 lieten de investeringen in de VS, de Eurozone en Japan een toename zien van 8% – 10%, de sterkste toename sinds 2010. Voor een deel is deze versnelling waarschijnlijk toe te schrijven aan cyclische factoren. Hopelijk duidt het sterke herstel er ook op, dat er een einde komt aan het jarenlange ondermaatse investeringsniveau! Misschien zijn dromen dit keer geen bedrog.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Gavyn Davies, Can secular stagnation morph into secular expansion? Financial Times, January 7 2018

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

  • Column: Repareer het dak wanneer de zon schijnt

    Het is alweer jaren geleden dat de wereldeconomie zo’n uitbundige groei liet zien als nu. Dat is verheugend, maar daarmee zijn de zorgen niet weg. Zal de groei houdbaar blijken wanneer de investeringen niet aantrekken? Dat probleem speelt vooral in de zogeheten ontwikkelde landen. Zijn de schuldenbergen ondertussen niet te hoog geworden voor een houdbare groei, zoals de OESO vreest. Blijdschap is met andere woorden op zijn plaats, maar voor tevredenheid is absoluut ruimte.

    Bedrijfsschulden blijven groeien (Bron: Financial Times)

    Meer economische groei

    Volgens de OECD groeit de wereldeconomie dit jaar 3,6% – tegenover 3,1% in 2016 – en zit er voor komende jaar 3,7% in het vat. Hiermee zijn we terug op het gemiddelde van de periode 1990 – 2007. De koplopers zijn landen als India en China! Maar zoals gezegd, de zorgen zijn allesbehalve voorbij. In de G7 landen ligt het niveau van de investeringen nog steeds beneden het niveau van de jaren voor de crisis en de groei van de arbeidsproductiviteit ligt behoorlijk onder dat van de periode 1995 – 2007.

    Ook de verhouding van de bedrijfsschulden tot het bruto binnenlands product wekt zorgen op. Die schuld is in de Eurozone en in de VS sneller gegroeid dan de voorraad productieve kapitaalgoed. Veel corporates hebben schulden gemaakt om aandelen in te kopen om zo de koers van het aandeel te steunen. Financial engineering is het gevolg van de belastingvoordelen die het bedrijven oplevert, maar ook van de relatie tussen koersontwikkeling en het salaris van het topmanagement.

    In veel ontwikkelde landen gaat ook de particuliere sector zwaar gebukt onder de schuldenlast. Daar is geen sprake van in de opkomende markten, maar daar hebben ze andere problemen. De schuldenlast van bedrijven is hoog en vaak ook nog eens genoteerd in vreemde valuta. Vooral is China is de schuldenlast van bedrijven extreem hoog. Door die hoge schulden van bedrijven staat de kwaliteit van de bedrijfsobligaties onder druk. Aan hoge schulden zijn risico’s verbonden. Er zit waarschijnlijk veel vermogen bij zogeheten zombiebedrijven.

    Het is ook een vuistregel dat nog meer krediet op den duur contraproductief werkt en ook nog eens de ongelijkheid vergroot. Een groot gevaar is ook dat een opkruipende rente de schuldenlast onbeheersbaar maakt, met als gevolg een nieuwe crisis die in feite een voortzetting zal zijn van de afgelopen financiële crisis.

    Van bankkredieten naar obligaties

    Het goede nieuws is echter dat veel bedrijven niet langer leunen op bankkredieten, maar op bedrijfsobligaties. Veel banken zijn nog steeds niet in staat grote verliezen te incasseren. Het feit dat hun rol kleiner is geworden komt de economie alleen maar ten goede en maakt die weerbaarder. Dat wil weer niet zeggen dat bedrijfsobligaties geen risico’s in zich dragen. In de opkomende markten is er het valutarisico aan gekoppeld. Als grote bedrijven omvallen, dan kunnen ondanks alles banken toch nog in de problemen komen. Grote verliezen op bedrijfsobligaties kunnen een run op obligatiefondsen teweegbrengen met alle negatieve gevolgen van dien.

    Waarom zou de rente omhoog kunnen? Een sterkere economische groei zou een mooie aanleiding zijn. Een minder prettige reden zou een oplopende inflatie kunnen zijn. Centrale banken zouden zich dan genoodzaakt zien om de rente te verhogen. Ervaringen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw leren dat zulks gepaard kan gaan met een golf aan faillissementen en een sterk afnemende groei.

    Sommige insiders zijn echter bang, dat centrale banken nu bijna geen ammunitie meer hebben om effectief op te treden. Kortom, het huidig hoge schuldenniveau maakt het er voor centrale banken niet gemakkelijker op. Het is daarom nu meer dan ooit tijd om de schuldenlast te verlagen. Dat kan door schuld belastingtechnisch minder gunstig te behandelen. Dat maakt het minder aantrekkelijk om schulden te maken om de koers omhoog te werken.

    Schuldgroei versus nieuwe investeringen (Bron: Financial Times)

    Deleveraging en hogere buffers

    Buffers bij banken zouden omhoog moeten om ze minder kwetsbaar te maken. Opkomende landen zouden ontmoedigd moeten worden om in vreemde valuta te lenen. En passant zouden er meer inspanningen verricht moeten worden om publieke en private investeringen aan te jagen, waardoor de opleving meer handen en voeten krijgt. Overheden kunnen hierin het voortouw nemen met investeringen in infrastructuur, in kennis en in nieuw technologieën.

    Natuurlijk is de oorlog niet definitief gewonnen als de schulden omlaaggaan en de investeringen omhoog. Er zijn andere dreigingen zoals instabiele politieke verhoudingen of een aantasting van het liberale handelsklimaat door een groeiend protectionisme. Het helpt echter wel als er een echt begin gemaakt wordt met de afbouw van de veel te hoge onproductieve private schuld.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Column: Euforie over Nederlandse economie

    Eerder deze week kopten de kranten met het nieuws dat de economie in ons land weer op volle toeren draait. In het tweede kwartaal van dit jaar werd een groei van 1,5% gemeten, een groei die de afgelopen zeventien jaar nog maar twee keer eerder werd waargenomen. Ten opzichte van een jaar geleden groeide de economie met 3,3%, wat na correctie voor het aantal werkdagen zelfs 3,8% bleek te zijn.

    Volgens het CBS wordt de economische groei breed gedragen, aangezien zowel de consumptie, de investeringen als de export toenamen. Dat klinkt als goed nieuws, maar is natuurlijk niet het volledige verhaal…

    Wat is economische groei?

    Stel je voor dat mensen in uw omgeving opeens weer huizen gaan kopen of een nieuwe auto voor de deur zetten… dan krijg je de indruk dat hun persoonlijke economische situatie verbeterd is. Maar als vervolgens blijkt dat het huis gekocht is met een maximale hypotheek bij de bank en dat die auto pas over een paar jaar afgelost hoeft te worden, dan kijk je opeens heel anders naar hun economische situatie.

    Dit voorbeeld klinkt misschien heel logisch, maar als het gaat over de groei van de Nederlandse economie als geheel verliezen we dit totaalplaatje al snel uit het oog. Dan gebruiken we economische modellen waarin de factor schuld niet in de vergelijking wordt meegenomen.

    Dat is opmerkelijk, aangezien het vermogen dat wij als Nederlanders hebben voor een aanzienlijk deel bepaald wordt door de waarde van de eigen woning. Het zijn de schommelingen van de huizenprijzen die ervoor zorgen dat we in crisistijd massaal de hand op de knip houden en dat we ons in tijden van stijgende huizenprijzen te snel rijk rekenen. Met tienduizenden euro’s overwaarde op je huis geef je nou eenmaal makkelijker geld uit aan een vakantie of een nieuwe badkamer dan wanneer je huis onder water staat of de waarde gelijk is aan de hoogte van de hypotheek.

    Schuld gedreven economische groei

    Ik durf de bewering aan dat een groot deel van de groei van de Nederlandse economie, waar de media deze week euforisch over bericht hebben, te herleiden valt naar de stijgende huizenprijzen en het positieve sentiment dat daaruit voortkomt.

    Natuurlijk is het prettig dat het economisch weer beter gaat, de werkloosheid daalt en minder mensen naar de voedselbank gaan. Maar laten we deze gunstige omstandigheden ook gebruiken om lastige hervormingen door te voeren, zoals het versneld afbouwen van onze extreem hoge hypotheekschuld. En laten we deze kans ook aangrijpen om vaart te maken met het hervormen van ons pensioenstelsel, dat door de jongere generatie werknemers vaak als een ‘zwart gat’ wordt gezien waar alleen maar geld in verdwijnt.

    Het gezegde gaat dat je het dak moet repareren als de zon schijnt. Het is dan ook diep bedroevend om te zien dat de vier formerende partijen in politiek Den Haag zich in deze lastige tijden meer bezighouden met de vraag of het Wilhelmus wel of niet gezongen moet worden in de klas…

    Frank Knopers

    gs-logo-breed

    Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op GoudstandaardGoudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].




  • Inflatie? We zijn terug in pre-industriële tijden

    Centrale bankiers breken zich er het hoofd over, maar ook beleidsmakers, politici en natuurlijk beleggers. Wat is er toch met de inflatie aan de hand? Ondanks een behoorlijke economische groei in grote delen van de wereld en een zeer ruim monetair beleid is er van inflatie geen sprake. Ondank een behoorlijke aantrekkende werkgelegenheid in landen als Duitsland, de Verenigde Staten en Japan lijkt de zogeheten Phillips curve zijn werkingskracht verloren te hebben. De Phillips curve geeft de samenhang weer tussen een opleven van de inflatie en een verkrapping op de arbeidsmarkten. Zelfs in de opkomende markten, waar de economische groei op een gemiddeld hoger niveau ligt dan in Westerse landen, lijkt inflatie dood en begraven.

    Er wordt al langer gespeculeerd over het waarom van het afwezig zijn van inflatie en het schijnbaar obsoleet worden van de Phillips curve. Vingers wijzen naar de technologie en naar de globalisering die de positie van de werknemer ondergraven. Die wordt ook minder door de krimpende invloed van vakbonden door afnemende ledenaantallen. En dan is er natuurlijk de afnemende groei van de productiviteit, een verschijnsel waar ook al geen verklaring voor is.

    Oligopolistische markt

    Aan de lijst van verklaringen zijn er recent nog twee aan toegevoegd. De eerste is het verschijnsel dat veel markten steeds meer oligopolistische trekjes krijgen. In steeds meer sectoren trekt een handjevol bedrijven een steeds groter marktaandeel naar zich toe. Dat blijkt uit een gecombineerd onderzoek van MIT en the National Bureau of Economic Research in de Verenigde Staten.

    De auteurs stellen vast dat het aandeel van de factor arbeid in de toegevoegde waarde van bedrijven al sinds de jaren ‘70/’80 van de vorige eeuw in de meeste Westerse landen aan het dalen is. In een poging dit verschijnsel te verklaren onderzochten ze de zes grootste sectoren van de Amerikaanse industrie, die samen goed zijn voor 80% van de particuliere werkgelegenheid in de VS. Het blijkt dat het aandeel van de factor arbeid sinds het begin van deze eeuw gedaald is. Tegelijkertijd neemt sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw de concentratie in elke sector toe. In steeds meer sectoren en segmenten doet zich het verschijnsel voor van ‘the winner takes most’. Het zijn de Google’s, Facebook’s en Amazons van deze wereld.

    De studie stelde tevens vast dat naarmate de concentratie verder voortschreed in segmenten en industrieën, het aandeel van de factor arbeid sterker en sneller daalde. Dankzij de snelle productiviteitsgroei wordt arbeid onbelangrijker. Aan deze trend komt voorlopig geen einde, zo waarschuwen de onderzoekers.

    Flexibele arbeidsmarkt

    De tweede aanvullende verklaring voor de dood van de Phillips curve komt van de Bank van Engeland. Daar wijzen ze erop dat niet alleen de flexibele arbeid toeneemt, maar dat ook de aard van het werk verandert. Werk is flexibel, parttime en er zijn nul urencontracten. Een baan of een taak wordt steeds deelbaarder. Steeds meer werknemers worden per taak of per uur betaald.

    De Bank van Engeland stelt vast dat dit patroon teruggrijpt op de situatie zoals die gebruikelijk was in pré-industriële tijden. De vlakke Phillips curve zoals we die sinds 2008 kennen draagt zeer grote gelijkenis met die van voor de industriële revolutie. Gebruikelijk was toen een inflatie ergens tussen 0% en 1%. Vaak was er sprake van deflatie.

    Het ziet er naar uit dat de veranderingen in de structuur van bedrijven en in de aard van banen en werk blijvend en structureel is. De Phillips curve is dood of zal in ieder geval nooit in zijn oude glorie hersteld worden. Dat betekent op een aantal terreinen lower for longer: lage inflatie, lage rente en een laag rendement op obligaties. Daar staat tegenover dat de huidige ontwikkelingen niet onvermijdelijk zijn. Met de antitrustwetten in de hand kunnen overheden en maatschappij besluiten de oligopolies op te breken. Dat is aan het einde van de 19de eeuw ook gebeurd. Toen moesten de schijnbaar oppermachtige ‘roverbaronnen’ het veld ruimen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Europese Unie is verrassing van 2017

    Economen wisten het zeker. Het lopende jaar zou economisch gesproken het jaar van de Verenigde Staten worden. De sterkere groei zou te danken zijn aan uiteraard de stimuleringsplannen van de nieuwe president in nauwe samenwerking met een door de Republikeinen gedomineerd Congres. Van die hooggespannen verwachting is tot dusverre weinig terecht gekomen.

    Als het om positieve verrassingen gaat, dan heeft de Eurozone meer recht van spreken. De economische groei in dit deel van de wereld bedroeg over het afgelopen eerste kwartaal het dubbele van die in de VS. Die vaststelling werpt onmiddellijk de vraag op of we hier te maken hebben met een korte eenmalige opleving of met een structureel en houdbaar herstel. Het antwoord op deze vraag reikt verder dan een puur academische exercitie. Als het herstel structureel van aard is, dan kan bijvoorbeeld de ECB serieus gaan overwegen om de stimuleringsmaatregelen af te bouwen.

    Voorzichtigheid geboden

    Echter voorzichtigheid is geboden. Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Deze les heeft Europa meerdere keren moeten leren. Zo leek de financiële crisis al in 2011 voorbij, toen de economische groei behoorlijk verbeterde. Daarop besloot de ECB de rente te verhogen, met als resultaat dat Europa diep in een nieuwe recessie wegzakte. Deze keer lijkt het herstel er steviger uit te zien. Althans dat zijn ze van mening bij de ECB. Daar spreekt de Chief Economist van een opleving die gebaseerd is op een economie die bewezen heeft extreme schokken te kunnen weerstaan.

    Peter Praet, de chief economist, wijst erop dat de snellere groei in Europa niet van vandaag of gisteren is, maar al van veel eerder dateert. Sinds 2015 groeide de economie van de Eurozone met 5,1%, tegenover 4,6% voor de Verenigde Staten. De groei is ook breed gedragen. De ECB krijgt steun van economen uit de private sector. Die wijzen erop dat het herstel niet louter meer steunt op de export, maar ook op een aantrekkende consumptie en in sommige gevallen op hogere investeringen. Een andere factor van belang is, dat de Eurozone talloze politieke hordes met veel succes genomen heeft. Emmanuel Macron is nu president van Frankrijk en de herverkiezing van mevrouw Merkel lijkt nagenoeg zeker.

    Groeiverwachtingen verhoogd

    Onder deze omstandigheden lijkt het plausibel dat de groeiverwachting voor dit jaar is verhoogd van 1,4% naar 1,7%. Dat is een hogere verwachting dan de gemiddelde groeivoet voor de Eurozone en verklaart daarmee de daling van de werkloosheid van 12,1% in 2013 naar 9,3% in april 2017. Zullen al deze mooie uitkomsten echter inflatie op korte termijn weer een kans geven?

    Volgens economen van JP Morgan loopt het niet zo’n vaart. Ervaringen elders hebben geleerd dat de beleidsmakers in de EU nog wel even op hun handen kunnen blijven zitten. Er is hun inziens ruimte voor een beperkte loonstijging, zonder dat de inflatie echt gaat oplopen. In hun ogen hoeft de ECB pas in actie te komen als de werkloosheid naar 5% in plaats van 8% daalt. De ECB hanteert het laatste percentage als maatstaf voor volledige werkgelegenheid, terwijl de Amerikanen denken dat 5% een beter streven is.

    Ook de hardnekkig lage inflatie van 1,4% zou een aansporing moeten zijn voor de ECB om niets te ondernemen en om het opkoopprogramma in ieder geval dit jaar door te laten lopen. Mocht het herstel sterk blijven, dan is tijd genoeg om ergens in 2018 met het afbouwen van het opkoopprogramma te beginnen.

    Voorzichtigheid is met andere woorden nog steeds troef. Ondanks alle euforie worstelt Europa nog steeds met heel veel problemen, zoals een te zwakke financiële sector. En wat te denken van Italië? Het land kent al twee decennia nagenoeg geen economische groei en de overheidsfinanciën zijn een erkende puinhoop. Betere economische vooruitzichten kunnen hier voor de broodnodige ademruimte zorgen. Het beste nieuws is echter dat treurverhalen zoals Italië, Griekenland of de banken niet langer dominant zijn, maar jubelverhalen over een sterk economisch herstel. Dat is een hele verandering!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • De Eurozone roept het onheil over zichzelf af

    Pff, dat was even zweten. Een ruime meerderheid van de Italianen stemde premier Renzi weg. Dat had, zo vreesde menigeen, voor geweldige onrust op de financiële markten kunnen zorgen. Die onrust bleef uit en politici en beleidsmakers in Brussel haastten zich om het belang van de uitslag in Italië te minimaliseren. Zoals zo vaak leek zelfgenoegzaamheid Brussel weer in zijn greep te krijgen.

    eurozone-nominal-gdp

    Nominale economische groei en bbp Eurozone (Bron: Financial Times)

    Daar is echter allerminst reden voor. Natuurlijk, de cijfers verbeteren. Tussen 2013 en het derde kwartaal van 2016 steeg het reële bruto binnenlands product (bbp) van de Eurozone met 5,5%. In diezelfde periode daalde de werkloosheid van 12,1% naar 9,8%. Dat wil echter allerminst zeggen, dat alle pijn die in de crisisjaren is geleden, nu voorgoed overwonnen is en achter ons ligt. Dat is verre van het geval. In het derde kwartaal was het geaggregeerde reële bbp van de Eurozone slechts 1,8% hoger dan aan het begin van 2008. De reële vraag ligt nog steeds 1,11% lager. Die extreem zwakke ontwikkeling van de vraag wijst op een geweldig falen in het beleid over de afgelopen jaren.

    Weinig groei

    Anders gezegd, de groei van de nominale vraag bedroeg over de genoemde periode 6,9%. Bij een trendmatige groei van 1% en een inflatie van om en nabij 2% had de totale groei van de nominale vraag 27% à 28% moeten bedragen. Dat klinkt misschien veel te optimistisch, maar in de VS groeide de nominale vraag in dezelfde periode met 23%. De zwakke vraagontwikkeling is deels toe te schrijven aan de sterk uitlopende economische prestaties van de lidstaten.

    Op basis van koopkracht pariteiten groeide het bbp per hoofd in Duitsland tussen 2007 – 2016 met 11%, bleef nagenoeg ongewijzigd in Frankrijk, daalde 8% in Spanje en zelfs 11% in Italië. Beide laatstgenoemde landen zullen nog vele jaren nodig hebben om terug te geraken op het niveau van voor de crisis. Een van de doelstellingen van de eurozone was om de economie van de lidstaten naar elkaar toe te laten groeien, maar het omgekeerde is gebeurd.

    nominal-average-wages

    Loonontwikkeling ten opzichte van Duitsland (Bron: Financial Times)

    Divergentie in de Eurozone

    Er zijn gelukkig voldoende aanwijzingen dat het concurrerend vermogen in de Eurozone aan het verschuiven is. Dat is het gevolg van een verschuiving van de relatieve lonen. Voor de crisis stegen de lonen in veel zuidelijke landen verhoudingsgewijs veel sneller dan in Duitsland. Aan die noodlottige trend is een einde gekomen. Het verdwijnen van de tekorten in veel zuidelijke landen is echter weer niet het positief gevolg van een toegenomen concurrentie, maar veeleer van het inklappen van de vraag. De geaggregeerde binnenlandse vraag lag in het derde kwartaal van 2016 tien procent lager dan aan het begin van 2008. In Spanje was de daling 11%, terwijl de reële vraag in Duitsland in dezelfde periode met 8% gestegen is.

    Tegelijkertijd is het overschot op de lopende rekening gestegen naar 9% van het bbp. Met andere woorden: Duitsland, maar zeker ook Nederland, weigert zijn verantwoordelijkheid te nemen in het aanpassingsproces van de lidstaten van de Eurozone.

    De combinatie van een zeer zwakke vraagontwikkeling en een steeds verder uiteenlopen van de economische lidstaten van de eurozone lijkt een recept voor ongelukken in de nabije toekomst. Natuurlijk, het hoeft niet, maar de combinatie van economische en financiële gebeurtenissen en toenemende politieke stress binnen de Eurozone levert een wel zeer giftig brouwsel op met onbekende, maar negatieve, effecten.

    domestic-spending-eurozone

    Binnenlandse bestedingen Eurozone (Bron: Financial Times)

    ‘Minder bezuinigen’

    De oplossing is alweer een tijdje bekend. De Eurozone moet afscheid nemen van zijn noodlottig bezuinigingsbeleid. De OESO pleit alweer een paar jaren voor fiscale expansie in combinatie met structurele hervormingen. De Europese obsessie met het terugbrengen van tekorten heeft als gevolg dat de publieke investeringen in de grote Europese economieën niet meer groeien. Dat is waanzin in een tijd dat ook investeringen in de private sector te weinig groeien en de binnenlandse vraag eerder de neiging heeft te dalen dan te stijgen. Het ziet er helaas niet naar uit, dat de onzalige obsessie op korte termijn gaat verdwijnen. Landen als Duitsland en Nederland beschouwen zaken als lenen en schulden maken als iets zeer zondigs.

    Door deze ongenuanceerde opstelling is de eurozone synoniem geworden voor economische stagnatie. Daar zullen steeds grotere groepen financieel en economisch zwaar onder gaan lijden. Brussel en de verschillende Europese hoofdsteden kunnen zich maar beter voorbereiden op veel nare verrassingen. Het zijn straks niet alleen blanke mannen van middelbare leeftijd die boos zijn!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Martin Wolf, More perils lie in wait for the Eurozone. Financial Times, December 6th 2016

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Economische groei van invloed op lijfrenterekeningen

    De Nederlandse economie groeit, dat is goed te zien aan de aantrekkende huizenmarkt. Maar ook de toegenomen consumptie, investeringen en export leveren een belangrijke bijdrage aan deze groei. Goed nieuws natuurlijk, maar toch is er nog een punt van aandacht. Doordat de rente nu zo laag staat, heeft dit gevolgen voor pensioenen en spaarregelingen zoals lijfrenterekeningen.


    Economische groei Nederland per kwartaal

    Fiscaal aftrekbaar sparen biedt voordelen

    Een lijfrente is een pensioenproduct waarmee geld vastgezet wordt voor een aanvullend pensioen. Tijdens de opbouwfase, de periode waarin het geld wordt ingelegd, geldt er een belastingvoordeel. Over de bedragen die op een lijfrenterekening worden gestort hoeft namelijk geen inkomstenbelasting te worden betaald. Deze wordt pas berekend op het moment dat de bedragen als aanvullend pensioen weer worden uitgekeerd. Een ander voordeel van een lijfrenterekening is dat de Belastingdienst het geld op deze rekening niet tot het eigen vermogen rekent. Hierdoor hoeft er over het vermogen in box 3 geen vermogensrendementsheffing betaald te worden.

    Lijfrente uitkeren of uitstellen?

    Wanneer de lijfrente vrijkomt, meestal rond de pensioengerechtigde leeftijd, kan er over het algemeen gekozen worden of het bedrag meteen wordt omgezet in een uitkering (lijfrente uitkeren) of dat het geld nog langer vastgehouden wordt (lijfrente uitstellen). Het uitstellen van de lijfrente kan bijvoorbeeld slim zijn wanneer je na je AOW-leeftijd nog door wilt werken en het geld niet direct nodig hebt. Je geld wordt dan nog wat langer vastgezet en kan meer rendement opleveren. Wanneer je vervolgens met pensioen gaat, komt een bedrag vrij en kun je de lijfrente uit laten keren. Welk bedrag je per maand krijgt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het ingelegde bedrag, de looptijd van lijfrente uitkering, de uitkeerperiode en de actuele stand van de rente.

    groei-economieDe hoogte van de uitkeringen is dus mede afhankelijk van de stand van de economie. Hoe hoger de rente is, hoe hoger het uitgekeerde bedrag wordt. Nu de Nederlandse economie weer aantrekt kan het dan ook verstandig zijn om de vrijgekomen lijfrente pas uit te laten keren wanneer de rente gestegen is. Houd echter wel rekening met het feit dat je verplicht bent om uiterlijk binnen vijf jaar, na het kalenderjaar waarin voor het eerst een AOW-uitkering ontvangen is, een uitkering aan te kopen.

  • China heeft steeds meer schulden nodig

    Miljardeninvesteringen in infrastructuur leveren in China een steeds kleinere bijdrage aan de economische groei, zo concludeert de Wall Street Journal. In 2010 had het land ongeveer 3 yuan aan investeringen nodig om het bruto binnenlands product met 1 yuan te laten stijgen, vijf jaren later is dat al verdubbeld tot 6 yuan. Het land gaat gebukt onder een snelle toename van schulden bij lokale overheden, die miljarden investeerden in grootschalige projecten.

    Deze cijfers zetten een kritische kanttekening bij de indrukwekkende groei van de Chinese economie. Net als in veel Westerse landen wordt ook in China de economische groei in toenemende mate met schulden gefinancierd. Ook zet het vraagtekens bij de wenselijkheid van nog meer overheidsuitgaven, zoals het IMF heeft aanbevolen aan alle landen van de G20…

    debt-wgrowth-china

    Steeds meer investeringen nodig voor economische groei (Bron: Wall Street Journal)

  • Alle beleggingen stijgen na slecht banencijfer VS

    Alles wat je dacht te weten over de economie en over beleggen kan overboord, want door het monetaire beleid van centrale banken is niets meer normaal. Er klots zoveel goedkoop geld rond in het systeem dat het beleggers niet meer uit maakt waar in te beleggen, zeker niet nu ze weten dat centrale banken onder het mom van prijsstabiliteit en inflatie bereid zijn alles te kopen wat los en vast zit. De ECB is zelfs begonnen met het opkopen van bedrijfsobligaties.

    Deze week zagen we waar dit roekeloze monetaire beleid toe kan leiden. Een teleurstellend banencijfer uit de VS zorgde niet voor een verkoopgolf op de financiële markten, maar juist voor veel hogere koersen! Alles ging omhoog: Goud, staatsobligaties, aandelen (ook die van opkomende markten), grondstoffen en de meer risicovolle ‘high yield’ obligaties. Beleggers lijken geen onderscheid meer te maken in waar ze in beleggen, om de simpele reden dat geld goedkoop is en dat centrale banken zullen doorgaan met het opkopen van financiële activa als aandelen en obligaties.

    Een belegger zou zich normaal gesproken meer zorgen maken over aandelen en hoog renderende bedrijfsobligaties bij een slecht banencijfer, maar vandaag de dag is alles anders. Alle koersen worden opgedreven door centrale banken die de markten overspoelen met liquiditeit. Vandaar dat beleggers zich vandaag de dag niet meer laten afschrikken door tegenvallende macro-economische cijfers, een zorgelijke ontwikkeling!

    beleggers-kopen-alles

    Beleggers kopen alles na slecht banencijfer VS (Bron: Bloomberg)