Tag: monetaire verruiming

  • LIVE: Persconferentie ECB om 14:30

    Vanmiddag om 14:30 geeft de ECB vanuit Frankfurt een belangrijke persconferentie. Belangrijk, omdat de financiële markten zinspelen op een nieuw monetair stimuleringsprogramma. Gisteren hoorde Bloomberg uit verschillende bronnen dat het stimuleringsprogramma zal bestaan uit het aankopen van €50 miljard aan staatsobligaties per maand. Of dat werkelijk gaat gebeuren, dat weten we pas na half drie als Draghi gesproken heeft. Om 13:45 publiceert de ECB alvast het rentebesluit, maar het zal nog tot half drie duren voordat we echt meer duidelijkheid hebben over de monetaire koers van de ECB. U kunt de persconferentie, met aansluitend de vragen van de internationale pers, volgen op Marketupdate.

  • Euro begint 2015 op laagste niveau in 29 maanden

    De euro begint het jaar met de laagste wisselkoers tegenover de dollar in 29 maanden tijd, zo schrijft Reuters. De munt zakte naar een wisselkoers van $1,2050, nadat Draghi kenbaar had gemaakt dat nieuwe monetaire stimuleringsmaatregelen mogelijk zijn. De ECB hint al langer op nieuwe stimuleringsmaatregelen, omdat de inflatie in de Eurozone ver beneden de doelstelling van 2% per jaar ligt.

    “We bereiden ons technisch voor op een aanpassing van de snelheid, de omvang en de samenstelling van onze maatregelen voor begin 2015, mocht dat nodig zijn”, zo verklaarde de ECB-president. Binnen de centrale bank is er unaniem steun voor dit beleid, zo benadrukte hij.

    Op 22 januari houdt de ECB een bijeenkomst, waarin het opkopen van staatsobligaties waarschijnlijk opnieuw besproken zal worden. Met deze stap treedt de ECB in de voetsporen van de Federal Reserve, de Bank of England en de Bank of Japan, die deze vorm van monetaire stimulering eerder al toepasten om de rust op de financiële markten terug te brengen.

    wisselkoers-euro

    De euro zakt naar laagste niveau in 29 maanden

    'Prijsstabiliteit in gevaar'

    Volgens Draghi is de kans dat de ECB haar mandaat van prijsstabiliteit niet kan verdedigen op dit moment groter dan zes maanden geleden. De inflatie blijft hardnekkig dalen en de verwachting is dat de lage olieprijs het algemene prijspeil de komende maanden verder onder druk zal zetten. De ECB-president benadrukte in een interview met het Duitse Handelsblatt dat Europese regeringen de noodzakelijke hervormingen moeten doorvoeren, de lastendruk voor burgers en bedrijven moeten verlagen en de administratieve rompslomp moeten terugdringen, zodat het herstel van de Eurozone wordt bespoedigd. Een herstel dat volgens Draghi nog steeds 'fragiel en ongelijkmatig' van karakter is. De ECB is naarstig op zoek naar een manier om de inflatie aan te jagen, zonder dat ze buiten de lijnen van haar mandaat treedt. Officieel is directe financiering van overheden in de Eurozone streng verboden, maar het met opkopen van staatsobligaties draagt de centrale bank wel indirect bij aan een verlichting van de schuldenlast. Al is het alleen maar om het drukkend effect op de rente. De lage inflatie is volgens Draghi een probleem, omdat consumenten bestedingen uitstellen en bedrijven als gevolg daarvan minder investeren. Het aanwakkeren van de inflatie kan daarom meer economische groei teweeg brengen.Centrale banken in de Westerse wereld zoeken naar nieuwe maatregelen om de economie op gang te brengen, maar zien hun invloed steeds verder afnemen. De rente, traditioneel het meest krachtige instrument dat centrale bankiers hebben om de besparingen en investeringen in de economie (en daarmee de economische groei) te reguleren werkt niet meer. De rente is al teruggebracht tot nul, maar dat haalt consumenten en bedrijven nauwelijks over de streep om meer te lenen. Ook de lange rente kruipt richting de nul procent, omdat besparingen schuilen in de vermeende veiligheid van staatsobligaties. Door de overweldigende vraag naar het liquide schuldpapier zakt de rente op 10-jaars leningen van zowel de sterke als de zwakke eurolanden naar een dieptepunt. Het is nog maar de vraag wat het opkopen van staatsobligaties oplevert. De rente is al extreem laag en dat levert nauwelijks economische groei op. Misschien dat een meer directe vorm van stimulering de ECB kan helpen haar doel te bereiken.

    draghi-ecb

    Hoe kan Draghi de Eurozone uit het deflatiemoeras sleuren?

  • Mario Draghi staat met de rug tegen de muur

    Het ziet er steeds meer naar uit dat de Verenigde Staten erin slagen om zich eindelijk ontworstelen aan de financiële crisis die begon met de val van Lehmann Brothers in september 2008. Na een dramatische start van 2014 lieten het tweede en derde kwartaal groeicijfers zien die elke verwachting te boven ging. Het tweede kwartaal liet een groeicijfer zien van 4,6% en het derde was met 3,9% opnieuw verrassend sterk.

    De sterke groei is te danken aan een herstel van het consumentenvertrouwen, wat weer een gevolg is van een forse verbetering van de werkgelegenheid in de loop van 2014. Sinds 1999 is de werkgelegenheid niet zo snel verbeterd. De sterker dan verwachte groei was voor een groot deel te danken aan een versnelling in de consumentenbestedingen, die met 2,2% groeide. Die bestedingen worden een handje geholpen door de dalende benzineprijzen.

    Sterkere dollar

    De kracht van de Amerikaanse economie is terug te zien aan de geleidelijke versterking van de dollar ten opzichte van concurrerende valuta’s, zoals de Japanse yen en de euro. Dat is op zich niet zo vreemd. Waar de Verenigde Staten zijn gestopt met hun proces van monetaire stimulering, zetten beide andere landen dit beleid met volle kracht voort. De ECB gaat bijvoorbeeld haar balans met €2 biljoen opblazen. Dat is niet voor niets. In zijn meest recente rapport constateert de OECD dat de eurozone niet alleen een bedreiging vormt voor de rest van de wereld, maar dat de zone ook heel gemakkelijk slachtoffer wordt van turbulentie elders in de wereld.

    euro-dollar-wisselkoers

    Euro is sinds mei al met ruim 10% gezakt ten opzichte van de dollar

    Druk op ECB tot monetaire verruiming neemt toe

    globale-crisisDe cijfers liegen er niet om. In 2015 zal de eurozone op zijn best met 1,11% groeien, tegen 3,1% voor de VS. De inflatie zal blijven steken bij 0,6%. Het IMF waarschuwt dan ook nadrukkelijk voor een cyclus van dalende prijzen en dalende inflatieverwachtingen, waardoor deze periode van desinflatie kan omslaan in deflatie. Het IMF waarschuwt dan ook voor Japanse toestanden. Dat land gaat al 20 jaar gebukt onder economische stagnatie. Evenals het Internationaal Monetair fond zou de OECD graag zien dat Europa een beleid van fiscale en monetaire stimulering zou ontwikkelen. Aan die wens komt de Europese Commissie deels tegemoet met de presentatie van een investeringsplan ter waarde van € 300 miljard. Monetair gezien lijkt er echter nog weinig mogelijk, hoe graag de ECB ook een programma van kwantitatieve verruiming zou voeren. Duitsland is daarop tegen en daarmee is de kous af. Het enige wat de Eurozone rest is om een begin te maken met het grootschalig opkopen van zogeheten covered bonds (pandbrieven) en asset backed securities op te kopen. Daarnaast doet Mario Draghi er alles aan om de waarde van de euro omlaag te praten om zo de export sector in Europa de helpende hand toe te steken. Die combinatie lijkt voor het ogenblik goed te werken, zeker nu de Amerikaanse economie een steeds aantrekkelijker alternatief voor Europa wordt. De bankiers van Goldman Sachs gaan er dan ook van uit, dat de economische wegen van de VS en van Europa steeds meer uiteen gaan lopen. Een achterblijvende economische groei en een halsstarrig lage inflatie zullen Europa echter dwingen iets van een monetair stimuleringsbeleid te gaan voeren. Daar staat tegenover een geleidelijk oplopen van de rente in de VS. Dat moet volgens de bankiers uitmonden in een gestage waardedaling van de euro ten opzichte van dollar. Goldman Sachs voorziet dan ook voor het einde van 2015 een wisselkoers van $1,15 tegenover de euro. Dat betekent dat de euro de komende periode nog ruim 7% omlaag kan. Dat biedt perspectieven voor de belegger. Cor Wijtvliet

    draghi

    Draghi (ECB) staat onder steeds grotere druk om monetaire verruiming toe te passen

    Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Japan verrast met nog groter stimuleringsprogramma

    Twee dagen nadat de Federal Reserve bekendmaakte te stoppen met monetaire verruiming verrast de Bank of Japan de financiële markten met een uitbreiding van haar stimuleringsprogramma. De centrale bank gaat op jaarbasis ¥60 tot ¥70 biljoen extra schuldpapier uit de markt halen, bovenop het bestaande stimuleringsprogramma. Dat is omgerekend een bedrag van €430 tot €500 miljard op jaarbasis aan extra QE.

    De uitbreiding van het stimuleringsprogramma werd met een nipte meerderheid van 5 voor en 4 tegen aangenomen door de het bestuur van de Bank of Japan. Ook veel beleggers werden verrast door de maatregelen, die de inflatie moet aanzwengelen tot 2%. De inflatie daalde onlangs nog naar het laagste niveau in zes maanden, als gevolg van de dalende olieprijs.

    QE in hogere versnelling

    De Bank of Japan gaat verder dan alle andere centrale banken, want naast langlopend schuldpapier koopt ze ook exchange traded funds (ETF's) en deelnemingen in vastgoedbeleggingen. De inmenging van de centrale bank op de financiële markten zal een prijsopdrijvend effect hebben, terwijl tegelijkertijd de rente verder omlaag gedrukt wordt. Het doel van al die monetaire verruiming is het aanjagen van de inflatie, die al tijden beneden het door de Bank of Japan gewenste niveau ligt. Door schuldpapier over te plaatsen van bankbalansen naar de centrale bank hoopt men de kredietverlening aan burgers en bedrijven weer op gang te brengen. Het valt te bezien of dat nog veel effect zal sorteren, aangezien de rente in Japan al heel lang extreem laag is.

    Zwakke yen

    Junko Nishioka, econoom van RBS Securities in Japan, verklaarde tegenover de Telegraph dat de extra monetaire stimulering op indirecte wijze kan bijdragen aan een hogere inflatie, bijvoorbeeld door een wisselkoerseffect. De waarde van de yen zal dalen, waardoor de prijzen van importgoederen stijgen. Dat wakkert de inflatie aan. De yen zakte door de aankondiging van de Bank of Japan naar het laagste niveau in zeven jaar tijd. De wisselkoers staat op het moment van schrijven op 111,56 yen tegenover de dollar, een daling van 2% ten opzichte van een dag eerder. Op de Nikkei werd de uitbreiding van het Japanse QE programma met gejuich ontvangen, want de beurs steeg met 4,83% naar 16.413 punten. Ook dat is het hoogste niveau in zeven jaar tijd.

    nikkei-record-qe

    Nikkei naar hoogste niveau sinds oktober 2007

  • Analyse: Hoe werkt QE?

    Quantitative Easing (QE) wordt vaak in verband gebracht met ‘geld drukken’ en ‘inflatiegevaar’. Ook zouden de banken flink meeprofiteren van de monetaire verruiming. Maar kloppen deze diep gewortelde overtuigingen wel? In 2009 begonnen zowel de Federal Reserve en de Bank of England met monetaire stimulering, door middel van het structureel opkopen van staatsobligaties. Toch is de inflatie niet uit de hand gelopen en is ook de omloopsnelheid van het geld niet explosief toegenomen. Hoe valt dat te verklaren? Marketupdate duikt in de materie en maakt het monetaire stimuleringsprogramma van de Bank of England inzichtelijk.

    QE: Als het verlagen van de rente niet meer werkt

    De centrale bank kan de geldhoeveelheid in de economie indirect sturen aan de hand van de rente. Door de rente te verhogen wordt het voor bedrijven en consumenten minder aantrekkelijk krediet af te sluiten bij de bank, waardoor de geldcreatie afremt. Verlaagt de centrale bank de rente, dan gaan bedrijven en consumenten meer krediet afsluiten en neemt de geldcreatie juist toe. Onder normale omstandigheden is de bepaling van de rente een vrij krachtig instrument van een centrale bank, maar in een ernstige crisis werkt dat instrument niet goed meer.

    U kunt zich voorstellen dat bedrijven niet happig zijn om geld te lenen bij de bank, indien de vooruitzichten verslechteren en consumenten de hand op de knip houden. Een bedrijf dat geen enkele noodzaak ziet om te investeren zal geen lening afsluiten, ook niet bij een zeer lage rente. Voor de consument is dat niet anders. Die heeft misschien al schulden of is door de crisis minder zeker van zijn of haar inkomen. De natuurlijke reactie is dan om schuldposities af te bouwen (zie het versneld aflossen op hypotheekschuld) en meer te sparen. De behoefte om nieuwe kredieten af te sluiten kan opeens wegvallen, zelfs als lenen heel goedkoop wordt gemaakt door een lage rente van de centrale bank.

     U begrijpt dat het voor het individu heel verstandig is om schulden af te bouwen en te bezuinigen, maar als iedereen dat tegelijk doet levert dat grote problemen op. Het beste voorbeeld daarvan is de Grote Depressie van de jaren dertig, waarbij consumenten en bedrijven ook massaal hun schulden begonnen af te lossen en de geldhoeveelheid in een paar jaar tijd met 1/3 kromp. De centrale bank greep toen niet in, met als resultaat dat veel bedrijven over de kop gingen en veel sociale structuren verwoest werden. De werkloosheid was hoog en wat volgde was een periode van heel veel ellende.

    Geldcreatie

    Met de ervaring uit het verleden proberen centrale banken een allesverwoestende deflatie zoals die van de jaren '30 van de vorige eeuw te voorkomen. Daarvoor is Quantitative Easing in het leven geroepen. De centrale bank koopt activa - zoals staatsobligaties - en verstrekt in ruil daarvoor centrale bank reserves. Aan de hand van een schematisch overzicht van de Bank of England laten we zien hoe dat in zijn werk gaat. In dit voorbeeldscenario koopt de Bank of England £1 miljard aan staatsobligaties van een pensioenfonds. Hoe gaat dat in zijn werk?

    Activaruil

    De centrale bank zou in theorie £1 miljard aan bankbiljetten kunnen drukken en die kunnen overhandigen aan een pensioenfonds in ruil voor de staatsobligaties. Maar omdat zoveel cash geld niet praktisch is wordt de bank waar het pensioenfonds haar bankzaken regelt als tussenpersoon gebruikt voor de transactie. Anders dan een niet-financiële instelling (zoals een pensioenfonds) heeft een commerciële bank wel een rekening bij de centrale bank, wat de transactie vereenvoudigd. De commerciële bank waar het pensioenfonds bij aangesloten is schrijft £1 miljard bij op de bankrekening van het pensioenfonds, in ruil voor £1 miljard aan staatsobligaties. Netto krijgt het pensioenfonds er dus geen geld bij, omdat het bedrag aan staatsobligaties dat onttrokken wordt gelijk is aan het bedrag dat de bank crediteert aan het pensioenfonds. Er vindt alleen een verandering plaats in de samenstelling van de portefeuille van het pensioenfonds. Die £1 miljard aan staatsobligaties die in handen zijn gekomen van de commerciële bank worden meteen doorgesluisd naar de centrale bank. In ruil daarvoor verstrekt de centrale bank voor £1 miljard aan reserves aan de commerciële bank. Wat groeit is het balanstotaal van de centrale bank, die zojuist £1 miljard aan staatsobligaties verkregen heeft. Tegenover die bezitting staat een verplichting van £1 miljard aan de commerciële bank in de vorm van reserves. Die reserves kan een bank vervolgens aanspreken om contant geld op te vragen bij de centrale bank, bijvoorbeeld als klanten meer contant geld opnemen.

    Wat is de impact van QE?

    Wat is de impact van QE?

    Wat betekent QE voor het pensioenfonds?

    Het bovenstaande schema laat zien dat er bij het pensioenfonds niets veranderd aan de totale omvang van de balans. Slechts de samenstelling van de portefeuille verandert, omdat er geld is ingebracht in ruil voor de staatsobligaties. Het pensioenfonds kan de nieuwe tegoeden gebruiken om andere beleggingen te doen, bijvoorbeeld in bedrijfsobligaties of in staatsobligaties van andere landen. De staatsobligaties die eerder in handen waren van het pensioenfonds hebben een plekje gekregen op de activazijde van de centrale bank balans en zijn in feite aan de kapitaalmarkt onttrokken.

    Wat betekent QE voor de commerciële bank?

    De balans van de commerciële bank groeit als gevolg van QE, want het is de commerciële bank die het bedrag van £1 miljard heeft bijgeschreven op de rekening van het pensioenfonds. De bank heeft een nieuwe IOU aan het pensioenfonds verstrekt (deposits) en ontvangt tegelijkertijd een IOU van de centrale bank (reserves). Daar hoeft een commerciële bank niet per definitie beter van te worden. Zo lang het pensioenfonds op het nieuw verkregen banktegoed van £1 miljard blijft zitten moet de bank daar aan het einde van het jaar rente over betalen. Tegenover deze rentelasten staan ook rente-inkomsten, die de bank ontvangt van de centrale bank voor de nieuwe tegoeden die geparkeerd staan bij de centrale bank. Het is dus niet zo dat een commerciële bank 'gratis geld' krijgt van de centrale bank. De centrale bank kan de hoogte van deze depositorente van tijd tot tijd afstemmen op de actuele situatie.

    Zorgen die extra reserves niet voor inflatie?

    Vaak wordt beweerd dat al die extra reserves in het banksysteem een stuwmeer vormen voor toekomstige inflatie, omdat die reserves ook weer uitgeleend zullen worden. Dat is onjuist, want banken lenen geen reserves uit. Ook is het niet het spaargeld van uw buurman dat u leent bij de bank. Als een bank een nieuwe lening verstrekt voegt ze simpelweg het bedrag toe op de rekening van de klant (passiva zijde) en zet ze daar een vordering van hetzelfde bedrag tegenover (op de activa zijde). Banken hoeven noch reserves, noch het spaargeld van uw buurman aan te spreken om een nieuwe lening te kunnen verstrekken. De nieuwe reserves die binnen het banksysteem gecreëerd worden als gevolg van QE spelen dus geen centrale rol. Reserves zijn slechts een verplichting van de centrale bank naar de commerciële bank toe. Met deze reserves kunnen commerciële banken onderling betalingen doen, maar ze kunnen deze niet uitlenen in de reële economie. Uiteraard kunnen de reserves van banken dalen als iedereen besluit massaal contant geld op te nemen, maar het gevolg daarvan is dat de spaartegoeden in het banksysteem met dezelfde hoeveelheid afnemen. Ook dan vindt er netto geen verandering plaats van de hoeveelheid geld in omloop. Als gevolg van QE kan de hoeveelheid geld in omloop zelfs dalen. Indien een bedrijf op de obligatiemarkt goedkoper kan lenen dan bij de bank, dan kan een bedrijf besluiten nieuwe obligaties uit te schrijven en met het opgehaalde geld leningen bij een bank af te lossen. Als toevallig het pensioenfonds in het hierboven gegeven voorbeeld die bedrijfsobligaties koopt, dan verdwijnt er dus geld uit de economie.

    Conclusie

    Quantitative easing is een effectief instrument van de centrale bank om de lange rente omlaag te drukken. Door staatsobligaties of hypotheekleningen uit de markt te halen verschuift de balans tussen vraag en aanbod, met als resultaat dat de rente op het schuldpapier dat de centrale bank op haar balans plaatst daalt. Indirect geeft QE ook een neerwaartse druk op de rente van andere obligaties, omdat de vrij gekomen middelen door beleggingsfondsen gebruikt kunnen worden om andere obligaties te kopen. Het mag duidelijk zijn dat QE op de korte termijn een gunstig effect heeft op de economie, maar daarmee is niet het hele verhaal verteld. Het aankopen van staatsobligaties verstoort namelijk het rentesignaal, dat normaal gesproken een weerspiegeling geeft van risico. Als een centrale bank de obligatiemarkt ondersteunt met QE wordt het voor de financiële markten veel moeilijker om risico's te vergelijken op basis van de rente. Een ander mogelijk nadeel is dat de markt gewend raakt aan het stimulerende beleid van de centrale bank, waardoor het met het verstrijken van de tijd steeds moeilijk zal worden het stimuleringsprogramma af te bouwen. Het gevaar loert dat de kapitaalmarkt verslaafd raakt aan de monetaire stimulering en de kunstmatige lage rente die daar het gevolg van is. Wat als de stimulering stopt en de lange rente weer begint te stijgen? Kan de economie dat wel dragen? Bron: Money Creation in the modern Economy

  • Federal Reserve koopt 70% van Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve heeft de afgelopen zes maanden gemiddeld 70% van de netto uitgifte van Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar gekocht. Dat blijkt uit onderstaande grafiek die afkomstig is uit een rapport van RBS en die we aantroffen op Zero Hedge. Sinds het begin van de monetaire stimuleringsprogramma’s is dat percentage nog niet eerder zo hoog geweest. De netto uitgifte van staatsobligaties corrigeert voor het doorrollen van de bestaande staatsobligaties en heeft dus betrekking op de financiering van het huidige begrotingstekort.

    Het stijgende percentage in onderstaande grafiek is niet het gevolg van een uitbreiding van het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve, maar van een kleiner begrotingstekort. In 2013 kwam het tekort uit op $680,3 miljard (4,1% van het bbp), veel lager dan het tekort van meer dan $1 biljoen per jaar in de vier voorgaande jaren. Het is een goed teken dat de Amerikaanse overheid haar tekorten eindelijk weet terug te dringen, maar blijkbaar is dat geen reden voor de Federal Reserve om haar stimuleringsprogramma af te bouwen. Met $85 miljard per maand aan QE haalt de Federal Reserve op jaarbasis ongeveer $1 biljoen aan schuldpapier uit de markt, waarvan ongeveer de helft bestaat uit langlopende staatsobligaties. De andere helft bestaat uit hypotheekleningen, waarmee de balans van banken wordt ‘opgepoetst’.

    Federal Reserve neemt de obligatiemarkt over

    De Federal Reserve heeft al meer dan $2 biljoen aan staatsobligaties op haar balans staan en is daarmee de grootste bezitter van Amerikaanse schuldpapier. Iedere maand groeit hun aandeel in de totale obligatiemarkt met tientallen miljarden dollars. Dat terwijl het buitenland al een aantal maanden op rij staatsobligaties van de hand heeft gedaan. De voortzetting van het QE programma van de Federal Reserve werpt een donkere schaduw over het zogenaamde herstel van de Amerikaanse economie. Er is geen weg meer terug voor de Amerikaanse centrale bank, nu ze een steunpilaar is geworden onder de obligatiemarkt.

    Federal Reserve financiert 70% van het Amerikaanse begrotingstekort

    Federal Reserve financiert 70% van het Amerikaanse begrotingstekort

  • Federal Reserve hielp vooral buitenlandse banken met QE2

    Ondanks het feit dat de Federal Reserve de afgelopen jaren tal van banken heeft verlost van langlopend schuldpapier blijven de banken terughoudend met het verstrekken van nieuwe kredieten. Die tientallen miljarden die de Amerikaanse centrale bank iedere maand uit de markt haalt blijken zich vooral op te stapelen als “Excess Reserves”. Dat geeft ons ook inzicht in de mate waarin de Federal Reserve schulden heeft gekocht van Amerikaanse banken en buitenlandse banken. Zero Hedge heeft de cijfers verzameld.

    Overtollige reserves van banken bij de Federal Reserve

    Overtollige reserves van banken bij de Federal Reserve

    Federal Reserve hielp vooral buitenlandse banken met QE2

    De tweede ronde van het stimuleringsprogramma (QE2) was voornamelijk gericht op de buitenlandse banken. Zero Hedge vergeleek de ontwikkeling van de reserves van Amerikaanse en buitenlandse banken bij de Federal Reserve tussen november 2010 en juni 2011, de periode waarin het QE2 programma operationeel was. Dezelfde berekening werd gemaakt voor het QE3 programma, dat actief was van januari tot en met oktober 2013. Deze vergelijking tussen de twee stimuleringsprogramma’s leverde de volgende grafiek op.

    We zien dat de Federal Reserve onder het QE2 programma bijna 90% van het schuldpapier kocht van buitenlandse banken, terwijl de verdeling tussen Amerikaanse en buitenlandse banken onder QE3 veel gelijkmatiger was. Was het toeval dat buitenlandse banken voorrang kregen tijdens het QE2 programma? Of hadden Europese banken in die tijd meer steun nodig dan de Amerikaanse banken?

    Van welke banken kocht de Federal Reserve schuldpapieren?

    Van welke banken kocht de Federal Reserve schuldpapieren? (Bron: Zero Hedge)

  • Column: “To QE or not to QE” is níet de vraag

    Op 16 december 2008 begon een uitzonderlijk hoofdstuk in de moderne monetaire historie van de Verenigde Staten: de Federal Reserve verlaagde de officiële rente naar 0 procent. De val van zakenbank Lehman Brothers sleurde het Amerikaanse financiële stelsel richting de afgrond. En omdat die sector zeer groot was, betekende dat ook dat de hele economie onderuit ging. Gevolg: In het jaar 2009 kromp de Amerikaanse economie met 3,1 procent.

    Onconventionele stimulering: QE

    Nul procent rente was niet voldoende de economie vlot te trekken. Vandaar dat de Federal Reserve  in 2009 begon met het op grote schaal opkopen van de Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekleningen, de zogeheten kwantitatieve verruiming. Controversieel en onconventioneel, maar alles leek geoorloofd om de economische groei aan te jagen.

    Fast forward naar 2013 en we zien onder meer dat de Amerikaanse economie met ruim 2 procent op jaarbasis groeit. Niet bijzonder hoog, maar vergeleken met de krimp van 2009 is het een wereld van verschil. De huizenprijzen stijgen weer behoorlijk en kredietverlening groeit. Kortom, het is tijd om de krukken – zijnde kwantitatieve verruiming – weg te halen. Zo dacht Bernanke er ook over. Vandaar dat de Amerikaanse centrale bank enkele maanden geleden aankondigde om vanaf eind dit jaar het opkopen van staatsobligaties en hypotheekleningen te verminderen. Tegen de zomer van 2014 zou de Federal Reserve in een positie verkeren om er helemaal mee te stoppen.

    Hoewel slechts werd aangekondigd dat de krukken weggehaald zou worden, kreeg de patiënt het al zwaar te verduren. De lange rentes liepen behoorlijk op en de rente op Amerikaanse 10-jaars Treasuries bereikten een niveau van 3%. Het was zelfs zo erg dat de centrale bank het niet aandurfde om daden bij haar eigen woorden te voegen.

    Geen tapering

    Terwijl bijna iedereen er zeker van was dat de bank in september zou starten met het afbouwen van QE besloot Bernanke dat plan in de ijskast te zetten. De verwachting is nu dat de Fed pas in de loop van volgend jaar begint met het afbouwen van QE..

    Het is echter maar zeer de vraag of dat zal gebeuren. De Fed heeft zich met zijn QE-beleid en communicatiebeleid in een zeer lastige positie gemanoeuvreerd. Met de aankondiging alleen al om met QE te stoppen riskeert de bank het economisch herstel – daar waar het allemaal om te doen was – de nek om te draaien. Maar doorgaan met QE terwijl de economie blijft groeien riskeert oplopende inflatie (-verwachtingen). En dat betekent, in een normale markt, opwaartse druk op de lange rentes. Iets wat op zijn beurt ook het economisch herstel kan verstoren.

    Woorden, geen daden

    Ik vrees dat al het gepraat over het afbouwen van QE precies dat zal zijn, gepraat. In de praktijk kan de Fed niet uit het QE-moeras komen zonder veel economische schade. Het enige wat mogelijk is, is doorgaan met QE net zolang totdat de inflatie (-verwachtingen) roet in het eten gaat gooien. Dat kan enige tijd duren en ik denk dat de Fed daarvoor zal kiezen.
    De vraag binnen de Fed is dan ook niet ‘to QE or not to QE’, de vraag is hoe het QE-beleid voort te zetten zonder dat de lange rentes oplopen. Ik ken maar één manier: nóg meer de rentemarkt manipuleren ofwel QE opvoeren in plaats van afbouwen. Totdat de wal het Fed-schip keert.

    Het kan even duren voordat het zo ver is, maar vroeg of laat zal dat gebeuren. Fijn zal het niet zijn….

    Ben Bernanke

    “To QE or not to QE” is niet meer de vraag

    Over Edin Mujagic

    Edin Mujagic is monetair econoom, journalist en auteur van de boeken Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt (2009), Het Inflatiespook (2010) en Geldmoord (2012). In zijn boeken wijst hij de lezer op de gevaren en gevolgen van inflatie. Mujagic was van 2005 tot 2010 tevens redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM Business.

    Volg Edin Mujagic:

    Twitter: @edinmujagic

    Linkedin: Edin Mujagic

  • Grafiek: Chinezen en Japanners versus de geldpers

    De volgende grafiek van Axel Merk (@AxelMerk) laat zien dat de Amerikaanse centrale bank langzaam maar zeker de markt voor 10-jaar staatsobligaties begint te domineren. Sinds het begin van 2011 heeft de Federal Reserve met haar (virtuele) geldpers ongeveer $900 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties gekocht, terwijl de twee grootste buitenlandse crediteuren van de Verenigde Staten slechts mondjesmaat schuldpapier aan hun reserves toevoegden.

    We zullen spoedig meer grafieken publiceren over de buitenlandse posities in Amerikaanse staatsobligaties publiceren, maar onderstaande grafiek kunnen we u zeker niet onthouden. Deze laat goed laat zien hoe groot de omvang van het stimuleringsprogramma van de Federal Reserve eigenlijk is. De geldpers draait nog steeds op volle toeren!

    De drie grootste crediteuren van de Amerikaanse overheid

    De drie grootste crediteuren van de Amerikaanse overheid

  • Financieel Dagblad: “Federal Reserve zit in Catch 22”

    Langzaam maar zeker begint ook in de reguliere media door te dringen dat de Federal Reserve echt niet kan stoppen met haar stimuleringsprogramma. Zo opende het Financieel Dagblad vandaag met een groot artikel over de ‘Catch 22’ waar de Amerikaanse centrale bank in gevangen zit. Langzaam maar zeker breekt het besef door dat Bernanke niet kan stoppen met stimuleren, omdat een stijgende rente dramatische gevolgen heeft voor de begroting van de overheid en de leencapaciteit van bedrijven en particulieren.

    De stijging van de 10-jaars rente richting de 3% was een weerspiegeling van de ‘zorgen’ die de obligatiemarkt had over tapering. Nu die zorg is weggenomen zien we ook de obligatierente (en daarmee op den duur ook de rente op langlopende kredieten) weer dalen. Het FD weet de vinger ook op de gevoelige plek te leggen, want in hun artikel op de voorpagina schrijft de redactie dat de stijgende rente de Amerikaanse centrale bank weerhoudt van ingrijpen. Alleen de dreiging van minder stimulering zorgde al voor bijna een verdubbeling van de rente op de 10-jaars obligaties. De hypotheekrente steeg van 3,4 naar 4,5 procent en ook de rente voor een autolening ging omhoog. Voor een schuld gedreven economie is een stijging van de rente de doodssteek.

    Meer stimulering door de Federal Reserve

    Niet minder, maar meer stimulering is het credo geworden. We hebben in het verleden al eens gewezen op de notulen van de Federal Reserve, waarin staat dat het stimuleringsprogramma ook uitgebreid kan worden als deflatie dreigt of als de economie groei terugvalt. Dat is anno 2013 helemaal geen onrealistisch scenario meer… Het FD verwijst naar Narayana Kocherlakota van de Federal Reserve uit Minneapolis, die gezegd zou hebben dat er nog veel ruimte is voor extra stimulering door de centrale bank. Dat soort geluiden hebben we nog niet vaak gehoord in de reguliere media.

    Voor het volledige artikel verwijzen we naar het Financieele Dagblad.

    Federal Reserve zit in een Catch 22

    Federal Reserve zit in een ‘Catch 22’

  • Stimulering helpt alleen de rijken

    De Fed heeft het niet aangedurfd om te stoppen met het programma voor monetaire stimulering ter waarde van $85 miljard per maand. Het programma staat bekend onder de naam quantitative easing (QE). De motivering luidde, dat de Amerikaanse economie nog te zwak was om op eigen benen te staan.

    Zucht van verlichting

    Die beslissing is om meerdere redenen te betreuren. Allengs wordt immers duidelijk, dat aan het beleid van bankpresident grote nadelen kleven. Een van die nadelen werd pijnlijk duidelijk, toen de discussie over al dan niet taperen, afbouwen van de stimulering, op gang kwam. Vooral opkomende landen met grote tekorten op de lopende rekening, zoals Brazilië en Turkije, zagen zich getroffen door een uitstroom van beleggingen. Dat geld was eerder naar de opkomende markten gestroomd in een zoektocht naar een beter rendement. Toen de Fed alsnog besloot niets te doen, steeg er een zucht van verlichting op in de opkomende landen en bij beleggers.

    Tekortkomingen

    Maar niet alleen buiten de VS richt QE schade aan, ook binnenlands is dat het geval. Het beleid van verruiming is er op gericht vermogens- en welvaartseffecten te scheppen. Koersen op de financiële markten moeten omhoog, evenals de huizenprijzen. Daardoor moet de consument vertrouwen in de toekomst krijgen en weer de portemonnee trekken. De consument is immers de belangrijkste pilaar onder de economische groei in het westen.

    Er zitten echter haken en ogen aan deze insteek. Studies hebben uitgewezen, dat van elke dollar waardestijging er op zijn best 3 tot 5 cent besteed wordt aan consumptie. De vermogenseffecten moeten dus enorm zijn, wil dit beleid echt zwaarwegende gevolgen hebben voor de reële economie.

    Een ander bezwaar is, dat vooral de spaarders door het huidig beleid zwaar getroffen worden. Vermogenseffecten zijn immers optimaal, wanneer de interestlasten minimaal zijn. De Fed heeft de rente naar nagenoeg 0% verlaagd. Voor de spaarders betekent dat wel, dat ze 0% interestinkomen genieten. Het belangrijkste bezwaar is misschien wel, dat vooral de rijken het meest profijt trekken van de vermogenseffecten van QE. In 201 hadden de 10% rijksten van de VS een beleggingsportefeuille van gemiddeld $ 267.500. Dat is 16x hoger dan de gemiddelde portefeuille van de overige 90%. In totaal beschikt de top 10% over vermogenstitels ter waarde van $550.000 ofwel 20x zoveel als de resterende 90%. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.

    Consumptie

    Zonder overdrijving kun je stellen, dat vooral de top tien in de VS profiteren van het beleid van de Fed. Daar profiteren zij van, maar voor de rest van de samenleving is er amper of geen sprake van positieve vermogenseffecten. De doorsnee Amerikaan gaat nog steeds gebukt onder de gevolgen van de financiële crisis. Dat is af te lezen aan een reeks van cijfers. Sinds 2008 zijn bestedingen met slechts 1,1% gestegen. Nimmer was de ontwikkeling van de consumptieve vraag in de VS zo zwak sinds WOII. Aangezien consumptie goed is voor 70% van de bruto nationaal product, ligt hier de verklaring voor het zwakke presteren van de Amerikaanse economie. Het ziet er bovendien niet naar uit, dat de consument snel zijn houding gaat veranderen. De meeste Amerikanen gaan nog steeds gebukt onder een grote schuldenlast. Die beloopt ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen nog steeds 116% van het inkomen. Nog niet zo lang geleden was dat cijfer slechts 43%. De zware schuldenlast is ook af te lezen aan de besparingen. Die zijn maar 4,3% van het inkomen tegen 9,3% in de periode 1970 – 1999.

    Scenario

    Al deze cijfers maken keer op keer duidelijk, dat het beleid van de Fed amper of geen effect heeft voor brede lagen van de bevolking. Slechts een kleine bovenlaag heeft echt profijt. Er is geen enkele reden om aan te nemen, dat die positieve effecten geleidelijk door druppelen naar beneden. Het uiteindelijke resultaat zal zijn, dat ook in de VS de groei blijft steken op een niveau tussen 1% en 2%.

    Het scenario zoals zich dat ontrolt, past precies op de situatie in Nederland en de rest van Europa. De koopkracht van de consument wordt steeds verder ondergraven in naam van het financieringstekort. Als straf voor dat foute beleid groeit de economie maar mondjesmaat of helemaal niet zelfs.

    Cor Wijtvliet

    Bron: Stephen Roach, Occupy QE. Project-syndicate. September 25 2013