Tag: nederlanders

  • Nederlanders sparen te weinig

    Nederlanders hebben in vergelijking met huishoudens in andere Europese landen weinig spaargeld, maar daar staat tegenover dat we veel vermogen hebben in de vorm van overwaarde op een eigen huis en in besparingen via de pensioenfondsen. Dat concludeert de Rabobank in een nieuw onderzoek dat deze week werd gepubliceerd. Volgens de bank houden huishoudens in Nederland vanwege de relatief hoge woonlasten en de premies voor sociale voorzieningen en pensioenen minder geld over om zelf te sparen.

    Volgens de Rabobank is het goed dat huishoudens vermogen opbouwen, maar is het niet wenselijk dat er zoveel vermogen gevangen zit in een eigen woning en in pensioenpotten. Dat vermogen kan in noodgevallen immers niet aangesproken worden, terwijl dat met spaargeld wel kan. Nederlandse huishoudens zijn daarom onnodig kwetsbaar bij financiële tegenvallers. Valt hun inkomen weg, dan hebben ze bijna geen financiële buffer om op terug te vallen en kunnen ze snel in de problemen komen.

    Nederlanders hebben veel vermogen in pensioenen en vastgoed (Bron: Rabobank)

    Nederlanders sparen minder vanwege overwaarde

    In van de redenen waarom Nederlandse huishoudens minder spaargeld aanhouden is dat ze minder vrij besteedbare inkomen hebben, maar minstens zo belangrijk zijn de effecten van de woningmarkt. Door de hoge loan to value ratio kunnen starters op de woningmarkt het grootste deel van hun huis met een hypotheek financieren, waardoor er minder noodzaak is om te sparen. En hoewel deze norm de laatste jaren al iets versoberd is blijft de loan to value ratio in Nederland met 100% vrij hoog ten opzichte van andere Europese landen. In veel landen ligt het maximum op 80 tot 85 procent, wat betekent dat je als starter meer spaargeld moet meenemen om een huis te kunnen kopen.

    Nederlanders die al een huis hebben zijn waarschijnlijk ook minder gemotiveerd om extra te sparen, indien ze overwaarde hebben op hun eigen woning. Door de overwaarde voelen huizenbezitters zich rijker en voelen ze minder urgentie om een deel van het vrij besteedbare inkomen op een spaarrekening te zetten. Zo heeft één op de vijf huishoudens volgens het onderzoek van de Rabobank zelfs helemaal geen spaargeld achter de hand.

    Vrij besteedbare inkomen is in Nederland relatief laag (Bron: Rabobank)

    Woonlasten in Nederland zijn relatief hoog (Bron: Rabobank)

    Meer flexibiliteit en lagere belastingdruk

    Volgens de Rabobank zit het vermogen van Nederlandse huishoudens voor een te groot gedeelte vast in illiquide pensioenen en huizen. Daarom pleiten de onderzoekers voor een verlaging van de belastingdruk, zodat het vrij beschikbare inkomen van huishoudens toeneemt en er meer ruimte komt om zelf te sparen. Daarnaast zijn er hervormingen nodig met betrekking tot de woningmarkt en de pensioenen, zodat huishoudens meer flexibiliteit hebben in de manier waarop ze vermogen opbouwen. Onlangs nog publiceerde de bank een reeks van aanbevelingen voor noodzakelijke hervormingen op de Nederlandse woningmarkt.

    Huishoudens zouden ook meer ruimte moeten krijgen om bijvoorbeeld een deel van hun pensioen eerder op te nemen, terwijl diegene met veel vermogen in hun eigen woning de mogelijkheid zouden moeten krijgen om minder pensioen op te bouwen. De Rabobank merkt terecht op dat sparen in Nederland ook door fiscale regels minder aantrekkelijk is. Zo vallen spaartegoeden onder de vermogensrendementsheffing in box 3, terwijl vermogen in de eigen woning veel minder zwaar belast of zelfs gesubsidieerd wordt. Ook wordt de pensioenopbouw tot een zekere hoogte niet belast. Hervormingen op dit gebied kunnen het aantrekkelijker maken om meer spaargeld aan te houden.

    Belastingdruk in Nederland is relatief hoog (Bron: Rabobank)

  • Nederlanders steeds vaker en dieper in de schulden

    Het aantal Nederlanders in de schuldhulpverlening groeit nog steeds, zo blijkt uit de nieuwste cijfers. Het afgelopen jaar kwam het aantal uit op 89.000, een toename van 5% ten opzichte van 2012. Niet alleen het aantal mensen dat hulp nodig heeft met het aflossen van schulden neemt toe, ook de hoogte van de schuld stijgt. De mensen die vorig jaar bij de schuldhulpverlening aanklopten hadden gemiddeld €37.700 aan schulden open staan, een stijging van 12,5% ten opzichte van het niveau van 2012.

    Aan de oppervlakte merken heel veel mensen dat hun besteedbare inkomen stagneert of zelfs daalt. De vaste lasten stijgen, terwijl het inkomen door de crisis steeds vaker wordt bevroren. De meest zorgelijke gevallen zijn huishoudens waar het inkomen wegvalt door werkloosheid. Wanneer men tegelijkertijd grote schuldverplichtingen heeft komt de bodem van de spaarrekening snel in zicht.

    Andere problemen

    "Van de mensen die bij de schuldhulpverlening komen heeft één op de drie ook andere problemen, die veelal van psychische of sociale aard zijn. Die mensen zijn vaak ook bekend bij andere hulpverlenende instanties. "De combinatie van sociale, financiële en psychische problematiek maakt dat het concreet oplossen van schulden soms onmogelijk is", aldus NVVK-voorzitter Joke de Kock. Vorig jaar waren dat ongeveer 17.000 mensen.

    Meer vragen over schulden

    Ook het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) ziet dat steeds meer mensen vragen hebben of zich zorgen maken over schulden. Hun website werd vorig jaar 20% vaker geraadpleegd dan in 2012. Ten opzichte van 2011 zijn de bezoekersaantallen zelfs verdubbeld. Meer mensen maken zich zorgen over hun financiën en raadplegen het Nibud voor advies. Ook bedrijven benaderen steeds vaker het Nibud, omdat ze willen weten hoe ze betalingsproblemen bij hun medewerkers en klanten kunnen voorkomen. In 2013 kwamen er 40% meer vragen binnen over schulden en het oplossen ervan dan in 2012. Er werden vorig jaar 8.500 vragen per mail of per telefoon behandeld, een stijging van 10% ten opzichte van 2012.

    Meer mensen vast in schulden door de financiële crisis

    Meer mensen vast in schulden door de financiële crisis

  • Nederlanders breken hun spaargeld aan

    Nederlanders hebben in de tweede helft van vorig jaar netto spaargeld weggehaald van hun bankrekening, zo blijkt uit cijfers die de Nederlandsche Bank vandaag publiceerde. Weliswaar groeide het bedrag op deposito’s in de tweede helft van vorig jaar met ongeveer €1,7 miljard, maar daar stond een veel grotere daling van €7 miljard aan vrij opneembare spaartegoeden tegenover. Een simpele rekensom leert ons dat er in deze periode bijna €5,3 miljard aan spaargeld werd weggehaald.

    Sinds de Nederlandsche Bank deze cijfers bijhoudt (1998) is het nog niet eerder voorgekomen dat er zes maanden op rij meer spaargeld werd opgenomen dan gestort.Deze ontwikkeling is waarschijnlijk grotendeels toe te schrijven aan versnelde aflossing op hypotheekschuld. We verwachten dat er daarnaast ook steeds meer huishoudens zijn die door de crisis interen op hun spaartegoeden. Zodra inkomsten terugvallen wordt al snel het spaargeld aangesproken om rond te kunnen komen. Een andere factor is de steeds lagere rente, waardoor het minder lucratief is om geld op een spaarrekening te parkeren.

    Spaargeld wordt aangebroken

    Om de ontwikkeling van de spaartegoeden inzichtelijk te maken hebben we de cijfers van de Nederlandsche Bank erbij gepakt. Op basis van deze cijfers hebben we twee grafieken samengesteld die de ontwikkeling van de spaartegoeden inzichtelijk maken. In de eerste grafiek ziet u de de maandelijkse balans tussen stortingen en opnames van spaargeld*, terwijl de tweede grafiek de totale hoeveelheid spaargeld weergeeft die Nederlanders op hun bankrekening hebben staan.

    Nederlanders breken hun spaargeld aan

    Nederlanders breken hun spaargeld aan (klik voor een grotere versie)

    Totale spaargeld van Nederlanders krimpt

    Totale spaargeld van Nederlanders krimpt (klik voor een grotere versie)

    *Rente is op de eerste grafiek niet weergegeven. Dat betekent dat de totale balans minder negatief is. Wel blijft vast staan dat sinds 1998 niet eerder zo lang en zoveel geld van spaarboekjes is weggehaald. In de tweede grafiek is het effect van rente wel inbegrepen.