Tag: oliesector

  • De oliemaatschappijen zijn de weg kwijt

    Het doet een beetje vreemd aan op een moment dat olieprijzen gestaag omhoog kruipen, maar oliemaatschappijen weten het even niet meer. Moeten ze nu wel of niet blijven investeren in langlopende projecten of is het beter meer op de korte termijn te werken? De wijsheid van het moment is immers dat de vraag naar olie in het komend decennium gaat pieken. En dan te bedenken dat de sector zijn investeringen in het afgelopen decennium al gehalveerd heeft.

    In de jaren 2010 – 2015 beliepen de investeringen in nieuwe projecten een bedrag van $875,1 miljard. In de tweede helft van dit decennium bedragen de investeringen $443,5 miljard. De daling was de uitkomst van druk door beleggers en de noodzaak stevig in de kosten te snijden.

    Productietekort in oliesector?

    Maar langzamerhand begint het gevoel te ontstaan dat de sector op het verkeerde pad is beland is. Het huidige beleid kan er immers ook in uitmonden dat er op den duur een tekort aan olie groeit. Natuurlijk groeit de productie van schalie-olie in de VS nog gestaag, maar het is maar de vraag of die stijgende productie wel voldoende is.

    Kenners wijzen erop dat de kwaliteit van de bewezen reserves er niet op vooruit is gegaan. Diezelfde kenners wijzen er ook op dat de verwachtingen over het pieken van de vraag naar olie op zijn best vaag zijn. De bandbreedte is immers extreem. Sommige partijen zijn van mening dat de vraag naar olie al in 2030 zal gaan dalen, andere denken echter eerder aan 2070.

    Twijfelaars vragen zich af welke wijsheid schuilgaat achter een beleid om langlopende investeringen te schrappen op een moment dat de vraag uit Afrika en Azië alleen maar groeit. Ze wijzen er daarbij op dat de vraag naar olie sinds 2014 ieder jaar met 1,7 miljoen vaten per dag is gegroeid.

    Critici wijzen daarbij op het gedrag van beleggers. Die tonen zich steeds meer en steeds vaker beducht voor de mogelijk financiële gevolgen van ‘global warming’, maar ook zijn ze bang voor de negatieve uitkomsten van de opmars van de elektrische auto en de groeiende aversie tegen bijvoorbeeld plastic. In dit wereldbeeld passen geen investeringen met een looptijd van meer dan tien jaar.

    Oliemaatschappijen moeten in hun ogen meer en meer het accent gaan leggen op het maximeren van de uitkering aan de belegger. In hun ogen is dat zinvoller dan het pogen van sommige oliemaatschappijen om zich om te vormen tot producenten van renewable energy. Daar missen ze immers de kennis voor.

    Welke strategie is succesvol?

    Het is niet alleen de vrees van beleggers die de huidige handelswijze van de oliemaatschappijen stuurt. Ook binnen de sector is daar brede steun voor. Menigeen wijst tevreden naar de hogere kosten-efficiëntie. Middelen worden niet zomaar meer ingezet, zoals in een niet al te ver verleden. De inzet van nieuwe technologieën maakt het bovendien mogelijk meer op te pompen uit bestaande velden.

    De prangende vraag is echter hoe lang dit beleid goed uitpakt. Het is niet ondenkbaar dat over pakweg zeven jaar de oliemaatschappijen niet langer in staat zijn om voldoende olie op te pompen met alle gevolgen van dien voor de prijs en in het verlengde daarvan voor de economie.

    Voor het moment pakt de huidige strategie goed uit. Volgens Wood MacKenzie zullen de grote oliemaatschappijen hun productie tot 2020 jaarlijks met 3,5% opvoeren. De huidige stijging van de olieprijs is dan ook niet het gevolg van een achterblijvende productie. Die is toe te schrijven aan factoren waar de sector geen greep op heeft. Zo is daar het beleid van OPEC en Rusland om de productie voorlopig te blijven beperken.

    Ook de crisis in Venezuela speelt een rol, evenals de beslissing van president Trump om uit de Iran-deal te stappen. Gecorrigeerd door al die factoren zou de prijs amper stijgen, ondanks de groeiende vraag. Dat neemt niet weg dat de twijfel over de wijsheid van de huidige korte termijnaanpak groeit.

    De bekende hedgefondsmanger Pierre Andurand voorziet een olieprijs van $150 in minder dan twee jaar. Hij wijst erop dat de doorbraak van de elektrische auto nog steeds op zich laat wachten. Het zal in zijn ogen ook nog wel een tijd kunnen duren voordat het zover is. Hij vraagt zich dan ook hardop af waar de olie vandaan moet komen als de oliemaatschappijen volharden in hun huidige aanpak, terwijl de vraag alleen maar blijft toenemen. Voorlopig is hij een roepende in de woestijn, wat niet automatisch wil zeggen dat hij ongelijk heeft.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Amerikaanse olie-industrie weer springlevend

    Begin oktober was het weer eens zover. De IPO van het bedrijf Extraction Oil & Gas werd een onverwacht groot succes. Het energiebedrijf haalde $633 miljoen uit de markt. Het was de meest succesvolle IPO in de sector sinds het midden van 2014, toen de olieprijs aan zijn val begon. Het succes van deze IPO was zo groot, dat andere bedrijven plannen maken om nog voor het einde van 2016 naar de markt te komen.

    oil-well-pixabay-teaserHet nieuwe enthousiasme bij bedrijven en beleggers is voor een groot deel gestoeld op het recente verhaal van OPEC in Algiers om plannen te gaan uitwerken voor een productiebeperking. Als Poetin zich zal aansluiten bij de productiebeperking kan de feestvreugde in de oliesector in de VS alleen maar groter worden. De prijs voor een vat olie ging fors omhoog tot boven een niveau van $50. Het hernieuwde zelfvertrouwen van de sector en beleggers is af te lezen aan de stijging van 25% van de S&P Commodity Producers Oil & Gas Exploration & Production Index.

    Betere vooruitzichten?

    Bedrijven in de sector maken volop gebruik van de verbeterde vooruitzichten om vooral hun financiële stabiliteit te verbeteren. Daar waren ze al toe gedwongen in de magere jaren vanaf 2014. Vanaf die periode is de waarde van hun schuld en van hun equity gekelderd en dus moesten de kosten omlaag. Volgens de onderzoekers is de sector daar wonderwel in geslaagd. Kosten zijn tot 40% gedaald. Alleen al daarom waren er al voor Algiers duidelijke tekenen van herstel. Vanaf mei begon het aantal actieve boorplatforms weer te groeien.

    Bedrijven proberen nu van de gunstigere omstandigheden gebruik te maken om hun schuld te herfinancieren en hun equity te versterken. En met succes. Volgens Dealogic zijn bedrijven erin geslaagd $26 miljard uit de secondaire markt te halen. Dat succes moet de juiste boodschap naar beleggers sturen. Bedrijven doen wat ze moeten doen en betalen hun schulden af. De hernieuwde vitaliteit begint ook terug te komen op de markt voor IPO’s. Die was nagenoeg stilgevallen met één IPO in 2015 die slechts $4,8 miljoen opbracht. Dat is een wereld van verschil met de recente IPO van Extraction Oil & Gas.

    oil-sector-ipos-ft

    Amerikaanse oliebedrijven halen weer miljarden op door herstel olieprijs (Bron: Financial Times)

    Opleving schalie-industrie

    Zoals te verwachten zit er meer in de pijplijn. Er zitten waarschijnlijk acht à negen IPO’s aan te komen. Dan gaat het vast en zeker om bedrijven die werkzaam zijn in het zogeheten Permian basin in Texas. Daar zit de meeste en best winbare olie tegen de laagste prijzen. Extraction zit overigens in Colorado en levert daarmee het bewijs dat beleggers weer verder om zich heen kijken.

    Het gaat overigens te ver om te stellen dat alle problemen weer achter de rug zijn. Faillissementen zijn ook bij stijgende olieprijzen nog aan de orde van de dag en veel banken zijn nog huiverig om de kredietkraan weer open te zetten. Het proces van normalisering is echter evenmin te ontkennen. De overlevende bedrijven hebben hun kracht en potentie meer dan afdoende bewezen en dat rechtvaardigt het enthousiasme bij beleggers!

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.

  • Amerikaanse oliesector in moeilijkheden

    De daling van de olieprijs heeft veel olieproducerende bedrijven in de Verenigde Staten in de problemen gebracht. Een kwart van de bedrijven in deze sector kan haar schulden al niet meer terugbetalen, waarmee de sector het veel slechter doet dan de ‘high yield’ index van Bank of America. In deze index zitten de meer risicovolle leningen aan bedrijven uit verschillende sectoren, leningen waar beleggers een hogere vergoeding voor krijgen. De laatste keer dat olieproducenten in de VS zo in de problemen zaten was tussen 1999 en 2001, toen de olieprijs onder de $20 per vat dook.

    Deze grafiek laat zien dat de Amerikaanse olieproducenten erg kwetsbaar zijn bij een olieprijs van minder dan $50 per vat. Dit maakt de theorie dat de Verenigde Staten achter de daling van de olieprijs zit minder waarschijnlijk. De prijsdaling werd eind 2014 ingezet na een mislukt OPEC-overleg. Saudi-Arabië weigerde de productie te beperken, terwijl andere olieproducenten als Rusland en Iran hun productie verder verhoogden. Het werd al snel duidelijk dat de Amerikaanse oliesector hierdoor grote klappen zou opvangen, vanwege de hoge productiekosten van olie uit schalie.

    default-energy-sector

    Wanbetalingen energiesector VS sterk toegenomen (Grafiek via Jeroen Blokland)