Tag: overnames

  • Nieuwe consolidatieslag in de goudmijnsector?

    Na een aantal zware jaren lijkt er eindelijk weer beweging te zitten in de goudmijnsector. In september vorig jaar werd Randgold overgenomen door Barrick Gold en begin dit jaar besloot Newmont haar concurrent Goldcorp in te lijven. De grootste mijnbouwbedrijven consolideren hun krachten, terwijl de goudprijs de afgelopen maanden profiteerde van een negatief sentiment op de aandelenmarkt.

    De stijging van de goudprijs en een tweede grote overname in de goudmijnsector laten zien dat het edelmetaal opnieuw in de belangstelling staat. Beleggers zoeken een veilige haven en zoeken hun toevlucht in goud. Daardoor stijgt de prijs van het edelmetaal en neemt ook de belangstelling voor de goudmijnsector toe. Een hogere goudprijs betekent immers een betere winstmarge en in potentie meer winst voor goudmijnen.

    Consolidatie in de goudmijnsector

    Het kan toeval zijn dat er in korte tijd twee grote overnames plaatsvinden in de goudmijnsector, maar sommige analisten denken dat meer overnames zullen volgen. Grote mijnbouwbedrijven die hun kosten onder controle hebben gebracht kunnen momenteel profiteren van de relatief lage waardering van goudmijnaandelen.

    Analisten kijken dan ook extra aandachtig naar andere grote producenten in de goudmijnsector, zoals AngloGold Ashanti, Newcrest en Kinross. Deze drie bedrijven, die de top vijf van grootste producenten compleet maken, zullen de komende tijd wellicht ook overnames gaan doen.

    Consolidatie in de goudmijnsector (Bron: Bloomberg)

    Meer overnames te verwachten?

    Ook is het mogelijk dat er na samenvoeging van de grootste bedrijven een aantal goudmijnen in de verkoop gaan. Volgens David Garofalo van Goldcorp biedt dat kansen voor andere mijnbouwbedrijven om hun portefeuille uit te breiden. In een interview met Bloomberg zei hij daar het volgende over.

    “Iemand moet deze goudmijnen kopen, dus er gaat zeker weten meer consolidatie van die mijnen plaatsvinden. Zowel Barrick als Newmont-Goldcorp vertegenwoordigen slechts zes tot zeven procent van het wereldwijde aanbod van goudmijnen, dus het is nog steeds een zeer gefragmenteerde industrie. Ik denk dat beleggers terecht vragen om meer consolidatie.”

    Het Zuid-Afrikaanse AngloGold Ashanti overweegt een beursnotering in Londen of Canada. Op deze beurzen kan het bedrijf makkelijker nieuwe aandelen uitbrengen, waardoor het makkelijker wordt om overnames te doen. Het Australische Newcrest Mining is al meerdere keren aangewezen als mogelijk doelwit voor een overname. Dit mijnbouwbedrijf is vooral actief in Australië en Zuid-Oost Azië. Ook Kinross Gold en Iamgold worden door Bloomberg genoemd als potentiële overnamekandidaten.

    Goudmijnsector onder druk

    De goudmijnsector staat al jaren onder druk. In de hoogtijdagen zijn er veel investeringen gedaan op basis van een veel hogere goudprijs. Mijnbouwbedrijven moesten daardoor verschillende projecten schrappen, reorganisaties doorvoeren en voor miljarden dollars aan bezittingen afwaarderen. En hoewel de goudprijs de afgelopen maanden weer wat is gestegen staat deze nog lang niet op het niveau van voor 2013.

    Kijken we naar de ontwikkeling van de goudmijnsector ten opzichte van de goudprijs, dan zien we dat de aandelen van goudmijnen het beduidend slechter hebben gedaan dan het edelmetaal zelf. Sinds het begin van 2017 is de goudprijs bijna verdubbeld, terwijl de grootste index van goudmijnaandelen bijna in waarde halveerde. Onderstaande grafiek laat zien dat goudmijnaandelen in een opwaartse trend naar verhouding veel sneller in waarde kunnen stijgen dan het edelmetaal zelf, maar dat ze in een neerwaartse beweging ook veel meer waarde verliezen.

    Per saldo leverde een belegging in fysiek goud meer rendement op dan een portefeuille van de meest bekende goudmijnaandelen. Dat neemt overigens niet weg dat goudmijnaandelen voor speculatieve beleggers erg interessant kunnen zijn. Zo konden beleggers veel geld verdienen met de rally in goudmijnaandelen tussen 2008 en 2011 en in de eerste helft van 2016.

    Goudprijs versus goudmijnaandelen

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • Waarom moeten bankiers zoveel verdienen

    Bankiers zullen er wel van balen, maar hun financieel doen en laten blijft de aandacht van het grote publiek vasthouden. Zo wijdde the Financial Times onlangs nog meerdere artikelen aan de wel zeer goed betaalde rol van bankiers bij Mergers & Acquisitions. De krant wist te melden dat Goldman Sachs maar liefst $105 miljoen incasseert voor zijn adviezen aan 21st Century Fox dat assets ter waarde van $71 miljard aan Walt Disney gaat verkopen. Dat is een ongehoord fors bedrag, maar nog altijd minder dan de $120 miljoen die Morgan Stanley incasseerde voor zijn adviezen aan Monsanto hoe zich het best te verkopen aan Bayer.

    Het lopende jaar is een topjaar voor fusies en overnames en daarmee zijn het topdagen voor dealmakers als Goldman en Morgan Stanley. Maar wat leveren die topbankiers eigenlijk voor al dat geld? Het antwoord op die vraag luidt niet dat ze een treffende en juiste waardering voor de ceo ’s oplepelen. Veeleer volgen wat vage antwoorden over de kunst van het overtuigen. Het komt er feitelijk op neer dat ze het management laten geloven dat hun oplossing de beste mogelijke is. Of dat ook zo is, dat is een heel ander verhaal.

    Fusies en overnames

    Een goede adviseur moet over drie kwaliteiten beschikken waardoor hij min of meer zijn eigen fee kan bepalen. Hij moet duidelijk kunnen maken dat de belangen zeer hoog zijn en hij moet dat op het juiste moment doen. Het proces van M&A is een zenuwslopend proces, zeker voor ceo ’s en raden van bestuur die daar niet in getraind zijn en dat zijn de meesten. M&A’s trekken de aandacht van beleggers en de media en meestentijds volgen ze de onderhandelingen met geslepen messen. Een adviseur die claimt hen te kunnen behoeden voor de talloze valkuilen in de vaak lange onderhandelingen, is in hun ogen goud waard.

    Ceo ’s kunnen ook gemakkelijk hoge beloningen voorspiegelen als ze adequaat bijgestaan worden. Het is immers niet hun eigen geld. Dat is beslist het geval, wanneer het eigen bedrijf in de aanbieding is. In dat geval gaat de rekening naar de overnemende partij. Als de ceo zelf overneemt, dan staat zijn reputatie op het spel en dat mag wat kosten. Het is uiteindelijk opnieuw het bedrijf dat voor de rekening opdraait. De truc van de adviseur is om aan te tonen dat zijn fee helemaal niet zo bijzonder is. De gemiddelde fee bedraagt 0,3% bij M&A’s met een waarde tussen $10 – $25 miljard. Een beetje makelaar bedingt een hoger percentage bij de verkoop van een huis. De vlijtige adviseur heeft bovendien jaren moeten investeren in het opbouwen van een duurzame relatie met de ceo of het topmanagement. Het is maar hoe je het weet te brengen.

    De derde kwaliteit is misschien wel de belangrijkste. Welbeschouwd kan het proces van M&A in verschillende onderdelen opgeknipt worden. Het structureren van een transactie kan geheel los gezien worden van het zoeken van geschikte kandidaten in verschillende landen. De slimme adviseur presenteert alle onderdelen van het proces echter als één pakket, als een mengeling van financieel, menselijk beoordelingsvermogen en ook nog eens als gemak voor het bedrijf, ergo voor de ceo of de raad van bestuur. Die raden van bestuur deinzen er echter niet voor terug om verschillende adviseurs geruststellende pakketten te laten aanbieden voor zeg $20 miljoen per pakket. Adviseurs die ook nog eens daadwerkelijk aanwezig zijn bij de finale ondertekening van de deal blijken in de praktijk helemaal spekkoper.

    Aan de huidige manier van werken zitten talloze nadelen, zo leert onderzoek. Zo blijken veel oplossingen niet erg duurzaam te zijn en slechts briljant voor de korte termijn. Er wordt op de langere termijn te weinig waarde toegevoegd, waardoor veel fusies en overnames na verloop van tijd weer ontbonden worden. Vaak helpen dezelfde adviseurs bij het proces van ontbinding. Er is veel voor te zeggen om de hoogte van de fee te verbinden aan de duurzaamheid van de M&A. Of de bankiers van deze aanpak gecharmeerd zullen zijn, valt ten zeerste te betwijfelen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Chinezen investeren miljarden in Amerikaanse bedrijven

    Chinese bedrijven proberen steeds vaker hun overtollige dollars te verzilveren door Amerikaanse bedrijven over te nemen. Voor het uitbreken van de financiële crisis ging het slechts op een paar miljard op jaarbasis, maar nu gaat het al om tientallen miljarden. Chinese bedrijven willen niet met teveel dollars blijven zitten en sturen het geld weer terug naar de afzender, in ruil voor belangen in Amerikaanse bedrijven en vastgoed.

    dollars-pixabay-teaserDe volgende grafiek van Bloomberg laat zien hoeveel miljard dollar Chinese bedrijven jaarlijks investeerden in de VS. Hierbij vallen ons twee zaken op. Ten eerste valt op dat de bedragen sinds het uitbreken van de crisis substantieel hoger zijn dan voor de crisis en ten tweede valt de enorme stijging van dit jaar op.

    Willen Chinese bedrijven minder dollars hebben of zien ze opeens meer mogelijkheden om in de Amerikaanse economie te investeren? Of heeft het misschien te maken met verschillende handelsbeperkingen die de Verenigde Staten aan China hebben opgelegd?

    china-takeovers-us-companies

    Chinese bedrijven ruilen meer dollars in voor belangen in Amerikaanse ondernemingen (Bron: Bloomberg)

  • Brexit: Gaat Verenigd Koninkrijk in de uitverkoop?

    Vandaag gaan de Britten naar de stembus om aan te geven of ze wel of niet lid willen blijven van de Europese Unie. Steeds meer enquêtes geven aan, dat het leave kamp op kop ligt en steeds verder uitloopt. Op de wedkantoren is het beeld 180 graden omgekeerd. Daar ligt het blijven-kamp nog steeds op kop.

    In de slag om de gunst van de kiezer valt het op dat het blijven-kamp de kiezer probeert te paaien met louter economische argumenten. Die argumenten bevatten nauwelijks verhulde dreigementen. Als de Britten Europa de rug toekeren, dan zal groot economisch onheil het eiland treffen. Nog deze week dreigde de minister van financiën, George Osborne, met extra bezuinigingsplannen, omdat een Brexit een gat van £30 miljard in de Britse overheidsfinanciën zou slaan. Het probleem is echter dat steeds minder Britten dit soort dreigementen en onheilsboodschappen nog serieus nemen. Men gelooft de gevestigde orde simpelweg niet meer. Veel politici, beleidsmakers en ‘pratende hoofden’ lijken dit maar niet te beseffen.

    brexit-stay-leaveDat wil weer niet zeggen, dat het blijven-kamp volledig ongelijk heeft. Er zitten beslist risico’s aan een Brexit. Of die risico’s ook werkelijkheid worden, is natuurlijk vraag twee. Zo kan het Britse bedrijfsleven een hoge prijs gaan betalen bij een Brexit. In de aanloop naar de 23ste reageert het Britse pond ongunstig op enquêtes die het leave-kamp op voorsprong zetten. Mocht het tot een Brexit komen, dan is het niet ondenkbaar dat het pond meer dan een flinke veer moet laten ten opzichte van concurrerende valuta’s als de euro, de doller en de yen.

    Fusies en overnames

    Dat zou betekenen dat aandelen genoteerd in ponden er een stuk aantrekkelijker gaan uitzien voor geïnteresseerde kopers wier zakken gevuld zijn met dollars of euro’s. Bedrijven, die hun inkomsten vooral buiten het Verenigd Koninkrijk genereren, gaan er bij een eventuele val van het Pond zeer aantrekkelijk uitzien als overnamekandidaat.

    britsepond-dollarHet is goed denkbaar dat menig bankier, gespecialiseerd in Fusies & Overnames, al lijstjes met bedrijven aan het opstellen is die in aanmerking komen om overgenomen te worden. Op die lijstjes kunnen namen figureren die tot de kroonjuwelen van het Britse bedrijfsleven behoren. Denk bijvoorbeeld aan ARM Holding, producent van halfgeleiders. ARM genereert 93% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. Denk aan bedrijven als Weir en Tullow, die actief zijn in de energiesector. Er is een heel leger aan Britse beursgenoteerde bedrijven die internationaal opereren en die een marktkapitalisatie van minder dan £20 miljard hebben.

    britsepond-euroMocht het tot een Brexit komen en mocht het Britse Pond fors aan waarde verliezen, dan zijn al deze bedrijven in principe overnamekandidaat. Dat dit een serieus te nemen scenario is, bewijst de recente overname van het Britse Premier Farnell door het Zwitserse Daetwyler. Premier Farnell genereert 68% van zijn omzet buiten het Verenigd Koninkrijk. De ceo van Daetwyler verklaarde bij de overname dat het Britse bedrijf al langer binnen zijn schootsveld lag, maar dat de waardedaling van het pond toch wel een doorslaggevende factor was bij het besluit om te gaan overnemen. De uitlatingen van de ceo geven echter ook aan, dat een goedkoop pond niet de enige factor is die doet besluiten om over te nemen. Er moeten in de eerste plaats duidelijke bedrijfstechnische argumenten zijn om te gaan overnemen. Laat dat min of meer een geruststelling zijn.

    Kanttekeningen Brexit

    Natuurlijk komt niet elk Brits beursgenoteerd bedrijf voor een overname in aanmerking. Zo zal de belangstelling voor bedrijven die voor de Britse markt werken niet erg groot zijn. Ook die zullen een stuk goedkoper worden na een Brexit. Beleggers zullen immers een afwachtende houding aannemen om te bezien hoe het met de Britse economie gaat! Als er een recessie komt, dan zijn deze bedrijven ondanks hun lage waarderingen geen aantrekkelijke overnamekandidaten.

    Mocht dit scenario werkelijkheid worden, dan is het nog maar de vraag hoelang de nieuwe Britse regering voorstander zal blijven van open markten. Geen enkele politicus zal het voor zijn rekening willen nemen, dat het Britse bedrijfsleven in de uitverkoop gaat. Dat zou een te hoge rekening zijn voor het Britse verlangen zijn onafhankelijkheid terug te winnen.

    Cor Wijtvliet

    Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Beurshalte

    beurshalte-logoOver Beurshalte:

    Dagelijks publiceert Beurshalte nieuwsbrieven en columns van leden van de redactie en van gastauteurs over de wereld van beleggen en alles wat ermee samenhangt. Daarnaast publiceert beurshalte wekelijks een nieuwsbrief met unieke inhoud over relevante beleggingsthema’s. Belangstellende lezers kunnen een gratis abonnement nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunt u zich hier aanmelden!

    Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.