Tag: piramidespel

  • Interview Dirk Bezemer: “Geld is geen goud”

    Marketupdate sprak deze week met Dirk Bezemer, hoofddocent Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bezemer heeft al tal van wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab en werkt samen met het Institute of New Economic Thinking. Bezemer schrijft in de Financial Times en de Nederlandse pers en verscheen recent bij actualiteitenprogramma’s en in de documentaire De Schuldvraag, die Radar eind vorig jaar naar buiten bracht.

    Marketupdate vroeg Bezemer naar het ontstaan van de huidige financiële crisis en de effecten die deze crisis heeft op de huizenmarkt, op de pensioen en uw spaargeld. Zoals u van ons gewend bent vroegen we monetair en financieel econoom Bezemer ook naar zijn visie ten aanzien van goud.

    Geld als schuld: een piramidespel

    Volgens Dirk Bezemer is ons financiële systeem een piramidespel, omdat een steeds groter deel van de rendementen te verklaren is door een instroom van nieuwe kredieten. Dat is misschien nog wel het meest zichtbaar op de woningmarkt, maar ook op de markt voor aandelen en obligaties. Ook daar heeft een instroom van kredieten een prijsopdrijvend effect gehad. Bezemer zegt daar tegen Marketupdate het volgende over:

    “De huizenprijzen stijgen omdat mensen leningen opnemen en dat geld gebruiken om een huis te kopen. Doordat er steeds meer geleend geld in de huizenmarkt gestopt wordt ontstaat er fictief vermogen. Dat geldt ook in zekere zin voor de aandelenmarkt en de obligatiemarkt, waar het de laatste jaren steeds duidelijker werd dat stijgingen veroorzaakt werden door een instroom van nieuwe kredieten.”

    De instroom van nieuwe kredieten heeft vooral de afgelopen twintig tot dertig jaar een hoge vlucht genomen. Dat het zo uit de hand heeft kunnen lopen is volgens Bezemer te wijten aan verschillende ontwikkelingen:

    1. De steeds verder dalende rente sinds 1980;
    2. De liberalisering van de financiële markten, waardoor banken meer kredieten konden verstrekken;
    3. Het doorverkopen van leningen (en daarmee de risico’s);
    4. Het uitkleden van het toezicht op de financiële sector.

    Binnen dit financiële systeem concentreert steeds meer vermogen zich in de top van de piramide. Dat zien we onder andere terug aan de groeiende inkomensongelijkheid en aan het feit dat een zeer kleine groep mensen een relatief groot gedeelte van de financiële activa in handen heeft en steeds vermogender wordt.

    "De winnaars van dit financiële systeem zijn de mensen die al over veel soorten kapitaalgoederen beschikken die niet met schulden gefinancierd zijn. Deze mensen surfen mee op de enorme toename van financiële producten. Dus je kunt in het algemeen zeggen dat de mensen met veel bezittingen de afgelopen twintig jaar enorm van de 'boom' geprofiteerd hebben. De middenklasse en de lagere inkomens hebben er niet van geprofiteerd, of ze hebben zich in de schulden moeten steken om mee te kunnen doen. Dat zijn de mensen die nu te maken hebben met restschuld en andere schuldenproblematiek. Je zag dus ook dat gedurende dit piramidespel de inkomensongelijkheid in bijvoorbeeld de Verenigde Staten enorm is toegenomen. Hoe meer inkomen je naar verhouding haalt uit kapitaalgoederen, hoe meer je de afgelopen twintig jaar geprofiteerd hebt."

    Bezemer merkt op dat het piramidespel eigenlijk in 2007 al geklapt is. Vanaf dat moment begon een grote hoeveelheid geld (schuld) rond te schuiven in het financiële systeem, op zoek naar rendement. Dat levert een opeenstapeling van financiële bubbels op. Bezemer verwijst naar Larry Summers, een Amerikaanse econoom die laatst gezegd heeft dat de opeenstapeling van bubbels het 'nieuwe normaal' is geworden. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de aandacht verschoven van ons (deels) fictieve vermogen naar onze schuldenlast. Daardoor begon men opeens meer af te lossen en daalde de consumptie. "Het probleem kan zijn dat de economie ook krimpt bij het aflossen van schulden, waardoor de schuldenlast naar verhouding niet kleiner wordt. De schuldenlast is nu zo groot dat er vrijwel onvermijdelijk afgeschreven moet worden op bepaalde schulden. Volgens Bezemer ligt de crisis nog lang niet achter ons. Hij zei daar het volgende over:

    "Wat je nu ziet is dat er heel veel druk is om het piramidespel opnieuw te gaan spelen door de regels voor de kredietverleningen door banken te versoepelen. Dat geeft alleen maar tijdelijke oplossingen, die steeds gevolgd zullen worden door een crash. Daarom ben ik ook niet zo optimistisch dat we uit deze crisis zijn geraakt. Er wordt meestal niet gekeken naar de omvang van de schuld en wat daar nog het effect van is."

    Overheden moeten stimuleren

    Volgens Bezemer maakt de Nederlandse regering een grote inschattingsfout door te bezuinigen. Weliswaar komt de druk om te bezuinigen uit Europa, maar volgens Bezemer is het op zijn zachtst gezegd onverstandig om nu het overheidstekort terug te dringen. De rente is namelijk laag, waardoor de effectieve schuldenlast relatief klein is. De overheid zou juist van die gelegenheid gebruik moeten maken om investeringen te doen. Of dat nou in infrastructuur, onderwijs of zorg is.

    "Er zijn genoeg investeringen die je voor 2% rente kunt doen en waar de overheid zelfs winst op kan maken. Hetzij via hogere belastinginkomsten uit de groei die daarop volgt, hetzij uit de investeringen zelf. Er is eigenlijk geen enkele reden om dat niet te doen. Als de economie krimpt dan is het niet verstandig dat de overheid ook nog eens gaat bezuinigen."

    Japan-scenario

    De overheid zou juist de economische groei aan moeten jagen, zodat bedrijven weer kunnen investeren en de economie weer op gang komt. Op die manier voorkom je het gevreesde Japan scenario, een situatie waar Europa volgens Bezemer op af stevent. Juist die nadruk op bezuinigen verlamt de economie, omdat huishoudens steeds minder te besteden hebben. Zo lang die bestedingen onder druk blijven staan is ook de kans groot dat de werkloosheid verder oploopt, een vooruitzicht waar ook niemand op te wachten zit. Volgens Bezemer moet Europa nog de stap zetten richting het opschonen van de bankensector. In de VS hebben de banken al verliezen genomen en zijn een aantal slechte banken failliet gegaan. Omdat de bankbalansen in de VS al zijn opgeschoond is de kredietverlening en de economische groei aan de andere kant van de oceaan al wel weer op gang gekomen, terwijl Europa nog steeds nauwelijks groei laat zien. Volgens Bezemer kent Europa zombiebanken, dat zijn banken die geen geld durven uit te lenen vanwege het grote percentage slechte leningen op de balans. Een lage rente kan de economie op gang helpen, maar niet als de bankensector niet bereid is leningen te verstrekken aan consumenten en bedrijven.

    Banken moeten balans inkrimpen

    Volgens Bezemer moeten banken de omvang van hun balans drastisch afbouwen en de kredietverlening beperken tot 'productieve schulden'. Dat zijn leningen die gebruikt worden voor nieuwe investeringen die waarde toevoegen aan de economie. De grootste problemen zijn volgens Bezemer ontstaan door een wildgroei aan onproductieve schulden, die geen waarde toevoegen aan de economie. Denk bijvoorbeeld aan hypotheken die gebruikt worden om een huis te financieren. De huizenprijzen stijgen door een instroom aan nieuwe kredieten, maar al deze kredieten hebben in feite weinig waarde toegevoegd aan de reële economie. De prijsstijgingen van financiële activa die het gevolg is van kredietgroei beschouwt Bezemer als fictieve rijkdom. Er staat geen groei van echte waarde tegenover. Ook zouden banken veel terughoudender moeten zijn met kredietverlening voor financiële handel. Ook dit zijn kredieten die alleen maar een prijsopdrijvend effect hebben, maar die geen nieuwe productiviteit opleveren. Banken moeten zich weer meer in dienst stellen van de reële economie en daar hun beleid op aanpassen.

    Huizenprijzen onder druk

    Bezemer verwacht dat de hypotheekrenteaftrek op termijn grotendeels zal verdwijnen.

    "Ik denk dat er nu wel een consensus over is, nu we gezien hebben wat voor slechte gevolgen het stimuleren van hypotheken heeft voor de Nederlandse economie. Een tijdje geleden mocht het h-woord nog niet uitgesproken worden, maar daar zijn we nu helemaal van af. Iedereen is het er nu wel over eens dat de hypotheekrenteaftrek een schadelijke maatregel is".

    Als gevolg van deze ontwikkeling is het niet waarschijnlijk dat de huizenprijzen weer snel zullen aantrekken. Maar dat betekent volgens Bezemer ook dat we in de toekomst niet meer zo snel in een huizenbubbel terecht zullen komen. De vraag of huizenprijzen nog verder zullen dalen is volgens Bezemer moeilijk te beantwoorden, omdat verschillende factoren daarbij een rol spelen. In hoeverre de onderwaarde op meer dan 1 miljoen huishoudens een probleem zal worden hangt sterk af van de conjunctuur. "Als de lonen bevroren worden en de werkloosheid toeneemt wordt voor een groot deel van de huishoudens moeilijk om de schulden te dragen". Het is volgens Bezemer juist nu zo belangrijk dat de overheid gaat investeren, zodat de negatieve spiraal doorbroken wordt. "Als de economie groeit dan is de schuld wel een last, maar dan is dat iets waar we overheen kunnen groeien. Als de economie niet groeit wordt de schuld een steeds grotere last".

    Pensioenenstelsel onhoudbaar

    Volgens Dirk Bezemer is ons pensioenstelsel in de huidige vorm onhoudbaar. We moeten accepteren dat het pensioenvermogen in werkelijkheid minder groot is dan we gedacht hebben en dat het rendement in de toekomst ook structureel lager zal uitvallen.

    "Een heel belangrijke implicatie is dat de rendementen waar pensioenfondsen rekening mee hebben gehouden voor de crisis de komende decennia niet meer terug zullen komen. Dat waren rendementen die in gang werden gehouden door een grote schuldgroei. We zullen moeten nadenken over nieuwe manieren om rendement te realiseren op ons pensioenvermogen, bijvoorbeeld door het vermogen te investeren om economische groei op gang te brengen."

    "We hebben twee problemen met ons pensioensysteem. Het eerste is de vergrijzing waar iedereen over praat, maar het andere probleem is de schuld-gedreven economische groei die zorgde voor schuld-gedreven rendementen. De continu hoge rendementen zijn voorbij en daar zullen pensioenfondsen zich op aan moeten passen. Het vermogen dat we dachten te hebben is er niet meer en zal ook niet terugkomen."

    Daarom is het volgens Bezemer noodzakelijk om op een andere manier naar pensioenopbouw te kijken. "Aan de ene kant hebben wij als Nederlandse huishoudens grote besparingen in onze pensioenfondsen en aan de andere kant hebben we veel schulden op onze hypotheken. Er is laatst een voorstel gedaan om pensioenvermogen beschikbaar te maken om hypotheekschulden af te lossen. De jonge generatie is een relatief groot deel van het inkomen kwijt aan pensioenopbouw, terwijl ze dat geld hard nodig hebben om hun schulden af te betalen. Als je jongeren nu een deel van hun pensioengeld gebruiken om hypotheekschuld af te lossen, dan zou dat een positief effect kunnen hebben." Ook zouden pensioenfondsen meer in de Nederlandse economie moeten investeren. Volgens de laatste cijfers van de Nederlandsche Bank is dat momenteel slechts 14% van het totale pensioenvermogen. "Nederlandse pensioenfondsen zouden meer ten dienste van de Nederlandse economie kunnen beleggen. Nu beleggen ze voornamelijk in internationale financiële markten. Het kan een idee zijn om het fiscaal aantrekkelijk te maken voor pensioenfondsen om in eigen land te beleggen." Doordat we tegelijkertijd veel schulden en veel besparingen hebben is het mogelijk om aan balansverkorting te doen. "Het is bijvoorbeeld een idee om pensioenfondsen in Nederlandse hypotheken te laten beleggen, zodat we onze besparingen gebruiken om onze schuldenlast af te bouwen."

    Spaargeld

    Volgens Bezemer is het moeilijk om te bepalen of je op vermogen boven de €100.000 op een spaarrekening risico loopt. "Je kunt niet voorspellen of een bank het gevaar loopt om te vallen of niet. Wel hebben we gezien dat banken om kunnen vallen en dat de financiële kwetsbaarheid soms groot is. Het is moeilijk om daar uitspraken over te doen." Voor wat betreft de spaardersheffing die beschreven werd in een rapport van het IMF geeft Bezemer de volgende toelichting:

    "Een spaardersheffing is mogelijk, maar ik denk niet dat het politiek haalbaar is. Het verbaast me wel dat het zover gekomen is en dat het genoemd wordt in een rapport van het IMF. Dat zegt iets over de ernst van de situatie. Je wilt dat de mensen die investeren in een bank en die aandelen hebben in de bank pijn kunnen leiden, want dat is risicodragend kapitaal. Dat is net als een investering in ieder ander bedrijf. Maar je wilt dat het spaargeld veilig is, want dat is in het belang van de financiële stabiliteit. Een spaardersbelasting zou ik daarom niet goed kunnen rechtvaardigen. Ik vind het een vreemde gedachte en ik denk dat het politiek niet haalbaar is."

    Tijdens een financiële crisis kunnen grond en vastgoed fungeren als een soort veilige haven, aldus Bezemer. Beide leveren niet heel veel rendement op, maar het voordeel is dat er altijd vraag is naar dit soort bezittingen. Ook is de volatiliteit van deze activa lager dan die van financiële activa of goud. Ook staatsobligaties kunnen als veilige haven beschouwd worden, maar dan alleen die van landen met een goede kredietstatus. Het nadeel is dan weer dat daar ook vrijwel geen rendement meer op te behalen valt. In grote lijnen kun je volgens Bezemer stellen dat een laag rendement het 'nieuwe normaal' is. We moeten er aan wennen dat de rendementen in de toekomst lager zijn dan in het verleden, omdat het rendement uit schuld gedreven economische groei uit zal blijven. "Misschien moeten we daarom maar gaan denken in termen van veilige havens in plaats van rendement".

    Bitcoin

    Volgens monetair en financieel econoom Bezemer is Bitcoin om verschillende redenen een interessant fenomeen. Hij zei daar het volgende over:

    "Volgens mij is Bitcoin heel interessant, omdat het laat zien wat de mogelijkheden van het nieuwe bankieren zijn. Het is dus niet meer van deze tijd dat het een paar dagen duurt voordat je geld wordt overgeschreven van de ene naar de andere bank en dat het allemaal veel sneller kan. Ook laat Bitcoin zien dat het creëren van geld, met moderne elektronische middelen, zelfs buiten banken om kan. Dit is nieuw en niet nieuw, omdat er al heel lang transacties in de economie gebeuren buiten banken om. Dat heet handelskrediet. Bedrijven handelen met elkaar met gesloten beurzen en creëren op die manier een vorm van krediet. Uitgestelde betalingen zijn een vorm van krediet en dat gebeurt al heel lang, maar Bitcoin is een vorm van krediet die niet gekoppeld is aan een handelsrelatie. Iedereen kan daar aan mee doen."

    Over de volatiliteit van Bitcoin:

    "Hoe meer vertrouwen mensen in Bitcoin hebben, hoe stabieler de koers zal worden. Toch denk ik dat de volatiliteit van Bitcoin relatief groot zal blijven, omdat er geen grote stabiliserende institutie achter zit. Daardoor verwacht ik dat het heel makkelijk een bubbel object kan worden. In die zin lijkt het een beetje op goud, het beweegt tegen de conjunctuur in.

    Het kan niet failliet gaan, maar het kan wel heel weinig waard worden en jaren lang heel weinig waard blijven. Gaat het goed met de economie, dan daalt de prijs. Dat kan ook gelden voor de prijs van Bitcoin."

    Maar er is ook een andere mogelijkheid. De opkomst van Bitcoin is volgens Bezemer niet alleen een soort motie van wantrouwen tegenover het fiat geld, het kan ook onderdeel zijn van een transitie naar een andere manier van betalen. Als er meer draagvlak komt voor betalingen in Bitcoin kan er ook een wisselkoers ontstaan tussen Bitcoin en de euro. "Dan krijg je verschillende soorten geld, waarbij er naast de dollar en de euro en een aantal andere valuta er ook een Bitcoin is waarmee je internationaal kunt betalen". Bezemer wijst op een uitspraak van Minsky die in de discussie omtrent Bitcoin relevant is.

    "Iedereen kan geld maken, maar het probleem is om het geaccepteerd te krijgen. Bitcoin laat heel mooi zien wat het wezen is van geld. Het is een claim die uitgegeven kan worden en zodra mensen die claim accepteren is het geld. Veel mensen accepteren al Bitcoins, dus is het geld. Zodra Bitcoin om wat voor reden dan ook niet meer geaccepteerd wordt is het geen claim meer. Dat is de logica van geld: het houdt op te bestaan als niemand het meer accepteert."

    Goud

    Volgens Bezemer is het niet verstandig om in goud te beleggen. Het edelmetaal doet het weliswaar goed in een financiële crisis, maar als mensen weer meer vertrouwen krijgen in de economie gaat de prijs weer omlaag. Het edelmetaal vervult volgens hem ook geen rol meer in het monetaire systeem:

    "Goud hoeft volgens mij geen rol in het monetaire systeem te spelen. Het vervult op dit moment een soort showbizz functie. Goud komt uit de historische tijd dat er een link was tussen de dollar en goud en uit de tijd dat de hoeveelheid goud in de munt bepaalde hoeveel waarde het geld had. Dat is zo geweest in sommige tijden en plaatsen, maar er is geen enkele reden waarom dat nu zo zou zijn."

    Waarom centrale banken weer netto kopers zijn van goud:

    "Dat zie ik meer als een soort belegging, niet iets wat een betekenis heeft voor het financiële systeem. Ons huidige financiële systeem is helemaal niet afhankelijk van goud. Wat zou je met goud kunnen doen als het financiële systeem klapt? Als je nieuw geld uitgeeft moet men vertrouwen hebben in jou, niet in je goud. Omdat centrale banken mijn mening niet zijn toegedaan hebben ze hun goudvoorraad nog niet verkocht. Centrale banken zouden naar mijn mening moeten kijken naar het rendement op goud in vergelijking met andere beleggingen."

    Volgens Bezemer vormt goud geen uitzondering op andere materialen die ooit als geld werden gebruikt. Hij zei daar het volgende over:

    "Goud is niet het echte geld. De essentie van geld is dat het iets is dat mensen accepteren. Dat kan van alles zijn. Zo betaalden we vroeger met kerfstokken en hadden de mensen in Babylon kleitabletten als geld. Dat zijn verschillende materialen. Klei, hout, papier of bits en bytes in een computer, het kan allemaal dragers van geld zijn, zo lang we het allemaal gebruiken. Het geld zelf is niet een ding, het is een idee; het is vertrouwen. Ik denk niet dat goud daar een uitzondering op is. Goud is eigenlijk een ontzettend zacht en waardeloos metaal. Je kunt er kiezen mee vullen en er zijn beperkte industriële toepassingen. Maar als je denkt dat er altijd vertrouwen zal blijven in goud, dan is het zinvol om wat goud te houden. De fluctuaties in de goudprijs zijn echter zo groot zijn dat je je af moet vragen of het wel een goede belegging is, in vergelijking met andere beleggingen."

    Dirk Bezemer

    Dirk Bezemer: "Geld is niet een ding, het is een idee. Het is vertrouwen." (Afbeelding van INET Economics)

  • “Dow Jones is grootste piramidespel ooit”

    De Dow Jones is het grootste piramidespel van alle tijden, dat stelt Wim Grommen. Grommen heeft verschillende publicaties over de economische crisis op zijn naam staan, waarin hij onder meer in gaat op de historisch terugkerende patronen en transformatieprocessen in de economie. Op zijn LinkedIn pagina staat een lijst van publicaties in Nederlandstalige en Engelstalige media. Het volgende artikel is een vertaling van zijn laatste publicatie, getiteld “The Dow Jones Index is the Greatest of All Ponzi Schemes”.

     

    De Dow Jones Index is het grootste piramidespel ooit

    Let op: De prestaties van de 30 aandelen van de Dow worden gemanipuleerd!

    Door: Wim Grommen (met Lorimer Wilson)

    De Dow Jones Industrial Average (DJIA) Index – de oudste aandelenindex van de VS en de meest invloedrijke in de wereld – bestaat uit dertig bedrijven en heeft een extreem interessante en moeilijke geschiedenis. Van het begin, de transformatie tot de structurele ontwikkelingen die de index alle attributen heeft gegeven van wat men een Ponzi piramidespel noemt…

    De Dow jones Index werd in 1896 voor het eerst gepubliceerd. De index bestond toen uit twaalf bedrijven en was simpelweg een gemiddelde van de prijs van deze twaalf aandelen. De waarde van deze aandelen werd opgeteld en vervolgens gedeeld door twaalf. Als gevolg daarvan hadden de aandelen met de hoogste prijs het meeste invloed op de beweging van de hele index. In 1916 werd de Dow 12 de Dow 20, nadat vier bedrijven uit de index gingen en werden vervangen met twaalf nieuwe bedrijven. In oktober 1928 werd de Dow 20 de Dow 30, maar de berekening van de index werd op dat moment veranderd. In plaats van de totale waarde van alle aandelen te middelen werd het totaal gedeeld door wat men de ‘Dow Divisor’ noemt.

    Hoewel de invoering van de Dow Divisor logisch leek, was het dat – en is het dat nog steeds – totaal niet! Waarom? Omdat er bij iedere aanpassing van de bedrijven in de index en bij splitsing van aandelen er geen vergelijking meer gemaakt kan worden tussen de nieuwe en de oude index. Het is alsof je een vergelijking probeert te maken van de smaak van een cocktail, een cocktail die bestaat uit verschillende vruchten en waarvan het aantal verschillende vruchten en hun  unieke smaak continu veranderen. Ik zal uitleggen hoe het bovenstaande zich verhoudt tot de Dow.

    Bedrijven gaan door vijf fasen van transitie

    Aan de ene kant verdwijnen er bedrijven uit de index, bedrijven die zich bevinden in de stabilisatiefase of neergangsfase. Er zijn vijf fasen te onderscheiden.

    1. De voor-ontwikkelingsfase, waarin de huidige staat niet zichtbaar verandert
    2. De groeifase, waarin het veranderingsproces begint
    3. De versnellingsfase, waarin zichtbare structurele veranderingen op sociaal, cultureel, economisch, ecologisch en institutioneel niveau elkaar gaan beïnvloeden
    4. De stabilisatiefase, waarin de snelheid van de sociologische verandering afneemt en ene nieuwe dynamiek ontstaat door een leerproces
    5. De neergangsfase, waarin de kosten van een bedrijf stijgen door overcapaciteit en het bedrijf zich terugtrekt van de markt

    De Dow Index is een piramidespel

    Aan de andere kant bevinden de bedrijven die aan de Dow Jones index worden toegevoegd zich nog in de groeifase of de versnellingsfase. Deze dynamiek zorgt ervoor dat een blijvende stijging van de index veel waarschijnlijker is dan een daling van de index. In feite zorgt de manier waarop de Dow Jones index beheerd wordt er zelfs voor dat er een piramidespel ontstaat! Alles gaat goed zo lang er bedrijven aan de index worden toegevoegd die in hun groeifase zitten en bedrijven uit de index blijven verdwijnen die de fase van stabilisatie of neergang bereikt hebben.

    De valse stijging van de Dow verklaard

    Op 1 oktober 1928, toen de Dow Jones werd uitgebreid naar dertig bedrijven, werd er in de berekening van de index rekening gehouden met de aandelensplitsingen die zo nu en dan plaatsvonden. Toen werd bepaald dat de totale som van alle aandelen niet door 30 maar door 16,67 gedeeld moest worden, de zogenaamde Dow Divisor. Dat was nodig om de waarde van de index gelijk te houden.

    Op 1 oktober 1928 was de som van alle dertig aandelen van de Dow Jones $3.984, een getal dat gedeeld werd door 16,67 en daarmee een indexscore opleverde van 239. Dat was een plotselinge stijging van 80% van de index ten opzichte van de oude indexberekening van 132,8 (3.984/30)!! Deze actie zorgde ervoor dat er veel meer weging werd toegekend aan absolute veranderingen in dollars van aandelen met de grootste prijsschommelingen. Maar daar bleef het niet bij!

    In september 1929 werd de Dow Divisor opnieuw aangepast. Deze keer werd de deler nog verder verlaagd tot 10,47, om te corrigeren voor de aandelen die in 1928 uit de index verdwenen en eraan toegevoegd werden. Dat zorgde ervoor dat de index van 1 oktober 1928 werd opgekrikt naar 380,5. Een stijging van 186,5 ten opzichte van de oude berekening!!

    Vanaf 1929 (tenminste voor een bepaalde periode) had deze aanpassing van de Dow Divisor het effect – en ik herhaal mijzelf – dat er nog meer belang werd toegekend aan de absolute dollarveranderingen van de aandelen die het meest in waarde veranderden.

    800px-DJIA_historical_graph_svg

    De Dow Jones index: punten zijn geen dollars

    Hoe de Dow Divisor bijdroeg aan de crash van 1929

    Uit bovenstaande analyse/uitleg wordt duidelijk dat de dramatische “aanpassingen” van de Dow Divisor (samen met het toevoegen van bedrijven in de groeifase en het verwijderen van bedrijven in de stabilisatie- of neergangsfase) voor een groot deel hebben bijgedragen aan de extreme stijging van de Dow Jones index tussen 1920 en 1929 en de daarop volgende dramatische daling tot en met 1932.

    De exponentiële stijgen van de Dow Jones onthuld

    In de jaren ’80 en ’90 werd de ondermijning van de werkelijke waarde van de Dow 30 voortgezet. Je raad het al, de ‘aanpassingen’ van de Dow Divisor bleven komen door veranderingen in de samenstelling van de index en door de vele aandelensplitsingen die hebben plaatsgevonden. In 1985 was de deler nog maar 1,116 en op het moment van schrijven staat de Dow Divisor op 0,132129493.

    Inderdaad, een stijging van $1 in de totale waarde van alle dertig aandelen uit de index zorgde voor 8.446 meer indexpunten dan in 1985 (1,116 / 0,132129493). Was de Dow Divisor niet zo dramatisch verlaagd, dan zou de indexscore van 12.215 punten in november 2010 veel lager zijn. De totale waarde van alle aandelen uit de index was op dat moment $1.481,85, wat met de Dow Divisor van 1985 een Dow Jones index zou opleveren van 1327,82 punten (1.481,85 / 1,116). Zouden we de originele berekening in ere herstellen, dan zou de Dow Jones index nog maar 49,395 punten zijn (1.481,85 / 30)!!

    De cruciale vragen die we vandaag de dag moeten stellen zijn:

    1. Is de huidige stand van de economie goed genoeg om de Dow 30 op haar huidige niveau te houden?
    2. Blijven de dertig aandelen die nu in de index zitten robuust of zullen ze evolueren naar een fase van stabilisatie of neergang?
    3. Zullen er genoeg bedrijven zijn die de taak op zich kunnen nemen om de Dow Jones index verder op te pompen?
    4. Zal de Dow Divisor opnieuw veranderen?

    De Dow 30 is de grootste ponzi van allemaal

    Ik doe een beroep op de financiële wereld om een kritische blik te werpen op de Dow Divisor. Als deze blijft zoals die nu is, dan blijft de misleiding van investeerders bestaan bij iedere transitiefase van de Dow Jones. Dit grootse Ponzi schema zal enorme consequenties hebben voor alle investeerders.

     

    DOWDIVISOR30

    Wim Grommen heeft onlangs een internationale campagne gelanceerd, genaamd DOWDIVISOR30. Deze campagne is bedoeld om degenen die verantwoordelijk zijn voor de samenstelling van de Dow Jones te overtuigen dat de Dow Divisor in de formule waarmee Dow Jones wordt berekend, op korte termijn weer zijn oorspronkelijke waarde moet krijgen, namelijk 30. Degenen die verantwoordelijk zijn, zijn een aantal journalisten van de Wall Street Journal en de eigenaar van de Dow Jones Index, het bedrijf S & P Dow Jones Indices LLC, een dochteronderneming van The McGraw-Hill Companies. Burgers kunnen wereldwijd een petitie tekenen die de regering van de president Obama vraagt om druk uit te oefenen op de betreffende journalisten en het bedrijf S & P Dow Jones Indices LLC om deze wijziging in de formule van de Dow Jones door te voeren.

    — Voor meer informatie over deze campagne, klik hier —

  • Nieuw piramidespel steekt de draak met Bitcoins

    De ‘mavros’ worden uitgegeven door Sergey Mavrodi zelf en ook de waarde wordt door hem vastgesteld. Anders dan bij Bitcoins, waarvan de waarde van moment tot moment op de markt wordt bepaald, verdubbelen de mavros simpelweg iedere maand in prijs. Mavrodi zal de prijs van zijn munt twee keer per week bekendmaken, op dinsdag en op donderdag.

    Mavrodi noemt zijn eigen geldsysteem een ‘mutual aid fund’. De gedachte is dat mensen geld inleggen in een pot, dat iemand anders die ook in het systeem zit aan de pot kan onttrekken. De rest krijgt een claim op dat geld. Het bedrijf dat achter dit piramidespel zit heet Mavrodi Mondial Moneybox (MMM). Het bedrijfje vliegt onder de radar, omdat het noch een bedrijf noch een beleggingsfonds is. De eigenaar is goed op de hoogte van alle mazen in de wetgeving en heeft daarmee een eigen geldsysteem ontwikkeld dat gewoon kan bestaan naar het officiële geld. De maker noemt zijn geldsysteem een “informeel netwerk van miljoenen mensen over de hele wereld die zich willen verzetten tegen de financiële slaveij en die de oorlog verklaard hebben aan de Federal Reserve en de banken”.

    De slogans van het bedrijf (“We veranderen de wereld” en “Samen kunnen we veel bereiken”) zijn al bijzonder kleurrijk, maar de disclaimer is helemaal bijzonder:

    “Participating in the MMM, you are extremely at risk and can lose at any time, all your money.

    Do not forget this!

    There are no investments! No business activity! There is no company!

    In short. We urge you, convince, beg and plead with everyone:

    YES YOU DO NOT PARTICIPATE IN THIS MMM!”

    Populair in India

    Volgens Business Standard wint het mavros geldsysteem vooral aan populariteit in kleine Indiase dorpen (zijn project heeft een Indiase domeinnaam op het inteet). Een grote groep van 75.000 mensen zou al geld ingelegd hebben in de virtuele munt van Mavrodi. Op de website van Mavrodi Mondial Moneybox staat een bomvolle agenda van “seminars” en “workshops”. Er is zelfs een Facebook pagina opgericht voor het geldsysteem van Mavrodi.

    Verleden

    Mavrodi heeft een kleurrijk verleden, zo schrijft de nieuwssite Quartz. Begin jaren negentig zette hij een financieel piramidespel op in Rusland, dat ook al MMM genoemd werd. In 1994 werd hij gearresteerd voor belastingontduiking en liep zijn piramidespel vast. Een jaar later schopte hij het tot het Russische parlement met de belofte dat hij deelnemers aan zijn piramidespel zou compenseren met geld van de overheid. Zijn immuniteit als parlementslid werd hem echter al snel afgenomen. In 2003 werd hij opnieuw gearresteerd en moest hij 4,5 jaar naar de gevangenis.

    Sinds 2011 beproeft Mavrodi zijn geluk in India, Indonesie en Thailand. Daar zoekt hij ook naar manieren om geld te verdienen aan gaten in de belastingwet. De virtuele munt kwam ook op deze manier tot stand. De politie van Mumbai zou al achter hem aan zitten.

    Sergey Mavrodi steekt de draak met Bitcoins