De ECB was de afgelopen jaren de belangrijkste koper van Italiaanse staatsobligaties, zo blijkt uit onderzoek van Deutsche Bank. De centrale bank haalde sinds 2015 met haar opkoopprogramma voor meer dan €350 miljard aan schuldpapier uit de markt. Dat terwijl Italiaanse banken per saldo bijna geen obligaties kochten en particulieren meer dan €100 miljard verkochten.
De afgelopen dertig jaar kochten vooral buitenlandse beleggers en financiële instellingen als pensioenfondsen en verzekeraars het Italiaanse schuldpapier, maar door het opkoopprogramma van de ECB heeft de centrale bank deze rol inmiddels overgenomen. Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat het voor centrale banken van de Eurozone streng verboden is om overheidstekorten te financieren.
Monetaire financiering door de ECB?
Door alleen op de secundaire markt obligaties te kopen houdt de centrale bank zich strikt genomen aan haar mandaat, maar in de praktijk helpt ze de Italiaanse regering wel. Met het opkopen van schuldpapier daalt de rente, waardoor Italië haar schulden goedkoper kan financieren. De grote vraag is of particuliere beleggers weer zullen terugkeren op de markt als de ECB de geldkraan dichtdraait. De centrale bank heeft de eerste aanzet gegeven, door de weging van Italiaanse staatsleningen te verlagen.
Italiaanse banken hebben ongeveer 10% van alle Italiaanse staatsleningen op hun balans staan. Door de centrale bank van Italië opdracht te geven dit schuldpapier op te kopen heeft de ECB in feite ook de bankensector geholpen. Zij konden het schuldpapier inwisselen voor claims op de centrale bank, de meest kredietwaardige tegenpartij.
Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!
De ECB zal vanaf volgend jaar naar verhouding minder Italiaanse en Spaanse en meer Nederlandse en Duitse staatsobligaties kopen. De centrale bank publiceerde onlangs een nieuwe verdeelsleutel, waarin de populatie en de economische groei van de verschillende Eurolanden wordt meegenomen. Deze verdeelsleutel is relevant voor het opkoopprogramma van de centrale bank, omdat het bepaalt hoeveel staatsobligaties de centrale bank van ieder land mag opkopen.
Eind dit jaar stopt de ECB met nieuwe aankopen van staatsobligaties onder haar zogeheten Public Sector Purchase Programme (PSPP), maar dat betekent niet dat er helemaal geen staatsobligaties meer worden gekocht. Alle opbrengsten van afgeloste leningen worden namelijk opnieuw geïnvesteerd in staatsobligaties, waarbij de verdeelsleutel bepaalt van welke landen er obligaties worden opgekocht.
Nieuwe verdeelsleutel
De nieuwe verdeelsleutel die de centrale bank vanaf volgend jaar zal hanteren geeft een zwaardere weging aan staatsobligaties van onder meer Duitsland, Frankrijk en Nederland, terwijl de weging van staatsleningen van onder meer Portugal, Griekenland, Italië en Spanje is verlaagd. Het komt er dus op neer dat de centrale banken binnen het Eurosysteem de komende jaren naar verhouding minder schuldpapier van de laatstgenoemde landen en meer van de eerstgenoemde landen zullen aanhouden.
#ECB adopts new capital key based on population and GDP growth w/ #Germany, #France and The Netherlands gaining in weight at the expense of #Italy and #Spain. Should the ECB decide to reinvest the bonds under the new capital key, that would spell trouble for Italy. pic.twitter.com/UOcR1pGBoQ
Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!
Beleggers lieten het deze week massaal afweten bij een veiling van $37 miljard aan Amerikaanse staatsleningen. De vraag naar de Treasuries met een looptijd van 3 jaar kwam in verhouding tot het aanbod zelfs uit op het laagste niveau sinds 2009. Iets minder dan 48% van het totale aanbod van schuldpapier werd via banken verkocht aan beleggers, terwijl partijen die rechtstreeks op de obligatieveiling bieden slechts 3% voor hun rekening namen. Dat is veel minder dan het gemiddelde van 10,5% die normaal op deze manier wordt gekocht.
De tegenvallende resultaten van deze obligatieveiling zijn het gevolg van een combinatie van factoren, zo schrijft de Financial Times. De tussentijdse verkiezingen in de Verenigde Staten en het relatief grote bedrag dat de Amerikaanse regering in korte tijd probeert op te halen droegen bij aan de tegenvallende opkomst op de obligatieveiling. Na de slecht verlopen veiling van 3-jaars leningen volgt vandaag een veiling van $27 miljard aan staatsleningen met een looptijd van 10 jaar en woensdag een veiling van $19 tot $30 miljard aan obligaties met een looptijd van 30 jaar.
Stijgende rente
De afgelopen twee jaar is de rente op Amerikaanse staatsleningen sterk gestegen. Beleggers maken zich meer zorgen over de houdbaarheid van de staatsschuld en vragen een hogere vergoeding door de renteverhogingen van de Federal Reserve. Zo is de rente op de Treasuries met een looptijd van drie jaar sinds de zomer gestegen van 1,5% naar 3%. In 2012 en 2013 kon de regering in Washington zelfs voor minder dan 0,4% geld lenen op de obligatiemarkt.
De rente op Amerikaanse staatsobligaties is de laatste jaren sterk gestegen, maar staat nog niet zo hoog als tien of twintig jaar geleden. Toch is dat geen reden om je minder zorgen te maken, want de totale staatsschuld is in die periode ook flink opgelopen. Dat betekent dat een procentpunt rentestijging nu veel harder aankomt dan toen. De rente die de regering betaalt over haar staatsschuld van meer dan $21 biljoen bedraagt nu al meer dan $500 miljard, maar kan volgens schattingen binnen tien jaar verder oplopen tot $900 miljard. Dat is volgens de New York Times meer dan wat het land momenteel uitgeeft aan defensie.
Rente op Amerikaanse staatsobligaties is de laatste maanden sterk gestegen (Bron: CNBC)
Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!
De rente op Italiaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar blijft maar stijgen en tikte deze week zelfs even de 3,71% aan. Daarmee staat de rente op het hoogste niveau sinds begin 2014. Beleggers maken zich zorgen over het oplopende begrotingstekort van Italië en vrezen voor een afwaardering door de grote kredietbeoordelaars, waardoor het schuldpapier minder gemakkelijk verhandeld kan worden.
De Italiaanse regering probeert de onzekerheid op de financiële markten weg te nemen, maar lijkt daar allerminst in te slagen. De Italiaanse minister van Financiën Giovanni Tria noemde het grote verschil in rente tussen de Duitse en Italiaanse rente ‘onacceptabel‘, terwijl ook hij moet weten dat die rente door de markt wordt bepaald. Op dit moment vragen beleggers 300 basispunten meer rente voor een Italiaanse 10-jaars lening dan voor een vergelijkbare Duitse staatsobligatie. Dat verschil, de zogeheten spread, is sinds april 2013 niet meer zo groot geweest als nu.
Oops! Italian bonds extend losses. #Italy 10y yields jump >3.7% and this in times when the #ECB is still buying bonds. pic.twitter.com/X281QXEXjP
De Italiaanse regering speelt met vuur door het begrotingstekort verder op te laten lopen. De financiële markten straffen dit beleid af door een hogere rentevergoeding te vragen. Merk daarbij op dat de centrale bank nog steeds Italiaans schuldpapier opkoopt. Zonder deze stimulering was de rente op het Italiaanse schuldpapier waarschijnlijk nog wel hoger geweest dan nu. De ECB wil haar opkoopprogramma dit jaar afbouwen.
Volgens minister Tria is de rente de laatste maanden gestegen door onzekerheid op de financiële markten en niet door fundamentele economische problemen in Italië. De Europese Unie moet later deze maand nog goedkeuring geven voor de nieuwe Italiaanse begroting. Beleggers en kredietbeoordelaars zullen deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden.
Italiaanse banken hebben in mei en juni voor in totaal €28 miljard aan schuldpapier van hun eigen overheid aan de balans toegevoegd. Daarmee heeft de bankensector van het land nu in totaal €381 miljard van de totale Italiaanse staatsschuld in handen. De aankopen van schuldpapier door banken is opvallend, omdat de rente op staatsleningen met een looptijd van twee jaar in deze periode is opgelopen van -0,3% tot +0,7%, waarbij in mei zelfs een piek van 2,8% werd gemeten.
De Italiaanse banken zetten meer schuldpapier op hun balans, terwijl de aankopen van staatsobligaties door de Europese Centrale Bank de laatste tijd verder worden afgebouwd. De centrale bank van Italië haalde in mei en juni in opdracht van de ECB voor €7,6 miljard aan schuldpapier uit de markt. Volgens analist Nick Kounis van de ABN AMRO doen deze cijfers vermoeden dat Italiaanse banken bereid zijn Italiaans schuldpapier te kopen op het moment dat andere beleggers uitstappen. Dezelfde trend werd namelijk ook waargenomen tijdens de Eurocrisis van een paar jaar geleden.
De Italiaanse staatsschuld is voor bijna 20% in handen van de Italiaanse centrale bank en voor ongeveer 40% in handen van binnenlandse financiële instellingen. Particulieren en buitenlandse beleggers tonen de laatste jaren juist steeds minder belangstelling voor het Italiaanse schuldpapier, een opvallende ontwikkeling die we de komende jaren zeker in de gaten zullen houden.
#ECB is the only net buyer left of #Italy's govt bonds. Over past 30yrss, Italian households have steadily been reducing their exposure. Now 18% of BTP's held by central banks, foreign investors hold 35% and 41% is w/ Italian financial institutions. pic.twitter.com/s6p6aNsuL5
De ECB heeft besloten haar stimuleringsprogramma te beëindigen. Tot en met september blijft de centrale bank voor €30 miljard aan staatsobligaties opkopen, maar in de laatste drie maanden van het jaar wordt dat gehalveerd tot een tempo van €15 miljard. Na december zal het opkoopprogramma stoppen, al blijft de centrale bank nog wel de opbrengst van afgeloste leningen herinvesteren. Ook blijft de rente nog tenminste tot september volgend jaar op nul procent.
Vorige week schreven we al over het versnelde afbouw van het stimuleringsprogramma van de ECB. Verschillende personen binnen de centrale bank hadden via de media al kenbaar gemaakt dat het onderwerp op de agenda kwam en ook waren veel economen al in de verwachting dat het opkoopprogramma dit jaar stopgezet zou worden.
ECB begon in 2015 met het stimuleringsprogramma (Bron: ECB)
ECB stopt stimuleringsprogramma
De timing voor dit besluit is opmerkelijk, want begin vorig jaar lag de inflatie ook al op het door de ECB gewenste niveau. Dat was dus niet de enige reden om het opkoopprogramma dit jaar stop te zetten. Mogelijk probeert de centrale bank met dit besluit een signaal af te geven aan overheden om een verantwoord begrotingsbeleid te voeren.
Dankzij het stimuleringsprogramma konden landen in de Eurozone goedkoper lenen en was de obligatierente uitzonderlijk laag. Dat was niet alleen gunstig voor de rentelasten van overheden, maar ook van huishoudens die met een hypotheek een eigen huis kochten. De beëindiging van het stimuleringsprogramma betekent dat een belangrijke koper zich terugtrekt van de obligatiemarkt. Daardoor zou de rente vanaf volgend jaar weer wat kunnen gaan stijgen, met alle gevolgen van dien.
De onzekerheid rondom het de plannen van de nieuwe regering in Italië hebben niet alleen effect op de Italiaanse rente, maar ook op de rente die Spanje en Portugal moeten betalen om geld te lenen op de kapitaalmarkt. Terwijl de rente voor Italiaans schuldpapier met een looptijd van tien jaar de afgelopen drie weken van 1,8% naar 2,39% gestegen is sprong ook de rente voor de Spaanse en Portugese obligaties omhoog. In het geval van Portugal steeg de rente voor 10-jaars leningen in dezelfde periode van 1,7% naar 2%, terwijl Spanje een stijging van 1,3% naar 1,5% te verwerken kreeg. Deze ontwikkeling laat zien dat beleggers nog steeds rekening houden met een zeker besmettingsgevaar.
De plannen van de nieuwe Italiaanse regering om het begrotingstekort flink te laten toenemen en eerdere geruchten om hun schuld aan de Europese Centrale Bank kwijt te schelden kunnen andere landen op ideeën brengen en een precedent scheppen voor Portugal en Spanje om eveneens de begrotingsregels los te laten. Daarbij maken de financiële markten duidelijk onderscheid tussen de verschillende landen, want de rente die Duitsland moet betalen bleef de laatste weken vrijwel onveranderd op iets meer dan 0,5%.
De nieuwe Italiaanse regering zou van plan zijn de Europese begrotingsregels te negeren en het tekort verder te laten stijgen dan het afgesproken maximum van 3%. In een concept versie van het regeerakkoord dat vorige week uitlekte stonden ook plannen om €250 miljard aan staatsschuld op de balans van de Europese Centrale Bank weg te strepen.
Dat laatste kwam niet terug in de definitieve versie van het regeerakkoord van Lega Nord en de Vijfsterrenbeweging, maar het zorgde wel voor onrust op de financiële markten. Hoe veilig zijn Italiaanse staatsobligaties nog? En wie bezit deze schuldpapieren?
Hoe veilig zijn Italiaanse staatsobligaties?
De kans dat Italië haar schuldverplichting niet nakomt is niet zo groot, omdat het land daarmee waarschijnlijk haar toegang tot de kapitaalmarkt zal kwijtraken. Beleggers zullen niet langer bereid zijn de Italiaanse regering geld te lenen (of alleen tegen een zeer hoge rente), terwijl de Europese Centrale Bank zich in dat scenario waarschijnlijk ook zal terugtrekken als lender of last resort, om de simpele reden dat het opkopen van Italiaans schuldpapier dan uitgelegd kan worden als een bailout voor de Italiaanse regering.
Omdat Italië onderdeel is van de Eurozone en al haar schulden genoteerd zijn in euro’s hoeven beleggers ook niet meer te vrezen voor een devaluatie. In het verleden was dat nog wel een risico, toen alle Europese landen nog hun eigen munt hadden en daar zelf over konden beslissen. Mede dankzij de euro kunnen beleggers het schuldpapier ook gemakkelijk verhandelen, omdat het valutarisico gering is. Toch is de impact duidelijk te zien aan de Italiaanse 10-jaars rente.
De kans dat Italië een deel van haar schulden niet zal terugbetalen is op de korte termijn dus niet zo groot. Maar als dat wel gebeurt, wie zal daar dan het meeste last van hebben? Eerder dit jaar publiceerden we hierover al een artikel, met de strekking dat particulieren een steeds kleiner deel van de Italiaanse staatsschuld financieren en dat een steeds groter deel van het schuldpapier in handen is van financiële instellingen en de Italiaanse centrale bank.
De afgelopen dertig jaar waren het vooral buitenlandse beleggers en financiële instellingen als pensioenfondsen en verzekeraars die het Italiaanse schuldpapier kochten. Door het opkoopprogramma van de ECB is de Italiaanse centrale bank uitgegroeid tot belangrijke schakel in de financiering van de Italiaanse overheid.
#ECB is the only net buyer left of #Italy's govt bonds. Over past 30yrss, Italian households have steadily been reducing their exposure. Now 18% of BTP's held by central banks, foreign investors hold 35% and 41% is w/ Italian financial institutions. pic.twitter.com/s6p6aNsuL5
Het toenemende eigendom van schuldpapier bij publieke instellingen en institutionele beleggers en het afnemende private eigendom van het schuldpapier wordt bevestigd door analist Nick Kounis van ABN Amro. Hij concludeert dat de private sector zich de laatste jaren meer uit de obligatiemarkt heeft teruggetrokken, vanuit de wetenschap dat de Europese Centrale Bank de markt nog lange tijd zal blijven ondersteunen met nieuwe aankopen en met het doorrollen van aflopende leningen.
De ABN-analist merkt ook op dat Italiaanse banken met een aandeel van 10,7% relatief veel staatsobligaties van hun eigen land op de balans hebben staan. Dat is vergelijkbaar met Spanje (9,6%) en Portugal (12,2%), maar veel hoger dan in de sterkere Eurolanden, waar de bankensector minder dan 5% van het schuldpapier van de eigen overheid bezit.
Staatsobligaties zijn sinds het loslaten van de goudstandaard uitgegroeid tot het fundament van ons financiële systeem. Het schuldpapier van overheden wordt gebruikt als onderpand voor financiële transacties en wordt gezien als risicovrije component in de beleggingsportefeuilles van pensioenfondsen en verzekeraars.
De kans is groot dat ook uw leningen – zoals studieschuld en hypotheekschuld – gebaseerd zijn op de rente op staatsleningen. Ook zult u in de moderne economieboeken waarschijnlijk terugvinden dat het rendement op staatsobligaties als risicovrij rendement beschouwd mag worden.
De wereld leek zo simpel, totdat we in 2008 getuige waren van de grootste financiële crisis sinds de jaren dertig. Overheden moesten met miljarden banken overeind houden, met als gevolg dat ook de kredietwaardigheid van landen ter discussie kwam te staan. Centrale banken wisten de markten weer te kalmeren, maar pas nadat ze voor honderden miljarden aan staatsobligaties hadden opgekocht en de rente naar nul procent hadden gebracht.
Geen monetaire discipline
We kunnen er lang over discussiëren of centrale banken adequaat hebben gehandeld tijdens de crisis, maar feit is dat ze alle prikkels bij overheden hebben weggehaald om orde op zaken te stellen. Dat een land als Italië vandaag de dag geen 7% meer hoeft te betalen om geld op te halen heeft ze niet te danken aan een verantwoord fiscaal beleid, maar aan de impliciete garantie dat de Europese Centrale Bank zal ingrijpen op het moment dat het weer mis dreigt te gaan.
De fundamentele problemen zijn niet opgelost, maar slechts gemaskeerd door het ruime monetaire beleid van de ECB. De gedachte achter de euro – een munt losgekoppeld van de staat om een zekere fiscale discipline bij de lidstaten af te dwingen – werd met het omstreden opkoopprogramma van de ECB in één keer om zeep geholpen. Italië en de andere zuidelijke landen bleken toch boven de centrale bank te staan, terwijl het eigenlijk andersom had moeten zijn.
De ellende komt later…
Italië wil €250 miljard wegstrepen?
Deze week lekte een gedeelte van het concept regeerakkoord van de nieuwe Italiaanse regering uit, waarin de regeringscoalitie van de Vijfsterrenbeweging en Lega Nord duidelijk laat blijken dat ze niet van plan is de fiscale en monetaire regels van de Eurozone na te leven. Niet alleen willen ze de Europese begrotingsregels van maximaal 3% tekort en maximaal 60% staatsschuld overboord gooien, ook willen ze voor €250 miljard aan staatsschuld op de balans van de ECB wegstrepen. Daarnaast zou de regering een opt-out willen voor de euro, een standpunt waar de coalitie later overigens weer op terug kwam.
De financiële markten waren geschrokken van de plannen van de nieuwe Italiaanse regering, maar de kans is groot dat het hier niet bij zal blijven. Ook in andere landen zullen regeringen proberen te ontsnappen aan de fiscale discipline die de gemeenschappelijke munt hen oplegt. Kunnen we niet meer devalueren? Dan proberen we onze schulden wel weg te inflateren of zelfs weg te strepen.
Spaarders zijn gewaarschuwd!
Frank Knopers
Deze column van Frank Knopers verscheen eerder op Goudstandaard. Goudstandaard is gespecialiseerd in de verkoop en opslag van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over beleggen in edelmetalen? Bel ons op +31(0)88 46 88 488 of mail naar [email protected].
Het rendement op Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van slechts drie maanden is voor het eerst sinds het uitbreken van de financiële crisis van 2008 weer hoger dan het gemiddelde dividendrendement op aandelen uit de S&P 500 index.
De verwachting dat de Amerikaanse overheid veel meer geld gaat lenen en dat de Federal Reserve de rente nog een paar stappen zal verhogen zorgt ervoor dat beleggers een steeds hogere vergoeding vragen voor het schuldpapier van de regering, de zogeheten Treasuries. Een andere mogelijkheid is dat er minder vraag is naar het schuldpapier, wat de rente ook verder kan aanjagen.
Begin deze week steeg de rente op Amerikaanse staatsleningen met een looptijd van drie maanden tot 1,91%. Volgens cijfers van Bloomberg was dat het hoogste niveau in tien jaar tijd. Tegelijkertijd zakte het dividendrendement van de S&P 500, de belangrijkste aandelenindex in de Verenigde Staten, tot iets minder dan 1,9% op jaarbasis. En dat betekent dat obligaties op dit moment weer meer rendement opleveren dan aandelen.
De afgelopen jaren was het rendement op staatsobligaties zo laag dat beleggers bijna vanzelfsprekend voor aandelen kozen. Beleggers spraken van TINA (There is no Alternative), omdat alle andere beleggingen minder aantrekkelijk waren. Die situatie lijkt nu voorbij, want met een rente van 1,9% op obligaties met een looptijd van drie maanden en meer dan 3% voor schuldpapier met een looptijd van tien jaar is het voor het eerst sinds jaren ook weer interessant geworden om vermogen in staatsleningen te parkeren.
De vraag is of je als belegger blij moet worden van een rendement van 2%, want dat is nog minder dan de officiële inflatie van 2,5% in de Verenigde Staten. Dat betekent dat je ieder jaar zelfs wat koopkracht inlevert door je geld aan de Amerikaanse overheid uit te lenen. En dan rekenen we nog niet eens met de traditionele inflatieberekening van Shadowstats, die suggereert dat de inflatie in de Verenigde Staten momenteel 6% is. Wil je als belegger meer rendement maken dan de inflatie, dan wordt je bijna gedwongen meer risicovolle beleggingen te kiezen.
Dit artikel wordt u aangeboden door Goudstandaard, uw adres voor de aankoop en verzekerde opslag van edelmetalen. Wilt u goud kopen? Neem dan contact op door te mailen naar [email protected] of door te bellen naar +31(0)88-4688488.
Het dieptepunt van de kredietcrisis ligt al bijna tien jaar achter ons. Niet verwonderlijk dat er veel wordt teruggeblikt op die tijd. Op 24 april werd in De Balie in Amsterdam de documentaire ‘De achtste dag’ vertoond. Het is een tijdsdocument over de redding van Fortis – een week na de val van Lehman Brothers in september 2008 – met in de hoofdrol de beslissers op dat moment, waaronder voormalig president van de ECB, Jean-Claude Trichet.
Wat opvalt is dat het bij deze terugblikken meestal gaat over de crisis zelf en de nasleep ervan. Over de oorzaak wordt vrijwel nooit gesproken, hoewel dit misschien veel belangrijker is als we in de toekomst willen voorkomen dat we nogmaals zo in de problemen komen. Tijdens deze bijeenkomst kon ik de Trichet in een vraag en antwoord sessie een vraag stellen. Niet over de crisis en de nasleep, maar juist over de oorzaak van de kredietcrisis. Ik stelde daarom de volgende vraag aan Trichet:
Sander Boon: “Is het niet de monetaire zonde van het Westen, de ‘Monetary Sin Of The West’ (1) om overheden in staat te stellen onevenwichtigheden in de betalingsbalans (2) te injecteren in het financiële systeem, en daarmee tegelijkertijd kredietbubbels te creëren in de Verenigde Staten, Europa en Azië?
Staatsobligaties worden in dit systeem net als goud behandeld als risicovrij kapitaal en fungeren als onderpand in de repo markt in combinatie met de eurodollarmarkt, de wholesale offshore eurodollar market. Hierdoor kan het financiële systeem uit het niets krediet creëren. Terug naar mijn vraag, is het niet de originele ‘Sin of the West’ (zie voetnoot) waar dit allemaal mee begonnen is?”
De vraag en antwoordsessie met Trichet is in zijn geheel opgenomen. Het antwoord op deze vraag begint in de volgende video op 54:30. Voor het gemak hebben we de woorden van Trichet voor u uitgeschreven en vertaald. Deze vertaling staat onder de video.
Jean-Claude Trichet: “Dit is, zoals ik eerder al zei, het idee dat je permanente tekorten kunt hebben, zowel binnenlandse fiscale tekorten als tekorten op de betalingsbalans, dat is iets wat normaal is geworden in landen die op een gegeven moment een wereldmunt hadden en die gebruikt wordt om zichzelf heel makkelijk permanent te financieren.
Er wordt geen externe beperking gevoeld in de Verenigde Staten van Amerika, niet door de overheid, het parlement en economen. Ze denken dat het vanzelfsprekend is dat ze gefinancierd zullen worden door de rest van de wereld. En tot op de dag van vandaag werkt dat en dat zou nog een hele lange periode zo kunnen functioneren, rekening houdend met de liquiditeit en de diepte van de Amerikaanse financiële markten. Dus ik zie jouw punt als iets wat zeer belangrijk is. En het is waar dat wanneer je zegt dat je schulden kunt blijven accumuleren, en dat de instrumenten die die schuld vertegenwoordigen – de obligaties en dergelijke – zonder enig risico zijn, en dat de toezichthouder ervan uit kan gaan dat er geen risico is… dat dat pervers is. Ik ben het daarover met je eens.
Ik kan mezelf observeren dat op het moment van die transitie, toen de financiële private crisis waar de film over gaat, overging in een soevereine schuldencrisis, dat deze zich in het begin niet zo concentreerde op de Europese landen in kwestie, Griekenland, Portugal, Ierland, Spanje, maar dat het meer algemeen was. Ik kan me uit die tijd nog herinneren dat sommige investeerders publiekelijk zeiden dat ze niet meer in Amerikaanse staatsobligaties belegden, omdat ze er geen vertrouwen meer in hadden.
Je kon zien dat, nadat ze dramatisch getest waren op hun intelligentie in de private markt, er nu ook een aantal investeerders waren die zich afvroegen of het wel juist was om erop te vertrouwen dat overheden altijd kredietwaardig zijn. Dat ze altijd per definitie Triple A zijn. En daarna bleek dat de aandacht van investeerders zich concentreerde op die landen was die ik al genoemd heb en zeker niet op de grote…
Misschien dat het feit dat er een massief opkoopprogramma van staatsobligaties werd uitgevoerd door alle grote centrale banken een rol speelde in het overtuigen van beleggers en spaarders dat deze altijd liquide zouden blijven en dat ze permanent Triple A zouden blijven. Desalniettemin hebben kredietbeoordelaars de Amerikaanse staatsschuld afgewaardeerd. Dat was in die tijd echt dramatisch toen de eerste afwaardering kwam. We zagen toen ook afwaarderingen in Japan en in het Verenigd Koninkrijk.
Ik verwacht dat als de tijd zover is, dat er dan wellicht meer zal worden stilgestaan bij de vraag of het wel of niet gepast is om ervan uit te gaan dat bepaalde landen per definitie veilig of excellent zijn. Ik denk dat je daar een goed punt hebt.
Maar hoe dan ook, we zitten in een transitiefase. Ik heb er echt vertrouwen in dat – zoals ik zei leven we in een gevaarlijke wereld – het erg belangrijk is dat we hard werken om dit te corrigeren.”
Nawoord
Al eerder was het me opgevallen dat voormalig Europese centrale bankiers in privé correspondentie of conversaties opmerkelijk meer anti-Amerikaans zijn dan onze politici. De reden hiervoor is natuurlijk dat zij weten wat de financiële consequenties op de langere termijn zijn van de monetaire keuzes die de Amerikanen de afgelopen decennia hebben gemaakt, consequenties die de politici in hun dagelijkse praktijk minder raken (behalve bij een grote financiële crisis als de kredietcrisis).
Politici zijn waarschijnlijk ook minder kritisch op de VS omdat ze zelf kunnen profiteren van de mogelijkheid van uitbundig krediet sinds het gebruik van staatsobligaties als substituut voor goud. En er speelt natuurlijk een geopolitiek motief: de Verenigde Staten zijn de politieman van de (Westerse) wereld.
Centrale bankiers hebben geen politiek mandaat en koesteren hun onafhankelijkheid. Daarom houden ze zich doorgaans op de vlakte. Vlak na de kredietcrisis was het de Chinese centrale bankier Zhou Xiaochuan die als enige kritiek had op deze situatie en de vinger op de zere plek legde (3).
Hij gaf aan dat de crisis voor een belangrijk deel te wijten was aan het feit dat er wereldwijd bij financiële en handelstransacties gebruik wordt gemaakt van een nationale munt (de Amerikaanse dollar), waardoor ongewenste financiële instabiliteit wordt gecreëerd. Zhou stelde zo snel als mogelijk af te willen van deze situatie. Negen jaar later zitten we echter nog altijd in het zelfde schuitje.
Voetnoten:
The Monetary Sin of the West (1972) is een boek van de Franse econoom Jacques Rueff, landgenoot van Jean-Claude Trichet. Het gaat over de gevaren rondom het verlaten van een goudstandaard.
The Balance of Payments (1967) verscheen een paar jaar eerder en beschrijft in hoofdlijnen dezelfde problematiek van een geldsysteem waarin de handelsbalans niet met goud vereffend wordt.
In 2009 schreef de toenmalige gouverneur van de Chinese centrale bank Zhou Xiaochuan in het artikel ‘Reform the international monetary system‘ over de weeffouten in het huidige internationale monetaire systeem.