Tag: stimuleren

  • Europa ontkomt niet aan monetair stimuleren

    Na enkele zomerse maanden vol optimisme over het economisch herstel in de eurozone, is de somberheid met de herfst teruggekeerd. De cijfers liegen er niet om. De groei is nagenoeg weer verdwenen en de inflatie is naar een alarmerend laag niveau gedaald. Frankrijk en Italië zitten weer in een recessie en zelfs de Duitse locomotief begint steeds meer stoom te verliezen.

    Het is weer alle hens aan dek, maar de mogelijkheden om in te grijpen zijn beperkt. De ECB kan natuurlijk de rente naar 0% verlagen, maar dat zal nog maar weinig effect sorteren. Welbeschouwd resteert Mario Draghi nog maar een echt wapen en dat luistert naar de naam kwantitatieve verruiming.

    Argumenten voor stimuleren

    Er zijn drie argumenten die hiervoor pleiten. In de eerste plaats is dat natuurlijk het vooruitzicht van een zeer trage groei gecombineerd met een extreem lage inflatie. Die weinig aanlokkelijke toestand kan nog gemakkelijk twee jaar aanhouden. Het tweede argument is natuurlijk, dat de ECB eigenlijk geen ander wapen meer ter beschikking staat.

    Het derde argument heeft betrekking op de rol van de ECB als lender-of-last-resort. In 2012 lanceerde Draghi het zogeheten Outright Monetary Transactions programma (OMT). Dat stelde de ECB in staat landen met ongelimiteerde hoeveelheden liquiditeiten bij te staan mochten ze in de problemen komen. Het OMT heeft een nuttig kalmerende uitwerking op de financiële markten gehad. Het is echter geen monetair instrument maar veeleer een verzekering. Daarin verschilt het van kwantitatieve verruiming. Dat is niet bedoeld om landen en beleggers gerust te stellen, maar om de rente te verlagen.

    Grondwettelijk

    Er is nog een verschil. Het is nog steeds goed mogelijk, dat het Hof te Karlsruhe het OMT programma buiten grondwettelijk verklaart. Het OMT is immers bedoeld om de schuld van een soevereine staat te verlagen. Dat valt buiten het regime van de Bank. Zoiets kan met een programma kwantitatieve verruiming nooit gebeuren. Het behoort wel tot de mogelijkheden van de ECB en het is grondwettelijk. De Bank kan derhalve besluiten bepaalde vermogenstitels te gaan opkopen en uit de markt te halen. Ze hoeft daarbij geen aandacht te besteden aan nationaliteit.

    Gefragmenteerd

    Het zal trouwens niet gemakkelijk zijn om een dergelijk programma in de eurozone op te zetten. De financiële markten zijn er immers zeer gefragmenteerd. Dat maakt een ingreep in de huizenmarkt nagenoeg onmogelijk. De ECB zou ervoor moeten kiezen om staats- en bedrijfsobligaties te gaan opkopen. Dat impliceert wel, dat de ECB het krediethongerige midden- en kleinbedrijf op zijn best indirect bereikt. Die sector leunt voornamelijk op de banken. Daarvoor zou er misschien een Europese variant van het Britse Funding For Lending programma ontwikkeld kunnen worden.

    Succes

    Het is overigens niet gezegd, dat kwantitatieve verruiming echt zoden aan de dijk zal zetten. Dat bewijzen de economieën van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Maar er is eenvoudig weg geen alternatief. Dat hebben we hierboven uitgelegd.

    Wie van mening is, dat verruiming de financiële stabiliteit bedreigt, moet zich afvragen of het vooruitzicht van een langdurige recessie of zelfs depressie aantrekkelijker is. Er is geen alternatief!

    stimuleren

    Bron:
    Wolfgang Münchau, Why Europe needs to try unconventional policy. Financial Times, November 18, 2013

     

  • “Gebruik pensioen voor aflossing restschuld”

    Het FD publiceerde vandaag een interview met Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. In het interview zegt Bovenberg dat het tijd is voor onorthodoxe maatregelen, omdat het economische herstel in Nederland beduidend langzamer gaat dan in andere Europese landen. De Nederlandse economie wordt volgens de hoogleraar geplaagd door onderbestedingen van consumenten, wat het gevolg is van de stijgende werkloosheid en de dalende huizenprijzen. Consumenten zijn onzeker en sparen meer dan voor de crisis, terwijl er tegelijkertijd veel geld opzij gezet moet worden voor het pensioen.

    Volgens Bovenberg wordt onze economie geplaagd door de ‘spaarparadox’ van Keynes. Burgers en bedrijven willen hun schulden omlaag brengen en consumeren en investeren daarom minder. Dat terwijl er veel geld ‘gevangen’ zit in de pensioenpotten. Bovenberg roept daarom op tot een verlaging van de pensioenpremies, zodat de consumptieve bestedingen en investeringen weer een impuls krijgen. Die impuls kan zorgen voor extra economische activiteit en daarmee meer bedrijvigheid en banen.

    Restschuld wegwerken

    Voor huishoudens die ‘onder water’ staan met hun eigen woning moeten volgens de hoogleraar ook maatregelen getroffen worden. Hij stelt voor dat deze huishoudens hun pensioenvermogen gebruiken om de restschuld weg te werken. “Ik zie wel dat dit uitvoeringsproblemen geeft, maar het macro-economische belang is nu zo groot, dat het kabinet naar onorthodoxe maatregelen moet kijken”, aldus Bovenberg. Fiscaal is dat lastig te regelen door de zogenaamde ‘doorsneesystematiek’ waarmee de individuele pensioenopbouw wordt berekend.

    Door restschulden af te lossen verkleinen huishoudens niet alleen hun eigen schulden, ook versterken ze de balans van banken. Nederland telt inmiddels al een miljoen huishoudens die onder water staan. Dat is een groeiende risicofactor op de balans van Nederlandse bankensector.

    Dekkingsgraad

    Het terugbrengen van de minimale inleg voor het pensioen kan de economie stimuleren, bijvoorbeeld door extra consumptie en investeringen. Maar men moet niet vergeten dat het pensioen een appeltje voor de dorst moet zijn voor de oude dag. Wat blijft daar nog van over als we korten op de inleg? Volgens Bovenberg moet dat probleem niet overschat worden. Hij zegt er het volgende over in het Financieele Dagblad:

    “Het pensioenstelsel moet minder procyclisch worden, met een stabielere rekenrente, door schokken langer uit te smeren en door de premies te stabiliseren. Dat kan door de pensioenopbouw invers te laten variëren met de kosten van de opbouw. Als de rekenrente laag is, moet je minder pensioen inkopen.’”

    Door de lage rente is het weinig zinvol om nu veel geld in te leggen. Het rendeert nauwelijks en daarom kan het volgens Bovenberg beter benut worden om schulden af te lossen en de bestedingen op te schroeven. Het Nederlandse consumentenvertrouwen is vergelijkbaar met dat van de zwakste landen uit de Eurozone, terwijl we tegelijkertijd heel vermogend zijn met goed gevulde pensioenpotten.

    Pensioenen

    De Nederlandse bevolking heeft gezamenlijk €1.000 miljard gespaard via pensioenfondsen. Geld dat zoekt naar rendement, terwijl de rente op dit moment extreem laag staat. Juist die lage rente maakt het interessant om naar alternatieven te kijken. Volgens Bovenberg is het verlagen van de pensioenpremie om de economie te stimuleren een goed alternatief.

    Bron: FD