Tag: stimuleringsprogramma

  • Column: “Federal Reserve blijft stevig behind the curve”

    “Vertrouw erop dat de Federal Reserve op het juiste moment en in voldoende mate in zal grijpen.” Dat is wat ik in mijn vele gesprekken en discussies met veel economen en analisten altijd als hét argument kreeg te horen als zij mijn zorgen over aanzienlijk hogere inflatie in de komende jaren counterden.

    Mijn argument waarom ik er geen vertrouwen in heb dat de Federal Reserve – of andere centrale banken – op tijd en in voldoende mate zullen ingrijpen heeft onder meer te maken met de historie.

    Niet alleen sinds het begin van de huidige crisis – maar ook in de afgelopen decennia – hebben de centrale banken met de Fed voorop in mijn ogen laten zien gevoelig te zijn voor politieke druk.

    Het makkelijkste deel is achter de rug

    Dat is van cruciaal belang, omdat het makkelijkste hoofdstuk voor de centrale banken achter de rug is. Het is niet moeilijk de rentes in een rap tempo te verlagen, in het geval van de Fed zelfs naar 0%, en staatsobligaties op te gaan kopen om de lange rentes omlaag te drukken. Het moeilijke deel, het deel waarin de centrale bankiers moeten laten zien dat ze ook de politiek gezien minder populaire beslissingen kunnen en durven nemen, is nu aangebroken…

    De Fed heeft eerder deze week mijn vermoedens bevestigd dat centrale banken niet in staat zijn op tijd in te grijpen. Ondanks een aankondiging van de centrale bank om het stimuleringsprogramma af te bouwen durft ze op het moment suprême die stap toch níet te zetten.

    Kromp de Amerikaanse economie fors in 2009, toen de eerste ronde van het QE-beleid werd aangekondigd, inmiddels groeit die met ruim 2 procent op jaarbasis. De inflatie bedraagt 1,5 procent en je mag verwachten dat die zal oplopen als de economische groei in de VS aanhoudt.

    Bij deze inflatiecijfers hoort geen Fed-rente van 0 procent en zouden ook de lange rentes best mogen stijgen ten opzichte van de all-time lows. Niet wat de Fed betreft echter. Omdat de 10-jaars rente richting 3% klom besloten de Amerikaanse monetaire ridders de QE-draaiknop met rust te laten.

    ‘Behind the curve’

    De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat de Fed, luid en duidelijk met woorden én daden, laat merken dat ze zoals dat heet behind the curve zal blijven. Dat wil zeggen, de centrale bank zal niet proberen inflatie te voorkomen, maar zal die gedogen en laten oplopen. De centrale bank zal pas ingrijpen als de inflatie echt te hoog wordt. Het alternatief is dat de bank vóór de curve kruipt en dus preventief inflatiestijging in de komende jaren voorkomt. Maar als de Federal Reserve ervóór kruipt kan ze blijkbaar de Amerikaanse economie in een nieuwe, mogelijk langdurige, recessie storten. Dat wil de centrale bank absoluut vermijden. Dit was mijn verwachting toen ik mijn boek ‘Geldmoord’ begon te schrijven. Ik ben sinds woensdagavond alleen maar verder gesterkt in die verwachting.

    En die debatten en gesprekken met veel economen en analisten? Die eindigden steevast met “de tijd zal het uitwijzen” of de Fed op tijd en in voldoende mate zal ingrijpen. Sinds woensdag heeft de tijd uitgewezen dat de Federal Reserve niet op tijd zal ingrijpen. Over enkele dagen kijken we naar hoe het zit met ‘in voldoende mate’ ingrijpen.

    Omdat onlangs de vierde druk van ‘Geldmoord’ is verschenen, met daarin het nieuwe voorwoord, is dat voorwoord én het eerste hoofdstuk, getiteld ‘De gouden eeuwen voor de koopkracht’ (met daarin onder meer inflatieontwikkeling in Nederland sinds 1450 (!) ) nu GRATIS te downloaden op de site www.geldmoord.nl

    Edin Mujagic

    Federal Reserve grijpt niet in

    Federal Reserve grijpt toch niet in…

  • Japanse premier wil stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen

    De nieuwe Japanse premier Shinzo Abe heeft een nieuw stimuleringsprogramma van ¥10 biljoen aangekondigd, dat volgens hem nodig is om de economie uit het slop te trekken. De overheid zou dit bedrag (omgerekend bijna €90 miljard) volgens de premier vooral moeten investeren in infrastructuur. Met dit stimuleringsprogramma overschrijdt de premier het uitgavenplafond dat door zijn voorganger Noda in het leven werd geroepen.

    Woensdag kondigde de premier het stimuleringsplan aan dat economische groei zou moeten genereren. “Vanuit een macro-economisch perspectief bezien is er waarschijnlijk ongeveer ¥10 biljoen nodig”, zo verklaarde de premier op woensdag. Met omgerekend €89 miljard aan extra overheidsbestedingen komt Abe zijn verkiezingsbelofte na en distantieert hij zich van het beleid van zijn voorganger Noda. Die gaf in augustus nog goedkeuring aan het plan op om de komende drie jaar niet meer dan ¥44 biljoen per jaar aan nieuwe staatsobligaties uit te schrijven. Vanaf het fiscale jaar 2013 zou de overheid volgens dit plan niet meer schulden mogen maken dan in het fiscale jaar 2012.

    Die administratieve beperking op de begroting, enigzins vergelijkbaar met het schuldenplafond in Amerika, moet het veld ruimen als Shinzo Abe zijn stimuleringsplannen wil doorvoeren. De jaarlijkse begroting, die volgens zijn voorganger Noda niet groter mocht worden dan ¥71 biljoen, zal door de nieuwe premier waarschijnlijk verder opgerekt worden.

    Shinzo Abe heeft de centrale bank van Japan onder druk gezet om een soepeler monetair beleid te voeren, waardoor extra overheidsstimulering en schulduitgifte mogelijk is. De Bank of Japan zal donderdag de uitkomst doorgeven van een tweedaagse beleidsvergadering, een gebeurtenis die door de Japanse media op de voet wordt gevolgd.

    De extra ¥10 biljoen aan uitgaven voor infrastructuur en rampenbestrijding zal voor bijna de helft ‘gefinancierd’ worden door een overschot in het vorige fiscale jaar, de andere helft moet bijgeleend worden door middel van de uitgifte van nieuwe staatsobligaties. De Japanse staatsschuld is in omvang meer dan twee keer zo groot als het BBP van het land, met afstand de hoogste schuldquote van alle geïndustrialiseerde landen. De extreem hoge staatsschuld heeft totnogtoe niet voor problemen gezorgd, omdat de binnenlandse vraag naar het schuldpapier nog steeds groot is. Japanners sparen veel in staatsobligaties van hun eigen overheid, waardoor het land relatief weinig extee schuldeisers heeft. Dat is ook één van de redenen waarom er in de wereld relatief weinig gesproken wordt over het Japanse schuldenprobleem.

    Financieringsprobleem

    De Japanse overheid slaagt er nog steeds in de tekorten te financieren met het spaargeld van haar eigen burgers, maar er zijn ontwikkelingen gaande die vroeg of laat problemen kunnen opleveren. Als eerste is er de vergrijzing, een demografisch probleem dat ook effect zal hebben op de pensioenfondsen. Die fondsen zullen vroeg of laat bezittingen moeten verkopen, zodra het punt bereikt wordt waarop er pensioenuitkeringen zijn dan inkomsten. Dat betekent dat er ook dat er minder staatsobligaties gekocht zullen worden door pensioenfondsen.

    Een andere ontwikkeling die zorgen baart is de handelsbalans van Japan. Was het land van 1981 tot en met 2008 nog een netto exporteur, sindsdien is Japan omgeschakeld naar een importeconomie. De verzwakte handelsbalans betekent dat het land meer geld moet lenen om zijn import te kunnen betalen. Onderstaande grafiek laat zien dat de handelsbalans het afgelopen jaar sterk verslechterd is. Financiële markten prijzen het ‘inflatiegevaar’ van de nieuwe politieke koers in, want de rente op 10 jaars staatsobligaties is de laatste dagen weer wat aan het stijgen. Inmiddels is de rente op deze obligaties door het 100-daags gemiddelde heen gebroken. Over de langere termijn bezien kunnen we nu nog niet spreken van een trendbreuk, de rente was een jaar geleden nog beduidend hoger dan nu.

    Japan is geen exportland meer (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)

    Rente Japanse staatsobligaties loopt laatste dagen weer iets op (Afbeelding van Bloomberg, via Zero Hedge)