Auteur: admin

  • Transitie: Onze welvaart van morgen

    Het zal er toch eens van moeten komen. De economie zal door andere principes en belangen geleid moeten worden dan door winstmaximalisatie en geopolitieke kapitaalbelangen. De crises van natuur en milieu bedreigen de mensheid al op korte termijn, om te beginnen in veel gebieden die tot de zogenoemde ontwikkelingslanden worden gerekend. En dat bovenop de bedreigingen die de mensen zich zelf en elkaar aandoen, en die bijvoorbeeld in grootschalige armoede en ongelijkheid, en in migratie en oorlogen tot uitdrukking komen.

    Er ligt een agenda te wachten, een agenda van vele kleinschalige en grootschalige veranderingen in de inrichting van ieders leven en de samenleving als geheel. Blijft het bij die agenda, dan wordt het leven ondraaglijk. Er zal een overgang moeten plaatsvinden naar een sociaal-ecologische orde. Het gaat om niet minder dan systemische veranderingen, veranderingen van de heersende maatschappelijke en ecologische systemen. En dat wordt transitie genoemd.

    barrez-transitieVerscheidenheid en samenhang

    Zie daar het hoofdthema van het nieuwste boek van Dirk Barrez. Barrez is in Vlaanderen maar ook in Nederland een hoog gewaardeerde onderzoeker en activist met een lange staat van dienst. Voor het grote publiek is hij nog betrekkelijk onbekend. Zeker in de kringen van mensen die gepreoccupeerd zijn met de grote sociale en ecologische vraagstukken is hij een belangrijke inspirator. Zijn nieuwe en toegankelijke boek is getiteld: Transitie – Onze welvaart van morgen (Leuven-Heverlee, Pala VZW en Pelckmans Pro, 2016) Daarin worden die vraagstukken nog eens goed uiteen gezet. Voor veel ‘kenners’ zal het boek voor zover het gaat om de beschrijving en analyse van die vraagstukken niet veel nieuws bevatten. Dat maakt dit boek niet minder waardevol.

    Typisch Barrez is dat hij met zijn haast encyclopedische kennis en ervaring zowel de verscheidenheid als de samenhang van de vraagstukken laat zien. Hij stelt zich op het standpunt dat het niet gaat om vooral dít of dát probleem. Niet alleen om het klimaat, of de ongelijkheid, of de biodiversiteit, of welk vraagstuk dan ook. Het gaat om al deze vraagstukken tegelijkertijd. En dat dan in onderlinge samenhang.

    Het klimaat probleem bijvoorbeeld bevat voorbeelden van die samenhang. Het is vooral en acuut bedreigend voor de armere sociale lagen, de rijken zullen zich wel weten te redden. En dat terwijl de rijken de eerst verantwoordelijken zijn voor datzelfde klimaatprobleem, door hun decennialange hoge en dus levensgevaarlijke productie en consumptie. Zo is dit ecologische probleem, het klimaat, verbonden met de sociale ongelijkheid. Dit is maar een van de vele voorbeelden van samenhang tussen ecologische en sociale vraagstukken. Deze manier van beschrijven en analyseren is zeer te waarderen. Hooguit zou je erop kunnen wijzen dat hij sommige vraagstukken te weinig aandacht geeft. Bijvoorbeeld het vraagstuk van de dominante en door winststreven geleide private geldcreatie en de diepgaande monetaire instabiliteit die daarvan het gevolg is. Maar dat houd je altijd.

    Exemplarische benadering

    Die veelkoppige en integratieve benadering stelt volgens hem, en terecht, eisen aan de wijze waarop de transitie naar die andere economische orde moet worden aangepakt. Zo bepleit hij dat bij de aanpak van het klimaat steeds gezocht wordt naar de positieve effecten die die aanpak kan hebben voor andere vraagstukken. Hij bepleit een benadering die ik in navolging van Paolo Freire[1] en Harrie Coenen[2] een exemplarische benadering zou noemen. Kijk steeds naar de mogelijke samenhang, en probeer bij een meer specifieke aanpak, in dit geval beperking van de CO2 uitstoot, die doorkoppeling naar de andere vraagstukken te leggen. Een belangrijke reden daarvoor is, ook volgens Barrez, dat je niet alles tegelijk kunt doen, bijvoorbeeld om reden van financiële beperkingen.

    Voorzorgprincipe

    Wat mij ook bevalt in dit boek, is dat hij erkent dat niet steeds duidelijk is wat je aan een specifiek probleem kunt en moet doen, bijvoorbeeld omdat de kennis en het bewustzijn hiervan nog tekort schieten. Maar, is zijn devies, dat is geen reden om te gaan stilzitten. Doe in ieder geval dat waar je wel de kennis en middelen voor hebt, en laat dat dan zo positief mogelijk doorwerken naar de rest. Hij ontpopt zich als criticaster van de veel voorkomende escapistische conclusie: ‘Meer onderzoek is vereist’.

    Iets vergelijkbaars vindt hij ook ten aanzien van vraagstukken waarvan wij niet zeker zijn of zij werkelijk zo schadelijk kunnen of zullen zijn als sommigen denken. Hij stelt zich op het standpunt van het voorzorgprincipe. Toegepast op het klimaatprobleem, bijvoorbeeld over de maximaal toegestane gemiddelde temperatuurstijging: 1,5 of 2 graden, betekent dit dat je erkent dat er niet een definitief oordeel vaststaat maar dat je niet het risico mag lopen dat de nog ernstiger variant werkelijkheid wordt. Ook bepleit Barrez niet te wachten op internationale akkoorden.

    Yes, we can

    Zijn boek leest als een doorwrocht pleidooi om de ernst van de sociale en ecologische bedreigingen te erkennen, en dus eens serieus aan de slag te gaan. Ga werken aan die transitie. Hij onderzoekt daarbij verschillende vragen. Hij laat ons op vele plaatsen zien wat er gedaan zal moeten worden en hoe dat te doen. Hij is een echte operationaliseerder. Want, stelt hij, er is al heel veel bekend, en ook zijn er al veel positieve ervaringen, hoewel meestal kleinschalig, die als experimenten voor een grootschaliger aanpak gezien kunnen worden. Hij is duidelijk advocaat van het devies Yes, we can.

    Succesvolle ‘oude’ sociale bewegingen

    In het verlengde van deze vaststelling ligt natuurlijk de vraag hoe het komt dat er nog zo weinig gebeurt. Waarom wordt die urgentie en ook de mogelijkheden om er iets aan te doen zo weinig erkend? Bij de beantwoording van die vraag verwijst Barrez naar de diepgaande veranderingen die hebben plaatsgevonden sinds de Tweede Wereldoorlog bij de vestiging en uitbouw van de welvaartsstaat. Daar is hij terecht zeer van onder de indruk, ondanks dat hij daarbij ook kritische kanttekeningen plaatst, bijvoorbeeld de ecologische schaden die Aarde en de wereldsamenleving hebben opgelopen. Waar het hem vooral om gaat is dat die periode laat zien welke prestaties geleverd zijn. Waarom zou iets vergelijkbaars niet nu weer praktijk worden? Bij de beantwoording van die vraag legt hij een verbinding met de ontwikkeling en uitgroei van diverse ‘oude’ en brede sociale bewegingen als de vakbonden, boerenorganisaties, de coöperatieve beweging, woningcorporaties en veel meer, gedragen door grote aantallen actieve deelnemers. Die brede bewegingen vonden ook hun vertalingen op politiek niveau, dus in de overheden.

    De overheid

    En daarmee komt hij op een tweede beslissende punt. Het doorvoeren van systemische veranderingen kan niet zonder dat er regelend wordt opgetreden in de vorm van wetten en andere vormen van regulering. Er zal ook aan planning gedaan moeten worden, emergentie denken (zo noemt hij dat) is onvoldoende. Zonder de overheden lukt het niet. Barrez wil de rol van het bedrijfsleven niet minimaliseren. Ook de bedrijven hebben een enorme verantwoordelijkheid. Maar hun beleidsvrijheid moet wat hem betreft duidelijk worden ingeperkt door staatsoptreden, de overheden zullen de kaders moeten vaststellen waarbinnen de bedrijven functioneren. En zelfs zal de overheid op verschillende gebieden ook de uitvoerende macht en kracht tot zich moeten houden of verwerven. Voorkomen moet worden dat het bedrijfsleven opnieuw gaat domineren en de samenleving en aarde ondergeschikt maakt aan specifieke bedrijfsbelangen. In dat verband wijst hij ook op de innovatieve kracht van overheden. Hij noemt daarvoor verschillende voorbeelden. Zo is de ‘digitale revolutie’ allereerst te danken aan initiatieven en financiering van overheden. Als gezegd kan volgens Barrez een strategie van transitie pas echt slagen, en dus systemisch worden als de staat afdwingbare regels vastlegt. En ook zijn slechts overheden in staat om de noodzakelijke omvangrijke en ingrijpende interventies te financieren. Zonder de staat geen New New Deal.

    Nieuwe bewegingen te weinig effectief

    En daarmee komt hij op een misschien voor velen actief in de nieuwe sociale en ecologische bewegingen gevoelig punt. Dat is dat de maatschappelijke weerklank van de inzet van die bewegingen nog zeer beperkt is. En dat heeft er dan mee te maken dat nogal wat ecologische en sociale initiatieven zich beperken tot allerlei concrete casussen, bijvoorbeeld het plaatsen van zonnecollectoren, of het inzamelen van gelden voor projecten van armoedebestrijding, of het propageren van lokale en regionale producten. Op zich, stelt hij, is dat allemaal waardevol, maar in maatschappelijke betekenis veel te beperkt. En dat mede omdat te weinig gewerkt wordt aan het op een meso- en macroniveau vertalen van de noodzakelijke veranderingen. Er moet volgens Barrez worden opgeschaald. Bijvoorbeeld vindt hij van de wereldwinkels dat zij eerlijke handel niet systemisch hebben weten te maken. ‘De markt’ weet ook te vaak initiatieven uit het progressieve circuit te vercommercialiseren, waarbij hij wijst op de ideeën over deeleconomie en hoe Uber en Airbnb daarmee vandoor gaan. Ik zou zeggen dat veel van die initiatieven nog te weinig politiek gemaakt wordt en daardoor te weinig doorwerkt in het politieke beleid. Daarbij vraag ik mij wel af in hoeverre Barrez op dat punt niet te somber is. Ook hij heeft na de succesvolle klimaatconferentie van Parijs er op gewezen dat dat succes mede te danken is aan de tomeloze inzet van vele activisten en bewegingen. En wat te denken van de effectieve strijd tegen CETA?

    Belangenstrijd

    Dat neemt niet weg dat zijn oproep aan de nieuwe bewegingen om zich te verbreden, samen te werken en te politiseren zeer terecht is. De opgaven waar wij voor staan zijn niet mis. Dit eens te meer omdat enorme belangen in het geding zijn. Niet alleen de positieve belangen van een toekomstige nieuwe welvaart voor Aarde en de mensheid, maar ook de negatieve belangen (althans dikwijls negatief ervaren) van velen. Neem bijvoorbeeld de ecologische voetafdruk. Die is veel te hoog, wereldwijd maar vooral in ‘rijke’ landen als België en Nederland. Voor Nederland geldt dat die voetafdruk met zo’n twee derde naar beneden moet, dus dat het materiële verbruik met zo’n twee derde wordt ingekrompen. Dat is een enorme opgave, en strijdig met andere (gevoelde) belangen, zeker nu steeds weer de overheden en het bedrijfsleven oproepen om het ‘consumentenvertrouwen’ te doen stijgen en de consumptie te maximaliseren. ‘Groei moet!’ is het dominante devies. Op zich kunnen alle noodzakelijke programma’s van ecologische en sociale verduurzaming uitgevoerd worden. Maar kunnen wij dit daadwerkelijk gerealiseerd krijgen? Daar kun je over somberen of idealistisch doen. Maar eens temeer kan het zeer nuttig zijn, zoals Barrez in dit boek doet, nog eens goed te kijken naar hoe de ouden van de welvaartsstaat dit deden opdat de jongen hun mooiste lied laten klinken. Lou Keune
    1. Zie Pedagogie van de onderdrukten (1972)
    2. Zie Exemplarisch Handelingsonderzoek (2012)
    Voor meer teksten van Lou Keune zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org

  • Nieuw: Queen’s Beast Griffin 2017 gouden munt

    Nieuw: Queen’s Beast Griffin 2017 gouden munt

    Hollandgold heeft met de Queen’s Beast Griffin een nieuwe gouden munt aan haar assortiment toegevoegd. Deze prachtige gouden munt is onderdeel van de nieuwe tiendelige Queen’s Beast serie van het Britse munthuis, de Royal Mint. Deze nieuwe reeks munten staan in het teken van de heldhaftige beelden die de wacht hielden bij de kroning van Queen Elizabeth II.

    Deze nieuwe gouden munten hebben een nominale waarde van 100 Britse pond en bevatten 1 troy ounce aan puur goud. Op de munt zijde staat een schild met daarin de ronde toren van Windsor Castle. Op de kop zijde zien we het bekende portret van Queen Elizabeth II dat ook op veel andere gouden munten terug te vinden is.

    queens-beast-griffin

    U kunt via de website alvast een exemplaar van deze munt reserveren. Wilt u meer informatie over deze munt of over beleggen in goud? Neem dan contact op via [email protected] of bel +31(0)88-4688400.

    hollandgold-logo

  • Column: India is dichter bij dan u denkt

    India lijkt ver weg voor een hele hoop beleggers, echter het is zinvol te bekijken hoe de overheid daar omgaat met kapitaal en “fiat” geld. Dit zal ook hier in Europa deze kant op gaan als blijkt dat het grote geldprintspel van Mario en zijn bankiersvrienden toch niet zo goed werkt.

    Natuurlijk heeft niemand het dan zien aankomen in Den Haag en Brussel. Je moet wel stekeblind zijn om nog langer te geloven dat het maar printen van geld ons verder zal gaan helpen. Natuurlijk als je nu naar de huizenmarkt kijkt in Amsterdam kun je gaan geloven dat het echt werkt, echter hier zullen vele kopers met een “grote kater”” komen te zitten. Schulden voor te dure huizen zullen moeten worden terugbetaald, nu is er een lening “ binnen 1 week“ geregeld met die vriendelijke man van de bank.

    Ja ja, nu kan het wel allemaal snel in bankenland, echter wat gebeurd er als het grote geldprintspel afgelopen is, dan zullen er banen verdwijnen en is die vriendelijke mijnheer van de bank die u zo netjes binnen één week geholpen heeft aan die lening er niet meer. Er zit dan een hele strenge slecht Nederlands sprekende mijnheer, waarschijnlijk vanuit India te bellen waar zijn aflossing blijft.

    Ik geef u op een briefje dat als u een keer niet aflost ze ook “binnen één week” op de stoep staan met de boodschap dat u uw eigen huis binnenkort weer kwijt raakt. Het spel van schulden maken blijft maar doorgaan en wij maken onze bankiers alleen maar rijker en rijker.

    Laat u niet verbazen als u iemand uit Den Haag op het journaal van onze “onafhankelijke “ publieke omroep binnenkort ook ineens briefjes van 100 euro ongeldig hoort verklaren. Op het jeugdjournaal zullen ze aan de kijkbuiskindertjes vertellen dat het is om de boeven en criminaliteit daarmee aan te pakken….ze denken in Den Haag echt dat er alleen maar kijkbuiskindertjes in het land lopen.

    Volgens Jeroen Dijsselbloem hadden de Italianen zeker niet tegen de Europese Unie gestemd….. nou nou……. dat heet in mijn ogen minachting van je publiek, dat kun je vertellen in de kroeg met 10 pilsjes op ,maar toch niet met een serieus gezicht.

    Bron: Dagboek van een Belegger

    dagboekvaneenbelegger-banner

    Bart Hoogakker (1966) begon al op zijn zestiende met beleggen en maakte onder andere de crash in 1987, de campinghausse van 1997 en de internetcrash van 2000 mee. Sinds 1992 geeft hij ook beleggingstrainingen en seminars, waarin hij zijn kennis en ervaring deelt met andere beleggers. U kunt Bart ontmoeten bij de diverse door hem en zijn partners georganiseerde beurscafés. Meer info daarover vindt op www.dagboekvaneenbelegger.nl

  • Amerikaanse gouden munten bij Hollandgold

    Amerikaanse gouden munten bij Hollandgold

    Amerikaanse gouden munten uit het tijdperk van de goudstandaard zijn nog steeds zeer geliefd bij beleggers. Deze munten waren wettig betaalmiddel in de Verenigde Staten, totdat president Roosevelt in 1933 het privé bezit van goud aan banden legde. Nadat Amerikanen hun gouden munten hadden ingeleverd werd de dollar gedevalueerd van $20,67 naar $35 per troy ounce.

    Door de confiscatie van goud verdwenen veel oude Amerikaanse dollarmunten uit circulatie. De Amerikaanse regering liet een nieuwe zwaarbeveiligde goudkluis bouwen in Fort Knox, waar al het omgesmolten muntgeld in de vorm van goudbaren bewaard wordt. Gelukkig bleef een deel van de munten bewaard, omdat men ze verstopte of naar het buitenland exporteerde.

    Pas in 1974 werd het privé bezit van goud in de Verenigde Staten weer toegestaan, toen de goudwaarde van de dollarmunten vele malen hoger was geworden dan de nominale waarde. Omdat deze munten zeer beperkt beschikbaar zijn en omdat ze zeer geliefd zijn bij verzamelaars worden ze tegen een relatief hoge premie verhandeld.

    Hollandgold heeft onlangs een aantal van deze Amerikaanse gouden dollarmunten ingekocht, waaronder de $20 ‘Liberty Head’ en de ‘Saint Gaudens’ en de $10 ‘Indian Head’ en ‘Liberty Head’. Hieronder meer u informatie over deze prachtige munten.

    $20 ‘Liberty Head’

    De $20 ‘Liberty Head’ munt werd geslagen van 1849 t/m 1907. Deze gouden munt werd in omloop gebracht tijdens goudkoorts in Californië, toen de markt overspoeld werd met een grote hoeveelheid goud. Er was vraag naar een groter muntstuk dan de $10 ‘Eagle’ (de grootste munt conform de Amerikaanse muntwet van 1792) en dat werd uiteindelijk een twee keer zo grote gouden munt die als bijnaam ‘Double Eagle’ kreeg.

    De $20 ‘Liberty Head’ werd ontworpen door James B. Longacre en kreeg vrijwel hetzelfde ontwerp als de $10 munten uit die tijd. Het goudgehalte is met 0,9675 troy ounce twee keer zo groot als dat van de tien dollar munten. Net als de andere dollarmunten heeft ook dit exemplaar een zuiverheid van 90% goud, aangevuld met 10% koper.

    20-dollar-double-eagle-gold-gouden-munt-kop

    $20 ‘Liberty Head’ gouden munt (1849-1907)

    $20 ‘Saint Gaudens’

    Vanaf 1907 kwam er een nieuw type ‘Saint Gaudens’ $20 gouden munt in omloop, die ontworpen werd door de beroemde beeldhouwer Saint-Gaudens. Deze munten zijn qua afmetingen en gewicht identiek aan de oudere ‘Liberty Head’, maar hebben een compleet vernieuwd design. Van deze munten werd een beperkt aantal exemplaren met een zeer hoog relief geslagen, maar toen bleek dat deze munten minder goed gestapeld konden worden ging men uiteindelijk over op een ontwerp met minder relief.

    Op de ‘Saint Gaudens’ variant van de $20 munt staat een portret van ‘Liberty’ als symbool van vrijheid. Op de andere kant van de munt staat een adelaar afgebeeld. De 46 en later 48 sterren op de munt symboliseren de verschillende Staten van Amerika. Deze munten werden tot en met 1933 geslagen, maar de munten van het laatste jaar zijn zeer zeldzaam. Bijna alle 445.500 munten die in dat jaar geslagen werden zijn omgesmolten, met uitzondering van een stuk of twintig exemplaren die uit het munthuis gestolen werden. In 2002 werd er $7,59 miljoen voor een exemplaar uit 1933 betaald.

    20-dollar-saint-gaudens-eagle-gold-gouden-munt

    $20 United States ‘Saint Gaudens’ munt (1907-1933)

    $10 American Eagle ‘Liberty Head’

    De $10 American Eagle ‘Liberty Head’ gouden munt werd ontworpen door Christian Gobrecht en werd geslagen in de periode van 1838 tot 1907. Deze gouden munt bevat 0,48375 troy ounce puur goud en heeft net als de $20 munten een zuiverheid van 90% goud. Deze munten hebben een nominale waarde van tien dollar en worden ook wel de ‘Liberty Head’ genoemd. Op deze munt staat het portret van Lady Liberty, omringd door dertien sterren die de Amerikaanse staten vertegenwoordigden.

    10_dollar_liberty_head_gouden_munt

    $10 American Eagle ‘Liberty Head’ gouden munt (1838-1907)

    $10 ‘Indian Head’

    In 1907 kwam er ook een nieuw ontwerp voor de $10 gouden munten. Dat werd de ‘Indian Head’, eveneens ontworpen door beeldhouwer Saint Gaudens. Deze munt is qua afmetingen identiek aan de oudere Liberty Head van tien dollar. Ook bevat deze munt met 0,48375 troy ounce dezelfde hoeveelheid goud. Deze ‘Indian Head’ munten werden geslagen tot en met 1933. Op de voorzijde van deze munt staat een adelaar op een bos van pijlen, terwijl op de keerzijde een indiaan met een kenmerkende indianentooi staat afgebeeld. Ook staat op deze zijde het jaartal van de munt.

    10-dollar-indian-head

    $10 ‘Indian Head’ gouden munt (1907-1933)

    hollandgold-logo

    Deze bijdrage wordt u aangeboden door Hollandgold, uw adres voor de aankoop van fysiek edelmetaal. Wilt u meer informatie over goud kopen? Neem dan contact op via [email protected] of bel +31(0)88-4688400. 

  • Nieuw: Gouden Kangaroo 2017

    Nieuw: Gouden Kangaroo 2017

    Advertentie: Hollandgold heeft de nieuwste gouden Kangaroo 2017 aan haar assortiment toegevoegd. Deze schitterende munt is geslagen uit 1 troy ounce aan puur 99,99% goud en wordt geleverd in een beschermende plastic capsule. Op de voorkant van de munt staat de Kangaroo als het symbool van Australië, terwijl we op de achterkant het portret van Queen Elizabeth II zien.

    De gouden Kangaroo van 1 troy ounce heeft een nominale waarde van 100 Australische dollars en is net als andere gouden beleggingsmunten vrijgesteld van btw. We hebben op dit moment maar een beperkt aantal van deze gouden munten op voorraad. Een mooie aanvulling aan uw collectie!

    kangaroo-goud-2017

    Gouden Kangaroo 2017 bij Hollandgold

    hollandgold-logo

  • Onevenwichtige wereldbalans voorspelt einde van een tijdperk

    De economie is onderdeel van iets dat groter is, namelijk de biosfeer. En die biosfeer is eindig. Vele problemen van vandaag zijn terug te voeren op dit harde feit. Eindeloze groei op een eindige planeet is biofysisch gewoonweg onmogelijk.

    De financiële crisis van 2008 werd – en wordt – niet goed begrepen. Want die had in de eerste plaats een fundamenteel energetische achtergrond. In juli van 2008 bereikte de olieprijs een historisch maximum van $147 en dat was de ultieme trigger die het kaartenhuis van de Amerikaanse huizenmarkt en van de gezwollen bankbalansen ongenadig blootlegde. Het financieel-economische stelsel kon een dergelijk hoge olieprijs niet meer verwerken.

    Megarampen zoals het oliedebacle in de Golf van Mexico (2010) en het nucleaire drama van Fukushima (2011) zijn signalen dat ons systeem tegen zijn biofysische grenzen aanbotst. Drie voor de wereldeconomie levensbelangrijke processen worden – ook in hun onderlinge samenhang – onvoldoende ernstig genomen :

    • Uitputting van de biosfeer door broeikasgassen, drinkwatertekorten, overbevissing, oceaanvervuiling, bodemerosie, verlies aan biodiversiteit enz.
    • Uitputting van goedkope olie (lees hier en hier)
    • Uitputting van kapitaal; vooral dit gegeven willen we verder uitdiepen en in het juiste perspectief plaatsen

    Opgeblazen virtuele rijkdom

    Om de wereldeconomie overeind te houden na de crash van 2008, werden er grote schulden aangegaan. Onderstaande grafiek toont aan dat de wereldschuld sneller gegroeid is dan de onderliggende waarde (GDP = bruto binnenlands product). Sinds het begin van de jaren ’80 is die stijging ronduit spectaculair geweest.

    global-debt-gdp

    ‘Post GFC’ wil zeggen ‘na de grote financiële crisis’ (van 2008) (Bron: Business Insider)

    Schuldverplichtingen kan men beschouwen als financiële bezittingen, die aanspraken zijn op toekomstige reële activa. Die toekomstige rijkdom is in essentie gebaseerd op verwachtingen van toekomstige economische groei. Maar die financiële bezittingen zijn feitelijk abstracties want die toekomstige groei is niet concreet. Ons gehele systeem is gegrondvest op de verwachting van permanente groei die voor het inkomen zal zorgen om de aangegane schulden terug te betalen.

    De kern van de zaak is dat we te veel financiële vorderingen op onderliggende goederen en diensten – zoals energie, voedsel, arbeid, industriële producten, infrastructuur en natuurlijke hulpbronnen – op elkaar hebben gestapeld. Deze vorderingen bestaan in de vorm van schulden en derivaten (lees over derivaten hier en hier).

    wereldbalansgrafiek

    Bovenstaande grafische voorstelling is een ruwe – geen exacte – weergave van de huidige wanverhouding tussen virtuele – en reële activa. Op zeker moment zal duidelijk worden dat de enorme oceaan van uitstaande vorderingen nooit meer kan gehonoreerd worden, met als resultaat een vloedgolf van wanbetalingen en faillissementen die een belangrijk deel van de economie zal wegspoelen.

    Meer economische groei onrealistisch

    Steeds weer kiezen de beleidsmakers voor de schijnbaar enig mogelijke oplossing voor al onze problemen (armoede, werkloosheid, milieuschade, begrotingstekorten, handelstekorten, bail-outs, bedrijfssluitingen enz) : meer economische groei ! Onze besluitvormers lijken tegenwoordig geen ander mantra meer te kunnen opdreunen.

    We hebben de hoeveelheid financiële activa vermeerderd, praktisch zonder limiet, om in de illusie te blijven leven dat iedere vorm van economische groei goed is en ons rijker maakt. Terwijl we al te gemakkelijk ‘vergeten’ dat deze zogenaamde activa niets anders zijn dan aanspraken op de toekomstige groei van reële rijkdom, waarvan het onrealistisch is dat dergelijke groei ooit zal plaatsvinden. Want de toename van reële rijkdom wordt beperkt door drie onontkoombare limieten : de uitputting van grondstoffenreserves die nodig zijn om de globale economie draaiende te houden, de oplopende schade aan de biosfeer en de groter wordende schuldverplichtingen.

    Het volgende beeld toont de evolutie van het bbp in de OESO-landen (een groep van 35 overwegend welvarende naties) en in de wereld tussen 1961 en 2011. Het valt op dat de economische langetermijnontwikkeling van de OESO een fluctuerende maar consistent dalende groeiratio laat zien.

    weltbipworldgroupoecdengl

    Wereldwijde bbp (Bron: Wikipedia)

    Geavanceerde kapitalistische beschavingen zitten in een fase van gelijkblijvende of dalende opbrengsten. Neem het volgende eens in overweging: vergeleken met die dalende rendementen, steeg in dezelfde periode de energieconsumptie, de globale schuld (zie eerste grafiek), de bevolkingsgroei, de broeikasgasuitstoot en het uitsterven van diersoorten exponentieel.

    Nadenken over de toekomst

    Het hierboven geschetste grote onevenwicht tussen virtuele – en reële rijkdom – kan onmogelijk standhouden. De fundamentele problemen van het monetaire systeem werden niet aangepakt, enkel verdoezeld of zelfs verergerd.

    Binnen afzienbare tijd krijgen we een enorme crash op de financiële markten die heel wat ernstiger zal zijn dan hetgeen in het najaar van 2008 is gebeurd. Daarna zal er, allicht op het niveau van de G20 (een groep van 19 landen en de Europese Unie), een grote schuldenconferentie plaatsvinden waarbij beslist zal worden om een groot deel van de globale schuldverplichtingen af te schrijven.

    Meer en meer economen hebben begrepen dat ons huidig economisch paradigma van eindeloze groei onhoudbaar is. Verschillende specialisten hebben zich – vroeger en nu – over deze problematiek gebogen, maar hun ideeën en voorstellen zijn nog lang geen ‘mainstream’ geworden.

    Hun gedachtegoed kan als volgt worden samengevat:

    • De economie dient terug binnen haar biofysieke grenzen te worden gebracht.
      Er is nood aan een economisch model dat rekening houdt met de assimilatie- en regeneratieve mogelijkheden van het ecosysteem.
    • We moeten anders leren groeien. We dienen de overstap te maken van groei naar ontwikkeling, namelijk van een groeimodel dat inteert op ons kapitaal en
      het milieu naar een gezonde evolutie waarbij de biosfeer kan worden gerepareerd en ons consumptiegedrag teruggeschroefd. Een systeem dat meer aandacht besteedt aan welzijn en aan een evenwichtiger levensritme.
    • Zonder groei is er maar een enkele mogelijkheid om armoede te bestrijden en dat is door te delen. De klemtoon verschuift dan van een systeem waar het
      verwerven van bezit voorop staat naar een goed georganiseerde deeleconomie.
    • Een monetaire hervorming waarbij fiatgeld (geld dat uit het niets wordt gecreëerd) en rente worden afgeschaft en vervangen door een systeem van complementaire munten
    • Een nieuw politiek model dat de burger meer inspraak geeft, waarbij een langetermijnstrategie wordt gehanteerd en dat de inmenging van allerlei belangengroepen inperkt

    Conclusies

    Weldra vliegt de wereld tegen een zelf opgetrokken monetaire muur aan wat het einde van een tijdperk zal inluiden. Om het grote onevenwicht tussen virtuele welvaart en reële activa te herstellen, is het noodzakelijk dat er een nieuw energetisch – en financieel stelsel in het leven wordt geroepen.
    Echter, afgezien van het gebrek aan inzicht in de samenhang van de wereldproblemen, vormt de enorme invloed van onwrikbare machtsgroepen een levensgroot struikelblok.

    Diegenen die het grootste voordeel hebben bij het bestaande paradigma, namelijk grote lobbies zoals Wall Street (de grootbanken in de Verenigde Staten én in Europa), Big Oil (de grote oliebedrijven) en het militair-industrieel complex (ondernemingen actief in de militaire industrie), zullen de meeste weerstand bieden tegen verandering.

    Dirk Bauwens

    (Dit artikel verscheen eerder op mijn blog systeemcrisis.blogspot.nl)

    Lees ook eerdere columns van Dirk Bauwens:

  • Actie: €5 korting op vergulde Silver Eagle bij Hollandgold

    Actie: €5 korting op vergulde Silver Eagle bij Hollandgold

    Vandaag zijn Amerikaanse verkiezingen en daarom heeft Hollandgold een speciale aanbieding. Alleen vandaag nog krijgt u €5 korting op de vergulde American Silver Eagle. Deze munt bevat één troy ounce zilver, waarbij de Walking Liberty met 24 karaat goud verguld is. De munt wordt geleverd in een beschermende plastic capsule. Gebruik bij het afrekenen de kortingscode EAGLE om uw korting te activeren. U kunt meerdere exemplaren van deze prachtige munt bestellen met de kortingscode!

    Klik hier voor een filmpje van de munt.

    verguld-silver-eagle-banner

    Vergulde Silver Eagle munt alleen vandaag nog met €5 korting!

    hollandgold-logo

  • Robeco beleggingsvisie november 2016

    We vroegen vier Robeco-fondsmanagers naar de gevolgen van de Amerikaanse verkiezingsuitslag op hun specifieke vakgebied, zoals obligaties, wereldwijde aandelen en opkomende markten. Luister ook naar deze video voordat je gaat starten met beleggen.

    In het kort:

    • Iedere uitslag goed voor investeringen in infrastructuur VS
    • Winst Clinton goed voor schone energie, nadelig voor gezondheidszorg
    • Winst Trump goed voor fossiele brandstoffen, nadelig voor de handel

    Wat de uitkomst van de verkiezingen ook wordt, zeker is wel dat er meer geld wordt geïnvesteerd in de lang verwaarloosde infrastructuur van de VS. “Dat is goed voor de bouwsector en daaraan gelieerde bedrijven”, zegt Sander Bus, portefeuillemanager van het wereldwijde fonds Robeco High Yield Bonds en co-hoofd van het Credit-team.

    “De beide kandidaten kijken wel verschillend aan tegen uitgaven aan schone energie en elektrische infrastructuur. Clinton is immers groot voorstander van schone energie, dus een overwinning van haar zou gunstig zijn voor hernieuwbare energiebronnen. Trump is juist vóór het gebruik van fossiele brandstoffen, wat gunstig zou zijn voor de kolenindustrie en nutsbedrijven.”

    Landslide?

    “De peilingen wijzen er tot nog toe op dat Clinton president wordt en de Democraten de meerderheid in de Senaat gaan bemachtigen”, zegt Mark Glazener, hoofd van het Global Equity-team en portefeuillemanager van het fonds Robeco NV. Een andere mogelijkheid, een ‘landslide’ (monsteroverwinning) voor de Democraten, zou volgens Glazener niet gunstig kunnen uitpakken voor de Amerikaanse gezondheidszorg: “Clinton pakt dan haar kans om extra veranderingen door te voeren in deze sector. Een uitbreiding van het Medicaid-programma (voor mensen met een laag inkomen) gaat de sector veel geld kosten, want Medicaid-prijzen zijn naar schatting meer dan 20% lager dan de commerciële prijzen”.

    trump_clinton

    Overwinning Trump heel slecht voor aandelenmarkten

    “Een overwinning van Trump is heel slecht voor de aandelenmarkten”, vervolgt hij. Fabiana Fedeli, senior portefeuillemanager van Emerging Markets Equities, voegt daaraan toe: “Wij denken dat een zege van Trump een verkoopgolf teweegbrengt voor aandelen uit opkomende markten. Neem bijvoorbeeld Mexico: Trump zegt dat hij alle ongeregistreerde migranten het land wil uitzetten. Het is logisch dat de markten een overwinning van Trump zien als een ramp voor het Latijns-Amerikaanse land. De export naar de VS is goed voor 28% van het Mexicaanse bbp. Beleggers zijn vooral bang voor Trumps plannen om opnieuw te onderhandelen over de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA). Trump heeft zelfs gedreigd het 22 jaar oude handelsverdrag op te zeggen”.

    Zijn protectionistische retoriek voorspelt volgens Fedeli ook weinig goeds voor opkomende landen die vooral op handel zijn gericht. “Een zege van Clinton’, concludeert Fedeli, “leidt daarentegen waarschijnlijk tot een kleine opluchtingsrally”.

    Meer ruimte om beleid door te voeren

    “Als Clinton de nieuwe president wordt en de Republikeinen de macht in het Congres behouden, is de kans klein dat er veel verandert”, zegt Kommer van Trigt, portefeuillemanager van het Robeco Global Total Return Bond Fund en hoofd van het Global Fixed Income Macro-team “Een Democratische president in combinatie met een Democratisch Congres biedt meer ruimte om beleid door te voeren. Clinton wil meer geld uittrekken voor onder meer de infrastructuur, het onderwijs en sociale programma’s, maar ze wil ook de belastingen verhogen. Dus het netto-effect op de begroting blijft mogelijk beperkt”, concludeert Van Trigt.

    “Een overwinning van Trump (met een Republikeins Congres) zou de grootste verrassing zijn en dus de grootste impact hebben. Een risicomijdend sentiment kan in eerste instantie leiden tot een lagere Amerikaanse rente, maar op middellange termijn kan dit weer omslaan. Trumps fiscale plannen wijzen namelijk op de mogelijkheid van een groot fiscaal stimuleringsprogramma. Voor lokale obligaties uit opkomende markten breekt een lange periode van onzekerheid aan. Valuta’s uit opkomende markten reageren hier waarschijnlijk zeer negatief op”, aldus Van Trigt.

    Robeco PLUS: jouw kijk PLUS onze kennis

    Heb jij een eigen kijk op de verwachtingen? Kijk dan eens naar Robeco PLUS. Dat is een vorm van fondsbeleggen waarbij je zelf je beleggingsfondsen kiest met behulp van slimme tools en selecties van onze experts. Bepaal je eigen strategie met Robeco PLUS: jouw kijk PLUS onze kennis.

    Belangrijke informatie: Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.
    Robeco

  • Column: Wie niet groot en sterk is, moet slim zijn

    U weet het natuurlijk wel: sinds de jaren ’90 zijn er in Nederland door de financiële sector veel producten verkocht die niet waar konden maken wat ze beloofden. Onder welluidende namen als Winstverdriedubbelaar, Koerswinststapelaar of Beursversneller werden ons plannen verkocht die later een fiasco bleken te zijn. En dat is natuurlijk een kwalijke zaak. Maar nu dit eenmaal een feit is, is de vraag wat u daar (nog) aan kunt doen.

    Ik verbaas mij bij herhaling over de apathie van gedupeerden, die vaak als lammeren ter slachting stil blijven zitten en zich niet verroeren. Schades variërend van duizend tot wel honderdduizend euro worden in stilte geaccepteerd. Zeker 80% van de gedupeerden doet helemaal niets, 16% kiest de verkeerde methode en maar 4% van de gedupeerden zet wel goede stappen. In de praktijk zien we deze laatste 4% als winnaars uit de lange strijd komen.

    En daarmee komen de grote financiële bedrijven als banken en verzekeraars weg met de miljarden die zij aan rommelhypotheken, aandelenleaseproducten, woekerpolissen en woekerpensioenen hebben verkocht.

    Successtory’s

    Als voorbeeld het dossier ‘Koersplan’. Van de ruim 700.000 verzekerden met een woekerpolis van Aegon hadden zich er in de periode tot 2013 ruim 30.000 aangemeld bij de Stichting Koersplandewegkwijt. Deze stichting heeft ruim tien jaar geprocedeerd en uiteindelijk de zaak gewonnen. In 2013 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan en werden de verzekerden die zich bij deze stichting hadden aangesloten gecompenseerd. De overige 670.000 gedupeerden kregen niets of heel weinig.

    Een ander voorbeeld is de groep van 700.000 mensen met een aandelenleaseproduct. Slecht 12.000 mensen kregen vorige maand het gelijk aan hun zijde door een uitspraak van de Hoge Raad. Zij hadden zich aangesloten bij de claimorganisatie ConsumentenClaim, die 13 jaar voor haar klanten heeft geprocedeerd en de zaak uiteindelijk heeft gewonnen. Het gaat daarbij om een gemiddelde compensatie van € 30.000 per gedupeerde. En ook hier zien we dat 688.000 gedupeerden achter het net vissen omdat ze zich niet of niet tijdig hebben aangesloten bij de juiste organisatie. Nog 100.000 gedupeerden maken kans op schadevergoeding.

    Les

    Wat u uit deze voorbeelden kunt leren is dat het niet verstandig is om zelf ‘in gevecht’ te gaan met de grote bedrijven in de financiële branche. Verstandiger is het om uw energie te stoppen in het zoeken van een integere en betrouwbare claimorganisatie. Belangrijk daarbij is om erop te letten of deze organisatie de claimcode heeft ondertekend. In deze code zijn namelijk regels opgesteld voor ondermeer onafhankelijk en goed bestuur en financiële transacties. Nog geen 10% van de claimorganisaties heeft deze code onderschreven. Wanneer de claimorganisatie naast het hanteren van de claimcode ook nog eens geen verplichte entreefee vraagt, weet je dat je het maximale hebt gedaan om je recht te halen. Het enige wat nu nog nodig is, is GEDULD!

    Haast

    En voor degenen die nog geen stappen hebben ondernomen: haast u voordat het te laat is en er wederom een gerechtelijke uitspraak komt in het nadeel van de bank of verzekeraar en in het voordeel van hen die tijdig hun maatregelen hebben genomen.

    Ab Flipse

    abflipse

    Over Ab Flipse: Ab is in 1955 geboren in Middelburg. Tot 1987 is hij werkzaam geweest bij defensie en van 1987 tot 1993 bij een grote bank-verzekeraar. Vanaf 1993 heeft hij directiefuncties bekleed bij diverse intermediairbedrijven en was hij directeur van SmartOffice. Dit bedrijf begeleidde intermediairs naar het nieuwe werken. Hij is voorzitter van de Vereniging Woekerpolis.nl.

    Ab staat bekend om zijn visie op- en vroegtijdige signalering van trends en ontwikkelingen in de financiële branche, zijn grote rechtvaardigheidsgevoel en doorzettingsvermogen, en is een groot voorstander van het vergroten van de zelfredzaamheid van de consument, met name op financieel gebied.

    www.abflipse.nl

  • Door een lage rente bent u sneller van uw lening af

    Door een lage rente bent u sneller van uw lening af

    Veel mensen lenen geld, bewust of onbewust. Door de lage rente vraagt men zich af of het mogelijk is een persoonlijke lening of doorlopend krediet tegen een lagere rente te herfinancieren. In veel gevallen is dat mogelijk.

    Wij merken dat mensen goed weten hoeveel rente zij aan hun doorlopend krediet of persoonlijke lening betalen. Wat mensen vaak niet weten is dat de rente die zij betalen voor roodstaan, koop op afbetaling zoals een verzendhuiskrediet en een creditcard hoog is. Deze rente loopt zelfs op tot de maximaal toegestane rente van 14%!

    Rood staan is een manier om tijdelijk wat extra bestedingsruimte te creëren. Niets mis mee, alleen staan veel Nederlanders structureel rood. Het bedrag dat u dan aan rente betaalt loopt snel op. Wanneer u regelmatig rood staat is het raadzaam dit bedrag te herfinancieren in een doorlopend krediet of persoonlijke lening.

    Hoge rente

    Dat geldt ook voor het verzendhuiskrediet. Voorbeelden van verzendhuiskredieten zijn Wehkamp, Neckermann en Otto. In deze webwinkels doen mensen vaak voor duizenden euro’s aan aankopen. Deze aankopen lijken voordelig, maar worden behoorlijk duurder wanneer deze in delen worden terugbetaald. Dit komt door de hoge rente die u verschuldigd bent bij deze kredieten.

    geld-pixabay-teaserBij creditcards is een veel gehoord argument dat klanten deze niet in willen lossen, omdat deze zo handig is. Handig om te gebruiken op vakantie. Handig om te gebruiken bij online aankopen. Ook daarvoor heeft Postkrediet een oplossing. Bij Postkrediet sluit je een creditcard af met gemiddeld 2% lagere rente dan andere creditcards.

    Bij Postkrediet bekijken wij graag of uw (verborgen) leningen goedkoper overgesloten kunnen worden. Dagelijks doen wij dit succesvol voor vele klanten. Bij postkrediet leent u al vanaf 4,50%. Dit betreft een vaste rente. U heeft dus de garantie dat de rente niet gaat stijgen. Door deze lagere rente houdt u iedere maand geld over om uw lening sneller af te lossen. Omdat Postkrediet het versneld aflossen van leningen wil stimuleren mag u bij alle leningen via Postkrediet kosteloos extra aflossen. Bent u geïnteresseerd in een vrijblijvende offerte van Postkrediet? Klik dan hier.

  • Column: Geldcreatie wordt ‘salonfähig’

    Column: Geldcreatie wordt ‘salonfähig’

    De discussie over ons geldstelsel wordt steeds opener en veelzijdiger. Recentelijk heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een boeiend rapport uitgebracht met een flink aantal zinnige aanbevelingen, met als rode draden:

    • Vergis je niet in de financiële instabiliteit van dit moment, die blijft zorgwekkend.
    • Zorg dat het financieel stelsel beter verankerd en minder dominant wordt door verandering van leidende waarden (minder winstmaximalisatie, meer dienstbaarheid), en strakkere beleidsregels als hogere eisen aan het eigen financieel vermogen van banken,
    • Beperk verleidingen als de hypotheekaftrek om schulden aan te gaan.

    wrr-rapportFinanciële instabiliteit

    De zorgen van de WRR worden gevoed door inderdaad donkere wolken aan het financiële firmament. Zie bijvoorbeeld de zwakke positie van de Deutsche Bank en van diverse Italiaanse en Griekse banken, lees het recente boek van Joseph Stiglitz over de euro. Stiglitz gaat in zijn aanbevelingen over de euro verder dan menigeen in de wereld van economen en politici. Hij bepleit stevige hervormingen. Ofwel komt er een veel verder gaande integratie van de EU-landen op financieel-economische gebied, dan wel gaat de euro, zeker in zijn huidige vorm, op de helling.

    Terechte zorgen en conclusies. Tegelijkertijd valt mij op dat in beide publicaties geen aandacht is voor een ander aspect van het vigerende financiële stelsel. Dat is het onderwerp van de geldcreatie, zie ook mijn eerdere column hierover. Dat is vreemd. Op verschillende andere plekken en momenten wordt hierover een stevige discussie gevoerd. Een discussie waarbij dit onderwerp steeds meer geoperationaliseerd wordt.

    De kernvraag daarbij is: gaan wij door met het vigerende stelsel waarbij het overgrote deel van het geld gecreëerd wordt door private banken, geleid door het principe van de winstmaximalisatie? Of wordt het monopolie van alle geldcreatie bij de overheid gelegd en dan geleid door principes van maatschappelijk nut en noodzaak?

    KPMG rapport

    hpmg-money-issuanceZoals bekend is de omvang van de (digitale) geldcreatie door de private banken veel omvangrijker dan de totale geldcreatie door de centrale banken. Dat is een van de oorzaken van de financiële kwetsbaarheid zoals die zichtbaar werd bij de Lehman crisis van 2008. Dit probleem heeft geleid tot allerlei aanscherpingen van de bankregels, voornamelijk op het gebied van de aan te houden buffers.

    Terecht acht de WRR ‘een hoger eigen vermogen dan de huidige (ongewogen) 4 % ratio noodzakelijk en wenselijk’. Maar, in het licht van de discussie over geldcreatie is deze aanbeveling nauwelijks meer dan een doekje voor het bloeden. Eigenlijk wordt een meer fundamentele discussie over het financieel stelsel ontlopen. Het lijkt er haast op dat in de kringen die er toe doen in Nederland, waaronder de WRR, de durf ontbreekt – en ook de legitimatie – om het daar wel over te hebben.

    En dan is het verheugend dat recentelijk een nuttig rapport is verschenen van een instelling die in de gevestigde financiële kringen er misschien wel toe doet, namelijk de KPMG. Tot mijn verbazing heeft het in Nederland voor zover ik kan nagaan in de pers geen aandacht gekregen.

    Dat rapport is gemaakt op verzoek van de premier van IJsland en is getiteld: Money Issuance – Alternative Monetary Systems. Het geeft een helder overzicht van de kenmerken van het huidige dominante systeem van geldcreatie. En stelt daar tegenover een eveneens helder overzicht van een alternatief model dat ‘Sovereign Money System’ wordt genoemd, afgekort als SM. In dat laatste model is geldcreatie de uitsluitende bevoegdheid van de publieke overheid. Die bevoegdheid ligt dan, aldus veronderstelt KPMG, bij een Monetary Policy Committee. De uitvoering van die bevoegdheid vindt plaats via de centrale bank.

    Modaliteiten van geldcreatie

    In het rapport komen verschillende modaliteiten aan de orde om geld in de samenleving te brengen. Bijvoorbeeld door opkoping van schuldpapier van de overheid. Of door directe verruiming van de financiële middelen van de overheid als gevolg waarvan belastingen verlaagd kunnen worden en dus consumenten en bedrijven meer kunnen spenderen. Of, een andere mogelijkheid: dat aan de overheid geld verschaft wordt om extra inspanningen te verrichten via uitbreiding van overheidsprogramma’s en investeringen.

    Ook kan geld in omloop gebracht worden via de particuliere banken, doordat zij gebruik kunnen maken van extra voor hen gecreëerde tegoeden bij de centrale bank. Interessant is ook de mogelijkheid van het zogeheten helikoptergeld, bijvoorbeeld rechtstreekse verstrekking van gelden aan de gezinshuishoudingen en consumenten, om zo de economie te stimuleren. Deze variant wordt ook en steeds meer genoemd als mogelijkheid voor de ECB om meer geld in de economie te brengen.

    Het rapport geeft handige overzichten van de kernbegrippen en van de overeenkomsten en verschillen tussen het huidige stelsel en het SM stelsel. Het maakt duidelijk dat de overgang naar een SM stelsel verregaande gevolgen heeft voor de particuliere banken. Zo zal voor hen het beginsel van Full Reserve Banking gelden, de bij hen ondergebrachte gelden moeten volledig gedekt en dus oproepbaar zijn. Ook zal nauwelijks ruimte zijn om nog als zakenbank te functioneren. Een dergelijk stelsel maakt buffers als 4% (of hoger) tot peanuts.

    De politiek

    Het rapport van KPMG bevat een helder overzicht van de politieke gremia waarbinnen de discussie over het SM systeem, of elementen daaruit gevoerd is. Daaronder het Amerikaanse congres, het Britse parlement, het parlement van IJsland, de Nederlandse Tweede Kamer, en de Zwitserse regering en parlement naar aanleiding van een mogelijk te houden referendum. De discussie in de Nederlandse Tweede Kamer vloeide voort uit een zogenoemd Burgerinitiatief Ons Geld. Het leidde o.a. tot het besluit om de WRR te vragen een standpunt hieromtrent te ontwikkelen.

    In Reykjavik vond n.a.v. het KPMG rapport een discussie plaats met deelname van de gouverneur van de centrale bank van IJsland, Már Guðmundsson. Deze liet zich nogal kritisch uit over het SM stelsel, o.a. met het argument dat geldcreatie door de overheid leidt tot inflatie. Hij werd weersproken door Martin Wolf van de Financial Times. De discussie leidde tot de conclusie dat het tijd wordt om een experiment met het SM stelsel te starten. IJsland zou daarvoor volgens sommigen een handige plek zijn. Maar de gouverneur gaf er de voorkeur aan om die eer aan het Verenigd Koninkrijk te laten, daarmee van de Brexit nood een deugd makend.




    De academische literatuur

    De positieve stemming op de bijeenkomst in Reykjavik was mede te danken aan een indrukwekkend overzicht in het KPMG rapport van wat genoemd wordt de academische discussie over dit onderwerp. Daaruit blijkt, ook tot mijn verrassing, dat al heel wat auteurs en onderzoekers zich met het onderwerp hebben bezig gehouden. Blijkt ook dat in de geraadpleegde literatuur er zich een overeenstemming lijkt af te tekenen dat het goed zou zijn om over te gaan op een SM stelsel. Tot de voordelen wordt gerekend dat het tot scherpe vermindering zo niet het verdwijnen van zeker de publieke schulden - maar ook waarschijnlijk private schulden - zal leiden. Daarnaast dat SM zou leiden tot lagere inflatie. Ook zou de kans op systeemcrises zoals wij die gekend hebben en kennen als gevolg van de dreigende ondergang van systeembanken voorkomen kunnen worden. Daarentegen zijn uit de literatuur ook kritische conclusies te trekken. Het SM systeem zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot een afname van private besparingen en daarmee ook van private investeringen. Daarnaast is een zekere huiver te vinden omtrent de inrichting van het transitieproces. Dat proces zou immers tot grote onzekerheden kunnen leiden. Die kritiekpunten nemen niet weg dat volgens het KPMG rapport uit de academische literatuur een overwegend positieve beoordeling van de noodzaak en het belang van een SM stelsel valt af te leiden.

    Salonfähig

    Het KPMG rapport kan wat mij betreft de volle vijf sterren krijgen. Het is helder geschreven, met handige schema’s en andere overzichten van de verschillende onderwerpen. Het maakt de discussie over geldcreatie salonfähig. Het rapport kan ook zó, in deze vorm dus, als lesmateriaal gebruikt worden. Dat neemt niet weg dat verschillende andere onderwerpen, ook relevant voor deze discussie, nog te weinig aandacht krijgen. Een daarvan is dat de overgang naar een SM stelsel nauwelijks geoperationaliseerd wordt. Dat is een terecht kritiekpunt vanuit sommige academische publicaties. Een ander zeer relevant onderwerp is dat van de inkrimping van de geldhoeveelheid. Geldcreatie krijgt ruime aandacht, krimp niet. En dat terwijl de noodzaak van krimp zeer relevant kan zijn, zoals wij in Nederland hebben ervaren met de geldzuivering na de Tweede Wereldoorlog doorgevoerd door toenmalig minister van financiën Piet Lieftinck. In het rapport blijft onduidelijk op welke gronden de geldhoeveelheid moet worden uitgebreid of ingekrompen. Het rapport suggereert een beleid op traditionele gronden als voorkomen van te hoge inflatie dan wel deflatie, en het stimuleren van verdere bbp-groei. Ik zou zeggen dat de overgang naar een SM stelsel op zich natuurlijk positief kan zijn. Echter, het moet vooral gericht zijn op het vergemakkelijken van de transitie van de samenleving richting minder armoede en ongelijkheid en ecocide.

    Flankerend sociaal beleid

    Tot slot, de overgang naar een SM-stelsel zal ongetwijfeld impliceren dat de financiële sector, de banken voorop, wordt ingekrompen. Dat betekent o.a. een verdere daling van de werkgelegenheid. Het is van groot belang, alleen al vanwege redenen van politieke opportuniteit maar ook uit oogpunt van rechtvaardigheid, om ook dat vraagstuk te operationaliseren en oplossingen aan te dragen. Op zijn minst moet een sociale paragraaf worden ontwikkeld, gericht op het opvangen van de ergste sociale problemen voortvloeiend uit de groeiende werkloosheid in de sector. Daarnaast moet een structureel beleid ontwikkeld worden gericht op algemene verkorting van de (betaalde) arbeidsweek en op brede herverdeling van de arbeid. Voor meer teksten van Lou Keune, zie www.loukeune.nl of www.platformdse.org.