Auteur: Cor Wijtvliet

  • Het wordt guur op de financiële markten

    Onzekerheid is al maanden troef op de internationale beurzen en afgelopen week werd heter niet beter op. Het vertrouwen bij beleggers is laag en ging donderdag 6 december nog verder omlaag na het bekend worden van de arrestatie van een topvrouw van het Chinese Huawei. Dit vooraanstaande Chinese bedrijf mag zich al langer verheugen in de bijzondere aandacht van Westerse geheime diensten. Die verdenken het bedrijf van digitale spionage.

    De arrestatie lijkt een nieuwe stap in de koude oorlog tussen China en de VS. Het ziet er naar uit dat het bereiken van een handelsovereenkomst tussen beide landen in het komende jaar een hels karwei wordt. Dat kan betekenen dat de prijzen voor diverse beleggingen onder steeds grotere druk komen. Dat kan verkeerd uitpakken voor bedrijven en het consumentenvertrouwen ondergraven, met alle gevolgen van dien voor de economie. Het is dus niet vreemd dat koersen wereldwijd tuimelden, zij het dat Wall Street zich in de loop van de dag enigszins herstelde. Geruchten dat de OPEC in Wenen niet de verwachte overeenkomst productiebeperking zou bereiken hielpen ook al niet. Koersen van energiefondsen gingen onderuit.

    Vlucht naar veiligheid

    De vlucht naar veiligheid heeft consequenties voor het afvlakken van de yield curve, zoals die recentelijk steeds nadrukkelijker zichtbaar werd. Nu beleggers zich en masse storten op bijvoorbeeld de Amerikaanse treasuries, gaat de yield over de hele curve gelijkmatig omlaag. Een ander belangrijk effect is, dat de obligatiemarkt er steeds minder rekening mee houdt dat de Fed in 2019 de rente nog verder gaat verhogen. Afgelopen donderdag zakte het niveau van een contract voor de januari 2020 Fed funds naar 2,55%. Aan het begin van de week bedroeg het rentepercentage nog 2,75% en een maand geleden nog bijna 3%. Dat is een forse verschuiving en is daarmee een aanwijzing dat het marktsentiment snel aan het verslechteren is.

    Het nagenoeg voorbije jaar is voor de belegger een slecht jaar geweest en het zou zomaar kunnen dat een groeiend aantal de handdoek in de ring gooit. Ze kiezen voor de veiligheid van het overheidspapier en laten aandelen en bedrijfsobligaties links liggen. Dat geldt trouwens niet voor het Italiaanse of Spaanse schatkistpapier. Daar hebben beleggers evenmin vertrouwen in. Ook veilige valuta als de yen en de Zwitserse franc winnen snel aan populariteit.

    Beurzen in 2018 op verlies

    De schade was aan het einde van donderdag groot. De S&P 500 stond weer in het rood voor heel 2018. De FTSE 100 sloot op het laagste niveau sinds september 2016 en dat gold ook voor de Europe Stoxx 600. In dit klimaat van onzekerheid is het begrijpelijk dat markten solide economische data uit de VS of waar vandaan dan ook gewoon negeren. Angst en onzekerheid overheersen. Het ziet er dan ook niet goed uit voor het einde van 2018. De kans op een eindejaar rally lijk bijzonder klein. Eerder het omgekeerde kan het geval zijn.

    Nu het einde van het jaar nadert zullen handelaren zich gedwongen zien om hun verlieslatende posities af te bouwen. Aandelen gaan in de aanbieding en de koers zal eerder verder wegzakken. Als dit scenario werkelijkheid wordt en de koersen stuiteren verder de diepte in, dan komen beleggers voor een groot dilemma staan: Is dit het begin van de gevreesde berenmarkt of is het een laatste buying opportunity? Buying the dip is in 2018 geen goede strategie gebleken!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Belastingverlaging Trump schiet haar doel voorbij

    Alweer ruim een jaar geleden vertelde president Trump een opgetogen Amerikaans bedrijfsleven dat de belastingdruk fors omlaag zou gaan. De achterliggende bedoeling van de president was dat de grote bedrijven hun enorme tegoeden, die ze buiten de VS hadden opgestapeld, naar het moederland zouden overhevelen. Al die talloos veel miljarden dollars zouden dan in de Amerikaanse economie geïnvesteerd worden, waardoor de belastingverlaging zichzelf zou terugverdienen.

    Dat was het optimistische scenario, maar wat is er na een jaar van dat optimisme overgebleven? In hoeverre wordt de theorie gestaafd door de praktijk? Het heeft er na een jaar alle schijn van dat de belastingverlaging amper of niet de gehoopte positieve gevolgen heeft. Dat althans concludeert the National Association for Business Economics. De verhoopte investeringen zijn vooralsnog uitgebleven.

    Veel bedrijven hebben hun gerepatrieerde gelden gebruikt om op heel grote schaal eigen aandelen in te kopen en om in tweede instantie hun schulden af te lossen. Het zijn met andere woorden vooral de beleggers die profiteren van het gunstige belastingregime. Een bedrijf als Apple beloofde destijds publiekelijk dat het in de komende vijf jaren $350 miljard zou bijdragen aan de Amerikaanse economie. De praktijk wijst tot nu toe in een andere richting. Het heeft zijn capex verhoogd met 14% tot een bedrag van $14,5 miljard, een niet te versmaden hoeveelheid dollars. Over de eerste negen maanden van 2018 kocht Apple echter voor een bedrag van $62,6 miljard aan eigen aandelen terug. Dat was driemaal zoveel als in 2017.

    Bedrijven kopen massaal aandelen in

    Analisten vergoelijken het gedrag van bedrijven als Apple door erop te wijzen dat investeringen een langere doorlooptijd hebben voordat ze terug te vinden zijn in de cijfers. Ze wijzen er ook op dat veel bedrijven hun capex fors hebben opgehoogd. Zo bedroeg de capex van Google en Facebook in 2017 $21 miljard, maar in 2018 zal dat bedrag uitkomen op $37 miljard. Dat klinkt mooier dan het is. Amerikaanse overheidsdienaren moeten concluderen dat investeringen aan het begin van 2018 fors toenamen om in de tweede helft van het jaar af te vlakken en die afvlakking zet zich waarschijnlijk door in 2019.

    Dat laatste zal beslist niet het geval zijn bij de programma’s voor terugkoop van eigen aandelen. Die programma’s zijn in 2018 met 44% gestegen ten opzichte van 2017, zo heeft Goldman Sachs becijferd. In 2019 gaan die nog eens met 22% verder omhoog. Het zijn overigens vooral de grote namen in de techsector die heel veel geld uitgeven aan het terugkopen van eigen aandelen. Apple, Alphabet, Cisco, Microsoft en Oracle hebben gezamenlijk in de eerste negen maanden van dit jaar het lieve sommetje van $115 miljard besteed aan terugkoopprogramma’s. Het waren ook de vijf bedrijven met de grootste tegoeden in het buitenland.

    Technologiebedrijven hebben dit jaar vooral eigen aandelen ingekocht (Bron: Financial Times)

    Aandeelhouders profiteren het meest

    De conclusie moet dan ook luiden, dat vooral de aandeelhouder en het zittend management (ook aandeelhouders) profiteren van de gulheid van de president. De doorsnee-Amerikaan, de belastingbetaler, heeft vooral het nakijken. Er komen weinig of geen extra banen bij en ook de verhoopte investeringen in bijvoorbeeld innovatie blijven grotendeels achterwege.

    Doen bedrijven dan helemaal niets nuttigs met al die extra gelden? Toch wel. De schuldenlast van het Amerikaanse bedrijfsleven is tot astronomische hoogte gestegen. Aan het begin van 2018 beliep die schuldenberg het bedrag van $9,4 biljoen. Veel bedrijven hebben in de afgelopen jaren de verleiding niet kunnen weerstaan op grote schaal geld te lenen om bijvoorbeeld terugkoopprogramma’s te financieren of om er overnames mee te betalen. Geld was immers nagenoeg gratis. Nu gaat de rente echter omhoog en velen vrezen met grote vreze dat nu de rente gaat stijgen veel bedrijven financieel in de problemen gaan komen.

    Van een grote naam als General Electric wordt al hardop gezegd dat het weleens kan omvallen, omdat het te veel schulden heeft. Veel bedrijven gebruiken daarom het vrijgevallen geld om hun schuldenlast te verlagen. De top 100 niet-financiële bedrijven besteedden in de eerste helft van 2018 $72 miljard om de schulden te verlagen. Dat was niet eens zoveel minder dan de $81 miljard die ze uitgaven aan terugkoopprogramma’s. Het was echter veel meer dan de $47 miljard die opging aan investeringen en aan R&D, zo heeft Moody’s becijferd.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Is ‘buy the dip’ nog wel een verantwoorde strategie?

    Wat kan de wereld in een sneltreinvaart veranderen! In oktober ging het al goed mis, maar daarna volgde een voorzichtig herstel en beleggers dachten even rustig achterover te kunnen leunen. Dat is afgelopen week een misvatting gebleken. Eerst raakte de techsector in de VS in het ongerede maar al snel volgde een wereldwijde verkoopgolf!

    Het zou zomaar kunnen dat we afgelopen week het definitieve einde hebben meegemaakt van het aangename en redelijk voorspelbare klimaat op de financiële markten dat heerste sinds het einde van de financiële crisis. De bange vraag is nu hoe het nieuwe klimaat gaat aanvoelen. De onzekerheid voedt de ongerustheid. Die was toch al tot grote hoogte opgestuwd door de zware klappen die de FAANG’s moesten incasseren. Gezamenlijk moesten ze $1 biljoen aan marktkapitalisatie inleveren. Volatiliteit van die omvang voor blue chips is op zich al heel bijzonder, om niet te zeggen buitengewoon.

    Hoe nu verder?

    Een ongeluk komt nooit alleen en dat is ook nu het geval. Beleggers zien tot hun afgrijzen dat in strijd met de theorie en ervaringen uit het verleden. Eersteklas obligaties bieden dit keer geen bescherming tegen de onrust op de financiële markten. Dat maakt het vraagstuk hoe je portefeuille in deze moeilijke tijden in te richten alleen maar complexer. Los daarvan wil de handelsoorlog maar niet wijken. Voeg daar de problemen rondom Italië, maar ook rondom een goudgerande naam als General Electric aan toe en je houdt een kwalijke cocktail aan onzekerheden over.

    Het beste bewijs dat we op de grens van een nieuw tijdperk staan is dat de strategie van Buy the Dip uitgewerkt lijkt. Sinds 2002 was deze strategie een even simpele als profijtelijke strategie als internationale beurzen een woelig weekje achter de rug hadden. Dit jaar vangen beleggers echter bot, telkens als ze de S&P 500 kochten, zo constateerde Morgan Stanley. De bezorgde analisten wijzen erop, dat dit alleen gebeurt aan de vooravond van een berenmarkt of in een berenmarkt.

    ‘Sell the rallies’

    Er lijkt sprake van een waterscheiding, aldus de analisten. Beleggers kopen niet, omdat ze nu bang zijn om met deze strategie het spreekwoordelijke ‘falling knife’ te moeten opvangen. In plaats van Buying the Dip spreken beleggers al van Selling the Rallies! Alhoewel 2018 geen jaar van recessie is, lijkt een berenmarkt snel naderbij te komen. Uit onderzoek door investment banks spreekt steeds ongemak en onrust. De bear market risk indicator van Goldman Sachs staat op het hoogste niveau sinds de vooravond van de financiële crisis. Bij Goldman zijn ze daarom bang dat wat er in februari en oktober gebeurd is slechts een voorspel is van een naderende grote omslag. De bankiers adviseren daarom wat meer cash aan te houden.

    Het idee dat een berenmarkt zeer nabij is, leiden analisten ook af aan het huidige beleid van de centrale banken in de wereld. De Fed verhoogt de rente en verkoopt elke maand voor $50 miljard aan schatkistpapier. Als gevolg van dit handelen is het rendement voor 3-maands papier opgelopen tot meer dan 2,8%, het hoogste niveau sinds 2008. Voeg daar aan toe dat de ECB het verruimingsbeleid gaat afbouwen en de conclusie dringt zich op dat een nieuw marktregime in aantocht is. Centrale bankiers lijken immers niet langer bereid om hun monetair beleid zo ruim mogelijk te houden. Het nieuwe, verkrappende beleid kan zomaar een recessie in de reële economie uitlokken. Daarom is het verstandig de veiligheidsriemen aan te spannen ook als in tweede instantie mocht blijken dat er slechts sprake was van een gezonde correctie!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • De handelsoorlog pakt helemaal verkeerd uit voor opkomende markten

    Jarenlang gold het als een wetmatigheid onder beleggers. China was de steunpilaar onder de economische groei van de opkomende markten. Die zekerheid lijkt voorgoed voorbij. De oorzaken laten zich gemakkelijk aanwijzen. China zelf heeft steeds meer moeite om zijn groei op niveau te houden en de handelsoorlog helpt evenmin. En dan is de Chinese economie van kleur aan het verschieten.

    De rol van China was en is nog steeds van fundamenteel belang voor de opkomende markten. Het land is goed voor ongeveer 70% van alle industriële activiteiten in Azië. De afnemende groei naar waarschijnlijk 6,5% dit jaar beperkt een verdere krachtige expansie en dat heeft consequenties. Elke procent daling in de groei van het bbp vertaalt zich in een gemiddelde vertraging van 0,7% voor de opkomende markten, zo heeft Merrill Lynch becijferd. Voor Latijns-Amerika is de vertraging met 1,2% nog groter. Dat deel van de wereld stuurt alles van olie tot koper naar China.

    Opkomende economieën onder druk

    Het zwaarst getroffen is echter Zuid-Korea en dat is vooral te wijten aan de handelsoorlog. Zuid-Korea is nagenoeg volledig deel van de Chinese supply chain voor elektronica. Het is daarom niet vreemd dat handelaren de nationale munt van Korea, de won, als het kleinere broertje van de renminbi beschouwen. De Kospi, de Koreaanse Index, heeft dit jaar al 15% moeten inleveren en de waarde van de won is 6% afgebrokkeld.

    Maar ook landen als Taiwan, Singapore en Maleisië, die allemaal profijt hebben gehad van de opmars van China als industriële grootmacht, ondervinden nu nadeel. China is gewoon integraal onderdeel van de Aziatische supply chain. Lijdt dat land, dan lijdt de rest mee! Wat die anderen ook gaan merken, is dat China economisch van kleur gaat verschieten. De dienstensector gaat de centrale rol in de economie overnemen van de industrie. Een dienstensector is minder hongerig naar grondstoffen. Diensten droegen in het eerste halfjaar 4 procentpunt bij aan de groei, terwijl de industrie de helft daarvan bijdroeg.

    Uitdaging voor opkomende economieën

    Bovengenoemde omstandigheden eisen dat zeker de nauwst verbonden landen zich opnieuw gaan uitvinden. Dat moet op het moment dat de dollar en de oplopende rente in de Verenigde Staten de opkomende landen voor beleggers een stuk minder interessant maken. Het is trouwens niet ondenkbaar dat opkomende markten in dat opzicht een trendzetter zullen blijken voor 2019. Het zou zomaar kunnen dat in het komende jaar risico-aversie de toon gaat zetten.

    Opkomende markten gaan waarschijnlijk ook last krijgen van een zwakkere Chinese munt. Het veelbesproken overschot op de lopende rekening kan zomaar omslaan in een tekort, niet incidenteel maar permanent. Als dat zo is, dan kan China weleens een concurrent worden in plaats van een motor. Het hoeft allemaal overigens geen kommer en kwel te worden voor de opkomende markten.

    China ontpopte zich in razend tempo tot een consument-georiënteerde economie. Steeds meer Chinezen beschikken over de middelen om royaal te besteden. Dat gegeven vormt een prettige uitdaging voor bedrijven in de opkomende markten. Het is aan de belegger om uit te dokteren welke bedrijven dan potentieel winnaar zijn. Daarbij moeten ze verder kijken dan de huidige oplopende spanningen tussen Beijing en Washington. Dat is weer wel een opgave!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Vijf waarschuwingssignalen voor stress op de financiële markten

    De financiële markten zijn behoorlijk in beweging. Die vaststelling mag je gerust een eufemisme noemen. Onder de huidige omstandigheden zijn beleggers en analisten op zoek naar tekenen die waarschuwen voor naderend onheil. De meeste van die voortekenen zijn bij een min of meer breed publiek bekend. Het kan echter geen kwaad de meest gehanteerde nog eens op een rij te zetten.

    1. Vix, de kampioen van de angst

    De Volatility Index van de Chicago Board Option Exchange (CBOE) is de bekendste maatstaf voor angst. Deze index stamt alweer uit 1993, maar verdiende zijn prominente status tijdens de dotcomcrisis en zag zijn faam bevestigd tijdens de afgelopen financiële crisis. De media hanteerde het als peilstok voor de paniek op Wall Street. De index is afgekort tot VIX en meet de zogeheten impliciete volatiliteit van de Amerikaanse aandelenbeurzen voor een periode van 30 dagen. De implied volatility is een afgeleide van de prijzen van opties.

    De index is zo gestructureerd dat bij een verwachting van fluctuaties op de S&P 500 van gemiddeld 1% per dag over een periode van een maand, het niveau van de VIX ongeveer 20 bedraagt. Dat is grofweg het langjarig gemiddelde. Op het hoogtepunt van de financiële crisis schoot de VIX naar een niveau van 89. Ten tijde van de beroeringen in februari piekte de VIX bij 50 en in oktober kwam die niet verder dan 25.

    VIX volatiliteitsindex neemt toe (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    2. Skew, de uitdager

    Evenals de VIX index is de Skew Index een product van de CBOE en is het ook gebaseerd op de prijzen van opties op de S&P500. De index is vernoemd naar de curve van de implied volatility en wordt door handelaren als Skew omschreven. De Skew meet het verschil in de kosten voor het kopen van een verzekering tegen een daling van de beurs afgezet tegen de kosten om het recht te kopen om te profiteren van een marktrally.

    In theorie is deze index daarom een goede maatstaf voor angst in het financiële systeem. Skew beweegt zich doorgaans in de bandbreedte 100 – 150. Daarbij geeft een waarde van 100 aan dat de verwachte stijging van de koersen grofweg in lijn is met het gemiddelde. Hoe hoger de waarde van de Skew oploopt des te groter de bezorgdheid van beleggers dat de markt eerder gaat crashen dan sterk gaat rally-en.

    In de praktijk valt het nut en de betrouwbaarheid van de Skew als maatstaf voor angst tegen. Ten tijde van de crisis had de index de neiging tot dalen. In de afgelopen maand steeg de Skew tot boven 120.

    Skew index registreer toegenomen angst onder beleggers (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    3. De Yield curve, de oude en geduchte kampioen

    De yield curve is de oudste maatstaf voor angst, maar het is er een die zijn nut nog steeds bewijst voor het voorspellen van economische recessies. De yield curve of rentecurve is de naam van de hellingsgraad (lelijk Nederlands) van het rendement op obligaties met verschillende looptijden. Onder normale omstandigheden is het goedkoper voor landen om leningen te plaatsen met een looptijd van 1 jaar dan om leningen te plaatsen met een looptijd van 5 jaar. Naarmate de looptijd langer wordt, heeft de yield curve of rentecurve de neiging steeds steiler te worden. Soms gebeurt het omgekeerde. Dan is het rendement op kortlopende leningen hoger dan die op langer lopende. In dat geval spreken we van een inverse rentestructuur.

    Sommige economen geloven dat een inverse rentecurve erop wijst dat de Fed de rente te snel en te agressief heeft verhoogd met als gevolg dat een recessie zich aandient. Andere economen menen dat het omgekeerde het geval is. Een inverse rentestructuur veroorzaakt de recessie, omdat het de groei van krediet belemmert. Hoe het ook zij, het is een gegeven dat sinds WO II een inverse rentecurve altijd voorafging aan een economische neergang in de VS en daarbuiten. Het is om die reden dat veel beleggers en analisten met angst en beven kijken naar het afvlakken van de rentecurve.

    Sommige denken dat de aandacht voor het verloop van de rentecurve overdreven is. Ze denken dat de rol ervan geleidelijk is uitgespeeld of zelfs altijd overdreven is.

    Rentecurve vlakt af (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    4. Cross-currency basis: de dollar spreekt een woordje mee

    De dollar is nog steeds de smeerolie van de wereldwijde economie. Een plotselinge stijging in de vraag naar dollars kan wijzen op groeiende spanningen in het financieel bestel. De cross-currency basis is een maatstaf om de groeiende spanningen te meten. Kortweg komt het erop neer dat banken extra kosten in rekening brengen om de ene valuta in de andere om te zetten in de derivatenmarkt.

    In tijden van oplopende spanningen kan de dollar cross-currency basis op hol slaan. Dat gebeurde ten tijde van de financiële crisis en daarna ten tijde van de eurocrisis. Banken en beleggers vochten om dollars om zo aan hun verplichtingen te voldoen die in dollars genoteerd waren. Traditioneel is trouwens het einde van het jaar een tijd dat de basis de neiging heeft gek te gaan doen. Banken proberen in de weken voorafgaand aan het nieuwe jaar zoveel mogelijk derivate producten van de balans te verwijderen. Dat doen ze in verband met de verplichte rapportages aan centrale banken. Dat jaarlijks op hol slaan maakt volgens sommige critici de cross-currency basis een slechte maatstaf.

    Daar zit een kern van waarheid in, maar dat neemt niet weg dat op andere tijdstippen in het jaar deze maatstaf wel degelijk nut heeft. Dan kan het beslist aangeven dat de stress in het systeem toeneemt. Zo was er aan het einde van de afgelopen maand september duidelijk sprake van een sterk oplopen van de dollar cross-currency basis. Dat maakte de Amerikaanse staatslening minder aantrekkelijk voor de buitenlandse belegger, met als gevolg dat de rentecurve sterk opliep. Dat was het sein voor de brede markt om een koers naar beneden in te zetten.

    Schaarste aan dollars ook indicatief voor een crisis (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    5. Financial conditions, het monster van Frankenstein onder de angst indices

    Financial Conditions Indices zijn gebaseerd op een groot aantal grootheden, zoals de rentecurve, valuta’s en waarderingen. Ze zijn zodoende als een soort benchmark bedoeld om vast te stellen hoe groot de stress in het financieel bestel is en in hoeverre die bijdraagt aan de groei of het beperken van de economische groei. De Financial Conditions Indices hebben de neiging op te lopen in tijden dat markten min of meer panikeren en de groei beperken. Ze laten een daling zien in tijden dat markten opbloeien en zodoende de expansie bevorderen.

    De bekendste index is de Goldman Sachs Financial Conditions Index. Die gaat al heel wat jaren mee en was het resultaat van het denkwerk van Bill Dudley, voormalig hoofd van de New York Federal Reserve. Vandaag de dag heeft elke zichzelf respecterende investmentbank zijn eigen Financial Conditions Index, evenals de Federal Reserves van St Louis, Chicago en Kansas.

    Financial Conditions index brengt verschillende indicatoren samen (Bron: Bloomberg, Financial Times)

    De kern van al die indices is en blijft hetzelfde. Bewegingen op de financiële markten zijn van grote invloed op de bredere financiële omstandigheden. Het is daarom van het grootste belang om te begrijpen hoe ontwikkelingen op de markten van invloed kunnen zijn op de economie. Dat is dan ook weer van belang om hier een juist en passend monetair beleid voor te ontwikkelen. Dat alles op de juiste manier in kaart brengen en ten uitvoer brengen is bepaald geen sinecure. Het maakt tevens duidelijk dat de Financial Conditions Indices evenmin als welke maatstaf voor angst dan ook onfeilbaar zijn. Het blijft zoeken naar de Steen der Wijzen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Kolen zijn nu echt verleden tijd

    Het is een van de verkiezingsbeloftes van president Trump. De kolenindustrie in de VS moet nieuw leven ingeblazen worden. Van meet af aan hebben veel partijen erop gewezen dat dit een heilloos streven zou zijn. Kolen zijn weliswaar een goedkope bron van energie, maar vooral een bron van energie uit het verleden. Het heette nog een kwestie van tijd te zijn, voordat ook qua kosten wind- en zonne-energie kolen zouden voorbijstreven.

    Het zou zomaar kunnen dat critici eerder gelijk krijgen dan ze zelf voor mogelijk hebben gehouden. Dat blijkt uit een rapport uit ‘onverdachte’ hoek. De bankiers denken dat het moment is aangebroken dat elektriciteitsbedrijven hun kolengestookte centrales beter kunnen sluiten en zich volledig gaan richten op zon- en windenergie. Trouwens die trend lijkt in de VS voorzichtig op gang te komen. Bedrijven als FirstEnergy en American Electric Power hebben recentelijk de sluiting aangekondigd van enkele centrales. Het zijn weliswaar de meest verouderde, maar een begin is gemaakt. Een bedrijf als Vistra Energy gaat al een stapje verder en heeft de sluiting aangekondigd van relatief jonge centrales met als argument dat het economisch niet langer verantwoord is ze open te houden.

    Sluiting kolencentrales

    Bij Lazard hebben ze berekend dat de all-in kosten voor elektriciteit van een moderne windfarm variëren van $29 tot $53 per megawatt. Dit zijn kosten waarin de Production Tax Credit (subsidie) niet is meegenomen. Die van een kolengestookte centrale lopen uiteen van $27 tot $45 per megawatt. Zelfs zonder subsidie kan het in een groeiend aantal gevallen aantrekkelijker zijn om voor windenergie te kiezen. Als we de subsidie in de sommetjes meenemen, dan wordt het wel heel aantrekkelijk om kolencentrales te sluiten. De kosten per megawatt dalen dan tot $14. Overigens wordt de subsidie in 2024 afgebouwd.

    Volgens Lazard wordt het voor nutsbedrijven steeds gemakkelijker om de keuze voor renewables te verdedigen op basis van kosten. De producent profiteert van die lage kosten, maar uiteindelijk ook de consument. Toezichthouders betonen zich gevoelig voor deze argumentatie. In Minneapolis keurde de toezichthouder plannen van Xcel Energy goed om 660 megawatt aan kolengestookte energie stil te leggen en te vervangen door een combinatie van zon, wind en batterijopslag. Xcel claimt dat consumenten zo ongeveer $200 miljoen goedkoper uit zijn. Als er dan ook nog een efficiencyslag overheen gelegd wordt, dan lijkt het erop dat kolengestookte centrales op niet al te lange termijn helemaal passé zijn.

    Zijn kolen passé?

    Met de kolensector gaat het trouwens sowieso niet zo goed, ondanks de beloftes van de president. Afgelopen jaar leek het de goede kant op te gaan dankzij een sterke export. Sindsdien is het met de productie langzaamaan weer minder gegaan en de verwachting is dat in 2019 van de winst van 2017 niets meer over is. De sector is dan weer terug bij af. De regering Trump speelt met plannen om eventueel kolen en kernenergie te gaan subsidiëren. Het argument daarvoor is, dat de toelevering aan het net door renewables minder betrouwbaar is, zeker in periodes van bijvoorbeeld extreme kou.

    Toezichthouders hebben vooralsnog lauw gereageerd op de plannen. Ze vragen zich terecht af wat er van de plannen overblijft mocht de president niet herkozen worden. Energiebedrijven nemen investeringsbeslissingen voor de lange termijn en weigeren daarom puur politiek gedreven beslissingen te nemen. Daar zijn de kosten te hoog voor. Het lijkt er steeds meer op dat de kolenlobby en president Trump een achterhoedegevecht voeren.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Shell betaalt zijn schone toekomst met olie

    Het kon eigenlijk niet anders gelet op de ontwikkeling van de olieprijs in dit jaar. Evenals zijn concullega’s presenteerde ook Shell mooie cijfers over het derde kwartaal. De winst steeg met meer dan 35% naar een waarde van $5,6 miljard. Beleggers, rupsjes nooit genoeg, reageerden teleurgesteld. Ze hadden gerekend op een resultaat van $5,7 miljard.

    Voor Shell was er echter alle reden voor tevredenheid. Sinds de heftige prijsdalingen in 2014 is het bedrijf erin geslaagd om haar vaste kosten fors omlaag te brengen, zodat een vat olie nu al winstgevend is bij een prijs tussen $40 – $50. Juist de grote kostendiscipline vormt de basis van de almaar groeiende winstgevendheid. Die discipline vertaalt zich ook in aanzwellende kasstromen. Die stegen in het derde kwartaal naar $12 miljard, tegen $7,6 miljard in 2017. Die kasstromen stellen de oliegigant in staat om zijn dividend te betalen evenals zijn rentelasten. Daarnaast is er nog geld over om eigen aandelen in te kopen, de schuldenlast te verlagen en te investeren in een schonere toekomst weg van de olie!

    Meer olie uit de zeebodem

    Dat klinkt gemakkelijker dan gedaan! De energiesector breekt zich er het hoofd over hoe en hoeveel in schone energie te investeren, terwijl de onzekerheid over de toekomstige vraag naar olie alleen maar stijgt. Bovendien is duidelijk dat de opbrengsten van al die investeringen waarschijnlijk lager uitvallen dan de opbrengst van het traditionele vat olie. Ook Shell worstelt met deze vraag en denkt vooralsnog een oplossing gevonden te hebben om de energietransitie te betalen. Dat denkt het bedrijf te kunnen betalen door op grote diepte op zee naar olie te gaan boren. Dat zijn veelal kapitaalintensieve projecten, maar door de technische vooruitgang zijn ze minder complex en dus ook minder duur geworden.

    Daar komt nog bij dat het bij de stijgende olieprijs steeds lucratiever wordt om deze projecten op te starten. Op grote diepte zijn de mooie, grote velden te vinden. Het mooie is ook, dat deze projecten op zee maar voor een handvol bedrijven is weggelegd. Shell hoort bij dit groepje dat slechts acht leden telt. Het heeft de kennis in huis en het bulkt van het geld!

    Shell gaat daarom komende jaren fors investeren in Deepwater. Het gaat om $5 tot $6 miljard tot 2020. Dat is veel meer dan de investeringen in schalie of new energies. De inzet is niet voor niets hoog. Shell verwacht dat Deepwater in 2020 voor vrije kasstromen kan zorgen ter waarde van $6 – $7 miljard bij een olieprijs van $60 per vat. Deze enorme kasstromen moeten ervoor zorgen dat Shell de energietransitie probleemloos doorkomt. Tegelijkertijd moeten die mooie kasstromen beleggers geruststellen. Die voelen weinig voor kostbare investeringen in langlopende projecten, terwijl de toekomst van olie ongewis is.

    Die zorgen zijn volgens Shell overdreven, want de vraag naar olie zal de komende jaren hoog blijven en de productie van bijvoorbeeld schalie zal absoluut onvoldoende zijn om aan die vraag te voldoen. Ook wijst de groep van acht erop dat de kosten voor de projecten zo laag zijn dat ze zelfs bij een prijs van $35 winstgevend kunnen produceren. Dat neemt allemaal niet weg, dat ook bij Shell de overtuiging leeft dat de gouden jaren voor olie nagenoeg voorbij zijn. Het is echter wel moeilijk in te schatten wanneer dat precies zal zijn en dus blijven hoge investeringen nodig. Het zijn vooralsnog wel goed renderende investeringen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • De wereld is niet plat maar vol pieken en dalen

    Het is alweer bijna 15 jaar geleden dat het boek ‘The World is Flat’ van Thomas Friedman verscheen. De boodschap van het boek was dat dankzij de technologische vooruitgang het economisch belang van de geografie steeds verder zou afnemen. Dat was eerst en vooral te danken aan het internet. Onderzoek van de Amerikanen George Mason en Tim Gulden datzelfde jaar kwam echter tot een tegenovergestelde conclusie.

    De wereld is in hun ogen absoluut niet vlak maar vol pieken en dalen. Sterker nog, als het om puur economische slagkracht gaat en om pure innovatieve kracht, dan spelen slechts een ‘handvol’ regio’s een zeer vooraanstaande rol in de wereldeconomie. Juist de regio’s die de wereldeconomie stuwen groeien ook nog eens het snelst, terwijl de dalen steeds meer verkommeren.

    Urbanisatie versterkt innovatie

    Van vitaal belang voor al deze trends is de explosieve groei van de steden over heel de wereld. Ongeveer 50% van de wereldbevolking leeft in een stedelijk gebied. In de ontwikkelde landen is dat zelfs ongeveer 75%. De economische kracht van een aantal van de grote stedelijke agglomeraties of metropolen is op zijn zachts gezegd verbazingwekkend. De economie van een stad als New York is bijna even groot dan die van landen als Rusland en Brazilië. Volgens de onderzoekers zijn de economisch sterkste stedelijke agglomeraties vooral te vinden in de Verenigde Staten en in mindere mate in Europa. In Azië waren er in 2005 nog maar een handjevol te vinden.

    Metropolen zijn niet alleen magneten voor mensen en derhalve bronnen van economische groei. Het zijn ook de plaatsten waar innovatie groeit en bloeit. Statistieken uit die jaren leren dat 85% van alle patenten toebehoren aan inwoners van vijf landen, te weten Japan, de Verenigde Staten, Duitsland, Zuid-Korea en Rusland. Binnen die landen zijn het weer steden die bronnen zijn van innovaties. Innovatieve koplopers zijn Tokyo, Seoul, New York en San Francisco. De subtop wordt gevormd door steden als Boston, Seattle, Austin, Toronto, Vancouver, Berlijn, Stockholm, Helsinki, London, Osaka, Taipei en Sydney. Als het om diepgravende innovatie gaat, dan eisen slechts een of twee dozijn steden wereldwijd de hoofdrol op. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo, zij het dat de rol van steden als Shanghai of Bombay sinds 2005 fors vergroot is.

    Het patroon is duidelijk. Stedelijke agglomeraties trekken creatieve en getalenteerde mensen aan. Ideeën vinden daardoor sneller weerklank en kunnen bovendien sneller in de praktijk gebracht worden. Het ligt immers voor de hand dat in steden ook veel financiers te vinden zijn. Die maar wat graag het gezelschap van de creatievelingen opzoeken. Talent prefereert niet alleen de stad, omdat daar veel ander talent zit of omdat de voorzieningen van hoog niveau zijn. Talent doet dat ook, omdat in een stedelijke agglomeratie ook de voordelen van economies of scale biedt, maar ook die van knowledge spillovers. Het is geen wet dat je naar een stedelijke agglomeratie moet verhuizen om echt innovatief te zijn, het helpt echter wel om in een omgeving te verkeren met een kritische massa aan creativiteit.

    Globalisering

    Het proces van globalisering maakt de vruchten van innovatie alleen nog maar zoeter. Dankzij die trend kunnen innovatieve producten en diensten elke consument ter wereld in een oogwenk bereiken. Dat feit verhoogt weer de aantrekkelijkheid van de innovatieve centra met als resultaat dat welvaart en economische productie zich meer en meer in die centra samenballen.

    Het verhaal van innovatie in de vorige eeuw was vooral een Amerikaans verhaal. In de 21ste eeuw lijkt er een einde te komen aan die dominantie. Regio’s in Europa en Zuidoost-Azië beginnen hun plaats in de eregalerij op te eisen. Dat is misschien mede te danken aan het kleiner worden van de wereld. Sociale maar ook economie afstanden zijn kleiner geworden. Een sterk verbeterde mobiliteit maakt het voor de getalenteerden mogelijk om zich gemakkelijk van het ene centrum naar het andere centrum te bewegen.

    Naar schatting zijn meer dan 150 miljoen mensen onderdeel van deze wereldwijde arbeidsmarkt. Ook in dit opzicht neemt een beperkt aantal steden de koppositie in. Het gaat om steden als Londen, New York, Parijs, Tokyo, Hong Kong, Singapore, Chicago, Los Angelos en San Francisco. Deze steden hebben onderling de nauwste betrekkingen. Bewoners van deze agglomeraties voelen zich vaker met elkaar verbonden en verwant dan met de bewoners in hun spreekwoordelijke achtertuin.

    Dat is dan ook precies de schaduwzijde van een wereld vol pieken en dalen. De slag om talent, investeringen en goed betaalde banen vergroot de ongelijkheid tussen landen maar ook binnen landen. Dat verklaart ook ten dele de sterke anti-globaliseringsgolf die nu over de wereld rolt. Dat stelt beleidsmakers voor misschien wel een onoplosbaar probleem. Die pieken, de succesvolle stedelijke agglomeraties moeten blijven groeien om de economische vooruitgang op peil te houden. Om ervoor te zorgen dat de politieke reacties niet te scherp worden, mogen de belangen van de dalen niet veronachtzaamd worden. Het is aan de politiek om beide doelstellingen succesvol aan elkaar te koppelen! Dat was de conclusie van het onderzoek uit 2005. Die conclusie moet iedereen verrassend bekend in de oren klinken!

    Cor Wijtvliet

    Bron: Richard Florida, the World is spiky. Globalization has changed the economic playing field, but hasn’t levelled it. The Atlantic Monthly, October 2005

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Beleggers zijn vol twijfel over 2019

    De cijferregen over het derde kwartaal begint al op te drogen. Vooral voor de bedrijven in de VS is het een geweldig kwartaal geweest met een gemiddelde winstgroei van meer dan 25%. De reacties op de beurzen geven amper blijk van al die mooie winsten. Bedrijven die mooie cijfers naar buiten brachten zagen zich gemiddeld beloond met een magere koersstijging van 1%. Wie gemiddeld presteerde zag zijn koers dalen en wie faalde werd bruut afgestraft.

    Op zoek naar mogelijke verklaringen voor het gedrag van beleggers wijzen analisten op de groeiende vrees onder beleggers dat 2018 wel eens een voorlopige piek zal zijn. Ze zijn bang dat zowel de economische groei als de winstontwikkeling in 2019 gaan terugvallen. Een voor de hand liggende verklaring voor die vrees is dat de positieve effecten van de belastingverlaging volgend jaar niet meer terugkomen. Maar het is niet de enige verklaring voor de terughoudendheid. Er zijn er meer.

    Stijgende prijzen

    Het heeft lang geduurd, maar bedrijven beginnen nu toch echt de gevolgen van de handelsoorlog met China terug te zien in hun verlies- en winstrekening. Zo schat Ford de kosten voor de gestegen metaalprijzen op $1 miljard. Voor Tesla vormen de hoge tarieven een belangrijke motivatie om snel productiefaciliteiten in China op te zetten, terwijl een schoenenmerk als Steve Madden juist op zoek gaat naar toeleveranciers buiten China. De handelsoorlog gaat nu echt pijn doen.

    Kosten stijgen trouwens niet alleen door de hogere tarieven, maar ook door stijgende kosten voor grondstoffen, transport en lonen. Procter&Gamble meldde dat kosten voor bepaalde grondstoffen wel met 50% waren gestegen en de kosten voor transport met 25%. Ook een bedrijf als Coca-Cola maakte melding van sterk stijgende transportkosten. In de VS is er een chronisch tekort aan chauffeurs. Het tekort aan chauffeurs is mede te wijten aan de alsmaar dalende werkloosheid wat zich weer vertaalt in het stijgen van de lonen. Die zijn in meer dan tien jaar niet zo snel gestegen. Het is echter niet louter kommer en kwel.

    Dankzij een sterke vraag bij consument en bedrijf kan een deel van de kosten doorberekend worden. Een bedrijf als Stanley Black&Decker denkt dat het de tariefstijging van 25% door kan geven aan zijn klanten. Dat klinkt mooi, maar er zit ook een schaduwzijde aan. Prijsverhogingen zullen de inflatie aanjagen en dat kan de Fed ertoe aanzetten de rente versneld te verhogen met alle gevolgen van dien voor de economie. Hogere prijzen voor de consument betekent overigens ook dat zijn koopkracht gaat afnemen en die is al niet zo groot. Ook dat is geen plus.

    Gebrek aan investeringen

    De uitkomsten over het derde kwartaal laten eveneens zien dat de belastingmaatregelen van president Trump niet de gewenste uitwerking hebben. Het was de bedoeling dat bedrijven meer zouden gaan investeren. Daar lijkt, op enkele uitzonderingen na, in de volle breedte van het Amerikaans bedrijfsleven amper sprake van. Bedrijven als Verizon en Boeing hebben aangekondigd om hun kapitaalinvesteringen zelfs te verlagen. Bedrijven die hun tegoeden fiscaal vriendelijk uit het buitenland konden overhevelen naar de VS gebruiken dat eveneens niet om te investeren maar vooral om eigen aandelen terug te kopen. Zelfs in beleggerskringen begint geleidelijk onrust te ontstaan over het gebrek aan investeringen. Dat zal uiteindelijk het concurrerend vermogen gaan aantasten.

    Er zijn voldoende redenen voor beleggers om bezorgd te zijn en dat uit zich in hyperalert gedrag. Dat heeft een bedrijf als Caterpillar aan den lijve mogen ondervinden. De resultaten waren uitstekend, maar een kleine daling in het orderboek en een vermelding van kostendruk waren voldoende om het aandeel meteen te dumpen. De werkelijkheid is volgens analisten van Morgan Stanley wat milder dan beleggers graag geloven. Zo werken de renteverhogingen voorlopig alleen door op de huizenmarkt en bij de verkoop van auto’s.

    Consumenten blijven optimistisch en trekken nog steeds graag de portemonnee. Dat neemt niet weg dat bedrijven als Apple en Amazon waarschuwen voor een mogelijk tegenvallend holiday season, de periode tussen Thanksgiving en Kerstmis. Die weken zijn van vitaal belang voor de retailsector. Eens kijken wie gelijk heeft. De bezorgde belegger of de optimistische bankier.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Elon Musk haalt zijn gram en Tesla maakt winst

    Elon Musk moet zich afgelopen week heimelijk verkneukeld hebben. Aan de vooravond van de presentatie van de cijfers over het derde kwartaal voorzag de buitenwacht alleen maar rampspoed. Analisten voorspelden een zwaar verlies en het blad Consumer Reports noemde Tesla een zeer onbetrouwbare auto met talloze ongemakken voor de bestuurder. Elon Musk vertelde zijn gehoor dat Tesla een winst had gegenereerd van $312 miljoen en een vrije kasstroom van bijna $900 miljoen. Dat was de eerste winst sinds Tesla twee jaar geleden met een investeringsprogramma begon om de Model 3 in productie te krijgen. Dat proces heeft tot dusverre $6,2 miljard gekost. In het derde kwartaal bedroegen de kapitaalsuitgaven nog steeds een bedrag van $510 miljoen. Dat gegeven maakt de brede vrije kasstroom des te opmerkelijker.

    Natuurlijk brengt één zwaluw nog geen zomer. Tesla ziet zich immers nog steeds voor dezelfde grote uitdaging gesteld. Het moet nog altijd winstgevend een elektrische auto bouwen voor de massamarkt en dat bij een prijs van pakweg $35.000. Dat is tenminste de uitdaging die Musk zichzelf gesteld heeft. Tot dusverre kost de Model 3 nog steeds een bedrag van om en nabij $50.000 en dat is vooral te wijten aan de heel dure batterij. Door een nieuwe batterij met een beperkter vermogen in de Model 3 te plaatsen kan de prijs met pakweg $4.000 omlaag, zo heeft Musk al becijferd. Wall Street hecht niet zoveel waarde aan de sommetjes van Elon Musk en denkt dat een Model 3 toegerust met state of the art software en alle andere benodigde applicaties ongeveer $60.000 moet kosten. Een gemiddelde prijs van $35.000 lijkt dan wel heel ver weg.

    Tesla maakt winst

    Elon Musk schrijft de onverwachte winstgevendheid toe aan een combinatie van hogere volumes en lagere productiekosten voor Model 3. Dat heeft uitgemond in een brutomarge van 20%. Desondanks zal 2019 een uitdagend jaar worden. Musk houdt vol dat in het komend halfjaar de prijs van Model 3 stapje voor stapje verlaagd zal worden naar de beoogde $35.000. Cruciaal daarbij is de massaproductie van een kleinere batterij. Optimistisch als ze bij Tesla zijn moet massaproductie ervan over drie maanden een feit zijn.

    Als alles volgens plan gaat en Model 3 gaat voor $35.000 in de aanbieding, is de auto dan ook winstgevend? Dat is op dit moment allerminst zeker, temeer omdat in 2019 een belastingvoordeel van $7.500 voor een Tesla komt te vervallen. Musk denkt die tegenvaller te kunnen opvangen door Model 3 naar China en Europa te brengen, waar kopers wellicht een premie voor Tesla willen betalen.

    Meer productie

    Waar haalt Tesla trouwens op korte termijn de auto’s vandaan om te verkopen in China en Europa? In september rolden er 5.300 Model 3 auto’s van de band. Volgens Musk kan de productie met weinig moeite omhoog naar 7.000. Om de doelstelling van 10.000 Model 3’s per week waar te maken zijn echter bijzondere inspanningen nodig. Het is zelfs de vraag of dat aantal wel haalbaar is bij de bestaande fabrieken in San Francisco. De suggestie ligt er dat Tesla in 2019 auto’s gaat bouwen in China zelf en misschien ook in Europa.

    Het bouwen van nieuwe productiefaciliteiten is in de ogen van Elon Musk bittere noodzaak. Hij claimt dat de vraag naar Model 3 wereldwijd uitstijgt boven de vraag naar de BMW 3 serie. Daarvan worden er jaarlijks ongeveer 500.000 verkocht. In het afgelopen kwartaal produceerde Tesla 55.840 Model 3’s. Er blijft met andere woorden nog een lange weg af te leggen. De ambities lijken echter niet langer veel te hoog gegrepen. Tesla lijkt de problemen met de productie eindelijk onder de knie te hebben. Zodoende kunnen prijzen omlaag en kunnen nieuwe markten betreden worden. Model 3 als massaproduct lijkt niet langer een illusie maar werkelijkheid te worden. Of dat al in 2019 mogelijk is, zoals de immer optimistische Elon Musk claimt, valt nog te bezien. Het idee dat traditionele producenten als Daimler en BMW over enkele jaren Tesla achteloos voorbij zullen streven, is aan herziening toe! Tesla kan wel eens een blijvertje worden en ook nog eens marktleider!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.

  • Chinese aandelen slachtoffer van handelsoorlog

    Dat het er af en toe ruig aan toe kan gaan op de internationale aandelenmarkten, dat weten we sinds het begin van de nieuwe maand oktober weer. Minder bekend is waarschijnlijk dat er al heel 2018 een ijzig klimaat heerst. In 2017 ging de zogeheten CSI-index, waarin de belangrijkste bedrijven van het Chinese vasteland zijn opgenomen, nog met 22% omhoog. In 2018 is deze winst geheel verdampt en dat is vooral te wijten aan de steeds feller wordende handelsoorlog tussen China en de VS.

    De daling komt vooral voor de buitenlandse investeerder op een vervelend moment. De MSCI had juist 200 Chinese A-shares opgenomen in zijn breed gevolgde Emerging Market benchmark. Vooral aandelen van Chinese bedrijven met belangen in de VS hebben zwaar te lijden onder de huidige omstandigheden. Dat is niet de enige zorg voor de belegger. Die begint zich steeds nadrukkelijker af te vragen of de Chinese consument wel blijft spenderen. Deze zorg is niet onterecht. Citigroup weet te melden dat autoverkopen in september met maar liefst 25% zijn gedaald. De strategen van die bank zijn bang dat dit feit slechts een begin is van meer ellende. Ze verwachten dat de komende kwartalen zal blijken dat internationale supply chains zich aan het verleggen zijn ten koste van China.

    Meer Chinese aandelen in de MSCI

    Overigens wil de huidige malaise niet zeggen dat de MSCI zijn plannen om meer A-shares in zijn EM Index op te nemen staakt. Die gaan gewoon door. MSCI verwacht dat er in 2020 434 A-shares in zijn index zullen zijn opgenomen. Dat moet dan $66 miljard extra aantrekken uit de hoek van zowel actieve als passieve fondsen. Beleggers maken zich dan ook minder zorgen om de huidige zwakte op de Chinese aandelenbeurzen als wel om het gebrek aan corporate governance bij de opgenomen Chinese bedrijven.

    Je hebt slachtoffers en grote slachtoffers. Op de Chinese aandelenmarkten heeft vooral de technologiesector het heel erg moeilijk. Beleggers stemmen bij bosjes met hun voeten. Dat heeft minder te maken met de bredere omgeving, zoals in de VS, maar vooral met de fundamentals. Tech is in China een bijna wijds begrip en daarmee veel minder high-tech of vernieuwend dan in de VS en Europa. Zeker buitenlandse beleggers kijken hier kritischer naar, juist in onzekere tijden. Die kritische beschouwingen leveren ook op dat waarderingen heel hoog zijn in China. Bedrijven als Tencent en Alibaba hebben grote verliezen moeten incasseren in 2018, waar de koers-winstverhouding nog steeds tussen 27 en de 30 slingert . Tencent en Alibaba maken echter nog steeds winst. Die winst ontbreekt bij de meeste IPO’s van dit jaar. Hoe moet je dan de hoge waarderingen rechtvaardigen, zo vraagt de kritische belegger zich af.

    Chinese aandelenmarkt ging dit jaar flink naar beneden

    Aandelenbubbel?

    Het doet allemaal wel heel erg denken aan de internetbubbel aan het begin van deze eeuw. Ook nu stroomt het geld in brede stromen toe bij de 30 Tech IPO’s van dit jaar, maar die beginnen nu op te drogen. Veel voornamelijk Chinese beleggers hebben slechte herinneringen aan hun avonturen met staatsbedrijven en worden voorzichtig. Hetzelfde geldt ook voor de buitenlandse belegger. De stieren onder de beleggers denken dat de markt voorzichtiger en selectiever aan het worden is. Ze kijken daarbij dan vooral naar het gedrag van beleggers met heel diepe zakken, zoals Sequia en Softbank, maar ook Tencent en Alibaba.

    Dat lijkt echter toch geen juiste redenering. Zo heeft een bedrijf als Bytedance een waardering van $75 miljard. Dit bedrijf legt zich toe op het aanbieden van content in de vorm van korte video’s en newsfeeds. Het is uiterst populair bij de afnemer, zo populair dat het grote Tencent dit strijdperk verliet. Bytedance is echter onder het vergrootglas van de Chinese overheid terecht gekomen en dat belooft weinig goeds.

    Die Chinese overheid kijkt trouwens ook steeds kritischer naar andere techbedrijven die games, betalingsverkeer of video’s aanbieden. Dat moet wel ten koste van het enthousiasme van beleggers en dat is al te zien. Alle genoemde 30 IPO’s noteren nu onder de introductieprijs en sommige bedrijven zien af van hun beursgang of stellen die in ieder geval uit totdat er meer duidelijkheid komt over de houding van de Chinese overheid, de handelsoorlog en het klimaat op de beurs! Kortom, het blijft voorlopig winteren op de Chinese aandelenbeurzen!

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.