Categorie: Columns

  • BIS luidt de noodklok over de dollar

    Na een relatief rustige maand november is de dollar de maand december goed begonnen.  In de eerste week won de dollar fors terrein op alle belangrijke concurrerende valuta’s, zoals euro en yen. Op donderdag 4 december bleek, dat de Amerikaanse banencarrousel weer echt op stoom komt. Bijna tegelijkertijd kwam naar buiten, dat het in Japan nog minder gaat dan al was aangenomen. Japan zinkt verder weg in een forse recessie. Japanse beleggers zetten hun geld massaal op de dollar en voor het eerst sinds 2007 gingen er meer dan Y121 in de dollar. Japan zal blijven stimuleren, terwijl een renteverhoging in de VS onafwendbaar lijkt.

    Ook de euro dook omlaag na het bekend worden van het Amerikaanse banennieuws. Beleggers koppelden dat nieuws aan het uitblijven van daadkracht in Europa. De ECB wacht eerst het nieuwe jaar af alvorens misschien tot meer actie over te gaan. Grote marktpartijen beginnen er steeds meer op aan te dringen, dat de ECB het voorbeeld van de VS en Japan volgt en de overtuiging groeit dat zulks begin 2015 gaat gebeuren. De almaar dalende olieprijs dreigt ook het laatste beetje inflatie weg te poetsen en dan lijkt deflatie onvermijdelijk.

    BIS waarschuwt

    dollar-yenBeleggers zijn duidelijk in hun nopjes, maar op andere plaatsen in de wereld beginnen alarmbellen af te gaan. The Bank for International Settlement (BIS), de centrale bank voor de centrale banken slaat met lede ogen en toenemende zorg de opmars van de dollar gade. Haar zorg betreft eerst en vooral de kwetsbaarheid van (de bedrijven in) de opkomende markten. Een sterke dollar heeft een lange geschiedenis als brenger van onheil in de Opkomende Markten. Het stortte in de jaren ’80 van de vorige eeuw Latijns Amerika in een diepe crisis en het decennium daarop was Azië aan de beurt. Veel landen hebben een heel dure les geleerd en dienovereenkomstig gehandeld. Ze hebben de te nauwe band met de dollar doorgeknipt, hebben minder internationaal geleend en de centrale banken hebben hun valutareserves  fors opgebouwd. Bedrijven in de Opkomende Markten hebben echter dat goede voorbeeld niet gevolgd en hebben op grote schaal dollar gedenomineerde waardepapieren uitgegeven. In totaal gaat het om $ 2,6 biljoen aan schuldpapier, waarvan 75% in dollars uitgedrukt. Daarnaast hebben internationale banken nog eens minimaal $ 3,11 biljoen geleend aan opkomende economieën. De kredietenstroom en anderszins richting een land als China omschrijft de BIS als buitengewoon! Het probleem is, dat een duurder worden van de dollar de schuldenlast van bedrijven en landen alleen maar groter maakt. En dan hebben we het nog niet over de mogelijke rentestijging. Die al de financiële problemen van het moment alleen maar vergroten.

    Zorgen in opkomende markten

    De BIS waarschuwt niet alleen voor een herhaling van zetten in de Opkomende Markten. De bank kijkt ook met zorg naar de gezondheid van de financiële markten. Die noemt de BIS zorgelijk en dollar-yuanfragiel. Ze verwijst daarvoor naar gebeurtenissen op 15 oktober, toen heel even het gevaar dreigde van paniek op de markt voor Amerikaanse Treasuries. Deze markt met een waarde van $ 12,3 biljoen vormt het feitelijk fundament voor de gehele financiële markt. Daar mag dus geen paniek uitbreken. Die kortstondige paniek leek samen te vallen met een berichtje dat de detailhandelsverkopen in de VS enigszins  zouden kunnen tegenvallen. Als dat echt de oorzaak is, dan is dat zonder meer onrustbarend en onderstreept het de fragiliteit van het financiële bestel.  Daar komt nog bij, dat de rust niet terugkeerde door ingrijpen van de markt zelf, maar door optreden van centrale bankiers. Markten lijken hun zelfcorrigerend vermogen  te verliezen en gaan steeds meer leunen op centrale banken. Ook dat is zonder meer een punt van zorg en het vergroot het vertrouwen in het bestel allerminst! Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Mario Draghi staat met de rug tegen de muur

    Het ziet er steeds meer naar uit dat de Verenigde Staten erin slagen om zich eindelijk ontworstelen aan de financiële crisis die begon met de val van Lehmann Brothers in september 2008. Na een dramatische start van 2014 lieten het tweede en derde kwartaal groeicijfers zien die elke verwachting te boven ging. Het tweede kwartaal liet een groeicijfer zien van 4,6% en het derde was met 3,9% opnieuw verrassend sterk.

    De sterke groei is te danken aan een herstel van het consumentenvertrouwen, wat weer een gevolg is van een forse verbetering van de werkgelegenheid in de loop van 2014. Sinds 1999 is de werkgelegenheid niet zo snel verbeterd. De sterker dan verwachte groei was voor een groot deel te danken aan een versnelling in de consumentenbestedingen, die met 2,2% groeide. Die bestedingen worden een handje geholpen door de dalende benzineprijzen.

    Sterkere dollar

    De kracht van de Amerikaanse economie is terug te zien aan de geleidelijke versterking van de dollar ten opzichte van concurrerende valuta’s, zoals de Japanse yen en de euro. Dat is op zich niet zo vreemd. Waar de Verenigde Staten zijn gestopt met hun proces van monetaire stimulering, zetten beide andere landen dit beleid met volle kracht voort. De ECB gaat bijvoorbeeld haar balans met €2 biljoen opblazen. Dat is niet voor niets. In zijn meest recente rapport constateert de OECD dat de eurozone niet alleen een bedreiging vormt voor de rest van de wereld, maar dat de zone ook heel gemakkelijk slachtoffer wordt van turbulentie elders in de wereld.

    euro-dollar-wisselkoers

    Euro is sinds mei al met ruim 10% gezakt ten opzichte van de dollar

    Druk op ECB tot monetaire verruiming neemt toe

    globale-crisisDe cijfers liegen er niet om. In 2015 zal de eurozone op zijn best met 1,11% groeien, tegen 3,1% voor de VS. De inflatie zal blijven steken bij 0,6%. Het IMF waarschuwt dan ook nadrukkelijk voor een cyclus van dalende prijzen en dalende inflatieverwachtingen, waardoor deze periode van desinflatie kan omslaan in deflatie. Het IMF waarschuwt dan ook voor Japanse toestanden. Dat land gaat al 20 jaar gebukt onder economische stagnatie. Evenals het Internationaal Monetair fond zou de OECD graag zien dat Europa een beleid van fiscale en monetaire stimulering zou ontwikkelen. Aan die wens komt de Europese Commissie deels tegemoet met de presentatie van een investeringsplan ter waarde van € 300 miljard. Monetair gezien lijkt er echter nog weinig mogelijk, hoe graag de ECB ook een programma van kwantitatieve verruiming zou voeren. Duitsland is daarop tegen en daarmee is de kous af. Het enige wat de Eurozone rest is om een begin te maken met het grootschalig opkopen van zogeheten covered bonds (pandbrieven) en asset backed securities op te kopen. Daarnaast doet Mario Draghi er alles aan om de waarde van de euro omlaag te praten om zo de export sector in Europa de helpende hand toe te steken. Die combinatie lijkt voor het ogenblik goed te werken, zeker nu de Amerikaanse economie een steeds aantrekkelijker alternatief voor Europa wordt. De bankiers van Goldman Sachs gaan er dan ook van uit, dat de economische wegen van de VS en van Europa steeds meer uiteen gaan lopen. Een achterblijvende economische groei en een halsstarrig lage inflatie zullen Europa echter dwingen iets van een monetair stimuleringsbeleid te gaan voeren. Daar staat tegenover een geleidelijk oplopen van de rente in de VS. Dat moet volgens de bankiers uitmonden in een gestage waardedaling van de euro ten opzichte van dollar. Goldman Sachs voorziet dan ook voor het einde van 2015 een wisselkoers van $1,15 tegenover de euro. Dat betekent dat de euro de komende periode nog ruim 7% omlaag kan. Dat biedt perspectieven voor de belegger. Cor Wijtvliet

    draghi

    Draghi (ECB) staat onder steeds grotere druk om monetaire verruiming toe te passen

    Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Prijzenoorlog op de oliemarkt

    Donderdag 27 november besloot OPEC zijn dagelijkse productie van meer dan 30 miljoen vaten niet te verminderen, ondanks een prijsdaling van bijna 30% in de weken en maanden daarvoor. Volgens Ali Al-Naimi, de olieminister van Saoedi Arabië, was de belangrijkste reden om de productie niet te verlagen de alsmaar groeiende productie van schalieolie in de Verenigde Staten. Door de productie niet te verlagen heeft OPEC het startschot gegeven voor een heuse prijzenoorlog waarvan de uitkomst zich moeilijk laat voorspellen. Een eerste conclusie valt echter al te trekken. De prijs voor een vat olie zal voorlopig blijven dalen en het mag niemand verbazen als op korte termijn de barrière van $60 neerwaarts doorbroken wordt. Dat zal zeker gebeuren als de Amerikaanse producenten hun claim kunnen waarmaken, dat het leeuwendeel van de gewonnen nog steeds winstgevend is bij een prijs van $42 per vat.

    opec-announcement

    Schalie-olie

    Als die claim waar blijkt te zijn, dan kan de prijs voorlopig omlaag blijven gaan en zullen vooral de leden van OPEC heel wat pijn moeten verdragen voordat ze de Amerikanen op de knieën krijgen. Het doel van de prijzenoorlog is immers een deel van de schalieproductie prijstechnisch onmogelijk te maken. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben landen als Venezuela, Iran, Nigeria, maar ook Rusland enorm veel financieel nadeel van de huidige prijsval. Een land als Iran heeft een prijs van $136 per vat nodig om zijn financiële en economische doelstellingen te verwezenlijken. Een sterke bevolkingsgroei en een eenzijdige economie dwingen het regime bovendien om hoge bedragen aan de bevolking te betalen om grootschalige onrust te voorkomen. Hetzelfde geldt voor een land als Venezuela, dat $120 per vat nodig heeft om de eigen bevolking rustig te houden. Ondanks de hoge opbrengsten van de olie, zijn in dat land de tekorten aan alledaagse goederen gegroeid. Een torenhoge inflatie eet bovendien de koopkracht op.

    oilprice-wti

    Olieprijs daalde tot onder de $70 per vat

    Rusland

    oil-break-even-budgetEen bijzonder slachtoffer van de prijzenoorlog kan wel eens Rusland worden. Dat land leunt wel heel zwaar op de inkomsten uit de olie-industrie. Ongeveer 68% van alle exportinkomsten is afkomstig uit die sector en ongeveer 50% van het federale budget is te danken aan olie-inkomsten. Het opdrogen van de oliedollars komt op een uiterst ongelegen moment. De westerse sancties beginnen immers meer en meer pijn te doen. Rusland heeft de afgelopen maanden $90 miljard gespendeerd om de val van de roebel te stuiten, maar tevergeefs! De roebel is sinds het begin van die sancties met maar liefst 35% in waarde gedaald. De Russen hebben slechte herinneringen aan een te lage olieprijs. Nog in de jaren negentig van de vorige eeuw moest de bevolking de treurige gevolgen van een default ondergaan.

    russian-export-oilgas

    Rusland haalt een belangrijk deel van inkomsten uit olie en gas

    De winnaar van de prijzenoorlog is in de eerste plaats de Amerikaanse consument, die zij koopkracht ziet stijgen, omdat ze minder voor en volle tank hoeven af te rekenen. Maar zij profiteren niet alleen. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) levert een prijsdaling van $20 per vat na twee jaar een extra groei op van 0,4%. Het heeft eveneens een drukkende werking op de inflatie. Zodoende is er absoluut geen reden meer om de rente te verhogen. Goedkope olie zou bovendien een licht stimulerende werking kunnen hebben op de consumentenbestedingen. Hogere bestedingen zouden weer de economie kunnen stimuleren. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Zwitsers stemmen over hun goud

    Op 30 november vindt er in Zwitserland een referendum plaats over een wel heel bijzonder onderwerp en wel over goud. De bewoners van het Alpenland krijgen drie vragen voorgelegd. De eerste isEuro_Gold_Bar of de Zwitserse Nationale Bank (SNB) haar goudvoorraad moet ophogen tot 20% van al haar assets. De tweede is of het de SNB verboden moet worden om haar goud te verkopen en de derde is of het goud al dan niet binnen de eigen grenzen moet bewaard worden. Nu ligt 20% bij de Bank of Engeland en 10% bij de centrale bank van Canada.

    Tot voor kort trok het referendum niet veel aandacht in Zwitserland zelf en zeker niet daar buiten. Maar nu het moment van de waarheid nadert groeit in de opiniepeiling het aantal voorstanders. Ongeveer 44% van de bevolking zou op dit moment een ‘ja’ stem uitbrengen. In reactie daarop groeit weer de onrust onder bankiers, beleidsmakers en beleggers. Het beleid van de SNB staat immers op het spel. De totale reserves van de SNB hebben een waarde van 522 miljard franc. Het leeuwendeel bestaat uit euro’s en ongeveer 30% uit dollars. Ongeveer 7,8% van de reserves bestaat uit goud.

    Referendum

    Swiss franc reaches an all-time high against the euroEen ja tegen het referendum betekent dat de Zwitsers de komende vijf jaren naar schatting 1.500 ton goud kopen. Dat zou betekenen, dat ze jaarlijks bijna 10% van de wereldwijde productie van goud moeten opkopen. Daar gaat uiteraard een prijsverhogend effect van uit. Het prijskaartje van deze operatie mag er met een bedrag van $67 tot $83 miljard stevig genoemd worden. De bank zou zich gedwongen kunnen zien een deel van haar valutavoorraad te verkopen en het ligt voor de hand dat dat vooral euro’s zullen zijn. Dat zou weer kunnen betekenen dat de euro in waarde kan dalen ten opzichte van de Zwitserse franc. Dat zou een forse streep door de rekening van de SNB zijn. Die heeft drie jaar geleden een beleid ingezet, waarbij de nationale munt nooit meer waard mocht zijn dan 1,20 franc in de euro. Een zwakke franc moest de exportsector een handje helpen en tevens ervoor zorgen, dat de inflatie niet zou omslaan in deflatie. De voorstanders van het referendum beweren echter, dat die winst maar tijdelijk is en dat een grote goudvoorraad en een harde Zwitserse franc de koopkracht van de doorsnee burger vergroot. Die ziet door dure importen zijn dagelijks leven steeds duurder worden. Het is voor de potentiële ja-stemmers allesbehalve een uitgemaakte zaak, dat een zwakke munt op de langere termijn de groei verhoogt.

    Onhoudbare wisselkoers

    In de afgelopen drie jaren heeft de centrale bank daarom op grote schaal euro’s ingekocht om de ondergrens van 1,20 franc per euro in stand te houden. Bij een ja wordt dit interventiebeleid een stuk kostbaarder. Niet alleen moet de bank de geldpersen laten draaien om euro’s te kopen om zo de franc te verzwakken, maar ook moet er steeds goud bijgekocht worden om de 20% te handhaven. Een ja zou kunnen betekenen dat de franc een stuk duurder gaat worden ten opzichte van de euro. De Zwitsers zouden zich zelfs genoodzaakt kunnen zien om een negatieve depositorente in te voeren om de aantrekkingskracht van de munt te verkleinen.

    wisselkoers-euro-chf

    Centrale bank moet opnieuw ingrijpen om waardestijging franc te stoppen

    Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Zwakke yen helpt Japan Inc.

    Bijna een jaar geleden introduceerde de nieuwe premier van Japan, Shinzo Abe, zijn nieuwe economische politiek, bekend onder de naam Abenomics. Onderdeel van Abenomics was een monetair en fiscaal verruimingsbeleid bedoeld om de inflatie op te jagen door de yen systematisch te gaan verzakken. Dat had ook als neveneffect, dat de exportpositie van veel Japanse bedrijven sterk zou gaan verbeteren.

    Dat laatste spreekt in ieder geval uit de resultaten van veel grote Japanse bedrijven over het eerste halfjaar van 2014. Toyota Motor heeft de buitenwacht al laten weten dat zijn winst over heel 2014 met 12% zal gaan stijgen en zal uitkomen op een bedrag van ¥2 biljoen ($17 miljard). De uiteindelijke winst kan wel eens veel hoger gaan uitvallen, omdat Toyota uitgaat van een wisselkoers van ¥105 in de dollar, terwijl er op dit moment meer dan ¥116 in de dollar gaan. Hoewel een groot deel van de productie van Toyota niet meer in eigen land plaats vindt, zijn de voordelen van een zwakke yen ten opzichte van de dollar nog steeds niet te versmaden. Elke ¥1 verzwakking ten opzichte van de dollar in de wisselkoers levert voor Toyota een impuls voor het operationeel resultaat van 2%.

    jpy-usd

    Japanse yen is dit jaar met 20% in waarde gezakt ten opzichte van de dollar

    Zwakke yen stuwt export

    Toyota is uiteraard niet het enige bedrijf dat blij is met een zwakke yen. Veel grote Japanse bedrijven in de exportsector hebben profijt van de zwakke yen. De winst is groot wanneer de opbrengst van hun in dollars uitgedrukte exporten in yens worden omgezet. Winsten van dochters in het buitenland stijgen als ze in yens worden omgezet. Volgen analisten kan de yen nog wel verder verzwakken tot ¥130 of misschien wel ¥140 tegenover de dollar, voordat de voordelen van de zwakke yen wegvallen tegen de nadelen van de stijgende kosten die een zwakkere munt met zich meebrengt. Maar niet alle bedrijven hebben profijt van een zwakke yen. Vooral niet-beursgenoteerde bedrijven hebben er ronduit last van. Een verzwakking van de wisselkoers van ¥105 naar ¥115 levert de internationale corporates een extra plus op van ¥1,9 biljoen, maar de niet-genoteerde bedrijven een min van in totaal ¥1,3 biljoen. De zwaarste klappen krijgen de kleinste bedrijven, die de minste mogelijkheden hebben om de snel stijgende kosten te compenseren. Een enkel grote corporate zucht ook onder de zwakke Yen. Het meest aansprekende voorbeeld is misschien wel Sony, dat 75% van zijn spulletjes exporteert. Het vervelende voor Sony is, dat het heel veel van zijn componenten uit het buitenland betrekt en betaalt in dollars.

    japan-car-factory

    Japanse maakindustrie profiteert van zwakke yen

    japanese-growthBinnenlandse bestedingen blijven achter

    Het meeste leed wordt echter geleden door bedrijven die voor de Japanse binnenlandse consumentenmarkt werken. Die zien met groeiende zorg hoe de consument steeds meer moeite krijgt om de gestegen prijzen te betalen. De verhoging van de BTW van 5% naar 8% was voor veel consumenten, maar ook bedrijven de doodsteek. Consumenten werden bijna schrikachtig om de portemonnee te trekken. Deze bedrijven is er daarom alles aan gelegen, dat de yen stabiliseert. Gebeurt dat niet, dan zullen sommige bedrijven de prijzen moeten verhogen ter compensatie voor de zwakke yen en de steeds duurder wordende grondstoffen. Maar daarmee raken ze feitelijk nog verder van huis. Een gedeeltelijke oplossing zou kunnen zijn, dat bedrijven die volop profiteren van de zwakke yen, hun personeel eindelijk eens beter gaan betalen. Dat gebeurt echter maar mondjesmaat. Dat is zeker voor Shinzo Abe een streep door de rekening. In zijn strategie voor herstel van de Japanse economie speelt een stijgende koopkracht een belangrijke rol. Bedrijven voelen er vooralsnog weinig voor om hem te volgen. Lees ook:  Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Ook de Chinezen kopen even geen goud meer

    In 2013 gingen de Chinezen massaal de markt op om goud te kopen, toen prijzen in de maanden april en september omlaag doken. Ze beschouwden de prijsdaling als een buitenkansje, waar je snel op moest reageren. Dankzij hun kooplust werden ze de grootste kopers van fysiek goud ter wereld. Maar dit jaar laten ook de Chinezen het massaal afweten, ook al zijn prijzen alweer op het laagste niveau sinds minimaal 4 jaar. De Chinese consument kocht over de eerste 9 maanden ruim 20% minder dan in 2013 ofwel slechts 754,8 ton. Slechts een enkeling denkt, dat in deze voorzichtige opstelling snel een einde komt.

    world-vs-chinese-gold-pricesChinezen doen een stapje terug

    Natuurlijk is de voorzichtige opstelling begrijpelijk. Niemand, ook de Chinezen niet, wil graag het zogeheten falling knive opvangen. Ook de Chinezen geloven niet dat er nu slechts sprake is van een tijdelijke correctie. Vorig jaar deden ze dat nog wel en vulden ze het gat op dat Amerikaanse beleggers lieten vallen. Dit jaar zien de trend er ook zeer ongunstig uit. De dollar blijft maar in waarde stijgen en het is weer aantrekkelijk in Chinese aandelen te beleggers. Met andere woorden, er zijn nu meer lucratieve beleggingsmogelijkheden dan in 2013. Bovendien ging de goudprijs in 2013  in korte tijd 15% omlaag. In 2014 is dat veel minder en gaat de daling over een langere periode. Natuurlijk ging ook dit jaar de vraag in september en oktober omhoog, maar lang niet genoeg om de prijsdaling te stoppen. In tegenstelling tot 2013 was er, zoals gezegd, heel weinig geloof dat er ook dit keer prijsherstel zou volgen. De Shanghai Gold exchange deed zelfs een discount ten opzichte van Londen. Uit de snelle groei van het aantal future contracten spreekt, dat de Chinezen speculeren op een verdere van in prijs. Volgens sommige analisten omzeilen Chinezen op deze manier de wet, als ze in dollars willen handelen.shanghai-gold-futures

    Goud leasing

    Een laatste reden voor Chinese terughoudendheid is waarschijnlijk het overheidsonderzoek naar al dan niet illegale export van goud om zo speculatief vermogen het land in te smokkelen. The World Gold Council heeft in recente rapporten gesuggereerd, dat Chinese bedrijven dit jaar al misschien wel 1000 tot goud hebben verzameld. Dat gebruiken ze als onderpand om hun investeringen goedkoop te kunnen financieren, maar ook voor speculatieve doeleinden. Waarschijnlijk maken deze praktijken onderdeel uit van een groeiende schaduwbanksysteem in China. De consument heeft hier echter niets mee van doen en blijft gewoon aan de zijlijn. Dat wil echter niet zeggen, dat deze afwachtende houding voor de langere termijn is. De Chinese consument wordt nog steeds welvarender en zijn voorliefde voor goud blijft in tact. Daarom zou er volgend jaar zomaar sprake kunnen zijn van een rally. Daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. De Chinese vraag moet groter worden dan het Chinese aanbod en de rente in de VS moet laag blijven. Maar in de tussentijd zal de prijs eerder dalen dan stijgen! Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Jean-Claude Juncker maakt een valse start

    BELGIUM-EU-FINANCE-PUBLIC-DEBT-SUMMITHij had het zich waarschijnlijk allemaal anders voorgesteld. De start van de nieuwe Europese Commissie onder leiding van de Luxemburger Jean-Claude Juncker is niet bepaald glorieus te noemen. Zo staat de integriteit van de voorzitter zelf ter discussie. In de vele jaren dat hij minister-president was, ontwikkelde Luxemburg zich tot een waar paradijs voor de bedrijven die graag wat minder belasting betalen. Juncker ontkent elke directe betrokkenheid, maar zijn optreden tegen bedrijven die te weinig belasting betalen zal met argusogen gevolgd worden. Het blazoen van Juncker is hoe dan ook besmeurd.

    Maar dat is niet de enige faut pas die Juncker en zijn Commissie zijn aan te rekenen. De tweede is ernstiger van aard, waarbij de reputatie van de Europese Commissie op het spel staat. In oktober kwamen Italië en Frankrijk doodleuk in Brussel melden, dat hun budgetten niet binnen de voorgeschreven kaders zouden blijven. Kortom, ze zouden minder bezuinigen dan nodig was om binnen de befaamde 3% norm te blijven. Daarmee overtraden ze moedwillig de voorschriften van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Natuurlijk klonken er van alle kanten protesten, die maar die hielden maar heel kort aan. De beide landen brachten enkele minimale wijzigingen aan ter waarde van 0,2 procentpunt van het budget en alle protesten en geluiden verstomden. De Commissie wekte daarbij de indruk, dat het laatste woord dus aan de ministers van financiën zijn en niet aan de Commissie.

    Wat is het Stabiliteits en Groeipact nog waard?

    Met deze schijnbare lankmoedigheid zet de Europese Commissie veel op het spel: haar geloofwaardigheid. Al eerder zijn de regels van de SGP door Europese politici met veel succes aangevochten. Bij de aanpassing werd bepaald, dat tekorten toegestaan waren als ze min of meer in lijn zouden zijn met de fase van de conjunctuur. Dat betekent wel, dat er een sterke institutie nodig is die bepaald of een tekort in lijn met de conjunctuur is en of dit extra tekort bijvoorbeeld 0,5% of 0,8% mag bedragen en of een land daarmee zal kunnen blijven voldoen aan de middellange norm voor uitgaven. De Europese Commissie zou deze rol met veel verve moeten en kunnen vervullen. In oktober heeft zij echter allerminst op haar rechten gestaan en heeft zij bij de minste tegenwind al de vlag gestreken. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest van het SGP.

    juncker-europe

    Naheffing

    Dit stilzwijgen steekt schril af bij het rumoer dat is ontstaan over de naheffing die landen als het Verenigd Koninkrijk en Nederland treft. Beide landen moeten honderden miljoenen euro’s extra naar Brussel overmaken, omdat hun economie harder is gegroeid dan eerder was aangenomen. Vooral David Cameron heeft zwaar met de Europese Commissie gebotst en weigert vooralsnog te betalen. cameronHet is de vraag hoe deze krachtmeting gaat uitpakken. Als de Commissie toegeeft aan de Britse eisen, dan is opnieuw de indruk gevestigd dat grote landen binnen de Eurozone feitelijk hun eigen beleid kunnen uitstippelen. Als de Commissie tot tweemaal toe in een zeer kort tijdsbestek zwicht, dan is zij haar politiek en intellectueel leiderschap kwijt. Maar ook de grote landen verliezen door hun eigenzinnigheid aan aanzien en geloofwaardigheid. In beide gevallen gaat dat ten koste van de ontwikkeling en integratie van de Eurozone. Van een man met een jarenlange Brusselse ervaring had meer en beter verwacht mogen worden! Cor Wijtvliet Bron: Daniel Gros, Europe’s dog in nighttime. Project-syndicate, November 10 2014 Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Aan slecht nieuws geen gebrek

    De huidige wereldeconomie heeft veel weg van een straalvliegtuig, dat in een storm is beland. Het heeft alle vier de straalmotoren nodig om veilig door het noodweer te geraken. Het probleem is, dat eigenlijk maar één motor naar behoren functioneert en dat is de Verenigde Staten. De tweede, die van de eurozone, sputtert al sinds 2008 en opnieuw ligt een recessie op de loer. Voor Japan geldt, dat het land buiten adem begint te raken na jaren van monetaire stimulering. De opkomende landen tenslotte krijgen steeds meer te maken met tegenwind. De Chinese groei valt terug, de commodities kelderen in prijs en de VS zijn gestopt met monetaire stimulering.

    vliegtuigDe bange vraag is nu hoe lang de Verenigde Staten het in hun eentje kunnen volhouden. Een sterke VS en een zwakke Umwelt impliceren een sterke dollar. Hoe zwakker de rest van de wereld is, hoe sterker die dollar gaat worden met als resultaat dat ook de motor van de VS kuren gaat vertonen. Dat kans, dat het opnieuw de verkeerde kant op gaat, is groter dan omgekeerd. Dat althans lijkt de onontkoombare conclusie als we al het slechte nieuws van de laatste weken op een rijtje zetten. De ECB blijft aarzelen of en in hoeverre de centrale bank wil gaan stimuleren. Hoewel de Bank van Japan haar programma voor monetaire stimulering drastisch heeft opgehoogd, is de bank daar rijkelijk laat mee. De btw-verhoging van begin van dit jaar heeft zeer negatief op de groei uitgepakt. Ondanks dat overweegt de regering Abe in 2015 een nieuwe ronde van belastingverhoging. In Europa blijft Duitsland op de rem trappen en maakt het land elke vorm van kwantitatieve verruiming of fiscale stimulering onmogelijk. De Fed is gestopt met kwantitatieve verruiming, maar de echte dreiging schuilt in een vroegtijdig verhogen van de rente. De jaren '30 van de vorige eeuw hebben geleerd wat dat kan betekenen voor het economisch herstel. In De VS bestaat ook weer de reële mogelijkheid, dat het land opnieuw in een politieke patstelling komt door de Republikeinse overwinning in de tussentijdse verkiezingen. Het oeverloze debat over het schuldenplafond van afgelopen jaar leert waar een hernieuwde patstelling in kan uitmonden. Erger nog is, dat de alsmaar sterker wordende politieke polarisatie verhindert dat er maatregelen genomen worden, die ook de VS hard nodig hebben om de groei een stevig fundament te geven.

    Groei opkomende landen valt tegen

    Ook uit de opkomende landen komen eigenlijk alleen maar jobstijdingen. De fameuze BRICS dreigen in een recessie te belanden (Brazilië en Rusland) of hebben te kampen met een ernstige groeivertraging. In China dreigt de groei terug te vallen van 7% naar 5%. Tegelijkertijd dreigt de ombouw van de economie naar een meer consumenten georiënteerde economie op de lange baan terecht te komen. President Xi Jinping ondervindt heftige oppositie tegen de uitvoering van zijn plannen.brandend-geld Alsof de problemen van dit moment al niet groot genoeg zijn, dienen zich alweer nieuwe aan. De private en publieke schuldenlast is zeker in de Eurozone en Japan nog veel te hoog. Het huidig beleid brengt hier weinig tot geen verandering in, zodat de kans alleen maar toeneemt dat de lasten onhoudbaar worden. Ook worden de eerste negatieve effecten van de groeiende maatschappelijke en economische ongelijkheid zichtbaar. Teveel vermogen en inkomen komt terecht bij groeperingen die geneigd zijn alleen nog maar meer te sparen. Een en ander kan uitmonden in een langdurige economische stagnatie (secular stagnation), die broodnodige aanpassingen feitelijk onmogelijk maakt. Populistische bewegingen kunnen vrij gemakkelijk munt slaan uit deze uiterst ongewenste situatie met alle politieke gevolgen van dien. Het valt moeilijk te ontkennen, dat het huidig monetair verruimend beleid alleen de rijken geholpen heeft. Er wordt kortom nogal wat gevraagd van de huidige generatie beleidsmakers en politici om het hoofd te bieden aan zoveel zwaar weer op de korte en langere termijn. En dan maar hopen, dat zaken in Oekraïne, het Midden-Oosten en in West Afrika niet echt uit de hand gaan lopen. Cor Wijtvliet Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • De val van Nokia

    Bedrijven, groot of klein hebben een beperkte levensduur. Ooit komt ook voor marktleiders de tijd, dat ze het hoofd berustend in de schoot moeten leggen. Een sprekend voorbeeld daarvan is het Finse Nokia. Ooit in 2007 had deze producent meer dan 40% van de markt, maar er waren maar een paar jaren voor nodig om deze Goliath over de rand van de afgrond te werken.

    De makke van de Finnen was, dat ze de liefde van de consument voor de smartphone totaal hebben onderschat. De introductie van de iPhone van Apple was het begin van het einde en in 2013 leverde de Finnen zich met huid en haar over aan Microsoft. Dat bedrijf heeft trouwens een cruciale rol gespeeld bij de neergang. Toen Nokia alsnog aan het grote smartphone avontuur begon, maakte het management de tragische fout die te laten draaien onder het Windows Phone platform. Daarmee verkleinde Nokia ongewild zijn kans op een grote afzetmarkt. Het bereik van het Windows operationele systeem had immers bijna geen marktaandeel.

    nokia

    Aanvankelijk had Nokia willen kiezen voor het Android platform van Google, maar uiteindelijk zwichtte het management voor de miljarden dollars van Microsoft in ruil voor het exclusieve gebruik van Windows Phone. Google kon of wilde niet financieel wedijveren met Microsoft. nokia-phoneCEO Stephen Elop koos waarschijnlijk ook voor Microsoft, omdat hij daar zelf groot geworden was. Het is begrijpelijk, dat men in moeilijke tijden teruggrijpt op wat men al kent en koestert. Dat was trouwens ook een belangrijke sta-in-de-weg voor het vernieuwen van het succes. Het management van Nokia leunde teveel op de successen van vroeger en op de wijze waarop die behaald waren. Dat is niet de manier om bij te blijven in een snel veranderende wereld. De keuze voor Microsoft was de keuze van de lamme voor de blinde. Microsoft had ook al een mooie toekomst achter zich. Apple en Google hebben nooit veel te duchten gehad van de smartphone van Nokia. Dat neemt niet weg dat ook deze bedrijven niet op hun lauweren kunnen rusten. Doen ze dat wel, dat wacht hen het hierboven beschreven lot van de gang naar beneden. Het was de fout van Nokia, dat het niet tijdig afrekende met een management, dat erg tevreden was met de behaalde successen in het verleden. Het had daardoor te weinig oog gekregen voor de wensen en verlangens van de consument. Dat was fnuikend en daar konden de miljarden van Microsoft niets aan wheel-of-disruptionveranderen. Als Nokia had willen overleven, dan had er binnen het bedrijf het accent moeten liggen op innovatie en het laten opbloeien van ideeën. Doorgeslagen kostenbesparingen vormen daar geen basis voor. De Finnen hadden ook veel meer oog moeten hebben voor bedrijven met nieuwe en ontwrichtende technologieën en niet voor bedrijven die meer van hetzelfde bijdroegen. Ten slotte had Nokia zich niet te groot moeten wanen om te imiteren. Ze hadden op de rijdende trein van Apple’s iPhone moeten springen met gebruikmaking van bestaande patenten. Dat had toegang gegeven tot een heel grote markt. Het is allemaal niet gebeurd en de rest is inmiddels geschiedenis. Cor Wijtvliet Bron: Pekka Nykkänen en Merina Salminen, who killed the Nokia phone? Project-syndicate October 14 2014 Over Cor Wijtvliet: Als econoom studeerde Wijtvliet af op economische geschiedenis en kent hij als geen ander de valkuilen en mogelijkheden van crises. Wijtvliet werkte tot de vorige crisis van 2008 als onderzoeker, analist en vermogensstrateeg voor banken en instellingen zoals het Nederlands Instituut voor het Bank- en Effectenbedrijf (NIBE), Centraal Bureau voor de Statistiek, KBW-Wesselius, Friesland Bank Securities en Van Lanschot Bankiers. Die wereld laat hij in 2009 achter zich en vestigt zich succesvol als onafhankelijk analist. Hij schrijft in 2009 onthullende commentaren en vileine columns en wordt regelmatig gevraagd zijn doortastende kijk op geld- en beleggingszaken te geven in de Nederlandse media. Zo was Dr. Wijtvliets opinie onder andere te zien, te horen en te lezen in RTLZ, Business Nieuws Radio (BNR) en Het Financieele Dagblad (FD). Meer informatie:

  • Investeren moet!

    junckerNa jaren van eenzijdige nadruk op bezuinigen en krimpen lijkt de knop in Europa langzaam om te gaan. Niemand minder dan de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, heeft het thema overheidsinvesteringen weer op de agenda geplaatst. Hij heeft een voorstel gelanceerd om in drie jaar tijd €300 miljard in de economie van de eurozone te injecteren. Het positieve is, dat het voorstel niet op voorhand door regeringsleiders is afgeschoten, maar dat is ook weer geen reden voor overdreven optimisme.

    Door de jaren heen heeft Europa steeds opnieuw met het idee van grootschalige overheidsinvesteringen gespeeld om de werkgelegenheid en het concurrerend vermogen te stimuleren. De eerste voorstellen stammen alweer uit 1993. Jacques Delors publiceerde toen een zogeheten white paper over groei, concurrentiekracht en werkgelegenheid. Het voorstel viel in goede aarde, maar wacht nog steeds op de benodigde financiën om het ten uitvoer te brengen. Daar wil het nog weleens aan schorten in Europa; om de daad bij het woord te voegen.

    Volgens Juncker zou het een goed idee zijn om de Europese Investeringsbank (EIB) het voortouw te laten nemen. Maar het gevaar is dan reëel, dat de bank teveel hooi op haar vork moet nemen en zodoende haar creditrating op het spel zet. Een ander nadeel is, dat de bank private investeerders gaat verdringen. Het is immers aantrekkelijker/goedkoper met de EIB te werken dan met privaat geld.

    Beter zou het zijn om de investeringen budgettair in te plannen. Overheden met bestedingsruimte moeten die benutten voor het doen van investeringen in economisch gezonde projecten. Dan kan dat met een beetje geluk en vakmanschap extra investeringen losweken. Investeringen in infrastructuur zoals wegen en snel breedband kunnen een economisch verantwoorde follow-up genereren.

    european-flags

    Een tweede voorwaarde waar publieke investeringen aan moeten voldoen is voorspelbaarheid in regelgeving en toezicht. Als de markt het toezicht en regelgeving als voorspelbaar en betrouwbaar beoordeelt, dan kan dat ook extra investeringen ontlokken. Veel projecten in de publieke sector hebben een heel lange doorlooptijd voordat er iets terugverdiend wordt. Denk inderdaad opnieuw aan transport en infrastructuur in al zijn verscheidenheid. business-planEn dan is er natuurlijk de aanpassing van het huidige financiële systeem. Investeringen zijn niet aangetrokken, ondanks een extreem lage rente. Het is de risico-aversie bij banken die de voornaamste oorzaak is. Banken moeten wel, omdat de toezichthouder hogere buffers van hen eist. De belastingbetaler mag niet opnieuw slachtoffer worden van het onverantwoorde gedrag van bankiers. Het resultaat is wel, dat het huidige financiële systeem meer markt georiënteerd moet zijn. Dat vraagt echter om meer ondernemerschap en bereidheid risico’s te nemen. Ook in dat opzicht zou de overheid een rol kunnen spelen door een deel van de risico’s op zich te nemen. In dat opzicht zou de EIB of welke andere ontwikkelingsbank een rol van betekenis kunnen spelen. Of het voldoende is om Brussel en de Europese hoofdsteden in beweging te krijgen, valt nog te bezien. Niets doen lijkt echter steeds minder een optie. Een derde recessie lonkt alweer om de hoek! Cor Wijtvliet BELANGRIJK:

  • Geopolitieke onrust is de nieuwe werkelijkheid

    paxamericanaHet is nagenoeg ondoenlijk om als tijdgenoten vast te stellen of er een tijdperk beëindigd is en een nieuw is aangebroken. Wanneer het tijdperk van de Renaissance een aanvang nam of ten einde liep, was voor de mensen van die dagen volstrekt onduidelijk. Alleen in retrospect is zoiets vast te stellen. Dat neemt niet weg, dat het er alle schijn van heeft dat we vandaag de dag getuige zijn van het begin van een nieuw tijdperk. Vijfentwintig jaar geleden viel de Berlijnse Muur en kwam er een einde aan 40 jaar Koude Oorlog. In de jaren na 1989 genoot de wereld van de Pax Americana en van de voordelen van het proces van globalisering. Voor velen in de wereld namen welvaart en welzijn toe en meer en meer landen traden toe tot het democratisch bestel.

    Aan de periode van politieke rust en vooruitgang lijkt een einde gekomen. Er lijkt een tijdperk van politieke onrust en strijd aangebroken.

    Het beste voorbeeld van dat nieuwe tijdperk is misschien wel het Midden-Oosten. Deze regio lijkt terecht gekomen in de moderne versie van de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648). In die regio woeden grensoverschrijdende zeer gewelddadige conflicten op basis van politieke en religieuze banden. Die conflicten zijn niet alleen uiterst gewelddadig maar kunnen ook nog jaren voortwoekeren. Meer naar het Noorden vormt Rusland een zeer grote bedreiging voor de naoorlogse stabiliteit in Europa. Die is vooral gevestigd op de overtuiging dat territorium van de buren niet met militair geweld ingelijfd mag worden.

    30jarigeoorlog

    De Dertigjarige Oorlog van 1618 tot 1648 

    Nieuwe conflictgebieden

    In Azië neemt de dreiging van territoriale conflicten hand over hand toe. Oplevend nationalisme geeft opnieuw invulling aan oude territoriale claims. Het ontbreken van een netwerk van diplomatieke overeenkomsten vergroot de kans dat daardoor de zaak gewild of ongewild uit de hand kan lopen.

    Macht is niet langer in handen van een of enkele staten, maar raakt steeds meer verspreid, niet alleen over staten maar komt ook terecht bij andere actoren. Dat kunnen terroristische organisaties zijn, de grote corporates of NGO’s. De hoofdrol in dit proces van uitwaaiering van macht en gezag spelen de VS. Hun falend optreden in de tweede Irakoorlog en meer recentelijk in de Syrische burgeroorlog gaf meer bewegingsruimte aan de ambities van Iran en gaf in tweede instantie de stoot tot de pijlsnelle opkomst van IS. Het aarzelen en weifelachtige optreden van de VS onder Obama hebben de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de VS geen goed gedaan. Meer en meer landen zijn daarom een eigen koers gaan varen.

    Er zijn uiteraard ook regio specifieke factoren die bijdragen aan de groeiende onrust en aan het oplaaiende geweld. Het Midden-Oosten is verworden tot een geopende Doos van Pandora, waarin iedereen de ander naar het leven staat en waar niemand voor het moment in staat lijkt om een rem op het extremisme te zetten. Het navelstaren van Europa geeft feitelijk President Poetin de vrije hand om zijn territoriale dromen na te jagen. In Azië hebben regeringen eerder de neiging om het nationalisme en de daarbij behorende claims aan te wakkeren dan de bevolking te wijzen op nut en noodzaak van compromissen.

    putin-merkel

    Natuurlijk is niet alles kommer en kwel. Er is in grote delen van de wereld nog steeds vrede en stabiliteit. Er zijn nog steeds voldoende mogelijkheden om Iran zijn atoomwapen te ontzeggen en IS militair te verslaan en zijn aantrekkingskracht op moslimjongeren te verminderen. Sancties en een lage olieprijs kunnen de ambities van Rusland intomen. Maar tegelijkertijd moeten we vaststellen, dat er weinig of geen internationale consensus bestaat over een eensgezinde aanpak. De Pax Americana bestaat niet meer en er is nog geen alternatief. Dat betekent dat steeds minder landen zich geroepen zullen voelen om internationaal het voortouw te nemen. We zijn beland in een wereld, waar vrede en welvaart minder zeker zijn dan in de donkere dagen van de Koude Oorlog! Cor Wijtvliet Bron: Richard N. Haass, the Era of disorder. Project-syndicate, October 27 2014

    militants

    BELANGRIJK: