Categorie: Columns

  • Nieuwe regeringscoalitie in Duitsland komt voor hete vuren te staan

    Het is rond! Mevrouw Merkel gaat opnieuw een zogeheten Grote Coalitie leiden van CDU/CSU en de SPD. Er staan enkele behartenswaardige voornemens in het regeringsaccoord. Zo komt er een minimumloon en gaan de belastingen niet omhoog.

    Bedrogen

    Toch is het nu al zeker, dat Berlijn niet ongeschonden uit de komende vier jaar zal komen. De kiezer zal menigmaal ‘bedrogen’ moeten worden. En natuurlijk is Europa de bron van alle komende ellende. Volgens de Europese Centrale Bank wint deflatie aan kracht in de eurozone. De groei van de geldvoorraad daalde opnieuw in oktober. Voor een deel is dat te wijten aan de Duitse opstelling jegens de bankenunie. De komende stresstest zal naar alle waarschijnlijkheid leren, dat de 130 grootste Europese banken met zeker € 100 miljard hun eigen vermogen moeten versterken. Dat moeten ze op eigen kracht doen. De Duitsers zijn er tegen, dat het Europese Stabiliteitsmechanisme hier een handje helpt. Niet verrassend proberen banken op hun beurt de noodzaak om nieuw vermogen aan te trekken zo klein mogelijk te houden. De beste manier om dat te doen is om minder krediet te verlenen. Daardoor zal de kredietschaarste net zo lang aanhouden als de banken nodig hebben om hun vermogenspositie weer op het vereiste niveau te brengen. Dat kan zomaar heel 2014 in beslag nemen.

    Maatregelen De ECB op haar beurt beschikt nog maar over weinig conventionele wapens om de deflatie te bestrijden. Het kan de rente nog een beetje verlagen of de banken een handje helpen met een nieuwe ronde Long-term Refinancing Operations. Dat is echter onvoldoende om de deflatoire krachten als gevolg van de kredietschaarste afdoende te bestrijden. Daarvoor is een aanpassing van lonen en prijzen in het zuiden nodig, maar ook een passend, meer expansief beleid in het noorden. Als Europa en de ECB niet dit type maatregelen nemen, dan dreigt een lange periode van economische stagnatie en een negatieve rente. Het is moeilijk voor te stellen dat de eurozone in die moeilijke omstandigheden kan overleven. Onorthodox Natuurlijk heeft de ECM potentiele oplossingen binnen handbereik. De bank zou kunnen besluiten op grote schaal overheidsschuld te gaan opkopen in combinatie met monetaire verruiming. De bedoeling moet zijn om de lange rente omlaag te duwen. De vraag is hoe de Duitse politieke elite zich zou opstellen tegenover deze onorthodoxe benadering. Die zal nut en noodzaak ongetwijfeld inzien. De vraag is echter of beide partijen bereid zijn om de publieke opinie te gaan omvormen. Iedereen is bang, dat de ander met de buit zal weglopen. Als dat zo is en blijft, dan zal de Duitse bijdrage aan Europa er komende jaren een van nee zeggen zijn en slechts zelden van ja zeggen. En dat in een fase, waarin Europa van Duitsland verwacht echt leiding te geven. Cor Wijtvliet Bron: Wolfgang Münchau, Germany’s coalition will have to break promises. Financial Times, December 2 2013  

  • Guest post: Het einde van de zekerheid

    Door: Dirk Bouwens

    Mens en samenleving worden altijd geconfronteerd met onzekerheid. Onzekerheid is een rode draad die doorheen het leven is geweven. Wie van ons heeft er nog nooit zorgen gehad omtrent gezondheid, werk, inkomen, relatie(s) ? Wie van ons wordt niet vroeger of later geconfronteerd met lijden, ziekte en dood?

    De welvaart van de maatschappij is nauw verweven met lokale en internationale conjunctuurbewegingen, met schommelingen van de financiële markten en met veranderingen op politiek en fiscaal vlak. Natuurrampen en ongevallen kunnen bezit en vermogen in fracties van seconden vernietigen.

    Zekerheden

    Er bestaan heel wat manieren om de onzekerheden van het leven het hoofd te bieden. Via allerlei verzekeringen kunnen we ons bijvoorbeeld indekken tegen gebeurlijke calamiteiten. Het regelmatig sparen is een andere aanpak om bescherming te zoeken tegen onvoorspelbaarheid. In tijden van onzekerheid, zoals nu, stijgen de spaarvolumes snel. Maar om effectief te kunnen sparen, om het inkomen van vandaag naar morgen te kunnen overdragen of om te kunnen verzekeren moet er "iets" zijn dat een stabiele waarde behoudt. Vaak, maar niet altijd, waren dat overheidsobligaties. De overheidsschuld bood zekerheid. Daarom kochten- en kopen - banken ook veel overheidspapier. Het was een goede manier om een solide onderpand voor de spaardeposito's te verwerven. De overheid speelde nog een andere rol bij het aanpakken van financieel-economische instabiliteit. Mogelijk een van de belangrijkste maatschappelijke verwezenlijkingen van na 1945 is dat de westerse overheden telkens ingegrepen hebben om zekerheid te bieden bij grote onzekerheden. Denk hierbij aan de oliecrisis van de jaren '70, de technologiebubbel van het jaar 2000, 9/11, de bankencrisis van 2008 en de crisis in de eurozone. En vergeten we vooral ook niet de uitgebreide sociale zekerheidssystemen die reeds vanaf de jaren '30 van de vorige eeuw tot nu door regeringen zijn uitgebouwd. Niet dat iedere beslissing of tussenkomst altijd zo doordacht of efficiënt was, zeker niet. Waarom kon de overheid telkens ingrijpen ? Ze was daartoe in staat omdat ze als enige economische deelhebber nog schulden kon aangaan en op grote schaal middelen in beweging kon brengen. En in goede tijden kon ze de belastingen verhogen en zo extra inkomen verwerven. De overheid creëerde een behoorlijke mate van zekerheid. De vrees is terecht dat dat vanaf nu zal veranderen. De volgende tabel laat in dit verband aan duidelijkheid niets te wensen over:

    De echte Europese staatsschulden in 2012

    Bronnen: Stiftung Marktwirtschaft Berlijn, Eurostat, eigen berekeningen

    Expliciete schulden: de cijfers in de tabel geven de percentages weer van de officiële staatsschulden van ieder Europees land ten opzichte van het bruto binnenlands product (BBP). Impliciete schulden: de cijfers betreffen de percentages van de toekomstige engagementen van overheden inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit in verhouding tot het BBP. In het vakjargon noemt men deze toekomstige schuld de impliciete schuld. Totale schulden: expliciete en impliciete schulden samengeteld (in % van het BBP). Overheidsbeslag: het percentage aan reële overheidsinkomsten (de zogenaamde 'begrotingen') ten opzichte van het BBP. Reële schuldgraad: dit zijn de percentages die de overheidsinkomsten vergelijken met het totaal aan schulden.

    Schulden worden onderschat

    De officiële schuldstatistieken (de expliciete schuld) onderschatten in ernstige mate de ware omvang van de schuldproblemen van de meeste Europese economieën. Vele regeringen hebben namelijk aanzienlijke verplichtingen aangegaan inzake pensioenen en gezondheidszorg en dit voor de komende decennia. Niet alleen zijn deze beloftes niet opgenomen in de officiële cijfers, ook in de media komt deze heikele problematiek zelden of nooit aan bod. Kwestie van de goegemeente niet te doen opschrikken ... Wat u ook leest of waarheen u ook surft : overheidsschulden worden steeds vergeleken met het bruto binnenlands product (BBP). Maar deze voorstelling van zaken is feitelijk incorrect. Uit bovenstaande tabel blijkt duidelijk dat de Europese overheidsinkomsten slechts gemiddeld 45 à 55% uitmaken van hetgeen een economie voortbrengt. Uiteraard dienen reële inkomsten vergeleken te worden met reële uitgaven en schulden. Zo blijkt uit de cijfergegevens dat de echte Belgische staatsschuld niet 98% bedraagt maar oploopt tot 655% (toekomstige pensioen- en gezondheidszorgen inbegrepen). Als we bovendien de reële inkomsten van de Belgische overheid (55% van het BBP) vergelijken met die 655% komen we zegge en schrijven uit op ...1191% van het BBP. Het boek 'De perfecte storm' van de Gentse economen Gert Peersman en Koen Schoors handelt in essentie over dit nationale pensioendrama. Italië en Letland komen uit de cijferanalyses verrassend goed te voorschijn. De dikwijls verguisde Silvio Berlusconi heeft op het stuk van pensioenbeleid degelijk werk geleverd. Staatsschulden verschijnen onder de vorm van staatsobligaties op de balansen van pensioenfondsen, banken en verzekeringsmaatschappijen. Als men de tabel nogmaals onder ogen neemt, kan men zich de vraag stellen wat dit papier wérkelijk waard is en in welke (benarde) situatie deze instellingen eigenlijk verkeren... Natuurlijk zijn er ook belangrijke activa (spaaroverschotten) aanwezig, maar niemand kan er omheen dat de meeste regeringen diepgaande structurele ingrepen dienen door te voeren in hun socio-economische beleid. Overigens vormen niet enkel de overheidsschulden annex begrotingstekorten een serieus probleem. Wie zal er opdraaien voor het herkapitaliseren van de Europese banken, het redden van de Zuid-Europese economieën (de zogenaamde PIIGS) en - bij uitbreiding - de euro ? Uit de energiehoek wordt geopperd dat men best ook rekening houdt met noodzakelijke investeringen voor de overgang naar een post-koolstofeconomie. De mogelijkheden van de overheden om op te treden als laatste redder in nood zijn beduidend kleiner geworden, zoveel is duidelijk. En daarom komt er een einde aan een tijdperk van zekerheid.

    Deze bijdrage is afkomstig van Dirk Bouwens. Hij publiceerde dit artikel begin deze week ook op zijn eigen weblog systeemcrisis.blogspot.be.

  • Aandeel van de Week: Goud Juniors Delven (GDXJ)

    Goud staat al tijden onder druk: vanaf de ‘high’ rond $1.900 is de goudprijs al weer meer dan 35% gedaald. In lijn met de markt, of zelfs erger, zijn vooral de kleinere goudfondsen aanzienlijk gedaald. Hoewel we een verdere daling van goud niet uitsluiten, reiken we deze week een handvat aan voor beleggers die in kleinere fondsen willen handelen. Zolang goud boven de $1.181 per troy ounce weet te blijven, zouden kleine posities kunnen worden gekocht. Een doorbraak van deze ‘low’ zal de verhoudingen echter verder op scherp zetten. Mocht deze steun worden doorbroken, dan komt ons eerder in maart 2013 gestelde koersdoel van $1.100 aardig in zicht.

    Technische analyse van de goudkoers sinds juni

    GDXJ

    Deze week zetten we het Market Vectors Junior Gold Miners ETF (tickersymbol: GDXJ) als Aandeel van de Week in de ‘spotlight’. De goudkevers kennen de laatste tijd zware tijden. Goud is keihard gedaald zoals we eerder stelden en de (kleinere) goudmijnfondsen evenwel nog harder. We zien op dit moment toch wel kansen in de kleinere ‘goud juniors’. We spelen in op een stijging met opties op het Market Vectors Junior Gold Miners ETF dat de kleinere goudfondsen volgt.

    Sinds september is het ETF met meer dan 45% gedaald vanaf de high rond $55 tot onder $30. We maken hier van gebruik door in te spelen op een beperkte stijging, oftewel: Goud Juniors Delven.

    Koersverloop GDXJ vanaf begin 2012

    Koersverloop GDXJ vanaf begin 2012 (Bron: Finviz)

    Dit ETF is echter niet voor iedereen weggelegd, zoals u op bovenstaande chart kunt zien. De voorzichtige belegger zal dit kwalificeren als ‘ongeschikt’. De high was rond $120 in 2012, waarna het ETF aanzienlijk wegzakte tot onder $30 dit jaar. Het is een prijsdaling van 75% in bijna twee jaar tijd. Onderstaand een aantal aandelen die in dit ETF vertegenwoordigd zijn.

    Bedrijven uit de GDXJ index

    Bedrijven uit de GDXJ index (Meer informatie vind je op de website van Zacks)

    Tijdens onze Masterclasses (Opties & Live Trading) komt onder meer onze checklist om een trade te doen aan bod. Onderstaand een deel van deze checklist die fungeert als kapstok. Toegepast op GDXJ geeft dit:

    Technische analyse van de junior goudmijnen

    Technische analyse van de junior goudmijnen, de GDXJ Daily Chart (Bron: Finviz)

    Checklist opzetten trades Optie Academy

    1. Altijd de chart (grafiek) checken: wat is de trend? Check voortschrijdend gemiddelden (moving averages (ema’s)), zijn er gaps (koershiaten)? Noteer de steun- en weerstandsniveau’s. Het ETF zit in een lange termijn dalende trend vanaf de top rond $120 in 2012. GDXJ kopen is wel speculatief.
    2. Altijd met de trend mee handelen: bijvoorbeeld positie innemen en bij breakout positie uitbreiden. Uit oogpunt van dit principe, mogen we weliswaar nog niet ‘vol long’ gaan, maar vinden we vanuit zeer korte termijn perspectief het wel interessant om een kleine longpositie in te nemen. Stop-loss moet wel worden geplaatst onder $28. We verwachten op termijn een verdere stijging richting eerste koersdoel van rond $36. Een stijging derhalve van ruim 21% vanaf $29,70.
    3. Riskmanagement: kijken naar target en stoploss als visie onjuist blijkt te zijn. Inname longpositie rond $29,70 en eerste koersdoel $36 met een stop-loss onder $28 plaatsen. Risico is dan $1,70 versus winstpotentieel van circa $6,30 wat met bijna 4 keer zoveel winst een uitstekende ratio is.
    4. Als je uit je positie wilt en moet: ga dan ook uit de markt en wacht niet tot het ‘ideale’ moment of dat je tot expiratie blijft zitten. Dus onder $28 longpositie afbouwen. Op basis van deze checklist achten wij een zeer kleine speculatieve longpositie in GDXJ speculatief verantwoord.

     

    Optiestrategie mogelijk op GDXJ

    Op GDXJ zijn opties voorhanden, zodat het mogelijk is om in te spelen op een stijging van dit ETF. Afgelopen vrijdag hebben we een calendar spread (time spread) opgezet voor onze Optie Aanbevelingen Offensief, waarbij onze klanten uiteraard ‘front row’ zaten om deze te kunnen uitvoeren.

    Een spread is het tegelijkertijd kopen van een optie en verkopen van een andere optie op eenzelfde onderliggende waarde, met verschillende afloopmaanden en/of uitoefenprijzen.

    profit-loss

     

    (Bron: Optionsplaybook)

    Wij hebben gekozen voor een horizontale Calendar Spread, dus met gelijke uitoefenprijzen. We hebben een Calendar Callspread van $0,60 per timespread opgezet in GDXJ. We kunnen na expiratie van volgende week wederom een calloptie schrijven.

    Innemen posities

    Zodra wij onze (optie)posities gaan uitbreiden of nieuwe gaan innemen, dan zullen wij dit uiteraard aan onze klanten van Optie Aanbevelingen communiceren.
    Uiteraard kunt u ook uw eigen suggestie voor een Aandeel van de Week, Goudfons van de Week danwel optiestrategie naar ons doormailen naar [email protected]. Meer weten over Optie Academy? Lees dan ook dit artikel op Marketupdate.

    Optie Academy

    Think, Talk and Trade like a Winner

    Harry Klip en Jan Robert Schutte

    Disclaimer: Het Optie Academy-team heeft een positie in GDXJ (long) en Goud (short). De auteurs leveren bijdragen op persoonlijke titel. De informatie op deze website is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

  • Google wordt een consumenten company

    Google opent showrooms in zes Amerikaanse steden waar klanten de computers en tablets van het internetbedrijf kunnen bekijken. Op deze manier probeert Google in te spelen op de consument.
    In onder meer New York, Chicago, Los Angeles, Sacramento en San Francisco richt Google zogenoemde Winter Wonderlabs in waar onder meer de Nexus-tablets en de Chromebooks te zien zullen zijn. De apparaten kunnen daar worden uitgeprobeerd, maar moeten nog wel online worden besteld.

    Winkels De keuze om winkels te openen voor het grote publiek is eigenlijk een logische. Hoewel het bedrijf nog steeds het meest verdient aan zijn searchengines, begint het bedrijf toch enigszins van kleur te verschieten. Het is zich steeds meer gaan richten op de mobiele wereld in de brede zin van het woord. Niet alleen is Google geïnteresseerd in de smartphone, maar ook in toekomstige ontwikkelingen  als the smartcar en the smarthome. Daar wil het bedrijf deel aan hebben en van profiteren. De vraag is dan hoe je zoiets het best kunt doen? Het management van Google heeft vastgesteld, dat de markt voor smartphones begint te verzadigen. Meer dan 50% van de Amerikanen en ongeveer eenzelfde percentage van de Europeanen heeft een smartphone. Dat impliceert dat de markt gaat veranderen. Immers,bijna iedereen heeft een smartphone, behalve de wat conservatievere consument. De innovators’en de early adopters hebben allang hun slag geslagen. Maar hoe bind je de laggards en de late majority aan je? Dat kan alleen maar door niet alleen een tech bedrijf te zijn, maar door vooral een consumentenbedrijf te worden. Een Google-oulet in winkelstraten kan Google helpen de wat conservatievere consumenten te verleiden kennis te maken met zijn producten. Die kan daar Googleproducten vasthouden en er aan snuffelen. Getraind personeel moet dan de belangstelling omzetten in daadwerkelijke verkopen. Apple Vreemd genoeg heeft de CEO van Apple, Tim Cook, ongewild een grote rol gespeeld bij de beslissing om naar de klant in de straat te gaan. In een interview in het vroege voorjaar van 2012 bejubelde Cook de beslissing om winkels te openen. Voor hem was de winkel in de straat het uithangbord bij uitstek geworden voor Apple. Apple winkels bleken niet alleen een commercieel succes met meer dan 120 miljoen bezoekers wereldwijd in het laatste kwartaal van 2011, maar vervulden ook de rol van bedevaartplaats voor verstokte Applefans en voor mensen die met Apple wensten kennis ter maken. Cook toonde er zich van overtuigd, dat zonder de winkels de iPad nooit zo snel zo succesvol had kunnen worden. Het schijnt, dat deze boodschap voor het eerst goed doordrong tot Google, toen het bedrijf werkte aan het concept van Google-Glasses. Dankzij Cook drong al snel het besef door, dat Google Glasses moeilijk te slijten zou zijn aan non-techies. Die zouden een de bril toch eerst van nabij willen zien en gebruiken alvorens tot een mogelijke koop over te gaan. Vervolgens groeide al snel het besef, dat een echte winkel niet alleen de mogelijkheid bood om consumenten te laten kennis maken met Google Glasses, maar ook met andere (toekomstige) Googleproducten. Overigens is Google niet over een nacht ijs gegaan. Het heeft afgelopen jaar zogehetenwithin stores geopend in de winkels van Best Buy in de VS en PCWorld/Dixons. Daar heeft Googlepersoneel ervaring kunnen opdoen met het fenomeen winkel. Cor Wijtvliet  

  • Column: Handelen of beleggen?

    Sommige mensen zijn succesvol in handelen, andere in beleggen en heel soms zijn er mensen die beide onder knie hebben. Het grootste gevaar schuilt in de overlap van de twee waarbij uw trades beleggingen worden of u beleggingen als trades gaat beschouwen. Handelen en beleggen hebben een belangrijk ding gemeen: we positioneren vandaag ergens ons geld in de hoop (of liever in de verwachting) er winst op te maken in de toekomst. Elke keer als we ons geld op deze manier inzetten is er een keerzijde, namelijk het risico dat we geld verliezen. Dit geldt zowel voor handelaren als beleggers.

    Het grootste verschil tussen de twee is de looptijd van een positie. Beleggingen zijn doorgaans voor jaren of zelfs decennia. Mensen investeren in onroerende goed, participeren in bedrijven of beleggingsinstellingen en veel mensen kopen aandelen in beursgenoteerde ondernemingen omdat zij denken dat er op (langere) termijn waardestijging in zal zitten. Handelaren hebben een veel kortere horizon, dat kan variëren van seconden tot minuten, uren, dagen of weken. Wanneer het langer gaat duren , kom je een beetje in een grijs gebied en begint het meer op een belegging te lijken.

    Zoals een belegger effecten koopt voor de langere termijn, kan de handelaar hetzelfde kopen met een korte termijn visie. Het verschil zit in de intentie en het tijdschema . Als ik een effect koop met de bedoeling om het volgende week te verkopen met winst, is het een trade. Als ik een effect koop met de bedoeling om het te houden voor de lange termijn om zo de groei van het bedrijf mee te maken ben ik aan het beleggen. We praten hier dus over verschillende takken van sport.

    Maar wat als ik vandaag een effect koop voor een belegging en de volgende week een kleine winst zie die ik direct ga verzilveren? Of als ik vandaag een trade doe die verlieslatend is en deze positie langer aanhoud? Ik neem dus geen verlies, maar hou de positie open omdat ik ‘hoop’ dat het wel weer goed komt. Op dat soort momenten ben ik handelen en beleggen aan het mengen en dat is een gevaarlijke fout die door velen gemaakt wordt.

    Waarom werkt handelen en beleggen niet door elkaar heen?

    Dat wil ik tonen door middel van een voorbeeld:

    Stel: er is een werkkapitaal beschikbaar van €25.000. Hiermee kun je een belegging doen en bijvoorbeeld 5.000 aandelen kopen van €5. Als het heel goed gaat en de koers van het fonds (of een mix van fondsen) is met 20% gestegen in een jaar, dan heb je €5.000 winst gemaakt. Maar dat zal niet ieder jaar gebeuren, want de meeste beleggers nemen alleen maar long posities in. Er komen jaren aan waarin de koersen niet meer stijgen en het rendement zal drastisch afnemen en misschien wel negatief worden.

    Met diezelfde €25.000 zou je ook kunnen handelen op de futuremarkt (long en short). Stel dat ik een future-contract koop op de AEX (FTI future), daarvoor moet ik een margeverplichting aanhouden van circa €5.000. Dan heb ik nog circa €20.000 over als veiligheidsmarge. Als ik gemiddeld iedere dag een bescheiden halve AEX-punt aan netto winst kan maken, heb ik per dag €100 winst. Als we dat 200 dagen per jaar doen is het rendement €20.000, ofwel 80%.

    Bij het traden met die futures moet ik dan wel een strakke stop-loss inbouwen en de positie ook echt verlaten als dat stopniveau bereikt wordt. Als ik die stoploss negeer omdat ik geen verlies wil nemen en er dus een belegging van maak, komt mijn hele money management in gevaar. Als de AEX dan enige procenten daalt loop ik tegen een groot verlies aan. Ik kan het mij dus absoluut niet permitteren om van een trade een belegging te maken.

    Als we het vanaf de andere kant benaderen, namelijk van een belegging een trade maken, gaat het ook niet goed:

    Een belegger heeft een lange termijn horizon. Het doel is profiteren van waardestijging in een groter timeframe. Indien er dan na korte tijd (deels) winst wordt genomen, kun je het beoogde resultaat niet meer waar maken. Tenzij je weer instapt na een mogelijke correctie, maar dan ben je aan het handelen geslagen. Kortom: beleggen en traden kan allebei, maar benader het vanuit een ander oogpunt. Maak nooit van je belegging een trade of van je trade een belegging. Omdat veel actieve mensen op de beurs hierin geen vastomlijnde strategie volgen, gaat hiermee een hoop mis.

    Om je werkkapitaal optimaal te benutten is het handelen een zeer lucratieve werkwijze, maar enkel geschikt als je daar voldoende tijd en aandacht aan kan geven. Handelaar moet je worden omdat je het kan en wil, niet als uitvloeisel van een (mislukte) belegging.

    Beleggen is niet hetzelfde als handelen!

    Beleggen is niet hetzelfde als handelen!

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/

  • Minder olie voor steeds meer geld

    Nog maar onlangs verscheen de World Energy Outlook (WEO) van het Internationale Energie Agentschap. De boodschap van het Agentschap was duidelijk. De tijden van een overvloed aan energie tegen een schappelijk prijsje zijn voorgoed voorbij, schalieolie of geen schalieolie.

    Kosten 

    Het probleem waar de grote oliemaatschappijen mee kampen zijn de razendsnel stijgende kosten om steeds minder energie te kunnen winnen. Volgens de WEO is de dagelijkse productie tussen 2000 en 2012 gestegen van 75,2 miljoen vaten per dag naar 87,1 miljoen vaten per dag. Echter, ruim een derde van de productiestijging komt op naam van zogeheten onconventionele olie, zoals teerolie, LNG en schalie. De kosten om die onconventionele olie te winnen zijn gemiddeld veel hoger dan van conventionele, terwijl LNG minder energie levert dan olie. De winning van conventionele olie kost tussen $ 10 en $ 70, terwijl de kosten voor een vat onconventionele olie ligt tussen $ 50 en $ 100.

    Investeringen

    Het gevolg van het grote prijsverschil is, dat de investeringen om nieuwe olie aan te boren gigantisch omhoog zijn gegaan. In 2000 bedroegen de investeringen van de sector $ 250 miljard, maar in 2012 waren die opgelopen naar een bedrag van maar liefst $ 700 miljard. De sterkste stijging vond plaats tussen 2005 en 2012. In 2005 beliepen de investeringen ‘slechts’$ 350 miljard. Uitgedrukt in percentages betekent het, dat de kosten om 14% meer olie omhoog te halen met 180% gestegen zijn. De conclusie ligt dan ook voor de hand, dat de verhoudingen in de oliewereld volledig uit het lood geslagen zijn.

    Procentueel

    De sector heeft deze inspanning alleen maar kunnen opbrengen, omdat in dezelfde periode de prijzen nog harder gestegen zijn. Bij BP hebben ze berekend, dat een vat Brentolie in 2000 slechts $ 38 kostte tegen $ 112 in 2012. Dat is met 195% een iets grotere stijging dan die van de investeringen. Dat geldt echter weer niet voor de periode 2005 – 2012. In die periode stegen de investeringen met 90% en de prijs met 75%. Het doet bijna absurdistisch aan, maar in de afgelopen twee jaren zijn de investeringen weer met 20% gestegen, maar is de prijs voor een vat olie in 2013 gemiddeld $ 5 lager dan in 2011.

    De WEO wijst er niet ten overvloede op, dat de explosie in kosten en investeringen plaatsvond in een periode van extreem lage rente. Mocht de rente weer omhoog gaan, dan zullen de kosten voor de sector alleen maar verder stijgen.

    Conclusie

    De WEO stelt tenslotte vast, dat tot 2035 de productie van conventionele olie met 41 vaten per dag gaat afnemen. Kosten zullen dus nog meer gaan stijgen. Tegelijkertijd is duidelijk, dat afnemers niet erg bereid zijn om veel meer dan $ 110 per vat te betalen. Hoe het dan moet met die stijgende investeringen, dat vertelt de WEO ook niet. Wel is duidelijk, dat de sector en de rest van de wereld zich gesteld zien voor enkele zeer cruciale vragen.

    Cor Wijtvliet

    Bron:

    Financial Times, Toil for oil means industry’s sums do not add up. November 26, 2013

  • Pas op met uw beleggingen

    De AEX bonst alweer tijden op deur, die toegang geeft tot koersen boven 400 punten. Welbeschouwd is in Europa op de beurzen min of meer hetzelfde beeld waarneembaar. Alsmaar stijgende koersen ten bewijze, dat Europa zich eindelijk weer in het vertrouwen van de internationale belegger mag verheugen.

    Koersen
    Er is veel om als Europese belegger tevreden over te zijn. Het rendement op obligaties in de eurozone bedroeg de afgelopen 12 maanden 5%, terwijl beleggers de Amerikaanse treasuries in steeds grotere getale links lieten liggen. Spaanse aandelen zijn volgens analisten van UBS op basis van koers-winstverhoudingen duurder dan hun Zweedse tegenhangers. Wie had dat een jaar geleden durven te verwachten, laat staan die verwachting uit te spreken.

    Maar laten we eerlijk en reëel blijven. In de koersen zit heel veel optimisme over een betere economische morgen geweven. O wee, als het verwachte herstel van 2013 op den duur niet meer dan een luchtspiegeling blijkt te zijn. Dan zal alle lucht snel uit de koersen verdwijnen en zullen koersen in elkaar zakken.

    De kans, dat het herstel niet echt van de grond komt, is nog steeds zeer nadrukkelijk aanwezig. Recente uitkomsten van de verschillende indices van Inkoopmanagers vallen na zes maanden van stijging op rij, tegen. In Frankrijk is weer sprake van contractie en ook in de periferie blijven de werkelijke verbeteringen uit. Zelfs in het geval van Duitsland mag je je afvragen of het beste er niet af is.

    Stagnatie
    Natuurlijk is rampspoed nog niet geboren. Een ding is echter duidelijk, dat het herstel in Europa op zijn best matig zal zijn. De Amerikaanse hoogleraar Larry Summers spreekt zelfs van een langdurige periode van stagnerende groei voor Europa.

    Voor een deel zit dit ook wel in de koersen verdisconteerd. Europese aandelen doen gemiddeld 1,7X de boekwaarde vergeleken met 2,5X voor Amerikaanse aandelen. Als we naar de zogeheten Shiller K/W kijken, dat is de k/w over een periode van tien jaar en gecorrigeerd voor inflatie, dan zien we dat Europa 36% goedkoper is dan de S&P 500. Dat althans, schat Morgan Stanley. Er is dus nog voldoende opwaarts potentieel. Daar gaat het ook niet om. Die ruimte zal alleen benut worden, als ook de bedrijfswinsten van Europese bedrijven fundamenteel gaat verbeteren. Maar ook hier is de kans op teleurstellingen groot. De belegger kan er maar beter op voorbereid zijn.

    beleggingen-monitoren

  • Vier leugens over de crisis

    Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 zijn er vooral door politici economische onzinnigheden verkondigd. Sommige van die onwaarheden worden zo vaak gedebiteerd, dat ze wel deel van ons DNA lijken.

    Huisvrouw
    De eerste pertinente onwaarheid is die van de huisvrouw en haar huishoudboekje. Politici blijven er maar op hameren, dat iedere huisvrouw weet, dat je niet meer kunt uitgeven dan er binnen komt. Deze waarheid als een koe moet het beleid van bezuinigen schragen. Maar het gaat gemakshalve voorbij aan de gevolgen van deze stellingname. Als alle huishoudens zich aan deze gulden regel zouden houden, dan zou de totale consumptie nog verder dalen dan nu al het geval is. De werkloosheid zou daarom nog verder toenemen. Kortom, uiteindelijk is iedereen op den duur slechter af.

    De zwakte van de redenering schuilt hierin, dat wat goed is voor een individueel gezin of bedrijf niet noodzakelijk ook goed hoeft te zijn voor het collectief. Keynes omschreef het als the paradox of thrift (spaarzaamheid). Als iedereen in moeilijke omstandigheden gaat sparen, dan tuimelt de geaggregeerde vraag waardoor uiteindelijke de totale besparingen teruglopen. Dat is de uiterste consequentie van een dalende consumptie in tijden van amper of geen economische groei.

    Maar de consequenties kunnen nog verder reiken. Als overheden hun tekorten omlaag willen brengen, dan moeten burgers en bedrijven de broekriem aanhalen. Het resultaat is, dat over de hele linie de uitgaven dalen. Dat resulteert er wel in, dat hoezeer ze ook hun best doen overheden hun tekorten niet omlaag krijgen.

    Centrale Bank
    De overheid kan geen geld uitgeven dat het niet heeft. Ook deze kreet klinkt iedereen bekend en vertrouwd in de oren. Maar overheden zijn anders dan een willekeurig bedrijf of huisgezin. Door obligaties uit te geven kan de overheid het geld binnen halen dat ze nodig heeft. Maar moet er dan op de duur niet steeds meer rente betaald worden. Ook hier is het antwoord ontkennend. De centrale bank kan immers veel geld bij drukken, zodat de rente laag blijft. De huidige programma’s van monetaire verruiming bewijzen dit. Sterker nog, bij de huidige rentestand is het gewoon dom om niet bij te lenen. De beperking schuilt hierin, dat in de eurozone er inmiddels een ECB is. Zodoende kan niet ieder land naar eigen inzichten bijdrukken en zijn er daarom verschillende erg in de problemen gekomen.

    Staatschuld
    Een derde onwaar cliché is de bewering dat de staatschuld een vorm van uitgestelde belasting is. Obligaties zijn niet meer dan leningen, die uiteindelijk terug betaald moeten worden. Dat kan alleen maar door belastingen te verhogen. Belastingbetalers hebben hier een donkerbruin vermoeden van en dus gaan ze extra sparen. Hierdoor wordt het stimulerend effect van de obligatielening teniet gedaan. Het veemde is echter, dat overheden zelden of nooit hun leningen afbetalen. Meestal gebeurt dat door nieuwe obligaties uit te geven. Als een overheid slim is, probeert ze bij de huidige lage rentestand obligaties met een uitzonderlijk lange looptijd uit te geven. Dan hoeft ze ook nog eens minder een beroep op financiële markten te doen.

    Generatie 
    De vierde en laatste onwaarheid doet een beroep op onze emotie en op ons geweten. Onze staatschuld belast de na ons komende generaties. Toekomstige generaties moeten meer verdienen dan ze uitgeven om onze schulden terug te betalen. Dat lijkt logisch maar is het niet. De houders van de schuld -de debiteuren-zijn diegenen die in de toekomst belast worden om terug te betalen. Maar zij doen dat aan de schuldeisers. Die laatste verdient dus aan de schuld van de eerste. Er is dus netto geen sprake van een zwaarder belasten van toekomstige generaties.

    Uit deze korte opsomming spreekt maar één ding. Economie is geen natuurwetenschap. Allerlei aannames kunnen en moeten daarom gefalsificeerd worden om na te gaan welke de toets der kritiek kunnen doorstaan. Om het probleem nog complexer te maken. Wat in het ene geval waar is, blijkt onwaar in andere omstandigheden. Overheden, politici en beleidsmakers zouden daarom terughoudend moeten zijn in het doen van te stellige aannames.

    Cor Wijtvliet

    economische-crisis-krant-teaser

    Bron:
    Robert Slidlesky, Four falacies of the second great depression. Project-syndicate, November 20 2013

  • De rol van goud is nog niet uitgespeeld

    Tussen ultimo 2008 en september 2011 steeg de goudprijs met maar liefst 70% naar een waarde van $ 1933 per troy ounce. De oorzaak van de stijging waren de ongelimiteerde monetaire stimuleringsmaatregelen van Ben Bernanke, de president van de Fed. In genoemde jaren kocht de centrale bank voor meer dan $2 biljoen aan Amerikaans schuldpapier. Dat deed bij menigeen de vrees groeien, dat de gigantische toename van liquiditeiten wel in hyperinflatie moest eindigen.

    Afbouwen
    Die angst is geleidelijk weggeëbd en de prijs van het goud heeft daarop gereageerd door geleidelijk weer te gaan dalen. In april van dit jaar versnelde de daling van de prijs. De oorzaak is genoegzaam bekend. In die maand speculeerde de bankpresident openlijk over een mogelijke geleidelijke afbouw van de stimuleringsprogramma’s. De beleggers reageerden heftig en de prijs daalde tot onder $ 1.300 per troy ounce. Daar zijn enkele spectaculaire voorbeelden van. Zo verkocht de bekende hedge fundmanager John Paulson meer dan de helft van zijn 21,8 miljoen aandelen in de SPDR Gold Trust, de grootste goud-etf ter wereld. Sindsdien bezit hij echter nog steeds 10,23 miljoen aandelen in deze etf.

    Bodem
    Langzamerhand lijkt in de markt de opvatting post te vatten, dat we de grootste prijsdalingen wel achter de rug hebben. De kwestie is dus of de prijs op de bodem van het dal blijft voorthobbelen of dat er reden is voor enig optimisme. Voor Goldman Sachs is het duidelijk. De trend zal eerder nog verder omlaag zijn dan omhoog. De bankiers voorzien voor 2014 nog een nieuw dieptepunt van $ 1.100 per troy ounce.

    Anderen zijn optimistischer en wijzen daarbij op nieuwe opzienbarende aankopen van grote beleggers. Zo heeft Soros Fund Management LLC onlangs 1,1 miljoen aandelen gekocht in Market Verctors Gold Mines ETF. Soros deed dit nadat de koers van deze ETF nagenoeg gehalveerd was. Het mijnbouwbedrijf had grondig geherstructureerd, afschrijvingen genomen ter waarde van $ 26 miljard en heel veel werknemers de laan uit gestuurd. Market Vectors staat symbool voor een sector, die tot voor kort teveel investeerde en niet de tering naar de nering zette. Dat proces is echter nu in volle gang en dat betekent een lagere productie tegen lagere kosten.

    Al die aanpassingen aan de nieuwe markt zorgen er wel voor, dat het aanbod van goud terugloopt. Het krimpend aanbod valt samen met een groeiende honger van China naar goud. Chinezen hebben een voorliefde voor goud en hebben dit jaar maximaal profijt getrokken uit de dalende prijzen. Naar schatting hebben ze alleen al dit jaar voor $ 70 miljard aan goud gekocht. Marktinsiders schatten de Chinese honger op 1.600 ton op jaarbasis. Dat is meer dan 55% van de jaarlijkse productie.

    China
    Die honger wordt nog heel wat jaren op peil gehouden door het beleid van de Chinese overheid. Die is erop gebrand om van de yuan een echte concurrent van de Amerikaanse dollar te maken als internationale reservemunt. Het past binnen het Chinese beleid om het aandeel van goud in de nationale reserves uit te bouwen van 1% naar 15%. Dat betekent dat de overheid 16.800 ton moet gaan aankopen. Dat gaat de nodige jaren duren en zal tegelijkertijd de rol en de waarde van de dollar ondermijnen.

    Los van deze lange termijntrend, die gunstig is voor goud, spelen er nog korte termijn factoren. De beoogde opvolgster van Ben Bernanke, mevrouw Janet Yellen, heeft tijdens zogeheten hearings in het Amerikaanse Congress nadrukkelijk laten weten voorlopig af te zien van het afbouwen van de monetaire stimuleringsprogramma’s. De staat van de economie en van de arbeidsmarkt rechtvaardigt geen afbouwen aldus Yellen.
    Deze stimuleringsprogramma’s, die $ 85 miljard per maand bedragen, zullen de positie van de dollar geleidelijk verder verzwakken en daarmee goud aantrekkelijk maken als safehaven. Dat zal zeker het geval zijn als de stimulering heel 2014 doorgaat.

    Het samenvallen van korte termijn en lange termijnfactoren maakt het aannemelijk dat de goudprijs weer gaat stijgen. Dat hoeft echter nog niet snel te gebeuren. Hier en daar fluistert de markt voor 2015 een prijs van $ 2000 per troy ounce. Dan moeten de verschillende genoemde factoren elkaar wel blijven versterken.

    goldbars
    Heraeus goudbaren
  • De Britse economie bloeit

    Waar het vasteland worstelt om het beetje economische groei wat er is gaande te houden, regent het goed nieuws aan de overkant van het Kanaal. De Bank van Engeland (BoE) maakte vorige week bekend, dat de economie daar dit jaar zal groeien met 1,6% om in 2014 te versnellen naar 2,9% en het in 2015 met 2,5% iets rustiger aan te doen. Deze vooruitzichten staan in schril contrast met die van het Internationaal Monetair Fonds. Dat instituut denkt dat Het Verenigd Koninkrijk in 2014 niet harder zal groeien dan hooguit 1,9%.

    Optimisme
    Het optimisme van The BoE is gestoeld op een stevig herstel in de huizenmarkt en het voorzichtige herstel in de VS en het vasteland van Europa. Daar profiteert de exportsector van het VK ten volle van. Een sterke huizenmarkt in combinatie met een sterke exportsector en een herstel van de industriële productie heeft zijn uitwerking op de arbeidsmarkt niet gemist. Het aantal banen groeit snel. Volgens onderzoeksbureau Markit is de banengroei het sterkst sinds 1998. De werkloosheid is nu gedaald naar 7,6%. De sterke daling heeft echter nog geen effecten gehad op de loonontwikkeling. Die loonstijging blijft nog steeds achter bij de ontwikkeling van de inflatie.

    De stijging van de werkgelegenheid zal naar alle waarschijnlijkheid gevolgen hebben voor het beleid van the Bank of England. Bij zijn aantreden in augustus van dit jaar, gaf de nieuwe bankpresident Marc Carney een zogeheten forward guidance af. Die kwam er op neer, dat de korte rente op het niveau van 0,5% gehandhaafd blijft totdat de werkloosheid tot een niveau van 7% gegaan zou zijn. Carney volgde met zijn guidance het voorbeeld Ben Bernanke, de president van de Fed. Volgens Carney zou de werkloosheid op zijn vroegst in het tweede kwartaal van 2016 dit gewenste niveau van 7% bereiken.

    Zoals de kaarten nu liggen, zal de werkloosheid al in het derde kwartaal van 2015 dit niveau halen. Voor het midden van 2016 is nu een niveau van werkloosheid van 6,6% voorzien.

    Rente
    Voor de markt is nu de prangende vraag of het versnelde herstel aanleiding voor de BoE zal zijn om nu ook eerder de rente te verhogen. Marc Carney haastte zich afgelopen week te verklaren, dat er nog geen reden was om dat te doen. De inflatie is met 2% op het gewenste niveau en er zijn geen signalen dat er een stijging zit aan te komen. Bovendien zijn de loonstijgingen te beperkt en moet de werkgelegenheid nog zeker met 1 miljoen banen groeien om terug te keren op het niveau van voor de crisis.

    De markt hechtte echter weinig waarde aan de woorden van de bankpresident. Daar overheerste al heel snel de opvatting, dat de rente op zijn laatst in het derde kwartaal van 2014 verhoogd zal worden. Dat maakt dan de BoE de eerste centrale bank in het westen die begint met het proces van normaliseren van de rentestand. Bij een hogere rente past ook een duurdere valuta. Het pond won daarom terrein op zowel de Amerikaanse dollar als op de euro.

    Sinds afgelopen week zijn de verwachtingen voor het pond ook behoorlijk gewijzigd. Goldman Sachs verwacht voor de komende 3, 6 en 12 maanden een dollar in het pond van $ 1,68, $1,69 en $ 1,65. In relatie met de euro ziet het plaatje er enigszins anders uit. Dat is vooral te wijten aan de grote tekorten op de lopende rekening met de eurozone. Voor de hierboven genoemde periode verwacht gold een euro in het pond van € 0,82, € 0,83 en € 0,85.

  • Videocolumn: Intraday trading met de DAX

    Deze week kijken we naar een intraday trade met een relatief korte tijdspanne van de DAX, de Duitse aandelenindex.

    Patrick Koopman is een professionele trader die jarenlange ervaring heeft op de future markten en werkt op basis van technische analyse.

    ‘Gelijk krijgen over de koersrichting op termijn is mooi, maar nú geld verdienen met de bewegingen van vandaag is waar het om gaat.’

    http://www.momentumtrades.nl/