Categorie: Kredietcrisis

  • BIS ziet risico in afwaardering bedrijfsobligaties

    De Bank for International Settlements waarschuwt in haar nieuwste rapport voor de gevolgen van een plotselinge afwaardering van bedrijfsobligaties. Mocht de economie in een neerwaartse spiraal komen, dan zal het voor veel bedrijven moeilijker worden om geld te lenen. Dat kan leiden tot meer afwaarderingen, waardoor de economie in een nieuwe recessie belandt.

    De bank der centrale banken merkt op dat bedrijven in de Verenigde Staten sinds de crisis van 2008 op grote schaal geld hebben geleend tegen zeer gunstige voorwaarden. De Federal Reserve hield de rente laag, waardoor het voor bedrijven goedkoper was om geld te lenen dan om nieuwe aandelen uit te geven.

    Risicovolle bedrijfsobligaties

    Deze vloedgolf aan krediet ging niet naar de meest kredietwaardige bedrijven, want cijfers van de BIS laten zien dat vooral de markt voor leningen met een ‘BBB’ kredietstatus de laatste jaren groeide. Dat zijn leningen met een middelmatige kredietscore, tussen het risicovolle high-yield schuldpapier en de meest veilige obligaties met een A-score.

    Dat de markt voor dit soort middelmatige leningen de afgelopen jaren sterk is toegenomen mag geen verrassing heten. Het meest veilige schuldpapier levert amper rendement op, waardoor veel beleggingsfondsen zijn uitgeweken naar beter renderende leningen met een BBB-kredietscore.

    Toename van minder kredietwaardige bedrijfsobligaties brengt risico’s met zich mee (Bron: BIS)

    Verkoopgolf mogelijk

    Zowel in de Verenigde Staten als in Europa is de markt voor het BBB-schuldpapier inmiddels groter dan de markt voor het obligaties met een kredietscore hoger dan ‘A’. Dat is een gevaarlijke situatie, omdat veel institutionele beleggers verplicht zijn een bepaald gedeelte van hun vermogen in veilige leningen te beleggen.

    In een situatie waarin bedrijfsleningen met een BBB-score een afwaardering krijgen zullen veel beleggingsfondsen deze leningen moeten verkopen. Volgens BIS-economen Sirio Aramonte en Egemen Eren kan dat ingrijpende gevolgen hebben op de obligatiemarkt. Daarover zeggen ze het volgende:

    “Een op kredietstatus gebaseerd beleggingsmandaat kan leiden tot een uitverkoop. Als, door toedoen van economische zwakte, genoeg verstrekkers van bedrijfsobligaties worden afgewaardeerd van BBB naar junk status, dan zullen beleggingsfondsen en andere marktparticipanten met een ‘investment grade’ beleggingsmandaat gedwongen worden in korte tijd grote hoeveelheden obligaties te verkopen.

    […]

    Het is een redelijke aanname dat de terugkeer naar een afwaardering als die van 2009 een herbalancering van de beleggingsportefeuilles kan veroorzaken die groter is dan het dagelijkse handelsvolume in de markt voor bedrijfsobligaties.”

    Schulden blijven een probleem

    Beleggingsfondsen in de Verenigde Staten en in Europa hebben volgens de BIS vandaag de dag een veel grotere blootstelling aan deze categorie van BBB-obligaties dan vlak na de kredietcrisis van 2008. Komt er weer een jaar als 2009, waarin het aantal faillissementen sterk toeneemt, dan zal dat een zeer negatieve impact hebben op het beheerd vermogen van beleggingsfondsen.

    De Federal Reserve besloot begin dit jaar de rente niet verder te verhogen. Mogelijk deed ze dat om de druk op de obligatiemarkt te verlichten. Een stijgende rente kan bedrijven in de problemen brengen die leningen met een lage rente moeten doorrollen. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar ook in de rest van de wereld. Het is een wereldwijd probleem, omdat ook bedrijven in andere landen in dollars geleend hebben.

    We kunnen er bijna niet onderuit. Onze economie is verslaafd aan schulden en iedere poging om de geldkraan dicht te draaien lijkt acuut stress te veroorzaken op de financiële markten. Een verontrustende conclusie, zeker nu de grenzen van conventioneel monetaire beleid zijn bereikt. De ECB start een nieuwe ronde van liquiditeitssteun voor banken, de Federal Reserve durft de rente niet meer te verhogen en de Bank of Japan overweegt zelfs meer stimuleringen. We hebben de problemen van 2008 enkel voor ons uit geschoven…

    Deze column verscheen eerder op Goudstandaard




  • IMF: ‘Financiële stabiliteit staat op het spel’

    Het wereldnieuws wordt momenteel beheerst door perikelen rondom Brexit, de handelsoorlog tussen de VS en China en de gele hesjes in Frankrijk. Het zorgde voor de afwezigheid van Trump, May en Macron dit jaar in Davos. Ondanks deze degradatie van het evenement, werd in Davos een belangrijke ontboezeming gedaan die het belang van genoemde perikelen mogelijk overstijgt.

    De adjunct directeur van het IMF, David Lipton, sprak over de stabiliteit van het internationale monetaire en financiële systeem. Of eigenlijk over de instabiliteit ervan. Lipton wees erop dat de stabiliteit van dit systeem afhankelijk is van de bereidheid van de Amerikaanse centrale bank (Fed) om via zogenaamde swap-lines andere centrale banken van dollars te voorzien in tijden van nood. Het is deze bereidheid waar het IMF nu vraagtekens bij heeft gezet. Het maakt dat centrale banken een crisis als 2008 nu mogelijk niet kunnen opvangen, aldus Lipton. Wat is er precies aan de hand?

    Dollarcrisis

    In de kern was de crisis van 2008 een dollarcrisis. Europese banken hadden in aanloop naar de crisis veel dollars geleend op de interbancaire geldmarkt, om ze (via derden) weer uit te lenen aan Amerikanen voor een hypotheek. Toen bleek dat de huizenprijzen in de VS ook omlaag konden gaan, ontstond er een crisis in de markt voor hypotheekleningen. Omdat deze leningen werden gefinancierd met dollars, ontstond er ook paniek in de geldmarkt. Banken die elkaar niet meer vertrouwden leenden elkaar geen dollars meer uit, wat hen noopte om hypotheekleningen in de uitverkoop te doen, met als gevolg het opdrogen van zowel de interbancaire geldmarkt als de markt voor verhandelbaar onderpand.

    Op het dieptepunt van de crisis besloot de Fed om onbeperkt dollars te gaan verstrekken aan de belangrijkste centrale banken in de wereld, waaronder de ECB. Deze actie haalde de angel uit de crisis en in plaats van een diepe depressie kwamen financiële markten langzaam tot rust.

    Fundamentele problemen niet aangepakt

    Nu, tien jaar na de crisis, is er natuurlijk veel veranderd. Centrale banken proberen banken en andere financiële instellingen beter te reguleren, er zijn spelregels gekomen rondom buffers in zowel de geldmarkt als de markt voor onderpand en veel transacties vinden inmiddels plaats bij zogenaamde clearing huizen. Dit alles om een crisis zoals die in 2008 te voorkomen.

    Toch zijn er nog veel zaken onvoldoende aangepakt. Zo is de markt voor verhandelbaar onderpand sinds de crisis zelfs belangrijker geworden en is de geldmarkt nog steeds voor het grootste gedeelte gedenomineerd in Amerikaanse dollar. Ook zijn de zogenaamde systeembanken nog steeds middelpunt van het financiële systeem. Ze zijn niet opgesplitst, maar staan onder verscherpte controle van toezichthouders. Veel vertrouwen wekt dit niet. Bovendien zijn de schulden wereldwijd de afgelopen tien jaar alleen maar groter geworden.

    Afnemend vertrouwen

    Belangrijker misschien is dat er in de VS een andere politieke wind is gaan waaien met de komst van Donald Trump als President. Aan de macht gekomen met de slogan ‘America first’ ontvouwt hij zijn protectionistische agenda. De na de Tweede Wereldoorlog met moed en beleid opgebouwde internationale instituties staan onder druk. De legitimiteit van bijvoorbeeld de NAVO, het IMF en de Wereldbank wordt sinds Trump’s aantreden in twijfel getrokken.

    Exemplarisch voor de verhoudingen was de manier waarop Trump in juni vorig jaar het belang van het G7-overleg af serveerde. Na afloop besloot hij in het vliegtuig op weg naar de Noord Koreaanse Kim Jong-un zijn handtekening onder de slotverklaring te verwijderen. Dit alles doet het vertrouwen in internationale samenwerking in tijden van crisis geen goed.

    China

    De afgelopen vijftien jaar is het Chinese financiële systeem erg afhankelijk geworden van dollartransacties. Gelet op de achteruit krabbelende Chinese economie heerst er bij internationale financiële instellingen onzekerheid of dollartransacties met China nog wel veilig zijn. Er zijn aanwijzingen dat Chinese bedrijven moeite hebben met het doorrollen van hun dollarverplichtingen. Dit kan uiteindelijk uitmonden in een nieuwe Azië-crisis.

    Mocht weer een internationale dollarcrisis volgen, dan is het maar de vraag of Trump zal instemmen met dollar swap-lines door de Fed. Want waarom zou de Amerikaanse centrale bank – en daarmee het Amerikaanse volk – op moeten opdraaien voor een probleem dat buiten hun grens is ontstaan? Het IMF trekt nu aan de bel, omdat gebrek aan gereedschap en coördinatie dan kan omslaan in een economische crisis die in 2008 nog werd voorkomen.

    Deze column van Sander Boon verscheen eerder op Geotrendlines




  • Millennials gaan er financieel nauwelijks op vooruit

    Millennials gaan er financieel nauwelijks op vooruit

    De Amerikaanse economie zit al bijna tien jaar in een opwaartse trend, maar daar lijkt niet iedereen van te profiteren. De afgelopen tien jaar is het inkomen van millennials namelijk veel minder hard gestegen dan het inkomen van mensen in een hogere leeftijdscategorie. Gecorrigeerd voor de inflatie lag het gemiddelde inkomen van de leeftijdscategorie van 25 tot 34 jaar in het jaar 2017 zelfs lager dan in het jaar 2000. Werknemers van 55 jaar en ouder zagen hun inkomen de afgelopen decennia wel significant stijgen.

    Vergeleken met het begin van de jaren tachtig is het inkomen van de jongste generatie werknemers wel wat gestegen, maar die stijging valt in het niet bij die van de 55-plussers en 65-plussers. Dat de inkomenspositie van de millennials amper verbetert heeft ook gevolgen voor hun vermogenspositie. Zoals de tweede grafiek hieronder laat zien zijn de jongere generaties amper hersteld van de klap van de kredietcrisis in 2008.

    Millennials profiteren nauwelijks van economische groei

    Deze cijfers suggereren dat millennials in de Verenigde Staten meer moeite hebben om hun vermogenspositie en hun inkomen te versterken. Hoge studieschulden en onbetaalbare woningen zorgen ervoor dat millennials weinig vermogen kunnen opbouwen. Hun inkomen is niet toereikend om een huis te kopen, waardoor ze op de langere termijn minder vermogen kunnen opbouwen. Met een stijging van de huizenprijzen wordt de kloof tussen jong en oud alleen maar groter. De meeste overwaarde komt namelijk ten goede aan de oudere generatie, die vaker een eigen huis bezitten.

    Veel van deze problematiek is ook van toepassing op de situatie in Nederland. Ook hier hebben jongeren meer moeite om een huis te kopen en moeten ze meer lenen voor hun studie.

    Inkomensgroei binnen verschillende leeftijdsgroepen (Bron: New York Times, Federal Reserve)

    Vermogensgroei binnen verschillende leeftijdsgroepen (Bron: New York Times, Federal Reserve)

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Draghi: “Staatsobligaties zijn risicovol”

    Draghi: “Staatsobligaties zijn risicovol”

    Staatsobligaties zijn niet vrij van risico en daarom zouden toezichthouders een risicoweging moeten toekennen aan dit type schuldpapier. Dat zei ECB-president Mario Draghi tijdens een hoorzitting in het Europees Parlement. Wel moet daarbij rekening worden gehouden met het behoud van de financiële stabiliteit, aldus de centraal bankier.

    Opvallend is dat hij eraan toevoegde dat de ECB dit onderwerp al veel langer op de agenda probeert te zetten, maar dat andere landen er niet over willen praten. Dit bevestigt de visie dat overheden voor de financiering van hun schulden erg afhankelijk zijn van de financiële sector en dat ze om die reden meestal geen voorstander zijn van een zwaardere risicoweging voor staatsobligaties.

    Mario Draghi: “Staatsobligaties zijn risicovol, dat is een feit. Ze waren niet risicovol tot het begin van de crisis, maar nu zijn ze risicovol. Een goede toezichthouder moet dat risico erkennen. Wij hebben dat gezegd en wij hebben geconcludeerd dat dit op een manier gedaan moet worden waarbij we een zekere mate van gelijk speelveld moeten behouden met de banken buiten de Europese Unie, waar de banken geen enkele risicoweging of een hele lage risicoweging toepassen.

    Het is zelfs zo dat ze categorisch weigeren te praten over een risicoweging of het op een andere manier limiteren van de blootstelling van banken aan overheden. De rest van de wereld weigert dit soort gesprekken te voeren. We hebben dat al heel lang geprobeerd in het Basel comité.”

    Dit artikel is afkomstig van Geotrendlines




  • Lex Hoogduin: “Het huidige financiële systeem is eindig”

    Lex Hoogduin: “Het huidige financiële systeem is eindig”

    Sinds het uitbreken van de crisis is er teveel nadruk gelegd op het versterken van de buffers van banken, maar er is onvoldoende gekeken naar meer structurele problemen. Dat zegt voormalig centraal bankier Lex Hoogduin in een gesprek met Willem Middelkoop bij Café Weltschmerz. Volgens hem is het monetaire systeem al veel eerder haar anker kwijtgeraakt.

    Hoogduin verwijst naar de periode van begin jaren zeventig, toen de internationale goudwisselstandaard werd losgelaten. Dat heeft geleid tot een fase die hij de ‘Great Financial Expansion’ noemt. Dat is de periode waarin de geldgroei explosief is toegenomen. Ook zijn banken en financiële markten vanaf dat moment veel sneller gaan groeien dan de reële economie.

    Lex Hoogduin merkt op dat de financiële sector in Nederland begin jaren ’70 ongeveer 1,5 keer zo groot was de reële economie, maar dat die verhouding gedurende deze expansie gegroeid is tot een factor zes. En dat heeft volgens hem een grote invloed gehad op de manier waarop de economie vandaag de dag functioneert. De financiële sector is zo groot geworden dat centrale banken er hun handen vol aan hebben om deze sector in bedwang te houden.

    ‘Centrale banken kunnen balans niet onbeperkt oprekken’

    In een eerder gesprek met Café Weltschmerz zei Hoogduin dat centrale banken hun balans niet eindeloos kunnen oprekken, omdat er dan vroeg of laat sociale onrust zal ontstaan. Die sociale onrust zien we nu al met de gele hesjes in Frankrijk en een aantal andere landen. Als beleidsmakers niet luisteren naar de wensen van de bevolking kan dat de onrust verder aanwakkeren, aldus de oud-centraal bankier. Lex Hoogduin noemt de kosten van het klimaatbeleid en de mogelijkheid van een transferunie binnen Europa als potentiële bedreiging voor de stabiliteit.

    Centrale banken die aan de knoppen draaien zijn zich volgens Hoogduin onvoldoende bewust van hun eigen rol in de crisis. Door de rente extreem te verlagen hebben ze nieuwe bubbels gecreëerd en de voedingsbodem gelegd voor een nieuwe kredietcrisis. De voormalig centraal bankier ziet nog wel ruimte om het monetaire en fiscale beleid verder op te rekken, maar die ruimte is niet onbeperkt. Daarom moet er meer prioriteit liggen bij het handhaven van gemaakte afspraken over bijvoorbeeld het begrotingsbeleid. Europa moet eerst haar eigen problemen oplossen, aldus Hoogduin. Bekijk hier het gesprek bij Café Weltschmerz.

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • ECB kocht bijna alle Italiaanse staatsschulden sinds 2015

    De ECB was de afgelopen jaren de belangrijkste koper van Italiaanse staatsobligaties, zo blijkt uit onderzoek van Deutsche Bank. De centrale bank haalde sinds 2015 met haar opkoopprogramma voor meer dan €350 miljard aan schuldpapier uit de markt. Dat terwijl Italiaanse banken per saldo bijna geen obligaties kochten en particulieren meer dan €100 miljard verkochten.

    De afgelopen dertig jaar kochten vooral buitenlandse beleggers en financiële instellingen als pensioenfondsen en verzekeraars het Italiaanse schuldpapier, maar door het opkoopprogramma van de ECB heeft de centrale bank deze rol inmiddels overgenomen. Een zorgwekkende ontwikkeling, omdat het voor centrale banken van de Eurozone streng verboden is om overheidstekorten te financieren.

    Monetaire financiering door de ECB?

    Door alleen op de secundaire markt obligaties te kopen houdt de centrale bank zich strikt genomen aan haar mandaat, maar in de praktijk helpt ze de Italiaanse regering wel. Met het opkopen van schuldpapier daalt de rente, waardoor Italië haar schulden goedkoper kan financieren. De grote vraag is of particuliere beleggers weer zullen terugkeren op de markt als de ECB de geldkraan dichtdraait. De centrale bank heeft de eerste aanzet gegeven, door de weging van Italiaanse staatsleningen te verlagen.

    Italiaanse banken hebben ongeveer 10% van alle Italiaanse staatsleningen op hun balans staan. Door de centrale bank van Italië opdracht te geven dit schuldpapier op te kopen heeft de ECB in feite ook de bankensector geholpen. Zij konden het schuldpapier inwisselen voor claims op de centrale bank, de meest kredietwaardige tegenpartij.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • Monte dei Paschi nog steeds in de problemen

    Monte dei Paschi nog steeds in de problemen

    Monte dei Paschi werd meer dan een jaar geleden met staatssteun overeind gehouden, maar de problemen van de bank zijn nog niet voorbij. Het aandeel van de Italiaanse bank ging begin deze week opnieuw onderuit, nadat de ECB opnieuw haar zorgen over de bank had uitgesproken. De Toscaanse bank heeft moeite om kapitaal om te halen en winst te maken, zo meldt Bloomberg.

    De oudste bank van Italië moet nieuwe obligaties uitgeven om haar buffers te versterken, maar dat blijkt geen gemakkelijke opgave. Beleggers staan niet te springen om geld uit te lenen aan de bank, die worstelt met veel slechte leningen op de balans. Zo lang dat probleem blijft bestaan is het lastig de winstgevendheid structureel te verbeteren.

    Italiaanse banken onder druk

    Het aandeel van de Italiaanse bank ging maandag met 9,3% onderuit, de grootste daling op een dag sinds mei vorig jaar. Dinsdag zakte het aandeel verder weg tot een nieuw dieptepunt van €1,32, wat betekent dat sinds oktober 2017 meer dan 70% van de marktwaarde verdampt is. Dat was het moment waarop de handel in de deels genationaliseerde bank weer werd hervat. De Italiaanse regering stopte een bedrag van €5,4 miljard aan belastinggeld in de redding van de bank. Daarmee kwam de bank voor 68% in handen van de staat.

    Naast het aandeel staan ook de obligaties van de bank onder druk. In januari 2018 haalde Monte dei Paschi voor €750 miljoen op met een uitgifte van nieuwe leningen, maar die worden nu voor slechts de helft van de oorspronkelijke waarde verhandeld. Daaruit kunnen we concluderen dat beleggers weinig vertrouwen hebben in de kredietwaardigheid van de bank.

    De problemen zitten niet alleen bij Monte dei Paschi, maar ook bij andere Italiaanse banken. Begin dit jaar werden er door de ECB bewindvoerders aangesteld bij Banca Carige uit Genua. Deze vroege interventie was volgens de centrale bank nodig om de continuïteit van Banca Carige te waarborgen. Ook deze bank slaagde er niet in voldoende kapitaal aan te trekken. De Italiaanse bankensector blijft dus een hoofdpijndossier, zowel voor de Italiaanse regering als voor de ECB als toezichthouder op de Europese bankensector.

    Handelsplatform voor slechte leningen

    De Europese Commissie heeft plannen om een Europees handelsplatform voor slechte leningen op te zetten. Dit platform moet banken helpen om een deel van hun slechte leningen op de markt te brengen. Door banken en investeerders bij elkaar te brengen worden de leningen makkelijker te verhandelen. Ook moet dit platform bijdragen aan een hogere marktwaarde voor de slechte leningen.

    Europese banken hebben honderden miljarden aan zogeheten ‘non-performing loans’ op hun balans staan. Dat zijn leningen met een betalingsachterstand van tenminste 90 dagen. Een groot gedeelte daarvan is in handen van de Italiaanse bankensector, waardoor dit land speciale aandacht krijgt van de toezichthouders. In 2017 investeerde de Italiaanse regering €17 miljard om twee probleembanken overeind te houden.

    Koersverloop aandeel Monte dei Paschi (Bron: Google Finance)

    Dit artikel verscheen eerder op Goudstandaard




  • China worstelt met dollarprobleem

    China kampt met een steeds groter dollarprobleem. Het land heeft voor tenminste $1,9 biljoen aan schulden in dollars, waarvan ruim 60% binnen een jaar doorgerold moet worden. Ook groeien de dollarschulden van Chinese bedrijven en consumenten snel met een toename van 14% in 2018 en 35% sinds begin 2017.

    Chinezen hebben de laatste jaren veel geleend in Amerikaanse dollars, omdat de rente op deze leningen veel lager was dan die van leningen in yuan. Door het stimulerende beleid van de Federal Reserve was er de afgelopen jaren volop liquiditeit beschikbaar, waar ook China dankbaar gebruik van maakte.

    Sterke toename van dollarschulden

    Daar komt bij dat de Chinese overheid de opbouw van dollarschulden heeft aangemoedigd met haar ambitieuze ‘Belt and Road’ programma. China heeft miljarden dollars geleend voor verschillende infrastructuurprojecten in Azië en Afrika. Het gaat om spoorlijnen, wegen, havens en andere projecten die de oude Zijderoute nieuw leven in moeten blazen.

    Het verschil in rente tussen leningen in dollars en yuan schommelde de laatste jaren tussen de 3 en 5 procentpunt. Maar nu de Amerikaanse centrale bank de geldkraan langzaam dichtdraait wordt dit verschil steeds kleiner. Daar komt bij dat de dollar het afgelopen jaar sterk in waarde is gestegen ten opzichte van de Chinese munt.

    China heeft de laatste jaren veel dollarschulden opgebouwd (Bron: Bloomberg)

    Maar China heeft toch $3 biljoen aan dollarreserves?

    Het is waar dat China nog steeds over een enorme dollarreserve beschikt. Volgens de cijfers van de centrale bank schommelt deze reserve rond de $3 biljoen. Dat lijkt een aanzienlijke reserve, ware het niet dat de onderliggende economie voor $1,9 biljoen geleend heeft in dollars. En dat is op basis van de officiële cijfers, want in een rapport van Daiwa Capital Markets uit augustus worden de totale dollarverplichtingen op $3 tot $3,5 biljoen geschat. Dat is in dezelfde orde van grootte als de totale dollarreserves van de centrale bank.

    China heeft voor ongeveer $3 biljoen aan dollarreserves (Bron: Bloomberg)

    Ook China heeft een schuldenprobleem

    Dit jaar en volgend jaar moeten Chinese bedrijven en consumenten voor een recordbedrag aan dollarleningen herfinancieren. Dat betekent dat ze opnieuw dollars moeten aantrekken op de internationale geldmarkt of dat ze de dollarreserves van de centrale bank moet aanspreken. Het aantrekken van dollars kan in een omgeving van meer economische onzekerheid en een stijgende rente kan dat wel eens een grote uitdaging worden. Door het rentebeleid van de Federal Reserve zullen Chinese bedrijven waarschijnlijk een stuk duurder uit zijn als ze hun leningen moeten herfinancieren.

    Het beeld dat China over enorme dollarreserves beschikt en dus in een sterke positie staat ten opzichte van de Verenigde Staten moet enigszins genuanceerd worden. Dat was ook de strekking van dit artikel over het Chinese dollarprobleem van begin vorig jaar. De Chinese economie heeft de laatste jaren heel veel schulden opgebouwd, waarvan een aanzienlijk deel in vreemde valuta. Als de Chinese overheid dit probleem niet adresseert, dan kan dat in de toekomst voor vervelende verrassingen zorgen.

    Dit artikel verscheen eerder op Geotrendlines




  • Waarom voelt de wereldeconomie zo kwetsbaar aan?

    Wereldwijd gaan de aandelenkoersen weer omhoog en veel beleggers halen waarschijnlijk opgelucht adem. De gevreesde correctie lijkt alweer ten einde. De opluchting is begrijpelijk, maar dat wil niet zeggen dat er geen reden meer is om zich meer dan zo nu en dan serieus zorgen te maken. Zoals de zaken zich nu laten aanzien lijkt de wereldeconomie op weg naar een milde cyclische vertraging. Dat neemt echter niet weg, dat de wereld kampt met structurele problemen die zowel een lange termijn karakter hebben als een cyclische.

    Volgens de sterrenwichelaars van de OECD bereikte de wereldwijde expansie in november van 2018 zijn piek. In 2018 zal het globale bbp volgens deze zieners met 3,7% groeien om in 2019 en 2020 te vertragen naar 3,5%. Als de OECD gelijk krijgt, dan gaat de wereld een extreem zachte landing tegemoet en dat mag geen problemen opleveren. Het zou een neergang volgens het boekje betekenen. De economische cyclus in de geavanceerde economieën is al op leeftijd en van ‘excess capacity’ is geen sprake meer. Centrale banken hebben hier hun beleid verkrappend op aangepast. Er hoeft echter niet al te hard op de rem getrapt te worden, want de inflatie is laag en dan kan de rente ook laag blijven. Ondanks de recente correctie op de aandelenbeurzen zijn waarderingen nog steeds fors te noemen. Er is met andere woorden weinig dat wijst op de komst van een wereldwijde harde recessie.

    Harde of zachte landing?

    Zoals zo vaak, schuilt er echter een addertje onder het gras. Vooraanstaande stemmen benadrukken dat er voor de korte termijn weinig grote problemen te bespeuren zijn, maar voor de lange termijn des te meer. Ze wijzen daarbij op sterk uiteenlopende trends in productiviteit en op de lange termijn schuldencyclus. Productiviteit moet dan gezien worden in het licht van verschuivingen in de economische machtsverhoudingen, de groeiende ongelijkheid, het ineenstorten van de werkgelegenheid in de industrie, de opkomst van de digitale economie en de spaaroverschotten in de afgelopen decennia. De lange termijn schuldencyclus, die versnelde vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw, is de uitkomst van pogingen om de sociale en economische gevolgen van die veranderingen in de hand te houden.

    Anno 2019 beginnen we de gevolgen van die structurele verschuivingen meer en meer aan den lijve te ondervinden in de vorm van groeiend nationalisme en populisme. Ook de Brexit, president Trump, de handelsoorlog tussen de VS en China vinden hier hun oorsprong. De lange termijn kredietcyclus bereikte zijn voorlopig hoogtepunt in de vernietigende financiële crisis van 2007-2008. China, dat een reddend anker uitwierp in die moeilijke jaren, heeft zodoende zijn lange termijn schuldencyclus zien versnellen en lijkt nu de grenzen van schuldgroei bereikt te hebben.

    Daarmee zijn we er nog niet. De omvangrijke verschuivingen op wereldschaal bergen nog meer gevaren in zich. Het is nog maar de vraag of het nu nog mogelijk is om een wereldwijde recessie gecoördineerd te lijf te gaan? Een ander reëel gevaar is, dat het geleidelijk verpulveren van de huidige politieke orde in de wereld op zich al voor een economische disruptie gaat zorgen. Een instorten van de wereldhandel kan een zo’n disruptie tot gevolg hebben.

    Wereldwijde schulden zijn verder toegenomen na crisis van 2008 (Bron: Financial Times)

    Kwetsbaarheid blijft

    Uiteindelijk hoeven we ons weinig zorgen te maken over een mogelijke korte termijn vertraging. Die is waarschijnlijk bescheiden van omvang en dat laat zich wel managen. Het draait uiteindelijk allemaal om de context waarbinnen die korte termijn cyclische vertraging plaatsvindt. Dat is er een van grote politieke en beleidsmatige onzekerheden, gekoppeld aan een uitputting van verantwoorde mogelijkheden om de kredietverlening te versterken. Wanneer die mogelijkheden niet meer voor handen zijn, dan kan zelfs een bescheiden vertraging onverhoopte gevolgen hebben.

    De wereld is kwetsbaar geworden en er zijn nog geen mechanismes ontwikkeld om deze kwetsbaarheid te bestrijden. Gelet op het huidig politieke klimaat in de wereld ziet het er ook niet naar uit dat die mechanismes er op afzienbare tijd zullen komen. Wie zich zorgen wil maken, moet zich daar zorgen over maken. Het betekent ook, dat de centrale banken geen wapens meer hebben om een recessie te bestrijden. Het standaard antwoord op een recessie is immers om de rente te verlagen. Voor bijvoorbeeld de Fed zou dat beteken dat de korte rente verlaagd moet worden naar pakweg -2,5%. De ECB en de Bank van Japan zouden nog verder moeten gaan. Alleen de People’s Bank of China heeft meer ruimte om te manoeuvreren. Het is alleen de vraag of het verstandig is om de uit de hand gelopen kredietverlening van de laatste decennia opnieuw nieuw leven in te blazen.

    Cor Wijtvliet

    corwijtvliet-logo

    Deze bijdrage is afkomstig van www.corwijtvliet.nl

    Tot slot:

    • Hebt u opmerkingen en/of vragen? Mail ze gerust aan: [email protected]
    • Of via mijn twitteraccount: @wijtvliet
    • Voor meer door mij geschreven artikelen bezoekt u mijn website: www.corwijtvliet.nl
    • Of bezoek www.Beurshalte.nl      
    • Ontvangt u het Cor Wijtvliet Journaal niet rechtstreeks? Abonneert u zich dan hier!

    Vindt u deze columns van Cor Wijtvliet interessant, dan kunt voor €25 per jaar donateur worden van het CorWijtvlietJournaal. Ook kunt u een geheel vrijwillige bijdrage overmaken naar NL14RABO0156073676, ten name van Wijtvliet Research.

    Donateurs krijgen niet alleen zonder vertraging het CorWijtvlietJournaal in hun mailbox, maar kunnen ook rekenen op een wekelijkse extra nieuwsbrief met vijf beleggingstips van Cor Wijtvliet. Neem voor meer informatie contact op met Cor Wijtvliet via het hierboven genoemde mailadres.




  • Amerikaanse minister van Financiën maakt beleggers ongerust

    De Amerikaanse minister van Financiën Steven Mnuchin heeft voor onrust gezorgd met een tweet die hij afgelopen zondag verstuurde. In het bericht schrijft hij dat hij de topbestuurders van de zes grootste Amerikaanse banken heeft gebeld om te informeren naar hun liquiditeitspositie. Uiteraard reageerden alle banken bevestigend op de vragen van Mnuchin, maar daarmee is het laatste woord niet gezegd. Het feit dat de minister van Financiën deze informatie uitgerekend op dit moment naar buiten brengt voedt juist de speculatie dat er wél iets aan de hand is bij de banken.

    Steven Mnuchin kreeg van Bank of America, Goldman Sachs, Citi, JP Morgan, Morgan Stanley en Wells Fargo te horen dat hun liquiditeitspositie in orde is en dat ze geen problemen voorzien in de kredietverlening aan consumenten en bedrijven. Dat zou de markten moeten kalmeren, maar hij lijkt het tegenovergestelde te bereiken. Dat komt vooral door de timing van de boodschap. Aandelen van banken staan de laatste weken behoorlijk onder druk, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. Ook is er een shutdown bij de Amerikaanse overheid, omdat er geen akkoord werd bereikt over de begroting. Deze situatie duurt nog tenminste tot 27 december.

    Plunge Protection Team

    De minister van Financiën zal vandaag ook een telefonische conferentie houden met de werkgroep voor de financiële markten. Deze groep kwam in 2009 ook al bijeen om crisismaatregelen te nemen. Deze werkgroep wordt ook wel het ‘Plunge Protection Team’ genoemd, omdat ze waar nodig de financiële markten kan ondersteunen. De Dow Jones en de S&P 500 indices staan deze maand al meer dan 12% in het rood. Zet deze negatieve trend de komende dagen door, dan zal dit de slechtste decembermaand worden voor de beurs sinds 1931.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!




  • ECB zal minder Italiaanse staatsobligaties kopen

    De ECB zal vanaf volgend jaar naar verhouding minder Italiaanse en Spaanse en meer Nederlandse en Duitse staatsobligaties kopen. De centrale bank publiceerde onlangs een nieuwe verdeelsleutel, waarin de populatie en de economische groei van de verschillende Eurolanden wordt meegenomen. Deze verdeelsleutel is relevant voor het opkoopprogramma van de centrale bank, omdat het bepaalt hoeveel staatsobligaties de centrale bank van ieder land mag opkopen.

    Eind dit jaar stopt de ECB met nieuwe aankopen van staatsobligaties onder haar zogeheten Public Sector Purchase Programme (PSPP), maar dat betekent niet dat er helemaal geen staatsobligaties meer worden gekocht. Alle opbrengsten van afgeloste leningen worden namelijk opnieuw geïnvesteerd in staatsobligaties, waarbij de verdeelsleutel bepaalt van welke landen er obligaties worden opgekocht.

    Nieuwe verdeelsleutel

    De nieuwe verdeelsleutel die de centrale bank vanaf volgend jaar zal hanteren geeft een zwaardere weging aan staatsobligaties van onder meer Duitsland, Frankrijk en Nederland, terwijl de weging van staatsleningen van onder meer Portugal, Griekenland, Italië en Spanje is verlaagd. Het komt er dus op neer dat de centrale banken binnen het Eurosysteem de komende jaren naar verhouding minder schuldpapier van de laatstgenoemde landen en meer van de eerstgenoemde landen zullen aanhouden.

    Volg Marketupdate nu ook via Telegram

    Waardeert u de artikelen en analyses op onze site, steun ons dan met een eenmalige of periodieke donatie. Met uw donatie kunnen we mooie artikelen blijven schrijven en worden we minder afhankelijk van inkomsten uit advertenties. Klik hier om te doneren!