Categorie: Economie

Economisch Nieuws

  • De eeuw van verandering

    De 21ste eeuw is nog maar net van start. Nu al is duidelijk, dat er voorlopig van een rustig tij geen sprake zal zijn. Er hebben zich in de beginjaren een aantal veranderingen van waarschijnlijk epische omvang aangediend. Economisch krijgen we waarschijnlijk te kampen met nieuwe groeipatronen. De sociale verhoudingen tussen mensen onderling staan onder druk. Het geopolitieke landschap is in razendsnel tempo aan het veranderen en hetzelfde kan gezegd worden van het ecosysteem van onze wereld. Wat kunnen we van dit alles in 2014 gaan merken?

    risico-deze-tijd
    Figuur 1 Problemen van onze tijd

    Om bij het eerste te beginnen. De economie lijkt in een tijdperk beland van afnemende verwachtingen en toenemende onzekerheid. De vier grootste economieën in de wereld ondergaan zwaarwegende veranderingen. In de Verenigde Staten is het politieke landschap totaal versplinterd en dat maakt een economisch herstel ronduit dubieus. China is op zijn beurt begonnen aan de ombouw van een economie van investeren en exporteren naar een economie gebaseerd op diensten en een sterke consumptieve vraag. Europa heeft alle moeite om overeind te blijven en ziet zich gesteld voor de majeure uitdaging om een reeks institutionele weeffouten uit het verleden te herstellen en tegelijkertijd de euro overeind te houden. Japan tenslotte maakt na een coma van twee decennia eindelijk aanstalten de deflatie echt te willen bestrijden, desnoods met zeer onconventionele middelen.

    De uitkomst op al deze uitdagingen vraagt om beslissingen op basis van talloze ‘unknowns’. De daarbij behorende onzekerheid wordt nog verergerd door het gegeven, dat door de onderlinge verwevenheid verkeerd beleid wereldwijde consequenties zal hebben. We hebben daar al een voorproefje van mogen smaken, toen de Amerikaanse centrale bank, de fed, aankondigde haar monetair stimuleringsbeleid te gaan afbouwen. Wereldwijd dook de waarde van valuta’s omlaag en opkomende landen zagen reusachtige kapitaalstromen wegvloeien naar de VS.

    keep-calm-taper-on Hoe zal de wereld reageren als in 2014 de afbouw echt vorm gaat krijgen en de wereldwijde financiële markten zien hun liquiditeit opdrogen? Tot nu toe tracht iedereen de mogelijke gevolgen te bagatelliseren, maar onderliggend  bestaat de angst dat oude structurele problemen weer de kop gaan opsteken. Veel ontwikkelde landen hebben te weinig hervormd in de afgelopen jaren om hun economie daadwerkelijk concurrerend te maken. Hun schuldenlast daarentegen is sinds het begin van de crisis scherp toegenomen. Tegelijkertijd lijken de opkomende markten hun economische dynamiek verloren te hebben. In 2014 zullen ze minder aan de wereldwijde economie bijdragen dan de ontwikkelde landen. Voor de Opkomende Landen geldt min of meer dezelfde waarheid als voor veel Westerse landen. Ze hebben het in de afgelopen jaren niet aangedurfd verder te hervormen. De reorganisatie van de arbeidsmarkt en van het juridisch systeem ligt politiek zeer gevoelig. Veel belangengroepen verdedigen met veel succes het eigenbelang! Het is met andere woorden nog maar de vraag of de economie in 2014 een zo mooie groei zal laten zien als menigeen nu verwacht. Dat maakt het extra moeilijk de groeiende economische ongelijkheid in de wereld effectief aan te pakken. Het aandeel van de factor Arbeid van de nationale koek wordt al decennia lang alsmaar kleiner. De oorzaak van deze onzalige trend is te vinden in het proces van globalisering en in de versnelling van de technische vooruitgang. Beleidsmakers zijn er zich gelukkig van bewust, dat ongelijkheid uiteindelijk tot zelfvernietiging van het huidige systeem zal leiden. Daar staat echter tegenover dat kapitaal zeer mobiel is in een interdependent wereld, wat overheden ertoe verleidt voortdurend belastingvoordelen aan te bieden. corporate-profits Zelfs in economische sterke landen als de VS en het Verenigd Koninkrijk stagneert de inkomensontwikkeling. In de VS is het gemiddelde inkomen sinds het begin van de crisis met 5% teruggelopen. Ondertussen zijn er de eerste tekenen aan de wand die vertellen wat er allemaal kan gaan gebeuren. In landen als Brazilië, Turkije en Zuid Afrika is de sociale onrust in 2013 al tot het kookpunt gestegen. Dat wijst op een absolute noodzaak meer hoogwaardige economische groei te bereiken. De vraag is echter hoe dat op redelijk korte termijn kan. Een versnelling van de technologische innovatie is een mogelijkheid, maar de uitkomsten van innovatie zijn vaak ongewis en laten doorgaans (te) lang op zich wachten. Op dit moment bestaat bij de meeste beleidsmakers min of meer onwil om het probleem van de ongelijkheid aan te pakken. Fiscale problemen hebben de volledige aandacht en daarin past geen verhoging van de uitgaven voor productieve investeringen. Toch zal het er op niet al te lange termijn van moeten komen. Gebeurt dat niet, dan kan de uitspraak van de Nigeriaanse econoom Sam Aluko uit 1999 wel eens meer werkelijkheid worden dan wenselijk: de armen kunnen niet slapen, omdat ze honger hebben. De rijken kunnen niet slapen, omdat de armen van de honger niet kunnen slapen.  

     gesloten-gemeenschap-nederland

    Figuur 2 Gated communities voor de rijken in Nederland

    Cor Wijtvliet Bron: Klaus Schwab, The global economy in 2014. Project-syndicate, January 6 2013 Vragen of opmerkingen kunt u richten aan [email protected]

  • Venezuela devalueert bolivar met 44%

    Venezuela heeft gisteren haar munt opnieuw gedevalueerd ten opzichte van de dollar, zo schrijft de Wall Street Journal. Was de officiële wisselkoers voorheen nog 6,3 bolivar per dollar, vanaf volgende week wordt dat 11,3 bolivar. De devaluatie raakt overigens maar een kleine groep mensen, omdat de overheid de wisselkoers maar voor een beperkt aantal producten beschikbaar stelt. Voedsel en medicijnen worden nog steeds geïmporteerd tegen een wisselkoers van 6,3 bolivar per dollar, maar voor toeristen, de oliesector en de goud-transacties van de centrale bank wordt de wisselkoers vanaf volgende week verhoogd naar 11,3 bolivar. Een jaar geleden vond er ook al een devaluatie plaats van de bolivar, destijds van 4,3 naar 6,3 bolivar per dollar.

    Officiële wisselkoers

    Officieel hanteert Venezuela nog wel een vaste wisselkoers ten opzichte van de dollar, maar die wisselkoers valt eigenlijk niet meer te verdedigen. Omdat de regering maar een beperkt aantal dollars beschikbaar stelt via haar wisselkantoor zijn veel mensen aangewezen op de zwarte markt. Daar is een dollar inmiddels 60 bolivar waard, ruim vijf keer zo veel als de officiële wisselkoers. De overheid subsidieert via de wisselkoers de meest noodzakelijke producten, waardoor deze betaalbaar blijven voor de bevolking. Zou de overheid geen kunstmatig lage wisselkoers hanteren, dan zou er al snel onrust ontstaan over te hoge voedselprijzen en onbetaalbare medicijnen. Eerder dit jaar lanceerde Venezuela het Sicad systeem, waar sommige importeurs en toeristen dollars kunnen opvragen tegen een wisselkoers die gunstiger is dan de wisselkoers op de zwarte markt. De wisselkoers binnen dit systeem ligt al enige tijd op ongeveer 12 bolivar per dollar. Rafael Ramirez (Minister van Olie) liet weten dat er in 2014 in totaal $5 miljard beschikbaar wordt gesteld via het Sicad systeem. Daar heeft de gewone man weinig aan, want die is voor het verkrijgen van dollars nog altijd aangewezen op de zwarte markt.

    Inflatie in Venezuela

    Sinds het aantreden van president Maduro is het snel bergafwaarts gegaan in Venezuela. De waarde van de valuta staat onder druk en de inflatie loopt razendsnel op. Volgens de laatste berichten is de officiële inflatie meer dan 50%, maar volgens velen is dat percentage in werkelijkheid nog veel hoger. De verandering van de officiële wisselkoers van de bolivar is een stap in de goede richting, maar er is veel meer nodig om het huishoudboekje van het Zuid-Amerikaanse land op orde te krijgen. Een grootschalige devaluatie van de bolivar is noodzakelijk om het land weer uit het slop te trekken. Tot die tijd zullen er nog talloze berichten over oplopende inflatie, lege winkelschappen, prijscontroles en staatspropaganda voorbij komen. Begin dit jaar werden er nog drie nullen weggestreept van de aandelenmarkt. Ook werd eerder deze maand bekend dat de centrale bank naar verhouding steeds meer bankbiljetten met grote coupures drukt. De regering schuwt er zelfs de inzet van het leger niet om de bevolking in het gareel te houden. Deze ontwikkelingen zijn kenmerkend voor hyperinflatie.

    Venezuela devalueert de bolivar met 44%

    Venezuela devalueert de bolivar met 44%

    Op de zwarte markt is bolivar al veel minder waard

    Op de zwarte markt is bolivar al veel minder waard

  • Aantal slechte leningen in Italië blijft toenemen

    De rente op Italiaanse staatsobligaties daalt al enige tijd, maar daarmee is niet gezegd dat de economie van het land aan de beterende hand is. Zo steeg de werkloosheid in Italië de afgelopen drie jaar van 8% naar 12,7% en is de staatsschuld nog verder opgelopen ten opzichte van het bbp. Zero Hedge komt met nog meer slecht nieuws, want de volgende grafiek laat zien dat het percentage slechte leningen sinds 2008 vrijwel onafgebroken stijgt.

    Meer slechte leningen

    De Italiaanse regering kan momenteel voor tien jaar geld lenen tegen 3,83%, een rentetarief dat we sinds het uitbreken van de Europese schuldencrisis niet meer hebben gezien. Is het niet vreemd dat de kapitaalmarkten op dit moment zoveel vertrouwen hebben in het schuldpapier van de regering, terwijl de bevolking van Italië zich in allerlei bochten moet wringen om de private schuldenlast te dragen?

    In november stond er €149,6 miljard aan slechte leningen op de bankbalansen, omgerekend 7,8% van het totaal aan private schulden. Dat is een forse toename ten opzichte van de 6,1% een jaar eerder. Jaar op jaar steeg het percentage slechte leningen bij Italiaanse huishoudens met 23%, de snelste stijging in twee jaar tijd. Hieruit kunnen we concluderen dat het nog steeds niet zo goed gaat met de Italiaanse consument. Ook daar is het nog volop crisis, ondanks het feit dat de regering weer goedkoop geld kan ophalen uit de markt.

    Aantal slechte leningen blijft toenemen in Italië

    Aantal slechte leningen blijft toenemen in Italië 

  • Welke belegging gaf het beste rendement?

    Business Insider plaatste deze week een overzicht van het rendement van verschillende categorieën beleggingen over de afgelopen dertien jaar. Helemaal rechts op onderstaande tabel ziet hoeveel rendement iedere belegging wist te behalen over de totale periode van 2001 tot en met 2013. Zoals u ziet waren aandelen in opkomende markten, goud en vastgoed (REIT’s) vanaf 2001 tot en met 2013 de beste beleggingen. De minst presterende beleggingen over deze periode waren grondstoffen, de markt-neutrale hedgefondsen en de S&P 500 index.

    In de aanloop naar de crisis waren grondstoffen bijzonder in trek als belegging, omdat de inflatie in die tijd relatief hoog was. Maar door het uitbreken van de financiële crisis in 2008 liep er veel lucht uit deze markt. Ook aandelen en vastgoed verloren in 2008 veel waarde, maar wisten vanaf de bodem weer de weg naar boven te vinden. Toch bleven deze twee categorieën qua koersrendement achter op goud, dat tussen 2001 en 2013 ieder jaar met gemiddeld 11,7% in prijs steeg.

    Goud

    Goud hield als veilige haven opvallend goed stand in de crisis van 2008, maar in het afgelopen jaar zakte de belangstelling voor het gele metaal opeens weg bij het beleggend publiek. ETF's verloren meer dan 30% van hun positie in goud, omdat beleggers de aandelen in de verkoop deden. Tegelijkertijd steeg de vraag naar fysiek goud in de vorm van munten en baren. In de eerste drie kwartalen van 2013 werd er wereldwijd 1.252 ton fysiek goud in deze vorm aangekocht, een stijging van 36% ten opzichte van dezelfde periode van 2012. Toen werd er in de eerste drie kwartalen 919 ton fysiek goud in de vorm van munten en baren verkocht.

    Belegging spreiden loont

    Volgens Business Insider gaat het aloude adagium nog steeds op: "Stop niet al je eieren in één mandje". Diversificatie richting verschillende beleggingscategorieën blijkt over de langere termijn een dempend effect te hebben op de ontwikkeling van uw vermogen. Zowel op de weg naar boven als op de weg naar beneden.

    Welke belegging leverde het meeste op?

    Welke belegging leverde het meeste op? (Bron: Oppenheimer, via Business Insider)

  • Armoede in de Verenigde Staten in kaart gebracht

    De volgende kaart van de New York Times laat per regio het percentage huishoudens zien dat onder de armoedegrens leeft. Om u een idee te geven hoe hoog de armoedegrens ligt: In 2012 lag de grens voor een huishouden met twee volwassenen en twee kinderen op $23.283. Voor een alleenstaande onder de 65 jaar lag het minimuminkomen op $11.945 per jaar. U ziet dat er per gebied grote verschillen zijn in het percentage huishoudens dat beneden de armoedegrens leeft. In de meest extreme gevallen leeft de helft of meer beneden de armoedegrens. In de meest welvarende gebieden leeft vijf tot tien procent van de huishoudens onder de armoedegrens.





    De grootste concentratie vinden we in steden als Los Angeles, Chicago, New York, Houston en Miami. Klik op onderstaande afbeelding om de interactieve kaart te bekijken op de website van de New York Times.

    Armoede in de Verenigde Staten

    Armoede in de Verenigde Staten (Bron: NY Times)

  • Kadaster: 2013 slechtste jaar voor huizenmarkt

    Uit de cijfers van het Kadaster blijkt dat 2013 opnieuw een slecht jaar was voor de huizenmarkt. Werden er in 2012 nog 117.261 woningen verkocht, het afgelopen jaar was dat met 110.094 woningen nog 6,1% lager. En dat terwijl 2012 volgens de cijfers van het Kadaster al het slechtste jaar was sinds 1995, toen de cijfers voor het eerst op deze manier werden bijgehouden. Vergeleken met 2007 werden er het afgelopen jaar 45% minder woningen verkocht, een daling die de afgelopen jaren alleen maar in kracht is toegenomen.

    De decembermaand leverde vorig jaar 15.463 verkochte woningen op, een daling van 10,9% ten opzichte van dezelfde maand van vorig jaar. Toen werden er in december nog 17.364 woningen verkocht. Het Woningmarktcijfers weblog schrijft dat we beter niet de cijfers met de voorgaande maand kunnen vergelijken, omdat de verkopen in december traditioneel veel hoger liggen dan in november. Maken we toch de vergelijking, dan zien we van november naar december 2013 een stijging van 46,2%. Geen reden tot euforie, want sinds 1995 was december stelselmatig veel beter dan november. Kennelijk spelen veranderingen in de regelgeving mee in het besluit om voor de jaarwisseling een huis te kopen.

    Wel of geen herstel op de huizenmarkt?

    De cijfers van het Kadaster laten een daling in het aantal transacties zien tussen 2012 en 2013, terwijl de NVM juist een stijging registreerde. Hoe is dat mogelijk? Volgens weblog Woningmarktcijfers hanteert de NVM voorlopige cijfers, gebaseerd op het moment waarop de koopakte ondertekend is. Dit cijfer loopt mogelijk iets voor, maar een andere verklaring voor het verschil zit hem in het gegeven dat de NVM haar eigen cijfers omrekent naar de totale huizenmarkt. Daardoor kunnen inschattingsfouten ontstaan die het Kadaster niet kan maken. Laatstgenoemde heeft namelijk de registraties van alle woningen. Aan de hand van de cijfers die Woningmarktcijfers verzameld heeft kunnen we tot de conclusie komen dat 2013 niet het hersteljaar is geworden waar men op hoopte. Het aantal transacties blijft jaar-op-jaar nog steeds dalen. Wat dat voor de prijsontwikkeling op de huizenmarkt zal betekenen, dat valt nog moeilijk te zeggen. Wel blijkt maar weer dat we de lichtpuntjes in de media met een korreltje zout moeten nemen.

    Huizenmarkt blijft zwak: In 2013 werden er minder woningen verkocht dan in 2012

    In 2013 werden er minder woningen verkocht dan in 2012 (Bron: Woningmarktcijfers)

  • Nieuwe inflatie berekening in de VS

    Met ingang van dit jaar gaat de Amerikaanse overheid de inflatie op een andere manier berekenen. In de nieuwe rekenmethode krijgen de prijzen van goederen een minder zware weging en wordt er meer gewicht toegekend aan dienstverlening. In een economie die gedomineerd wordt door dienstverlenende activiteiten moet er blijkbaar op een andere manier naar inflatie gekeken worden. Voortaan worden ook de prijzen van gezondheidszorg, financieel advies, kinderopvang, transport en bezorgdiensten meegenomen in de nieuwe ‘Producer Price Index’ (PPI).

    De nieuwe PPI zal ook rekening houden met export, de uitgaven van de overheid en met de kosten van woningbouw, zo schrijft Marketwatch. Onder de oude rekenmethode keken investeerders en economen vaak naar de kerninflatie, het cijfer waarin de prijsontwikkeling van voedsel en brandstof buiten beschouwing wordt gelaten. Dit cijfer is minder volatiel en zou om die reden beter in staat zijn de trend weer te geven. Critici stellen dat de kerninflatie juist de belangrijkste component weglaat, omdat voedsel en brandstof de meest essentiële uitgaven zijn van ieder huishouden.

    In het nieuwe inflatiecijfer veranderen ook de begrippen inflatie en kerninflatie. Zo wordt het inflatiecijfer vervangen door twee varianten van de 'producer price index for final demand', waarvan één voor goederen en één toegespitst op diensten. De kerninflatie zal voortaan door het leven gaan als de 'final demand less food, energy and trade'. In dit document worden alle details van de nieuwe inflatiecijfers uit de doeken gedaan.

    PPI versus CPI

    Het PPI cijfer heeft betrekking op de producentenprijzen en moet dus niet verward worden met de Consumer Price Index, ook wel de CPI genoemd. Waar de CPI de prijsverandering meet vanuit het oogpunt van de consument neemt het PPI cijfer de producent als referentiepunt. Deze cijfers kunnen met elkaar in de pas lopen, maar het BLS merkt op dat er ook periodes zijn waarin de PPI en de CPI uit elkaar lopen. Zo worden de kosten voor huur, dienstverlening en belastingen wel meegenomen in de CPI, maar niet in de PPI.

    Nieuwe PPI berekening is opgesplitst in goederen en diensten

    Nieuwe PPI berekening is opgesplitst in goederen en diensten (Afbeelding via Marketwatch)

  • Afkickverschijnselen

    Het afgelopen jaar, 2013, was ongetwijfeld het jaar van de centrale bankiers. Hun meest in het oog springende optreden viel in de zomer. Vooral Ben Bernanke, de eerste man van de Fed, stal wereldwijd de show met zijn aankondiging om het Amerikaanse monetaire stimuleringsprogramma geleidelijk te gaan afbouwen.
    In zijn kielzog maakte de gouverneur van de People’s Bank of China (PBOC), Zhou Xiaochuan, bekend de kredietverlening in zijn land te gaan inperken. De markten vertoonden echter zoveel koudwatervrees, dat beide centrale bankiers hun voorstellen schielijk introkken. Het was duidelijk een schrikbeeld voor de financiële markten dat de bronnen voor nagenoeg onbeperkte liquiditeiten zouden gaan opdrogen.

    stimuleren-kan-niet-stoppen

    Figuur 1 Stimuleren werkt verslavend

    Het idee te moeten gaan afkicken stond geen enkele partij aan. Er zijn trouwens goede argumenten aan te voeren om niet te gaan afbouwen of taperen. Zo heeft de Amerikaanse hoogleraar economie, Larry Summers, nog in november van vorig jaar zijn vrees uitgesproken dat de wereld een lange periode van economische stagnatie tegemoet gaat. Er zijn ook veel economen, die bang zijn, dat Europa een periode van langdurige deflatie gaat doormaken met alle Japanse gevolgen van dien. Daar staan weer seinen tegenover die duidelijk op groen staan. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht dat de wereldhandel in 2014 met bijna 3,6% zal groeien en in de jaren daarna met minimaal 4%. Als dat gebeurt, dan zou de groei hoger komen liggen dan in de afgelopen 30 jaar het geval was. Dat is echter allemaal min of meer toekomstmuziek. Centrale bankiers zien zich voor 2014 in ieder geval voor de vraag gesteld hoe de economische mismatch tussen een onderpresterende Westerse wereld en het herstel van groei in de rest van de wereld op te lossen. Daarbij lijkt een goede onderlinge afstemming van beleid van groot belang. Beleidsbeslissingen in bijvoorbeeld de VS hebben effect in de rest van de wereld. Een Alleingang kan zeer negatieve gevolgen hebben. De belangrijkste vraag, die antwoord nodig heeft, is wat de voornemens van mevrouw Yellen zijn. Zij is de nieuwe sterke vrouw van de Fed. Het is zeer aannemelijk, dat ze bij het taperen niet te hard van stapel zal lopen. Het gevaar is echter reëel, dat ze met het oog op de situatie op de arbeidsmarkt de rente te lang laag zal houden. De economie van de VS laat een duidelijk herstel zien met dank aan bijvoorbeeld de overvloed aan schalieolie. Het kan best zijn, dat de financiële markten dankzij meer goed nieuws het lage rentebeleid van de Fed gaan negeren. Het zou zomaar kunnen, dat ze alleen maar gaan letten op het proces van taperen en de lange rente geleidelijk omhoog duwen. Als dat gebeurt, is een scherpe correctie op de aandelenmarkten niet uitgesloten. Daar zijn in de geschiedenis meerdere voorbeelden van te vinden, Een tweede vraag is natuurlijk hoe andere centrale banken gaan reageren op de wijziging in het monetaire beleid van de VS en de Fed? De ECB weet dondersgoed, dat de perifere landen nog lang niet gereed zijn voor een renetverhoging. Vooral de werkloosheid is nog veel te groot. En dan te bedenken dat er Europese verkiezingen in aantocht zijn. Veel populistische partijen lijken instaat goede verkiezingsuitslagen te gaan boeken op basis van een anti-Europa agenda. De geldpers zal daarom eerder harder gaan draaien, dan langzamer. Hetzelfde beeld zien we oprijzen in Japan. Wil Abenomics kans van slagen hebben, dan lijkt een verdere stimulering voor de hand te liggen, wat er ook in de VS gaat gebeuren.

    japanse-bankbiljetten

    Figuur 2 Japan gaat nog extra stimuleren

    Maar noch Europa, noch Japan speelt een doorslaggevende rol als het om doorslaggevende beleidsuitkomsten gaat. Dat geldt zelfs ook niet voor de VS. Die rol is waarschijnlijk weggelegd voor China. Daar gaat de PBOC de strijd aan met de sterke schaduwbanken in dat land. Dat geschiedt door de uitbundige kredietverlening te gaan verkrappen. Dat beleid kan verreikende consequenties hebben. Het zou kunnen uitmonden is een structurele groeivertraging. Die kans is groot, omdat de kredietkrimp gepaard gaat met de structurele hervormingen die door de Partij aan het einde van 2013 zijn bekend gemaakt. Als dat gebeurt hoe zal dan de Chinese bevolking gaan reageren. Die hebben inmiddels aan de welvaart geroken en koesteren torenhoge verwachtingen voor de nabije toekomst. De Chinese overheid is zeer beducht voor groeiende ontevredenheid. Zij zou daarom zomaar haar toevlucht kunnen nemen tot veel wapengekletter op het internationaal toneel. Dat hebben de Chinezen in 2013 ook gedaan door het conflict met Japan nodeloos hoog op te stoken. Afkicken, zeker cold turkey afkicken, doet pijn! Niet ieder land kan daar even goed mee omgaan.

    chinese-bankbiljetten

    Figuur 3 China wil hier een einde aan maken

    Cor Wijtvliet Bron: Niall Ferguson, rehab world, Project-syndicate, January 8 2014

  • België kocht de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    Deze week publiceerde de Federal Reserve nieuwe cijfers over de hoeveelheid Amerikaanse staatsobligaties in handen van het buitenland, de zogeheten ‘Foreign Holdings’. Uit deze cijfers blijkt dat België in november het meeste Amerikaanse schuldpapier heeft gekocht, namelijk voor $20,3 miljard. Dat was meer dan China en Japan, de landen die op de tweede en derde plaats komen met aankopen van respectievelijk $12,2 en $12 miljard. Rusland deed in november de meeste Treasuries van de hand, namelijk $10 miljard.

    België, China en Japan kochten in november de meeste Amerikaanse Treasuries

    België, China en Japan kochten in november de meeste Amerikaanse Treasuries (klik voor grotere versie)

    Welke landen kochten in 2013 de meeste staatsobligaties?

    Aan de hand van de TIC-data van de Federal Reserve kunnen we de positie in Amerikaanse staatsobligaties tussen november en januari vergelijken. De resultaten daarvan ziet u in de volgende grafiek. Zoals u ziet verzamelden China en Japan in 2013 opnieuw veel Amerikaans schuldpapier, een ontwikkeling die samenhangt met het grote exportoverschot dat deze landen hebben met de Verenigde Staten. Ze importeren in feite dollars en zetten die op in langlopende Treasuries van de Verenigde Staten. Aan de rechterkant van de grafiek zien we de landen die in 2013 netto hun positie in het Amerikaanse schuldpapier hebben afgebouwd. Hier treffen we de olie-exporterende landen en Rusland aan. Deze landen zijn mogelijk minder bereid Amerikaanse dollarreserves uit te breiden. En andere verklaring is dat deze landen hun overschot op de handelsbalans hebben weten terug te brengen, waardoor ze simpelweg minder dollars overhouden.

    China en Japan kochten in 2013 de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    China en Japan kochten in 2013 de meeste Amerikaanse staatsobligaties

    Federal Reserve houdt dollar overeind

    Misschien vraagt u zich af hoe deze cijfers zich verhouden tot het monetaire stimuleringsprogramma van de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank koopt iedere maand immers voor tientallen miljarden aan staatsobligaties. We raadpleegden de database van de St. Louis Fed en verzamelden cijfers over de hoeveelheid Amerikaanse Treasuries op de balans van de centrale bank.

    De drie onderstaande grafieken hebben betrekking op respectievelijk de aankopen in november 2013, de eerste elf maanden van 2013 en de totale aankopen sinds januari 2009. Nu ziet u hoe groot de impact van QE eigenlijk is. De Amerikaanse centrale bank koopt sinds 2009 meer Amerikaanse staatsobligaties op dan het buitenland!

    De Federal Reserve kocht in november $47,7 miljard aan Treasuries

    De Federal Reserve kocht in november $47,7 miljard aan Amerikaanse staatsobligaties

    De Federal Reserve kocht in de eerste elf maanden van 2013 voor $456,7 miljard aan staatsobligaties

    De Federal Reserve kocht in de eerste elf maanden van 2013 voor $456,7 miljard aan staatsobligaties

    Sinds begin 2009 kocht de Fed $1.669 miljard aan US Treasuries

    Sinds begin 2009 kocht de Fed $1.669 miljard aan US Treasuries

  • Interview Dirk Bezemer: “Geld is geen goud”

    Marketupdate sprak deze week met Dirk Bezemer, hoofddocent Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bezemer heeft al tal van wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Hij is lid van het Sustainable Finance Lab en werkt samen met het Institute of New Economic Thinking. Bezemer schrijft in de Financial Times en de Nederlandse pers en verscheen recent bij actualiteitenprogramma’s en in de documentaire De Schuldvraag, die Radar eind vorig jaar naar buiten bracht.

    Marketupdate vroeg Bezemer naar het ontstaan van de huidige financiële crisis en de effecten die deze crisis heeft op de huizenmarkt, op de pensioen en uw spaargeld. Zoals u van ons gewend bent vroegen we monetair en financieel econoom Bezemer ook naar zijn visie ten aanzien van goud.

    Geld als schuld: een piramidespel

    Volgens Dirk Bezemer is ons financiële systeem een piramidespel, omdat een steeds groter deel van de rendementen te verklaren is door een instroom van nieuwe kredieten. Dat is misschien nog wel het meest zichtbaar op de woningmarkt, maar ook op de markt voor aandelen en obligaties. Ook daar heeft een instroom van kredieten een prijsopdrijvend effect gehad. Bezemer zegt daar tegen Marketupdate het volgende over:

    “De huizenprijzen stijgen omdat mensen leningen opnemen en dat geld gebruiken om een huis te kopen. Doordat er steeds meer geleend geld in de huizenmarkt gestopt wordt ontstaat er fictief vermogen. Dat geldt ook in zekere zin voor de aandelenmarkt en de obligatiemarkt, waar het de laatste jaren steeds duidelijker werd dat stijgingen veroorzaakt werden door een instroom van nieuwe kredieten.”

    De instroom van nieuwe kredieten heeft vooral de afgelopen twintig tot dertig jaar een hoge vlucht genomen. Dat het zo uit de hand heeft kunnen lopen is volgens Bezemer te wijten aan verschillende ontwikkelingen:

    1. De steeds verder dalende rente sinds 1980;
    2. De liberalisering van de financiële markten, waardoor banken meer kredieten konden verstrekken;
    3. Het doorverkopen van leningen (en daarmee de risico’s);
    4. Het uitkleden van het toezicht op de financiële sector.

    Binnen dit financiële systeem concentreert steeds meer vermogen zich in de top van de piramide. Dat zien we onder andere terug aan de groeiende inkomensongelijkheid en aan het feit dat een zeer kleine groep mensen een relatief groot gedeelte van de financiële activa in handen heeft en steeds vermogender wordt.

    "De winnaars van dit financiële systeem zijn de mensen die al over veel soorten kapitaalgoederen beschikken die niet met schulden gefinancierd zijn. Deze mensen surfen mee op de enorme toename van financiële producten. Dus je kunt in het algemeen zeggen dat de mensen met veel bezittingen de afgelopen twintig jaar enorm van de 'boom' geprofiteerd hebben. De middenklasse en de lagere inkomens hebben er niet van geprofiteerd, of ze hebben zich in de schulden moeten steken om mee te kunnen doen. Dat zijn de mensen die nu te maken hebben met restschuld en andere schuldenproblematiek. Je zag dus ook dat gedurende dit piramidespel de inkomensongelijkheid in bijvoorbeeld de Verenigde Staten enorm is toegenomen. Hoe meer inkomen je naar verhouding haalt uit kapitaalgoederen, hoe meer je de afgelopen twintig jaar geprofiteerd hebt."

    Bezemer merkt op dat het piramidespel eigenlijk in 2007 al geklapt is. Vanaf dat moment begon een grote hoeveelheid geld (schuld) rond te schuiven in het financiële systeem, op zoek naar rendement. Dat levert een opeenstapeling van financiële bubbels op. Bezemer verwijst naar Larry Summers, een Amerikaanse econoom die laatst gezegd heeft dat de opeenstapeling van bubbels het 'nieuwe normaal' is geworden. Sinds het uitbreken van de financiële crisis is de aandacht verschoven van ons (deels) fictieve vermogen naar onze schuldenlast. Daardoor begon men opeens meer af te lossen en daalde de consumptie. "Het probleem kan zijn dat de economie ook krimpt bij het aflossen van schulden, waardoor de schuldenlast naar verhouding niet kleiner wordt. De schuldenlast is nu zo groot dat er vrijwel onvermijdelijk afgeschreven moet worden op bepaalde schulden. Volgens Bezemer ligt de crisis nog lang niet achter ons. Hij zei daar het volgende over:

    "Wat je nu ziet is dat er heel veel druk is om het piramidespel opnieuw te gaan spelen door de regels voor de kredietverleningen door banken te versoepelen. Dat geeft alleen maar tijdelijke oplossingen, die steeds gevolgd zullen worden door een crash. Daarom ben ik ook niet zo optimistisch dat we uit deze crisis zijn geraakt. Er wordt meestal niet gekeken naar de omvang van de schuld en wat daar nog het effect van is."

    Overheden moeten stimuleren

    Volgens Bezemer maakt de Nederlandse regering een grote inschattingsfout door te bezuinigen. Weliswaar komt de druk om te bezuinigen uit Europa, maar volgens Bezemer is het op zijn zachtst gezegd onverstandig om nu het overheidstekort terug te dringen. De rente is namelijk laag, waardoor de effectieve schuldenlast relatief klein is. De overheid zou juist van die gelegenheid gebruik moeten maken om investeringen te doen. Of dat nou in infrastructuur, onderwijs of zorg is.

    "Er zijn genoeg investeringen die je voor 2% rente kunt doen en waar de overheid zelfs winst op kan maken. Hetzij via hogere belastinginkomsten uit de groei die daarop volgt, hetzij uit de investeringen zelf. Er is eigenlijk geen enkele reden om dat niet te doen. Als de economie krimpt dan is het niet verstandig dat de overheid ook nog eens gaat bezuinigen."

    Japan-scenario

    De overheid zou juist de economische groei aan moeten jagen, zodat bedrijven weer kunnen investeren en de economie weer op gang komt. Op die manier voorkom je het gevreesde Japan scenario, een situatie waar Europa volgens Bezemer op af stevent. Juist die nadruk op bezuinigen verlamt de economie, omdat huishoudens steeds minder te besteden hebben. Zo lang die bestedingen onder druk blijven staan is ook de kans groot dat de werkloosheid verder oploopt, een vooruitzicht waar ook niemand op te wachten zit. Volgens Bezemer moet Europa nog de stap zetten richting het opschonen van de bankensector. In de VS hebben de banken al verliezen genomen en zijn een aantal slechte banken failliet gegaan. Omdat de bankbalansen in de VS al zijn opgeschoond is de kredietverlening en de economische groei aan de andere kant van de oceaan al wel weer op gang gekomen, terwijl Europa nog steeds nauwelijks groei laat zien. Volgens Bezemer kent Europa zombiebanken, dat zijn banken die geen geld durven uit te lenen vanwege het grote percentage slechte leningen op de balans. Een lage rente kan de economie op gang helpen, maar niet als de bankensector niet bereid is leningen te verstrekken aan consumenten en bedrijven.

    Banken moeten balans inkrimpen

    Volgens Bezemer moeten banken de omvang van hun balans drastisch afbouwen en de kredietverlening beperken tot 'productieve schulden'. Dat zijn leningen die gebruikt worden voor nieuwe investeringen die waarde toevoegen aan de economie. De grootste problemen zijn volgens Bezemer ontstaan door een wildgroei aan onproductieve schulden, die geen waarde toevoegen aan de economie. Denk bijvoorbeeld aan hypotheken die gebruikt worden om een huis te financieren. De huizenprijzen stijgen door een instroom aan nieuwe kredieten, maar al deze kredieten hebben in feite weinig waarde toegevoegd aan de reële economie. De prijsstijgingen van financiële activa die het gevolg is van kredietgroei beschouwt Bezemer als fictieve rijkdom. Er staat geen groei van echte waarde tegenover. Ook zouden banken veel terughoudender moeten zijn met kredietverlening voor financiële handel. Ook dit zijn kredieten die alleen maar een prijsopdrijvend effect hebben, maar die geen nieuwe productiviteit opleveren. Banken moeten zich weer meer in dienst stellen van de reële economie en daar hun beleid op aanpassen.

    Huizenprijzen onder druk

    Bezemer verwacht dat de hypotheekrenteaftrek op termijn grotendeels zal verdwijnen.

    "Ik denk dat er nu wel een consensus over is, nu we gezien hebben wat voor slechte gevolgen het stimuleren van hypotheken heeft voor de Nederlandse economie. Een tijdje geleden mocht het h-woord nog niet uitgesproken worden, maar daar zijn we nu helemaal van af. Iedereen is het er nu wel over eens dat de hypotheekrenteaftrek een schadelijke maatregel is".

    Als gevolg van deze ontwikkeling is het niet waarschijnlijk dat de huizenprijzen weer snel zullen aantrekken. Maar dat betekent volgens Bezemer ook dat we in de toekomst niet meer zo snel in een huizenbubbel terecht zullen komen. De vraag of huizenprijzen nog verder zullen dalen is volgens Bezemer moeilijk te beantwoorden, omdat verschillende factoren daarbij een rol spelen. In hoeverre de onderwaarde op meer dan 1 miljoen huishoudens een probleem zal worden hangt sterk af van de conjunctuur. "Als de lonen bevroren worden en de werkloosheid toeneemt wordt voor een groot deel van de huishoudens moeilijk om de schulden te dragen". Het is volgens Bezemer juist nu zo belangrijk dat de overheid gaat investeren, zodat de negatieve spiraal doorbroken wordt. "Als de economie groeit dan is de schuld wel een last, maar dan is dat iets waar we overheen kunnen groeien. Als de economie niet groeit wordt de schuld een steeds grotere last".

    Pensioenenstelsel onhoudbaar

    Volgens Dirk Bezemer is ons pensioenstelsel in de huidige vorm onhoudbaar. We moeten accepteren dat het pensioenvermogen in werkelijkheid minder groot is dan we gedacht hebben en dat het rendement in de toekomst ook structureel lager zal uitvallen.

    "Een heel belangrijke implicatie is dat de rendementen waar pensioenfondsen rekening mee hebben gehouden voor de crisis de komende decennia niet meer terug zullen komen. Dat waren rendementen die in gang werden gehouden door een grote schuldgroei. We zullen moeten nadenken over nieuwe manieren om rendement te realiseren op ons pensioenvermogen, bijvoorbeeld door het vermogen te investeren om economische groei op gang te brengen."

    "We hebben twee problemen met ons pensioensysteem. Het eerste is de vergrijzing waar iedereen over praat, maar het andere probleem is de schuld-gedreven economische groei die zorgde voor schuld-gedreven rendementen. De continu hoge rendementen zijn voorbij en daar zullen pensioenfondsen zich op aan moeten passen. Het vermogen dat we dachten te hebben is er niet meer en zal ook niet terugkomen."

    Daarom is het volgens Bezemer noodzakelijk om op een andere manier naar pensioenopbouw te kijken. "Aan de ene kant hebben wij als Nederlandse huishoudens grote besparingen in onze pensioenfondsen en aan de andere kant hebben we veel schulden op onze hypotheken. Er is laatst een voorstel gedaan om pensioenvermogen beschikbaar te maken om hypotheekschulden af te lossen. De jonge generatie is een relatief groot deel van het inkomen kwijt aan pensioenopbouw, terwijl ze dat geld hard nodig hebben om hun schulden af te betalen. Als je jongeren nu een deel van hun pensioengeld gebruiken om hypotheekschuld af te lossen, dan zou dat een positief effect kunnen hebben." Ook zouden pensioenfondsen meer in de Nederlandse economie moeten investeren. Volgens de laatste cijfers van de Nederlandsche Bank is dat momenteel slechts 14% van het totale pensioenvermogen. "Nederlandse pensioenfondsen zouden meer ten dienste van de Nederlandse economie kunnen beleggen. Nu beleggen ze voornamelijk in internationale financiële markten. Het kan een idee zijn om het fiscaal aantrekkelijk te maken voor pensioenfondsen om in eigen land te beleggen." Doordat we tegelijkertijd veel schulden en veel besparingen hebben is het mogelijk om aan balansverkorting te doen. "Het is bijvoorbeeld een idee om pensioenfondsen in Nederlandse hypotheken te laten beleggen, zodat we onze besparingen gebruiken om onze schuldenlast af te bouwen."

    Spaargeld

    Volgens Bezemer is het moeilijk om te bepalen of je op vermogen boven de €100.000 op een spaarrekening risico loopt. "Je kunt niet voorspellen of een bank het gevaar loopt om te vallen of niet. Wel hebben we gezien dat banken om kunnen vallen en dat de financiële kwetsbaarheid soms groot is. Het is moeilijk om daar uitspraken over te doen." Voor wat betreft de spaardersheffing die beschreven werd in een rapport van het IMF geeft Bezemer de volgende toelichting:

    "Een spaardersheffing is mogelijk, maar ik denk niet dat het politiek haalbaar is. Het verbaast me wel dat het zover gekomen is en dat het genoemd wordt in een rapport van het IMF. Dat zegt iets over de ernst van de situatie. Je wilt dat de mensen die investeren in een bank en die aandelen hebben in de bank pijn kunnen leiden, want dat is risicodragend kapitaal. Dat is net als een investering in ieder ander bedrijf. Maar je wilt dat het spaargeld veilig is, want dat is in het belang van de financiële stabiliteit. Een spaardersbelasting zou ik daarom niet goed kunnen rechtvaardigen. Ik vind het een vreemde gedachte en ik denk dat het politiek niet haalbaar is."

    Tijdens een financiële crisis kunnen grond en vastgoed fungeren als een soort veilige haven, aldus Bezemer. Beide leveren niet heel veel rendement op, maar het voordeel is dat er altijd vraag is naar dit soort bezittingen. Ook is de volatiliteit van deze activa lager dan die van financiële activa of goud. Ook staatsobligaties kunnen als veilige haven beschouwd worden, maar dan alleen die van landen met een goede kredietstatus. Het nadeel is dan weer dat daar ook vrijwel geen rendement meer op te behalen valt. In grote lijnen kun je volgens Bezemer stellen dat een laag rendement het 'nieuwe normaal' is. We moeten er aan wennen dat de rendementen in de toekomst lager zijn dan in het verleden, omdat het rendement uit schuld gedreven economische groei uit zal blijven. "Misschien moeten we daarom maar gaan denken in termen van veilige havens in plaats van rendement".

    Bitcoin

    Volgens monetair en financieel econoom Bezemer is Bitcoin om verschillende redenen een interessant fenomeen. Hij zei daar het volgende over:

    "Volgens mij is Bitcoin heel interessant, omdat het laat zien wat de mogelijkheden van het nieuwe bankieren zijn. Het is dus niet meer van deze tijd dat het een paar dagen duurt voordat je geld wordt overgeschreven van de ene naar de andere bank en dat het allemaal veel sneller kan. Ook laat Bitcoin zien dat het creëren van geld, met moderne elektronische middelen, zelfs buiten banken om kan. Dit is nieuw en niet nieuw, omdat er al heel lang transacties in de economie gebeuren buiten banken om. Dat heet handelskrediet. Bedrijven handelen met elkaar met gesloten beurzen en creëren op die manier een vorm van krediet. Uitgestelde betalingen zijn een vorm van krediet en dat gebeurt al heel lang, maar Bitcoin is een vorm van krediet die niet gekoppeld is aan een handelsrelatie. Iedereen kan daar aan mee doen."

    Over de volatiliteit van Bitcoin:

    "Hoe meer vertrouwen mensen in Bitcoin hebben, hoe stabieler de koers zal worden. Toch denk ik dat de volatiliteit van Bitcoin relatief groot zal blijven, omdat er geen grote stabiliserende institutie achter zit. Daardoor verwacht ik dat het heel makkelijk een bubbel object kan worden. In die zin lijkt het een beetje op goud, het beweegt tegen de conjunctuur in.

    Het kan niet failliet gaan, maar het kan wel heel weinig waard worden en jaren lang heel weinig waard blijven. Gaat het goed met de economie, dan daalt de prijs. Dat kan ook gelden voor de prijs van Bitcoin."

    Maar er is ook een andere mogelijkheid. De opkomst van Bitcoin is volgens Bezemer niet alleen een soort motie van wantrouwen tegenover het fiat geld, het kan ook onderdeel zijn van een transitie naar een andere manier van betalen. Als er meer draagvlak komt voor betalingen in Bitcoin kan er ook een wisselkoers ontstaan tussen Bitcoin en de euro. "Dan krijg je verschillende soorten geld, waarbij er naast de dollar en de euro en een aantal andere valuta er ook een Bitcoin is waarmee je internationaal kunt betalen". Bezemer wijst op een uitspraak van Minsky die in de discussie omtrent Bitcoin relevant is.

    "Iedereen kan geld maken, maar het probleem is om het geaccepteerd te krijgen. Bitcoin laat heel mooi zien wat het wezen is van geld. Het is een claim die uitgegeven kan worden en zodra mensen die claim accepteren is het geld. Veel mensen accepteren al Bitcoins, dus is het geld. Zodra Bitcoin om wat voor reden dan ook niet meer geaccepteerd wordt is het geen claim meer. Dat is de logica van geld: het houdt op te bestaan als niemand het meer accepteert."

    Goud

    Volgens Bezemer is het niet verstandig om in goud te beleggen. Het edelmetaal doet het weliswaar goed in een financiële crisis, maar als mensen weer meer vertrouwen krijgen in de economie gaat de prijs weer omlaag. Het edelmetaal vervult volgens hem ook geen rol meer in het monetaire systeem:

    "Goud hoeft volgens mij geen rol in het monetaire systeem te spelen. Het vervult op dit moment een soort showbizz functie. Goud komt uit de historische tijd dat er een link was tussen de dollar en goud en uit de tijd dat de hoeveelheid goud in de munt bepaalde hoeveel waarde het geld had. Dat is zo geweest in sommige tijden en plaatsen, maar er is geen enkele reden waarom dat nu zo zou zijn."

    Waarom centrale banken weer netto kopers zijn van goud:

    "Dat zie ik meer als een soort belegging, niet iets wat een betekenis heeft voor het financiële systeem. Ons huidige financiële systeem is helemaal niet afhankelijk van goud. Wat zou je met goud kunnen doen als het financiële systeem klapt? Als je nieuw geld uitgeeft moet men vertrouwen hebben in jou, niet in je goud. Omdat centrale banken mijn mening niet zijn toegedaan hebben ze hun goudvoorraad nog niet verkocht. Centrale banken zouden naar mijn mening moeten kijken naar het rendement op goud in vergelijking met andere beleggingen."

    Volgens Bezemer vormt goud geen uitzondering op andere materialen die ooit als geld werden gebruikt. Hij zei daar het volgende over:

    "Goud is niet het echte geld. De essentie van geld is dat het iets is dat mensen accepteren. Dat kan van alles zijn. Zo betaalden we vroeger met kerfstokken en hadden de mensen in Babylon kleitabletten als geld. Dat zijn verschillende materialen. Klei, hout, papier of bits en bytes in een computer, het kan allemaal dragers van geld zijn, zo lang we het allemaal gebruiken. Het geld zelf is niet een ding, het is een idee; het is vertrouwen. Ik denk niet dat goud daar een uitzondering op is. Goud is eigenlijk een ontzettend zacht en waardeloos metaal. Je kunt er kiezen mee vullen en er zijn beperkte industriële toepassingen. Maar als je denkt dat er altijd vertrouwen zal blijven in goud, dan is het zinvol om wat goud te houden. De fluctuaties in de goudprijs zijn echter zo groot zijn dat je je af moet vragen of het wel een goede belegging is, in vergelijking met andere beleggingen."

    Dirk Bezemer

    Dirk Bezemer: "Geld is niet een ding, het is een idee. Het is vertrouwen." (Afbeelding van INET Economics)

  • De malaise houdt aan

    Economie wordt ook wel vaak de zwartgallige wetenschap genoemd. De afgelopen vijf jaren hebben aangetoond, dat de bijnaam niet ten onrechte is. Het was kommer en kwel wat er jaar in jaar uit verkondigd werd. Het ziet er jammer genoeg niet naar uit, dat daar in 2014 veel verandering in komt.

    predictions-economists

    De cijfers liegen er niet om. Het reëel besteedbaar inkomen per hoofd van de bevolking ligt vandaag de dag in veel Westerse landen nog steeds onder het niveau van 2008. Het zijn niet de minste landen waar het om gaat. Wat te denken van landen als de VS, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Er zijn natuurlijk uitzonderingen op de regel. Na twee decennia van doffe economische berusting dreigt Japan zich aan de misère te ontworstelen. Maar de weg is nog lang. En Duitsland doet het verhoudingsgewijs erg goed zelfs. In 2012 steeg het inkomen per hoofd boven dat van 2007, maar of je een groei van 3,9% over een periode van vijf jaar goed mag noemen, is nog maar zeer de vraag.

    Werkloosheid Wat ligt er voor 2014 in het verschiet? Volgens het IMF mag Europa in 2014 op een groei van 1% rekenen. Dat klinkt mooi, maar het IMF is in de afgelopen jaren bij voortduring te optimistisch gebleken, evenals ons eigen Centraal Planbureau. Waar zou de groei trouwens vandaan moeten komen? Schraalhans is nog steeds keukenmeester voor de beleidsmakers in Brussel en waarachtige hervormingen komen met de snelheid van een slak tot stand. In de VS ziet het er allemaal wat beter uit. De huizenmarkt lijkt weer in orde, de werkloosheid daalt gestaag en de schalierevolutie geeft het proces van herindustrialisering veel elan en kans van slagen. Misschien het belangrijkste is wel, dat de politiek weer bij zinnen lijkt te komen. Haar onverantwoord gedrag heeft de VS in 2013 waarschijnlijk 1,75% aan groei gekost. Schaduwzijde Kortom, de Verenigde Staten zouden in 2014 meer nieuwe banen kunnen scheppen dan nodig is om de nieuwkomers op de arbeidsmarkt een kans te geven. Dat klinkt heel mooi, maar er kleeft toch een schaduwzijde aan. De meeste nieuwe banen betalen slecht, zo slecht dat het gemiddeld inkomen in de VS steeds verder omlaag gaat. Voor de meeste Amerikanen is er geen inkomensgroei. Die is en blijft beperkt tot de 1% rijksten. Het zogeheten mediane inkomen ligt nu lager dan in 1989. Dat is 25 jaar geleden. Als we de mannen apart nemen, dan is het beeld nog schrijnender. De gemiddelde volwassen man van nu verdient in reële termen net zoveel als zijn vader veertig jaar geleden. Daarmee is het hele verhaal van het herstel in de VS nog niet verteld. De werkloosheid is gedaald naar een niveau van 7%. Dat is echter minder te danken aan de groei van het aantal banen als wel dat steeds grotere groepen de arbeidsmarkt teleurgesteld verlaten. In Europa zien we dit ook steeds vaker gebeuren. Aan beide zijden van de Oceaan worden werknemers steeds vaker behandeld als wegwerpartikelen. Los van de individuele ellende, die dit beleid met zich mee brengt, is het ook het bewijs van falen van het huidig systeem. De afhakers zijn te groot in getal om daar geen rekening voor te gaan betalen in de nabije of wat verdere toekomst. employment-numbers-wall-street Hoe je het ook draait of keert, 2014 wordt waarschijnlijk opnieuw een jaar van malaise aan beide zijden van de Plas. Nog steeds doet het systeem zijn burgers royaal te kort. De vraag is hoe lang dit nog kan doorgaan? Cor Wijtvliet Bron: Joseph E. Stiglitz, advanced malaise. Project-syndicate, Januari 13 2014